Wereldreis Februari 2011

Page 1

Maandelijkse lesbrief voor de basisschool bij de Wereldkalender van 11.11.11 ISSN : 1375-2219 - 24ste jaargang, nummer 2

Ook bij ons kiezen meer en meer mensen om te wonen op of aan het water.

FEBRUARI 2011

MaleisiĂŤ Thema : WOONPLAATS


CAMPAGNE BROEDERLIJK DELEN 2011 Broederlijk Delen laat groepen mensen in het Zuiden hun eigen plannen uitvoeren in de strijd tegen armoede en onrecht. Deze aanpak maakt Broederlijk Delen - op termijn - overbodig. Overbodig!? Toch wel. Naar aanleiding van de vijftigste verjaardag van de organisatie staat deze campagne stil bij de vraag hoe er het best aan ontwikkelingssamenwerking gedaan wordt. Ervaring leert dat armoede en onrecht het best bestreden worden als de eigen plannen van lokale groepen ondersteund worden. Eens ze goed bezig zijn, wordt Broederlijk Delen daar overbodig. Dan kunnen ze weer andere groepen ondersteunen en zichzelf opnieuw overbodig maken... Dit jaar wordt dit concreet gemaakt aan de hand van de werking in Burundi. Centraal staat het gezin van Anthère en Sylvie. Via twee lokale projecten die Broederlijk Delen steunt, kon het gezin zijn inkomen uit de koffieteelt verhogen en zijn landbouwactiviteiten verbeteren. En als actief lid van de Hagurukagroepen - boeren die vooruit willen - deelt Anthère zijn kennis met zijn collega’s boeren en boerinnen. Studio Globo werkte mee aan heel wat materialen die de campagne naar het onderwijs vertalen. We stellen je hier kort het materiaal voor de basisschool voor.

Haguruka!

alleen de mooiste geschenken, maar ook de ervaringen die ze blijft meedragen. Prijzen: - Handleiding: 5 euro - Werkmateriaal: 1 euro; vanaf 10 ex. 0,90 euro; vanaf 100 ex. 0,75 euro - CD: 8 euro

Fotoset ‘Gisèle en Honnête in Burundi’

De zusjes Gisèle (8) en Honnête (9) gidsen ons doorheen één dag uit hun leven. Haguruka! We volgen hen in hun ochtendritueeltjes, hun weg naar school en hun thuisactiviteiten tot ze ’s nachts in hun bedje kruipen. We zien dat de zusjes al heel wat zelf kunnen doen. Samen spelen de zusjes de hoofdrol in de fotoset: 10 prachtige foto’s van Thomas De Boever, op A3-formaat. De bijbehorende brochure bevat het verhaal van de twee zusjes en heel wat concrete verwerkingsactiviteiten. De fotoset kan ook gebruikt worden voor de inkleding van lokalen en om andere werkvormen in de klas te verrijken. Prijs: 6 euro, handleiding inbegrepen

Jongerenfilm: Dorlatte en de jongeren van Burundi

Haguruka! Sta op en doe mee! is een Burundese zegswijze die de rode raad vormt doorheen het solidariteitsproject voor de lagere school. In haar zoektocht naar haar geitje Fidèle, raakt Honnête de weg kwijt, maar de talrijke ontmoetingen zetten haar telkens opnieuw op weg en geven haar de moed om verder te gaan. In haar mand verzamelt ze niet

Dorlatte (20) speelt de hoofdrol in deze jongerenfilm. Zij koestert één grote droom: onderwijzeres worden! Ondanks vele obstakels, zoals stakingen en het gemis van haar dochtertje, blijft zij moedig vasthouden aan deze droom. Dorlatte is kind aan huis bij de familie van Anthère en Sylvie en dus leren we ook hen beter kennen. Anthère vertelt ons meer over het werk op de koffieplantages. De dochters Francine (14), Gisèle (8) en Hon-

nête (9) nemen ons mee op weg naar hun school, naar de waterbron en laten ons zien hoe zij spelen, eten en naar bed gaan om te dromen van een mooie toekomst. Het is een film met een hoog ‘het leven zoals het is’- gehalte die kinderen en jongeren van hier een niet alledaagse blik gunt op het leven van andere jongeren in Burundi. Bovendien is het verhaal een mooie, positieve getuigenis over hoe je met de nodige moed en doorzettingsvermogen je dromen kan realiseren. Deze film wordt gebruikt bij de handleiding ‘Haguruka’ en is een absolute must voor elke leerkracht die maar één of twee lesuren aan Broederlijk Delen kan besteden. De DVD bevat ook de campagnefilm en een film over 50 jaar Broederlijk Delen. Prijs: 10 euro

VOORBIJ DE KLEUREN Model van Hofstede

Wanneer Maleisië wordt voorgesteld in een toeristische brochure zie je zeker parelwitte stranden met wuivende palmbomen, apen die uit je hand komen eten, dichte jungles en prachtige tempels. Maar de Maleisische cultuur is meer dan dat. We verklaren dat via het zogenaamde ui-model. Dit model werd door Geert Hofstede bedacht om een cultuur voor te stellen.

Deze materialen zijn te bestellen via mijn.broederlijkdelen.be

Aanvullend materiaal Studio Globo Studio Globo heeft geen materiaal dat specifiek de situatie in Burundi belicht. Heel wat elementen uit het dagelijkse leven die in de Congo-materialen aan bod komen, zijn echter goed toe te passen en zeker bruikbaar als aanvullend materiaal. Kleuterkoffer, Kwansi en ik Aan de hand van een boeiend verhaal maken de kinderen kennis met Kwansi en haar leefwereld (een dorp in Congo aan de rand van het regenwoud). De grote vertelfoto’s en het verhaal geven aanleiding tot een gesprek over gewoonten, gevoelens, verschillen en gelijkenissen tussen de kinderen. De authentieke voorwerpen en de activiteiten geven volgende thema’s een mondiale inkleuring: Op stap - Mijn familie - Smakelijk. Doelgroep: 3-7 jaar. Reserveren via Studio Globo. Huurprijs: 22 euro per twee weken Congokoffer De koffer bevat muziekinstrumenten, speelgoed, sieraden en meer dan 50 voorwerpen die gebruikt worden rond het huis en in het woud. Hoewel de koffer vertrekt van het leven in een Congolees dorp, zijn de verhalen en voorwerpen representatief voor het dagelijkse leven in Centraal-Afrika en dus goed bruikbaar in de campagne. Doelgroep: lagere school Reserveren bij Studio Globo Antwerpen, Genk of Roeselare.

Model van Hofstede Een cultuur bestaat uit verschillende lagen die je kunt vergelijken met een ui. Je moet ze laag per laag afpellen om tot de kern te komen. In een set van 4 lagen is iedere laag het resultaat of gevolg van de onderliggende laag. In de diepste laag ligt het meest verborgen deel van een cultuur, namelijk de waarden en normen. We gebruiken de Maleisische cultuur hier als voorbeeld om dit ui-model te verduidelijken. Stel: je hebt beslist op vakantie te gaan naar Maleisië en eindelijk ben je er aangekomen. Het eerste waar je mee in aanraking komt, zijn de symbolen van de cultuur: dat kan de Maleisische vlag zijn, de shoppingmalls in Kuala Lumpur, de prachtige natuur, het tropische klimaat, de smakelijke vruchten, het chaotische verkeer, de klederdracht of de manier van groeten. Kortom: de zichtbare buitenkant. Hierna volgt de tweede laag, de laag van de helden en het gemeenschappelijk verleden. Dit gaat om personen of zaken in het verleden naar wie of wat wordt opgekeken binnen de cultuur: de tempels die wijzen naar de hindoeïstische – boeddhistische periode of Abdul Rahman, de eerste premier van de staat Maleisië of Shukor, de eerste astronaut die naar de ruimte vloog. De derde laag is die van de rituelen. Dit zijn allerlei vaststaande codes die het handelen bepalen. Een voorbeeld hiervan is dat Maleisiërs nooit met schoenen aan een huis, een tempel of zelf een museum betreden. Eten doen ze met de vingers van hun rechterhand want de linkerhand wordt als onrein beschouwd. Bij

een begroeting raken ze elkaars handpalm eventjes aan en ze brengen hun hand naar het hart. Tenslotte komen we bij de laag van waarden en normen. Deze bepalen hoe de mensen van een cultuur zich gedragen en wat ze belangrijk vinden om vreedzaam te kunnen samenleven. Zo worden in Maleisië personen die ouder zijn of een hogere maatschappelijke positie hebben enorm gerespecteerd en dit komt tot uiting in de omgang met hen. Verder is het ongepast om anderen voor schut te zetten. Om deze reden wordt een duidelijke “Nee!” nooit uitgesproken. In realiteit lopen de verschillende lagen nogal eens door elkaar. Het is niet altijd duidelijk waar een bepaalde laag stopt en waar de volgende begint. Hoe het ui-model van Hofstede gebruiken in de klas? - Leg de symboliek van de ui uit aan de leerlingen. Neem een ui en schil die. Pel de ui laag per laag en vertel de leerlingen dat je steeds dichter tot de kern van de ui komt. Diep verborgen zit een groot geheim: de kiem. Deze kiem zorgt ervoor dat de ui opnieuw kan groeien als hij in het voorjaar in de grond geplant wordt. Dat is het belangrijkste deel van de ui. - Werk eerst rond de Belgische cultuur in het ui-model. Die kennen de meeste kinderen immers het best. Ga op voorhand op zoek naar foto’s van kenmerken van de Belgische cultuur en hang ze op het bord. Omschrijf de verschillende lagen eerst en visualiseer ze dan door ze op het bord te tekenen als 4 steeds kleiner wordende kringen in elkaar. Stel na het uitleggen van iedere laag de vraag aan de leerlingen welke foto bij elke laag past. Schrijf het kenmerk bij de laag (zichtbare symbolen, de helden en het verleden, de rituelen, de waarden en normen) op het bord en laat nog wat andere voorbeelden bij elke laag zoeken. - Ongetwijfeld zit er in je klas wel een kind met ‘roots’ in nog een andere cultuur dan de Belgische. Geef de kinderen de kans om een andere cultuur in het ui-model voor te stellen. - Stel je bent op vakantie in een ver land en je krijgt de vraag waar je woont. De mensen waar je mee in contact bent gekomen, kennen België helemaal niet. Hoe zou je hen de Belgische cultuur voorstellen? De leerlingen maken in groepjes een collage. Op deze collage vullen ze het model van Hofstede aan met woorden,

uitgeknipte foto’s, tekeningen en symbolen. Je kunt de leerlingen als beperking opleggen dat ze bijvoorbeeld niet meer dan 4 voorbeelden per laag mogen tekenen, plakken of noteren. Achteraf stellen ze hun collage voor aan de rest van de klas. Stel hen daarbij de volgende vragen: Wat zou je zeker vertellen en wat niet? Welke laag vind je het belangrijkste en waarom? Voorbeelden van de verschillende lagen van de Belgische cultuur.

Laag 1: frietjes

Laag 2: standbeeld van Ambiorix

Laag 3: met de hond gaan wandelen

Laag 4: privacy: ieder in zijn eigen huis


VOORWOORD

INHOUD

Beste lezer, het helderblauwe water op de kalenderfoto van deze maand doet ons wegdromen. Het lijkt wel een coverfoto voor de zomercatalogus verre bestemmingen van een touroperator. We staan stil bij de woonplaats van mensen die bijna letterlijk op het water wonen. Hoe exotisch het beeld ook lijkt, het gaat hier wel degelijk om de dagelijkse leefomgeving van mensen in Maleisië. Daar spelen we met deze lesbrief opnieuw op in: we vertellen gewone verhalen van gewone mensen, hoewel die voor ons vreemd kunnen lijken. Zoals steeds proberen we met Wereldreis op zoek te gaan naar herkenbare elementen in het dagelijkse leven van mensen ver weg. De verschillen zijn op het eerste gezicht misschien erg groot. Toch merken we dat we met een beetje moeite herkenningspunten vinden. Het belang van een veilige woonplaats bijvoorbeeld. Zoeken naar gelijkenissen vormt een goede ingangspoort om een andere of vreemde cultuur te ontdekken. Laag per laag, zoals het ui-model op p. 19 beschrijft We nodigen je graag uit om met je leerlingen deze lijn verder door te trekken in alle activiteiten waar minder gekende gewoontes van mensen aan bod komen. Werk je mee aan een campagne? Een rubriek of thema in wereldoriëntatie? Zoeken naar gemeenschappelijkheid, het is misschien niet de eenvoudigste weg, maar wel een rode draad om echt mondiaal en intercultureel te leren.

Campagne Broederlijk Delen 2011 ....... 2 Voorwoord ...................................3 Wereldreisinfo Landeninfo Maleisië (Sabah) ........4 Heb je al gehoord van ... Mat Salleh ? .............................4 Foto-info .................................5 Thema-info : Woonplaats ............5 Reiswoordenschat .....................5 Wereldreistips en werkbladen Eerste graad ..........................6-8 Bangsa en ik ............................7 Zeenomaden in Maleisië .............8 Tweede graad ....................... 9-11 Brief van Lien ......................... 10 Maak je eigen paalwoning ......... 11 Derde graad ........................12-17 Webtips ................................. 13 Voer voor boekenwurmen .......... 13 Een slimme papegaai ............ 14-15 Kennismaking met Maleisië ...... 16 Vragen bij het verhaal ............ 17 Tekening van de kalenderfoto .... 18 Voorbij de kleuren : Model van Hofstede ...................... 19 Spiegelfoto ................................. 20

J.D.

COLOFON

© 2010

Wereldreis is een uitgave van Studio Globo (Huidevettersstraat 165, 1000 Brussel, F 02 502 81 01) Weblink www.studioglobo.be/wereldreis

Le monde en classe (vertaling van Wereldreis) is een uitgave van CNCD-11.11.11 (Handelskaai 9, 1000 Brussel, F 02 250 12 63) www.cncd.be/lemondeenclasse

Abonnement : 10 nummers + affichekranten bij de 11.11.11-campagne voor € 16 Zie weblink voor andere formules. Abonnementen lopen per schooljaar of per kalenderjaar en worden automatisch verlengd. Vraag wijzigingen schriftelijk, via fax of via mail tot één maand voor het aflopen van het abonnement. Losse nummers zijn verkrijgbaar voor € 1,60 + verzendingskost. Bankrekening : BE56 0682 3525 0588 Administratie : Jan Wynants (T 02 520 05 30, E wereldreis@studioglobo.be) Redactie en medewerkers : Helga Vande Voorde (T 02 526 10 92, E helga.vandevoorde@studioglobo.be), Jan Debonnet, Christine Caals (verhaal), Simonne Van Dievel, Leen Seurynck, Sara Boels, Joris Cools, Sofie Maurissen, Johan Symons Tekeningen : Jos Verhulst Foto's : Bazuki Muhammad/Reuters (kalenderfoto); Jana Vanroose (spiegelfoto); Thomas De Boever (p. 2); p. 19: Lisa Bach/bookeditor, Peter Van den Bossche/Lhoon, Photocapy, johnvanleeuwen (www.flickr.com) Vormgeving : Marc Vermeiren Druk : De Wrikker cvba, Berchem Verantwoordelijke uitgever : Piet Spanhove, Otletstraat 28/11, 1070 Brussel Overname voor niet-commercieel gebruik in het onderwijs en zonder afgeleide werken is toegelaten mits naamvermelding. Deze uitgave kwam tot stand i.s.m. de Koepel van de Vlaamse Noord-Zuidbeweging - 11.11.11 v.z.w. en met de steun van de Belgische ontwikkelingssamenwerking

Wereldreis - 2011/2 - 3


Maleisië (Sabah) LANDENINFO Ligging, landschap en klimaat Voor Maleisië in zijn geheel : zie Wereldreis februari 2005. Sabah (76 115 km²) ligt in het oosten van Maleisië als noordoostelijk deel van het eiland Borneo, dat het derde grootste eiland ter wereld vormt en verdeeld is onder Indonesië, Maleisië en Brunei. Deze op één na grootste Maleisische deelstaat heeft als hoofdstad Kota Kinabalu (600 000 inwoners). Sabah heeft een eigen grondwet, een democratisch verkozen parlement, een ‘Chief Minister’, een regering en een gouverneur. Een tropisch klimaat (22 °C - 32 °C, 70 % vochtigheid) met regenwoud, stranden en de hoogste berg van Zuidoost-Azië (Kinabalu : 4 095 m), zorgt ervoor dat Borneo meer planten- en diersoorten telt dan Afrika. De grootste bloem ter wereld groeit er : de Rafflesia (tot 1 meter diameter en 10 kg zwaar) is de officiële staatsbloem van Sabah. Belangrijke attracties zijn : de nationale parken (o.a. het door Unesco erkende werelderfgoedpark Kinabalu National Park), jungletrekking, diepzeeduiken en het Sepilok Orang Utan-rehabilitatiecentrum (het grootste ter wereld). Geschiedenis Sabah vormde een deel van het koninkrijk Brunei tot in de zestiende en zeventiende eeuw Portugezen, Spanjaarden, Nederlanders en Engelsen binnenvielen. De British North Borneo Chartered Company (BNBCC) regeerde Sabah van 1882 tot 1942. Hiertegen rees verzet, o.a. in 1915 door Antanum, de leider van de

Muruts, waarvan een op vijf leden door de Britten werd afgeslacht. De Japanners bezetten Sabah in 1942 en organiseerden de Sandakandodenmarsen waarbij 3 600 Indonesische slavenarbeiders en 2 400 geallieerde krijgsgevangenen omkwamen. De geallieerden bombardeerden de hoofdstad Sandakan zo zwaar dat een andere stad, Jesselton (naam sinds 1968 : Kota Kinabalu) de nieuwe hoofdstad van de Britse kolonie werd. De onafhankelijkheid van de Maleisische Federatie - inclusief Sabah, Brunei en Singapore - werd uitgeroepen door Eerste Minister Tunku Abdul Rahman in 1961. In 1963 en 1965 verlieten Brunei en Singapore de federatie, terwijl Sabah een van de dertien deelstaten bleef. Bevolking De etnische diversiteit van de 3,2 miljoen inwoners van Sabah is enorm : 32 volkeren (met eigen taal) waarvan de grootste inheemse groepen de Bajau, de Kadazandusun en de Paitan vormen. HDI : Maleisië staat 66ste in de wereld met 0,829, maar voor Sabah bedraagt de index 0,735. Economie Sabah is rijk aan natuurlijke hulpbronnen o.a. regenwoud, mineralen (inclusief goud en koper) en visserij. Landbouwgrond (30 %) en bossen (60 %) vormen de grootste inkomensbronnen. De export (70 % van de totale productie) bestaat uit palmolie, cacao, rubber, petroleum en hout. Sabahs armoede (30 %) is het hoogst van heel Maleisië (6 %) en de oliepalmplantages vernietigen elke dag meer biodiversiteit. Munt : de ringgit (verdeeld in 100 sen), MYR 1 = 0,2344 euro.

Wereldreis - 2011/2 - Wereldreisinfo - 4

HEB JE AL GEHOORD VAN … MAT SALLEH ? Tussen 1894 en 1900 rees verzet tegen de bezetter, de BNBCC, die de natuurlijke hulpbronnen van Sabah plunderde en het inheemse volk uitbuitte. De leider was een aangetrouwd familielid van de sultan van Sulu : Mat Salleh (Datu Muhammad Salleh). Zijn afkomst is onzeker : uit de Filippijnen of uit Inanam (nabij Kota Kinabalu). De Britten namen bezit van de gronden en legden zware belastingen op, o.a. op rijst- en cassavebier. Sallehs dorp werd platgebrand, maar hij slaagde erin om gewapende verzetsbendes uit verschillende etnische groepen te vormen tegen de koloniale bezetter. Zij slaagden erin om de Britse handelspost op Gaya Eiland in 1898 te vernietigen. De Britten sloten een vredesverdrag en gaven Mat Salleh de controle over Tambunan waar hij een fort bouwde. Toch besloot de Company in 1899 om Tambunan opnieuw te bezetten en Mat Salleh werd gedood tijdens de belegering. De Britten hebben dit fort met de grond gelijk gemaakt. Matt Salleh blijft een mystieke figuur en sommigen beweren dat hij niet gedood werd, maar kon vluchten. Hem komt de eer toe de titel te krijgen van Sabahs eerste vrijheidsstrijder.


FOTO-INFO De Bajau Laut of zeenomaden zijn een groep mensen die honderden jaren lang in boten op zee leefden en rondtrokken in de wateren rond Maleisië en Indonesië. De laatste jaren vestigen meer en meer families zich in paalwoningen vlak voor de kust of op het strand. Er wonen ongeveer dertig families in het paaldorp. De kinderen spelen enkel als het laagtij is en wanneer het water opkomt, zwemmen zij naar huis. Sommige families leven in een vastgeankerde lepa (woonboot) binnen het dorp. In een luma (paalwoning) leven vijf tot acht mensen samen en er wordt gekookt op het terras. De nomaden geloven dat zij koninklijk bloed hebben en misschien daarom dragen zij kleurrijke kleding die dikwijls met de hand wordt gemaakt. THEMA-INFO : WOONPLAATS Zeenomaden hebben geen eigen woonplaats, zij zwerven rond in hun lepa of bouwen een tijdelijke luma. De ZeeBajau (pejoratief ), Orang Laut (volk van de zee) of Sama Dilaut (Sama is hun taal, Dilaut de zee) wonen levenslang op hun lepa d.i. hun huis en transportmiddel. De meesten gaan niet naar school en geld heeft geen waarde, want de zee biedt hen eten en ruilgoed voor kleren, hout of rijst. De zee is hun tuin : als waterratten kunnen zij hun adem drie tot vijf minuten inhouden voor het duiken naar parels en zeekomkommers en om visnetten vast te maken op meer dan twintig meter diepte. Hun oorsprong is onduidelijk : sommigen zijn gevlucht uit de Filippijnen

(burgeroorlog in de jaren 1970), sommigen werden vervolgd (zij beweren nooit wapens te hebben gebruikt), hun woonplaats werd een natuurreservaat (o.a. voor toeristen) of hun traditionele (zee)woonplaatsen werden leeggevist door commerciële vissersschepen. Sommigen zijn sedentair geworden, maar de helft is pelarian (“vluchteling” d.i. niet-Maleisisch) geworden, wat leidde tot hun marginalisering : op het land bedelen zij en zoals zwervers over de hele wereld vindt men hen vuil en worden zij beschuldigd van diefstal. Zij zijn zo arm dat steeds meer achtergebleven vrouwen een vruchtafdrijving verkiezen boven hun kind te zien sterven van honger of ziekte. Aangezien zij geen woonplaats en nationaliteit hebben, lopen zij overal gevaar om verjaagd te worden als illegalen. Normaal duurt het een paar maanden vooraleer zij van woonplaats veranderen. Wanneer de kinderen trouwen en de ouderlijke lepa verlaten, verhuizen zij naar een andere die zij gemaakt of gekocht hebben. Die nieuwe lepa blijft als ‘buur’ vastgemeerd aan de ouderlijke lepa. Een lepa kan de ergste stormen weerstaan, is slank, licht, 7 tot 10 m lang, anderhalve meter breed en wordt gemaakt zonder een enkele spijker en met overal animistisch houtsnijwerk. Voor feesten liggen een tiental lepalepas naast elkaar. Sinds 1994 wordt in Semporna de Regatta Lepa gevierd : dit is een gelegenheid om trots de lepa-lepas te tonen en de mooiste krijgt een prijs voor de sambulayang (zeilen) en tapis (driehoekige vlagjes). Wereldreis - 2011/2 - Wereldreisinfo - 5

De Sama Dilaut hebben een sterk magsama-sama (“allen van hetzelfde vlees en één in geest”-groepsgevoel) : zij werken altijd samen om een huis(boot) te bouwen, zij vissen samen en zij verdedigen elkaar tegen buitenstaanders. Zij geloven in Omboh Dilaut (zeegod), de god en schepper van dieren, planten en mensen als gelijken, en de hantu (geesten), bijvoorbeeld Saitan (duivel), waarmee een sjamaan communiceert tijdens een trance. Een pamatulikan (“geestenboot”) wordt de open zee ingestuurd om de gemeenschap te verlossen van een geest of deze wordt uitgenodigd zijn intrek te nemen in een houten mensenbeeldje dat naar een geesteneiland wordt gebracht.

REISWOORDENSCHAT nomade : iemand zonder vaste woonplaats, oorspronkelijk iemand die met een kudde vee rondtrekt tussen weidegronden, ook jager-verzamelaar of iemand die om een andere reden een zwervend bestaan lijdt. orang-oetan : mensaap van Borneo en Sumatra (< Maleis : mens van het woud). regatta : bootrace, roei- of zeilwedstrijd. sultan : heerser van een moslimrijk, prins (< Aramees šulţānā : heerser). woonplaats = domicilie : plaats van verblijf, onderkomen, officieel adres. zigeuners = Roma : Europees volk dat 800 jaar geleden uit India kwam, nu zo goed als volledig sedentair is, bv. Sinti, gitanos. zwerver : doler, landloper, iemand zonder vast verblijf.


Eerste graad BIJ DE FOTO

Bij het omdraaien van het kalenderblad vertellen de kinderen wat zij zien : - spelende kinderen - huizen op palen - ondiep, helder water - bootjes - blauwe lucht met wolkjes. Wat denken zij daarbij ? Lijkt het hen leuk ? Laat de leerlingen hun eigen huis tekenen. Overloop welke kamers zij in hun huis allemaal hebben. Wat bij elke leerling past, komt op een lijst op het bord. “Met wie wonen zij thuis ? Zijn er gezinnen die uitgebreider zijn dan het kerngezin van ouder(s) met kinderen ? Hebben zij een tuin rond het huis ? Hoe ziet die er uit ? Hoeveel ruimte mogen zij als kind gebruiken om te spelen ? Hebben zij weet van mensen die zwerven, die geen vaste verblijfplaats hebben ? Welke bezigheden hebben hun ouders ? Moeten zij zich verplaatsen naar hun werk ?” Dan wordt het kalenderblad er weer bijgehaald. Wat zien zij nu, na de brainstorm over hun eigen woonomgeving. Zien zij de verschillen ? Zien zij overeenkomsten ? ZEENOMADEN Vervolgens kun je vertellen over het leven van de zeenomaden, de Bajau Laut. - Zij wonen in Azië, rond de eilanden van Zuidoost-Azië. - Vroeger woonden zij op woonboten, nu meestal in paalwoningen bij de kust. Die woningen heten ‘luma’. - In een luma wonen vijf tot acht mensen samen, er wordt gekookt op het terras. - De mannen gaan vissen of oogsten zeekomkommers. Daarvoor moeten zij soms tot 30 m diep duiken.

- Hun boten heten ‘lepa’. - Vrouwen oogsten zeewier en laten dat drogen. - Kinderen moeten helpen : zij vissen met lange harpoenen en vangen ook zeekomkommers. - Als er op die plaats in zee niet genoeg meer voorhanden is om van te leven, verhuizen zij. - De kinderen gaan vaak niet naar school omdat zij niet ingeschreven zijn. - De Bajau Laut komen enkel aan land om hun vangst te verkopen en om inkopen te doen. - De meisjes en de vrouwen smeren zich in met een mengsel van rijstmeel en kurkuma om hun huid te beschermen tegen de zon, zoals zonnebrandolie dus. - Op de foto zie je de kinderen die bij laagtij spelen. Wanneer het water weer opkomt, zwemmen zij naar hun woning. - Meestal wonen 30 tot 100 families samen in een nederzetting. - Drinkbaar water moeten zij gaan kopen op de markt op het vasteland, sommigen vangen regenwater op. VERWERKING In de winkel vind je vast kurkuma en rijstmeel om samen met hen een mengsel te maken. Wil iemand van de leerlingen zich laten insmeren ? Zeekomkommers zijn diertjes met de vorm van een komkommer. Zij zijn verwant met andere stekelhuidigen : zee-egels, zeesterren, zeelelies. Zij leven op de zeebodem, ook aan onze kust. In Portugal worden zij wel in de keuken gebruikt, net zoals in Azië. Bij de Bajau Laut heten zij ‘trepang’. Zij kunnen rauw of gebakken worden gegeten. Namen geven De zeenomaden geven hun kinderen namen die heel dicht bij de natuur staan. Bv. "drie zwarte wolken aan de hemel" of "een vogel die op een omgevallen palm zit". Kunnen de leerlingen een naam bedenken die bij hen past en die te maken heeft met hun woonomgeving ? De leerkracht vergelijkt de gegeven namen met familienamen uit de de klaslijst als ‘Van Damme, Van den Berghe, Opdebeeck’. De kinderen lossen werkblad A op. Oplossing : boot, zeekomkommer, zeenomade, paalwoning. Tot slot uiten de leerlingen hun creativiteit met werkblad B.

Wereldreis - 2011/2 - Wereldreistips - 6


Bangsa en ik Verbind met een lijn wat bij elkaar past ik woon in een paalwoning P ik help wel eens op zee P in de keuken ik kan niet naar school P P ik ga elke dag ik speel in zee P naar school ik duik naar zeekomkommers P P mijn vader …………………. ik smeer mijn huid in met P mijn moeder …….………… rijstmeel en kurkuma P P ik speel in de tuin mijn vader is visser P P ik gebruik zonnebrandolie mijn moeder droogt zeewier P P ik woon in een stenen huis

Wat vind jij ervan ? Zet een kruisje in de juiste kolom Dat lijkt Dat zou ik me leuk liever niet willen Ik woon in een huis in de zee. Ik heb geen elektriciteit in mijn huis. Ik ben niet ingeschreven in een woonplaats, dus kan ik niet naar school. Als er niet voldoende vangst meer is, verhuis ik met mijn familie. Wij ruilen wat wij nodig hebben voor onze vangst. Mijn familie heeft niet altijd genoeg te eten. Wij bakken en eten zeekomkommer. Ik kan geen televisie kijken. Als ik tijd heb om te spelen, duik ik de zee in. Ik kan geen vers drinkbaar water gebruiken. Ik help mee duiken naar zeekomkommers. Wereldreis - 2011/2 - Werkblad A - 7


Zeenomaden in Maleisië Woorden maken Hier zijn enkele Maleise woorden vertaald in het Nederlands, maar de letters staan door elkaar. Kun jij de woorden juist schrijven ? lepa = o o t b = ………… trepang = k o m z e e m e r k o m = …………………………………. Bajau Laut = d o e m e n z a n e = ………………………………… luma = w o p a a l n i n g = ……………………………. Een waterdorp Dit heb je nodig - een A4-blad tekenpapier - waterverf, penselen - ijsstokjes, satéstokjes, tandenstokers, ribkarton … - houtlijm - tekenpotlood, stiften Zo doe je het - Neem een blad tekenpapier. - Kleur het met waterverf, gebruik donkere en lichte tinten blauw en groen door elkaar. Dat wordt de zee. - De lucht maak je lichtblauw. Er zijn wat wolken. - Breek de stokjes op gepaste lengte. - Leg alle stokjes eerst, voor je ze lijmt ! - Maak de palen van je paalwoning met stokjes. - Dwars erop komt de vloer van je huis. - Nu nog de muren en het overhangende dak. Zorg dat de muren niet buiten de rand van de vloer komen. Er moet ruimte blijven voor een terras om op te koken. - Nu nog de spelende kinderen in het water, rond het huis. Die kun je met de viltstiften tekenen. - Misschien heb je nog ruimte voor een ‘lepa’ ? - Helemaal onderaan komen zeekomkommers. Wereldreis - 2011/2 - Werkblad B - 8


Tweede graad LESDOELEN

WOONPLAATS

Maleisië kunnen situeren en weten dat het uit twee delen bestaat. Weten wat zeenomaden zijn en iets meer weten over hun dagelijkse leven. De vele soorten woningen die bestaan in de wereld met elkaar kunnen vergelijken. Het verschil kennen tussen de woorden zigeuner, nomade en zwerver. Een paalwoning van naderbij bekijken door er zelf een te knutselen. INSTAP We situeren Borneo op de wereldkaart. Het grote eiland ligt in het zuidoosten van Azië. “Denken jullie dat het er warm of koud is ? Waarom ?” Warm, de evenaar loopt doorheen Borneo. “Het eiland behoort tot verschillende landen. Welke ?” Indonesië, Maleisië en Brunei. “Bekijk nu het totale land Maleisië op de kaart en zie hoe het uit twee delen bestaat, gescheiden door de Zuid-Chinese Zee” In het westen een deel van het schiereiland Malakka en in het oosten een deel van het eiland Borneo. “Wat is de hoofdstad van Maleisië ?” Kuala Lumpur. “Waar ligt Sabah ?” Het is een staat van Maleisië en bevindt zich in het noordoosten Van Borneo. BIJ DE FOTO Bekijk de foto. Deze is gemaakt in Noordoost- Borneo. Daar zijn veel paalwoningen te zien. Zou jij er willen wonen ? Lees de brief van Lien (werkblad C). Bespreek de verschillen tussen het leven van de kinderen Balau Laut en de kinderen in België. Te bespreken : werken/school, drinkwater/elektriciteit, comfort, vrije tijd, klimaat ... Plaats alles in twee grote tabellen op het bord.

Woningen De Balau Laut verblijven in paalwoningen. Bespreek ook andere soorten woningen die bestaan in de wereld : leemhut, stenen huis, chalet, iglo, wigwam, tipi, grotwoning, kasteel, flatgebouw, woonboot, woonwagen, tent ... Maak een boekje met de titel “Wonen in de wereld”. Maak een pagina voor elke woning. Elke pagina bevat het volgende : - een plaatje of een tekening ; - “waar?” : schrijf streek waar deze woningen voorkomen ; - “kenmerken” : bv. goedkoop / duur, vlug / moeilijk te bouwen, (on)veilig, (niet) stevig, warm of fris, comfortabel, mooi, verplaatsbaar, neemt weinig plaats ... Zoek uitdrukkingen met het woord ‘huis’ zoals “Elke huisje heeft zijn kruisje”, “Als de kat van huis is, dansen de muizen op tafel” ... Wat betekenen zij ? Zonder adres ? Wij werken met volgende woorden : zigeuner, nomade, zwerver. De kinderen zetten de woorden in alfabetische volgorde. Zij zoeken nu een voor een de woorden op in een woordenboek. Kunnen zij het verschil uitleggen ? Welke van de drie hebben de kinderen al in het echt gezien ? Kunnen zij daar iets meer over vertellen ? Paalwoningen Vorig jaar in mei bezocht Lien een meer in Benin, waar ook paalwoningen stonden. Nu maken de leerlingen zelf een paalwoning met doosjes lucifers. Zij lezen eerst werkblad D volledig en maken dan een lijst aan met alle benodigdheden. Vergeet niet de schaar en sterke lijm te vermelden. De lucifers kunnen eerst in een badje met bruine verf worden gedompeld. Zet nadien alle paalwoningen samen en maak een paaldorp. Wat willen de leerlingen toevoegen aan hun paalwoning om het voor henzelf leuker te maken ? Bv. glijbaan, klimtouwen, tuinmeubeltjes ... Om het thema te beëindigen, kunnen de kinderen ook met papier een kleine maquette maken van een huis in België. Zij kunnen die kleuren en versieren naar eigen smaak. De bijeengeplaatste huizen kunnen zelfs worden afgewerkt met straten, planten, hekjes ... Vergelijk het paaldorp en het huis in België met elkaar.

Wereldreis - 2011/2 - Wereldreistips - 9


Wereldreis - 2011/2 - Werkblad C - 10


Maak je eigen paalwoning 1. Neem drie kleine luciferdozen. Gooi alle lucifers uit de doosjes. Haal telkens het binnenste uit het buitenste deel. Verf alles bruin. Doe wat lijm binnen in de buitenste delen van de doosjes en duw ze plat.

2. Knip in twee binnenste delen van de doosjes een deur, op exact dezelfde plaats en kleef de doosjes met de open kanten op elkaar. Kleef het derde binnenste deel van de doosjes met de gesloten kant op de andere.

3. Nu kleef je rondom het huisje lucifers. De ene lucifer kleeft tegen de andere aan. Voor het deel boven de deur moet je de lucifers met een schaar korter knippen. Twee buitenste delen van het doosje kleef je als een overhangend dak op het huisje. Bedek ook dat met klevende lucifers.

4. Maak nu het onderste skelet. Kleef drie lucifers samen, zo maak je dikke palen. Dit is zowat het moeilijkste ! Maak negen dikke palen. Die kleef je op het derde buitenste deel. Hou de palen even vast zodat zij goed op hun plaats drogen ! Kleef het huisje op het onderste skelet. Met de overige lucifers kun je bv. een ladder maken. Zo : je paalwoning is klaar. Misschien heb jij nog enkele leuke ideeĂŤn om toe te voegen ? Wereldreis - 2011/2 - Werkblad D - 11


Derde graad EINDTERMEN WERELDORIËNTATIE 1.12 De leerlingen kunnen het verband illustreren tussen de leefgewoonten van mensen en het klimaat waarin ze leven ; 3.1 drukken in een niet-conflictgeladen situatie, eigen indrukken, gevoelens, verlangens, gedachten en waarderingen spontaan uit ; 4.8 illustreren dat verschillende sociale en culturele groepen verschillende waarden en normen bezitten ; 4.11 illustreren dat arbeidsmigratie en het probleem van vluchtelingen een rol heeft gespeeld bij de ontwikkeling van onze multiculturele samenleving ; 6.9 aspecten van het dagelijks leven in een land van een ander cultuurgebied vergelijken met het eigen leven ; 6.10 in een landschap gericht waarnemen en ze kunnen op een eenvoudige wijze onderzoeken waarom het er zo uitziet ; 7 op hun niveau verschillende informatiebronnen raadplegen. INSTAP : KENNISMAKING MET MALEISIË Laat de foto van de kalender zien aan de leerlingen. “Waar zou deze foto zijn genomen ?” Laat de leerlingen Maleisië zoeken op de wereldkaart of in hun atlas. De foto is genomen in een nederzetting die zich op ongeveer 30 minuten per boot van Semporna bevindt, een stad aan de oostkust van het eiland Borneo, in de Maleisische staat Sabah. Bovenaan werkblad G staan Maleisië en België naast elkaar. Via een soort ‘identiteitskaart’ worden zij vergeleken. Laat de leerlingen op de computer opzoekingen doen over Maleisië en België zodat zij de twee fiches kunnen invullen en vergelijken (zie Webtips). Als je niet over computers in de klas beschikt, kun je als leerkracht ook zelf voor de informatie zorgen waaruit de leerlingen dan de gegevens moeten halen.

Oplossing : Maleisië Hoofdstad Kuala Lumpur Aantal inwoners 27,9 miljoen Oppervlakte 329 847 km² Taal Maleis Staatshoofd

Munteenheid

België Brussel 10,8 miljoen 30 528 km² Nederlands, Frans, Duits Koning, verkozen Erfelijke koning onder erfelijke sul- (of koningin) tans Mizan Zainal Abidin Albert II (2006-2011) (1993-…) ringgit euro

Maleise woorden Maleis is een Austronesische taal die wordt gesproken in Maleisië, Singapore, Brunei en Indonesië (enkel de spelling verschilt minimaal). Sommige Nederlandse woorden komen uit het Maleis (pienter, orang-oetan, bakkeleien) en omgekeerd (buku, sekolah). Alle woorden van oefening 2 op werkblad G kunnen - door afleiding - worden verbonden met elkaar : zee – laut Hoe gaat het met je (wat nieuws) ? – Apa khatar? vis – ikan zeenomade – bajau laut pienter – pintar school – sekolah Goedemorgen ! – Selamat pagi ! BESPREKING VAN DE FOTO Laat de leerlingen vertellen wat zij precies op de foto zien. “Van welke materialen zijn de paalwoningen gemaakt ?” Hout, golfplaat, gevlochten palmbladeren. “Waarom staan deze huizen op palen ?” Paalwoningen kun je vinden in het ondiepe water. Zij worden vaak bewoond door families die van de visvangst leven. Zo leven zij in hun werkgebied : gemakkelijk toch ? Zij komen enkel op het vasteland om de gevangen vis te verkopen. Maar je kunt ook op het vasteland paalwoningen vinden. Op het vasteland dienen zij eerder voor koelte en ter bescherming tegen overstroming en schadelijke of gevaarlijke dieren. “Zou jij graag in een paalwoning wonen ? Waarom wel/ niet ?” “In de paalwoningen op de foto wonen de Bajau Laut van Maleisië, ook zeenomaden genoemd. Zij zwerven, zij hebben een nomadisch bestaan. Waarom zouden zij telkens van de ene plaats naar de andere gaan ?” Deze families wonen in hun werkgebied, zij leven van de visvangst. Als de vis ‘op’ is, dan moeten zij verder, naar een plaats waar zij weer veel vis kunnen vinden. “Zou jij graag vaak verhuizen ? Waarom wel / niet ? Wie

Wereldreis - 2011/2 - Wereldreistips - 12


verbleef in het voorbije jaar op meer dan één adres ?” Wegens vakantie, verhuis, ouders op verschillende plaatsen … De mensen op de foto zijn zeenomaden. “Bestaat dat ook bij ons, nomaden ? Wat is eigenlijk het verschil tussen zigeuners en nomaden ?” Schrijf deze woorden op het bord : nomade, sedentaire, zwerver, zigeuner ... Maakt de tegenstelling sedentair – nomadisch duidelijk. Kunnen de leerlingen de andere woorden misschien ook juist plaatsen ? De leerkracht laat ook een foto zien van een straatbeeld van bij ons. Laat de leerlingen vrij praten over de verschillen en gelijkenissen die zij zien tussen de twee foto’s. “Is er een verschil van omgeving ? Wat valt je op aan de huizen ? Hoe zit het met de buren ? Spelen jullie ook samen ? Wat spelen jullie ? Welk spel spelen de kinderen op de foto ? Of zijn er misschien andere spelletjes die zij kunnen doen ?” HET VERHAAL Laat de leerlingen het verhaal lezen op werkblad E en F. Als zij het verhaal hebben gelezen, vullen zij werkblad H in. Oplossingen van oefening 1 : 1) Bangsa ; 2) Omdat boze geesten hem ziek hebben gemaakt ; 3) Geel (bloes) en groen (broek) ; 4) Op een boot ; 5) Zij mogen nog wel vissen, maar zij moeten opletten hoeveel en welke vis Oplossingen van oefening 2 : 1) Maleisië ; 2) eiland ; 3) nomaden ; 4) zeereservaat ; 5) woonboot ; 6) hout ; 7) Bajau Laut ; 8) vissen ; 9) koraalrif Sedentair : op een vaste woonplaats verblijvend. … in de klas ? Leef een dagje zoals de zeenomaden : zonder vers water, televisie of elektriciteit. Probeer met de leerlingen zo een dag in de klas door te brengen. Als er water nodig zou zijn (handen wassen ...), laat dan bv. een leerling met een emmer water gaan halen bij een andere klas. Houden zij het ’s avonds ook vol ? STELLINGENSPEL : WAAR OF NIET WAAR ? De leerlingen krijgen elk een rood en een groen kaartje. De leerkracht zegt telkens een stelling over Maleisië. Maar is die waar of niet waar ? De leerlingen denken na en steken het kaartje in de lucht (groen : waar / rood : niet waar). Bij de stellingen zit informatie die zij al hebben opgevangen (of op de werkbladen hebben geleerd), maar ook nieuwe weetjes, die heel wat gespreksstof kunnen opleveren. Enkele voorbeelden van stellingen :

 Maleisië is groter dan België (waar)  In België wonen meer mensen dan in Maleisië (niet waar)  Nomaden blijven op een vaste woonplaats wonen (niet waar)  De nomaden zoals op de foto wonen vaak samen met 30 tot 100 families (waar)  In zo’n paalwoning wonen maar 2 mensen (niet waar : gemakkelijk 5 tot 8 personen !)  In Maleisië is iedereen een visser (niet waar : er is ook heel veel industrie, rijst- en theeplantages, maar natuurlijk ook wel de visserij)  In Maleisië is het altijd heel koud (niet waar : gemiddeld tussen 20°C en 30 °C)  Saté is een Maleisisch gerecht (waar : stukjes gegrild vlees worden tegenwoordig over de hele wereld gegeten)  Alle kinderen tussen 6 en 18 jaar mogen gratis naar school in Maleisië (waar : maar let op : niet iedereen kan naar school – denk aan de kinderen van de zeenomaden)  In Maleisië is er geen McDonalds (niet waar : fastfoodrestaurants zijn heel populair geworden in de steden) WEBTIPS www.maleisie.be : uitgebreide informatie over land en deelstaten www.visitmalaysia.nl www.studioglobo.be/userfiles/files/wereldreis/archief/2005/200502_WR.pdf http://fr.wikipedia.org/wiki/Nomades_de_la_mer : zeenomaden www.peoplesoftheworld.org/text?people=Bajau www.sempornaislandsproject.com/pages/dar win/ socio.htm www.jurgenfreund.com/stories/bajau/content/1009305_ large.html www.etawau.com/Semporna/LEPA/LEPA.htm : regatta lepa www.sabah.org.my/bi/know_sabah/personalities/matsalleh_1.asp VOER VOOR BOEKENWURMEN - Het moderne Maleisië, GLENDINNING, A. & HOLMES, J. Etten-Leur : Ars Scribendi, 2008 - Maleisië en Singapore. Landenreeks. ARS, B. Amsterdam / Den Haag / Brussel : KIT / Novib / 11.11.11, 2001. - Met het oog op Maleisië. BALKWILL, R. Harmelen : Ars Scribendi, 2001. - National Conference on the History and Culture of the Bajau. February 26-27, 2001. C  P S, 1, 1, June 2001. - The Emergence of Bajau Identity in British North Borneo (Sabah). YAMAMOTO, H. SOUTHEAST ASIA : H  C, 31, May 2002.

Wereldreis - 2011/2 - Wereldreistips - 13


Een slimme papegaai

“Bangsa, wat ben je toch een zotte vis”, hoor ik mijn zusje roepen. Na een koprol van op de houten kano in het heldere zeewater, kom ik al proestend en gierend uit het water omhoog. Ik hou ervan als mijn natte rode T-shirt en blauwe broek aan mijn lijf plakken en ik hou er nog meer van om mijn vriendjes te laten lachen. Mijn ouders vertellen me plagend dat ik sinds mijn geboorte nog niets anders heb gedaan dan gelachen. Ik voel me dan ook erg gelukkig. Mijn leven is het water en ik leef in het water. Zo simpel is dat. Later wil ik zoals mijn vader en grootvader opnieuw een echte Bajau Laut worden, een zeenomade. Tot ik vier jaar was, woonden mijn ouders met mijn broertjes en zusjes en mijn grootouders op boten in plaats van in paalwoningen. Wij voeren rond op de zee van Sulawesi en leefden van wat de zee ons bood. Ik herinner me natuurlijk niet meer veel van die periode, maar ik kan wel een boot besturen als de beste en ben een kei in het onderwater zwemmen. Het leven was niet gemakkelijk, vertelde mijn moeder. Nadat mijn grote broer gestorven was omdat boze geesten hem ziek hadden gemaakt, wilden mijn ouders ‘een betere toekomst voor ons’, zo zei mijn vader. Maar dat verstond ik niet goed. Dus vroeg ik hem : “Wat kan er nu beter zijn dan een leven op zee?” Papa legde me uit dat door altijd rond te trekken, wij niet echt tot een land behoorden. “Wij hadden geen vaste woonplaats”, noemde hij dat. En als je geen vaste woonplaats hebt, heb je geen rechten en dan leef je in de illegaliteit. Ik zuchtte, waarom gebruikte papa zo veel moeilijk woorden ! “Je weet dat de wereld bestaat uit vele landen”, ging papa verder. “Als je bijvoorbeeld in het land Maleisië bent geboren, dan ben je een Maleisische burger. Als Maleisiër heb je rechten. Zo kun je je kinderen

naar school sturen of als je ziek bent, kan je je laten verzorgen in een hospitaal. Je hebt ook recht op een woning, op een dak boven je hoofd.” “Maar wij zijn toch ook Maleisiërs”, zei ik. “Nee, dat is net het probleem”, reageerde mijn vader. “Jij bent op zee geboren, op een plek die niet tot Maleisië of een ander land behoort. En geen enkel land wil ons, de Bajau Laut, de zeenomaden, als burgers erkennen. Onze voorouders, dus jouw betovergrootouders, kwamen van de Filippijnen, van Maleisië, van Indonesië of van nog verder. Dus wij hebben ook geen geboorteland. Maar toch wilden wij jullie naar school sturen zodat jullie leren lezen en schrijven en een beter en makkelijker leven zullen hebben dan wij. Daarom zijn wij van onze boot naar een vaste stek verhuisd.” Gelukkig voor mijn ouders startte enkele jaren geleden het zeewierproject dicht bij het stadje Semporna. Mijn ouders en heel wat andere Bajau Laut families verlieten hun boten en gingen in hutten op zee wonen in de buurt van Semporna, dicht bij het strand, maar toch nog in het water. Mijn vader ging op de zeewierplantage werken en wij konden naar school. Zo komt het dat ik Engels en wiskunde leer en heel wat te weten kom over het land waar ik woon, maar waar ik niet toe behoor. Best grappig. In mijn klas zitten allemaal Bajau Laut kinderen. Elke ochtend trek ik mijn gele bloes en mijn groene broek aan. Dat vind ik leuk, want dat zijn de kleuren van de traditionele kledij van de Bajau Laut dansers. De organisatie die onze school heeft gebouwd, nodigt regelmatig mensen uit die komen vertellen over de prachtige koraalriffen, die ik natuurlijk goed ken omdat ik er elke dag tussen duik. Tot mijn verbazing vertelden die mensen dat het niet zo goed gesteld is met de koraalriffen en dat wij meer zorg moeten dragen voor de zee. Stel je voor ! Onze hutten staan in een zeereservaat, leerde ik, en daardoor mogen de Bajau Laut niet meer zo veel vissen. Want zowel de dieren als de planten zijn beschermd in een zeereservaat. Maar wij zijn zeenomaden, vertelde ik hen, en wij hebben altijd samengeleefd met de dieren en planten van de zee. Elke ochtend en avond eet ik vis met cassava. Het kan toch niet dat wij moeten stoppen met vissen ! Ik zal die grote mensen nooit begrijpen. Toen ik mijn ouders boos vertelde dat wij niet meer

Wereldreis - 2011/2 - Werkblad E - 14


mochten vissen, schoot mijn vader in de lach. “Wat is daar nu grappig aan?” vroeg ik hem verbaasd. “Je moet je niet zo opwinden, Bangsa”, suste mijn vader. “We mogen nog wel vissen, alleen moeten wij opletten hoeveel en welke vis wij vangen. Onze manier van vis vangen, schaadt het leefmilieu gelukkig niet te veel. Het zijn vooral de grote visserijbedrijven die zich moeten aanpassen.” Oef, dan kan ik toch visser worden, dacht ik opgelucht. Ik was immers al enkele keren met mijn vader gaan vissen en stelde trots vast dat hij tot de beste Bajau Laut vissers behoorde. Zo wilde ik ook worden en daarom oefende ik elke dag om lang onder water te blijven en diep te zwemmen. Bij onze traditionele manier van vissen trekken een tiental duikers het grote visnet tot op een diepte van wel twintig meter naar de zeebodem en leggen daar het net met grote steenblokken vast. De duikers laten slechts een kleine opening van het net vrij. Dan zwemmen zij naar de oppervlakte om opnieuw adem te halen. Bij een tweede duik gebruiken zij lange kettingen waarmee zij op de zeebodem kloppen om zo de vissen uit hun schuilplaats te lokken en hen richting de opening van het net te sturen. Eenmaal de vis binnen in het net, wordt het touw dichtgetrokken, de stenen verwijderd en het net naar boven gehaald. Een goede visser moet dus diep kunnen duiken en heel lang zijn adem inhouden ! “Hei Bangsa, kom snel kijken”, roept Garano terwijl hij behendig zijn kano aanmeert aan de paalwoning van zijn beste vriend. Verwonderd loop ik onze hut uit. “Wat is er zo dringend, Garano ? Ik was net aan het dromen van onze grote toekomst als beste vissers van

de streek!”. “Zie je die papegaai op de rand van mijn kano zitten?” vraagt Garano terwijl hij wijst naar een prachtige groene vogel met een lange gekleurde staart. “Wow, wat doet die daar?” zeg ik onder de indruk. “Dat weet ik niet,” antwoordt Garano, “maar sinds deze middag volgt hij me. Als ik hem wil pakken, vliegt hij weg om even later opnieuw in mijn buurt op te duiken. Toen ik daarstraks in de palm klom om kokosnoten te plukken, vloog hij steeds rond de boom heen en kwam naast me zitten toen ik weer op de grond stond.” “Dat is een vreemde situatie”, zeg ik terwijl ik mijn beste vriend nadenkend aankijk. “Volgens mij is hij op zoek naar een woonplaats”. Garano staart me met open mond aan. “Wat zoekt die papegaai volgens jou ?” Ik grinnik even als ik het verbouwereerde gezicht van mijn vriend zie en leg hem uit wat mijn vader me vertelde over woonplaatsen. “Jouw papegaai heeft een hele tijd rondgezworven en behoorde tot geen enkel land. Nu wil hij een stek waar hij rustig kan leven, waar hij voldoende eten heeft, waar hij een veilig nest kan maken, waar hij kan worden verzorgd als hem iets overkomt. En kijk, blijkbaar heeft hij jou uitgekozen als zijn ‘thuis’. Hij weet waarschijnlijk dat de Bajau Laut een gastvrij en vriendelijk volkje zijn en dat vooral een zekere Garano hem wel onderdak wil verlenen. Proficiat met je nieuwe bewoner”, lach ik Garano toe. Enkele dagen later stappen beide vrienden vrolijk naar school met in hun kielzog … een papegaai. “Ah ja, onze papegaai maakt ook aanspraak op het recht op onderwijs”, grapt Garano.

Wereldreis - 2011/2 - Werkblad F - 15


Kennismaking met Maleisië Oefening 1 : vul de fiches aan Maleisië

België

Hoofdstad : ........................................................ Aantal inwoners in 2009 * :

Hoofdstad : ......................................................... Aantal inwoners* :

Oppervlakte : .....................................................

Oppervlakte : .....................................................

Taal : ..................................................................

Taal : ..................................................................

Staatshoofd : .......................................................

Staatshoofd : .......................................................

Munteenheid : ....................................................

Munteenheid : ....................................................

* elk figuurtje stelt 5 000 000 inwoners voor Oefening 2 : ken jij een woordje Maleis ? Zoek de juiste vertaling ! zee

P

P

pintar

Hoe gaat het met je ?

P

P

Sekolah

vis

P

P

laut

zeenomade

P

P

Selamat pagi !

pienter

P

P

ikan

School

P

P

bajau laut

Goedemorgen !

P

P

Apa khabar ?

‘Tun Sakaran’-zeereservaat Het is het grootste (350 km²) beschermde zeegebied van Maleisië. Het gebied is uniek omdat er mensen wonen, planten en dieren er in een beschermd milieu worden opgevolgd en er op een gecontroleerde manier wordt gevist. De bewoners van het reservaat hebben de toestemming om er in welomschreven gebieden te vissen en om onder andere zeewier te kweken. Wereldreis - 2011/2 - Werkblad G - 16


Vragen bij het verhaal Oefening 1 : Lees het verhaal en los de vraagjes op.  Wie is 'ik' in het verhaal ? ................................................................................................................  Waarom is de grote broer gestorven ? ...............................................................................................  Welke kleuren heeft de traditionele kledij van de dansers van Bajau Laut ? .........................................................................................................................................................  Waar woonde de familie van Bangsa eerst ? ......................................................................................  De familie woont nu in een zeereservaat. Welk gevolg heeft dit voor de vissersfamilie ? ......................................................................................................................................................... ......................................................................................................................................................... Oefening 2 : Heb je het verhaal zeker goed gelezen ? Probeer dit kruiswoordraadsel dan maar in te vullen! Als je de juiste woorden vindt, kun je van boven naar onder een woord lezen. 1) De foto is genomen in dit land. 2) Een stuk land omringd door water. 3) Mensen die van de ene plaats naar de andere trekken. 4) Een beschermd zeegebied. 5) Een vaartuig waarop de hele familie kan wonen, een drijvend huis.

6) Van dit materiaal worden paalwoningen vooral gemaakt. 7) De zeenomaden of ... 8) Het beroep van de zeenomaden. 9) Een lange bank in zee van koraal.

1) 2) 3) 4) 5) 6) 7) 8) 9) Het woord dat je nu van boven naar onder kunt lezen is ....................................................................... Wat wil dit zeggen ? ............................................................................................................................... Wist je dat … ? - het televisieprogramma ‘Expeditie Robinson’ werd opgenomen op één van de eilanden voor de OostMaleisische kust ? - er wel 40 verschillende soorten bananen groeien in Maleisië ? - Maleisië ook bewoners heeft van soms wel 3 m lang en 750 kg zwaar ? Deze zeeschildpadden komen hun eitjes in het zand langs de vloedlijn begraven. Wanneer zij uitkomen, proberen de jongen zo snel mogelijk het water te bereiken. Jammer genoeg zijn zij een gemakkelijke prooi voor roofvogels. Wereldreis - 2011/2 - Werkblad H - 17


Wereldreis - 2011/2 - Werkblad I - 18


CAMPAGNE BROEDERLIJK DELEN 2011 Broederlijk Delen laat groepen mensen in het Zuiden hun eigen plannen uitvoeren in de strijd tegen armoede en onrecht. Deze aanpak maakt Broederlijk Delen - op termijn - overbodig. Overbodig!? Toch wel. Naar aanleiding van de vijftigste verjaardag van de organisatie staat deze campagne stil bij de vraag hoe er het best aan ontwikkelingssamenwerking gedaan wordt. Ervaring leert dat armoede en onrecht het best bestreden worden als de eigen plannen van lokale groepen ondersteund worden. Eens ze goed bezig zijn, wordt Broederlijk Delen daar overbodig. Dan kunnen ze weer andere groepen ondersteunen en zichzelf opnieuw overbodig maken... Dit jaar wordt dit concreet gemaakt aan de hand van de werking in Burundi. Centraal staat het gezin van Anthère en Sylvie. Via twee lokale projecten die Broederlijk Delen steunt, kon het gezin zijn inkomen uit de koffieteelt verhogen en zijn landbouwactiviteiten verbeteren. En als actief lid van de Hagurukagroepen - boeren die vooruit willen - deelt Anthère zijn kennis met zijn collega’s boeren en boerinnen. Studio Globo werkte mee aan heel wat materialen die de campagne naar het onderwijs vertalen. We stellen je hier kort het materiaal voor de basisschool voor.

Haguruka!

alleen de mooiste geschenken, maar ook de ervaringen die ze blijft meedragen. Prijzen: - Handleiding: 5 euro - Werkmateriaal: 1 euro; vanaf 10 ex. 0,90 euro; vanaf 100 ex. 0,75 euro - CD: 8 euro

Fotoset ‘Gisèle en Honnête in Burundi’

De zusjes Gisèle (8) en Honnête (9) gidsen ons doorheen één dag uit hun leven. Haguruka! We volgen hen in hun ochtendritueeltjes, hun weg naar school en hun thuisactiviteiten tot ze ’s nachts in hun bedje kruipen. We zien dat de zusjes al heel wat zelf kunnen doen. Samen spelen de zusjes de hoofdrol in de fotoset: 10 prachtige foto’s van Thomas De Boever, op A3-formaat. De bijbehorende brochure bevat het verhaal van de twee zusjes en heel wat concrete verwerkingsactiviteiten. De fotoset kan ook gebruikt worden voor de inkleding van lokalen en om andere werkvormen in de klas te verrijken. Prijs: 6 euro, handleiding inbegrepen

Jongerenfilm: Dorlatte en de jongeren van Burundi

Haguruka! Sta op en doe mee! is een Burundese zegswijze die de rode raad vormt doorheen het solidariteitsproject voor de lagere school. In haar zoektocht naar haar geitje Fidèle, raakt Honnête de weg kwijt, maar de talrijke ontmoetingen zetten haar telkens opnieuw op weg en geven haar de moed om verder te gaan. In haar mand verzamelt ze niet

Dorlatte (20) speelt de hoofdrol in deze jongerenfilm. Zij koestert één grote droom: onderwijzeres worden! Ondanks vele obstakels, zoals stakingen en het gemis van haar dochtertje, blijft zij moedig vasthouden aan deze droom. Dorlatte is kind aan huis bij de familie van Anthère en Sylvie en dus leren we ook hen beter kennen. Anthère vertelt ons meer over het werk op de koffieplantages. De dochters Francine (14), Gisèle (8) en Hon-

nête (9) nemen ons mee op weg naar hun school, naar de waterbron en laten ons zien hoe zij spelen, eten en naar bed gaan om te dromen van een mooie toekomst. Het is een film met een hoog ‘het leven zoals het is’- gehalte die kinderen en jongeren van hier een niet alledaagse blik gunt op het leven van andere jongeren in Burundi. Bovendien is het verhaal een mooie, positieve getuigenis over hoe je met de nodige moed en doorzettingsvermogen je dromen kan realiseren. Deze film wordt gebruikt bij de handleiding ‘Haguruka’ en is een absolute must voor elke leerkracht die maar één of twee lesuren aan Broederlijk Delen kan besteden. De DVD bevat ook de campagnefilm en een film over 50 jaar Broederlijk Delen. Prijs: 10 euro

VOORBIJ DE KLEUREN Model van Hofstede

Wanneer Maleisië wordt voorgesteld in een toeristische brochure zie je zeker parelwitte stranden met wuivende palmbomen, apen die uit je hand komen eten, dichte jungles en prachtige tempels. Maar de Maleisische cultuur is meer dan dat. We verklaren dat via het zogenaamde ui-model. Dit model werd door Geert Hofstede bedacht om een cultuur voor te stellen.

Deze materialen zijn te bestellen via mijn.broederlijkdelen.be

Aanvullend materiaal Studio Globo Studio Globo heeft geen materiaal dat specifiek de situatie in Burundi belicht. Heel wat elementen uit het dagelijkse leven die in de Congo-materialen aan bod komen, zijn echter goed toe te passen en zeker bruikbaar als aanvullend materiaal. Kleuterkoffer, Kwansi en ik Aan de hand van een boeiend verhaal maken de kinderen kennis met Kwansi en haar leefwereld (een dorp in Congo aan de rand van het regenwoud). De grote vertelfoto’s en het verhaal geven aanleiding tot een gesprek over gewoonten, gevoelens, verschillen en gelijkenissen tussen de kinderen. De authentieke voorwerpen en de activiteiten geven volgende thema’s een mondiale inkleuring: Op stap - Mijn familie - Smakelijk. Doelgroep: 3-7 jaar. Reserveren via Studio Globo. Huurprijs: 22 euro per twee weken Congokoffer De koffer bevat muziekinstrumenten, speelgoed, sieraden en meer dan 50 voorwerpen die gebruikt worden rond het huis en in het woud. Hoewel de koffer vertrekt van het leven in een Congolees dorp, zijn de verhalen en voorwerpen representatief voor het dagelijkse leven in Centraal-Afrika en dus goed bruikbaar in de campagne. Doelgroep: lagere school Reserveren bij Studio Globo Antwerpen, Genk of Roeselare.

Model van Hofstede Een cultuur bestaat uit verschillende lagen die je kunt vergelijken met een ui. Je moet ze laag per laag afpellen om tot de kern te komen. In een set van 4 lagen is iedere laag het resultaat of gevolg van de onderliggende laag. In de diepste laag ligt het meest verborgen deel van een cultuur, namelijk de waarden en normen. We gebruiken de Maleisische cultuur hier als voorbeeld om dit ui-model te verduidelijken. Stel: je hebt beslist op vakantie te gaan naar Maleisië en eindelijk ben je er aangekomen. Het eerste waar je mee in aanraking komt, zijn de symbolen van de cultuur: dat kan de Maleisische vlag zijn, de shoppingmalls in Kuala Lumpur, de prachtige natuur, het tropische klimaat, de smakelijke vruchten, het chaotische verkeer, de klederdracht of de manier van groeten. Kortom: de zichtbare buitenkant. Hierna volgt de tweede laag, de laag van de helden en het gemeenschappelijk verleden. Dit gaat om personen of zaken in het verleden naar wie of wat wordt opgekeken binnen de cultuur: de tempels die wijzen naar de hindoeïstische – boeddhistische periode of Abdul Rahman, de eerste premier van de staat Maleisië of Shukor, de eerste astronaut die naar de ruimte vloog. De derde laag is die van de rituelen. Dit zijn allerlei vaststaande codes die het handelen bepalen. Een voorbeeld hiervan is dat Maleisiërs nooit met schoenen aan een huis, een tempel of zelf een museum betreden. Eten doen ze met de vingers van hun rechterhand want de linkerhand wordt als onrein beschouwd. Bij

een begroeting raken ze elkaars handpalm eventjes aan en ze brengen hun hand naar het hart. Tenslotte komen we bij de laag van waarden en normen. Deze bepalen hoe de mensen van een cultuur zich gedragen en wat ze belangrijk vinden om vreedzaam te kunnen samenleven. Zo worden in Maleisië personen die ouder zijn of een hogere maatschappelijke positie hebben enorm gerespecteerd en dit komt tot uiting in de omgang met hen. Verder is het ongepast om anderen voor schut te zetten. Om deze reden wordt een duidelijke “Nee!” nooit uitgesproken. In realiteit lopen de verschillende lagen nogal eens door elkaar. Het is niet altijd duidelijk waar een bepaalde laag stopt en waar de volgende begint. Hoe het ui-model van Hofstede gebruiken in de klas? - Leg de symboliek van de ui uit aan de leerlingen. Neem een ui en schil die. Pel de ui laag per laag en vertel de leerlingen dat je steeds dichter tot de kern van de ui komt. Diep verborgen zit een groot geheim: de kiem. Deze kiem zorgt ervoor dat de ui opnieuw kan groeien als hij in het voorjaar in de grond geplant wordt. Dat is het belangrijkste deel van de ui. - Werk eerst rond de Belgische cultuur in het ui-model. Die kennen de meeste kinderen immers het best. Ga op voorhand op zoek naar foto’s van kenmerken van de Belgische cultuur en hang ze op het bord. Omschrijf de verschillende lagen eerst en visualiseer ze dan door ze op het bord te tekenen als 4 steeds kleiner wordende kringen in elkaar. Stel na het uitleggen van iedere laag de vraag aan de leerlingen welke foto bij elke laag past. Schrijf het kenmerk bij de laag (zichtbare symbolen, de helden en het verleden, de rituelen, de waarden en normen) op het bord en laat nog wat andere voorbeelden bij elke laag zoeken. - Ongetwijfeld zit er in je klas wel een kind met ‘roots’ in nog een andere cultuur dan de Belgische. Geef de kinderen de kans om een andere cultuur in het ui-model voor te stellen. - Stel je bent op vakantie in een ver land en je krijgt de vraag waar je woont. De mensen waar je mee in contact bent gekomen, kennen België helemaal niet. Hoe zou je hen de Belgische cultuur voorstellen? De leerlingen maken in groepjes een collage. Op deze collage vullen ze het model van Hofstede aan met woorden,

uitgeknipte foto’s, tekeningen en symbolen. Je kunt de leerlingen als beperking opleggen dat ze bijvoorbeeld niet meer dan 4 voorbeelden per laag mogen tekenen, plakken of noteren. Achteraf stellen ze hun collage voor aan de rest van de klas. Stel hen daarbij de volgende vragen: Wat zou je zeker vertellen en wat niet? Welke laag vind je het belangrijkste en waarom? Voorbeelden van de verschillende lagen van de Belgische cultuur.

Laag 1: frietjes

Laag 2: standbeeld van Ambiorix

Laag 3: met de hond gaan wandelen

Laag 4: privacy: ieder in zijn eigen huis


Maandelijkse lesbrief voor de basisschool bij de Wereldkalender van 11.11.11 ISSN : 1375-2219 - 24ste jaargang, nummer 2

Ook bij ons kiezen meer en meer mensen om te wonen op of aan het water.

FEBRUARI 2011

MaleisiĂŤ Thema : WOONPLAATS


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.