Scope 2018(2) de toekomst van de zorg by Studievereniging Industria

SCOPE S

Jaargang

25 Nummer

juni 2018

Magazine van Studievereniging Industria & Alumnia, Alumnivereniging voor Technische Bedrijfskunde

De toekomst van de zorg Een EfficiĂŤnt en data gedreven zorglandschap CZ

SCOPE 25 jaar

TBKx

Big data in

Terug in de tijd

het transport

de zorg Pagina 6

van morgen Pagina 19

Pagina 27

workatdanone.com

Voorwoord

Colofon SCOPE is een kwartaaluitgave van Industria, Technisch Bedrijfskundige Studievereniging en Alumnia, Alumnivereniging voor Technische Bedrijfskunde aan de Technische Universiteit Eindhoven. Hoofdredacteur Ward Beekmans Vormgeving Maarten van Asseldonk, Ward Beekmans, Koen Hofstraat, Robert Jans, Wout Olde Hampsink, Niek Segers, Ruben Sikkema Eindredactie Maurice Bressers, Eric de Koning, Maurits de Koning, Dennis Marinissen, Benjamin Rensen, Martin Voncken, Lotte Vugs Redactie Joris Bolhuis, Emma de Bruijn, Sander Jong, Julie Knipping, Jade van der Linden, Koen Pittens, Niek Segers, Freek van Welsenis Fotografie Ward Beekmans, Sander Jong, Wout Olde Hampsink, Evelien van der Veen Columnisten Cas van Elderen, Jan Kleinlugtenbeld, Ward Redel Aan dit nummer werkten mee Richard Merk, Jasper van Rijn Cover foto Freepik Adres TU/e, Paviljoen B.06, Postbus 513, 5600 MB Eindhoven, T 040 247 2471, E SCOPE@industria.tue.nl Advertenties Amber van Oort, T 040 247 2454 E eb@industria.tue.nl Oplage 2.550 stuks Druk Meesterdrukkers BV ISSN 13806920 Jaarabonnement € 54,54 Copyright © SCOPE 2018 Alle auteursrechten en databankrechten ten aanzien van (de inhoud van) deze uitgave worden nadrukkelijk voorbehouden.

Op bezoek bij oma De zorg staat centraal. Met nieuwsberichten omtrent meer vraag naar zorgverleners, de shift van ziekenhuiszorg naar thuiszorg en de toepassing van nieuwe technologieën in het zorglandschap is dit een thema waar veel over te vertellen valt. De zorg heeft echter een substantieel verschil ten opzichte van andere bedrijfskundige processen; het menselijke. Tijdens de koffie bij mijn oma komen dergelijke onderwerpen regelmatig naar boven. Zij woont in een huis waar ze vroeger met zijn zessen woonden. Ook de tuin strekt zich ver uit. Graag blijft ze daar zolang mogelijk wonen. Fijn als de zorg daar in mee denkt. De thema artikelen in deze SCOPE belichten de zorg van verschillende kanten. Zo komt zorgverzekeraar CZ en het Maxima Medisch Centrum voorbij. Daarnaast vertelt Danone Nutricia over hun kijk op de zorg en hoe zij daar waarde toevoegen. De elevator pitch is deze SCOPE overigens ook toebedeeld aan een zorg-gerelateerd bedrijf; StuMobiel. Lees snel wat zij doen! Ook het 25 jaar SCOPE katern is te vinden. Dit keer met Marloes Groenewegen, de hoofdredacteur ten tijde van de zesde jaargang en daarnaast met “een artikel van toen”; Paul Witteman vertelt over hemzelf en de invoering van de euro. Verder studeert een van onze redacteuren momenteel in het buitenland en heeft daar een alumnus geïnterviewd. Hoe is het om technische bedrijfskunde in het buitenland uit te oefenen? Geniet in ieder geval van de artikelen en columns in deze editie. Wellicht zelfs buiten in het zonnetje met je oma.

Ward Beekmans Hoofdredacteur SCOPE

JUNI 2018 SCOPE

Inhoud

Thema De toekomst van de zorg 06 De invloed van Big Data op de zorg

Technisch bedrijfskundige Jorrit Bohyn vertelt over de uitdagingen waar CZ mee te maken heeft.

09 Hoe Danone gezondheid door voeding bij de mens brengt

Gezondheid door voeding, hoe Danone haar steentje bijdraagt met medisch voedsel.

14 Een ziekenhuis als bedrijf

Maarten van Mierlo over de zorg logistiek in het Maxima Medisch Centrum.

25 jaar SCOPE 19 Terug in de tijd:

Voormalig hoofdredacteur Marloes Groenewegen vertelt over haar herinneringen aan de SCOPE.

22 SCOPE rond de eeuwwisseling

Een overzicht van een aantal voorgaande edities van de SCOPE. dit keer jaargang zes tot en met elf.

26 Artikel van toen

Een artikel met Paul Witteman; een van de bekende nederlanders die in de SCOPE heeft gestaan.

Carrière 29 Werken op het grensvlak van culturen Alumnus Coen Kreuwels vertelt over het werken in verschillende culturen.

SCOPE JUNI 2018

Faculteit 27 TBKx; Het transport van morgen

Een verslag van het evenement TBKx met als thema: het transport van morgen: “vind het wiel nog maar eens uit!”.

Internationaal 32 Smart factories, de toekomst van vandaag Julie Knipping over de reeks “Vision” evenementen waarin aandacht wordt besteed aan de toekomst van de industrie.

En verder 03 Voorwoord Op bezoek bij oma. 12 Elevator Pitch StuMobiel, over hoe je met vervoer eenzaamheid onder ouderen aanpakt. 34 Alumni aan het woord Richard Merk en Jasper van Rijn aan het woord. 36 Bestuursupdate Een update vanuit het Alumniabestuur over de stand van zaken binnen Alumnia. 38 De technisch bedrijfskundige zorgverlener Column van voorzitter Ward Redel. 38 Zorgzaam onderwijs? Column van commissaris onderwijs Jan Kleinlugtenbeld. 39 Bullshit Column van alumnus Cas van Elderen.

12 06 14

09 27 19

39 JUNI 2018 SCOPE

De toekomst van de zorg Van jongs af aan wist Jorrit Bohyn al dat hij in het management terecht wilde komen. Op zijn 24e begeleidde hij zijn eerste team. Na vijf jaar bestond dit team uit 30 mensen en ondertussen begeleidt hij een afdeling van 170 mensen bij de IT afdeling van CZ. SCOPE ging op bezoek bij deze enthousiaste en ambitieuze bedrijfskundige om over de toekomst van CZ te praten en te achterhalen welke rol een bedrijfskundige hierin speelt. TEKST Freek van Welsenis FOTOGRAFIE Wout Olde Hampsink DESIGN Maarten van Asseldonk

De invloed van Big Data op de zorg

Jorrit is drie jaar geleden van ASR verzekeringen overgestapt naar CZ zorgverzekeringen. Dit was een bewuste keuze. Binnen CZ kan hij namelijk met zijn afdeling echt een verschil maken. Hoewel de ambitie van Jorrit voornamelijk bij IT ligt, werkt hij liever voor een zorgbedrijf dan voor een ander bedrijf in de financiële sector. “Naarmate je verder in je carrière zit, is het wel belangrijk dat je je goed voelt bij de dingen die je doet voor een bedrijf.” Bij CZ wordt een groot deel van de software intern gemaakt. Vrijwel alle geleverde diensten zijn aan IT SCOPE JUNI 2018

gebonden, daarom heeft CZ er baat bij om dit dicht bij huis te houden. Sinds enkele jaren wordt er grotendeels in scrumteams (Agile) gewerkt. Dit zorgt voor een betere betrokkenheid van de werknemers. Iedereen heeft de mogelijkheid om ideeën te opperen, op deze manier zijn alle medewerkers betrokken bij hun werk.

“Naar mate je verder in je carrière zit, is het wel belangrijk dat je je goed voelt bij de dingen die je doet voor een bedrijf”

Functies ondersteund door data

CZ wordt steeds meer een data driven organisatie. Op het moment dat CZ service verleent aan een consument, komt er een hoop data binnen. CZ gebruikt deze data om in de toekomst een betere service te kunnen leveren. Dit gebeurt ook op het gebied van indirecte zorg. Zo kan het gebeuren dat een klant de premie niet kan betalen. Als dit voortijdig gesignaleerd wordt, kunnen er andere problemen als stress en fysieke klachten voorkomen worden. Momenteel gebeurt dit vaak achteraf door middel van een deurwaarder. Bij CZ denken ze hier anders over: “Wij zijn

CZ Het Centraal Ziekenfonds werd in 1930 opgericht in Tilburg, waar nog steeds de hoofdvestiging zit. CZ is een zorgverzekeraar die niet op winst gericht is. Met 3,5 miljoen klanten is CZ één van de grootste zorgverzekeraars van Nederland. De meeste van die klanten komen uit de drie zuidelijke provincies. Het motto van CZ is “alles voor betere zorg”. Dit motto proberen zij op alle mogelijke manieren na te streven.

er van overtuigd dat preventie nuttiger is dan genezen. Hierin kunnen wij het verschil maken”. Met behulp van data hoopt CZ klanten dus eerder te kunnen helpen. Waardoor toekomstige klachten voorkomen kunnen worden. Ook bij het bemiddelen naar de juiste zorg maakt CZ gebruik van data. Momenteel is CZ bezig met het op de markt brengen van de ‘zorg vinder’. De zorg vinder is een online functie die gebruik maakt van gegevens waardoor de klant de beste zorgverlener kan uit kiezen. De zorg vinder laat de klant een lijst met mogelijke zorgverleners zien met daarbij belangrijke indicatoren zoals wachttijd, kwaliteit of patiëntervaringen. Op deze manier heeft de klant meer

inzicht en kan deze gemakkelijk een goede keuze maken.

“Wij zijn er van overtuigd dat preventie nuttiger is dan genezen, ik denk dat wij hier het verschil kunnen maken” Ook is CZ momenteel aan het experimenteren met een functie die van data science technieken gebruik maakt. Dit systeem helpt de CZ medewerker om de vraag van een klant zo snel mogelijk te beantwoorden. Het datagedreven systeem vertaalt de input

van de klant naar specifieke zoektermen en matcht dit aan het juiste antwoord. Dit antwoord is op basis van data en de historie die CZ heeft. Vervolgens kan de medewerker aangeven of dit antwoord nuttig was en op deze manier wordt het systeem steeds slimmer. Op deze manier kan CZ klanten in de toekomst steeds beter en sneller helpen met het beantwoorden van vragen. Bescherming van data

Veel van de beschikbare data bevat kwetsbare informatie van de klanten. Het is daarom erg belangrijk dat hier goed mee om wordt gegaan. Binnen CZ is een ‘compliance’ afdeling die zich hier mee bezig houdt. Dit is een afdeling die

JUNI 2018 SCOPE

mee kijkt naar wat voor rapporten er gedraaid worden en wat er gebeurt met alle data. Ook stellen zij strikte interne richtlijnen op. Zo is het niet mogelijk dat er onderzoek wordt gedaan met minder dan vijftien personen. Dit is om te voorkomen dat data te herleiden is tot enkele individuen. Opvallend in de zorg is dat de markt de gemoederen ook bezig houdt. Zo moeten alle bedrijven zich vanaf 25 mei aan de nieuwe privacywet houden (GDPR). Deze stelt onder andere vast dat je als klant moet aangeven dat een bedrijf jouw data mag gebruiken, nu is dat nog andersom. Een ander punt van aandacht zijn de bewaartermijnen. Een bedrijf als CZ beschikt over veel data. Dit is enerzijds zinvol, anderzijds niet. Data kan verouderen en niet meer representatief zijn. Zo stelt de overheid hier ook eisen aan, data mag maar een aantal jaar bewaard blijven. Als laatste is security heel belangrijk bij CZ. Er is een volledige afdeling toegewijd aan de bescherming van al deze data. “Als wij gehackt worden, hebben wij een enorm probleem. Stel je voor dat een belangrijk persoon een erfelijke ziekte blijkt te hebben waar niemand van af

weet. Dan wil je niet dat dit naar buiten komt.” Om in te loggen bij CZ moet je 3 stappen doorlopen. Het hele systeem is zo ontworpen dat het waterdicht is. Technisch Bedrijfskundige binnen CZ

Jorrit is een goed voorbeeld van hoe je als bedrijfskundige werkzaam kunt zijn binnen CZ. Hij geeft leiding aan zeven teamleiders. Jorrit heeft dus als bedrijfskundige een mooie functie in het management weten te bekleden. Maar dit is niet de enige mogelijkheid voor een bedrijfskundige, zo kan het ook meer specialistisch. Er zijn verschillende business analisten die naar processen kijken en beoordelen of deze efficiënter uitgevoerd kunnen worden. Zeker omdat de meeste opdrachten nu in scrumteams uitgevoerd worden, is deze inbreng van een bedrijfskundige erg belangrijk. Ook zijn er meer logistieke problemen binnen CZ, zo was er bijvoorbeeld een printstraat waar drie à vier keer per jaar drie miljoen brieven verzonden moeten worden. Dit is typisch een probleem voor een technisch bedrijfskundige. Veel technisch afgestudeerden zijn

specialistisch afgestudeerd. Dit zijn vaak hele slimme mensen, maar vinden het soms lastig bedrijfskundig te kijken. Een bedrijfskundige is vaak eerder een generalist die abstract en procesmatig denkt, dit kan het proces goed in balans houden. Toekomst

Jorrit geloof dat IT het verschil zal gaan maken in de zorg. Als het aan hem ligt moet er nog veel harder op in gezet worden door bedrijven. Zo is hij ervan overtuigd dat CZ uiteindelijk een ICT bedrijf moet worden. Er zijn veel technieken die al mogelijk zijn maar nog niet uitgevoerd worden doordat er niet genoeg onderzoek naar gedaan wordt. Volgens Jorrit moet dit proces meer geïntensiveerd worden. CZ wil zich in de toekomst ten opzichte van andere verzekeraars gaan differentiëren op het gebied van service en gemak. IT en data zullen hier een grote rol in gaan spelen.

“Als wij gehackt worden, hebben wij een enorm probleem. Stel je voor dat een belangrijk persoon een erfelijke ziekte blijkt te hebben waar niemand van af weet. Dan wil je niet dat dit naar buiten komt.”

SCOPE JUNI 2018

De toekomst van de zorg Danone is een multinational waar iedereen wel eens van gehoord heeft. Dat Danone ook medische voeding produceert is echter niet bij iedereen bekend. Wat produceert Danone in de Nutricia-fabriek in Zoetermeer? Hoe draagt het bedrijf bij aan de gezondheid van de mens? En hoe verloopt het proces in de fabriek? Sijmen Schoeman, manager van de PBF-afvulafdeling, vertelt. TEKST Jade van der Linden DESIGN Ruben Sikkema

Hoe Danone gezondheid door voeding bij de mens brengt.

Betere kwaliteit van leven door voeding

De missie van Danone is “bring health through food to as many people as possible”. De producten van Danone zijn op te delen in vier categorieën: verse zuivelproducten, water, babyvoeding en medische voeding. “In Zoetermeer wordt het merendeel van de medische voeding geproduceerd. Op deze locatie maken wij een breed scala aan voedingen voor specifieke doelgroepen. Voor kinderen en volwassenen maken wij drink- en sondevoeding voor dieetbehandeling bij ziekte gerelateerde ondervoeding (bij o.a. kanker, longziekten en rondom operaties),

“Binnen de medische divisie streven we ernaar om de best mogelijke producten en de best mogelijke service aan onze klanten te bieden.” voedselallergie, stofwisselingsziekten en epilepsie. Daarnaast maken wij ook kant-en-klare flesvoeding voor zuigelingen gericht op ontwikkeling van hersenen en immuunsysteem en buik/ darmwerking. Met al deze voedingen leveren we een belangrijke bijdrage aan de missie van Danone” aldus Schoeman. “Binnen de Medische divisie streven we

ernaar om de best mogelijke producten en de best mogelijke service aan onze klanten te bieden. Wij noemen dit “Best Care”. Dit doen we door goed in contact te staan met onze patiënten, via zorgprofessionals zoals artsen en diëtisten. We proberen zo goed mogelijk te begrijpen waar patiënten behoefte aan hebben. Dit kan een specifieke oplossing zijn of misschien een variatie in smaak. Ook kan het om bijvoorbeeld een andere, gebruiksvriendelijkere, verpakking gaan. Daarnaast helpen we patiënten aan informatie over, bijvoorbeeld, de vergoeding van dieetkosten” aldus Sijmen. JUNI 2018 SCOPE

Sijmen Schoeman Sijmen Schoeman is manager van de PBF-afdeling (Plastic Bottle Filling) in Zoetermeer. In deze afdeling wordt medische voeding afgevuld in plastic flessen. Sijmen heeft Technische Bedrijfskunde gestudeerd aan de Universiteit Twente. Na zijn afstuderen heeft hij acht jaar als management consultant gewerkt. In 2015 is Sijmen gestart bij Danone als manager van het continu verbeterteam in de fabriek in Zoetermeer. Sinds 2017 geeft hij leiding aan de PBF-afdeling.

Van medische vraag naar product

Vanuit onderzoek en, zoals gezegd, vanuit contacten met zorgprofessionals en patiënten communities krijgt Danone inzicht in de (voedings)behoefte van patiënten bij specifieke aandoeningen. Deze vragen worden geïnventariseerd en getoetst op haalbaarheid. “Onze Research-afdeling beoordeelt hoe deze vragen op een medisch verantwoorde manier kunnen worden gevangen in een product. De afdeling Innovation (productontwikkeling) gaat vervolgens aan de slag met het ontwerpen van een oplossing. Zij beschikken over een proeffabriek waarin innovaties op kleine schaal kunnen worden getest. Wanneer deze testen succesvol zijn wordt het nieuwe product geïntroduceerd in de fabriek via onze interne afdeling Factory Activity Management. Om het product op industriële schaal te kunnen produceren wordt een gefaseerd proces doorlopen waarbij wordt getest op kwaliteit en efficiëntie (o.a. line stops en waste). Afhankelijk van het type product vinden er klinische studies plaats. Vervolgens wordt er een strikt change management proces doorlopen om de veiligheid, voedselveiligheid en kwaliteit van het product te borgen. Wanneer dit proces is afgerond, is het product klaar voor commerciële productie.”

Efficiëntere productie door continu verbeteren

Ieder jaar committeert Danone zich aan productiviteitsdoelstellingen om haar processen efficiënter te maken en daarmee haar kostprijzen te beheersen. Door het uitvoeren van verbeterprojecten en PSG’s (Problem Solving Groups) geven zij invulling aan deze productiviteitsdoelstellingen. Een PSG is een gestructureerde methode om een probleem op te lossen in teamverband, vergelijkbaar met een root-cause analyse. “Binnen mijn afdeling zijn we het afgelopen jaar gestart met een grootschalig programma om onze waste te verminderen. We zijn begonnen met het in kaart brengen van de machines waarop we de meeste uitstoot hadden. Vervolgens hebben we met onze operators en monteurs verbetersuggesties geïnventariseerd om de uitstoot op deze machines te reduceren. Voor deze suggesties hebben we specifieke verbeterprojecten gepland en uitgevoerd. Al deze projecten hebben geleid tot een waste reductie van meer dan 10% zonder concessies te doen aan de kwaliteit en voedselveiligheid van onze producten. Hiermee hebben wij heel wat flessen bespaard. Bovendien

hebben we additionele KPI’s toegevoegd in onze SIM-structuur om ook in de toekomst te kunnen blijven verbeteren op het gebied van waste” aldus Schoeman. SIM – Short Interval Management

Bij Danone wordt er gebruik gemaakt van een SIM-overlegstructuur. SIM staat voor Short Interval Management. Dit is de overlegstructuur waarbij zij per uur, dienst, dag en week de prestaties monitoren op de voor hun belangrijkste SQCDME-indicatoren (Safety, Quality, Cost, Delivery, Motivation, Environment). “SIM is onze basis om te sturen op resultaten en afwijkingen op te lossen. Onze Productie Teamleiders spelen een belangrijke rol in deze structuur aangezien zij op de hoogte zijn van wat er op de werkvloer speelt. Om die reden hebben wij een aantal jaar geleden de Productie Teamleiders meer naar voren geschoven in het ochtendoverleg. Voorheen was het zo dat onze Proces Engineers ‘s morgens binnenkwamen en dan de productielijnen langs gingen om te vragen wat de problemen waren. Daarna stonden zij dan in het ochtendoverleg de problemen uit te leggen. Uiteindelijk vonden we dat niet de juiste manier en hebben wij dus de rol van

“Het is erg leuk om te zien hoe de productie teamleiders zich de afgelopen twee jaar hebben ontwikkeld” SCOPE JUNI 2018

prestatieverantwoordelijke neergelegd bij de Productie Teamleiders.” Bij een verandering als deze is coaching erg belangrijk, volgens Sijmen. “We hebben dus niet alleen tegen de Teamleider gezegd “vanaf morgen ga jij het doen”, maar we hebben hem ook ondersteund om succesvol te kunnen zijn in zijn nieuwe rol. Bijvoorbeeld door met de teamleider mee te lopen tijdens zijn lijnronde en samen de dienstrapportages te beoordelen en te verbeteren. Het is erg leuk om te zien hoe de productie teamleiders zich de afgelopen twee jaar hebben ontwikkeld en dat zij nu veel zelfstandiger zijn in het oplossen van problemen samen met hun teams.”

Nutricia In 1896 werd zuivelfabriek Nutricia opgericht in Zoetermeer door Martien van der Hagen. In de beginjaren was het voedingsmiddelenbedrijf Nutricia gespecialiseerd in het produceren van voeding voor baby’s, later kwam daar medische voeding bij. In 2007 werd Nutricia overgenomen door Danone. Nutricia wil voorop blijven lopen op het gebied van medische voeding en voedingszorg voor (chronische) patiënten. Dankzij de proactieve medische benadering van voeding voor chronisch zieken maakt Nutricia een wezenlijk verschil in het leven van patiënten en draagt zij bij aan het behoud van onafhankelijkheid.

De kracht van Danone

De kracht van Danone is volgens Sijmen Schoeman het hele palet aan producten dat Danone aanbiedt. “Ik denk dat de missie van gezondheid brengen naar zo veel mogelijk mensen een mooi statement is en ik vind dat de organisatie heel bewust bezig is met invulling geven van deze missie. Het is alweer ruim tien naar geleden dat Nutricia (baby- en medische voeding) werd overgenomen door Danone. Veel recenter is de overname van White Wave (bekend van de Alpro-producten) waarmee Danone ook plantaardige

Danone Danone is een Frans voedingsmiddelenbedrijf, gespecialiseerd in zuivel en plantaardige producten, flessenwater, babyvoeding en medische voeding. Danone heeft onder anderen

alternatieven op zuivelproducten kan aanbieden. Danone heeft ons veel goeds gebracht als het gaat om bijvoorbeeld de veiligheid in onze fabrieken. Het centrale veiligheidsprogramma WISE (Working in a Safe Environment) heeft ertoe geleid dat wij nog bewuster omgaan met veiligheid in onze fabriek. Schoeman vindt de vrijheid om zaken

de volgende merken: Actimel, Activia, Danio, Nutrilon, Danoontje, Evian, Olvarit, Nutrison, Alpro en Nutridrink. Danone heeft een duidelijke missie: “Breng gezondheid door voeding naar zoveel mogelijk mensen”. Daar blijft het niet bij want Danone wil dit voor mensen van alle leeftijden, in elke sociale en culturele omgeving over de gehele wereld.

aan te pakken een leuk aspect van zijn werk. “De targets zijn duidelijk maar ik krijg veel vrijheid om te bepalen hoe ik hier, samen met mijn team, invulling aan geef”.

Danone is wereldwijd nummer 1 op het gebied van verse zuivelproducten. Evian is het best verkochte mineraalwatermerk ter wereld. Nutricia is gericht op gespecialiseerde voeding met leidende posities in de markten van baby- en kindervoeding en medische voeding. Meer weten over werken bij Danone? Ga dan naar www.workatdanone.com. JUNI 2018 SCOPE

Elevator pitch FOTOGRAFIE & DESIGN Ward Beekmans

SCOPE JUNI 2018

“

StUmobiel Introductie Wij zijn stUmobiel, een nieuwe vervoersservice voor senioren in Eindhoven en omgeving. StUmobiel is een concept dat de verbinding wil leggen tussen jong en oud en een bijdrage leveren aan de vermindering van het sociaal isolement van (eenzame) ouderen. Dit doen wij door studenten de senioren te laten vervoeren van en naar de activiteitencentra. Hierdoor willen wij ook de mobiliteit van studenten vergroten: Per kilometer die de student met een oudere rijdt, spaart hij deze kilometers op om deze privé in te kunnen zetten. Ideaal om de bierkratten uit je tuin te halen of voor een tripje naar de IKEA. Geschiedenis Het idee van StUmobiel is twee jaar geleden ontstaan bij het vak “Innovating by Design” van de USE-leerlijn New Product Marketing bij een opdracht van ZuidZorg Extra. De vier studenten (Max Morres, Lisa Stavenuiter, Marjolein Hordijk en Tobi de Kok) en hun coach Tom Hessels zijn vervolgens samen met ZuidZorg Extra het concept verder gaan ontwikkelen.

Waar we nu staan Dat was twee jaar terug. Na een traject van voorbereiding en fondsenwerving is inmiddels de eerste auto op de campus geparkeerd. De auto is door verschillende bedrijven gesponsord en is gestald voor het LaPlace-gebouw. De eerste senioren zijn de afgelopen weken door stUmobiel vervoerd en zij zijn erg enthousiast over het concept. De stress die zij bij andere vervoersservices ervaren is aanzienlijk afgenomen. Het doel Het doel van stUmobiel is om in de toekomst in en rond Eindhoven een halt toe te roepen aan het toenemend aantal eenzame ouderen. Ook willen wij het concept bij succes uitrollen naar andere steden. Maar daar hebben we jouw hulp voor nodig! Ben je geïnteresseerd om aan de slag te gaan als chauffeur of wil je meer informatie? Kijk dan op www.stumobiel.nl of mail naar info@ stumobiel.nl

Wie?

Elevator pitch

StUmobiel Tom Hessels www.stumobiel.nl

SCOPE biedt studenten, academici en professionals een podium om innovatieve ideeën te pitchen bij meer dan tweeduizend lezers. Uw ‘elevator pitch’ hier? E-mail SCOPE@industria.tue.nl

” JUNI 2018 SCOPE

De toekomst van de zorg Het Maxima Medisch Centrum (MMC) levert de beste zorg en persoonlijke aandacht, niet alleen door de grote variatie aan zorg die ze bieden, maar ook door de implementatie van betere bedrijfsprocessen, doormiddel van het optimaliseren van de zorglogistiek. Hierover sprak SCOPE Maarten van Mierlo, manager zorglogistiek bij het MMC. TEKST Emma de Bruijn FOTOGRAFIE Evelien van der Veen DESIGN Wout Olde Hampsink

Een ziekenhuis als bedrijf

Maarten, 43 jaar, werkt pas sinds drie jaar in de zorg. Hij is begonnen met het studeren van Economie en Rechten aan de universiteit van Utrecht. Na zijn studie is Maarten begonnen bij PostNL, waar hij in de lijn organisatie begon als teamleider van een sorteerfabriek. Al snel groeide hij door in een positie op het hoofdkantoor van PostNL. Hier werd Maarten na drie jaar programma manager Lean Six Sigma PostNL, gevestigd in Den Haag. In verband met zijn familie situatie besloot hij om een baan in de buurt van zijn gezin te zoeken. Hij richtte zich specifiek op de zorg, omdat zijn familie veelal in de zorg werkt en hij daarom vaak hoorde over hun passie voor de zorg. Al snel kwam

SCOPE JUNI 2018

Maarten uit bij het MMC, hier kon hij zijn interesse in de zorg combineren met zijn management en logistieke kennis. Hij begon als manager van de zorg, waarbij hij samen met een dokter bepaalde vakgroepen moest aansturen. Daarnaast zette hij het Lean programma op in het ziekenhuis om de manier waarop in het MMC wordt gewerkt te veranderen. In de loop van de jaren kwam het ziekenhuis in een situatie waarbij er moest worden bezuinigd. Kostenreductie is voor Maarten bekend terrein door zijn ervaring bij PostNL, daarom is hij begonnen met MMC Smart. Dit is een programma waarbij

processen met een bedrijfsmatige blik worden geĂŤvalueerd. Hieruit zijn meerdere projecten ontstaan, zeker op het gebied van capaciteitsmanagement, proces- en optimalisatie processen. Vanuit deze projecten werd voor Maarten de stap naar manager van de zorg logistiek erg klein. Bij deze functie is Maartens hoofddoel het kantelen van kolom-denken naar keten-denken. Ziekenhuizen zijn al lange tijd ingericht in kolommen, waarbij medici bepaalde stukken van de keten goed kunnen. Het benaderen van processen vanuit logistieke kant samen met medici laat zien dat er nog veel verbeterslagen te halen zijn.

Logistiek vs. Zorglogistiek De zorglogistiek is niet veel anders dan de “gewone” logistiek bij bedrijven, omdat het proces-denken op hetzelfde neerkomt. Je hebt net zo goed te maken met verschillende doorlopende processen, productstromen (patiëntenstromen), informatie systemen en financiële systemen. Echter komt er één aspect bij: het medische aspect. Hierdoor zijn er vele verschillende belanghebbenden zoals dokters, artsen, verpleegkundigen en de belangrijkste: de patiënt zelf, die tevens ook het “product” van de keten is. In essentie blijft de problematiek hetzelfde bij zowel bedrijven als binnen een ziekenhuis, alleen de patiënt staat centraal. Doktoren en medewerkers moeten daarom goed met elkaar communiceren, zeker aangezien huidige patiënten bij meerdere afdeling rondlopen. Communicatie wordt deels opgepakt door medici zelf, maar vereist ook een groot deel logistieke kennis om te kunnen faciliteren. De zorglogistiek is juist zo interessant omdat de zorg op zichzelf een vrij gescheiden organisatie is. Decennia lang hebben medici de regie gehad over hoe processen moesten worden ingericht, omdat de dokter weet wat de kwaliteit van de zorg zou moeten zijn. Waar men echter tegen aanloopt is dat de ontwikkeling van medische logistiek anders is dan wat patiënten, verzekeraars en de wereld om ons heen willen. Daarom is er een ander vertrekpunt gekozen waarbij service-en klantgerichtheid centraal staan, waardoor juist die kanteling van het proces erg belangrijk is. Als manager van de zorg logistiek is Maarten dagelijks bezig met het samenbrengen van de verschillende vakgroepen en zorggroepen die gebruik maken van processen. Daarnaast is capaciteitsmanagement erg belangrijk,

dit houdt in dat het personeel wordt gepland op de aanwezigheid van patiënten. Hierbij heb je een spoedstroom, afkomstig van de acute zorg, en een planbare stroom. Met voldoende volume is de spoedstroom goed te modelleren, dit wordt gedaan op basis van beschikbare data. Met alle data die tegenwoordig beschikbaar komt kan steeds meer worden gedaan. Door middel van het modelleren van data kunnen de capaciteiten optimaal worden benut en het proces het beste worden ingericht voor de klant. Verder is de planning van de operatie kamer (OK) programma’s belangrijk, omdat dit de dure capaciteit is van een ziekenhuis. Dit houdt in dat de klinieken en afdelingen goed vol liggen met patiënten en dat er genoeg personeel is om te helpen. Verdere logistieke inrichtingsvragen houden zich bezig met patiëntenstromen. Een dokter moet kunnen zien welke patiënt ze voor zich heeft, voor de kwaliteit, de financiële afwikkeling en het inplannen van vervolg afspraken. Door deze logistieke vraagstukken op te lossen kan het ziekenhuis optimaler haar processen inrichten. Kanteling Het Maxima heeft drie tot vijf jaar geleden besloten om het niveau van ondersteuning te verhogen. Er is doelgericht gezocht naar het verbeteren van de kwaliteit van ondersteuning, de kennis over logistiek en de kennis van processen. Er ontstond een nieuwe focus door de kanteling van kolomdenken naar proces-denken. Binnen het management ging de helft eruit om plaats te maken voor nieuwe kundige. De oorzaak hiervan was de behoefte aan nieuwe kwaliteiten van buitenaf. Deze nieuwe krachten, met verschillende achtergronden, zorgden voor een verfrissende blik.

Bij het MMC is de wil om te verbeteren erg groot, aangedreven door een stukje noodzaak. Dit komt vooral door zorgverzekeringen die vragen naar steeds goedkopere zorg en klanten die kunnen kiezen uit veel competitie. Er is daarom een trend van samenwerkingsverbanden ontstaan tussen ziekenhuizen, om goedkoper de beste zorg aan te bieden. Deze samenwerkingsverbanden zijn vooral op het gebied van innovatie en wetenschap, vaak gebonden aan de kennis en kunde van bepaalde medici. Maar ook op bedrijfsmatig niveau bestaan er samenwerkingsverbanden zoals ‘Improve’, waarbij een zestal ziekenhuizen door-ontwikkelen op het inrichten van bepaalde processen. Maarten netwerkt ook graag met andere ziekenhuizen vanuit Lean. Daarbij kijkt hij naar wat andere ziekenhuizen doen met bijvoorbeeld hun capaciteitsmanagement, omslag- of registratie proces. Als TBK’er werken in de zorg Ook al ligt de zorg niet meteen voor de hand bij een doorsnee technisch bedrijfskundige student, toch is er veel behoefte aan slimme mensen die kunnen bijdragen aan het systematisch verbeteren, snappen vanuit processen, logistieke stromen in kaart brengen en optimaliseren, datamining en modelleren. Capaciteiten waar vroeger misschien minder naar gekeken werd, omdat men dacht dat de zorg anders was. Er zijn verschillende functies bij het MMC als projectleider, proces eigenaren die klinische of poliklinische processen inrichten of telefonie en registratie optimalisatie. Zo zijn er op de afdeling van de zorglogistiek bij het MMC veel projecten van drie tot zes maanden om mee aan de slag te gaan.

“Kijk eens met een andere bril en je gaat heel veel dingen zien.” JUNI 2018 SCOPE

Technologie kan bij vele thema’s in de zorg ondersteunen om processen goed te laten verlopen. “Je kunt je voorstellen dat bij een ziekenhuis met 2300 man personeel, 200 artsen en honderdduizenden patiënten een hoop logistieke kennis nodig is om alles vlekkeloos te laten verlopen” aldus Maarten. De omvang van het ziekenhuis en het aantal patiënten dat wordt behandeld maakt het juist een ontzettend interessant bedrijf waarin logistiek en ontwikkeling centraal staan. Voor Maarten geeft het werken bij het MMC veel voldoening. Naast dat het heel mooi is om mensen te helpen en te worden gewaardeerd voor het werk dat je doet voor patiënten, is het fijn om een bijdrage te kunnen leveren door medische kennis te combineren met logistiek en management. Het feit dat Maarten een medische achtergrond mist is geen probleem, vooral omdat medici en management twee aparte vakgroepen zijn. Soms kan dit conflict opleveren, omdat er een grote switch is gemaakt van een medisch georiënteerde organisatie naar een samenwerkingsorganisatie. Dit vergt dat er meer gebruik moeten worden gemaakt van elkaars kwaliteiten om goed te kunnen samenwerken. Het concept van alleen medici binnen de

zorg is aan het verdwijnen, dit zorgt voor een alternatieve complexiteit, nieuwe spelers en een ander vertrekpunt. De ideale zorg Volgens Maarten wordt de ideale zorg bepaald door de kwaliteit en waarde van de service die je geeft tegenover de kosten die daarvoor moeten worden gemaakt. Het is daarom belangrijk om continue het gesprek met elkaar op te zoeken over wat zinnige en zuinige zorg nou werkelijk is. Dit kan soms lastig zijn, aangezien iedereen een andere werkelijkheid hierover heeft. Ook al betaalt elke patiënt een andere premie aan de verzekeraar, deze persoon verwacht er wel de beste zorg voor terug. Maarten hoopt daarom samen met medici een gezonde prijs-kwaliteit verhouding te vinden, waarbij een focus wordt gelegd op de patiënt. In zekere zin is het minder zakelijk dan in het bedrijfsleven, echter kan ook het MMC maar een keer haar geld uitgeven. De opdracht voor de zorg is dan ook om dit op de goede manier te doen.

vooral dat data een belangrijke rol gaat spelen, “Als wij data gaan begrijpen en gaan koppelen van ziekenhuizen, los van privacy regelingen, zijn er vele ontwikkelingsmogelijkheden, qua medicatie, qua thuiszorg beleving, en vele andere mogelijkheden.”. Hij verwacht daarnaast dat ziekenhuizen zich veel meer zullen concentreren op de acute, complexe zorg en patiënten meer vanaf thuis zullen doen. Echter ziet hij wel een probleem, namelijk dat de technologie veel sneller ontwikkelt dan het kan worden geïmplementeerd in de zorg. Implementatie duurt zo’n vijf tot tien jaar, dit komt vooral doordat het belangrijk is om de kansen van nieuwe ontwikkelingen te testen. Er moet een transitie komen, waarbij de snelheid van het implementeren van nieuwe technologie kan worden gecombineerd met medische verantwoordelijkheid. Zo kunnen ziekenhuizen ook de beste zorg aanbieden in de toekomst.

De toekomst van de zorg Als Maarten wordt gevraagd naar zijn verwachting over de toekomst van de zorg logistiek, verwacht hij

MMC Veldhoven Het Maxima Medisch Centrum is ontstaan op 1 januari 2002 uit een fusie tussen het Diaconessenhuis in Eindhoven en het Sint Joseph ziekenhuis in Veldhoven. Momenteel is het één van de grootste medische centra in regio zuidoost Brabant.

SCOPE JUNI 2018

Jouw talent. Zijn zekerheid.

CZ. Alles voor betere zorg.

CZ zoekt ICT-ers

Wil je meer weten, ga naar werkenbijCZ.nl

www.Þnaps.nl

e r ’ e W Do you have a passion for software, a skill for process analysis and want to translate this into client solutions then come and have a cup of coffee at our ofÞce in Amsterdam and learn more about the role as business engineer at Finaps! Finaps develops innovative business solutions based on advanced technologies such as the Mendix App platform SAS Business Analytics, Xamarin and open source initiatives. The different industries we are active in are Þnancial services, public sector, human resources, fraud and charity. With small, efÞcient, agile teams we design complex innovative applications for the heart of the clientÕs operations. Our Business Engineers have a background in econometrics, mathematics or industrial engineering as well as knowledge of speciÞc business domains. We have a can-do mentality and are solution driven, both from a technical point of view as well as in the service we provide.

! g n i r i H

We are all about building ÒBusiness Solutions that workÓ and we aspire to be a true partner for our clients. This ambition drives everything we do. Currently we work for clients such as ING, Rijkswaterstaat, de Hypotheker and Terre des Hommes. Next to large organizations we also help start-ups to realize innovative ideas such as Validata Group, who are now market leader in their industry. We want Finaps to be an inspiring and fun place to work, a place where people can grow and where we are proud of what we do and deliver. Everybody should feel that they are part of a team that is involved in meaningful work that will make the difference for our clients. Please check our website www.Þnaps.nl to meet our team, look for vacancies and read about interesting projects we worked on.

| Business solutions that work |

25 jaar SCOPE In het kader van het 25-jarig bestaan van SCOPE, gaan we dit jaar iedere editie terug in de tijd met een voormalig hoofdredacteur van het blad. Deze editie kijkt SCOPE terug met Marloes Groenewegen, die in de zesde jaargang (1999) hoofdredacteur was, op haar herinneringen aan de commissie en het blad in die tijd.

TEKST & FOTOGRAFIE Sander Jong DESIGN Robert Jans

Terug in de tijd; zesde hoofdredacteur Marloes Groenewegen Op een prachtig zonnige maandagmorgen in april vormt de campus van de Wageningen University and Research het decor voor het gesprek met Marloes over haar tijd bij de SCOPE. Gewapend met een aantal oude edities die zijn gemaakt onder haar hoofdredacteurschap zitten we heerlijk door deze oude bladen heen te bladeren. Hiermee worden gelijk weer oude herinneringen opgehaald. Het begin

Het avontuur van Marloes bij de SCOPE begon toen ze een aantal studiegenoten had gevraagd of die interesse hadden om samen aan het blad te gaan werken. In dat geval zou ze zelf de rol van hoofdredacteur op zich nemen. Hiervoor was ze nog geen redacteur geweest, of op een andere manier bij

de commissie betrokken. Wel had ze gelijk een duidelijk idee wat ze bij de SCOPE wilde bereiken. “Vanaf de start lag onze focus duidelijk op het opfrissen van het blad, zowel qua inhoud als layout. Een voorbeeld van een inhoudelijke verandering was de introductie van een aantal nieuwe rubrieken, zoals een briefwisseling tussen verschillende faculteitsleden en ‘SCOPE gaat vreemd’, waarin een interview werd gehouden met iemand van buiten het vakgebied. Deze veranderingen pasten ook goed bij wat ik wilde bereiken bij de SCOPE. Ik begin zelf niet aan een klus om simpelweg koers te houden. Ik wil dan namelijk ook die koers kunnen wijzigen, of in ieder geval invloed hebben om dingen te verbeteren als dat nodig is om verder te komen.” Ze is dan ook heel bewust voor de functie van

hoofdredacteur gegaan, om die ervaring al tijdens haar studie op te doen. “Het was een mooie manier om ervaring op te doen over hoe je samen met een team iets moois kan creëren, als aanvoerder van dat team. Die ervaring opdoen als hoofdredacteur is voor mij heel waardevol gebleken voor alles wat daarna kwam.” Commissie

Twintig jaar geleden zat de commissie qua structuur ook heel anders in elkaar dan nu. Waar nu de thema’s wel centraal worden bepaald en daarna iedere redacteur afzonderlijk de verantwoordelijkheid voor een artikel overneemt, ging het destijds veel meer collectief, vertelt Marloes. “Wij hadden binnen de commissie wekelijkse redactievergaderingen, waar JUNI 2018 SCOPE

de thema’s werden bepaald en waar ook per week de voortgang van de artikelen werd besproken. Daardoor was er destijds ook veel meer contact tussen de redactieleden.” Het feit dat dit later steeds meer is verdwenen, ziet Marloes dan ook niet per se als een goede ontwikkeling. “Het is wel heel leuk om onderdeel te zijn van een groter geheel als de SCOPE. Als je dan teveel individueel werkt, moet je je ook afvragen of je nog wel voldoende binding hebt met je redactie. Juist als je kijkt naar wat er zo leuk is aan commissiewerk is het dat je er zoveel van leert op het gebied van samenwerken. Wanneer werkt iets wel of niet en wat doe je als iemand zich niet aan de afspraken houdt?” Thema’s

De thema’s werden bepaald op de redactievergaderingen. Tijdens het gesprek en het doorbladeren van de oude SCOPE-edities valt al snel op dat er voor die tijd al vrij vooruitstrevende thema’s werden gekozen. Zo had één van de eerste edities met Marloes als hoofdredacteur het thema e-commerce; een onderwerp dat in 2018 de gewoonste zaak van de wereld is, maar dat twintig jaar eerder nog niet of nauwelijks bestond. Dit was typisch het soort thema waar vaak naar gezocht werd: “We keken juist naar thema’s die wel gerelateerd waren aan de opleiding, maar die nog weinig werden behandeld. De opleiding was toen, zeker in de eerste jaren, nog heel erg wiskundig en gericht op logistiek en goederenstromen. We kozen zelf graag thema’s die meer naar buiten georiënteerd waren, bredere

thema’s die relevant leken en waar we zelf ook graag meer van wilden weten. Dit kon ook goed met de mensen die we hadden: mensen met veel interesse hierin, waardoor we op die manier dieper op de inhoud in konden gaan.” Artikelen

De manier van artikelen schrijven was ook interessant, zeker vergeleken met de huidige gang van zaken. “Vaak waren er twee redactieleden samen verantwoordelijk voor een artikel en ieder redactielid deed meestal ook meerdere artikelen per editie. Dit was bewust, omdat je met twee meer weet dan één, twee meer horen dan één en je zo iemand had om mee te kunnen sparren over het artikel. Je ziet dit ook terug bij de inhoudelijke artikelen. Er waren vaak artikelen zonder interview als input. Dit waren dan vaak themaartikelen gebaseerd op desk research en heel soms ook wel een interview.” Niet alleen het inhoudelijke aspect woog mee bij deze keuze, er was nog een misschien wel veel belangrijkere reden. Volgens Marloes was een essentieel aspect namelijk ook dat het goed was voor de gezamenlijke verantwoordelijkheid. “Daar geloof ik nog steeds in, dat het belangrijk is als je samen verantwoordelijk bent voor een klus, dat je het dan zodanig indeelt dat je het ook als gezamenlijke verantwoordelijkheid voelt. Op het moment dat je meer eilandjes creëert en mensen te zelfstandig laat opereren, verlies je ook sneller de binding met dat uiteindelijke doel waar je het voor doet met elkaar. Dat was de belangrijkste

reden wel voor ons om het op die manier te doen.” Overall herinneringen

Over het algemeen zijn de herinneringen van Marloes aan haar tijd als hoofdredacteur bij de SCOPE heel goed te noemen. “Ik heb er een warm en positief gevoel aan overgehouden. Het was een leuke en leerzame tijd. We hebben dingen kunnen veranderen en dat vind ik leuk, dat ben ik ook later blijven doen. Zoals al gezegd ga ik geen klus aan om koers te houden, maar om dingen te veranderen. Dit hebben we gedaan, zowel qua lay-out als inhoudelijk. Daarnaast hadden we een goed werkend en hecht team, dat bestond uit veel flexibele en goed gemotiveerde mensen.” Naast de herinneringen aan de SCOPE merkt ze ook op dat je tegelijkertijd het grotere geheel, Industria, waar SCOPE onder viel merkte. “Ondanks het een losse commissie was, voelde ik me echt onderdeel van de studievereniging Industria. Dat was heel tof. Het was ook een leuke vereniging, wat ik merkte in al mijn commissies. Je ziet ook dat mensen die actief zijn bij zo’n vereniging vaak ambitieus zijn, wat wel maakt dat je zeker ook iets gemeenschappelijk met elkaar hebt door de hele vereniging heen.”

Marloes Groenewegen Marloes Groenewegen is in 1996 begonnen met de studie Technische Bedrijfskunde aan de TU/e, waar ze bij Industria verschillende commissies heeft gedaan, waaronder een jaar hoofdredactie van de SCOPE. Na haar afstudeerproject voor Heineken, dat ze uitvoerde in Nigeria, heeft ze verschillende banen gehad. Ze begon bij Vodafone in trade marketing te werken, waar ze ook een jaar accountmanagement heeft gedaan. Na een jaar reizen kwam Marloes bij Philips, waar ze verantwoordelijk is geweest voor de webcamcategorie en innovatiemanager is geweest. Daarna is ze ook nog gaan lesgeven en heeft een halfjaar in Bhutan gewoond voordat ze in Wageningen neerstreek. Daar is ze eerst drie jaar lang programmamanager Voeding en Gezondheid geweest. Momenteel werkt ze als operationeel directeur bij StartLife, een incubator die alle food- en agristartups in Nederland begeleidt van idee tot realisatie van een business plan. Daarnaast helpen ze met ophalen van vervolgfinanciering voor een project.

SCOPE JUNI 2018

Strategy & Operations Traineeship Ben jij sterk analytisch ingesteld en beschik je over sterke communicatieve vaardigheden? Heb jij veel affiniteit met supply chain en het optimaliseren van logistieke processen? Kun jij daar bij de juiste balans vinden tussen kosten en customer service levels Ă¨n heb je gevoel voor politieke verhoudingen? Solliciteer dan met je CV, motivatie en cijferlijsten van je middelbare school tot en met je universiteit. Neem contact op met de recruiter van Deloitte Consulting: Julia Plandsoen via jplandsoen@deloitte.nl

JUNI 2018 SCOPE

25 jaar SCOPE

SCOPE bestaat dit jaar 25 jaar. In die jaren hebben veel onderwerpen de revue gepasseerd. In de SCOPE’s van de vijf-en-twintigste jaargang kijken we terug op de vroegere jaargangen met deze SCOPE jaargang zes tot en met elf.

Terug in de tijd; SCOPE rond de eeuwwisseling In de eerste editie van de nieuw geformatteerde SCOPE wordt de opkomst van de 24-uurs economie beschreven en besproken. Daarbij wordt de focus gelegd op het tijdsgebrek die de maatschappij ondervindt. Verder spreekt de SCOPE met Jan Marijnen fractieleider van SP in “SCOPE gaat vreemd met…”. Deze SCOPE is er ook een onder leiding van Marloes Groenewegen, over wie een interview te vinden is op pagina 19.

Naast al haar vaste rubrieken, zoals de boekbespreking, VBI en faculteitsnieuws, is er in deze SCOPE een heleboel te lezen over het belang van Corporate Image. De invloed van klanten op het imago van bedrijven wordt benadrukt. Hierover wordt onder andere iemand bij KPN geïnterviewd. Verder vertelt Roel de Bijl over zijn ervaringen als manager van een containerterminal op de maasvlakte en wat hierbij komt kijken.

SCOPE JUNI 2018

Het begrip E-commerce wordt geïntroduceerd en daarmee de groeiende vraag naar IT specialisten, het verdwijnen van winkels en het ontstaan van een virtuele markt. De ontwikkelingen bieden nieuwe mogelijkheden om goedkoop een bedrijf op te zetten via het internet, dit bespreken twee afgestudeerden dan ook in het artikel “Het begin van een cyberstore”. Daarnaast is er een interview te lezen met (oud)keeper Edwin van der Sar.

Het begrip leiderschap heeft vele definities, echter wordt er in deze SCOPE ingegaan op de karakteristieken die een echte leider zou moeten hebben. Zo worden grote leiders uit de geschiedenis benoemd om een beeld te schetsen van leiderschap. Daarnaast worden leiders zoals hoofdcommissaris IJzerman geïnterviewd. Maar ook de rector magnificus Martin Rem van TU/e komt voorbij met een interview over zijn leiderschapscapaciteiten.

In een periode waar fusies aan de orde van de dag zijn, kan een SCOPE met dit thema natuurlijk niet uit blijven. Er wordt ingegaan op de succesfactoren bij een fusie en de juridische aspecten hiervan. Daarnaast wordt er gekeken naar een aantal grote Europese fusies en wordt er dieper ingegaan op de fusies die hebben geleid tot het ontstaan van Corus en het ROC. Daarnaast nog een interview met Herman van Veen.

Een SCOPE over innovatie management. Want in de jaren 90 maakt de economie grote veranderingen door. De industrie wordt steeds klantgerichter en dus sneller en complexer. Daarnaast gaat de technologie in grote stappen vooruit. Om te kijken hoe grote bedrijven hier mee omgaan, gaat SCOPE naar ASML en DSM. Verder nog een artikel over de introductie van een nieuwe onderwijsomgeving: studieweb TM.

Voorafgaand aan de invoer van de euro komt SCOPE met een editie omtrent de nieuwe munt. Rond de wisseling betaalt men met guldens maar krijg je euro’s terug. Voor vele bedrijven houdt het belangrijke veranderingen in. Daarnaast wordt Paul Witteman geïnterviewd in “SCOPE gaat vreemd” en wordt de nieuwe decaan van de faculteit geïnterviewd. Ook is een verslag te lezen van een bedrijfsbezoek aan de Dommelsche bierbrouwerij.

Repetitive Strain Injury komt bij één op de vijf werkende Nederlanders voor. Reden om er een SCOPE aan te weiden; het begint met een uitleg waarna er zelfs praktische oefeningen besproken worden die de lezer zelf op kan pakken. Verder gaat SCOPE vreemd met Tattoo Bob en wordt verteld over de nieuwe indeling van bachelor en master. Tot nu toe bestaat Technische Bedrijfskunde namelijk uit een enkel vijf-jarig programma.

De eerste SCOPE van het nieuwe millennium. Er is een shift te merken bij bedrijven van interne, bedrijfsgerichte ontwikkelingen naar Supply Chain Management. Een geschikt thema dus voor het congres en voor deze SCOPE. Wat is Supply Chain Management? Hoe kan het worden toegepast op personeelsbeleid? En hoe wordt het toegepast door bedrijven zoals Grolsch, dat in 1999 de Nederlandse Logistiek Prijs won?

Er wordt gekeken naar de flexibele werkplek. Kantoren en personeel worden flexibeler ingezet en ingericht. Het open en innovatieve kantoor van Interpolis wordt hier als voorbeeld genomen. Maar niet alleen op kantoor wordt er flexibeler gewerkt, ook thuis. Flexwerkers, hoe kan een bedrijf het beste met ze om gaan om ze toch nog bij het bedrijf betrokken te houden. In deze SCOPE ook een eerste kennismaking met de nieuwe decaan van onze faculteit.

Misschien wel een thema wat het meest uit de tijd gegrepen is. De optie om met een mobieltje muziek te kunnen luisteren of video te kunnen bekijken komt voorbij en er wordt gesteld dat een mobieltje nooit de functionaliteiten van een pc zal hebben. Daarnaast komt het leger des heils in de vorm van Majoor Bosshardt voorbij in “SCOPE gaat vreemd” en reflecteert de SCOPE op zichzelf door middel van een uitgebreide enquête.

Het thema van deze SCOPE bespreekt privatisering en neemt daarbij een sprekend voorbeeld; de energiemarkt. Privatisering is goed om de publieke belangen te kunnen blijven behartigen maar geeft ook problemen voor de controle door overheden. Verder komt Argentinië voorbij als land om stage te lopen, komt SP kamerlid Harry van Bommel langs en worden de plannen voor een Industria borrelruimte steeds concreter.

JUNI 2018 SCOPE

Een thema omtrent het milieu welke aftrapt met een quote; “er bestaan geen milieuproblemen”. In ieder geval als de grondstoffenkringloop actiever wordt nagestreefd. Verder komen organisaties als Greenpeace en milieudefensie voorbij en nodigt Paul Enders de lezer uit op de eerste borrel in wat later ‘The Villa’ zal gaan heten. En ook al komt Heineken voorbij in deze SCOPE, er wordt toch Grolsch geschonken.

Het bekendste voorbeeld van onderhoud, de APK, leidt deze SCOPE in om vervolgens verschillende onderhoudsgebieden te behandelen. Plannen van onderhoud en een juiste aanwezigheid van spare parts zijn erg belangrijk. Naast het thema is een interessant artikel over een uitwisseling naar Linköping te lezen en ook een verslag omtrent de TIMES Case Study die in dit jaar ge-organiseerd is door Interactie.

Deze SCOPE behandelt het landschap van de overheid. Het gaat over de politiek en de interesse naar maatschappelijke relevant bezig zijn. Onderwijs, politie, waterschappen en defensie zijn voorbeelden die voorbijkomen. Verder komt een verslag van een stage in Japan voorbij en vertelt de voorzitter van Industria over veranderingen binnen de vereniging. Zo vindt de Case-Night voor de eerste keer plaats.

Een SCOPE omtrent de geestelijk leraar uit het hindoeïsme; de goeroe. Goeroes uit de marketing, organisatiekunde en de logistiek komen aan bod. Verder vertelt Paul Enders over een stage in Oxford en komt Jaap Backx voorbij met een beschrijving van zijn werkzaamheden als ‘associate’ bij BCG. Verder is een verslag te lezen omtrent de winnaars van de CaseNight. zij mochten een dag in een nieuw Volvo model meerijden.

SCOPE JUNI 2018

Het voorwoord van deze SCOPE laat al zien op hoeveel verschillende manieren er naar personeel gekeken kan worden. Zo behandelt een artikel wat er allemaal nodig is om werknemers aan te trekken maar ze ook te behouden. Verder komen een aantal website tips voorbij en is de eerste advertentie van VillaBDK te zien; de moeite waard om te bekijken. De lezer wordt dan ook wederom uitgenodigd op de donderdagborrel.

80 procent van de faillissementen in 2002 betrof bedrijven jonger dan vijf jaar, maar toch wordt het aangeraden om te ondernemen. Deze SCOPE geeft tips hoe te overleven als High-Tech Starter. Ook wordt behandeld hoe financieel gezien te starten op de arbeidsmarkt. De studiereis naar Mexico komt voorbij en vanaf deze SCOPE heeft de redactie een nieuwe structuur, hopelijk leidt dat vanaf deze editie tot een nog professioneler blad.

Een breed thema met veel voorbeelden van verschillende trends. Zo komt Coca-Cola voorbij met hun mondiale vorm van reclame maken en volgt een uitgebreid artikel omtrent de trends in supply chain management. Daarnaast komen grote bedrijven als Nike, Philips en Heineken voorbij. Nike en Philips vertellen over hun samenwerking om sportief bezig zijn te motiveren bij het grote publiek.

Deze SCOPE schittert met een nieuwe lay-out. Deze zal slechts zes SCOPE’s gehandhaafd worden. Het thema behandelt het congresthema van dit jaar en gaat in op allianties in verschillende vormen. Verder komt Unilever voorbij en is een artikel te lezen over de brandweer op de TU/e en de uitdagingen waarmee zij te maken hebben. Verder wordt verteld over het achtste lustrum en daarbinnen over de Industria reünie.

In jaargang vier kwam kennismanagement ook al eens aan bod. Het is een blijvertje in de bedrijfskundewereld, zo wordt gesteld in deze SCOPE. Een karikatuur van Einstein vormt zo het beeld van deze editie. Kennismanagement in de praktijk komt aan bod en een verslag van een alumnus komt voorbij genaamd ‘Night Fever’. Hij werkt voor het grote Heineken in een nieuwe markt in Vietnam.

De belangrijkste resource van een bedrijf wordt behandeld in deze SCOPE; de mens. Human Performance is een belangrijk vakgebied en zodoende komen artikelen langs over de kernkwaliteiten van mensen en een persoonlijkheidsmodel wordt besproken. Daarnaast komt een interview voorbij van een studente die moeder is geworden. Hoe is studeren en het moederschap te combineren?

Wie heeft de macht en hoe is deze verdeelt binnen een organisatie. Oftewel; wie is de baas? Een interessant thema wat vanuit verschillende perspectieven belicht wordt. Bijvoorbeeld de machtspositie van zowel vrouw als man, of van werkgever en werknemer. Manipulatie en seks als machtsmiddelen komen voorbij. Verder is over Guido Weijers te lezen, die optrad ter ere van het achtste lustrum van Industria.

Radio Frequency Identification (RFID) wordt behandeld met een specifieke toepassing op intelligente logistiek. Futuristische voorbeelden omtrent slimme winkelwagentjes in de supermarkt of een informatiezuil in een restaurant welke je allergieën doorgeeft aan de kok komen voorbij. Naast dit thema komen giganten Shell en Daf voorbij en is een verslag te lezen over een heuze Groningen reis voor tweede- en derdejaars studenten.

Deze SCOPE is de laatste voor de nieuwe lay-out en eigenlijk een tussen-editie voor de twaalfde jaargang echt begint. Productiviteit in het arbeidsleven wordt besproken. Het gaat onder andere over de vergrijzing in Nederland. Daarnaast komt de eerste versie van de moderne routeplanners voorbij en de theorie hierachter. En het verslag is te lezen van het 22ste Industria Congres met in dit jaar maar liefst 340 deelnemers.

JUNI 2018 SCOPE

25 jaar SCOPE In de komende SCOPE’S komt steeds een artikel van toen terug. Dit keer een artikel met Paul Witteman, een van de bekende nederlanders die in SCOPE gestaan heeft.

Terug in de tijd; Een artikel van toen Op dit moment presenteert Paul Witteman bij de VARA naast Barend en Witteman ook nog het (jongeren)lagerhuis en het wetenschapsprogramma “een geweldige tijd”. Toch heeft hij even tijd vrij kunnen maken voor SCOPE. TEKST Niels Agatz DESIGN Ward Beekmans

SCOPE gaat vreemd... Met Paul Witteman, journalist, columnist en tv-presentator Kunt u een SWOT-analyse van uzelf geven?

Mijn eerste sterke kant is dat ik tamelijk snel denk en praat. En vooral ook eigenlijk dat er weinig tijd zit tussen denken en praten. Zodat ik datgene wat in mijn hoofd komt ook goed kan formuleren. Ook kan ik goed nadenken en luisteren tegelijk. Er zijn mensen die veel beter kunnen nadenken dan ik, maar goed kunnen luisteren is in mijn vak heel belangrijk. Mijn zwakke punt is dat ik in het algemeen snel van mijn stuk gebracht wordt. Soms laat ik mij door emoties teveel afleiden van de kern van de zaak. In een interview weet ik dit gelukkig goed te verbergen. Dit is slechts een kwestie van routine. De VARA geeft mij de kans om alles te doen wat ik wil. Dit vormt daarom tegelijkertijd een bedreiging omdat het gevaar bestaat dat ik me op één moment met teveel dingen bezig houd. Ik wil in de toekomst de kans grijpen om gas terug te nemen en een andere richting in te slaan. Wat zijn belangrijke, persoonlijke eigenschappen om uw functie te kunnen vervullen?

Om mijn functie te kunnen vervullen moet je beschikken over een enorme nieuwsgierigheid en een ongebreidelde werklust. Welk beeld heeft Bedrijfskunde?

van Technische

Ik heb totaal geen beeld van Technische Bedrijfskunde. Het klinkt erg bèta; ik ben zelf meer alfa. De bedrijfskunde staat zover af van mij en mijn directe omgeving dat ik hier geen beeld van heb. SCOPE JUNI 2018

Zou een technische bedrijfskundige waardevol kunnen zijn in uw omgeving?

Ik heb mij eerder met deze vraag bezig gehouden omdat ik zelf een leidinggevende functie heb bij de VARA. Ik heb mij dan ook beziggehouden met het aansturen van processen en het vernieuwen van processen. Dit richt zich in mijn functie bij de VARA echter zo op een creatieve taak dat dit zich niet laat vatten door allerlei bedrijfskunde modellen. We hebben bij de VARA natuurlijk ook een commerciële en zakelijke poot en hier zal een technisch bedrijfskundige vast nuttig kunnen zijn. Heeft onze maatschappij meer behoefte aan specialisten of aan generalisten?

Ik zeg aan generalisten. Dit omdat de behoefte aan specialisten, die er natuurlijk in toenemende mate is, voldoende wordt vervult door de verschillende studierichtingen. Maar mensen met een bredere kijk op de wereld die tref je nog maar zelden aan. Dit ook omdat een vakgebied als sociologie uit de gratie is geraakt. En hier kwamen naar mijn mening toch veel grote denkers uit voort.

het optimisme van de bestuurders met betrekking tot de ontwikkeling van de euro wel voldoende op zijn plaats was. Dit wantrouwen wordt nu behoorlijk bevestigd. We hebben natuurlijk nog niet te maken met een echte crash, maar het zou mij niets verbazen als dat duistere conglomeraat van bestuurders, banken en Europese politici beslissingen voor ons hebben genomen waar we normaal gesproken niet voor in waren geweest. Dit gebeurt natuurlijk met wel meer beslissingen, maar deze is nogal heel ingrijpend. Als u zelf ‘vreemd’ zou mogen gaan, welk beroep of welke functie zou u dan kiezen? En waarom?

Musicus. Ik zou mij willen gaan bezighouden met het bestuderen van de barokmuziek. Maar dan zal ik toch eerst moeten zorgen dat ik mijn inkomen heb veiliggesteld, want daar kun je niet van leven. Een enkeling uitgezonderd.

Heeft u zelf ook gestudeerd?

Ja. ik heb een jaartje conservatorium gedaan en een jaartje politicologie gestudeerd. Beide met weinig succes. Wat is uw mening over de euro?

Ik heb hier verschillende meningen over. Om te beginnen heb ik zelf altijd veel wantrouwen gehad tegenover de euro. Dit omdat ik me afvroeg of de burgers wel voldoende waren geinformeerd, of de burgers wel voldoende waren betrokken in de besluitvoering en of dat

Pagina 28 uit jaargang 8, editie 1

Faculteit TBKx is een jaarlijks evenement waar sprekers het podium krijgen ideeën te presenteren die in de toekomst hoge ogen moeten gooien. Dit jaar werden er ideeën gepresenteerd over ‘het transport van morgen’. Er werd gepresenteerd door Maijke Receveur (Lightyear), Jack Martens (DAF), Bart Takkenkamp (Wuunder) en Martijn Roza (Vanderlande). De vier sprekers hadden ieder een andere visie op het onderwerp en dat wekte veel interesse bij de bezoekers Daarom kan er gesteld worden dat TBKx ook dit jaar weer meer dan geslaagd is. TEKST Koen Pittens & Niek Segers FOTOGRAFIE Tom Hessels DESIGN Niek Segers

TBKx: Het transport van morgen “Vind het wiel nog maar eens uit” Op dinsdagavond 27 maart werden alle deelnemers verwacht in Het Ketelhuis op de Grote Beek. Als rasechte Hollanders kwam iedereen klagend binnen, want het weer was barslecht. Ondanks dat werd het tijdens het diner al snel gezellig. Alumni, die elkaar wellicht weer na enige tijd zagen, en de studenten, die altijd wel wat te vertellen hebben, maakten het eerste uurtje makkelijk vol. Om 20.00 begon hetgeen waarvoor iedereen was gekomen. Dagvoorzitter Hans Jeekel opende het evenement en introduceerde het thema: “Het transport van morgen.” Voor alle aanwezigen was het ongetwijfeld duidelijk dat er op het gebied van transport veel veranderd kan en moet worden, maar hoe? Om een antwoord op deze vraag te krijgen, werd het tijd om naar de vier sprekers te luisteren. Maijke Receveur vertelde namens Lightyear haar visie voor de toekomst.

mikt zich vandaag de dag op het verder ontwikkelen van de Lightyear One en de onderliggende technologieën. De focus ligt nu op het zorgen dat Lightyear betrouwbaar de markt intreedt, om over enkele jaren te starten met het produceren van meer volume. Maijke was erg enthousiast en had het volste vertrouwen dat Lightyear misschien wel dé oplossing is voor ons toekomstig vervoer. Over Lightyear zullen we de komende jaren vast en zeker meer horen.

DAF Jack Martens van DAF was de volgende spreker. Meteen begon hij met het feit dat er bij bedrijven als DAF altijd redenen zijn om te blijven innoveren. Zijn het niet de hedendaagse development drivers, dan zijn het wel de toekomstige drivers zoals, het kan maar niet vaak genoeg genoemd worden, het klimaatprobleem. De wereld verandert mee en daarmee DAF ook. Zo lanceerde DAF vorig jaar een nieuwe downspeeding aandrijflijn, wat tot zo’n 5%

Lightyear Lightyear is een jong bedrijf dat is opgericht door vijf TU/e alumni uit het Solar Team. Na het ontwikkelen van Stella en Stella Lux was het tijd voor wat anders: Lightyear One. Gedreven door de toenemende klimaatproblematiek vertelde Maijke ons over de Lightyear One. Deze auto rijdt volledig elektrisch en kan overal ter wereld worden gebruikt, doordat de auto zichzelf oplaadt met zonne-energie. Lightyear JUNI 2018 SCOPE

vermindering leidde in het brandstofverbruik en de CO2-uitstoot. Daarnaast vertelde Jack over nieuwe hybride technieken en de verdere automatisering van het transport, wat allemaal leidt tot vermindering van de CO2-uitstoot. Tenslotte kwam platooning aan bod. Bij platooning worden trucks elektronisch aan elkaar gekoppeld. Hierdoor volgen de trucks automatisch de route met dezelfde snelheid van de eerste truck, zonder hulp van de chauffeur. In 2022 staat de marktintreding van platooning gepland, wat voor lager brandstofverbruik, lagere CO2-uitstoot en een efficiëntere wegbezetting gaat zorgen. Duidelijk was dat Jack heel goed wist waarover hij sprak. Uit de vragen die hij kreeg bleek dat DAF geen onhaalbare en onrealistische projecten wil starten, maar optimaliseert wat het op dit moment kan. Kleine stappen voorwaarts leiden uiteindelijk toch ook tot grote vooruitgang? Wuunder Bart Takkenkamp trapt zijn verhaal af met de vergelijking van leveringen vroeger en leveringen van nu. Waar vroeger de melkboer je naam kende en je bestelling zelfs in je achtertuin kon achterlaten, komt nu een haastige postbezorger aan je deur die snel weer vertrekt wanneer de deur niet geopend wordt. Een andere ontwikkeling die zichtbaar is in het transport van SCOPE JUNI 2018

tegenwoordig, is de toename van het aantal pakketten dat verzonden wordt. Precies op deze twee vlakken slaat Wuunder haar slag. Wat is nu de levering van de toekomst? Wuunder doelt op een oplossing die voor zowel de verzender als de ontvanger gemakkelijk, persoonlijk en efficiënt is. Wuunder slaat de grootste slag in de eerste en laatste kilometer van de zending door de verzender aan de ontvanger te koppelen door middel van het Wuunder transportplatform. Dit platform maakt het mogelijk om pakketten naar de ontvanger te versturen in plaats van het woonadres. Doordat zendingen van verschillende vervoerders gecombineerd worden en er gebruik wordt gemaakt van elektrisch rijden, verwacht Wuunder veel CO2uitstoot te besparen. Kortom, de toekomst van de levering is niet alleen efficiënter, innovatief en groener, maar ook ouderwets klantvriendelijk. Vanderlande Net zoals het groeiende aantal pakketten dat wereldwijd verzonden wordt neemt ook het aantal vliegtuigpassagiers toe. Martijn Roza presenteert het concept ‘Bagage as a service’ als een van de oplossingen die bij het transport van morgen hoort. Bij deze service krijgt de passagier een universele koffer thuisgestuurd, die wordt opgehaald wanneer de koffer ingepakt is. De universele koffer maakt het mogelijk

om nog meer automatisering toe te passen op het verzendproces. Daarnaast kan het ruim veel efficiënter gebruikt worden vanwege de rechthoekige standaardvorm van de koffer. Dit samen zorgt voor een zeer betrouwbaar proces, waardoor het kwijtraken van een koffer bijna onmogelijk wordt. De koffer wordt al eerder verzonden naar de eindbestemming, waardoor de passagier zich tijdens de reis geen zorgen hoeft te maken over het inchecken. Daarnaast is het mogelijk om bij te houden waar de koffer zich bevindt en kan de passagier zien of alles goed gaat. Het blijkt dat in het transport van morgen de klantbeleving iets is wat steeds beter kan. Nadat de vier sprekers hun ideeën gepresenteerd hadden, was het tijd voor een drankje. Onder de deelnemers werd er nog verder gepraat over de avond en werd er volop gediscussieerd wiens idee nou de meeste potentie had. Dit laatste bevestigt dat het dit jaar weer een geslaagde editie was van TBKx. De grote diversiteit aan ideeën over “het transport van morgen” laat zien dat er nog veel werk te doen is. Uit de evaluaties bleek de tevredenheid van het publiek. TBKx; een mooie samenwerking tussen Alumnia en Industria. Tot volgend jaar!

Carrière Consultancy staat bekend als veelzijdig werk. Voeg daar de dimensie internationaal aan toe en het wordt voor Coen Kreuwels echt interessant. Ondertussen is hij met plezier al 24 jaar werkzaam buiten Nederland. In dit artikel vertelt hij over zijn carrière en zijn werk bij IBM, met een internationaal tintje.

TEKST Joris Bolhuis FOTOGRAFIE Tom Hessels DESIGN Ward Beekmans

Werken op het grensvlak van culturen Als kleine jongen die opgroeide in Maastricht fascineerden andere culturen hem al. Brood haalde hij net over de grens in Wallonië, andere inkopen deden hij en zijn ouders vaak in Luik en bij gebrek aan Nederlandse televisie tot de fabeltjeskrant om kwart voor zeven ‘s avonds begon keek hij altijd naar de Duitse programma’s. Hierdoor was zijn Duits al vroeg op niveau. Tijdens zijn studietijd heeft hij op eigen initiatief zijn talen bijgespijkerd door in Londen en Spanje lessen op lokale talenscholen te volgen en te logeren bij lokale families. De zes talen die hij spreekt hebben voor Coen altijd veel mogelijk gemaakt in zijn werkzaamheden. Zijn interesse in andere culturen en het ontdekken van de wereld loopt als een rode draad door zijn carrière. Na zijn opleiding technische bedrijfskunde aan de TU in Eindhoven begon hij er in 1989 aan zijn PhD. Tijdens zijn onderzoek

heeft Coen parttime voor Philips gewerkt als logistieke consultant om met name Electronic Data Interchange te implementeren in Philips fabrieken in zowel Europa als Het Verre Oosten. Na een periode van bijna vier jaar vertrok hij voor datzelfde Philips naar Italië, waar hij als procurement manager in een pc monitoren fabriek aan de gang ging, en toen zijn businessunit naar Taiwan werd verplaatst werd hij daar ITmanager. Ondertussen was hij getrouwd met een Italiaanse en wilde hij een vaste verblijfplaats voor zijn familie. Doordat het werken in Italië hem en zijn rol in de consultancy hem het beste waren bevallen ging hij in Noord-Italië bij IBM aan de slag als project manager bij internationale SAP-projecten. SAP Consulting bij IBM

Al bijna 20 jaar werkt hij hier aan de implementatie van grote internationaal georiënteerde SAP-projecten waarbij

hij veel samenwerkt met collega’s en klanten in andere landen. Dit bevalt hem erg goed. “Het werk is heel divers. Aan de ene kant is het heel concreet en operatief, maar aan de andere kant ben je ook vaak bezig met het definiëren en realiseren van strategische doelen. Het is leuk dat je met alle lagen van een bedrijf te maken hebt.” Ook trekt het Coen heel erg dat hij in de consultancy echt revoluties door kan voeren. “Je haalt het maximale uit een project en dan ga je naar de volgende en begin je weer vanaf 0 in een geheel andere omgeving en situatie. Het werken bij IBM is mij goed bevallen omdat het een open en internationale organisatie betreft met veel mogelijkheden.” Daarnaast is het voor hem een uitdaging om klanten SAP optimaal te laten gebruiken. “Het bevalt heel goed dat ik een impact heb op de processen en hoe mensen samenwerken. De beste consultants zijn die mensen die heel goed begrijpen

“Mensen vliegen elkaar heel vaak in de haren voor niets. Dat is ongelofelijk, dat kun je je niet voorstellen.” JUNI 2018 SCOPE

en zich kunnen inleven in wat klanten nodig hebben en heel goed weten wat SAP kan en niet kan en dat optimaal kunnen afstemmen.” Bovenal vindt hij de culturele verschillen heel interessant en een echte uitdaging. “Ik heb het altijd ontzettend interessant en uitdagend gevonden om op het grensvlak van culturen te werken. Als je als toerist ergens heen gaat zie je alles ‘van buiten’, maar als je met mensen werkt voel je ook echt wat er speelt bij mensen en wat de culturele verschillen zijn en dat is heel interessant. Ik vond het daarom ook altijd veel leuker om ergens te gaan werken in plaats van als toerist een land te bezoeken. In totaal heb ik in een stuk of 20 landen lokaal gewerkt. Dat is heel uitdagend en je leert altijd wat nieuws.” Vaak ben je volgens Coen als consultant de verbindende factor tussen de bedrijfsonderdelen in

verschillende landen en daar maakt hij het een en ander mee. “Mensen vliegen elkaar heel vaak in de haren voor niets. Dat is ongelofelijk, dat kun je je niet voorstellen.” Hij merkt op dat dit niet per sé aan de afstand tussen landen ligt. Als verklaring ziet Coen vooral het gebrek aan vertrouwen. “Mensen vertrouwen elkaar niet direct. De rol van consultancy is om de discussie terug te brengen op feiten en aan een vertrouwensbasis en goede werkbasis te bouwen. Niet alleen bij de klant maar ook in de eigen organisatie spelen culturele verschillen een belangrijke rol. Ook daar is het belangrijk dat de Italiaanse consultants goed samenwerken met lokale consultants in andere landen. Het voordeel is dat we binnen IBM met dezelfde methodologieën werken die een deel van de misverstanden wegneemt., maar ook hier gaat de samenwerking niet automatisch.”

Vergadercultuur

Tussen zijn thuishaven Italië en Nederland ziet Coen verschillende culturele verschillen: “Iets typisch Nederlands is de vergadercultuur. Als ik hier met mijn zakenpartner een afspraak wil maken, kan ik die morgen zien als het belangrijk is. Als ik dat in Nederland zou willen moet ik in de agenda gaan kijken of mensen een gaatje hebben. Italianen hebben een veel flexibelere agenda die ook een veel kortere horizon heeft. Agenda’s die vier a vijf weken vol zitten is hier meestal ondenkbaar.” Ook in het nemen van beslissingen ziet hij een andere benadering. “Als een beslissing genomen is wordt die in Italië sneller geaccepteerd zonder verdere discussie. In Nederland komt daarentegen na de beslissing achteraf nog een hele discussie op gang en is er geen snelheid om snel beslissingen door te zetten en een actie door te voeren. Daarentegen leidt de flexibiliteit

Coen Kreuwels Coen wilde toen hij jong was zoveel mogelijk landen zien en is daardoor op veel plekken geweest. Naast in 20 tot 25 landen gewerkt te hebben was één van zijn meeste interessante reizen zijn stage tijdens zijn PhD aan het IIASA instituut in Wenen, net voor de val van de muur. Toentertijd was het één van de weinige instituten waar Oost en West gezamenlijk onderzoek deden. De contacten die hij daar had opgedaan maakten het mogelijk af te reizen naar Rusland om bij vrienden uit die periode te verblijven. “Dat zijn reizen die je niet vergeet.” Curiositeit is iets wat Coen hoort. Hij wil graag altijd blijven leren en is hij telkens weer op zoek naar uitdagingen. Binnen IBM houdt hij zich naast zijn SAP-projecten dan ook onder andere bezig met cursussen voor IBM project managers, de aansturing van SAP-project managers in Italië en audits van grote, complexe projecten.

SCOPE JUNI 2018

“Vooral de mogelijkheid om innovatieve projecten te doen spreekt mij heel erg aan.” en improvisatie in Italië vaak tot een wirwar in de bedrijfsprocessen” Zelf combineert Coen graag de hogere acceptatiegraad van beslissingen in Italië met de typische Nederlandse aanpak om vooraf goed te luisteren naar alle betrokkenen in de definitie en keuze van de oplossing. Niet alleen in het maken van beslissingen zie je zijn Nederlandse achtergrond enigszins terugkomen. Coen houdt er ook van als mensen zeggen waar het op neerkomt. “In Italië zijn ze vaak wat minder direct. Ik zeg wel eens tegen mensen dat ze nu even geen blad voor de mond moeten nemen. Dat zijn ze vaak niet gewend. Als ze aan mijn openheid gewend zijn appreciëren zowel de consultants als klanten dat. Wat dat betreft heb ik een hele Nederlandse aanpak, ook in de relatie met de klanten om een betrouwbare partner te worden die wordt betrokken bij belangrijke strategische beslissingen.” Uitdagingen binnen IBM

Daarnaast werkt hij samen met veel getalenteerde jonge mensen. “In mijn team is de helft onder de 30. Ik vind dat heel verfrissend. Het houd je jong.” Voor hem is het een uitdaging het maximale uit de jonge consultants te halen, zonder ze af te branden. In Italië is het wel minder gebruikelijk veel verantwoording aan jonge consultants

te geven. “Eén van mijn consultants is twee jaar geleden begonnen maar heeft eigenlijk al de rol van een teamleider en praat direct met fabrieksdirecteuren. Zij begrijpt de processen en systemen ondertussen beter dan de klanten. Als iemand dat aankan duw je die steeds meer tot het randje en tegelijkertijd steun je diegene voor de klant. De mogelijkheden die we geven om talent snel door te laten groeien geven mij voldoening en zijn niet gebruikelijk in Italië. In het begin heb ik bij dat project een senior van in de zestig neergezet die één à twee dagen in de week kwam, maar hij is nu eigenlijk niet meer nodig. Het vertrouwen kweken is een uitdaging, maar bovenal heel leuk voor ons allemaal. De uitdaging is voor mij een team te vormen dat als een echt team opereert, ongeacht leeftijd en achtergrond, en het maximale uit de verschillende teamleden haalt.” Binnen IBM is coaching steeds belangrijker geworden en dat spreekt Coen heel erg aan. “Het begeleiden van mensen in het groeien in hun carrière is voor mij een andere uitdaging. In het laatste deel van mijn carrière zou ik me hier graag veel mee bezig houden en wil ik kennis die ik heb opgebouwd doorgeven aan jongeren.” Voorlopig heeft hij geen plannen om IBM te verlaten, niet alleen vanwege de internationale uitdagingen maar ook

omdat IBM vooroploopt in de nieuwe IT-trends, zoals Big Data, analytics, en cloud. “De capaciteit die IBM heeft om te investeren en de concurrentie voor te zijn is ongelofelijk. Vooral de mogelijkheid om innovatieve projecten te doen, door cursussen up to date te blijven in het veld en internationaal bezig te zijn spreken mij hier heel erg aan. Mijn kracht ligt daarnaast juist in de grote internationale projecten die ik bij IBM kan doen.” Band met Nederland

Coen is bijna 25 jaar weg uit Nederland, maar heeft nog altijd een binding met Nederland. “Ik heb er uiteraard familiebanden en zo af en toe ga ik voor een weekend vrienden opzoeken.” Ook gaat hij met zijn half Nederlandse kinderen graag naar Nederland op vakantie. Hij kiest dan voor de ‘echte’ airbnb accommodaties, om bij mensen thuis te zijn en ook zoveel mogelijk de Nederlandse cultuur in te ademen. “Mijn kinderen hebben zich geweldig geamuseerd met zaken waarin Nederland helemaal anders is. De openminded cultuur en sfeer in Amsterdam en Rotterdam bevalt hen heel erg. Die steden bezoeken is iets wat ik ook niet gedaan heb vroeger omdat ik altijd naar het buitenland ging. In feite heb ik sinds mijn kinderen wat groter zijn Nederland opnieuw ontdekt.”

“Sinds mijn kinderen wat groter zijn heb ik Nederland opnieuw ontdekt.”

JUNI 2018 SCOPE

Internationaal

Tegenwoordig hoeft er niet meer nauwkeurig te worden gekeken om te zien dat technologie een grote invloed heeft op hoe de fabrieken van vandaag werken. Langzaam maar zeker wordt er steeds meer gebruik gemaakt van de nieuwe innovaties zoals robots, the Internet of Things (IoT) en 3D-printen. Als Technische Bedrijfskundigen moeten we voorbereid zijn op deze veranderingen en ze kunnen implementeren om een concurrentievoordeel te behalen. TEKST Julie Knipping DESIGN Maarten van Asseldonk

Smart factories, de toekomst van vandaag Vision evenementen

Om studenten wat bij te brengen over hoe de industrie van de toekomst eruit zal zien, was er afgelopen jaar een series van evenementen, genaamd Vision, die dit onderwerp toelicht door middel van lezingen, workshops, bedrijfsbezoeken en bijpassende activiteiten. De serie bestaat uit een week aan seminars met elk een ander onderwerp die bij Smart Factories past. Elk seminar wordt gegeven in een andere stad in Europa. De serie eindigt met een Final Conference, die de gehele serie samenvat door de verschillende onderwerpen te verbinden, de uitkomsten van de series te bespreken, en met een breder perspectief naar het onderwerp kijken. Dit jaar zijn er al vier Vision evenementen georganiseerd en komen er nog drie aan, inclusief de Final Conference. Het nieuwe jaar is van start gegaan in Paderborn, Duitsland met als onderwerp Automatisering. In samenwerking met het beroemde Heinz-Nixdorf Instituut heeft Paderborn studenten meer bijgeleerd over productontwikkeling en geautomatiseerde productie met workshops en bedrijfsbezoeken bij Weidmüller en Hesse Mechatronics. Hier hebben de studenten geleerd om een Remote Control (RC) auto te maken in verschillende groepen. Nadat de studenten een model van de RC-auto hadden gemaakt, werd de productie voorbereid. Dit omvatte het schrijven van productiecode voor SCOPE JUNI 2018

machines en programmeerapparaten voor een geautomatiseerde productieuitvoering. Tegen het eind van het evenement kregen de studenten nog de kans om hun nieuwe vaardigheden te tonen aan de hand van een case study, die later gepresenteerd werd aan een professionele jury. Het tweede evenement in de Smart Factories serie ging over Robotica en Mechatronisch materiaal in Sevilla, Spanje. In Sevilla hebben de studenten geleerd hoe belangrijk robots en sensors zijn in de moderne industrie en hoe drones tegenwoordig worden

geïntroduceerd in fabrieken. Met het bezoek aan Dronetools zijn ze meer te weten gekomen over de bouw van drones en hoe de toekomst er voor die technologie uit komt te zien. Naast Dronetools zijn de studenten ook op bezoek geweest bij SolarMems, dat zich specialiseert in de ontwikkelingen van oriëntatie sensoren voor de ruimte en satelliet sectoren en daarnaast partner is van NASA. Met al deze nieuwe kennis, kregen de studenten een lezing om de gehele week samen te vatten. Het derde evenement vond plaats in Aveiro, Portugal met als onderwerp Artificial Intelligence. Gedurende de

“Hoe zal het gebruik van technologieën de productieomgeving veranderen en welke impact zal het hebben op Europese fabrieken in de komende 5 tot 10 jaar?” week zijn de studenten naar studenten teams van de universiteit van Aveiro gegaan. Hier zijn ze meer te weten gekomen over een auto die kan zien wat er om hem heen gebeurt: Atlascar, een robot-voetbalteam, Cambada dat al meerdere wedstrijden gewonnen heeft en Geometrix, een project dat een computer bijstaat met het helpen van het ontwikkelen van nieuwe leeromgevingen. En als klap op de vuurpijl zijn ze langs geweest bij Bosch om meer te leren over Artificial Intelligence in de industrie. Aan het

“ik heb zelf nog een arm van drie meter hoog mogen besturen met een Gameboy-achtige controller.” eind van de week hebben de studenten de kans gekregen om te debatteren over Artificial Intelligence in de industrie. Het vierde evenement dat pas geweest is ging over Intelligent Productions systems in Duitsland, München. Dit evenement bevatte veel verschillende

bedrijfsbezoeken, van BMW tot Production Robots. Bij deze bedrijven werd er meer geleerd over 3D-metaal printen, robot-arms en hoe onze toekomst zal worden met intelligent production systems. Naast deze vier evenementen komen er nog drie meer aan. Deze zullen gaan over Robotic Process Automation, Human Resources en de Final Conference in Darmstadt. Conclusie

Door de laatste jaren heen heeft Vision verschillende onderwerpen geïntroduceerd met als huidige onderwerp Smart Factories. Met nog 3 evenementen te gaan kan er gezegd worden dat het tijdperk voor automatisering, Internet of Things, 3D-printen en Artificial Intelligence zeker is aangekomen. De synergie tussen mens en machine is groter dan ooit. Nog meer nieuwe technologieën zijn aan het opduiken in elk veld en zullen binnenkort onmisbaar zijn in de industrie. Daarom is het belangrijk dat elke Technische Bedrijfskundige zich hierop voorbereid.

Wat is Vision? Sinds 1993 heeft ESTIEM het project Vision opgericht. Het is een Europese seminarserie met een jaarlijks wisselend, onconventioneel onderwerp met betrekking tot Technische Bedrijfskunde. Dit jaar is het onderwerp “Smart Factories – the future industry”. Onder dit onderwerp vallen subonderwerpen, deze worden allemaal apart behandeld in seminars in verschillende Europese steden. Aan het einde van de seminarserie, tijdens de Final Conference zal de grote vraag beantwoordt worden: “Hoe zal het gebruik van technologieën de productieomgeving veranderen en welke impact zal het hebben op Europese fabrieken in de komende vijf tot tien jaar?”

Review Martijn Buijvoets Het Vision evenement in München was van bijzonder hoge kwaliteit. Het programma zat dusdanig in elkaar dat we op de eerste dag de BMW fabriek bezochten waar we zagen hoe veel met robotarmen geautomatiseerd werd, om volgens de dagen daarna verschillende leveranciers van het productieproces langs te gaan. Zo zijn we bij Yaskawa geweest, een producent van robotarmen, en heb ik zelf

nog een arm van drie meter hoog mogen besturen met een Gameboy-achtige controller. De dag erna zijn we naar Oostenrijk gereisd naar B&R Automation. In dit ASML-achtige high tech bedrijf wordt hard- en software gemaakt voor industriële automatisering. De laatste dag zijn we nog naar EOS gegaan, waar ze met een laser siliconen en metaal 3D konden printen.

JUNI 2018 SCOPE

En verder

Alumni aan het woord In ‘Alumni aan het woord’ komen elke SCOPE twee leden van alumnivereniging Alumnia aan het woord. Zij vertellen over hun carrière, huidige werkzaamheden en de relatie met hun studie.

TEKST Richard Merk en Jasper van Rijn DESIGN Ward Beekmans

Richard Merk Hoe ziet je carrière er tot nu toe uit? Na mijn afstuderen ben ik aan het werk gegaan in de informatietechnologie. Ik ben een tijdlang consultant geweest op het gebied van kantoorautomatisering (KA). Vervolgens ben ik al weer jarenlang projectmanager voor projecten op het gebied van datacenters, werkplekken ed. geweest, zoals aan leverancierszijde als aan klantzijde. Momenteel ben ik gedelegeerd opdrachtgever voor de insourcing van de KA dienstverlening. Ik heb voor verschillende werkgevers gewerkt en opdrachten voor veel verschillende klanten gehad, zowel bedrijfsleven, financiële instellingen als overheid (politie, gemeentelijke en rijksoverheid) Wat zijn eventuele plannen? Sourcing strategieën in de informatietechnologie hebben mijn interesse. Wat kan een organisatie zelf, en wat kan ze beter uitbesteden. Doe je in je huidige werk nog veel met de dingen die je geleerd hebt tijdens je opleiding? De gereedschapskit die je meekrijgt is zeker handig maar je moet leren toepassen. De basis die de opleiding

je geeft is breed. Ik kan niet concreet aangeven welke specifieke zaken uit de opleiding ik dagelijks gebruik. Ik heb er wel een manier van denken meegekregen waar ik veel aan heb. Het zoeken naar en formuleren van de juiste probleemstelling is daar een voorbeeld van.

interesses en aanleg. Probeer daarin verdieping te zoeken en leer daar de gereedschapskist toe te passen. Bouw zo snel mogelijk concrete hands on ervaring op, liefst al tijdens je studie.

Is je werk vooral kwantitatief of kwalitatief? Heb je daar bewust voor gekozen? Lastig te beantwoorden omdat ik toch ook veel met cijfers en data werk, maar in de basis is het kwalitatief. Het gaat om het samenwerken met mensen, het vormen van teams, het afwegen van scenario’s met stakeholders en het nemen van beslissingen. Heb je nog dingen naast je studie gedaan? Heb je daar in je carrière iets aan gehad? Ja, ik ben penningmeester van ESV Demos geweest. Focus op de financiën is natuurlijk altijd een goede zaak . Welk advies zou je huidige studenten mee willen geven? Doe iets naast je studie. Zoek je stage en afstudeeropdracht bij je persoonlijke

Marjolein Kalsbeek SCOPE 1, 2018

Richard Merk

Adviseur zorglogistiek bij Laurentius Ziekenhuis Roermond

Leeftijd: 50 Jaar van afstuderen: 1995 Functie: Project Manager Organisatie: Divetro

? SCOPE JUNI 2018

Wordt volgende SCOPE bekend gemaakt SCOPE 3, 2018

Jasper van Rijn Hoe ziet je carrière er tot nu toe uit? Na mijn afstudeerstage bij Dow Chemical in Duitsland te hebben afgerond ben ik gestart als Supply Chain Analist bij Dow Chemical. Vervolgens de eerste zeven jaar daar diverse project en lijn functies vervuld binnen Supply Chain organisatie. Daarna overstap naar consulting gemaakt, nu zo’n acht jaar geleden. Eerst bij echte strategie kantoor (Booz Allen), vervolgens overstap gemaakt naar IG&H waar ik me vooral bezig houd met Supply Chain verbeter programma’s, primair toegespitst op de Retail sector. Wat zijn eventuele plannen? Mijn doel is om de supply chain praktijk van IG&H verder uit te bouwen. Daarbij zullen we continue moeten begrijpen hoe het retail landschap verandert en de omnichannel consument steeds andere eisen stelt aan de achterliggende supply chain. Daarnaast zullen we meer en meer ons advieswerk gaan uitrusten met ‘analytics’ en ‘technology’ componenten om de klant echt verder te helpen. Doe je in je huidige werk nog veel met de dingen die je geleerd hebt tijdens je opleiding? Industrial Engineering heeft als opleiding voor mij echt een basis neergelegd voor Supply Chain. Onderliggende principes over bijvoorbeeld foracasting, voorraadbeheersing, supplier management etc.. zijn soms nog steeds relevant en bieden houvast voor nieuwe oplossingen.

Alumnia is de alumnivereniging van Technische Bedrijfskunde en Technologie Management van de TU Eindhoven. Wij zijn een platform voor alumni en aankomende alumni om van elkaars contacten, relaties, competenties, kennis en ervaringen te profiteren. Leden van alumnivereniging Alumnia organiseren bijeenkomsten waarbij u als alumnus altijd welkom bent.

Is je werk vooral kwantitatief of kwalitatief? Heb je daar bewust voor gekozen? In de basis is het vak sterk kwantitatief en daar heb k bewust voor gekozen. Ondertussen in mijn rol komen sterk kwalitatieve elementen aan de orde. Bijvoorbeeld wanneer het gaat om team ontwikkeling. Heb je nog dingen naast je studie gedaan? Heb je daar in je carrière iets aan gehad? Naast wat commissie werk bij Industria, ben ik in mijn studententijd heel veel in het buitenland geweest (stage in Amerika, afstuderen in Duitsland, uitwisseling in Zweden). Wat ik hier vooral van geleerd heb is om zaken/uitdagingen/kansen niet te eenzijdig te bekijken. Nog steeds merk ik dat het verfrissend is om input op te halen bij verschillende mensen, van verschillende achtergrond. Maar het is ook vooral een erg leuke tijd geweest!

Jasper van Rijn Leeftijd: 41 Jaar van afstuderen: 1999 Functie: Director Retail Supply Chain Organisatie: IG&H

Welk advies zou je huidige studenten mee willen geven? Ik zou studenten drie dingen mee willen geven: 1. Geniet van de ongekende vrijheid die je hebt. Alle opties liggen nog open voor je en dat is een heerlijk gevoel. 2. Volg je passie en ga ervoor. Wat je met overgave en enthousiasme doet werkt aanstekelijk en brengt je omgeving ook in beweging. 3. Be technology-savy. Ontwikkelingen gaan momenteel razendsnel. Bij bedrijven wordt vernieuwing steeds vaker/ gemakkelijker getriggerd vanuit de jongste generatie werknemers. Je maakt jezelf ongelooflijk relevant als je in jouw vakgebied daar state-of-the-art in bent.

Ronald Crombag SCOPE 1, 2018

Jacques de Waal SCOPE 3, 2018

Directeur bij De Boom en het Meer en Gobike Nederland

General Manager Europe bij Keepgo

JUNI 2018 SCOPE

Alumnia Bestuursupdate

TBKx een succes, ideeën gezocht en een nieuw bestuurslid

Alweer twee maanden geleden vond de eerste activiteit van dit jaar plaats: TBKX. Een succesvolle samenwerking tussen Industria en Alumnia. Ruim 100 alumni en studenten lieten zich op 27 maart bijpraten over het transport van morgen. Het was een interessante avond waarbij opvallend was dat alle sprekers een duurzame visie in hun verhaal verweven hadden.

op zijn. We zetten daarom graag deze succesvolle samenwerking voort en kijken uit naar de editie van volgend jaar. Mocht je nog een leuk thema weten of zelf willen spreken volgend jaar, laat het ons weten!

Als bestuur zijn we erg blij met deze mooie samenwerking met Industria, waarbij Alumnia het evenement financiert en Industrialeden de kans krijgen om ervaring op te doen met het organiseren van het evenement. Tevens biedt het een mooie kans om studenten kennis te laten maken met onze leden en de gezelligheid binnen de vereniging.

Het lijkt nu toch echt te gebeuren: het vertrek van Technische Bedrijfskunde uit het Paviljoen. De verwachting is dat Technische Bedrijfskunde in het voorjaar van 2019 het Paviljoen gaat verlaten. Het Paviljoen, in 1956 gebouwd als noodgebouw tot in 1963 het Hoofdgebouw (Atlas) en Potentiaal (Luna) klaar waren, is al ruim 60 jaar oud en heeft al tig keer op de nominatielijst voor sloop gestaan. Redenen als een onverwacht grote studentengroei zorgden er echter voor dat het gebouw open bleef en uitgebreid werd.

TBKX werd met 4,5 uit 5 gewaardeerd door onze leden, een waardering waar we trots

Nu Technische Bedrijfskunde het gebouw toch echt gaat verlaten, willen we dit graag

vieren met een leuke Exit Paviljoen dag. We hebben al diverse ideeën, maar horen graag jouw input. Heb je ideeën of wil je graag mee-organiseren aan deze dag? Laat het ons weten via alumnia@tue.nl. We kijken uit naar je input! Als laatste nog een leuk nieuwtje vanuit ons als bestuur. Loek Botman zal ons komen versterken in de functie van algemeen bestuurslid. Loek is in mei 2017 afgestudeerd en sindsdien lid van Alumnia. Hij heeft heel veel zin om nog meer leuke activiteiten te organiseren voor de Technisch Bedrijfskundigen. Laten we er samen voor zorgen dat Alumnia, naast een goed netwerk, ook de plek is waar iedereen zijn oude studiegenoten weer eens tegenkomt. We wensen hem veel succes en plezier binnen het bestuur.

Activiteitenoverzicht 3 okt

Keynote

23 nov

Social drink

wo 3 oktober 2018

vr 23 november 2018

Nog niet bekend

Gratis

Houd alumnia.nl in de gaten om je in te schrijven. SCOPE JUNI 2018

Applied Micro Electronics â&#x20AC;&#x153;AMEâ&#x20AC;&#x153; B.V. AME is an independent developer and manufacturer of high quality electronic products located in the top technological region of the world (Brainport Eindhoven). Our goal is to create innovative products that exceed customer expectations. We accomplish this by integrating product development and manufacturing and keeping a clear focus on the product and its function.

Esp 100 | 5633 AA | Eindhoven recruitment@ame.nu +31 40 26 46 400

Driven by technology, we strive for the best solution combining the disciplines of electrical, mechanical, software and industrial engineering. Through creativity, passion, ambition, motivation and a highly educated level of our employees AME secures its goal of being a profitable company.

Power Conversion

Career Join our teams Driven to exceed expectations and to excel in creating innovative solutions, our team of experts in continuously looking for future best-in-class colleagues within the technological disciplines of applied physics, electrical, mechanical, software and industrial engineering.

Sensing

Internet of Things

Internships

If you are interested in working with a talented, ambitious and experienced AME is the ideal work environment to team of professionals using the best develop hands-on experience while tools available and would like to work completing your studies. You will be in a fast growing organization full involved in challenging real-world of career opportunities then you are projects and work with experts from a most welcome to apply for a job or multitude of technological disciplines. take a look at our opportunities by We invite you to get in touch with us visiting our website. to discuss any internship openings.

WWW.AME.NU

Column

De technisch bedrijfskundige zorgverlener

Foto PICSFORYOU

Bovengenoemd gevoel is inmiddels volledig onderuit gehaald. Eerder dit jaar ben ik met de Bachelor Studyclub meegegaan naar het Elkerliek Ziekenhuis in Helmond. Ik was verrast hoe de patiëntenzorg als bedrijfskundig proces benaderd kan worden. Dit brengt je tot prachtige vraagstukken op zowel logistieke als op procesmatige vlakken, en is het op te lossen probleem ineens veel uitdagender dan standaard cases uit de studie.

Bij mijn studiekeuze viel ik buiten de boot. Met familieleden in de zorg, heb ik getwijfeld om hen achterna te gaan. Uiteindelijk is toch met volle overtuiging de keuze op TBK gevallen. Voor mijn gevoel waren deze werelden totaal verschillend en losstaand.

De zorg is natuurlijk ook een geweldig grote wereld, waar enorm veel kansen liggen voor de kenniseconomie die Nederland nastreeft, en niet in de laatste plaats Brainport Eindhoven. De zorg zal altijd blijven bestaan, en er zullen nog veel innovaties plaatsvinden waar TBK’ers aan bij moeten dragen. Ook voor Industria liggen hier kansen om in te spelen op de markt. Sommige branches zijn zeer actief met het werven van nieuwe medewerkers. Vanuit die zorg is dat minder,

hoewel daar evengoed TBK’ers nodig zijn. Nu ook de specifieke studie voor Technische Bedrijfskunde voor de gezondheidszorg is weggevallen, moet er gekeken worden hoe studenten toch met deze wereld in aanraking komen. Voor mijzelf is de scheiding tussen TBK en de gezondheidszorg verdwenen. Dit inzicht kwam tijdens het genoemde evenement, en is dus zinvol geweest voor mijn eigen oriëntatie voor later. In deze laatste column zou ik dan ook graag aan alle studenten mee willen geven om hetzelfde te doen, en gebruik te maken van alle mogelijke manieren om je te oriënteren op de periode na het studeren. Want zo kom je mogelijk later in een wereld terecht, waar je nu nog niet aan denkt.

Ward Redel Voorzitter Industria

Foto PICSFORYOU

Zorgzaam onderwijs?

In de hedendaagse zorgsector zijn trends als digitalisering en robotisering niet meer weg te denken. Deze trends bieden de zorgsector enorme kansen om bijvoorbeeld kosten te besparen of efficiëntere processen in te richten. Echter, vormen deze trends ook bedreigingen op het snijvlak van technische ontwikkelingen in combinatie met het werken met mensen. In dit opzicht verschilt de zorgsector nauwelijks met de onderwijssector. Waar men in de zorg spreekt over patiënten, heeft het onderwijs het over studenten. Waar men in de zorg SCOPE JUNI 2018

spreekt over het digitaliseren van dossiers, digitaliseert men in het onderwijs de administratie en de leermiddelen. Waar men in de zorg steeds meer digitale hulpmiddelen gebruikt voor operaties, gaat het onderwijs steeds meer richting online colleges, online platformen en online ondersteuning. In essentie zijn beide sectoren hard op weg om het menselijke contact tussen de klant en het bedrijf tot het minimum te beperken. De voornaamste reden voor een student om naar college te gaan is in wezen gelijk aan de

reden voor een patiënt om naar een arts te gaan, aangezien men in beide gevallen een expert wil raadplegen over een ‘probleem’. Ondanks alle technische mogelijkheden valt of staat het oplossen van een menselijk probleem met de geruststelling en de kennis van een mens van vlees en bloed. In beide sectoren is het essentieel om, ten tijden van technologische ontwikkelingen en optimalisering, het menselijke aspect niet uit het oog te verliezen. Met de opkomst van Osiris, Canvas, MyTimetable, MyTU/e, het streamen van colleges, het nieuwe 10-uurig rooster, TU/e Strategie 2030, aanhoudende veranderingen binnen het BEP en alle andere ontwikkelingen, vergeet men gemakkelijk om te zorgen voor de student die het allemaal moet behappen. Of zoals Loesje ooit zei; het invoeren van passend onderwijs begint bij het vinden van bijpassende leerlingen.

Jan Kleinlugtenbeld Commissaris Onderwijs Industria

Column

Foto Hilde Weerts

Bullshit

Sinds een paar weken heb ik een nieuw favoriet woord: bullshit-jobs. Nee, geen bullshit-bingo. Bullshit-jobs. Het is een fenomeen dat in 2013 werd geïntroduceerd door antropoloog David Graber. Wat het betekent? Bullshit-jobs zijn banen die bullshit zijn. Zo simpel is het. Banen die onnodig zijn en niets aan waarde toevoegen. Aldus de personen die zelf de banen uitoefenen! Banen in marketing, communicatie, financiële dienstverlening, administratie en ga zo maar door. Mijn favoriete voorbeeld: de rocket scientists van topuniversiteiten die zich bezighouden met algoritmes die jou zo lang mogelijk naar reclames op Facebook laten kijken. Dat soort werk. Volgens diezelfde antropoloog zijn de bullshit-jobs de reden dat we ondanks automatisering en andere technologische vernieuwing nog steeds 40 uur of meer werken per week. Dat had men 50 tot 100 jaar geleden niet

voor mogelijk gehouden. Een werkweek zou maar uit 15 uur bestaan, dacht men toen. Verveling en te veel vrije tijd, dat zouden de problemen van de toekomst zijn. Niets is minder waar gebleken. We leven in het bullshit-tijdperk. Ikzelf heb een parttime bullshit-job. Parttime houd ik me bezig met mooi, nuttig werk dat de wereld verder helpt. Parttime houd ik me bezig met bullshit. Het eindeloos op en neer kaatsen van mailtjes. Meetings bijwonen die niks opleveren. Heidagen. Je kent het wel. En dat terwijl wij, als technisch bedrijfskundigen, toch een broertje dood zouden moeten hebben aan bullshit. Efficiëntie en toegevoegde waarde, dat zouden mijn favoriete woorden moeten zijn. Wij zouden pelgrims moeten zijn op een kruistocht naar het verminderen van de bullshitjobs!

Wat ik me trouwens afvraag: als er genoeg mensen zijn die technische bedrijfskunde studeren en er zo genoeg pelgrims zouden ontstaan, zou de werkweek dan korter gemaakt kunnen worden? Als we het goed doen, zou je dat op een gegeven moment toch terug moeten zien? Of valt er niet te optimaliseren tegen de bullshitgekte? Het zou wel een goede incentive zijn trouwens. De efficiëntie die je behaalt, daar wordt direct je werkweek mee verkort. Niks kosten besparen, gewoon eerder naar huis!

Cas van Elderen

Alumnus Technische Bedrijfskunde

JUNI 2018 SCOPE

presents

Lustrum Opening party

uminous blue 11 Lustrum Industria th

wednesday 26 september 2018

Check the Facebook Event for the ticket sale