Wereldreis februari 2006

Page 1

Wereldreis

Maandelijkse lesbrief voor de basisschool bij de Wereldkalender van 11.11.11 ISSN : 1375-2219 - Afgiftekantoor Brussel X - 19de jaargang - FEBRUARI 2006

Thema : JONGENS EN MEISJES

Reistips voor de eerste graad MANNEN IN PERU

Vooraf Enkele dagen vooraf vraag je aan de leerlingen om wollen kledingstukken, tapijtjes … mee te brengen. Je zorgt ook voor breinaalden, haakpennen, borduurnaalden en wol. Misschien heb je wel een handwerkje in de maak. Hij breit / zij breit Bij het binnenkomen in het klaslokaal klinkt er muziek uit Peru en zijn alle voorwerpen uitgestald op een toontafel. Er ontstaat een spontaan gesprek. Mogelijke vragen : “Wat zie je hier ? Waarvoor dienen deze breinaalden ? Heb je dat al eens ergens gezien ? Waar ? Waaruit zijn de kledingstukken gemaakt ? Heb je zelf ook een kledingstuk dat uit wol is gemaakt ? Heb je al eens iemand zien breien ? Was het een vrouw of een man ?” Je kunt zelf een stukje breien. De kalender Nu vestig je de aandacht op de kalenderfoto. “We bekijken de foto van februari ! Wat doen deze mensen ? Zijn het mannen of vrouwen ? Wat hebben zij op hun hoofd ? Kijk ook eens naar de kleuren.” Op het eiland Taquile in Peru zijn het de mannen die breien en de vrouwen die spinnen en weven. “Zou dat bij ons ook kunnen ? Waarom wel of waarom niet ? Zijn er zaken die alleen mannen kunnen en andere die alleen voor vrouwen zijn, denk je ? Waarom denk je dat ?”

Peru OPDRACHTEN VOOR JONGENS EN MEISJES

“Op werkblad 1 staan woorden die een kleur krijgen. Vergelijk daarna je antwoorden met die van je buur. Is alles hetzelfde gekleurd ? Vertel aan elkaar waarom jij een bepaalde kleur koos. Zijn er ook woorden bij die bij alle twee horen ? Zou het overal op de wereld zo zijn ? Luister nu naar de brief van Lien (werkblad 3).” Een eiland in de bergen Weten de kinderen wat een eiland is ? Een stuk land dat helemaal door water is omgeven. Taquile is een eilandje, maar niet in zee ! Het ligt in het reusachtige Titicacameer, hoog in het Andesgebergte van Zuid-Amerika. Een weefgetouw Met werkblad 2 kunnen alle kinderen een eigen weefgetouwtje maken. Hoe meer scheringdraden, hoe breder het lapje ; hoe dichter zij bij elkaar liggen, hoe vaster het weefsel zal zijn. Aandrukken kan met een kam. Let erop de breedte constant te houden. Wanneer het weefsel de lengte van het deksel nadert, kun je het geheel doorschuiven en bijna dubbel zo lang maken. Knip tenslotte de scheringdraden lang af en knoop ze met enkele samen.


Reistips voor de tweede graad DE FOTO EN DE BRIEF VAN LIEN

Breiende mannen op Taquile : doordat wij een man een ‘typische’ vrouwentaak zien uitvoeren, zouden wij kunnen veronderstellen dat mannen en vrouwen gelijk zijn en dezelfde kansen krijgen op dit eiland. Maar dit klopt niet met het verhaal van Santos en Rebecca. Het breien van de mutsen is in aanzien en is dan ook voorbehouden voor mannen. Laat de kinderen beschrijven wat zij op de foto zien. Waarom toon ik deze foto ? Ken jij mannen die breien ? Wat kun je besluiten uit deze foto ? Zijn mannen en vrouwen dan minder verschillend op Taquile ? Worden zij gelijk behandeld ? Wat zegt de brief van Lien (werkblad 3) ons hierover ? Ga verder met werkblad 4. Heeft iedereen bij ons evenveel kansen ? Is dat altijd zo geweest ? Laat de kinderen op zoek gaan naar twee personen van hetzelfde geslacht die ongeveer 20 en ongeveer 60 jaar ouder zijn. Laat ze die personen interviewen over het moment waarop zij net zo oud waren als jouw leerlingen. In de klas vergelijk je met hen de verzamelde informatie. Wat zijn de verschillen per leeftijd tussen de geslachten ? Wat zijn de verschillen tussen de generaties ? Wat is hetzelfde gebleven en wat is veranderd ? Hoe zijn zij veranderd ? DAT IS NIETS VOOR JOU

Aanvoelen Hoe voelt het om benadeeld te worden omwille van je geslacht ? Wat betekent het om achteruitgesteld te worden omdat je een meisje of een jongen bent ? Om de kinderen een antwoord te laten vinden op deze vragen kun je hen confronteren met de situatie. Tijdens een les taal, rekenen … kun je als leerkracht doelbewust een groep van je klas bevoordelen. Als meester kies je bijv. partij voor de jongens, als juffrouw voor de meisjes. Je PUBLICITEIT

geeft hen systematisch het woord, laat hen opdrachten uitvoeren, geeft hen gelijk, bevestigt hen … De anderen zullen zich benadeeld voelen en merken dat zij niet evenveel kansen krijgen om deel te nemen aan de les. Bespreken Het is noodzakelijk om direct na deze les een kringgesprek te plannen. Want natuurlijk hebben de kinderen er nood aan om gevoelens te ventileren. Hoe is het om benadeeld te worden ? Had de bevoordeelde groep er ook last van ? Was het terecht ? Krijgen jongens en meisjes altijd en overal evenveel kansen ? Waarom niet ? Verwijs naar Rebecca. Kinderen in je klas gaan natuurlijk niet rechtstreeks iets kunnen veranderen aan haar situatie. Maar zij kunnen er binnen een klascontext wel aandachtig voor zijn. Laat hen op zoek gaan naar initiatieven. Wat is het verschil tussen jongens en meisjes ? Kan de groep besluiten dat er verschillen zijn, dat die er mogen zijn, maar dat wij wel gelijk behandeld willen worden en evenveel kansen willen krijgen ? Stellingenspel Het thema ‘jongens en meisjes’ kun je nog uitgebreider behandelen aan de hand van een stellingenspel. De leerlingen moeten stelling innemen over een aantal uitspraken die typisch kunnen zijn voor jongens of voor meisjes. Door hun keuze te verduidelijken en de anderen te laten reageren, kun je met de groep discussiëren over de verschillen tussen jongens en meisjes, veralgemeningen, zaken die als typisch worden beschouwd … Als antwoord op de vraag kunnen de leerlingen het symbool voor mannelijk of vrouwelijk in de lucht steken. Wie is sterker ? Wie kan beter rekenen ? Wie weet meer ? Wie is beter in sport ? Wie is stouter ? Wie koopt meer ? Wie knutselt liever ? Wie kookt beter ? … De kinderen zullen beseffen dat dit eerder persoons- dan geslachtsafhankelijke kenmerken zijn. Benadruk dat jongens ook jongens mogen zijn, dat meisjes ook echte meisjeskenmerken mogen hebben en dat iedereen zijn of haar jongens- of meisjeszijn op een eigen manier mag invullen. Praat dan met hen door over het feit dat mensen toch vaak omwille van hun geslacht achtergesteld worden, bijvoorbeeld Rebecca die niet zal gaan studeren omdat zij een meisje is.

DE WEG VAN RICANARA

een project voor de basisschool inspelend op de campagne van Broederlijk Delen 2006 : het Zuiden wil groeien Het verhaal over Ricanara trekt een aantrekkelijke rode draad in het project. De handleiding bevat kant en klaar uitgewerkte methodieken, tekeningen, teksten, een leesversie van het verhaal, werkbladen. Als werkmateriaal is er een boekje voor elke leerling. Op de CD staat het themalied en een mooie selectie foto’s die een juist beeld geven van het leven in de Filippijnen. Deze foto’s gebruik je ter ondersteuning van het verhaal. Aan de hand van een fotoset maken ook de jongste kinderen van het kleuteronderwijs en het eerste leerjaar kennis met de Filippijnen. Handleiding : € 4 ; werkmateriaal : € 0,75 voor 1 ex. (vanaf 10 ex. : € 0,65, vanaf 100 ex. : € 0,50) ; Cd : € 7 ; fotoset : € 5 (4 A3 en 8 A4 kleurenfoto’s). Het materiaal kun je bestellen bij het nationaal secretariaat van Chirojeugd Vlaanderen, Kipdorp 30, 2000 Antwerpen T 03 231 07 95 - SpoorZeS@chiro.be


Reistips voor de derde graad DE KALENDERFOTO

Wat valt jou op als je deze foto bekijkt ? Vind je bepaalde zaken ongewoon ? Zo ja, welke ? En waarom ? Op die manier zal de klas wellicht komen tot het breien van de mannen, wat bij ons misschien ‘raar’ overkomt. Waarom doen die mannen op de foto dat wel ? Zij vinden het blijkbaar heel gewoon en doen het op het eerste gezicht graag. Waar zouden deze breiende mannen leven ? Zou dit hun dagelijkse bezigheid zijn of is het nu misschien vakantie ? Of heeft het te maken met een weddenschap ? Tracht de kinderen ruim de tijd te geven om hun mening te verwoorden en hun gevoelens te ‘ventileren’. Misschien valt het woord ‘vooroordeel’ tijdens het gesprek. Daar komen wij beslist nog op terug tijdens een ander moment. BIJ HET VERHAAL

Na het lezen van het verhaal (werkblad 5 en 6) laten wij de kinderen gerust reageren. Hierbij kunnen volgende onderwerpen aan bod komen : verliefd zijn, vriendschap, feest vieren, uitkijken naar, mannen die vrouwenwerk doen, een land op grote hoogte, een meer op grote hoogte, de ‘afstand’ tussen eiland en vasteland, het meer (water) als scheiding, enz. Beslist de moeite waard - maar wel een ‘buitenbeentje’ - om te bespreken is het “geven van een haarvlecht of haarlok aan een geliefde” als teken van zijn/haar liefde en als uitnodiging tot het samen leven of het huwen. Dit is een heel ‘eigen’ gebruik voor de inwoners van Taquile. Maar zijn er bij ons ook zulke gebruiken ? Geven wij elkaar ook wel eens een voorwerp van grote (emotionele of materiële) waarde ? En wat willen wij daarmee uitdrukken ? Was dit vroeger ook zo of was het toen anders ? Misschien eens laten informeren bij de ouders of grootouders… en vergelijken. Er zijn meerdere mogelijkheden bij dit verhaal. Denk aan een klasgesprek rond één of meerdere van hoger vermelde items. Ik denk aan een steloefening rond de eigen toekomstplannen of -dromen. Of een steloefening rond leven op een kleine plaats (een kleine gemeenschap), waar iedereen (bijna) iedereen kent (zoals in de dorpen bij ons zo’n vijftig, zestig jaar geleden, toen hun oma’s en opa’s school liepen). Een andere mogelijkheid is uiteraard een opdracht begrijpend lezen. Ook haalbaar en boeiend is een activiteit rond woordenschat/taalschat ; hierbij komen bijvoorbeeld enkele termen uit het breien aan bod, of benamingen van kledingstukken (van bij ons en uit Peru of …) of uitdrukkingen/zegswijzen (bijv. een steek laten vallen). Bij werkblad 7 : jongens- en meisjesactiviteiten kunnen

de leerlingen zelf wel aanbrengen. Mannen- en vrouwenactiviteiten : bijv. bepaalde taken in het huishouden (gras afrijden en het onderhoud van de auto voor de papa’s en wassen en strijken voor de mama’s), activiteiten die te maken hebben met bepaalde beroepen, e.d. Ongewoon kunnen zijn : de afgeknipte vlecht als teken aan een geliefde, het feit dat inwoners van het eiland niet horen te huwen met niet-eilanders, de breiende mannen. MENS EN SAMENLEVING

Jammer genoeg zijn de vooruitzichten voor het meisje in het verhaal, Rebecca, niet zo rooskleurig. Zij is voorbestemd om niet verder te studeren, maar op (heel) jonge leeftijd te huwen met iemand van het eiland. Dat komt ook tot uiting in het verhaal zelf, waarin de jongen, Santos, haar reeds uitnodigt (ooit) met hem te trouwen. Rebecca wil echter verder studeren op het vasteland, want op Taquile kan dat niet omdat er enkel een lagere en middelbare school is. Nochtans is de toekomst voor veel van de Peruviaanse meisjes reeds een uitgemaakte zaak, waarbij zij zelf niet eens worden betrokken. Dit ‘hoort nu eenmaal zo’. Hier kan gerust ook een vergelijking gemaakt worden met de eigen situatie en de vooruitzichten van onze meisjes op vlak van studie, relatie en huwelijk. Kansen tot verder studeren hebben onze meisjes volop. Zijn de meisjes hier geneigd om te huwen ? En de jongens dan ? Eventueel kan hier ook het belang van de (beleden) godsdienst ter sprake komen. Wat is de invloed van de godsdienst op het dagdagelijkse leven van onze jongeren en van de jonge Peruvianen ? MENS EN RUIMTE

Uiteraard besteed je ruim aandacht aan het eiland Taquile. De eigenheid van dit eiland, de beperkingen opgelegd door de ‘omheining’ van het water, de economische activiteiten gekoppeld aan het coöperatieve karakter van dit alles, de eigen kijk van de bewoners op onze huidige tijd en nog veel meer maken het beslist de moeite waard. Hierbij kunnen aan bod komen : het ontbreken van wegen en elektriciteit bijvoorbeeld ; geen aparte verblijfsmogelijkheden voor toeristen ; het beslissingsrecht van de bewoners van het eiland zelf over het toelaten van toeristen/bezoekers ; het voorzien in eigen onderhoud door het inrichten van coöperatieve weverijen, winkeltjes, een forellenkwekerij, eetzaakjes en dergelijke ; het feit dat groenten en fruit - belangrijke leveranciers van vitaminen o.a. - schaars zijn op het eiland. Dit alles geeft reeds voldoende stof om het uitzonderlijke karakter van dit eilandje te bespreken. En dan hebben wij het nog niet over de breiende mannen … Tracht ook de beperkte afmetingen van het eiland - 6 bij 1,5 km - te visualiseren, aan de hand van een vergelijking, een voorstelling op schaal, een ‘afpassen’ van deze oppervlakte op een kaartje van de gemeente of de ruime schoolomgeving.


MENS EN TECHNIEK

Wie dit ziet zitten, kan eventueel een activiteit ‘breien’ opzetten (zie werkblad 8). Hier komt de techniek van het breien ter sprake en die kan eventueel in praktijk worden gebracht. Maak een boekje van de afbeeldingen en 'speel het af' als een film. Waarom bij zo’n activiteit niet de hulp of bijstand vragen van enkele handige (groot)moeders ? Misschien hebben zij wel goede ideeën, eigen gebreide werkjes en dergelijke. Misschien hebben sommige leerlingen nog hun eerste sokjes, een gebreide sjaal of trui van hun oma, handschoenen (met of zonder gaatjes) of een muts voor koude dagen. Indien gewenst, kun je ook een (kort) historisch overzicht geven van de textielnijverheid in onze streken. Want is Vlaanderen niet lange tijd een prominente leverancier geweest van allerlei textielproducten ? Een bezoek aan één of andere Vlaamse stad of een museum hoort beslist tot de mogelijkheden : het MIAT te Gent of de beroemde wandtapijten van Brussel, Oudenaarde, Edingen, Mechelen, Geraardsbergen, Brugge, Doornik en Gent. BIBLIOGRAFIE

- Basisboek breien. B. Barnden. Forte Uitgevers, Utrecht 2003. - Eine Brücke nach Peru. Misereor, Aachen, 1993. - Human Development Report. UNDP, New York, 2005. - Peru. Landenreeks. KIT, Amsterdam / Novib, Den Haag / NCOS, Brussel, 1998. - Wonen en leven in Peru. Achtergrond. Kinderwereldatelier, Antwerpen, 2001.

Wereldreis is een uitgave van Studio Globo v.z.w. © 2006 Wereldreis, Studio Globo, Otletstraat 28/11, 1070 Brussel, fax : 02 520 91 11 Website : http://www.studioglobo.be/wereldreis Abonnement : € 12,90 voor 10 nummers. Afzonderlijk nummer : € 1,30 Bankrekening : 068-2352505-88 Administratie : Ann Vermoesen. Tel. : 02 520 05 30. E-mail : ann.vermoesen@studioglobo.be Redactie : Helga Vande Voorde. Tel. : 02 526 10 92. E-mail : helga.vandevoorde@studioglobo.be Aan dit nummer werkten mee : Tim Vandromme, Nancy Van Remoortel, Liesbet De Puydt, Aurèle De Clercq, Kristine Van Den Bogerd (tekeningen), Marc Vermeiren (vormgeving) Verantwoordelijke uitgever : Piet Spanhove, Otletstraat 28/11, 1070 Brussel Overname voor niet-commercieel gebruik in het onderwijs en zonder afgeleide werken is toegelaten mits naamvermelding Wereldreis is gedrukt op TCF (totaal chloorvrij) en zuurvrij papier zonder toevoeging van optische witmakers ; de houtstof komt voor 100% van afval van zagerijen (Greentop) Deze uitgave kwam tot stand i.s.m. de Koepel van de Vlaamse Noord-Zuidbeweging - 11.11.11 v.z.w. en met de steun van het D.G.O.S.

ERRATUM

Aan vorig nummer werkten ook mee : Joris Gyselinck en Eefje Verheyen

C O L O F O N


Wereldreis

Peru LANDENINFO

Ligging Peru is een republiek in ZuidAmerika en grenst aan Colombia, Ecuador, Brazilië, Bolivia, Chili en de Stille Oceaan. De oppervlakte van Peru is 1 285 216 km², ruim 42 keer België. Landschap en klimaat Van west naar oost kun je drie gebieden onderscheiden : de Costa, de Sierra en de Selva. De Costa is de voornamelijk woestijnachtige, steile kuststrook tussen de Grote Oceaan en de westelijke berghellingen van de Andes. De Sierra omvat het Andesgebied, bestaande uit twee grote van noord naar zuid lopende bergketens, de Cordillera Occidental en de Cordillera Oriental. Met zijn 6780 m is de Huascarán Sur de hoogste berg van Peru. In Zuid-Peru ligt de Altiplano, een grote hoogvlakte die terrasgewijs

afloopt naar het Titicacameer en een gemiddelde hoogte heeft van zo’n 4000 meter. Op de Altiplano heerst volgens de hoogte en de ligging een gematigd tot zelfs een arctisch klimaat. De droogste tijd in de bergen ligt tussen mei en oktober, maar in de maanden juni tot augustus zijn er af en toe ‘nevadas’ met sneeuwval op de toppen en hagel of regen in de dalen. De sneeuwgrens varieert van 5000 tot 6000 meter. De Selva omvat het tropische laagland ten oosten van het Andesgebergte en beslaat meer dan de helft van het Peruaanse grondgebied. Geschiedenis Gedurende eeuwen volgden culturen elkaar op, zoals Chavin, Tiwanacu en Wari (Huari). In het begin van de vijftiende eeuw breidde het Incarijk zijn invloed uit van Ecuador tot Chili. Tussen 1526 en 1528 verkende de Spaanse veroveraar Francisco Pizarro de Peruaanse kustgebieden. Hij nam de Incaleider Atahualpa in 1533 gevangen en stelde hem terecht. Hij stichtte de stad Lima, waar hij in 1541 werd vermoord. Onder Inca Tupac Amaru II vond er in 1780 een opstand plaats tegen de koloniale bezetters. De opstand duurde slechts kort en de meeste leiders werden opgepakt en geëxecuteerd. Peru bleef trouw aan Spanje tot 1824, toen het land werd bevrijd door Simón Bolívar en José de San Martín. In de

Reisinfo - februari 2006

jaren ’80 van vorige eeuw zorgden de guerrillabewegingen, het Lichtend Pad en de Tupac Amaru Revolutie Beweging (MRTA), voor politieke instabiliteit. In 1990 won Fujimori de presidentsverkiezingen : hij kreeg de leiders van de guerrillabewegingen achter de tralies, terwijl armoede en werkloosheid bleven overheersen. Toch werd Fujimori in ’95 herkozen. Alejandro Toledo (een Andesindiaan uit een arme familie die later werkte voor de Wereldbank) klaagde het corrupte verloop van de verkiezingen van 2000 aan. Fujimori trad af en zo werd Alejandro Toledo president van Peru. Bevolking Ruwweg de helft van Peru’s 28 miljoen inwoners is van indiaanse origine. Zij leven vaak in bergdorpjes die ver verwijderd zijn van de bewoonde wereld. Zij praten nog steeds Quechua of Aymara, zoals hun voorvaderen, en veel van hun opvattingen en gewoonten zijn een mix van de traditionele gebruiken uit de Andes en van de cultuur die de Spaanse veroveraars hebben meegebracht. Spaans, Quechua en Aymara zijn de officiële talen. Peruaanse muziek is altijd heel volks. Hoewel de indianen schijnbaar rooms-katholiek zijn, mengen zij dit vaak met hun traditionele opvattingen. HDI : Peru komt met 0,762 op de 79ste plaats, iets boven het wereldgemiddelde (0,741). Economie Peru neemt mondiaal een tweede plaats in voor visserij en zilverproductie. De uitzonderlijke natuurlijke en archeologische rijkdommen van Peru zijn nauwelijks ontgonnen. Peru ontvangt nu per jaar bijna één miljoen toeristen en die sector groeit snel. Munt : 1 Peruaanse Nuevo Sol = 0,2604 euro.


Wereldreis verder te studeren in Puno, een stad met 80 000 inwoners aan de rand van het meer. De meisjes krijgen zo niet de gelegenheid om zich te ontplooien binnen de mannengemeenschap. In veel gevallen is je leven als meisje reeds een uitgemaakte zaak. Niet alleen op dit eiland, maar ook op veel andere plaatsten in de wereld maakt het een groot verschil of je geboren bent als jongen of als meisje. De maatschappij waarin je leeft, bepaalt sterk de rolpatronen waaraan beide geslachten zich dienen te houden.

FOTO-INFO

Het Peruaanse deel van het Titicacameer beslaat 4 997 km². De foto werd genomen op het eiland Taquile. Nadat Peru zijn onafhankelijkheid verkreeg van Spanje, werd Taquile een gevangeniseiland. Sinds 1970 organiseren de mensen van Taquile de toeristische exploitatie van hun eiland. Door het aantal toeristen en aanverwante activiteiten te beperken, willen de eilandbewoners voorkomen dat zij een grote toeristische trekpleister worden. Taquile is op veel vlakken uniek. Zo heerst er een opmerkelijke sociale structuur op het eiland. Taquile wordt gerund als een soort coöperatieve. Elke familie draagt op zijn manier z’n steentje bij aan de gemeenschap. Zo breien de mannen de hele dag, terwijl zij hun kudde schapen hoeden of op een bankje zitten. Een deel schenken zij aan de coöperatieve, waarvan de opbrengsten doorvloeien naar de gemeenschap. THEMA-INFO : JONGENS EN MEISJES

De foto van de breiende mannen op Taquile brengt een spanningsvlak naar boven. Namelijk, “wat zijn vrouwenzaken ? ” versus “wat zijn mannenzaken ? ”. Vanuit westers oogpunt is breien geen mannenzaak. Toch is breien dat wel binnen de eilandcultuur op Taquile. Maar dit betekent niet dat elke man op Taquile een nieuwe man is. Als je onze westerse normen en waarden laat vallen, dan doorzie je deze schijnbare tegenstelling. Dan kun je je de vraag stellen wat de rol van de vrouw is binnen een mannengemeenschap, zoals deze op het eiland Taquile. Vrouw zijn op Taquile is niet altijd een benijdenswaardige positie. Zo vind je op Taquile een goed uitgebouwde school, maar veel kinderen maken hun schoolcarrière niet af. Als je vijftien bent, ben je rijp om te trouwen. Vooral meisjes trouwen heel vroeg, waardoor zij veel kansen mislopen. Eenmaal getrouwd, is het uitgesloten om

Hoe gaan wij om met het verschil tussen meisjes en jongens ? Wat verwachten wij van jongens en van meisjes ? Interessant lijken de confrontatie met de vooral maatschappelijke tegenstellingen tussen beide geslachten, het in vraag stellen van vanzelfsprekendheden via concrete situaties en eventueel het slopen van enkele ‘heilige huisjes’. Wat is namelijk de norm ? En wie bepaalt de norm ? Voor bepaalde kinderen is een stofzuigende vader een vreemd beeld. Is ballet wel een zaak voor jongens of voetbal iets voor meisjes ? Waar is de tijd dat leerlingen op de lagere school leerden breien, haken en dergelijke bij de juffrouw voor handwerk ? Toen werd ook nog een onderscheid gemaakt tussen jongens en meisjes : de jongens knutselden (timmerden en dergelijke) bij de meester, terwijl de meisjes bij de naai-juffrouw gingen. Van jongs af aan werd al het beeld van de maatschappij onder de jeugd gebracht. Zo zou het zijn in de volwassenenwereld : de meisjes / vrouwen verrichten huishoudelijke taken en de jongens / mannen beroepsmatige (hand)bezigheden. Is dit vandaag de dag nog steeds hét beeld van onze maatschappij ? Enkele cijfers In heel Peru volgt nu 68 % van de meisjes op middelbare schoolleeftijd secundair onderwijs (bijna evenveel als jongens), in België is dat 98 % (vergelijk met Ethiopië : 13 %). 18 % van de parlementszitjes wordt in Peru ingenomen door vrouwen. In België is dat 36 % (in 1995 nog 9 %), in Rwanda en Zweden 45 %, in India 8 % en in Saoedi-Arabië 0 %. Het inkomen van een vrouw bedraagt in België gemiddeld 54 % van dat van een man en in Peru 27 % (ter vergelijking : Oman 19 % en Kenia 93 %). REISWOORDENSCHAT

norm : wat ‘gewoon’ is volgens een groep mensen. schering : lengtedraden van een weefsel. tuna : cactusvijg (Spaans in Peru).

Reisinfo - februari 2006


Wereldreis

Voor meisjes of voor jongens ? Kleur een woord oranje als je denkt dat het bij meisjes hoort en groen als je denkt dat het eerder iets voor jongens is.

Zoek nu zelf nog drie woorden die zowel bij meisjes als bij jongens horen.

Werkblad 1 - februari 2006


Wereldreis

Een klein weefgetouw Kies twee of meer kleuren wol die je zelf mooi vindt en neem een stevig deksel van b.v. een schoendoos. Zet nu aan beide korte zijden elke halve cm een potloodstreepje. Maak telkens een kleine inkerving. Neem de eerste kleur wol en wikkel de draad om het deksel. Zorg ervoor dat de draad telkens in de volgende inkerving ligt. Als het deksel bespannen is, leg je een knoop in de scheringdraad. Met je vingers of een naald weef je : steek de andere kleur wol telkens de ene keer boven en de volgende keer onder de scheringdraad. Wissel elke rij af zodat je een stevig weefsel krijgt. Met alle geweven lapjes samen vormen jullie een bonte lappendeken !

Werkblad 2 - februari 2006


Wereldreis

Werkblad 3 - februari 2006


Wereldreis

Ik was 9 jaar in ….. Dit ben ik 1. Naam : ............................................................................................... 2. Leeftijd : ................................................ 3. Dit kan ik goed :..................................................................................................................................................... 4. Dit wil ik later worden : ........................................................................................................................................ 5. Dit doe ik na school : ........................................................................................................................................... 6. Jongens / meisjes mogen dit en ik mag of kan dit niet : ............................................................................... ....................................................................................................................................................................................... 20 jaar geleden 1. Naam : .............................................................................................. 2. Leeftijd : ............................................... 3. Waar was je goed in ? ........................................................................................................................................... 4. Wat waren je hobby’s ? ......................................................................................................................................... 5. Wat wou je later worden ? ................................................................................................................................... 6. Welke job doe je nu ? ........................................................................................................................................... 7. Wat deed je na school ? ........................................................................................................................................ 8. Mocht je evenveel als de jongens / meisjes die je kende ? ............................................................................. 60 jaar geleden 1. Naam : .............................................................................................. 2. Leeftijd : ............................................... 3. Waar was je goed in ? ........................................................................................................................................... 4. Wat waren je hobby’s ? ......................................................................................................................................... 5. Wat wou je later worden ? ................................................................................................................................... 6. Welke job doe je nu ? ........................................................................................................................................... 7. Wat deed je na school ? ........................................................................................................................................ 8. Mocht je evenveel als de jongens / meisjes die je kende ? .............................................................................

Werkblad 4 - februari 2006


Wereldreis

Rebecca’s toekomst

Het is bijna twee uur in de namiddag. Nog 150 m dalen en Rebecca is beneden. De loodzware zon weegt op Rebecca’s schouders. Haar zongebruinde handen omklemmen een lege waterkruik. Maar eigenlijk vindt zij die kruik nu niet belangrijk. Hopelijk zal Santos over enkele minuten v oor haar staan. Rebecca huppelt als een jonge lama van steen naar steen. Vele treden later staat Rebecca in de haven. Zij tuurt in de verte en speurt als een condor het Titicacameer af. “Zoveel verschillende tinten blauw vind je enkel hier ”, fluistert een visser haar toe. Rebecca schrikt, want zij had de oude visser niet opgemerkt. Zij knikt vluchtig en kijkt opnieuw met haar grote bruine ogen naar de zilveren waterspiegel voor haar. Zij brengt haar hand naar haar hoofd, want de zon lacht heel hevig. De gouden god Inti wast elke dag zijn zonnestralen in het zilveren water en dobbert als een piramide op het meer. Na een lange dag fel schijnen, wordt de ronde god rood, moe en zwaar. Dan ruilt hij met de maan. En de dag met de nacht. De wind zucht. Kleine vissersbootjes met een driehoekig wit zeil glijden rimpelloos over het meer. Rebecca’s grootvader vertelde ooit dat het meer en de vissers al lang vrienden zijn. Het meer fronst alleen als toeristenboten door het water tuffen. Deze boten maken het stille water onrustig. Maar nu is Rebecca ook onrustig. Een steeds kleiner wordende stip herkent zij

als de boot van Santos. De toeristenboot van Santos’ vader meert elke dag om elf uur ’s morgens aan en vertrekt om twee uur ’s middags. Zonder motorpech duurt een overtocht van Puno naar het kleine eiland ongeveer drie uur. Rebecca’s eiland is een grote rots midden in het Titicacameer. Deze enorme plas ligt op 3 800 m boven de zeespiegel. Hierdoor krijgt dit ‘meer’ de titel van het hoogste bevaarbare meer van de wereld. “Verdorie ”, mompelt zij en schopt een keitje in het water. Haar keel knijpt dicht en voelt aan alsof zij tevergeefs een bol wol probeert door te slikken. Zij is te laat. Zij wou zo graag Santos nog eens weerzien. Santos is met zijn dertien jaar één jaartje ouder dan Rebecca. Hij woont aan de rand van het Titicacameer in Puno. Dus niet op Taquile, het eiland van Rebecca. Santos vaart niet altijd mee met zijn vader, want hij helpt vaak vissen met zijn oom en neef. Daarom kunnen zij elkaar niet zo vaak zien. Ook Rebecca heeft elke morgen een zware dagtaak voor de boeg. In de voormiddag gaat Rebecca naar school en in de namiddag helpt zij thuis of werkt zij aan een schooltaak. Maar het allerliefst wandelt zij alleen naar de enige bron op het eiland om water te putten. Dan vertelt zij verhalen, enkel en alleen voor zichzelf. Rebecca moet te voet om water, want er is maar één vervoermiddel op Isla Taquile : je eigen benen. Je vindt er geen auto’s, industrie of stromend water … maar tegenwoordig is er wel elektriciteit. Tussen Santos en Rebecca is er ook elektriciteit. Santos wil later met Rebecca trouwen. Maar Rebecca wil niet trouwen, want zij wil studeren op het vasteland in Puno. Een handvol gelukkigen op het eiland kregen de kans om verder te studeren. En onder de gelukkigen was niet één meisje. Meisjes horen moeder te worden en het huishouden te doen. Veel kinderen maken hun school niet af. Als je vijftien jaar bent, dan ben je rijp om te trouwen. Rebecca houdt van haar eiland, maar wil niet haar lang leven op Taquile slijten. De verhalen van Santos en haar grootvader over de andere kant van het water maken haar nieuwsgierig. Daar waar Santos’ boot nu naar toe vaart. “Die haal je nooit meer in, frisse schoonheid ”, schreeuwt een oude visser haar toe. Rebecca hoort de visser, maar blijft

Werkblad 5 - februari 2006


Wereldreis als een standbeeld turen naar de boot die nog maar een speldenkop groot lijkt. “Dan moet jij Rebecca zijn, want je haar is inderdaad een mooi juweel ” hoort zij hem zeggen. Langzaam draait Rebecca van het meer weg. Zonder een woord uit te brengen, bekijkt zij hem van top tot teen. Na een poosje rolt er een heel voorzichtig ‘Hallo’ over haar lippen. “Hoe weet je dat ik Rebecca heet ? ” vraagt zij schuchter. “Omdat je voorzien bent van mooie haren ”, antwoordt de oude man prompt. “Maar hoe …”, maar de man laat Rebecca haar zin niet afmaken. “Omdat ik Santos ken … en omdat hij jou heel nauwkeurig beschreef. ” Een brede glimlach tovert putjes in Rebecca’s wijnrode wangen. “… en dit liet hij hier voor jou achter.” Met de top van zijn voet tikt hij tegen een stoffen pak op de grond. Rebecca ziet een doek waarvan de hoeken eindigen in een reusachtige knoop. Het doek werd geweven in Puno. Rebecca herkent de kleuren en de figuren op het doek. Zij zijn typisch voor Puno. Deze kleuren en figuren verschillen van dorp tot dorp. Rebecca vindt dit vooral handig omdat je dan weet waar iemand woont. Ook Taquile heeft een eigen klederdracht. De kleren vertellen dus wie jij bent. Een belangrijk man draagt op Taquile een witte muts met felle kleuren. Als je een rood-witte muts met een pompon op hebt, dan ben je vrijgezel. De vrouwen en kleine meisjes dragen grote zwarte doeken. Ook hier verschillen de kleuren van de rokken. Want elke kleur heeft een betekenis. Rebecca draagt een blauwe jurk. Blauw, omdat zij nog niet getrouwd is. “Maak het dan open ! Ik beef van ongeduld ”, kwettert de visser in Rebecca’s linkeroor. Rebecca’s kleine vingertjes ontwarren haastig de grote knoop. Plots liggen voor haar enkele sappige tuna’s en een kleiner zakje van fijn geweven stof. Op Taquile groeit geen fruit. Deze zoete verrassing zal haar vast en zeker smaken. Maar vooral het kleine zakje trekt haar aandacht. “Waar zou hij me nog gelukkig mee maken ? ” denkt Rebecca. Haar handen zweten en zij haalt diep adem. Voorzichtig

wrikt zij het touwtje los. Doorheen de stof voelt zij iets zachts. Met de snelheid van een slak opent zij het zakje, gevolgd door een vlugge blik in de zak. “Oh nee,…” gilt Rebecca, “Santos toch… Hoeveel keer heb ik je al gezegd dat ik niet wil tr…” Rebecca slikt haar laatste woorden in. Vliegensvlug graait zij haar spullen tezamen. Zonder ook maar iets te zeggen tegen de visser rent zij de trappen op. “Zeg, bedankt hé. Doe maar alsof ik lucht ben. Wacht maar totdat ik je vader zie, jij klein ondankbaar ding.” Rebecca rent de ziel uit haar lijf. Bijna boven stopt Rebecca met lopen. Zij leunt tegen een rots. Zij is zo moe dat zij het ene been niet meer voor het andere kan plaatsten. In de ene hand houdt zij de zak met het fruit vast, in de andere het kleine zakje. Nogmaals piept zij in het zakje. Maar deze keer blijft zij staren naar de gitzwarte vlecht. Zonder twijfel behoorde deze vlecht toe aan Santos. Op het eiland Taquile knipt één van de geliefden als teken van liefde een stuk van zijn haar af. Diegene die de vlecht krijgt, weeft deze door zijn eigen haar. Zo zijn zij met elkaar verbonden. Rebecca knoopt het zakje dicht en zet haar beklimming verder. “Trouwen, trouwen … Santos, hoe haal je het toch in je hoofd ? ” prevelt Rebecca. Zij is wel tevreden met zijn geschenk, maar … “Zelfs met de mooiste geschenkjes kan hij mij niet overhalen ”, denkt Rebecca, “en hij is niet van hier. Hij is niet van Taquile. Mijn familie zou zoiets nooit toestaan.” Eenmaal boven stelt Rebecca vast dat zij door haar plotse vertrek haar waterkruik beneden vergat. Daar beneden loopt zij vast en zeker een kwaaie visser tegen het lijf. Zij besluit om via de Plaza de Armas - dit is het dorpsplein - naar de bron te stappen. Zowel haar broer als grootvader zitten daar vast en zeker op een bankje. Rebecca stapt verder. Zij loopt onder de zonnepoort, dit was vroeger een incaheiligdom. Een poosje later staat zij op de Plaza de Armas. Op de Plaza zie je geen kinderen, maar vooral jongens en mannen. Zij lopen, staan en zitten de hele dag te breien. Zelfs achter een kudde schapen lopen zij te breien. Ook de ‘burgemeester’ breit af en toe een muts. Vandaag is er veel volk op het plein. “Hier vind ik mijn grootvader nooit ”, denkt Rebecca terwijl zij zich een weg baant doorheen een luidruchtige en giechelende menigte. Elk jaar opnieuw vieren de mensen op Taquile uitbundig feest. En dat op het einde van juli, een hele week lang. Dus ook vandaag. Naast haar staat

Werkblad 6 - februari 2006


Wereldreis een vrouw. Terwijl zij kijkt naar het spektakel spint zij rustig verder. Door een spintol rond te draaien, spint zij wolvezels tot een fijne draad. En met deze draad kunnen de breiende mannen aan de slag. Rebecca kijkt met grote ogen naar de dansende paren. Eén van de vrouwen heeft een kruik vast in de vorm van een zilverkleurige vogel. Onder het dansen nipt zij met zuinige slokjes van de kruik. “Oei, de kruik … ! ” Rebecca verlaat vlug de menigte. Als vader haar hier ziet … en dat terwijl er thuis nog geen water is, dan zal er wat zwaaien. Met kleine zenuwachtige pasjes verlaat zij het feestgedruis. Op zoek naar een kruik.

Het geluid van de muziek en de lachende mensen dooft langzaam uit. Maar de stilte is van korte duur, want plots staat grootvader voor haar. Hij is een vriendelijke man, maar heeft erg strenge ogen. De muts die hij breit, is bijna af. “Waar ga jij zo snel naar toe, kleine meid ? ” vraagt de diepe, schorre stem van haar grootvader. “Ik ben op zoek naar euh…”, Rebecca is zo geschrokken door de ontmoeting met haar grootvader dat zij wat stottert. Maar algauw vindt zij haar woorden. “Ik ga om een kruik ”, zegt zij kordaat. “Ah, maar welke spullen heb je daar vast, Rebecca ? ” “Euh, wel grootvader, euh…” Tim Vandromme

Typisch iets voor meisjes of voor jongens ? Bedenk en noteer nog enkele typische jongensactiviteiten en enkele typische meisjesactiviteiten (wellicht zijn er die je bij de beide groepen kunt noteren). Jongens : voetballen skaten ........................ ........................

Meisjes : touwtjespringen borduren ........................ ........................

Typische mannen- en vrouwenactiviteiten, bestaan die nog ? Zo ja, som er eens enkele op. M : ................................................................................... V : .................................................................................... Wat denk je van breien voor mannen, zaaien en planten voor vrouwen enz. ? Is dit normaal ? Is dit raar ? Waar wel en waar niet ? Wie bepaalt dit eigenlijk ? ............................................................................................................................................. ............................................................................................................................................. ............................................................................................................................................. Zoek in het verhaal bepaalde activiteiten of normen op, die jij ongewoon vindt, en zeg ook waarom. ....................................................................................................................................................................................... ....................................................................................................................................................................................... ....................................................................................................................................................................................... Wat denk je over volgende beroepen, zijn die typisch mannelijk, vrouwelijk of beide ? Waarom is dat zo ?  verpleger/verpleegster, leraar/lerares, bediende, verkoper/verkoopster, … En jij, ben jij een echte jongen of een echt meisje ? ........................................................................................... ....................................................................................................................................................................................... Of doe jij ook liever ‘ongewone’ dingen ? Zo ja, welke ? ..................................................................................

Werkblad 7 - februari 2006


Wereldreis

’k Zag twee mannen … mutsen breien ! ? Zo’n dertig jaar geleden leerden alle kinderen breien op de lagere school. Of waren het toch alleen maar de meisjes ? Het lijkt erop dat steeds minder (groot)moeders het nog doen. Reden genoeg dus om de handen uit de mouwen te steken en er zelf mee te beginnen. Dus… Wat heb ik nodig ? Garen, een stel breinaalden en ook nog een schaar. Hoe begin ik ? Opzetten : ik maak een opzetlus op één naald (1-6). Dan neem ik de tweede naald erbij (7-8) en begint het echte opzetten (9-18).

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

11

12

13

14

15

16

17

18

Wat brei ik ? Ik kan gewoon ‘recht breien’ en heb daarnaast nog een hele resem mogelijkheden, zoals de averechtse steek, meerderen en minderen, kabels maken, afkanten enz.

Succes ! En mocht het niet lukken, vraag dan eens aan oma hoe zij het deed en je komt beslist weer vooruit.

Werkblad 8 - februari 2006


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.