Minder WAO’ers door Finse capaciteitstest Werkgevers krijgen binnenkort via een Finse test inzicht in de vermogens van hun mensen. Zo kunnen hun personeel beter inzetten. Sylvie van Nieuwerburgh In Finland is de arbeidsongeschiktheid flink teruggedrongen, en blijven ouderen langer aan het werk via een systeem dat de inzetbaarheid meet. Blik op Werk, een stichting die zich sterk maakt om werknemers aan de slag te krijgen én te houden, introduceert in september dit systeem, de zogeheten Work Ability Index (WAI), op grote schaal in Neder-
land. Deze werkvermogentest moet iedere werknemer een ’inzetbaarheidspaspoort’ geven. „De test moet werkgevers inzicht geven in de inzetbaarheid van hun werknemers; met die kennis kunnen ze maatregelen treffen en op die manier zuinig omgaan met hun personeel”, verduidelijkt Frans de Haan, hoofd onderzoek van de Raad van Werk en Inkomen. De RWI doet onderzoek en geeft adviezen over de Finse inzetbaarheidstest. De methode voorspelt een mogelijke burn out. „Maar de index kijkt ook naar andere risico’s voor de werkcapaciteit, zoals veranderlijke arbeidswensen of fysieke klachten die in de toekomst voor problemen
kunnen zorgen”, zegt Jan van Zijl van Blik op Werk. „Werknemers kunnen (deelname is vrijwillig en anoniem) vragen beantwoorden over hun motivatie, hoe ze zich binnen het bedrijf voelen en wat ze verwachten voor de toekomst.” „De test is niet specifiek ontwikkeld voor ouderen, maar wel geschikt om de uitval van oudere werknemers te voorkomen”, zegt Van Zijl. Zijn stichting krijgt 385.000 euro subsidie van staatssecretaris Aboutaleb van sociale zaken en werkgelegenheid om de methode in te voeren. Ger Tielen van het adviesbureau Demin schat dat het de instroom van de WIA (de opvolger van de WAO) met tientallen procenten
zal beperken. „In Finland zijn er al honderdduizenden mensen die langer gezond werken. Bedrijven verdienen de investering dubbel en dwars terug.” Vragenlijsten als de WAI zijn er op zich wel meer. Maar het het verschil en juist ook de kracht van de Finse methode is de uniformiteit van de vragenlijsten. De Haan van de RWI: „Alle werknemers ongeacht in welke onderneming of sector ze werkzaam zijn, krijgen exact dezelfde vragenlijst. Daarom wordt de methode waardevoller naarmate er meer mensen meedoen. Hoe meer data, hoe meer kennis en hoe meer er vergeleken kan worden. Hier kunnen bedrijven hun voordeel mee doen.”