De Oogst - november 2015

Page 1

Maandblad van Tot Heil des Volks Evangelisatie, hulpverlening en profetisch geluid | november 2015 | jaargang 78 | 918

Interview met Rikkert Zuiderveld Een verwaterd evangelie

Wandelen tussen fantasie en profetie


inhoud

Thema ‘Een christen kan niet cynisch zijn.’

4

4 Kritisch maar niet cynisch Interview met Rikkert Zuiderveld

8 De eeuw in hun harten Interview met Sheltervrijwilliger Lisa

10 Nieuw boekje over loverboys

12

Scharlaken Koord

11 Jan de Liefde was als gist

16

Matthijs Hoogenboom

12 Wandelen tussen fantasie en profetie

‘Wat was in mijn leven nou echt van God?’

Otto de Bruijne

15 Het kruis, de crux Menno de Bruyne ‘Opmerkingen over ziekte kunnen diep kwetsen’

16 Waar komt ziekte vandaan? Jaap Spaans

18 Een verwaterd evangelie Jurjen ten Brinke

20 Het kruis: heikel punt in ­Jezusdebat ‘Als God vergeldt, dan doet Hij het met zichzelf’

In Thyatira bluften ze met ‘diepere dingen van God’

18

22 Verlangen naar profetie Gert Hutten Johan van Hulst (104) werd held tegen wil en dank

24

24 De man die honderden werelden redden Matthijs Hoogenboom

27 Column: Maak verschil Gerry Velema

28 ‘Als God roept, zal Hij ook helpen’ Getuigenis van Anton Ponomarjov

30 Paradijs in de woestijn Reportage vanuit Israël

32 Tel je zegeningen! Marten Visser

34 Terug naar Gods openbaring Gertjan de Jong

‘In de kazerne leerde God mij belangrijke lessen’

28


Hoofdredactioneel Gertjan de Jong De Oogst november 2015

Niet te veel praatjes De kerk fungeert tegenwoordig vooral als ‘maatschappelijke troostbrenger’. Niet te veel praatjes graag, we willen gewoon dienen. Er voor iedereen zijn, ongeacht geloofsovertuiging. Een goede zaak? Historicus James Kennedy heeft er gemengde gevoelens bij, zo stelde hij onlangs in het Reformatorisch Dagblad: ‘Er is natuurlijk een taak voor kerken weggelegd in de samenleving. Maar het kan betekenen dat de kritische zin van kerken verdwijnt. Je wilt je dienstbaar opstellen, dus je stelt geen kritische vragen meer. Zoals: Wat is de betekenis van het leven? Of: Is er wel een goed leven mogelijk zonder God?’ Belangrijke vragen! Natuurlijk: dat hoog van de toren blazen is iedereen beu. Maar helemaal niets meer zeggen, is dat dan de bedoeling? De kerk is ook geroepen om te spreken, ‘op een vriendelijke en besliste wijze’, aldus Kennedy.

Consumptie-afgod Predikant/schrijver Caspar Visser ‘t Hooft liet recent in Trouw een soortgelijk geluid horen. Hij betoogde: het christelijk geloof heeft een profetische basis. ‘Wanneer het christelijk geloof dat vergeet, ontaardt het in de zoveelste feel good-spiritualiteit. En dan mag je nog zo hard “Here, Here” roepen, in je handen klappen en lekker samen voor Jezus hypen, wanneer de scherpte van de boodschap niet meer wordt gehoord, dan heeft dat alles maar weinig om het lijf.’ De predikant, die in Frankrijk woont, vindt bijvoorbeeld dat de kerk idolen moet ontmaskeren, zoals de consumptie-afgod: ‘Mensen die die hun ­begeerten niet aan banden leggen zijn

De oogst

Uitgave Oogst Publicaties Onderdeel van Stichting Tot Heil des Volks, sinds 1855 actief in evangelisatie-arbeid en hulpverlening.

Duidelijk spreken Daarnaast moeten we kleur bekennen ten opzichte van de islam, meent Visser ‘t Hooft: ‘Moslims baseren hun geloof op de boodschap van een profeet die door verovering getriomfeerd heeft, christenen geloven in een God die zich heeft laten vernederen, bespotten, kruisigen. Voor moslims is daarom een spotprent van hun profeet een schandaal. Voor christenen is een spotprent van God geen schandaal, want het hoort bij Hem, hij werd “dwaasheid” voor de mensen, zoals de apostel Paulus dat uitdrukt. Daarvan is het kruis het teken. Een God die zich laat bespotten en die toch God is, is een God die het nietige van alle menselijke triomf openbaart.’ Islam en christendom bewegen in tegenovergestelde richting. Laat de kerk daar vooral over spreken! Nederig, liefdevol, bezonnen, maar ook helder. Want er is toch een duidelijk verschil tussen de afgoden en de Ene?

Gertjan de Jong Hoofdredacteur De Oogst gertjandejong@totheildesvolks.nl

Jaargang 78 | nummer 918 | november 2015

Medewerkers Arie Ambachtsheer Jurjen ten Brinke Menno de Bruyne Gert Hutten

Redactie

Herman Meijer

Matthijs Hoogenboom Gertjan de Jong (hoofdredacteur)

Jaap Spaans

Vormgeving, opmaak en druk Buijten & Schipperheijn, Amsterdam i.s.m. Aperta, Hilversum

een ideaal target geworden, om zo’n afschuwelijk managerswoord te gebruiken. Het konijn van een genadeloze jager, de marketing, die speculeert op een ongebreidelde consumptiedrang.’

Filip Uijl Gerry Velema Marten Visser Lilian Madern Marijke Willems Omslagfoto en stockfoto’s Dreamstime

Redactie en administratie Oogst Publicaties, O.Z. Voorburgwal 241, 1012 EZ Amsterdam. www.totheildesvolks.nl 020 344 6310 info@deoogst.nl 020 420 2394 De Oogst is voor visueel gehandicapten ook verkrijgbaar in gesproken vorm. Nadere informatie bij de CBB, Christelijke Bibliotheek voor Blinden en Slechtzienden te Ermelo.

0341 565 499. Abonnement De Oogst kost € 22,50 per jaar inclusief verzendkosten. Nieuwe abonnees kunnen zich aanmelden via de coupon elders in dit blad of via www.totheildesvolks.nl

3


4

De Oogst november 2015 Interview Gertjan de Jong

Kritisch maar niet cynisch In hun liedteksten gaan Elly en Rikkert Zuiderveld de zware thema’s niet uit de weg. Ze zingen over oorlog, machtsmisbruik, ijdeltuiterij, schone schijn – binnen en buiten de kerk. Profetisch? Nee, zo wil Rikkert het niet noemen. ‘Een zelfbenoemde profeet is bijna per definitie niet te vertrouwen.’

68 jaar is Rikkert alweer. En toch, als je hem spreekt heb je niet het idee dat je met een bijnazeventiger praat. Oké, zijn lange haar is inmiddels grijs, maar hij heeft nog steeds iets jongensachtigs over zich. We ontmoeten elkaar in Wientjes, een hotel-restaurant vlakbij station Zwolle. Van sterkapsones lijkt Rikkert geen last te hebben. Hij oogt vriendelijk, ontspannen, geïnteresseerd. Uit zijn tas haalt hij een cadeautje tevoorschijn: ‘In het voorbijgaan’, de nieuwe cd van Elly en Rikkert. Een plaat vol kunstige liedjes over wat voorbijgaat en wat blijft, over tijd en eeuwigheid. In zijn muzieksmaak blijkt Rikkert verrassend bij de tijd. Zo is hij erg enthousiast over de NederlandsSurinaamse rapper Typhoon: ‘Als je hem ziet denk je: ach, wat een lieve gast. En hij is heel getalenteerd!’ Ook blijkt Rikkert een bewonderaar van de Belgisch-Rwandese zanger Stromae: ‘Een geniale jongeman is dat. Hoe hij hip-hop, dance en het Franse chanson combineert: zeldzaam.’

Een christen kan niet cynisch zijn, want dan heb je geen hoop meer Aan de hand van enkele van zijn liedteksten hebben we een gesprek over het ‘profetisch geluid’ dat Rikkert geregeld laat horen. Hoewel Rikkert dat een wel erg groot woord vindt. ‘Ik schrijf over wat mij treft, wat me ontroert, over waar ik me aan stoot, wat me ergert, wat me diep verdriet doet, of waar ik vrolijk van word, omdat ik er vreselijk om moet lachen. Dat zijn een beetje de dingen. Ik zou mij zelf geen profeet noemen. Zelfbenoemde profeten zijn bijna per definitie niet te vertrouwen.’ Als de optocht van de ijdeltuiten is voorbijgegaan Als de mannen met een mening zwijgend op een afstand staan En een straathond nog wat rondneust in de nagelaten rommel Wordt het stil Terwijl de dag nog nawiegt in de wind Als een zo-even door een kind verlaten schommel (‘De optocht van de ijdeltuiten’, 2015)

‘Of ik wat heb tegen hooggeplaatsten? Nee hoor. Ik stoor mij wel aan mensen die zichzelf omhoog hebben geplaatst en genadeloos worden omwille van hun eigen positie. Vaak zie je dat mensen met macht onbereikbaar worden, ze komen in een eigen universum te leven. Veel koningen raken verkleefd aan het pluche van de troon. Maar dit liedje gaat eigenlijk over heel de decadente westerse cultuur, en het eindige daarvan.’ ‘Ik ben wel kritisch maar niet cynisch. Ik denk dat je als christen eigenlijk niet cynisch kunt zijn, omdat je dan elke hoop kwijt bent. Je kunt als christen wel ironisch zijn, relativerend. En je kunt ook wel sarcastisch zijn, dus bijtend, als iets je heel erg verdriet doet of boos maakt. Maar een cynicus heeft eigenlijk elke hoop opgegeven; hij ziet geen enkel alternatief en geen enkel uitzicht meer. Zo kan ik niet kijken naar de wereld, want ik zie uiteindelijk altijd Gods Koninkrijk voor me. Dat behoedt je wel voor cynisme. Nee, ik ervaar het niet echt als strijd om dat Koninkrijk voor ogen te blijven houden. Het is mijn leven, mijn ademhaling, ik zou er nooit zonder kunnen.’ Ik droomde dat de kernbom was afgeschaft Dat niets de aardse vrede kon verstoren Tot ik plotseling gedreun van laarzen hoorde En soldaten met hun stenguns zag Waarmee de ene mens de andere vermoordde (‘Ik droomde’, 1986).

‘Ik noem mijzelf wel eens pacifist, maar daar zit wel een nuance in hoor. Ik ben pacifist, totdat ze mijn vrouw aanranden. Op dat moment ben ik ook een furie, dat weet ik nu al. Ik ben van nature een pacifist – tot het te gek wordt. Als ze in 1944 in Normandië niet geland waren – al die jonge gasten waarvan ze wisten: driekwart gaat er in één keer dood – dan hadden we hier helemaal niet gezeten. Het is zo’n verschrikkelijk naar dilemma, daar kom ik mijn leven lang niet uit.’ ‘Waarom ik mijzelf dan toch pacifist noem? Omdat ik alles wat zich op mijn weg voordoet op de meest vreedzame manier probeer op te lossen. Ik hoefde niet in militaire dienst, ik was echt ongeschikt. Het


Interview Gertjan de Jong De Oogst november 2015

idee alleen al dat je met een bajonet zou moeten oefenen op een zandzak om iemand dood te steken… Ik zou in huilen zijn uitgebarsten en dan zouden ze mij naar huis moeten sturen. De psychiater die mij toen ondervroeg, had dat al snel in de gaten, hij heeft mij gewoon afgekeurd. Daar was ik heel blij mee ja. Terwijl ik drommels goed weet dat niet vechten de oplossing uiteindelijk ook niet is.

Ik ben pacifist, totdat ze mijn vrouw aanranden Hoewel, als dat wereldwijd het probleem zou zijn, dat niemand zou willen vechten en moorden, dan was het wel opgelost. Maar goed, dat is gewoon niet de realiteit, en dat maakt het zo complex.’ Een toren die de zon verduistert Dit is het trotse Babylon Iedereen praat en niemand luistert En ik zou meedoen als ik kon Maar ik ben niet capabel Ik ben een banneling in Babel En ik heb heimwee heimwee Sinds ik hier ben gestrand O ik heb heimwee heimwee Naar een lang verloren land (‘Heimwee’, 1997)

‘Ja, ik voel ik mij hier op aarde wel een “vreemdeling en bijwoner”. Maar het is een beetje dubbel hoor. Want ik zit verder lekker in mijn vel. Dat is te danken aan het feit dat ik mag doen wat ik heel erg leuk vind om te doen. En dat ik gelukkig getrouwd ben, dat het met de kinderen goed gaat. In die zin heb ik weinig zorg, maar tegelijkertijd weet ik dat hier mijn definitieve thuis niet is. Dat is een spanningsveld waar iedere christen in principe in leeft. Je leeft nu in het tijdelijke. Dat is waar onze nieuwe cd “In het voorbijgaan” over gaat: het verstrijken van de tijd, de beperkingen die horen bij het ouder worden, de betrekkelijkheid van alle dingen. Daarnaast is er die zekerheid dat er een werkelijkheid bestaat waarin tijd totaal geen rol speelt. Een andere dimensie, en die draag je eigenlijk al met je mee: het Koninkrijk van God is in je. Tegelijk weet je dat de grote vervulling nog moet komen. Dat geeft een soort heimwee. Was het maar al zo ver.’ Het gebeurde gewoon op een zaterdagavond Zij had net haar krulspelden uit De koffie stond klaar En hij zou een klein eindje om met de hond Geen mens weet waarom Maar hij kwam nooit meer terug bij haar En ik zou met haar willen ruilen Ik bracht haar verdriet bij de Heer Dan zou ik haar tranen huilen O Jezus kom weer (‘Het gebeurde gewoon’, 1978)

Rikkert Zuiderveld

‘Vorige week dacht ik: ik zal voor de radio een gedicht maken over een vader die zijn kinderen alsmaar ruzie ziet maken en denkt: ze moeten het maar uitzoeken met elkaar, want daar leren ze van.

Als je Openbaring leest dan vliegt de schrik je om het hart Maar op een gegeven moment is die man het zo zat dat hij roept: “Nou is het afgelopen!” En hij geeft zijn kinderen een klap of hij stuurt ze naar hun kamer, of wat dan ook, maar hij grijpt in. Dat denk ik ook bij de toestand in de wereld: het escaleert, God moet ingrijpen, Jezus kom weer. Tegelijk moet je oppassen voor zwart-witdenken. Er zijn altijd brandhaarden geweest en er zijn ook gebieden waar het eerst ellendig was en waar het nu beter gaat. Ik ben geen onheilsprofeet. Maar toch, het zal wel naar een climax toegaan. Als je het boek Openbaring leest dan vliegt de schrik je om het hart. Dat gedicht heb ik uiteindelijk niet gemaakt, maar het is wel een gedachte die mij sterk bezighoudt. Er moet een dag komen dat de Vader zegt: nu is het afgelopen, nu is het genoeg geweest, of zoals Leonard Cohen zingt: “It’s closing time.”

5


6

De Oogst november 2015 Interview Gertjan de Jong

‘In onze communicatie zijn Elly en ik wijzer geworden. Hoop ik.’

Hun glimlach staat zo stralend wit op hun gelaat bevroren Het lijkt wel of hun tanden ook al weder zijn geboren Ze zijn zo zelfverzekerd met hun bijbels en bv’s O ik ben stapelgek op televisiedominees (…) Hun God is als een automaat waar je een euro indoet Dan komt het met je werk met je gezondheid en gezin goed Zo kun je alles kopen voor wat slogans en clichés O ik ben stapelgek op televisiedominees (‘Televisiedominees’, 2007)

‘Dit lied is niet zozeer geboren uit boosheid, meer uit treurnis. Omdat die televisiedominees zo ver bij de realiteit van het leven van Jezus vandaan zitten. Ja, daar word ik heel treurig van. Die hele prosperity teaching is zo Bijbels onjuist, omdat de wereld uiteindelijk ten deel valt aan de armen en aan de rechtelozen, aan de mensen tussen wal en schip, daar kwam Jezus voor.’ ‘Soms lijkt het christendom in slaap gevallen. Het gevaar is dat een kerk alleen zijn sociale verplichtin-

Rikkert Zuidervelt Rikkert Zuiderveld (Groningen, 5 februari 1947) is een Nederlands zanger en schrijver, die samen met Elly Zuiderveld-Niemand het duo Elly en Rikkert vormt. Samen hebben ze vele albums uitgebracht, zowel voor kinderen als volwassenen. Rikkert is daarnaast auteur van diverse boeken en gedichten. www.ellyenrikkert.nl

gen op zondag nakomt, en misschien doordeweeks, maar niet die echte betrokkenheid heeft bij het leed in de wereld, de naakten niet kleed, de hongerigen niet voedt. Ik heb daar geen hard oordeel over, het zijn allemaal mensen, en wie ben ik om daar wat van te zeggen? Ik sta vaak ook maar een beetje aan de zijlijn een liedje te zingen of een gedicht te maken. Voor ons allemaal is er het gevaar dat we ons terugtrekken in ons eigen veilige wereldje.’ De waanzin van een oorlog die rechtvaardig heten moet Trekt zijn onuitwisbaar spoor in mijn nog onvergoten bloed Als mijn tranen het niet blussen raakt het vuur nooit uitgewoed Ik hou m’n hart vast Ik hoor ongeboren baby’s gillen in een vuilniszak Aan een wrede God geofferd op het altaar van ‘t gemak Door de priesters van de mammon, in een tempel zonder dak Ik hou m’n hart vast, ik hou m’n hart vast Als een danser, als een danser, een danser op een koord Als een danser op het ooit gesproken woord (‘Koorddanser’. 1991)

‘Dit zou ik nu misschien wat anders verwoorden. Minder scherp? Misschien wel ja. Niet dat ik er niet meer achter sta, maar er zijn mensen die de context niet pakken, en zich zo stoten aan één zin dat ze zich afsluiten voor de rest. Dat is het risico van scherp-zijn op dingen.’


Interview Gertjan de Jong De Oogst november 2015

‘Wij proberen natuurlijk met onze liedjes ook publiek buiten het christelijk erf te bereiken. Eens speelden we op een grote christelijke conferentie. Na afloop riep een man door de microfoon: “Ze horen helemaal bij ons!” Toen dacht ik: Nee! Nee! Van Christus wil ik wel zijn, maar niet van jou. Ook al waardeer ik jou, en weet ik niet wat, maar ik ben niet van een bepaalde club. Daar hebben we altijd heel erg op gelet, omdat we ook met mensen buiten de christelijke kring willen blijven communiceren. We willen niet namens een bepaalde denominatie of club spreken, want dan gaan er al snel deuren dicht.’

Van die televisiedominees word ik heel treurig ‘Zodra er een organisatie ontstaat, gebeuren daar dingen waar je liever niet mee geassocieerd wilt worden. Als iemand mij aanspreekt op mijn relatie met Jezus, dan zeg ik: kom maar op. Zeg maar wat er mis is met de betreffende Man. Dan sta ik voor alles open, en dan hoef ik niet een of andere club ter verdedigen waarvan ik mijn hart denk: tsja.’ We wilden de hemel bereiken Een huis dat nooit zou vergaan Maar ik zie me nog staan Naar de brokstukken kijken Nog verder van huis vandaan (‘Al die jaren’, 1988)

‘De commune waar we in de jaren zeventig bij hoorden, liep in zekere zin uit op een desillusie. Maar er zaten ook beslist mooie kanten aan. Het is bijzonder leerzaam om zonder eigen bezit te leven. Wat je ervan leert? Niet gehecht zijn aan dingen, mensen voor laten gaan boven dingen. En dat is heerlijk hoor! Heel bevrijdend. Soms hoor je dat iemand heel boos wordt als er iets kapot valt. Dan denk ik: waar heb je het over?’ ‘Socialisme en christendom hebben in beginsel meer met elkaar gemeen dan mensen vaak beseffen. Kijk naar de christengemeenten in de eerste eeuw. Alle bezittingen werden onderling verdeeld, dat lijkt toch veel op het socialistische ideaal? De commune, dat ideaal van samenleven, is heel verwant met het leven van de eerste gemeente. Alleen is het communisme uitgelopen op een systeem waarin dat hele idee van omzien naar elkaar totaal is verdwenen. George Orwell schrijft in “Animal Farm”: “Alle varkens zijn gelijk, maar sommige varkens zijn gelijker dan anderen.” Dat is het communisme in een notendop. De gedachte is edel, de uitwerking verschrikkelijk.’ ‘Ik zou mijzelf geen hippie meer willen noemen. Die hippiebeweging was ook een hoop spielerei en vluchtgedrag. Maar het idee van gemeenschap, het leven met elkaar, was een sterk element. Het is verwant aan het basisidee dat Jezus leerde. Heel veel mensen binnen die beweging waren zeer gecharmeerd van Jezus als persoon in de geschiedenis

van de mensheid. En mede daardoor zijn denk ik heel veel jongelui van toen later christen worden. De mensen met wie wij destijds in één ruimte hebben gewoond, zijn later allemaal op verschillende plekken en op verschillende manieren tot geloof gekomen. Er zaten veel oprechte Godzoekers in die hippiebeweging. Die zie je vandaag nog steeds in de new age-beweging. Zeker in Drenthe zijn er veel van die mensen. Zij komen ook wel naar onze concerten en praten na afloop met ons. Dat zijn vaak goede gesprekken.’ ‘Of het moeilijk is om in die gesprekken de belijdenis van Jezus als enige weg overeind te houden? Nou nee, de belijdenis is niet moeilijk. Alleen het vergt heel veel wijsheid in de communicatie. Mensen in de new age-beweging denken niet in absolute termen, daar is heel veel mogelijk. Het is als het ware vloeibaar, je kunt heel makkelijk overgaan van de ene op de andere gedachte, het bijt elkaar niet, want uiteindelijk is alles één. Terwijl de claim van Jezus natuurlijk enorm exclusief is. “Niemand komt tot de Vader dan door Mij”, dat is nogal een uitspraak! Daar moet je natuurlijk niet mee strooien op zo’n moment, maar je kunt wel de momenten vinden binnen zo’n gesprek waarin je kunt aangeven waarom jijzelf uiteindelijk voor Christus en Zijn woorden “gevallen” bent. En dat werkt heel goed. Omdat je dan gelijkwaardig communiceert, niet prekerig.’ ‘Ik denk dat Elly en ik wijzer zijn geworden in de communicatie. Hoop ik. Maar goed, toen we pas bekeerd waren, probeerden we ook echt naast de ander te staan. Meer ervaring dan je hebt, heb je niet; je doet wat je op dat moment goeddunkt. En later denk je weer: nu doe ik het anders. Maar ons geloof in Christus is niet veranderd.’

Die hippiebeweging was ook een hoop spielerei en vluchtgedrag Na het ‘officiële’ interview praat ik nog wat na met Rikkert. Het gesprek komt op het jodendom en wat je daar als christen van kunt leren. ‘Als christenen koppelen wij het geestelijke en het natuurlijke vaak los van elkaar’, merkt Rikkert op. ‘In het jodendom zijn het geestelijke en natuurlijke veel meer met elkaar verweven; zij kneden er een brood van dat heel goed smaakt.’ Rikkert weet zich aangesproken door veel Joodse verhalen en wijsheden. ‘Veel van die verhalen spreken met humor over God zonder dat het spottend wordt.’ Ik deel een Joods spreekwoord dat ik pas op internet tegenkwam en dat mij aansprak: ‘De waarheid gaat naakt over straat, de leugen moet worden aangekleed.’ Rikkerts ogen lichten op en hij zegt: ‘Eigenlijk verwijst dat rechtstreeks naar Jezus. Hij hing helemaal naakt aan het kruis. Ja, op schilderijen hangt er vaak netjes een lendendoekje voor, want wij vinden dat bloot natuurlijk beschamend. Maar in werkelijkheid hing Hij daar zonder kleren. De naakte waarheid.’

7


8

De Oogst november 2015 Dichtbij Gertjan de Jong

shelter

De eeuw in hun harten Door het bijzondere verhaal van een Duitse vriend werd Lisa uit Californië nieuwsgierig naar christelijk youth hostel de Shelter. Ze besloot zich in te schrijven als vrijwilliger en draait er nu al bijna een jaar mee. ‘Hier in de Shelter merk ik dat God echt realiteit is.’

Van een vriend uit Duitsland hoorde Lisa een opmerkelijk verhaal. Die vriend kwam in de schulden, werd dakloos en belandde uiteindelijk in Amsterdam. De stad waar je op straat geregeld deze tekst tegenkomt: Get lost in Amsterdam. En zoiets vreesde deze jongen ook, hij dacht: help, ik ga dood hier. Toen hij in de Jordaan de Shelter Jordan passeerde, hoorde hij plotseling een stem: ‘Als je hier naar binnengaat, zal je gered worden.’ Hij vond het vrij bizar klinken, maar ging toch maar naar binnen. Hij kreeg er een baantje als cleaner, had

Backpackers bereiken De Shelter Youth Hostel Ministry is een christelijke ministry voor toeristen en backpackers. Jaarlijks ontvangen we ruim 35.000 gasten. Onze missie is tweeledig: in de eerste plaats is het ons verlangen om jonge mensen te bereiken met het Evangelie door middel van persoonlijke gesprekken en Jezus bekend te maken in het hostel. In de tweede plaats willen we onze vrijwilligers toerusten en voorbereiden op een leven van ministry en dienstbaarheid. De meeste vrijwilligers zijn tussen de achttien en dertig jaar oud en komen naast Nederland uit landen als Canada, de Verenigde Staten, Duitsland, Australië, Polen, Zuid-Korea en vele andere landen. Het is ons verlangen om relaties op te bouwen met de gasten en zo vrijmoedig getuigen te kunnen zijn van Jezus Christus. Vrijwilliger worden in de Shelter? Zie www.youthhostelministry.org.

diverse ontmoetingen met christenen en kwam uiteindelijk ook zelf tot geloof in Christus. Dit verhaal maakte diepe indruk op Lisa. Ze dacht, zoals ze het zelf zegt: ‘Wow, this is really cool! I wanna go there!’ Lisa schreef zich in als vrijwilliger en onderbrak haar studie ‘occupational therapy’, een studie die er op gericht is om therapie te kunnen geven aan mensen die bijvoorbeeld een ernstig ongeluk hebben gehad. ‘Ik had de sterke overtuiging dat ik moest gaan en dat God zou voorzien in wat nodig is.’

Ik had de sterke overtuiging dat ik moest gaan en dat God zou voorzien

Het werd geen teleurstellende ervaring. Integendeel. ‘Hier in de Shelter merk ik dat God echt een realiteit is. Hij leeft, ook vandaag, en Hij verhoort onze gebeden. Rond Pasen hadden we een gebedsweek. Na die week waren er opvallend veel cleaners die een Alpha-cursus wilden volgen. En deze zomer zijn er vijf cleaners uit de Shelters die zich hebben laten dopen! Het lijkt wel een revival.’ ‘Ik herinner me een cleaner die, toen hij net in de Shelter werkte, heel afstandelijk en gesloten was. Hij ging door een moeilijke periode heen, dat zag je gewoon in zijn ogen. Door de ontmoetingen die hij hier had, ervoer hij de warmtestralen van Gods liefde. Hij werd veel opener, zachtmoediger. Hij kwam tot de overtuiging:

Christus is echt, Hij leeft! Hij begon zelfs Bijbels uit te delen aan andere cleaners en gasten. “You should read this stuff”, zei hij erbij. “It will change your life.”

Groot contrast ‘Hier heb ik geleerd om vrijmoedig te spreken over Christus. Soms is het verleidelijk om alleen maar over koetjes en kalfjes te blijven praten en niet over diepere dingen te beginnen. In de Shelter heb ik geleerd dat toch te doen, al voelt dat soms eng. Eens hadden we met een aantal mensen voorgenomen om te getuigen in het Sheltercafé en Bijbels uit te delen. We deden het in de tweetallen. “We gaan drie Bijbels geven”, zei het meisje met wie ik samen zou getuigen. “Nou”, zei ik, “laten we met eentje beginnen.” Maar al snel raakten we met drie jongens in gesprek die alle drie erg geïnteresseerd waren in ons getuigenis. Ze hadden een lange treinreis voor de boeg en wilden graag een Bijbel meenemen om te lezen onderweg. Of ze dat ook echt gaan doen? Dat weet je natuurlijk nooit. Je kunt er wel voor bidden.’

Die jongen dacht: help, ik ga dood hier ‘De sfeer hier in de Shelter ervaar ik als bijzonder. Dat viel mij de eerste keer dat ik hier kwam gelijk op. Er is zo’n contrast tussen de sfeer hierbinnen en de duisternis buiten. In Californië leefde ik in een soort “christian bubble”, heel leuk en gezellig, maar


Dichtbij Gertjan de Jong De Oogst november 2015

Lisa in de tuin van de Shelter City

FOTO De oogst

Gods aanwezigheid ervoer ik er niet zo sterk. Hier merk ik juist heel sterk dat God aanwezig is. Misschien komt dat juist door dat contrast tussen licht en duisternis. Hierbuiten op straat gebeuren soms de vreselijkste dingen. En toch, hierbinnen voel je je veilig en geborgen! Dat is toch bijzonder? Ik kan het niet anders verklaren dan dat God hier aanwezig is met Zijn bescherming.’

In de leefgemeenschap loop je vaak tegen dat soort vragen aan. Dat scherpt je geloof! Het daagt je uit om dieper te gaan. Daar kan iedereen in de gemeenschap volgens mij van getuigen. Je ontdekt echt wie God is: wat Hij wil zeggen tot ons als individu en als gemeenschap. Of er wel eens botsingen en irritaties zijn? Ehm, nee niet echt. It’s quite great, I love it, it’s really cool.’

In Californië leefde ik in een soort ‘christian bubble’

Lastig kiezen

Lisa leeft met andere Sheltervrijwilligers in een leefgemeenschap in de Jordaan, het zijn christenen uit landen over de hele wereld. ‘Het gemeenschapsleven werpt je terug op de fundamenten van het geloof: wat is waar en wat is Bijbels? Welke ideeën heb ik zelf bedacht en wat is er echt afkomstig van God?

Is er een Bijbelgedeelte dat in de Shelter voor Lisa een speciale betekenis heeft gekregen? Op die vraag valt Lisa even stil. Dan zegt ze, met een glimlach: ‘Ja, heel veel. Ik ben er al bijna een jaar, dus het is lastig kiezen. Ik kan wel iets delen uit Prediker. Wacht, ik pak even mijn Bijbel om het te checken. Ja, hier staat het, Prediker 3:11: “Hij heeft de eeuw in hun harten gelegd.” God heeft ons allemaal een bepaalde diepe

kennis gegeven, of we nu geloven of niet. Ongelovigen hebben niet de Heilige Geest, maar zij hebben wel een bepaalde kennis van God ontvangen. Die gedachte helpt mij om mij meer op God en Zijn werk te richten, en minder op mijzelf. Wat Hij doet, doet hij van het begin tot aan het einde, Hij verlaat niet wat Zijn hand eens begon. Wij kunnen iemand niet tot geloof brengen, Hij doet het werk en Hij is getrouw!’

Leven in een leefgemeenschap scherpt je geloof ‘Ik kan niet anders dan dankbaar zijn voor wat God doet. Het zijn allemaal Gods gaven. Hij voorziet! Vaak ook heel praktisch. Zo hebben we hier een plek met gevonden voorwerpen die er al lange tijd liggen en die niemand meer ophaalt. Als je weinig te besteden hebt en iets nodig hebt, kun je

9


10

De Oogst november 2015 Dichtbij Gertjan de Jong

kijken of je daar ziet wat je nodig hebt. Als vrijwilligers pakken wij ook wel eens wat. Wij zijn eigenlijk zendelingen en als zendeling heb je het meestal ook niet zo breed. Laatst vond ik er een mooie broek, en ik had juist een nieuwe broek nodig en ik had geen geld om een nieuwe te kopen. God zorgt en voorziet, ook in de kleine dingen.’

We ervoeren dat God ons een diepe bewogenheid met gaf ‘We mogen vrijmoedig zijn, dat is het belangrijkste dat ik hier geleerd heb. We hoeven ons niet te laten intimideren. Het Evangelie is zo rijk! You have the biggest thing ever! In gesprekken is het wel eens een zoektocht. Je wilt niet op iemands tenen trappen. Wanneer zet je die extra stap, wanneer stel je die ene vraag? Ja,

het kan heel eng zijn, maar als je over die angst heen stapt, geeft dat een gevoel van grote vrijheid. En het stimuleert je om meer te bidden. Gebed is bijzonder krachtig! Voor een aantal cleaners hebben we vurig gebeden: “Heer, we willen zo graag dat ze chris-

ten worden, we willen zo graag dat ze gered worden!” We ervoeren dat God ons een diepe bewogenheid met hen gaf. En onze gebeden werden verhoord! Ja, ik heb hier zeker geleerd om meer te bidden.’

Scharlaken koord

Nieuw boekje over loverboys Het nieuwe boekje met de titel ‘Beware of Loverboys’ van Scharlaken Koord bevat drie verhalen van meiden die terecht zijn gekomen in de handen van een loverboy. De verhalen zijn gebaseerd op ware gebeurtenissen en zijn opgeschreven door Simone Schoemaker, maatschappelijk werker bij Scharlaken Koord. ‘Beware of Loverboys’ is de opvolger van het succesvolle boekje ‘Verliefd, Verleid, Verkocht’ dat in 2006 door Scharlaken Koord werd uitgegeven. Net als dit boekje is deze nieuwe uitgave onderdeel van het lespakket over loverboys van Scharlaken Koord. Dit lespakket – voor meiden tussen de dertien en achttien jaar – bestaat uit een docentenhandleiding met daarin opgenomen een driedelige lessenserie, een spel en een checklist. Er zijn twee versies ontwikkeld, voor het (v)mbo

en het vso (voortgezet speciaal onderwijs). Docenten kunnen door Scharlaken Koord worden getraind om zelf met het pakket aan de slag te gaan of kunnen een preventiemedewerker uitnodigen om de lessen voor hen te verzorgen.

Nieuwe verhalen Scharlaken Koord probeert op allerlei manieren aandacht te vragen voor de problemen rondom loverboys. Heleen Haak, coördinator van het preventiewerk: ‘Vorig jaar hebben we bijvoorbeeld nog de rap “Spinnenweb” met videoclip uitgebracht om de problematiek onder de aandacht te brengen. Loverboys gebruiken nieuwe tactieken en leggen steeds vaker contact via internet en sociale media. Daarom hebben we ervoor gekozen om nieuwe verhalen te publiceren. Het gaat om verhalen die gebaseerd zijn op actuele en

Het boekje ‘Beware of Loverboys’ is te bestellen via www.webwinkelthdv.nl en kost € 55,- voor tien stuks. Meer informatie over het lesprogramma is te vinden op www.bewareofloverboys.nl.

ware gebeurtenissen. Ze zijn dus geschreven naar aanleiding van gesprekken die wij met verschillende meiden hebben gehad, omdat ze bijvoorbeeld bij ons in de hulpverlening terecht zijn gekomen. Met de nieuwe verhalen hopen we met name dat meiden beseffen dat het belangrijk is om in een relatie altijd jezelf te zijn en je grenzen aan te geven.’


Dichtbij Matthijs Hoogenboom De Oogst november 2015

uit de archieven

Jan de Liefde was als gist De archieven van Tot Heil des Volks bieden een schat aan informatie en indrukwekkende gebeurtenissen. In deze rubriek belicht Matthijs Hoogenboom opvallende gebeurtenissen en archiefstukken uit de 160-jarige geschiedenis van Tot Heil des Volks. Deze maand: het graf van Jan de Liefde.

Een archiefstuk kun je het eigen­ lijk niet noemen. Maar het is wel een belangrijke plek voor de historie van Tot Heil des Volks: het graf van Jan de Liefde op de Nieuwe Oosterbegraafplaats in Amsterdam. Op zaterdag 10 oktober startte hier de Jan de Liefdereis van de Vrije Evangelische Gemeente uit Heerde. Omdat De Liefde op 27 juli 1856 in Amsterdam de eerste Vrije Evangelische gemeente stichtte, is hij voor deze gemeente een net zo belangrijke voorman als hij dat is voor onze organisatie, die hij een jaar eerder oprichtte. Ik vind het toch wel een indrukwekkend moment als we daar zo staan en ik namens Tot Heil des Volks iets mag zeggen. De steen is gelegd door Tot Heil des Volks en de grafrechten worden nog steeds door ons bekostigd. We lezen met elkaar uit Hebreeën 13: ‘Denk aan uw voorgangers, die het Woord van God tot u gesproken hebben. Let op de uitkomst van hun levenswandel, en volg hun geloof na.’ En even daarna verzen die Jan de Liefde op het lijf geschreven waren: ‘En vergeet het weldoen en het onderlinge hulpbetoon niet…’ Het is ook mooi om op deze plek het door De Liefde gedichte lied te zingen: ‘O daar te zijn, waar nimmer tranen vloeien, waar ’t hart geen angst, geen kommer kent nog pijn, waar doorn noch distel groeien. O daar te zijn!’

Geen bouwer Vanaf de begraafplaats gaan we met de bus naar het semina-

Bij het graf van Jan de Liefde.

rium van de Vrije Evangelische Gemeente aan de VU. Daar schetst docent Lieuwe Mietus Amsterdam halverwege de negentiende eeuw. Het stadsleven speelde zich nog steeds af binnen de zeventiende-eeuwse grachtengordel. Het zijn tijden van economische neergang. Dit verandert snel door het aanbreken van Amsterdams zogenoemde tweede gouden eeuw. Deze periode wordt ingezet met het gereed komen van het Noordzeekanaal en mondt uit in de bouw van onder andere het Rijksmuseum, het Centraal Station en het Paleis voor de Volksvlijt. Mietus typeert De Liefde als ‘gist’. ‘Hij was geen bouwer, zoals Kuyper.’ Nee, De Liefde bracht iets op gang en ging dan weer. Hij is bij Tot Heil des Volks dan ook niet lang betrokken geweest. In 1864 vertrekt hij naar Engeland om fondsen te genereren door middel van zijn pennenvruchten. Vier jaar

later keert hij wegens gezondheidsproblemen terug. Kort voor zijn dood legt hij de eerste steen van ons huidige gebouw aan de Willemsstraat en spreekt hij zijn laatste woorden tot de vrienden van het Heil. We sluiten de dag af in dit gebouw met een maaltijd verzorgd door een medewerker en bezoekers van onze inloop voor dak- en thuislozen. Het gebouw bruist zoveel jaren later nog steeds van activiteit: de leefgemeenschap van de Shelters, De Tweede Mijl, Second Step, Different en CHAP vinden er hun onderdak. Dat maakt de afsluiting van deze ‘reis’ bijzonder. Het zijn vruchten van het werk van Jan de Liefde. Het motiveert ons om het onderlinge hulpbetoon niet te vergeten. Maar vooral zijn we verwonderd over de trouw van de God van De Liefde. Zijn laatste woorden tot het Heil waren deze: ‘Kies u het Woord Gods tot uw grond.’

11


12

De Oogst november 2015 Thema Otto de Bruijne

Wandelen tussen fantasie en profetie Na een halve eeuw wandelen op de Weg kom ik tot voorzichtige conclusies en merkwaardige gedachten. Bijvoorbeeld: wat was in mijn leven nou echt van God? Wat heb ik zelf bedacht? Wanneer was Gods ingrijpen in mijn leven duidelijk en wanneer dacht ik dat Hij het was, maar bleek het toch mijn eigen ik te zijn? Wat was profetisch spreken namens God? Wat was fantasie die ik voor profetie hield?

We kennen de voorbeelden: Aanzoek: God heeft mij geopenbaard dat jij mijn vrouw wordt! Antwoord: Nou, dat zal Hij dan eerst ook aan mij moeten openbaren! Of: God bevestigde dat ik deze baan moest nemen door een heel warm en vredig gevoel, maar na het sollicitatiegesprek werd ik niet aangenomen. Of: de aankoop van dat speciale witte huis met groene luiken dat ik echt in een droom zag: helaas is de hypotheek erg hoog en zitten we nu met lekkende dakgoten en ondraaglijke schulden. Klassiek: God laat me zien dat u geneest...etc. De woorden klinken na tijdens de begrafenis. Ik heb me ook wel eens vergist. Ik zag in een soort visioen een echtpaar voor wie wij vurig baden. Zij lagen in scheiding. De man was christen geworden, de vrouw niet. Nu zag ik hen, tijdens het gebed, samen in het doopbad staan. Glorie! Ik vertelde het aan de anderen waarmee wij op dat moment in gebed waren en we waren euforisch! Enfin, u raadt het al: de scheiding ging door en een paar maanden later werd de man alleen gedoopt. Ik was erbij en dacht: Wat nu visioen?! Was het toch uit mijzelf? De impact was honderd procent. Het beeld was haarscherp! Het kan niet anders dan dat het visioen Gods wil geweest moet zijn. Maar helaas, het moet een valse profetie geweest zijn. Of heb ik gezien wat

God graag wilde zien, maar was Hij zelf ook teleurgesteld over de keuze die mensen zelf maken? Ach wat, was het geen voorspelling maar meer een soort contact met Gods ‘passie’? Keek ik even in Gods hart? Of was het on(!) gewoon wishful thinking?

Gods spreken kan verpletterend en riskant zijn Neem me niet kwalijk, maar ik denk nu wel eens dat 99 procent van onze goedbedoelde en enthousiaste geloofsbeleving zich in onze eigen psyche afspeelt. Ik houd eerbiedig ruimte voor die ene laatste procent van het bovennatuurlijk ingrijpen en spreken van God. Is dat weinig? Nou nee! Het is heel veel: want ‘één procent God’ is waarachtig oneindig veel meer dan duizend procent menselijk geleuter. Wij zouden twee procent waarschijnlijk niet eens aankunnen. Gods spreken kan verpletterend en riskant zijn. Gode zij dank voor Zijn zwijgen! Wat Hij ons zegt in Zijn Woord, de Bijbel, houdt ons al een leven lang bezig. Ook al zouden we niets beleven, Hij heeft al door de Bijbel tot iedereen gesproken.

Onderscheiden Maar stel dat mijn brein en mijn emoties het leeuwendeel vormen van mijn Godsbeleving, wat is daarvan dan van God en wat van mijzelf? Hoe kan ik nu onderscheiden tussen fantasie en profetie?

Ik vat het woord profetie ruim op. Profetie is niet alleen voorspellen of voorzeggen: dat kun je eenvoudig toetsen. Als iemand iets voorspelt en het gebeurt niet, dan is het geen profetie van God. Maar in ruimere zin is profetie het voortzeggen van Gods Woord. Het telkens weer een mond van God worden en Zijn Woord toepassen in een specifieke situatie. In nood. In ziekte. In een moeilijk dilemma of een keuze. Profetie ligt dan ook heel dichtbij Goddelijke wijsheid over een situatie. Paulus zegt: ‘Ik wilde wel dat jullie allemaal profeteerden.’ Dan heeft hij het over het spreken van woorden voor geloofsopbouw.

‘ Een kijkje in mijn kleine mensenziel’

Bomen met God, wandelingen tussen fantasie en profetie is een autobiografisch relaas waarin Otto de Bruijne door de zandverstuivingen, door de bossen en langs het strand wandelt, fantaseert en meent iets van God te ontdekken. Otto maakte deze wandelingen in een periode van 25 jaar, totdat hij in 2006 door ziekte overvallen werd. Nu blikt hij terug op die wonderlijke ervaringen. Zelf zegt hij erover: ‘Lees en wandel mee en denk ervan wat je wilt. Het is niets meer dan een kijkje in mijn kleine mensenziel.’ Otto de Bruijne is publicist, kunstenaar en theoloog. Eerder verscheen van hem ‘Meer inspiratie’, ‘Drie wijzen uit het Westen’, ‘Naar de stilte’ en ‘Rust’.


Thema Otto de Bruijne De Oogst november 2015

FOTO ARIE AMBACHTSHEER

Rabbijn Abraham Heschel sprak over het Goddelijk pathos dat de profeet inspireert. Pathos betekent in het Grieks: emotie. Het woord komt terug in sympathie en empathie. Dan wordt Pathos verbonden met de ander: samen voelen, voelen voor, invoelen. Als Heschel spreekt over het Goddelijk pathos in de profeet, bedoelt hij dat een profeet Gods hart draagt. Ik noem dat theopathie. Theos: God en pathos: gevoel. Dus Godvoelend. Dat ligt dichtbij Godsvrucht, wat ik de vrucht van de omgang met God noem. Mooi gevonden, maar het klopt niet: Godsvrucht komt van het Hoogduitse Gottesfurcht, Godvrezendheid. Toch hou ik het vast: Godvoelend kan niet zonder omgang met God, en omgang met God kan alleen door Godsvrucht, God vrezen. In dat licht staat voor mij, als mens van God, fantasie niet tegenover profetie. Alsof de mens alleen maar onzin produceert en alles wat van God komt geen menselijke

trekjes zou hebben. Helemaal niet! God gebuikt onze fantasie, onze psyche, onze emoties, ons brein, onze taal, onze cultuur.

Wat Hij ons zegt in de Bijbel, houdt ons al een leven lang bezig De Bijbel – geschreven door mensen in mensentaal, in een echte wereld – staat vol met voorbeelden over beleving en emoties: angst, vrees, vreugde, verbazing, verdriet, innerlijke rust. In die emoties blijkt vaak Gods openbaring. Zoals je de takken en de bladeren van een boom ziet bewegen bij een onzichtbare windvlaag. In de Bijbel staan ook Gods emoties: liefde, spijt, woede, liefdesverdriet, verdriet, angst en vreugde. Een mens met theopathie hecht zijn ziel aan God, aan het verlangen van God, aan Gods vreugde en verdriet. Hij verbindt zijn hart aan Gods hart, maar eerst andersom: God verbindt Zijn hart aan mijn hart.

Ik ben tot de conclusie gekomen dat een gereinigde psyche, dat is een ziel die zich op God richt en vrij is van negativiteit, vuilheid en agressie, juist in staat is om Gods bedoelingen in een specifieke situatie te herkennen. Een schone ziel, brein en hart, is een ‘landingsbaan’ voor Gods waarheid. Ik moest dat ontdekken, maar toen ik dat ontdekte verdween mijn angst voor mijn eigen ‘gereinigde fantasie’. Het heeft mij zoveel van Gods bedoelingen laten zien. Creativiteit en fantasie werden gekleurd en gevormd door deze theopathie. Zij werden een middel om God te eren. Dat soort gedachten, fantasieën, gingen vaak over in het ontdekken van een profetische kern. Een duidelijk weten waar het in Gods ogen nu op aankomt! Meestal kon ik daarbij een directe lijn trekken naar een Bijbelgedeelte dat daar bij aansloot of dat ondersteunde. Ik heb tijdens wandelingen in de stilte van de natuur veel van dat

13


14

De Oogst november 2015 Thema Otto de Bruijne

belangrijker vindt dan zichzelf. Er zijn ook fantasten en profeten die in zichzelf geloven. Daar wordt het goddelijk pathos gesmoord en blijft de fanaticus over. Daar wordt de fantasie een waan... en de waan kent geen twijfel.

Gezonde afstand

Ook de boom van de fantasie kent men aan zijn vruchten.

soort theopathische ervaringen mogen ontvangen. Dit najaar verschijnt een boek over die wandelingen (zie kader op pagina 12).

Stevige bakens ‘Fantaseren met God’ heeft wel stevige bakens nodig. In de eerste plaats inkeer en omkeer. Ik moet mijn glas met troebel en giftig water omkeren voor God. Teleurstellingen, pijn, angst, begeerte en ergernis die het water bederven, moeten uitgegoten worden. Leugen, bedrog, nalatigheid en vuilheid moeten beleden worden. Dan alleen kan het smetteloos servet, Jezus, mijn glas reinigen en vullen met drinkbaar water. Tot de rand... en er overheen. Stromen van levend water! Dit gebeurt niet eenmaal, maar dit is een doorgaande beweging. Het is een beweging die voortdurend gepaard gaat met het Hallel: de lofprijzing. ‘Uw naam worde geheiligd!’ Op de tweede plaats kan theopathie alleen vruchtbaar zijn als Gods Woord, de Bijbel, boven op mijn hoofd blijft liggen. Al mijn denken en al mijn fantasie, alles wat ik hoor en zie, staat onder het gezag van dit goddelijke woord. Mijn fantasie buigt voor het woord van God en laat zich daardoor toetsen en richten. Het derde baken is de gemeenschap van gelovigen waar ik aan

FOTO ARIE AMBACHTSHEER

gegeven ben. Jezus bracht mij bij de Vader, bij Zijn Woord en bij de gemeente. Mijn fantasie wordt gecorrigeerd, gescherpt, in evenwicht gebracht, door het gesprek met anderen. Zo blijf je met twee voeten op de grond. De vraag doet zich onmiddellijk voor: is jouw fantasie vruchtbaar voor de ander? Bouwt het op? Wordt fantasie zo, in relatie tot de gemeenschap, ook profetisch?

Profetie is eigenlijk het voortzeggen van Gods Woord Het vierde baken is een volwassen zelfbeeld. Fantasie kan voortkomen uit frustratie of behoefte aan compensatie. Het is cruciaal om jezelf te kunnen relativeren tot de juiste proporties. Teksten als: ‘Nu ken ik nog ten dele’, ‘Wie meent dat hij iets is, maar het niet is vergist zich zeer...’, ‘Ik heb mijn ziel tot rust gebracht, ik wandel niet in grootse dingen’, ‘Wie meent dat hij staat, zie toe dat hij niet valle’, ‘Toets alle dingen, en behoud het goede’, komen in mijn gedachten. Een fantasie die profetische kracht heeft, kan niet zonder voorbehoud, zonder voorlopigheid, zonder weten van eigen falen. Er is lucht nodig. De ware heiligen worden door velen gezien als Gods fools. Humor, zelfspot is vaak een keurmerk van degene die de boodschap

Het vijfde baken is moeilijk te begrijpen: maar er moet een scherp onderscheid blijven tussen persoonlijke passie en Gods pathos. Passie wordt in onze tijd een soort toverwoord. Maar de gepassioneerde mens moet leren om zijn eigen emoties op een gezonde manier op afstand te houden. Emotie is een belangrijk onderdeel van beleving, maar de profeet blijft argwanend. Emotie komt van uit (ex) - bewegen (movere). Het is buiten jezelf staan en jezelf verliezen.

De ware heiligen worden door velen gezien als Gods fools De Bijbel leert dat de profetie en dus ook de fantasie die openstaat voor Gods hart, aan de profeet ondergeschikt is. Je blijft verantwoordelijk en je blijft de baas. Juist in deze ‘emocultuur’ - waarin beleving en gevoel boven de rede verheven wordt, en waarin geloven lijkt te drijven op gevoel - is het van het grootste belang om fantasie en eigen passie ondergeschikt te houden aan Gods pathos. Dan maar minder of niets voelen, dan maar geen warm en voldaan gevoel, maar wel Gods pathos. Sommige profeten probeerden zelfs de profetie te ontvluchten, te weerstaan. Het is geen pretje om Gods mond te moeten zijn. Dat geldt ook voor die fantasie die een profetische kern heeft. Het kan je overvallen; het kan tegenover je eigen emoties staan; en misschien moet je het eerst weerstaan om te ontdekken of het uit jezelf, uit mensen, of uit God komt. Tenslotte gaat alles om het Soli Deo Gloria! Wordt Jezus zichtbaar? Werkt Gods Geest? Ook de boom van de fantasie kent men aan zijn vruchten.


Overdenking Menno de Bruyne De Oogst november 2015

Het kruis, de crux Drie keer werd ik de voorbije maanden stilgezet bij het kruis. De eerste keer was toen de Amerikaanse dominee van ‘mijn’ kerk afscheid nam. De titel van zijn afscheidspreek was: de crux. Dát woord was de samenvatting van zijn vele honderden preken.

Daar draait het om, het kruis! Gods Zoon, de Messias, opende door Zijn lijden en sterven op het kruis, voor mensen die gevangen zitten in schuld en zonde, de deur naar het Nieuwe Jeruzalem. Het allerlaatste lied dat we als gemeente samen zongen, in zijn allerlaatste kerkdienst als predikant in Den Haag, was de bekende Engelse hymne: Lift high the cross! Toen ik voor het eerst een Engelse kerkdienst bezocht, viel me op dat met name in de anglicaanse kerk de dienst begint met het binnendragen van het kruis. Dáárachter betreden het koor en de predikant de kerk. En de dienst eindigt na de zegen opnieuw met het opgeheven kruis waarachter koor, voorganger én gemeente de wereld weer in gaan. Het is een prachtige Angelsaksische traditie vol wijsheid van eeuwen.

Keltische kruizen

Levensverhaal

Afgelopen zomer was ik op vakantie in Engeland, wandelen in en door mijn geliefde glooiende groene heuvels van de Yorkshire Dales. Ik bezocht er tientallen, vaak eeuwenoude godshuizen en –huisjes. Het mooie is dat in Engeland de doden nog begraven worden rond de kerk. Beter dan door die graven kan niet tot uitdrukking gebracht worden dat dé kerk de kerk der eeuwen is. Zij die ons letterlijk en figuurlijk vóór gingen, omringen ons tot op de dag van vandaag. Waarom weet ik niet, maar zelf ben ik altijd gefascineerd door de Keltische kruizen die je heel veel in Engeland en Ierland ziet, zo’n kruis met in het midden een cirkel, vaak ook nog versierd met vroegchristelijke symbolen. Mijn graf, zo heb ik al vastgelegd, mag met zo’n kruis bekroond worden.

De derde keer dat ik het kruis op mijn weg ontmoette, was via iemand van wie ik zielsveel houd. Ik kreeg een deel van zijn bijzondere levensverhaal te horen, en wel dat deel van zijn levensweg waarop hij merkte dat al zijn redeneringen en ongeloof het moesten afleggen tegen het kruis van Golgotha. Na twee weken strijd en gebed voelde hij Gods directe nabijheid en kon hij getuigen: Jezus raakte mij aan met Zijn voelbare liefde. Hij schreef een lang gedicht over zijn reis op de levensweg. De letterlijke en figuurlijke cruciale zinnen zijn : Toen kwam Hij. Was Hij een lifter? Lag het stuur al in Zijn hand En Hij sprak: ‘We reizen samen naar een hemels vaderland Zonder Mij reed jij de dood in want je keek niet op of om Ik alleen stond op het kruispunt en vandaar dat Ik je vond. En van daar zal Ik je leiden Ik ben al overal geweest Op het kruispunt van het leven zag jij Mij pas voor het eerst Maar ik ken jou jaren langer Kilometers ver vooruit Nog veel langer duurt Mijn liefde Daarom breng Ik jou nu thuis. Het kruis, de crux! Menno de Bruyne Voorlichter van de Tweede Kamerfractie van de SGP.

15


16

De Oogst november 2015 Samenleving Jaap Spaans

Waar komt ziekte vandaan? Ziekte en de oorzaken ervan zijn voor veel christenen ingewikkelde en controversiële onderwerpen. Ook binnen de kerken gebeurt het regelmatig dat chronisch zieken en mensen met een psychische of lichamelijke beperking te maken krijgen met vooroordelen of impulsieve opmerkingen.

Het volgende deed zich voor tijdens een zondagse dienst in een charismatische geloofsgemeenschap. Aan de aanwezigen wordt de vraag gesteld of iemand een getuigenis heeft. Een vrouw staat op en wijst naar haar dochter van vijf die naast haar zit. De avond ervoor kreeg zij een zware hoestbui en had koorts. Zij had met haar dochter gebeden en ’s morgens waren de klachten verdwenen en kon zij met haar moeder mee naar de dienst. In de rij erachter zit een gezin waarvan de jongste zoon een ernstige erfelijke spierziekte heeft. Na het getuigenis te hebben aangehoord, vraagt hij aan zijn moeder die naast hem zit: ‘Mama, jullie bidden zoveel voor mij, waarom geneest de Here God mij niet?’

‘Mama, waarom geneest de Here God mij niet?’ Ik wil geen afbreuk doen aan het getuigenis van de moeder, maar het is belangrijk dat we goed nadenken over de wijze waarop we omgaan met zieke medemensen. Ik ken mensen die diep zijn gekwetst nadat er impulsieve opmerkingen werden gemaakt rond erfelijke ziekte of psychische beperkingen, zoals ‘er is vast sprake van een vloek in het voorgeslacht’ of ‘hij/zij is (door demonen) bezet gebied’. Een aantal is afgehaakt of gaf de voorkeur aan een anonieme plaats achterin de kerk.

Oorzaken van ziekte Een voorganger met een genezingsbediening deed ooit de uitspraak dat ziekte altijd van de duivel is. Als hij daarmee bedoelde dat we leven in een door de zondeval gebroken schepping en dat ziekte en excessen daarvan het gevolg kunnen zijn, deel ik zijn mening.

Impulsieve opmerkingen over ziekte kunnen diep kwetsen Als er wordt bedoeld dat ziekte altijd het gevolg is van persoonlijke zonde, neem ik er afstand van. Volgens de Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2014 (VTV) zal het aantal mensen met een chronische ziekte in ons land stijgen van 5,3 miljoen in 2011 (32% van de bevolking) naar 7 miljoen in 2030 (40%). Onvoorstelbare aantallen. Kerken vormen een afspiegeling van de samenleving en ervaren dus ook de gevolgen van deze ontwikkeling. Omdat de emoties rond dit onderwerp hoog kunnen oplopen, is het goed om enige belangrijke factoren die ziekte kunnen veroorzaken te belichten. Een van de taalkundige definities van ziekte luidt: ‘een verstoring van de gezondheid vanwege het slecht functioneren van de geest of het lichaam’. Een betrekkelijk algemene uitleg. Persoonlijke ervaringen met het onderwerp en bestudering van bronnen voor publicaties, hebben mij geleerd

dat verstoring van het ­functionele evenwicht bij lichaam en/of geest het gevolg kan zijn van een aantal belangrijke factoren (in ontwikkelingsvolgorde): • Erfelijkheid of aanleg • Prenatale en neonatale omstandigheden • Omgevingsfactoren en trauma’s • Opvoeding • Gedrag en leefstijl (zonde) • Veroudering en slijtage Met zo’n opsomming ben je er nog niet. Waarom wordt de ene mens getroffen door een besmettelijke ziekte en de andere niet? Ook de kwaliteit van iemands immuunsysteem, karakter of de vraag welke invloeden leiden tot genetische mutaties zijn relevant. De wetenschap kent alle antwoorden daarop ook niet. Daarom is voorzichtigheid geboden. Een aantal factoren kan worden beïnvloed, bijvoorbeeld door een verantwoorde leefstijl. Er zijn echter ook aspecten waarop je als mens geen of weinig invloed hebt, zoals omgevingsfactoren en erfelijkheid. Veroudering en slijtage zijn inherent aan de vergrijzing van de bevolking, in combinatie met verbeterde gezondheidsvoorzieningen. Dat blijkt ook uit de VTV 2014 waarnaar ik verwees. Dat gedrag en leefstijl oorzaken kunnen zijn van ziekte is aangetoond. Verslavingen als roken en alcoholisme zijn risicofactoren, die je kunt vermijden door goede keuzes te maken. Dat er bij ziekte sprake kan zijn van een wissel-


Samenleving Jaap Spaans De Oogst november 2015

werking tussen lichaam en geest leren de aangrijpende Psalmen 38 en 51, waarin koning David in zware ziekte zijn ongerechtigheden belijdt en boete doet. Spanning en stress kunnen opstapelen tot een ziekmakend niveau en overgave, geloof en vertrouwen kunnen een ontspannende en helende werking hebben.

Geboorteafwijkingen en oorlog Complexer is het als ziekte gerelateerd is aan omgevingsfactoren. In The Daily Mail van 24 augustus 2013 werd uitgebreid aandacht besteed aan het gebruik van het ontbladeringsmiddel Agent Orange tijdens de Vietnamoorlog. Dat middel werd door het Amerikaanse leger ingezet om het ‘bladerdak’ boven de jungle te vernietigen, zodat de vijand niet meer ongezien kon infiltreren. Het middel bevatte zeer giftige stoffen die kunnen leiden tot geboorteafwijkingen bij volgende generaties. Honderdduizenden Vietnamezen hebben te maken met de gevolgen. Indringend zijn de foto’s van jonge Vietnamezen met ernstige aangeboren afwijkingen, als een indirect gevolg van de oorlog. De laatste jaren wordt er intensief onderzoek verricht naar de ernstige gevolgen van gebruik van chemische stoffen in oorlogssituaties. Na Vietnam volgden

andere calamiteiten met vergelijkbare gevolgen, zoals de milieuramp in Bhopal en de ramp met de kerncentrale in Tsjernobyl. Zij bewijzen dat omgevingsfactoren van invloed kunnen zijn op de gezondheid van mensen. Een voorbeeld uit eigen land is de asbestproblematiek. De verwachting is dat welvaartsziekten als morbide obesitas zullen toenemen. Bij de oorzaken is vaak sprake van een combinatie van leefstijl, erfelijkheid en omgevingsfactoren. Wetenschappers verschillen onderling nog van mening over de invloed van de huidige beeldschermcultuur. Wat zijn de langetermijngevolgen van intensief gebruik van computers en de toename van elektromagnetische straling door massale toepassing van draadloze systemen (electrosmog)? Uit oogpunt van preventie en voorzorg, gelden in diverse landen al beperkende maatregelen voor gebruik van mobiele telefoons door jonge kinderen. Ik geloof dat God mensen kan helen en dat gebed daarbij een belangrijke rol kan spelen. Tegelijk stel ik vast dat veel mensen ondanks volhardend gebed niet genezen. Aan ons de opdracht de zieken te ondersteunen en adviseren over een verantwoorde leefstijl. We mogen de pijn en belasting die deze medemensen

al hebben niet verergeren door impulsieve en ondoordachte conclusies. Jaap spaans Ervaringsdeskundige, schreef diverse publicaties over medische ethiek, waaronder ‘Christenen en erfelijkheid’. www.jaapspaans.nl

het placenta mysterie In het boek ‘Het placenta mysterie’, dat onlangs verscheen, gaat Jaap Spaans uitgebreider in op de relatie tussen gezondheid, ziekte en geloof. Het boek beschrijft een gezin waar in 1990 de ernstige spierziekte myotone dystrofie werd vastgesteld. Een diagnose met grote gevolgen. Als de moeder de ziekte heeft, kan dit ernstige prenatale complicaties tot gevolg hebben, zoals een gestoorde placentafunctie. Recent onderzoek wijst uit dat dit ook gevolgen kan hebben voor de neurologische ontwikkeling van kinderen, zelfs op later leeftijd. Verklaart dit de problemen waarmee het gezin in de 25 jaar die volgden te maken zou krijgen? De auteur geeft een goed onderbouwde hypothese over het verband tussen de placentafunctie en mogelijke gevolgen voor de neurologische ontwikkeling. Het boek is verkrijgbaar via: www.bravenewbooks.nl/jaapspaans

17


18

De Oogst november 2015 Thema Jurjen ten Brinke

Een verwaterd evangelie Echte vriendschap betekent dat je iemand kunt vertellen hoeveel je om hem geeft, maar ook dat je stevige feedback kunt geven. In het Bijbelboek Openbaring lezen we van zeven brieven die gemeenten van Klein-AziĂŤ krijgen. Ik geef graag iets door naar aanleiding van de vierde, zeer stevige brief: die aan de gemeente van Thyatira.

Het lijkt wel of de gemeente een soort echoscopie ondergaat, door een grote Dokter: Jezus Zelf. Hij is het die nieren en harten doorzoekt (vers 23). Wat is er allemaal goed? En wat klopt er niet en kan levensbedreigend zijn? Wat een bemoediging als de gemeente in vers negentien te horen krijgt hoe liefdevol, gelovig, hulpvaardig en standvastig ze zijn! De gemeente van Thyatira houdt het niet bij mooie praatjes; ze deelt haar geloof met anderen. De leden staan bekend om hun liefdevolle houding en staan klaar voor anderen. En dan is er

ook nog sprake van geloofsgroei: meer goede werken dan voorheen. Wat wil je nog meer? Dat is waar ik naar verlang, voor mezelf en voor kerken in Nederland. Dat we groeien in aantal, maar vooral ook in diepgang. Dat de omgeving steeds meer merkt van wie we zijn in God, in Christus, omdat we groeien. Naar Hem toe.

Moreel compromis Maar waarom dan toch dat hele Izebel-verhaal na die bemoediging? Dat heeft alles te maken met het feit dat de geestelijke groei helaas gepaard ging met een

moreel compromis wat de gemeente van Thyatira gesloten had.

De plaatselijke industrie nam een loopje met de waarheid Thyatira was een handelsstad en er woonden veel zakenlieden. Iedereen moest lid zijn van een vakbond. Als je dat niet was, werd je geboycot. Juist daar ging het mis. De kleine industrie van linnen, pottenbakkers en purperverf nam een loopje met de waarheid en met eerlijkheid. Daarbij vierde men allerlei fees-


Thema Jurjen ten Brinke De Oogst november 2015

ten, vol met heidense praktijken, rituelen, offers, ontucht en dronkenschap. De vraag die overbleef was natuurlijk: hoe doe je dat als ondernemer die Jezus wil volgen en die zich niet wil inlaten met deze zaken? In het Oude Testament was Izebel de vrouw van koning Achab. Zij had in het tienstammenrijk van die tijd een bijzonder negatieve invloed op het volk Israël door de invoering van de Baäldienst. Een afgodendienst die ook letterlijk met hoererij en seksuele uitspattingen gepaard ging. Het kan zijn dat er in Thyatira een vrouw leefde met exact dezelfde naam Izebel, maar waarschijnlijk maakt de Openbaringschrijver een vergelijking met vroeger.

Ze bluften dat ze ‘diepere dingen’ van God kregen Feit is dat ze veel te veel ruimte gaven aan een foute vrouw, die zichzelf profetes noemde en volgens haarzelf namens God zou spreken. En dan kom je op een cruciaal punt. Want liefde, dienstbetoon, etc. zijn allemaal kenmerken van een gezonde kerk, maar dat geldt óók voor heiligheid. Als je een prachtige bloementuin hebt, maar geen onkruid wiedt, dan wordt het op den duur toch echt een overwoekerde bedoening. De Bijbel roept ons op allerlei plekken op om heilig te leven en legt ons uit wat er gebeurt als de Geest van God, de Heilige Geest, in ons woont. Terwijl (de geest van) Izebel juist voor een dubbelleven stond: iets waar we ten diepste allemaal een hekel aan hebben. Immers, hoe fout vinden we het als je partner in het verborgene een relatie met een ander aangaat? Izebel en haar volgelingen wezen net als de Griekse wijsgeren in die tijd op hun onderzoeken naar geheime mysteries en op allerlei openbaringen die ze kregen. Ze bluften dat ze ‘diepere dingen’ van God kregen. Maar ondertussen bleek het vooral ‘verwatering’ op te leveren! Ik stel me zo voor het hoe is gegaan: ‘Weet je, beste mensen,

we zijn vrij in Christus. De wet doet er niet meer toe. Leef zoals je denkt te moeten leven en doe dat afhankelijk van God. Doe je best, God doet de rest. En het goede nieuws is: Hij vergeeft waar het mis gaat.’ Zoiets. Prima toch? Het Evangelie in een notendop. Maar het levert letterlijk een verwaterd Evangelie op. Het is eten van twee walletjes.

Volharding Wat een heftige aanklacht! Natuurlijk, er is wel verschil in de uitleg van de Bijbel. Maar zodra we op de tour gaan van ‘je moet er je eigen invulling aan geven’, dan gaan we op de Izebel-tour. Dan beland je maar zo in een paar uitersten. Aan de ene kant: ik beslis zelf wel wat goed of fout is, het gaat om mijn hart en niet om wat je er van ziet of vindt. Of aan de andere kant: God heeft me dit of dat gezegd. Zo moet het. Dan loop je een groot risico dat je God voor jouw karretje spant.

Een vis is vrij in het water en niet op het land Wat is er kennelijk nodig? Thyatira krijgt te horen dat er standvastigheid, volharding in heiligheid nodig is. Maar let op: we moeten niet op die extreme houding van Izebel reageren door zelf heel strak door het leven te gaan. Niet allerlei wetten en regels verzinnen hoe wij dan ‘heilig en zuiver’ blijven tegenover de valse leer. Nieuwe situaties moeten niet tot nieuwe wetten leiden en dat is, als ik het goed zie, helaas veel te vaak gebeurd in de kerkgeschiedenis. Er is maar één antwoord, en dat staat in vers 25: houd vast aan wat je hebt, totdat Jezus komt. Een pleidooi voor eenvoud; voor kinderlijk geloof. Jezus ziet wat ze hebben: ze zijn liefdevol, gelovig, hulpvaardig en standvastig. En Hij bemoedigt door te zeggen dat dat belangrijk is. Ook als het armoede of spot oplevert. Het duurt nog een poosje, maar dan zal God Zelf oordelen.

Vrijheid kent grenzen Er blijft nog een vraag over: waar is dat nu goed voor, de regels van God, dat heilige leven? Zou je er werkelijk gelukkig van worden? Waarom is heilig leven überhaupt van belang en is het wel een prettig idee dat God alles ziet en hoort?

De brief aan Thyatira scherpt ons op in een heilig leven voor God Het eerste antwoord is het makkelijkst, maar in de praktijk het moeilijkst. Waarom zou je de almachtige God, de Vader in de hemel, niet willen gehoorzamen in wat Hij van je vraagt? Beseffend wat Hij allemaal voor je deed in Jezus de Here, die Zijn leven gaf? Is de vraag ‘wat jij er aan hebt’ dan wel relevant? Het tweede antwoord is praktischer. Echte vrijheid kent zijn grenzen. Het voorbeeld van een partner die vreemd gaat, helpt om dat te begrijpen. Je kunt zeggen: hij is maximaal vrij en doet wat hij wil. Maar het gevolg is dat hij een pokerface moet opzetten. En jij voelt je niet zeker en niet vrij, want je hebt de neiging om hem te controleren: is zijn trouw wel onvoorwaardelijk? En dat geldt op tal van terreinen. Echte vrijheid wordt begrensd: een vis is vrij in het water en niet op het land, hoewel hij dan meer ‘ruimte’ heeft. In die zin is het helemaal niet erg dat God onze harten en nieren proeft. Je kunt er bang van worden, omdat het voelt als controle. Maar wat nu als dit hele boek, de Bijbel, je voortdurend laat zien dat jij keer op keer terug mag komen bij Hem? De brief aan Thyatira scherpt ons op in een heilig leven voor God, beseffend dat dit geloofsgroei oplevert en dat het tot eer van Hem is. Hij is het waard; jij bent het waard! Jurjen ten brinke Voorganger van Hoop voor Noord, een multiculturele gemeente in AmsterdamNoord.

19


20

De Oogst november 2015 Actueel Lilian Madern

Het kruis: heikel punt in Jezusdebat Wie is Jezus? Het is de centrale vraag in een debat tussen Paul en Rob Visser. Beide zijn predikant in Amsterdam, maar verschillen in hun opvatting over de betekenis van Jezus’ lijden. Het levert een interessant gesprek op waarin soms de hand gereikt wordt en soms overtuigingen haaks op elkaar staan.

‘Maar als het gaat over zijn bloed dat ons reinigt, dat gezeur over Jezus als verlosser en verzoener - dat is niet de boodschap van Jezus.’ Deze uitspraak van stadspredikant Rob Visser in Trouw deed een hoop stop opwaaien. Het vormde de aanleiding voor een debat over de vraag: ‘Wie is Jezus?’ dat 1 oktober plaatsvond in de Noorderkerk. Op het debat zijn zo’n 150 man afgekomen, het merendeel vijftigplus. Wilfred Scholten (KRO/NCRV-journalist) leidt het gesprek: ‘Vanavond draait het niet om preken, maar om spreken.’ Maar waar twee dominees in debat gaan is het bijna onvermijdelijk dat er niet gepreekt wordt. Regelmatig wordt het vingertje opgestoken en draaien de sprekers zich naar het publiek; om niet zozeer elkaar als wel de mensen in de kerkbanken te overtuigen.

Jezus en Nelson Mandela Het debat begint met de vraag wat beide Vissers over Jezus zouden vertellen aan iemand die niets met Hem heeft. Rob Visser: ‘Wij kennen God dankzij Jezus niet als succes-God, maar als broeder. Hij stoorde zich niet aan de heersende orde. Hij was met recht en rede een man naar Gods hart. Zelfs de dood kon Hem niet scheiden van God.’ Scholten vraagt zich af: ‘Is Hij niet te vergelijken met iemand als Gandhi?’ Rob Visser: ‘Nee, Jezus is de mens waarin God welbehagen heeft, een uniek mens.’ Paul Visser heeft een andere benadering: ‘Ik lijk misschien wel vrij-

zinnig als ik dit zeg, maar Jezus lijkt veel op Nelson Mandela.

Vermoorde onschuld was de verzoening van onze zonden Hij moest het bekopen met intimidatie en opsluiting, toen hij echter vrijkwam waren zijn eerste woorden: Forgiveness and peace. Iedereen merkte: dat is niet gewoon! Jezus was niet anders, Hij heeft de liefde van God geleefd. In Hem werd het koninkrijk van God zichtbaar. Dat werd Hem alleen niet in dank afgenomen, Hij werd uitgespuugd door de mensen. Vermoorde onschuld was de verzoening van onze zonden. Dat is God ten voeten uit.’ Scholten: ‘Zeg je dit nu om te provoceren? Nelson Mandela was immers atheïst.’ Paul Visser: ‘Van Mandela is de hele wereld onder de indruk, maar mensen hebben geen boodschap aan het verhaal van Jezus.’

Het lijden aan het kruis Om het debat nog wat meer op scherp te stellen, brengt Scholten de fictieve Els in. Ze gelooft in God, maar heeft niks met het kruis. Kan ze wel christen zijn als ze dat niet gelooft? Paul Visser: ‘Ik kan me het me goed voorstellen, in de Bijbel wordt het ook een dwaasheid genoemd. Maar op een gegeven moment raakte ik er van onder de indruk. Als God vergeldt, dan doet Hij het met Zichzelf.’ Rob Visser zou ook zeggen dat hij Els begrijpt. ‘Laat dat kruis rusten, dat is op dit moment niet

belangrijk. Paul spreekt over vergelding, dat moeten we respecteren. Aan het kruis is te zien dat God ons lijden serieus neemt.’ De dominees lijken weer wat dichterbij elkaar te komen, maar Scholten vindt het wat te makkelijk gezegd. Waarna Rob Visser prikkelt: ‘God wijst het lijden af, staat Hij dan wel achter het lijden van Zijn Zoon? Ik heb moeite met het woord “vergelding” dat Paul gebruikt.’ Waarna Paul Visser opmerkt: ‘Ik heb ook het woord “toorn” gebruikt. God kan toornen en bliksemen over onrecht. Mag God zich net als ons opwinden over onrecht? God is liefde én gerechtigheid.’

Als God vergeldt, dan doet Hij het met Zichzelf De zaal lacht als Scholten Visser verwijt toch te preken. Waarop Visser reageert dat hij dan maar geen dominees had moeten uitnodigen. Paul Visser zegt mét wijzende vinger: ‘God kan niet met onrecht leven, maar niet ik, Hij hangt. Dat wil ik van de daken schreeuwen.’ Rob Visser: ‘Hier kan ik niet mee leven, gaan we dan niet al te menselijk praten over God? Gods liefde heeft wat gekost, Hij wil de wereld behouden en deelt het menselijk bestaan. Meer niet. Volgens Paul moet God die toorn kwijt.’ Hij begint luider te praten: ‘Nochtans houd ik van je Paul.’ Het is kenmerkend voor de respectvolle manier waarop dit debat gevoerd wordt.


Actueel Lilian Madern De Oogst november 2015

Ondertussen zet Rob Visser het Jezusbeeld, dat op de achtergrond staat, op zijn spreektafel. ‘Onze opdracht is de handen en voeten van Jezus te zijn. Of Hij nu God is, zijn opdracht is: “Ga aan de slag”. Rob Visser laat een lied horen over de zaligsprekingen. Paul Visser: ‘Wat ik nou zo mooi vind, die zaligsprekingen maken het zo smal. Ik word er gelukkig van dat ik het niet op eigen houtje hoef te doen. Ik mag Godzijdank elke dag opstaan in genade.’ Rob Visser: ‘Dan gaan we samen op weg.’ Scholten vind het een beetje te ‘klef’ worden en herinnert beiden eraan dat er een debat gaande is.

een substantieel deel investeren in het doorvertellen van dit verhaal. Hebben we het lef om dat volledige verhaal te vertellen? Ook al roept het irritatie op? Die handen en voeten volgen vanzelf.’ Scholten: ‘Ouderwetse evangelisatie?’ Paul Visser: ‘We moeten de wortels niet verliezen. Ik wil ook op lange termijn blijven bestaan als kerk.’ Rob Visser: ‘Kom op, we hebben de kans van ons leven met veertig miljoen. Natuurlijk is de bron belangrijk, maar daarna moeten we aan de slag.’

Aan de slag!

Tenslotte stelt Scholten de vraag die oprijst als twee dominees met verschillende opvattingen in discussie gaan: ‘Wat is de geloofwaardigheid van de kerk, als jullie zo van mening verschillen?’ Rob Visser: ‘God is pluriform en heeft een ruim hart, Hij gaat met ons een eigen weg. Daarom is het juist geloofwaardig.’ Paul Visser: ‘Daar zeg ik ja en amen op, maar het is niet leven en laten leven.’ Het is de slotopmerking in een interessant en belangrijk debat. De Vissers leken op sommige

Vervolgens komt het thema ‘de toekomst en de taak van de kerk’ aan bod. Wat zouden beide predikanten doen als ze zo’n veertig miljoen van de kerk konden besteden? Rob Visser zou al het geld opmaken. ‘Laten we een pand kopen en een paar honderd vluchtelingen opvangen. Laat zien wat het betekent om de handen en voeten van Jezus te zijn. Zonder diaconie is er geen kerk.’ Paul Visser zegt om de degens wat meer te kruisen: ‘Laten we

Zonder diaconie is er geen kerk

momenten heel dicht bij elkaar te komen, maar er zijn toch ook grote verschillen. In ieder geval mogen ze samen van een avond Mathaüs Passion gaan genieten en het publiek wordt uitgenodigd om nog eens door te spreken over de cruciale vraag: ‘Wie is Jezus?’

Terugblik Hoe kijkt ds. Paul Visser terug op het debat? ‘Het was een open en eerlijk gesprek met respect voor elkaar, maar ook op het scherpst van de snede als het gaat om de betekenis van de dood en opstanding van Jezus. Wij hebben beide gesproken vanuit een innerlijke hartstocht. Ik ben dankbaar dat er een podium was om de kernboodschap van het Evangelie te vertolken. Geleid door Gods Geest lukte het om dat frank en vrij te doen. Tegelijk was het pijnlijk om te ervaren dat wij rond die Ene, die ons verbindt, ook zo van mening verschillen. Ik hoop van harte dat het debat ons allen, van welke “richting” ook, blijvend te denken geeft. En eraan bijdraagt dat de alleszeggende lofzang op Jezus, zoals zo treffend verwoord in Filippenzen 2:5-11, in de toekomst meer en meer de toon zal zetten in protestants Amsterdam.’

21


22

De Oogst november 2015 Bijbelstudie Gert Hutten

Verlangen naar profetie Als we nadenken over profetie en profetisch geluid heeft dat allereerst te maken met het verstaan van Gods stem. God is een sprekende God. Hij spreekt ons aan. God heeft een diepe passie om Zichzelf aan ons bekend te maken. God wil contact en Hij wil een hechte relatie.

God sprak niet alleen maar vroeger. Hij spreekt nog steeds tot jou. God maakt zich vooral door Zijn woord aan ons bekend, maar niets staat God in de weg om ons ook op andere manieren te bereiken. Hij spreekt ons aan door de natuur, door mensen, door gebeurtenissen en zomaar maakt Jezus zich in een droom bekend aan een moslim. God spreekt en de vraag is of wij Zijn stem verstaan. Daarvoor is het nodig dat we stil worden, dat we leren luisteren. Zomaar ontstaat er ruis in ons leven zodat we niet afgestemd zijn op de Zender. De Bijbel staat bomvol profetisch geluid. God sprak in het Oude Testament vaak bij monde van de profeten. Het geluid van de profeten is vaak scherp en ontmaskerend. Een in slaap gesukkeld volk wordt ruw wakker geschut. De profeten hebben een eigen stijl en het zijn soms zonderlinge figuren. Hoewel de profeten profetieën uitspreken over de volken en lange termijn-voorspellingen doen, is veel profetie gericht op Gods volk. Corrupte leiders worden aangesproken. Steeds lezen we over het verlangen naar een echte herder nu de aardse leiders het zo laten afweten. Profetie is vaak gericht tegen religie en tegen vormendienst. Veel profetie is gericht tegen de onderdrukking van de armen en het kwaad dat het volk doet. ‘Ik heb een afkeer van jullie feesten (…) jullie samenkomsten verdraag ik niet. Ik schep geen behagen in jullie offers. Bespaar mij het geluid van jullie liederen. Laat liever recht stromen als water…’ (Amos 5: 21-26). Stel dat er nu een

profeet zou opstaan in Nederland of binnen zou wandelen in jouw kerk, wat zou Zijn boodschap zijn voor jou?

De ware profeet Jezus is onze hoogste profeet en leraar. Hij is de ware profeet, priester en koning. Als je echt wilt leren wat profetie is dan moet je bij Hem zijn. Het wonder van Jezus is dat Hij altijd waarheid en liefde bij elkaar houdt. Vanuit een enorm bewogen hart spreekt Hij de mensen aan. Zijn diepe passie is mensen te redden die dreigen verloren te gaan.

God spreekt en de vraag is of wij Zijn stem verstaan Wij vinden het soms maar lastig om liefde en waarheid bij elkaar te houden. Je kunt gaan voor de waarheid: Het is hard wat ik nu zeg, maar het is de waarheid en de waarheid doet soms pijn. Je kunt gaan voor de liefde. Omwille van de liefde zeggen we juist niet waar het op staat. We bedekken zomaar fouten of scheuren met de mantel der liefde. Jezus wijst een derde weg. Sterker nog, Hij is de derde weg. Hij is het licht van de wereld. Profetisch spreken is Jezus’ licht laten schijnen in de diepe duisternis van deze wereld. Alles komt dan aan het licht. Het goede wordt zichtbaar. Het slechte wordt ontmaskerd. Je wordt aan je zonden ontdekt. Ook dat laatste is evangelie. We kunnen niet groeien en veranderen als we niet eerst eerlijk worden over onszelf.

Als je Jezus’ licht laat schijnen is er bovendien ook juist bij Jezus vergeving te vinden. Johannes zegt in Openbaringen 19:10: Getuigen van Jezus is profeteren. Helderder kun je het niet zeggen. Profeteren is getuigen van Jezus.

Verlangen naar profetie In 1 Korintiërs 14 roept Paulus ons op om te verlangen naar de gave van profetie. ‘Jaag de liefde na en streef naar de gaven van de Geest, vooral naar die van profetie’ (vers 1). ‘Iemand die profeteert spreekt tot mensen, en wat hij zegt is opbouwend, troostend en bemoedigend’ (vers 3). ‘Maar profeteert iedereen, dan zullen ongelovige buitenstaanders die de samenkomst bezoeken door iedereen worden beoordeeld en terechtgewezen’ (vers 24). Profetisch geluid mag dus opbouwend, troostend en bemoedigend zijn.

Profetie is vaak gericht tegen religie en tegen vormendienst Tegelijkertijd is het ontdekkend en wordt je door profetisch geluid terechtgewezen. Onlangs was er een 80-jarige vrouw in onze kerk. Ze was nog nooit eerder in een kerk geweest. Al jaren was ze op zoek naar houvast in haar leven. Na de dienst kwam ze naar me toe en ze zei: ‘Ik had het gevoel dat ieder woord speciaal voor mij was, dit was precies wat ik nodig had.’ Van belang is dat we goed zien dat profetie een gave van de Geest is. Het is niet van jezelf.


Bijbelstudie Gert Hutten De Oogst november 2015

God maakt zich vooral door Zijn woord aan ons bekend.

Ook is profetie niet exclusief voor de enkeling. Allemaal zijn we profeten, priesters en koningen.

Profetisch geluid Wat is profetisch geluid? Mijn hoogleraar Oude testament, professor Ohmann, noemde profetie een woord gesproken op zijn tijd. Een profeet spreekt onder de leiding van Gods Geest het juiste woord op het juiste moment.

Jezus is de ware profeet, priester en koning Terecht zegt drs. M.D. de Geuze, in zijn boekje ‘Profetie, onmisbaar voor de christelijke gemeente’ dat we dringend behoefte hebben aan meer profeten. Het is zo nodig dat we in deze donkere tijden Jezus’ licht laten schijnen. Het is zo nodig dat we in liefde opkomen voor de waarheid. ‘Ik ben de weg de waarheid en het leven’, zegt Jezus. Het is nodig dat we spreken tegen het materialisme, tegen lauwheid, tegen religie en vormendienst in de kerken. De tijdsgeest, die ons sterk beïnvloedt,

dient ontmaskerd te worden. Om profetisch in de wereld te staan is liefde, moed en volharding nodig. Wat hebben we de kracht van de Geest nodig om wijsheid en inzicht te krijgen.

Vreemdelingen en priesters Onlangs verscheen een nieuw boek van Stefan Paas ‘Vreemdelingen en Priesters, Christelijke missie in een postchristelijke omgeving’. Echt een aanrader. In hoofdstuk 3 ‘Van volkskerk naar verovering’ beschrijft Paas zes manieren waarop kerken in Europa gereageerd hebben op de secularisatie van de moderne tijd. Een van die manieren is die van ‘de kerk als tegencultuur’. De kerk als tegencultuur is ‘een gemeenschap die zich onderscheidt van de wereld door radicale navolging van Christus, een vurig geloof, hartelijke gemeenschapszin en een heilig leven’. Naast zijn sympathie voor deze beweging heeft Paas ook vragen. Hij zegt: ‘Het is niet goed om de kerk en de wereld zo tegenover elkaar te zetten en de wereld zo

zwart mogelijk af te schilderen.’ Tegelijkertijd zegt hij dat er altijd groepen christenen zullen zijn die hun omgeving willen dienen maar ook de kerk het ideaal voorhouden van radicaal discipelschap en profetische kritiek.

Het is zo nodig dat we in deze donkere tijden Jezus’ licht laten schijnen

Profetisch geluid heeft daar mee te maken. Hoe verhouden wij ons tot deze wereld? We zijn vreemdelingen en bijwoners. Deze wereld is niet ons thuis. Tegelijkertijd weten we dat God veel houdt van deze wereld. Het is Zijn wereld. We zijn geroepen om in deze wereld te leven en daar Gods liefde uit te leven. De spanning tussen vreemdeling en priester zullen we altijd blijven ervaren.

Gert Hutten Algemeen directeur van Tot Heil des Volks en predikant.

23


24

De Oogst november 2015 Achtergrond Herman Meijer

De man die honderden ­werelden redde Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog leven er in Amsterdam zo’n 80.000 Joden. De Duitse bezetter voert het merendeel van deze Joden weg in de jaren 1942 en 1943. Velen van hen worden verzameld in de Hollandsche Schouwburg. Johan van Hulst, overbuurman van deze deportatieplaats, wordt held, tegen wil en dank.

De tragiek die de oude muren van de Hollandsche Schouwburg aan zich voorbij hebben zien trekken, is met geen pen te beschrijven. Het theater is door Ferdinand Aus der Fünten in augustus 1942 aangewezen als plek waar de bij razzia’s gevangengenomen Joden tijdelijk moeten worden gevangen gezet, in afwachting van hun deportatie. In de loop der maanden trekken duizenden Joden door de schouwburg. Na enkele dagen en nachten volgt transport naar Westerbork en Vught. Nog weer later volgen voor lachende kinderen, kromgebogen oma’s en fluitende vlegels de gaskamers. De omstandigheden in de Hollandsche Schouwburg waren erbarmelijk. In het oorlogsdagboek van Willy Alexander lezen we hoe er op 25 maart 1943 maar liefst 1.300 mensen in het theater aanwezig zijn.

De kinderen tot en met dertien jaar worden gescheiden van hun ouders Alleen de oude vrouwen kunnen op matrassen slapen, de anderen een hoogst enkele keer. ‘Er zijn voor die 1.300 mensen maar twee heren-wc’s en drie dames-wc’s en één of twee wastafels. In de zaal bevinden zich mensen voor Westerbork, boven de mensen voor Vught.’ Iemand anders vergelijkt de situatie met de stad Napels toen de pest daar heerste. Met altijd de stank van veel teveel op elkaar gepropte, doodsbange mensen.

Kindercrèche Het zal u niet verbazen dat de ruimte in de Hollandsche Schouwburg veel te beperkt is voor zoveel mensen. De Duitsers besluiten in oktober 1942 dan ook dat het gebouw recht tegenover het theater, een kindercrèche, onderdeel wordt van de verzamelplaats. De kinderen tot en met dertien jaar worden gescheiden van hun ouders en verblijven in

deze crèche. Ouders en kinderen worden vlak voor deportatie weer herenigd. Het gebouw naast deze kindercrèche, dus schuin tegenover de schouwburg, is dan een kweekschool (pabo): de hervormde kweekschool. Johan van Hulst zwaait daar de scepter. Deze jonge, dan nog onderdirecteur, is aan het begin van de oorlog 28 jaar oud. Dat hij Oranjegezind is, blijkt al tijdens het uitbreken van de oorlog. Op deze tiende mei stuurt Van Hulst alle leerlingen naar huis, maar niet voordat zij gezamenlijk het Wilhelmus hebben gezongen.

Niemand van de leerlingen wordt opgepakt In de oorlog stapelen de problemen voor de kweekschool zich op. Al snel verliest de christelijke school haar subsidie. Van Hulst gaat niet bij de pakken neerzitten en besluit dan maar zonder ­subsidie, en afhankelijk van giften, verder te gaan. In Amsterdam doet al snel het gerucht de ronde dat de hervormde kweekschool ongesubsidieerd verder gaat en daarmee de bezettingspolitiek dwarsboomt. Van Hulst: ‘Toen deed zich een wonder voor zoals dat in oorlogstijd zelden gebeurde: het geld stroomde binnen.’

Jonge mannen Er is nog een probleem. De leerlingen van de hervormde kweekschool zijn jonge mannen. Die worden elk moment met wegvoering door de Duitse bezetter bedreigd. Van Hulst onderhandelt met de Duitsers en weet te bewerkstelligen dat zijn leerlingen worden vrijgesteld van uitzending naar Duitsland tot en met hun eindexamen. Van Hulst belooft de bezetter dat zij op de dag van het eindexamen een lijstje krijgen met de namen en adressen van de geslaagden, zodat ze die direct ­kunnen


Achtergrond Herman Meijer De Oogst november 2015

Johan van Hulst: ‘Laat niemand denken dat ik in elk opzicht een goed mens ben.’

ophalen. Een belofte die Johan van Hulst niet nakomt. Niemand van de leerlingen wordt dan ook opgepakt om naar Duitsland te worden gezonden. Dit nieuws gaat als een lopend vuurtje door Nederland. Veel (rijke) ouders proberen hun zoon in te schrijven op de hervormde kweekschool in Amsterdam, om zo hun kind te beschermen. Waren er in 1942 nog 42 leerlingen die ingeschreven stonden op de kweekschool, in 1944 is dat aantal gegroeid tot 150 leerlingen. De meesten van hen stonden alleen ingeschreven en volgden geen onderwijs.

Smokkelen Dan klopt in april 1943 de buurvrouw aan bij Van Hulst. Mevrouw Pimentel is directrice van de kindercrèche, die op dat moment tientallen Joodse kinderen herbergt, in afwachting van hun deportatie. Pimentel vraagt aan Van Hulst of zij gebruik mag maken van de tuin van de kweekschool. De tuin van de kweekschool is maar minimaal gescheiden van de tuin van de kindercrèche en Van Hulst geeft meteen toestemming. Al snel wordt de ‘samenwerking’ uitgebreid en stelt Van Hulst ook een lokaal beschikbaar, waar de kinderen overdag kunnen

FOTO MATS VAN SOOLINGEN

uitrusten. ’s Nachts gaan zij dan weer terug naar de crèche.

‘Nu zie ik waarom God mij hierheen heeft geleid’, antwoordt de vrouw Al snel bespreekt Van Hulst met Pimentel de mogelijkheden om kinderen weg te smokkelen. De kinderen worden via de tuin van de kindercrèche naar de kweekschool gebracht. Kinderwerkers smokkelen deze kinderen vervolgens via de school naar buiten, de vrije wereld tegemoet. Tijdens de eindexamens in school wordt het spannend. De overheid stuurt mensen om bij de examens aanwezig te zijn en te controleren of alles volgens de regels verloopt. Als Van Hulst op een gegeven moment een geschiedenisexamen afneemt, is ook Gezina van der Molen aanwezig. Zij moet namens de (Duitse) overheid een oogje in het zeil houden. Van Hulst kent haar niet en hij schrikt dan ook enorm als een Joodse baby in het gebouw begint te huilen. Van der Molen vraagt Van Hulst wie er huilt. De directeur kan niet anders dan Van der Molen te vragen of hij het antwoord schuldig mag blijven.

25


26

De Oogst november 2015 Achtergrond Herman Meijer

De Hollandsche Schouwburg aan de Plantage Middenlaan

Even blijft het stil. Van der Molen snapt wat er aan de hand is. ‘Nu zie ik waarom God mij hierheen heeft geleid’, antwoordt de vrouw. Van der Molen blijkt ook in het verzet te zitten. De verzetsvrouw kent ontzettend veel adressen waar de kinderen eventueel kunnen worden ondergebracht. Aan het eind van de examenweek heeft deze dappere verzetsvrouw al dertien kinderen meegenomen.

Schrijnende situaties De hulp aan kinderen zorgt voor schrijnende situaties in de kweekschool. Slechts een deel van de

Johan van hulst Johan W. van Hulst pedagoog, politicus, verzetsman Afgelopen zomer verscheen onder redactie van Wouter Van Haaften en Gerlof Verweij een boek over Johan W. van Hulst. In dit boek is niet alleen aandacht voor het verzetsverleden van Van Hulst, maar ook voor het leven van de onderwijzer Van Hulst (van onderwijzer tot hoogleraar pedagogiek), de politicus (als fractievoorzitter van de CHU en het CDA in de Eerste Kamer) en voor de gepassioneerde schaker op hoog niveau Van Hulst. Titel Omvang Prijs Uigever ISBN

Johan W. van Hulst pedagoog, politicus, verzetsman 174 pagina’s € 25,Verloren, Hilversum, 2015 978-90-87045-14-2

kinderen kan worden gered. Het mag niet opvallen, dus het overgrote merendeel wordt door de Duitsers alsnog op transport gezet. Van Hulst vertelt later hoe moeilijk dat soms was. ‘Kinderen die we niet konden helpen, werden weggevoerd via lijn negen. Die moesten dan van de deur van de crèche naar lijn negen. En dan stonden de Duitsers dus zo met hun rug hiernaartoe om die kinderen in de gaten te houden. En omdat zij met hun rug hiernaartoe stonden, konden wij andere kinderen wegvoeren. Het is natuurlijk een vreselijke gedachte dat de kinderen die weggevoerd werden, dienden ter bescherming van die kinderen die wij probeerden te redden.’ Nog pijnlijker wordt het op de laatste dag. Nog één keer komen medewerkers uit de kindercrèche naar Van Hulst toe. ‘Kiest u alstublieft nog één keer een paar kinderen uit om weggesmokkeld te worden. De crèche zit stampvol.’ Van Hulst: ‘Nu moet u zich eens indenken dat u daar staat. Er zijn tachtig, negentig, misschien zeventig, misschien honderd kinderen en u moet beslissen, welke kinderen… Dat is de moeilijkste dag van mijn leven geweest. Je weet zeker, je kan niet alle kinderen nemen. Je weet zeker: de kinderen die je niet neemt zijn ten dode opgeschreven. Toen heb ik er twaalf uitgehaald. Achteraf vraag je je af: waarom geen dertien?’

Een nieuwe wereld In totaal worden er tussen de vijfhonderd en de duizend kinderen gered. Mevrouw Pimentel over-


Column Gerry Velema De Oogst november 2015

denken dat ik in elk opzicht een goed mens ben. Ik ben een normale man met normale gebreken. Maar ik verwacht wel een betere wereld, of liever gezegd: een nieuwe wereld met vrede en gerechtigheid.’

meer weten?

Joden melden zich in de Hollandsche Schouwburg

leeft de oorlog niet. Van Hulst wel. In 1972 wordt Van Hulst door Yad Vashem in Jeruzalem officieel aangemerkt als één van de ‘Righteous Among the Nations’ en plaatste het museum zijn naam in de Laan der Rechtvaardigen. Van Hulst leeft nog en is inmiddels 104 jaar oud. Enkele jaren geleden kwam de premier van Israël, Netanyahu, bij hem langs in Amsterdam. Netanyahu gaf de verzetsheld een Hebreeuwse Bijbel. Achterin zit een briefje van de premier: ‘Hij die één leven redt, redt een hele wereld. Aan de man die honderden werelden redde. Het Joodse volk zal u nooit vergeten.’ In zijn autobiografische aantekeningen zegt Van Hulst over zijn verzetsverleden: ‘Laat niemand

Meer weten over de geschiedenis van het Joodse volk in Amsterdam? Tijdens de wandelingen in de oude Jodenbuurt van de Wandelende Tak hoort u alles over de geschiedenis van Joden in Amsterdam. Ook brengen we een bezoek aan de Hollandsche Schouwburg aan de Plantage Middenlaan, middenin de oude Joodse wijk van Amsterdam. Joden en Amsterdam zijn al sinds de zestiende eeuw met elkaar verbonden. In de Tweede Wereldoorlog is de JoodsAmsterdamse gemeenschap geminimaliseerd. Toch is er in het centrum nog veel dat herinnert aan vier eeuwen geschiedenis van de Amsterdamse Joden. Deze wandeling gaat door de Sint Anthoniesbreestraat en de Jodenbreestraat – vanouds de Joodse winkelstraten. Ook de Portugese Synagoge, de Plantage, het Wertheimpark en het beeld van de Dokwerker komen aan bod. We sluiten af met een lunch in de Shelter City. ’s Middags kunt u bijvoorbeeld het Anne Frankhuis, het Joods Historisch Museum, de Portugese Synagoge (niet op zaterdag) en/of het Verzets­ museum bezoeken. Voor meer info zie: www.ontmoetamsterdamanders.nl.

Maak verschil Het maakt volgens mij iets uit wat God van mij als mens verwacht (één op één) en wat God van een koning, parlement of de politiek verwacht. Zoals ons land zestien miljoen bondscoaches kent, zo zijn er ook zestien miljoen ministers en staatssecretarissen. Ik ben er één van! Ik merk hoe verdeeld deze ene al kan zijn, zeker als zij nadenkt over die enorme stroom vluchtelingen. Verschil wordt gemaakt, niet omdat ik ‘staatssecretaris’ ben, maar omdat ik naast het Nederlands burgerschap, ook een hemelburger ben. Mijn doen en laten hier op aarde hangt zo af van wat ik geloof. Ik geloof dat alle vluchtelingen bij mijn Heer en in Zijn koninkrijk welkom zijn. Ik geloof in: ‘Alzo lief heeft God de wereld

gehad…’. Jezus stierf voor alle mensen, niemand uitgezonderd en er is ook niemand boven een ander gesteld. Als ik handel als individu, begint het met een blik naar boven: wat wilt U dat ik doen zal? Maar als ik als ‘staatssecretaris’ meedenk over deze situatie, hoor ik andere dingen. Ik voel verschil tussen Jezus’ woord aan mij: neem het zwaard niet op, en Gods Woord aan de overheid: de overheid draagt juist het zwaard niet tevergeefs! De overheid moet wel de grenzen beschermen, moet wel waken over onze vrede en rust. Waarschuwt God niet juist de overheid om geen vreemde goden toe te laten? God vraagt van de overheid ándere dingen dan van ons burgers.

Wij mogen ons nooit verschuilen achter een falende overheid. Bid voor de overheid en doe tegelijkertijd wat God jou vraagt te doen. Zoals: heb je vijanden lief, doe wel degene die je haten. Zoek eerst Mijn Koninkrijk… Er is verschil, en verschil kun je maken! Geef het handen en voeten, hoe lastig het soms ook kan zijn en hoe lastig het ook nog kan worden… Volg Jezus na!

Gerry velema Schrijfster, deelt op haar website www. bemoedigingssite.nl elke vrijdag een videoboodschap om christenen te bemoedigen.

27


28

De Oogst november 2015 Christenvervolging Filip Uijl

Als God roept, zal Hij ook helpen Op uitnodiging van Friedensstimme is evangelist Anton Ponomarjov (30) drie weken in Nederland geweest. Hij heeft in gemeenten en op scholen verteld over zijn leven met God. De lessen die hij heeft geleerd en die hij nodig had om als zendeling in Tsjoekotka, het uiterste oosten van Rusland, zijn werk te doen heeft hij gedeeld. Hieronder vertelt hij één van zijn ­bijzondere ­getuigenissen.

Anton repareert onderweg in Rusland zijn auto.

Toen ik vijftien was ben ik tot geloof gekomen. De Heere had mijn zonden vergeven en ik kreeg het verlangen om voor God te leven. Drie jaar later moest ik in militaire dienst. Dat duurt in Rusland twee jaar. Ik zag er als een berg tegenop, omdat ik mij altijd in een veilige omgeving had bevonden. Mijn kerkelijke gemeente was groot, er was een actieve jeugdgroep waar ik deel van uit maakte. Omdat ik er zo tegenop zag, wilde ik spreken met een broeder uit de gemeente. Hij zei tegen mij: ‘Ga maar jongen, de Heere wil je daar vast veel dingen leren.

Vertrouw maar op Hem. Wees vanaf de eerste dag duidelijk en vertel dat je een volgeling van Jezus bent en laat dat ook aan de mensen zien.’ Drie weken later liep ik met knikkende knieën de kazerne binnen.

wapen zouden gebruiken om ons land te dienen en te verdedigen. Op dat moment ontstond er in mijn hart een conflict.

Ik liep met knikkende knieën de kazerne binnen

Beproevingen De beproevingen kwamen snel. Op één van de eerste dagen werden wij dienstplichtigen op het plein van de kazerne geroepen. We kregen allemaal een machinegeweer in de hand. Eén voor één moesten we een eed afleggen op de grondwet, de vlag en de president en beloven dat we het

Toen de Heere mij vergeving van zonden had gegeven en ik werd gedoopt, had ik de Heere een belofte gedaan. ‘Heere, ik zal helemaal van U zijn.’ Die belofte stond in mijn beleving, op gespannen voet met het uitspreken van deze eed en het dragen van een wapen en dat te gebruiken om


Christenvervolging Filip Uijl De Oogst november 2015

mijn naaste dood te schieten. Een voor een spraken de soldaten de eed uit. De spanning bij mij liep op. Toen kwam ik aan de beurt. Ik zweeg. Het werd stil op het plein. Ineens waren alle ogen op mij gericht. Mijn moed voelde ik wegtrekken uit mijn lichaam. ‘Ik kan de belofte niet uitspreken’, zei ik. Daarop werd ik uit de groep gehaald en moest bij de hoogste officier komen.

De officier zei: ‘Wacht maar, we krijgen jou wel klein.’ In een kleine kamer werd ik verhoord. De hoogste officier vroeg me bits waarom ik de eed niet af wilde leggen. Zijn vraag heb ik beantwoord. Hij keek me aan en zei ‘Wacht maar, we krijgen jou wel klein.’

Vast ritueel ’s Avonds toen iedereen op bed lag, werd ik van mijn bed af gehaald. Opnieuw werd ik naar de kamer van de officier gebracht. Er waren meer mannen bij. Ik werd geslagen en ze vroegen: ‘Zul je nu de eed af leggen?’ Dit werd een vast ritueel dat zich elke avond herhaalde. Ik werd er bang van en ben toen gaan bidden voor deze officieren, omdat Jezus zegt: ‘Bid voor uw vijanden en zegen

hen die u vervolgen.’ Dat gaf mij vrede! Eens werd ik opnieuw, zoals gebruikelijk, bij de officier geroepen. Hij zei tegen mij: ‘Jij gaat echt de eed niet afleggen, he? Wil je ons dan eens vertellen hoe God de wereld heeft gemaakt?’ En dat heb ik gedaan. Tot mijn grote verbazing waren deze hoge militairen oprecht geïnteresseerd in de boodschap van de Bijbel. Dat had God in hen bewerkt. Vanaf dat moment werd ik steeds iedere avond geroepen. Elke keer mocht ik in de kazerne een verhaal ver-

tellen uit de Bijbel tegenover de hoogste officieren van de afdeling. Als ik er aan terug denk, maakt het me klein en dankbaar. God geeft gelegenheid om van Hem te getuigen. Hij wil dat wij getrouw zijn. Hij gebruikt ons, zondaren, om andere mensen de blijde boodschap te vertellen.

Elke keer mocht ik in de kazerne een Bijbelverhaal vertellen De broeder in mijn gemeente had gelijk. God zou me veel leren. Nu ben ik tien jaar verder en denk ik er vaak aan terug. Nog steeds ben ik verlegen, maar ik weet dat God getrouw is en dat als Hij roept, Hij het ook doen zal. Op dit moment werk ik samen met mijn vrouw Katja in het uiterste oosten van Rusland als zendeling. Deze twee jaar in het leger had ik niet willen missen. Soms was ik heel bang of erg onzeker, maar God heeft altijd geholpen. In de kazerne heb ik lessen geleerd die ik nodig had. Filip Uijl Voorlichter bij stichting Friedens­ stimme, zie ook: www.friedensstimme.nl

Anton en Katja Ponomarjov

29


30

De Oogst november 2015 Israël Gertjan de Jong

Paradijs in de woestijn Kranten staan er bol van: oorlog, vervolging, natuurrampen. De doemprofeten lijken gelijk te krijgen: het klimaat slaat op hol. De verwoestijning neemt toe. Wat kun je doen, als klein individuutje? Tobben is verleidelijk, maar levert weinig op. Beter is het om je laten inspireren door mensen die de chaos ook niet overzien, maar toch niet cynisch worden en in beweging komen.

Wijngaard in de Negev

In oktober maakte ik met een groep Nederlanders een reis langs projecten in Israël die het Joods Nationaal Fonds (JNF) ondersteunt. Het JNF richt zich op het tot bloei brengen van Israël. Letterlijk. De organisatie ondersteunt tal van bebossings- en landbouwprojecten in woestijngebieden in het beloofde land. Freddie Rosenberg, directeur van JNF Nederland, vertelt: ‘Wereldwijd worden overal bossen weggehaald, maar ondanks de groeiende bevolking komt er in Israël juist bos bij. Ik beschouw Israël als een soort proeftuin voor de wereld. De kennis die wij in ruim honderd jaar hebben opgebouwd, bijvoorbeeld over bebossing in woestijngebied, is niet alleen voor Israël nuttig, maar voor heel veel landen. Veel van onze technieken worden nu

bijvoorbeeld in Afrika toepast.’ De gedrevenheid van Israëliërs die werken aan de toekomst van hun land, maakt hem enthousiast: ‘Ondanks de grote rampen die het Joodse volk zijn overkomen, is er die vreugde en die bereidheid om te werken aan de toekomst. Ze leggen liefde in hun land.’

De profetie van Jesaja gaat nu al in vervulling In de Negev-woestijn bezoeken we onder andere een wijngaard. In een gebied met zulke droogte en extreme temperaturen lijkt het volstrekt onmogelijk om ook maar één druif te laten groeien. Met druppelirrigatie en de grote inzet van tal van wijnbouwers blijkt het echter wel mogelijk. Het ziet er vrij surrealistisch

uit: een uitgestrekt gebied van wijnranken, omringd door een droge woestijnvlakte. Het brengt de woorden van de profeet Jesaja in herinnering: ‘De woestijn zal bloeien.’ Woorden die nu al (deels) in vervulling gaan! Wat mij opvalt bij de landbouwers die we ontmoeten, ook elders in de woestijn, is die levensdrang, die ‘spirit’ om het schijnbaar onmogelijke mogelijk te maken. Dorre en droge woestijngrond weten ze vruchtbaar te maken. Hoe verder we de Negev-woestijn in rijden, hoe enthousiaster ook onze Israëlische gids wordt. ‘O, wat is de Negev mooi groen!’ klinkt zijn stem door de bus. ‘Ik ben hier vlakbij opgegroeid in een kibboets. Toen zag je hier nog nauwelijks groen. Alleen woestijn. Stof, stof, heel veel stof! En kijk nu! Eigenlijk moet je hier ook in februari komen. Dan bloeien er hier cyclamen en anemonen.’

Zwaaien naar soldaten Daarnaast bezoeken we de Arava, een woestijn tegen de Jordaanse grens. Hier ontmoeten we de Engelsman Adam. Vijf jaar geleden woonde hij nog in hartje Londen en had hij een hoge functie bij een verzekeringsmaatschappij. Maar in Londen ontmoette hij ook Ruth, een Joodse vrouw die was opgegroeid in een landbouwgemeenschap in de Arava. Haar verhalen over het woestijnleven werkten aanstekelijk voor Adam. Adam en Ruth trouwden en besloten in de voetsporen van Ruths ouders te treden en ‘to make a living


Israël Gertjan de Jong De Oogst november 2015

out of what seems impossible’. Nu wonen ze met hun kinderen in de Arava. Adam heeft er geen spijt van. ‘Ik denk niet dat veel mensen de kans krijgen om hun kinderen in zo’n paradijselijke omgeving te laten opgroeien. Ze hebben hier alle vrijheid en heel veel natuur om te ontdekken. Het enige waar ze voor moeten oppassen zijn de tractors.’ Vanaf het dorp kunnen ze bij de grens geregeld Jordaanse soldaten zien. ‘Elke morgen zwaaien we naar elkaar’, vertelt Ruth. ‘We hopen dat die sfeer zo goed blijft.’ Gali, die met haar man en kinderen uit Tel Aviv naar de Arava verhuisde, vertelt dat de overstap aanvankelijk best heftig was. ‘We waren het stadsleven in Tel Aviv gewend. Onze ouders zeiden: jullie zijn gek geworden. Vrienden van ons vonden het wel moedig van ons. Nu zijn ze ook wel jaloers. Omdat wij onze kinderen hier zo vrij rond kunnen laten rennen. We zitten hier allemaal in dezelfde situatie: niemand heeft familie in de buurt. We zijn daarom erg op elkaar aangewezen en vormen een sterke gemeenschap.’ Een andere Arava-bewoner vertelt: ‘Het leven hier in de woestenij maakt je of heel depressief of heel creatief.’

Angsten benoemen Wat mij verder opvalt bij de mensen die ik spreek in de woes-

tijngebieden: de totale afwezigheid van cynisme. Deze mensen overzien de chaos ook niet waar Israël en de hele wereld in lijkt te zijn beland. Maar toch, cynisch worden ze niet. Ze blijven denken aan hun kinderen en de volgende generaties. Ondanks die verzengende hitte gaan ze gewoon door met het vruchtbaar maken van de woestijngrond.

Onze ouders zeiden: jullie zijn gek geworden Die ‘spirit’, die drang om te leven, is ook merkbaar bij de docenten van een basisschool die we bezoeken, op twee kilometer afstand van de Gazastrook. Bij de school zijn schuilkelders gebouwd en bij raketaanvallen vanuit de Gazastrook gaat er een alarm af. Sommige kinderen hebben trauma’s opgelopen door de raketaanvallen. De docenten en medewerkers doen er alles aan om de schade bij de kinderen te beperken. Zo wordt er diertherapie gegeven. ‘We willen de kinderen zo laten voelen dat de wereld niet alleen maar bestaat uit onvoorspelbare chaos en grilligheid’, vertelt een docente Engels. ‘In de omgang met dieren leren ze om zorg te dragen, verantwoordelijkheid te nemen. Dat werkt helend.’ ‘We richten ons in onze lessen steeds meer op het aanboren van

de innerlijke krachtbron van leerlingen. We willen niet alleen geestelijk puin ruimen na een aanval. We willen dat de leerlingen zelf ook mentale weerbaarheid opbouwen en zelf de mogelijkheid hebben om om te gaan met het geweld hier. Om trauma’s te voorkomen is het heel belangrijk om echt het hart van leerlingen te bereiken. Dat ze durven te benoemen waar ze bang voor zijn.’ Bij een (dreigende) raketbeschieting gaat het alarm af en flitsen er rode lampen aan. ‘Sommige kinderen zijn nog banger voor het alarm dan voor de aanvallen zelf. Er zijn kinderen die altijd in hun zwemkleding douchen. Dan kunnen ze, als het alarm afgaat, gelijk naar de kelder vluchten.’ ‘Uit recent onderzoek blijkt dat traumatische ervaringen sterke invloed hebben op je lichaam. Die ervaringen worden eigenlijk in je lichaam geprint, waardoor je fysiek gelijk reageert als er weer de dreiging van een aanval is. Het onderwijs hier is daarom niet alleen gericht op het hoofd, maar ook op het lichaam, bijvoorbeeld in dramalessen.’ ‘We proberen te voorkomen dat de kinderen haat gaan koesteren naar de Palestijnen. Veel Palestijnse ouders willen hun kinderen net als wij grootbrengen in vrede, ze willen gewoon rustig hun groenten verbouwen en een goed, veilig leven voor hun familie.’ Voor we de bus weer instappen, zegt de docente nog: ‘Wij zijn geen monsters die dood en verderf zaaien. Vertel dat alsjeblieft aan de mensen in Nederland. Wij verlangen naar vrede.’

Joods nationaal fonds Het Joods Nationaal Fonds richt zich op de ontwikkeling van duurzame, ecologische projecten die de leefbaarheid voor iedereen in de Israëlische samenleving kunnen verbeteren. De aandacht van het JNF gaat in het bijzonder uit naar bebossing, ontwikkeltrajecten in land- en tuinbouw, innovatief waterbeheer en research. Voor meer info zie www.jnf.nl. Adam en Ruth

31


32

De Oogst november 2015 Zending Marten Visser

Tel je zegeningen! Toen ik in 2000 Thailand binnenkwam, vertelde iedereen me dat het een moeilijk zendingsveld was. Zendelingen klaagden dat de Thaise kerk klein was en zwak, en dat er maar weinig mensen tot geloof kwamen. Thaise christenen zeiden hetzelfde, keken jaloers naar het buitenland, en waren zeer ontevreden met hun eigen kerk.

Ik ben gaan tellen. Ik kan het niet helpen, dat doe ik nou eenmaal. Vroeger telde ik de ruiten van de glas-in-loodramen van onze kerk; maar op het zendingsveld waren geen glas-in-loodramen, en bovendien leek het me belangrijker om kerkleden te tellen. Mijn telacties werden al snel overgenomen door de nationale Thaise kerk. Vanaf 2005 krijgen de resultaten daarvan op alle christelijke conferenties op nationaal niveau ruime aan-

dacht. Al snel veranderde dat hoe de Thaise kerk zichzelf zag. Want het verhaal veranderde drastisch. Eerst was het ‘we zijn klein en groeien langzaam’. Nu werd het: ‘Elke zondag komen er nieuwe kerken bij. In vijftien jaar is het aantal christenen verdubbeld. God doet grote dingen in Thailand!’ Toen ze alleen in hun eigen omgeving rondkeken, zagen Thaise christenen maar een klein groepje en waren ze vooral onder de

‘Besef dat je onderdeel bent van de wereldkerk.’

indruk van de teleurstellingen: de familieleden die geen christen werden, de dopelingen die terugvielen in ongeloof, de ruzies in de kerk. Maar toen ze het hele plaatje zagen, bleek dat al die teleurstellingen juist zo opvielen omdat de Thaise kerken naar buiten gericht zijn en groeien.

Ontelbaar Er zijn landen waar de kerk nog sneller groeit dan in Thailand.


Zending Marten Visser De Oogst november 2015

Inmiddels leid ik een internationaal onderzoek naar kerkgroei in Oost-Azië. Wat een bemoedigende dingen krijg ik te horen! In Cambodja was de jonge kerk door de Rode Khmer uitgeroeid. Begin jaren negentig was er geen kerkelijk leven meer. Nu, 25 jaar later, zijn er 175.000 christenen in, voor zover wij geteld hebben, 2697 kerken. Maar dat getal mag u vergeten, want komende zondag zullen het er meer zijn.

Er zijn in China minimaal honderd miljoen christenen Dat zijn nog getallen die enigszins te bevatten zijn. Als je het hebt over de kerk in China, begint het je al snel te duizelen. De ontwikkelingen gaan zo snel, en de situatie is zo onoverzichtelijk, dat ‘ontelbaar’ hier een nuttig woord is. Rekenen werkt hier beter. Er zijn in China minimaal honderd miljoen christenen. Dat kan alleen zo zijn als het aantal christenen decennialang met zo’n zeven procent per jaar gegroeid is. Omdat in delen van China christenen nog steeds voorzichtig moeten zijn en samenkomen in huiskerken, zal de gemiddelde grootte van een kerk in China wat kleiner zijn dan in andere Aziatische landen. Laten we eens uitgaan van vijftig mensen. Dat betekent dat er elke week ruim 2500 nieuwe kerken opengaan in China! Dat is meer dan er plaatselijke gemeenten in de PKN zijn. Ook buiten Azië zijn er plaatsen waar de Here God op een bijzondere manier aan het werk is, en waar de kerk snel groeit. Cuba was na 1990 een land in crisis en velen gingen op zoek naar God. Het aantal pinksterkerken groeide tussen 1990 en 2010 van minder dan 100 naar meer dan 10.000. En zelfs in islamitische gebieden vinden velen redding in de Here Jezus. Een aantal Ethiopische kerkleiders kwam naar me toe met zo’n probleem waar je er wel meer van wilt hebben: binnen zeven jaar hadden hun kerkplanters gerapporteerd dat er 80.000 moslims tot geloof waren geko-

men. Maar ze wisten niet goed wat er verder gebeurd was met al die mensen en al die huiskerken die ontstaan waren. Ik heb geprobeerd te helpen een telsysteem op te zetten, zodat ze weten waar verdere toerusting en opleiding nodig is. Dat blijkt nog niet zo gemakkelijk trouwens. In alle gevallen dat de kerk snel groeit, zie je dat plaatselijke kerken de deur voor buitenstaanders heel nadrukkelijk openhouden. Christenen zijn gericht op het delen van het Evangelie met niet-gelovigen en nodigen hen uit voor huisgroepen en kerkdiensten. Dat is heel natuurlijk, omdat de meeste christenen eerste-generatiegelovigen zijn. In Thailand geldt dat voor twee derde van alle christenen, in alle andere genoemde landen ligt dat percentage nog aanzienlijk hoger. Christenen hoeven dus niet hun best te doen nieuwe contacten te leggen met de wereld van de niet-gelovigen, want ze komen er net vandaan. In alle gevallen dat de kerk heel snel groeit, zie je dat de kerk niet alleen aantrekkelijk is voor buitenstaanders door interne factoren, maar ook door een crisis in de maatschappij. Oude antwoorden en oude structuren voldoen niet meer. Mensen raken op drift totdat ze de christelijke hoop op eeuwig leven als anker voor hun ziel gevonden hebben.

Laten we ons realiseren dat we onderdeel zijn van de wereldkerk Geen bewijs Sinds een paar maanden woon ik weer in Nederland. Ik ben erdoor getroffen hoeveel mensen hier het geloof opgeven, omdat het rationeel niet te bewijzen is. Dat vind ik maar moeilijk te begrijpen. Dat je vriendin van je houdt, dat een kroket lekker is, en dat Rihanna prachtige muziek maakt is evenmin te bewijzen, maar wordt wel vurig beleden. De belangrijkste dingen van het leven spelen zich niet af op het niveau van een natuurkundeboek. Waarom zou

de Here God zich daar dan wel toe moeten verlagen? Toch zijn ook kerkleden gevoelig voor die gedachtegang. Het is als een griep die rondwaart in Nederland, en het gaat maar niet over. Het gevolg is dat Nederlandse christenen nog depressiever zijn dan de Thaise christenen in 2000: ‘We zijn klein, en het wordt nog snel minder ook.’ Een goed tegengif zou zijn om ons bewust te zijn van het grotere plaatje. In ons geval niet het grotere plaatje van ons land. Daar gaat het inderdaad niet goed – positieve uitzonderingen daargelaten, die we vooral in nieuwe kerkplantingen aantreffen.

Van onze Thaise broeders en zusters leren we het verwerpen van de afgoden Maar laten we ons meer realiseren dat we onderdeel zijn van de wereldkerk, waar de Here God grote dingen doet. Dat verandert ons perspectief. Het zorgt ervoor dat we ons verblijden in God. Het zorgt ervoor dat we met zelfvertrouwen in de wereld staan: we zijn Koningskinderen, wat een voorrecht! Het zorgt ervoor dat we de cultuur om eens heen niet al te serieus nemen. Het is immers een cultuur om ons heen, niet een cultuur in ons. De cultuur in ons wordt gevoed door het Woord van God en gestempeld door het gezin van God. Van onze Thaise broeders en zusters leren we het verwerpen van de afgoden en het dienen van God alleen. Van Chinese christenen leren we urenlange studie van Gods Woord. Van Cubaanse christenen leren we uitbundige aanbidding. Van Ethiopische christenen leren we ons nooit te schamen voor de Here Jezus. En zomaar opeens is God weer heel dichtbij.

Marten Visser Werkte vijftien jaar als kerkplanter in Thailand; nu directeur van GlobalRize, een stichting die het Evangelie via het internet verspreidt.

33


34

De Oogst november 2015 Column Gertjan de Jong

Terug naar Gods openbaring Keer terug naar Gods openbaring! Daarvoor pleitte de Duitse theoloog Dietrich Bonhoeffer. Van ‘apologetiek’, dus de rationele verdediging van het christelijk geloof, was hij geen voorstander. We moeten niet allerlei bronnen en redeneringen buiten de openbaring gebruiken om anderen van het ‘Bijbelse gelijk’ te overtuigen, zo vond hij. Anders maak je Gods openbaring afhankelijk van menselijke bewijspogingen, die zo veranderlijk zijn als het weer. Het is, denk ik, een inzicht dat ons ook in deze tijd kan helpen, bijvoorbeeld in de discussie over schepping en evolutie. De schepping is een fundamenteel thema in de Bijbel. Genesis begint ermee. En Paulus fundeerde de Evangelieboodschap op de schepping: in Adam zijn we veroordeeld

en in Christus ontvangen we vrijspraak (Romeinen 5). En Christus Zelf beriep zich herhaaldelijk op de schepping in zijn uitleg van de Thora.

Niet piekeren De schepping is dus belangrijk. Maar dat betekent niet dat we eindeloos moeten gaan piekeren over de vraag hoe Genesis 1 en 2 zich verhouden tot bijvoorbeeld de biologie. De crux is: durven we Gods openbaring eenvoudig te aanvaarden? God vraagt mijn geloof en vertrouwen, niet mijn begrip. Vanuit dat geloof kun je zeggen: Ik geloof in de Schepper, maar vraag me niet hoe Hij precies te werk ging, en ook niet hoe die dieren allemaal in de ark pasten. Met mijn verstand krijg ik het niet kloppend, maar is dat zo erg? De Schepper is met niets

Ja, ik wil een abonnement op De Oogst! Ik neem een jaarabonnement (€ 22,50 per jaar) en kies voor welkomstgeschenk nummer: Ik geef een jaarabonnement cadeau (eenmalig € 22,50) en ontvang graag het welkomstgeschenk: Ik neem een gratis proefabonnement van drie maanden. Ik geef iemand een gratis exemplaar van De Oogst cadeau. Mijn gegevens: M/V

en niemand te vergelijken, en valt sowieso niet in menselijke kaders te proppen: ‘Nog voor de bergen waren geboren, voor U aarde en land had gebaard – U bent, o God, van eeuwigheid tot eeuwigheid.’ Laat de wetenschappers hun wetenschap bedrijven, dat kan heel zinvol zijn, maar het is niet de taak van de kerk om hier eindeloos over te speculeren, filosoferen en biologeren. Het belangrijkste is: Gods openbaring aanvaarden. En gehoorzamen! Over dat laatste zei Bonhoeffer: ‘Vrijheid ligt niet in verheven gedachten, alleen in het doen. Aarzel niet langer, ga de storm in en handel, gedragen door Gods Woord en je geloof.’ Deze column verscheen eerder op www.habakuk.nu, de opiniesite van stichting Tot Heil des Volks.

Welkomstcadeaus bij een jaarabonnement 1. Gratis wandeling met De Wandelende Tak, www.ontmoetamsteranders.nl 2. Dat jij nog leeft! Het levensverhaal van Rooie Bram, internaatsjongen, drugsdealer en hulpverlener. 3. Eva. Het verhaal een ex-prostituee en haar nieuwe leven samen met God. 4. Tijdloze bureaukalender in de lijn van FEM! (Ark Media). Met mooie uitspraken van vrouwen, inspirerende oneliners, zegenbeden en quotes.

Naam

1

Straat Postcode

Plaats

Telefoon

2

Geb.datum

3 4

E-mail

IBAN-rekeningnummer Datum

Handtekening

Ik ontvang graag de e-mailnieuwsbrief van: Tot Heil des Volks De Wandelende Tak Scharlaken Koord De Sikkenberg Shelter Youth Hostel Ministry

Opgeven kan ook via www.deoogst.nl Deze bon kunt u gratis (zonder postzegel) opsturen naar: Waypoint Urk

Ik geef een cadeau-abonnement of een gratis exemplaar aan: M/V

Naam

Telefoon

Abonneren april 2015.indd 1

Tot Heil des Volks Antwoordnummer 9389 1000 XH AMSTERDAM Aan het einde van het abonnementsjaar wordt uw abonnement automatisch verlengd, tenzij u een maand van tevoren het abonnement opzegt. Cadeauen proefabonnementen worden niet automatisch verlengd. Door ondertekening van dit formulier geeft u toestemming aan Stichting Tot Heil des Volks (incassant-ID NL97ZZZ405302330000) om een eenmalige of doorlopende incasso-opdracht van het abonnementsgeld naar uw bank te sturen en aan uw bank om deze afschrijving comform de opdracht van Tot Heil des Volks uit te voeren.

Straat Postcode

Waypoint Kampen

Plaats E-mail

Tot Heil des Volks incasseert in de laatste week van elke maand. Als u het niet eens bent met deze afschrijving, kunt u deze binnen 8 weken eenvoudig laten terugboeken door contact op te nemen met uw bank.

25-03-15 13:03


Tot Heil des Volks De Oogst november 2015

dank voor uw steun

tot heil des volks

Hoofdkantoor

Evangelisatie, hulpverlening en profetisch geluid O.Z. Voorburgwal 241, 1012 EZ Amsterdam 020 344 6310 020 420 2394 info@totheildesvolks.nl www.totheildesvolks.nl facebook.com/totheildesvolks twitter.com/thdvamsterdam Bereikbaar: ma.-do. 9.00-16.30 uur (behalve de lunch); vr. 9.00-12.30 uur.

De Shelter

Youth Hostel Ministry info@youthhostelministry.org www.youthhostelministry.org facebook.com/shelteryouth.hostelministry Shelters twitter.com/shelterams The Shelter City Barndesteeg 21, 1012 BV Amsterdam 020 625 3230 020 623 2282 city@shelter.nl www.shelter.nl The Shelter Jordan Bloemstraat 179, 1016 LA Amsterdam 020 624 4717 020 627 6137 jordan@shelter.nl www.shelter.nl

Scharlaken Koord

Straatwerk, preventie en hulp­verlening rond prostitutie Barndesteeg 25, 1012 BV Amsterdam 020 622 6897 020 330 2224 info@scharlakenkoord.nl www.scharlakenkoord.nl twitter.com/bewareloverboys Preventiewerk 020 626 0845 info@bewareofloverboys.nl www.preventiescharlakenkoord.nl

info@waypoint-urk.nl www.waypoint-urk.nl twitter.com/waypointurk Kringloop Waypoint Vliestroom 21, 8321 EG Urk 0527 239 924 kringloop@waypoint-urk.nl www.kringloopwaypoint.nl facebook.com/kringloopwaypoint

Waypoint Kampen

Verslavingszorg en preventie Boven Nieuwstraat 105-1, 8261 HC Kampen 038 331 6660 info@waypoint-kampen.nl www.waypoint-kampen.nl facebook.com/waypointkampen twitter.com/waypoint_kampen twitter.com/thecapekampen Winkel Waypoint Kampen Tweedehandskleding en accessoires Oudestraat 136, Kampen info@waypoint-kampen.nl www.waypoint-kampen.nl

De Sikkenberg

Christelijk recreatiepark Sikkenbergweg 7, 9591 TD Onstwedde 0599 661 144 info@sikkenberg.nl www.sikkenberg.nl facebook.com/sikkenberg twitter.com/sikkenberg

AHA

Dagopvang voor dak- en thuislozen O.Z. Voorburgwal 125, 1012 EP Amsterdam 020 627 4422 info@aha-dagopvang.nl www.aha-dagopvang.nl

Onder dank ontvingen wij in september 2015 de volgende giften: Algemeen 27.259,85 AHA 908,07 Different 511,54 Habakuk 5,00 CHAP 197,50 De Bewaarschool 2.212,54 Kinderwerk - Replay 57,20 De Oogst 124,50 De Sikkenberg 25,00 Scharlaken Koord Amsterdam 7.322,18 Scharlaken Koord Nederland 440,00 Scharlaken Koord Second Step 65,00 The Shelter City 20,00 Waypoint Kampen 10.183,89 Waypoint Twenterand 25,00 Waypoint Urk 1.329,50 Youth Hostel Ministry 197,50 ---------Totaal: € 50.884,27 ----------

testament en giften Testament Wilt u onze stichting testamentair gedenken? De tenaamstelling dient te luiden: Stichting Tot Heil des Volks te Amsterdam. De stichting bezit rechtsgeldigheid en is ingeschreven in het stichtingenregister bij de Kamer van Koophandel, dossiernummer 40530233. Giften Stichting Tot Heil des Volks Bankrekening 104944 IBAN code: NL34INGB0000104944 De stichting beschikt over een ANBI-verklaring.

Second Step Tweedehandskleding en accessoires Willemsstraat 39, 1015 HW Amsterdam 020 622 6897 secondstep@thdv.nl www.secondstepshop.nl

De Bewaarschool

Giften en abonnementsbetalingen b ­ uiten Europa ABN-Amro te Amsterdam: 4667.85.992 t.n.v.: Stichting Tot Heil des Volks, Amsterdam IBAN code: NL38ABNA0466785992 BIC code: ABNANL2A (Beide codes vermelden)

CHAP

De Wandelende Tak

Mochten er in deze publicatie afbeeldingen staan waaraan rechten kunnen ­worden ontleend, dan verzoeken we u contact op te nemen met de uitgever.

Christelijke hulpverlening bij seksverslaving Goudsbloemstraat 38, 1015 JR Amsterdam 020 420 9203 info@chap-nederland.nl www.chap-nederland.nl www.benikseksverslaafd.nl

Different

Christelijke hulpverlening rond ­seksuele identiteit en relaties Goudsbloemstraat 38, 1015 JR Amsterdam 020 625 6797 info@different.nl www.different.nl

Buurgericht kinderwerk O.Z. Voorburgwal 241, 1012 EZ Amsterdam 020 344 6310 info@debewaarschool.nl www.debewaarschool.nl

Stadswandelingen en fietstochten in (de regio) Amsterdam O.Z. Voorburgwal 241, 1012 EZ Amsterdam 020 344 6310 info@ontmoetamsterdamanders.nl www.ontmoetamsterdamanders.nl facebook.com/ontmoetamsterdamanders twitter.com/gidsmatthijs

Habakuk.nu

Een helder christelijk geluid 020 344 6310 info@habakuk.nu www.habakuk.nu twitter.com/habakuknu

Waypoint Urk

Verslavingzorg en preventie Vliestroom 9, 8321 EG Urk 0527 690 073

Vacature projectcoördinator

U vindt ons op sociale media

Voor Waypoint Twenterand zijn we op zoek naar een ondernemende project­ coördinator (24 uur per week). Voor meer informatie zie www.totheildesvolks.nl (klik op ‘over ons’ en dan op ‘vacatures’).

35



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.