Denken
in beelden Tineke Verdoes
Als Robin van zeven jaar het woord vis hoort, ziet hij in zijn hoofd een vis voor zich in een aquarium met daarboven een bordje met ‘Te koop’. Het ene woord vis voert hem in gedachten direct mee naar de dierenwinkel, waar hij graag vissen koopt. Robin is een beelddenker. Het visuele leersysteem is een snelle en associatieve manier van denken.
B
eelddenken bij kinderen krijgt steeds meer aandacht, maar is geen nieuw fenomeen. Al in de jaren dertig was Maria Krabbe in Nederland actief. Zij ontdekte dat sommige kinderen de informatie op een andere manier tot zich namen. Ze waren visueel ingesteld. Silvermann deed in de jaren tachtig onderzoek naar informatieverwerking bij kinderen. Volgens haar bestaan er een visueel-ruimtelijk geheugen en een auditief-volgordelijk geheugen. In 2010 werd er door Jaap Murre van de UVA onderzoek gedaan, met een soortgelijke uitkomst. Beelddenken is dus niet van deze tijd, maar vindt momenteel steeds meer zijn weg 16 I2015 I B. JRMGZN
naar het onderwijs door alle aandacht en boeken als Denken in Beelden, De jonge beelddenker, Beelddenken in de Praktijk, 26 letters en dan…? of In het rijk der beelden ben ik koning. Dit is een prettige ontwikkeling. 30 procent van de beelddenkers kunnen hun weg vinden in de overwegend linkerhersenhelft dominante samenleving zonder al te veel aanpassingen. 23 procent van de beeldenkers kunnen dit moeizaam. Met de juiste ondersteuning in het onderwijs wordt het gemakkelijker.
-- _ -----------OORSPRONKELIJKE BEELDDENKERS We worden allemaal geboren als een beelddenker. Als baby hebben we immers geen gesproken of geschreven taal. Kinderen hebben beelden nodig om taal te leren. Een peuter kan zelf een plaatje voor zich zien en is in staat om er het bijpassende woord aan te verbinden. Zo leert een jong kind praten en in woorden denken. Bij de meeste kinderen die ouder worden verandert het denken. Als het kind ouder wordt gaat het steeds meer in taal denken. Het kind wordt een taaldenker. Bij ongeveer 53 procent van de mensen gaat het anders. Zij blijven primair in meer of mindere mate in beelden denken en zoeken dan de taal erbij. We noemen ze beelddenkers. HOE WERKT BEELD DENKEN? Timo van elf jaar tekent wat er tijdens een les in zijn
B.I PASSEND
ONDERWIJS
Belevend leren
Als we het in de les hebben over breuken is het van belang dat er geuren, kleuren, ervaringen aan het beeld breuken worden gekoppeld.
hoofd gebeurt. Er ontstaat een hoofd met daarin een appelboom met en grasveld eromheen. Met woorden legt hij het zo uit: ‘Wanneer ik het woord “boom” hoor, dan zie ik in mijn hoofd een boom met appels. Ik heb namelijk plaatjes in mijn hoofd.’ Beelddenken vindt plaats in de rechter hersenhelft. Hierin bevinden zich de zintuiglijke waarnemingen, gevoel voor kleur, ritme, ruimte en je gevoelige kant, maar ook dagdromen vindt hier plaats. VOOR- EN NADELEN Moeder Sabine ziet voor- en nadelen aan de manier van denken van haar zoon. ‘Tim is erg creatief. Hij plakt van alles aan elkaar en dat is in zijn ogen dan een verrekijker, een toren, of iets anders. Meestal komt hij met iets dat je denkt: wouw. Hij is echt een creatieve denker!’ Tim is volgens Sabine wel heel snel afgeleid. ‘Op het moment dat je tegen hem zegt: “ga je schoenen aan doen”, kan hij
naar zijn schoenen lopen en onderweg iets anders zien, dan gaat hij daarmee verder. Hij wil daar hele verhalen over vertellen, want dat zit in zijn hoofd en dat moet er ook uit. Dan is hij zijn schoenen alweer vergeten.’ BELEVEND LEREN ALS ONDERSTEUNING Ook in het onderwijs heeft beelddenken voor- en nadelen. Het is belangrijk om een beelddenker zo goed mogelijk te ondersteunen bij het veelal cognitief en analyserend schoolwerk. Veel beelddenkers hebben extra ondersteuning nodig bij rekenen en spelling. Ze hebben moeite met de volgorde van letters, tempo lezen, het juist opschrijven of benoemen van cijfers, het automatiseren van de tafels of komen moeilijk uit hun woorden. Belevend leren is een van de oplossingen. Een denkbeeld is namelijk geen plat plaatje, maar als het ware een holografische weergave. We gebruiken de term beeld-
NIEU
W
- _ --------------- _ ------- __ -------- _
De jonge beelddenker
Uitleg, tips en opdrachten voor leerkrachten en ouders Tineke Verdoes ISBN 9789088504648 112 pagina’s • gebonden • full-color uitgave • ¤ 29,90 www.beelddenker. swpbook.com
Puttend uit haar jarenlange ervaring als juf, remedial teacher en beelddenker laat Tineke Verdoes aan de hand van taal- en rekenvoorbeelden zien hoe je rekening kunt houden met beelddenkers. Daarbij gaat ze in op de kenmerken van beelddenken, het sorteergedrag, de manier van problemen oplossen, leren door middel van beleving en het plannen/organiseren in de kleuterklas en groep 3. B.I2015 JRMGZN I
17
-- _ --------------
Top down leren
Een beelddenker is in staat om vanuit een geheel terug te redeneren; dit omgekeerd leren noemen we ook wel de top-downmethode.
Sterke kanten van een beelddenker: - is creatief in het verzinnen van nieuwe dingen; - tekent of knutselt graag; - voelt veel dingen goed aan; - is een doorzetter; - is origineel; - heeft veel fantasie; - zorgt voor anderen, omdat hij intu誰tief begrijpt wat er om hem heen gebeurt.
De beelddenker heeft ook zwakkere kanten, zo: - heeft hij moeite met woorden en taal; - heeft hij moeite met het vertellen van een verhaal; - kan hij dromerig zijn op onhandige momenten; - heeft hij moeite met het opvolgen van instructies; - neemt hij de informatie die hem verteld wordt vaak heel letterlijk; - heeft hij moeite om zich te concentreren; - vertelt hij vaak dingen in een onlogische volgorde; - vertelt hij vaak dingen met weinig woorden; - heeft hij moeite met het verwoorden van zijn ge dachten; - heeft hij moeite met tijd; - kan hij erg impulsief zijn; - heeft hij moeite met luisteren; - is hij vaak wat onhandig.
18 I2015 I B. JRMGZN
B.I PASSEND
- Let op of een opdracht is ‘binnengekomen’. Herhaal de opdracht eventueel. - Gebruik humor en aansprekende anekdotes. Lesstof die gekoppeld is aan humor en anekdotes die tot de verbeelding spreken, wordt in het geheugen verankerd en is makkelijker terug te vinden. - Zuurstof en bewegen doet leren. - Uit het raam kijken; het naar buiten staren kun je zien als een moment van pauze, even op adem komen. Het is vaak een vorm van zelfbehoud.
belevingen toevoegen aan hun les en het platte vlak steeds vaker gaan loslaten, worden ze enthousiast. Op deze manier is het eigenlijk veel leuker om rekenles te geven.’ De leerkrachten en de kinderen hebben meer plezier in rekenen, met gewenste resultaten. Meer inspiratie vindt ze onder andere in het boek Belevend leren, waardoor ze het belevend leren nu ook toepast in andere vakgebieden en op deze manier meer beelddenkers bij haar lessen betrekt.
www.swpbook.com/1821
NIEU
Belevend leren
W
7,4 mm
Belevend leren In het huidige onderwijs wordt vooral een beroep gedaan op de linkerhersenhelft, de talige helft, en dit is over het algemeen de zwakkere kant van een beelddenker. In deze uitgave neemt Tineke Verdoes je, aan de hand van talloze voorbeelden, mee in de wereld van het beelddenken en deelt ze met jou manieren van lesgeven waardoor het werken met de beelddenkers in jouw klas een feestje wordt. Ideeën om beeldde
nkers bij je les te
Je bent een betrokken leerkracht en zet alles op alles om de lessen zo aantrekkelijk en voor kinderen toegankelijk mogelijk te maken. Maar dat leerlingen voor wie lukt niet altijd bij het leren anders gaat. Ze zijn vinding met het gestructureer rijk, hebben moeite d vertellen van een verhaal, dwalen weg zijn creatief, voelen bij je instructie, dingen goed aan, hebben moeite met rekenen getallen door spelling en halen elkaar. Het zou goed bij kunnen zijn dat je in je groep hebt. een beelddenker
Tineke Verdoes is leerkracht, remedial teacher, spreekster, deskundige op het maar vooral ervaringsgebied van beelddenken. In haar onderwijs ontwikkelde ze succesvol op de basisschool nieuwe manieren van lesgeven waar de groep profijt van alle kinderen in hebben. Voor de kinderen met een leerprobleem komt uit ADHD, autisme, dyslexie, dat voortdyscalculie of een wereld opengaan. andere beperking kan een
ISBN 978 90 8850
SWP
523 2 / NUR 840
9 789088 505232 www.swpbook.com
houden
Tineke Verdoes
Hoe kun je je onderwijs zo inrichten dat alle kinderen mee kunnen Na een theoretisch doen? orientatie die onder andere ingaat op begripsvormi de term beelddenken, ng rondom de rol van executieve functies bij het leren verschillende leerstijlen, van kinderen, de werking van de linker- en rechter de praktijk. hersenhelft, volgt Heldere casussen, eyeopeners en informatieve citaten bieden inzicht organiseren van klassenmanag bij het ement, het gebruik van het digibord, woordherkenning letters leren, en handvatten om bijvoorbeeld de rekenbelevendleerles te of spelles een laten zijn.
SWP
IS HET NU AL TIJD? De interne klok van een beelddenker loopt sneller of langzamer dan de afgesproken tijd. Annemiek, leer-
Francis van Kleeff & Tineke Verdoes ISBN 9789088505881 • ¤ 9,90
Tineke Verdoes
TOP-DOWN LEREN Een taaldenker verzamelt informatie en maakt daar vervolgens een geheel van. Op school wordt het lesmateriaal, voor een taaldenker, logisch opgebouwd, van A naar Z. Kleine stukjes informatie worden uiteindelijk een geheel en de moeilijkheidsgraad wordt beetje bij beetje verhoogd. Dit maakt het huidige onderwijs voor beelddenkers een bijna onmogelijke opgave. Een beelddenker is wel in staat om vanuit een geheel terug te redeneren; dit omgekeerd leren noemen we ook wel de top-downmethode. Hij heeft het nodig om eerst het totaalbeeld te overzien (de samenvatting van een hoofdstuk of boek, het alfabet, het cijferveld 1-100), om vervolgens terug te redeneren om de lesstof in de klas te kunnen volgen. De hele puzzel in één doos en dan puzzelen maar.
Met deze kaarten leren jonge kinderen spelenderwijs de dagen van de week onderscheiden. Iedere kaart associeert een getekend beeld met een bepaalde dag. De dagen van de week hebben een kleur, een plaatje en een gebaar. Je kunt ze lineair ophangen. Ook kun je gebruik maken van een lied. Dit totaalpakket zorgt voor het succes.
Belevend leren
denken omdat beeld overheerst. Echter alle zintuiglijke waarnemingen zijn van belang. Als we het in de les hebben over breuken is het van belang dat er geuren, kleuren, ervaringen aan het beeld breuken worden gekoppeld. Zo neemt meester Cees tijdens deze lessenserie een taart mee of echte chocoladerepen. Juf Judith bedenkt een dans met de kinderen van haar klas tijdens het aanleren van de tafels en juf Janneke maakt gebruik van haar kennis over meervoudige intelligentie. Intern begeleidster Esther, heeft de ervaring dat belevend leren voor alle partijen de betrokkenheid bij de les verhoogt. Aan het begin van dit jaar is besloten in groep 3, tijdens de rekenlessen, meer aan de slag te gaan met belevend leren. Esther: ‘Ik merk aan de leerkrachten dat ze het in het begin heel spannend vinden om de methode los te laten, maar als ze eenmaal gaan werken met concreet materiaal, meer gaan bewegen, belevingen toevoegen aan hun les en het platte vlak steeds vaker gaan loslaten, worden ze enthousiast. Op deze manier is het eigenlijk veel leuker om rekenles te geven.’ De leerkrachten en de kinderen hebben meer plezier in rekenen, met gewenste resultaten. Meer inspiratie vindt ze onder andere in het boek Belevend leren, waardoor ze het belevend leren nu ook toepast in andere vakgebieden en op deze manier meer beelddenkers bij haar lessen betrekt. krachten dat ze het in het begin heel spannend vinden om de methode los te laten, maar als ze eenmaal gaan werken met concreet materiaal, meer gaan bewegen,
De dagen van de week
----------- _ ------- __ --------- _ --------------- _ -------
Tips voor leerkrachten
ONDERWIJS
Tineke Verdoes ISBN 9789088505232 • ca. 120 pagina’s • ca ¤ 19,90 www.swpbook.com/1755
B.I2015 JRMGZN I 19
Gekke situaties Het woord ‘niet’ is een leeg woord, een onzichtbaar woord. Er is geen plaatje bij het woord ‘niet’. Hierdoor kunnen er gekke situaties ontstaan.
De juf zegt tegen Sofie dat ze niet meer mag praten. Sofie ziet een plaatje voor zich waarin ze praat. Ze blijft dus praten. Juf is geïrriteerd en Sofie krijgt op haar kop. De juf kan beter zeggen: ‘Ik wil dat jullie stil zijn. ’Het woord ‘niet’ wordt vaak gebruikt. Je kunt je erin trainen anders te formuleren.
Bijvoorbeeld: - ‘Gebruik je binnenstem’ in plaats van ‘Niet schreeuwen’. - ‘Loop rustig door de gang naar de gym’ in plaats van ‘Niet rennen’. - ‘Leg je schoenen in je schoenenbakje’ in plaats van ‘Niet met je schoenen in de gymzaal/speelhoek’. - ‘Stoppen’ in plaats van ‘Niet doorlopen’.
kracht in groep 5: ‘Ik merk dat sommige kinderen in mijn klas niet kunnen inschatten hoe lang ze zelf met een werkje bezig zijn. De meest kinderen uit de klas redden dit, maar voor een aantal pak ik het anders aan. Ik bespreek van tevoren met ze, bijvoorbeeld bij rekenen, dat ze vandaag de helft moeten maken en zelf kunnen bepalen waarmee ze beginnen. Dan vraag ik hoe lang ze dat daarvoor nodig denken te hebben. Daar zet ik dan de tijd bij, door gebruikt te maken van een time-timer. Omdat ze vaak zichzelf onderschatten komen ze opeens tot het inzicht “ik heb tijd over” en dan komt de snelheid erin.’ EEN GEVOELIGE KANT Denken in beelden gaat met ongeveer
32 plaatjes per seconde. Daarnaast zijn beelddenkers vaak prikkelgevoelig. Dit komt mede door de sterk ontwikkelde rechter hersenhelft. Beelddenkers hebben een gevoelige kant. Wanneer ze tussendoor onvoldoende rusten, kunnen ze overprikkeld raken. Iedereen reageert hier op een andere manier op. Sommige kinderen krijgen gedragsproblemen zoals driftbuien, dagdromen, kunnen impulsief of clownesk reageren of juist een paniekaanval krijgen. Als leerkracht van een beelddenker moet je het welzijn van het kind goed bewaken. Laat hem of haar tot rust komen door hem bewust te laten wegdromen of door hem iets ontspannends te laten doen. Brenda, leerkracht van groep 1/2: ‘Ik zie soms kinderen die zichzelf verliezen. Dit kan ik zien aan
de ogen, aan alle bewegingen, aan wat dat kind doet en dan besluit ik even een moment te nemen om met alle kinderen een ontspanningsoefening te doen. Aan het einde van dit soort momentjes zie je verschil nadat ze hun ogen hebben opengedaan. Ze halen nog even diep adem en je voelt de rust door de klas gaan. En dan heb je gewoon weer eventjes de aandacht.’ BURGERS VAN DE 21E EEUW Waar je succes op school afhangt van: richtlijnen volgen, opgegeven werk op tijd inleveren, feiten onthouden, snel reproduceren, stapsgewijs werk tonen, net leesbaar handschrift, juiste spelling, op tijd zijn, een goede organisatie en netheid, wordt je in je werk beloond op je: geschiktheid om toekomstige
-- _ --------------- _ ------- __ --------- _
Denken in beelden Uitleg, tips en opdrachten voor leerkrachten en ouders Op school kun je beelddenkers onder andere herkennen aan de hand van de volgende signalen: ze lezen vaak spellend en/of radend; ze hebben een globaal overzicht en vergeten de details; automatiseren gaat moeizaam. De voorbeelden, tips en oefeningen maken van deze uitgave een instrument dat kinderen meer zelfvertrouwen geeft en ouders en leerkrachten een handvat, achtergrondinformatie en inzicht biedt.
20 I2015 I B. JRMGZN
Tineke Verdoes ISBN 9789085606536 80 pagina’s • gebonden • 2e druk ¤ 27,50 www.swpbook.com/1597
-- _ --------------- _
B.I PASSEND
ONDERWIJS
Prikkelgevoelig
Beelddenkers hebben een gevoelige kant. Wanneer ze tussendoor onvoldoende rusten, kunnen ze overprikkeld raken. Iedereen reageert hier op een andere manier op.
ontwikkelingen te voorspellen, het geheel kunnen overzien, kunnen denken buiten een vast stramien, het nemen van risico’s, het identificeren van problemen en het oplossen daarvan, eigen sterke punten combineren met anderen om een sterk team te worden, kunnen omgaan met de computer, opgewassen zijn tegen complexiteit en de gave om mensen naar waarde te schatten. Kwaliteiten die beelddenkers vaak al van nature tot hun beschikking hebben. Voor ons de uitdaging om álle kwaliteiten tot zijn recht te laten komen. Silverman stelt: ‘Is het niet tijd om het belang te erkennen van de gaven van de rechter hersenhelft en alle studenten de mogelijkheid te geven hun visueel-ruimtelijke vaardigheden te ontwikkelen? Deze vaardigheden zijn essentieel voor succes als volwassenen.’ >>
Tineke Verdoes
is moeder, leerkracht, remedial teacher, kindercoach en beelddenker. Na haar opleiding aan de Pabo werkte ze parttime binnen het onderwijs en studeerde ze in 2003 af tot remedial teacher. De opgedane kennis kwam haar goed van pas in het speciaal onderwijs (waar ze tot op heden werkzaam is). In 2009 startte zij haar eigen remedial teaching praktijk.
B.I2015 JRMGZN I
21