De Oogst mei 2016

Page 1

Maandblad van Tot Heil des Volks Evangelisatie, hulpverlening en profetisch geluid | mei 2016 | jaargang 79 | 924

Het gevaar van

geestelijke manipulatie Hoe ben je kerk in een

geseculariseerde wereld?

Gert-Jan Segers:

‘Onrecht maakt mij heel strijdbaar’


inhoud

THEMA: MANIPULATIE

4 Manipulatie en een onzichtbare hand Het gevaar van de geestelijke manipulator

8 Het manipulatieve karakter van een seksverslaving Interview met een hulpverlener van CHAP

12 Interview Gert-Jan Segers van de ChristenUnie ‘Ik probeer navolger van Christus te zijn’

14 Portret van een dominee in Bagdad: Andrew White ‘De situatie voor de christenen in Irak is uitzichtloos’

18 Verontrustende toename verwarde personen Een maatschappelijk probleem dat steeds groter wordt

20 ‘Ik heb nooit het gevoel gehad dat God er niet was’ Rosemary Barrett werkte jarenlang in The Shelter

22 Bijbelstudie Gert Hutten Hoe kun je zonden in je leven overwinnen?

24 Hoe zien we onszelf als christen in de wereld om ons heen? Serie missionair in een postchristelijke samenleving deel 4

26 Mogen we boos zijn? Gerard van der Schee geeft lessen uit de Bijbel over boos zijn

28 Wat is de wil van God? Serie over het Onze Vader: Uw wil geschiedde

30 Kerk en Israël: Onvergelijkbaar en toch verbonden

33 Boekrecensies ‘Hoe ik in de hemel kwam’ en ‘Dogmatiek voor iedereen’


tot heil des volks

redactioneel

Manipulatie Manipulatie. Het is een naar woord, maar het schijnt in de beste kringen voor te komen. Ook in christelijke kring. Of we het leuk vinden of niet: het gebeurt, met alle gevolgen van dien. Beschadigde relaties, verdriet, een beschadigd vertrouwen en ga zo maar door. Toen ik bezig was met de voorbereidingen van deze Oogst, viel het mij opnieuw op hoe manipulatie ontzettend niét past bij de waarden van het Koninkrijk van God. Ga maar na: als mensen manipuleren, willen ze de dingen naar hun hand zetten, vaak (onbewust?) ten koste van anderen. Posities, rangen of standen kunnen gebruikt worden om dat te bewerkstelligen. Dat is verkeerd! Waarom? Allereerst omdat God (die ons in Jezus Christus vrij heeft gemaakt) wil dat wij in vrijheid met elkaar omgaan en elkaar liefhebben in plaats van dwingen. ‘Heb niet alleen uw eigen belang voor ogen, maar ook die van een ander.’ In Romeinen 15 vanaf vers 1 worden we opgeroepen naar de ander om te zien: ‘Wij, de sterken, moeten de zwakken in hun kwetsbaarheid helpen en niet ons eigen belang dienen. Laat ieder van ons zich richten op het belang van de ander, op wat goed en opbouwend voor hem is. Ook Christus zocht niet zijn eigen belang; integendeel, er staat geschreven: “De smaad van wie u smaadt, is op mij neergekomen”.’ De hamvraag is dus: wie dien je? Jezelf? Manipulators zijn vooral met zichzelf bezig. Hun plannen. Hun ideeën.

de oogst

Uitgave Oogst Publicaties, onderdeel van Stichting ‘Tot Heil des Volks’, sinds 1855 actief in evangelisatie-arbeid en hulpverlening. Redactie Matthijs Hoogenboom Ronald Koops Hoofdredactie Ronald Koops Vormgeving, opmaak en druk Buijten & Schipperheijn, Amsterdam i.s.m. Aperta, Hilversum

Hun manier. Volgelingen van Jezus zijn vooral met Hem én anderen bezig. Dus niet de dingen naar je hand zetten, maar bidden dat ‘Uw wil zal geschieden’ en met een dienende houding je werk doen. In het hoofdartikel legt Otto de Bruijne uit wat manipulatie ten diepste is: dingen naar je hand zetten (manus, in het Latijn) en hij haalt voorbeelden uit de Bijbel aan van personen die manipuleerden (Jacob, Rebecca, Laban). Manipulatie is niet alleen van deze tijd. In dit nummer vindt u ook een interview over seksverslaving met Robert Beek, hulpverlener bij CHAP. Want hoe kunnen we omgaan met feit dat veel porno slechts één muisklik ver is? Manipulatie. Helaas is het dus van alle tijden en komt het overal voor: in de kerk, in de samenleving en ook in de politiek. Gert-Jan Segers, politiek leider van de ChristenUnie vertelt in dit nummer hoe hij omgaat met de ‘wetten’ van Den Haag: relevant zijn, verschil maken, vooraan staan, de eerste zijn. Namens de redactie hoop ik dat u verrijkt en verdiept wordt door deze Oogst! ◄ Ronald Koops Hoofdredacteur De Oogst ronaldkoops@totheildesvolks.nl

jaargang 79 | nummer 924 | mei 2016

Medewerkers Jurjen ten Brinke Otto de Bruijne Matthijs Guijt Matthijs Hoogenboom Gert Hutten Ronald Koops Lilian Madern Herman Meijer Gerard van der Schee Jaap Spaans Filip Uijl Gerry Velema Bart Wallet Coverfoto: Anne-Paul Roukema Fotografie: Margriet Alblas en Arie Ambachtsheer

Redactie en administratie Oogst Publicaties, O.Z. Voorburgwal 241, 1012 EZ Amsterdam. www.totheildesvolks.nl 020 344 6310 info@deoogst.nl 020 420 2394 De Oogst is voor visueel gehandicapten ook verkrijgbaar in gesproken vorm. Nadere informatie bij de CBB, Christelijke Bibliotheek voor Blinden en Slechtzienden te Ermelo.

0341 565 499. Abonnement De Oogst kost € 22,50 per jaar inclusief verzendkosten. Nieuwe abonnees kunnen zich aanmelden via de coupon elders in dit blad of via www.totheildesvolks.nl

De Oogst

3


We zitten allemaal vol streken om de boel naar onze hand (= manus, Latijn) te zetten: te manipuleren‌

4

De Oogst


thema

Otto de Bruijne

Manipulatie

en een onzichtbare hand Het krijsende kind in de supermarkt weet feilloos dat mama zal toegeven om van dit irriterende gedoe af te zijn. Manipulatie. De baas prijst je de hemel in zolang je doet wat hij wil. Manipulatie? De vrouw zet al haar fysieke, verbale en emotionele gereedschappen in voor aandacht en waardering. Manipulatie? We zitten allemaal vol streken om de boel naar onze hand (= manus, Latijn) te zetten: te manipuleren.

Schokkende voorbeelden in de Bijbel kom je ook tegen als het om manipulatie gaat. Jacob jat - om maar in de hand-taal te blijven- samen met moeder Rebecca het eerstgeboorterecht. Jacob wordt op zijn beurt gemanipuleerd door oom Laban die grote beloften doet met steeds wisselende voorwaarden. Maar Laban wordt terug gemanipuleerd door Gods zegen-truc en een slimme ontsnapping van Jacob (Genesis 27, 31). De verkochte en doodgelogen Jozef manipuleert later als onderkoning zijn bedelende broers (Genesis 42). David manipuleert Uria de dood in om zijn zonde met Bathseba te ‘legaliseren’ (2 Samuel 11). De manier waarop de schriftgeleerden Jezus probeerden te vangen in zijn woorden was manipulatief. Het gaat in al die gevallen niet om macht, maar juist om onmacht. Kleine goden manipuleren. Kleine mensen zoeken hun revanche, wraak of recht door magie, slinkse streken, manipulatie. De bron van alle heldere en liefdevolle macht is God: de Almachtige. Die het zich kan permitteren onze voeten te wassen. Die de grootheid heeft om te kunnen kiezen voor de vrijheid van zijn schepselen. ‘Als ik in jouw armen ben, ben ik in niemands klauwen’, schreef Etty Hillesum. Het is óf liefde, óf macht dat de toon, de kleur, de temperatuur van al onze relaties bepaalt. Misschien is dit wel het grootste thema van de Bijbel: God is machtig in liefde alleen! Hij kan besluiten niet te willen kunnen leven zonder de vrije mens. Zonder déze

Enige God ben je ‘aan de goden’ overgeleverd: krachten die met dominantie, manipulatie en intimidatie de zaken naar hun hand willen zetten. Hun geschenken zijn steekpenningen, hun vriendelijke woorden zijn ketenen en hun omhelzing blijkt een doodskus. Zij vangen zielen als vogels en weiden de schapen voor zichzelf (Ezechiël 13, 34).

‘Als gepassioneerde idealisten aan de macht komen wordt het nog spannender en als zij Gods naam er bij halen kan het heel griezelig worden’ Alle middelen worden ingezet: geschenken, dreiging, wetten en regels, beloften en argumenten, het maakt niet uit. Het gaat hen niet om liefde, maar om binding aan hun persoon. Als gepassioneerde idealisten aan de macht komen, wordt het nog spannender en als zij Gods naam erbij halen kan het heel griezelig worden. Op het altaar van hun visioen, roeping en zalving worden de zielen van ‘de schare’ geofferd en in de berm van hun pad – of liever hun programma - liggen de slachtoffers van hun Grote Project. Mensen die hun ziel verkopen aan zo’n vrome zielenvanger worden deel aan dat klimaat en doen er vaak zelf eerst nog een schepje bovenop. De volgelingen zijn De Oogst

5


vaak fanatieker dan de leider. Gelukkig is de mens die in Gods handen is, dan is hij in niemands klauwen. Ook niet zijn eigen klauwen! Geestelijke manipulatie Maar waar is de slechterik? Vaak is de manipulator niet goed aan te wijzen. De sfeer in elke groep kan uitgroeien tot groepsdruk en groepsdwang. Ook in groepen waar mensen samen het geloof in de God die bevrijdt belijden. Juist als de groepsbinding een goddelijke lading krijgt, kan een bedding ontstaan waarin wij met elkaar, en ook de leiding, met de mooiste woorden en beste bedoelingen de vrijheid en verantwoordelijkheid van de enkeling roven. Er worden besluiten genomen waarvan je achteraf zegt: hoe is het mogelijk dat ik, dat wij, er zo ingetrapt zijn? Waren we betoverd? Iedereen was toch ten volle overtuigd dat dit dé Waarheid was en dat de leiding en wij allemaal niets anders wilden dan God dienen?! Er waren zelfs woorden, visioenen, dromen, tekenen, waardoor wij er allemaal er van overtuigd waren dat dit dé Weg was. Er lagen in de berm wat slachtoffers, maar die hadden niet genoeg geloofd, waren eigenwijs, of erger: ze waren de onvermijdelijke Judassen waar de Bijbel ons al voor waarschuwde! En ik? Laat ik dichtbij mijzelf blijven: in mijn tienerjaren bezocht ik evangelisatiecampagnes. Er waren bewogen sprekers die mij dicht op de huid zaten. ‘Dit-is-het-uur!-Godwacht-nu!-Beslis-nu!-types’. Ik vond het benauwend, zag in gedachten God op mij wachten met een telraam in de hand. Maar ze waren recht door zee! Hun charisma, hun methode en ook de inhoud… Het kon manipulatief overkomen maar was beslist niet zo bedoeld. Hun bewogenheid met mijn ziel stond voor mij vast, ook al konden ze stevig doordrammen. Die Godsmannen konden je alles verkopen, maar je kon kiezen. Zij namen mijn verantwoordelijkheid juist voor honderd procent serieus. Juist die stevige of-of-basis maakte het voor mij als jongere echt en waar. Het was incidenteel, een avond, een conferentie; je koos er voor, je kon afhaken. Was dit manipulatie? De sfeer, de muziek, de beklemmende woorden? Was het eerlijk? Het kon me niet veel schelen. De sfeer, de methode was, bleef en is menselijk, maar de geestelijke kern daarachter klonk door. In de Bijbel lezen we ook over psychische en culturele middelen zoals: zakdoekjes, schaduwen, modder en slijm, kromme stokken die rechte slagen uitdeelden. De vraag was telkens: heerst macht of liefde?

‘De bron van alle heldere en liefdevolle macht is God: de Almachtige’ Ik heb bijeenkomsten gezien en bezocht met ‘geestelijke grootheden’ die mensen als marionetten aan hun touwtjes lieten dansen, liggen, schudden en trillen. Waren het manipulatoren? Ja, maar met onze toestemming en met heldere voorwaarden: je kon kiezen om te gaan of te blijven. Dat was anders toen ikzelf als twintiger een tienergroep leidde. Met hen had ik een langdurige relatie en ver-

6

De Oogst

Een gezonde verbondenheid geeft vrijheid. Illustratie: Otto de Bruijne

antwoordelijkheid. Toen was de vraag: hoe breng je die urgente ‘Kies-Nu!-boodschap’ zo, dat jongeren zich volledig aanvaard weten, ook als ze niet kiezen! Zij zijn geen ‘evangelisatie-objecten’ maar stuk voor stuk kostbare mensen die in vrijheid mogen antwoorden op Gods uitnodiging. Hoe ga je integer met hun jeugdige naïviteit om? Ik nam mijn eigen karakter, temperament en charismatische trekken onder de loep. Ik moest erkennen - en dat is nu nog zo - dat ik met mijn communicatieve gaven mensen zo dicht op de huid kan komen, dat zij dat als manipulatief kunnen ervaren. Ik sta voor de spiegel. Ik wil geen manipulator zijn, ik ben wel dominant. Ik wil geen leider zijn met volgelingen, maar mijn houding en woorden kunnen wel manipulatief overkomen. Kyrie eleison! Zelfonderzoek! Mag God ook mijn dominantie, mijn temperament, mijn gave om mensen te beïnvloeden gebruiken? Ja! Laat de Geest er maar doorheen waaien maar ik moet waakzaam blijven om steeds weer die subtiele grens in de gaten te houden tussen liefde en macht.

‘Het is óf liefde, óf macht dat de toon, de kleur, de temperatuur van al onze relaties bepaalt’ Een onzichtbare hand Toen ik in 2008 een onderzoek deed naar de redenen waarom mensen evangelische gemeenten verlaten bleek dat te liggen in als dwangmatig ervaren hoge verwachtingen. Een onzichtbare dwingende hand. Een vorm van oprechte drang die dwang kan worden. Aan de voordeur ademt alles een sfeer van vrijheid, maar binnen blijkt na enige tijd dat je wel op dezelfde ‘vrije’ manier je geloof moet beleven wil je er echt bij horen. Dat vragen stellen en kritiek hebben als bedreigend worden ervaren. Dat logica en redelijkheid verdacht gevonden worden. Dat die ‘vrije groep’ ook een ‘smorend kussen’ kent. Kunnen we een manipulator aanwijzen? Vaak niet. Het is een context: mensen, boodschap, verwachtingen, stijl van


leidinggeven, en niet in de laatste plaats: jij en ikzelf! Mensen die uit de ‘vrije groepen’ gevlucht waren en de leiding als manipulatief bestempelden, hadden leiders zelf op het schild geheven, zich zelf jaren honderd procent gegeven en in de leiding gezeten. Zij werden onderdeel van een klimaat met misschien te grote nadruk op enkeling (roeping, gaven, talenten) boven gemeenschap, charisma boven bekwaamheid, beleving boven kennis, moment boven lange adem, passie boven zelfreflectie, stelligheid boven nuance en ernst boven humor. In zo’n klimaat kan de individuele vrijheid en verantwoordelijkheid van de enkeling – Gods verlangen! – gesmoord worden. Zo’n context kenmerkt zich vaak door verklevingen: een persoon wordt verkleefd en verward met het werk, het onderscheid tussen ambt en charisma valt weg; Gods wil wordt vereenzelvigd met de gezamenlijke beleving en uitingen. God en de leider lijken het altijd eens te zijn. De sfeer wordt Heer. Ik denk dat 99 procent van onze geloofsbeleving psychisch, cultureel en sociaal van aard is en toch noemen wij alles graag van de Geest. God gebruikt al die dingen, maar stelt ze ook onder Zijn kritiek. Dat klinkt wat ontnuchterend, maar is in feite bevrijdend en relativerend. Het maakt ons waakzaam en leert ons onderscheiden tussen ziel en Geest. Emotionele en persoonlijke verklevingen veroorzaken een ondoorzichtige, ongrijpbare, warboel die onveilig blijkt als je je daaraan onttrekt en die als manipulatief ervaren wordt.

‘Jongeren zijn geen evangelisatie-objecten, maar stuk voor stuk kostbare mensen die in vrijheid mogen antwoorden op Gods ­uitnodiging’ Is dit nu typisch voor zogenaamde ’vrije groepen’, of speelt het ook in de traditionele kerken? Hoewel manipulatie en de beleving van manipulatie overal voor kan komen, hebben de traditionele kerken zich door de eeuwen heen weten te wapenen tegen te grote macht en invloed van enkelingen en kortademige modetrends. Nadruk op lange adem, waakzaamheid en realisme over aard en de plaats van mens, regels om macht te spreiden en te controleren en verantwoording af te leggen, behoeden traditionele kerken voor een context waarin manipulatie kan wortel schieten. Maar vooral gaat het in de traditionele kerken om het Bijbels beeld van de gemeente: een veilige geloofsgemeenschap waar gebed, onderwijs en onderling liefde centraal staan. Dus niet een bedrijf, onderneming, beweging, programma of project, de Bijbelse beelden zijn: Bruid, Lichaam, Huis. Dat zijn geen doe-beelden, maar zijn-beelden. Gezinsbeelden. Tora en manipulatie Het koninkrijk van God is redelijk, zakelijk en helder. God toont een andere weg: Tora leren en doen. Gods liefde regeert over Zijn macht door de Tora. In die woorden is leven, trouw en veiligheid, vrijheid en vreugde. Een drietal gedachten ontleen ik aan het mensbeeld van de Tora.

Gelijkheid Allereerst: alle mensen zijn voor de Tora gelijk: koning en slaaf, man en vrouw, volwassenen en kinderen. Allen worden gelijkelijk aangesproken om verantwoordelijkheid te dragen en verantwoording af te leggen. Aan God, aan elkaar. Iedereen aan iedereen. Niemand is boven de wet verheven. Zelfs God niet! Hij heeft zichzelf onder Zijn eigen wet geplaatst (bijv. Deut. 10:18). Hij gaat ons voor in het houden van de Tora. Zijn theocratie is constitutioneel, Hij houdt zich aan de grondwet. Op die basis is er veiligheid en vertrouwen, waardoor vrijheid en vreugde bloeit. Zakelijkheid Een tweede beginsel klinkt wat koud: het is de zakelijkheid van het Koninkrijk van God. Met zakelijkheid bedoel ik: zuiver, helder, de kern in het oog houdend. Overal waar emotionele verklevingen ontstaan (mens wordt god, doel wordt goddelijk, alles wordt bestempeld als ‘van de Geest’, loyaliteit komt in de plaats van liefde, enz.) neemt de kans op manipulatie toe. In de Tora gaat het niet om voelen, maar om gehoorzaam handelen. Dietrich Bonhoeffer schrijft: ‘Het grootste gevaar voor de gemeenschap is de idealist.’ Voor mij een schokkende uitspraak. De idealist heeft zijn idealen boven de liefde gesteld. De gedreven broeder die een geloofsgemeenschap ziet als een project, een programma, een machinerie kan de schone tafel van Brood en Wijn makkelijk als zijn eigen agenda bezoedelen. Hij kan, menend God te dienen, de gemeenschap naar zijn hand zetten en ongewild mensen van hun ziel beroven. God plaatst de liefde boven onze mooiste idealen! 1 Korinthe 13, het lied van de liefde, is warm en zakelijk tegelijk. De Tora is zuiver en zakelijk om liefde over macht te laten heersen. Wijsheid De derde opmerking vanuit de Tora betreft de wijsheid. Wijsheid is het vinden van evenwicht tussen verstand en gevoel, recht en barmhartigheid, waarheid en liefde, ernst en vreugde, recht en genade. De wijsheid kent de tijd en de gelegenheid en de juiste maat. Wijsheid onderscheidt tussen geest en Geest, tussen persoon en zaak. Wijze voorgangers (leiders) weten dat zij ook voorbijgangers zijn! Wijsheid is een groeiende vrucht die begint in vrees voor God en het zoeken naar wijsheid. (Spreuken 1:7;4:7) Deze drie: gelijkheid onder de wet, de zakelijkheid en de wijsheid kunnen ons ervoor behoeden dat een door onszelf veroorzaakte onzichtbare hand een manipulerende klauw kan worden. ◄ Bronnen: - Etty Hillesum (1914-1943) was een Joodse schrijfster die in Auschwitz omgebracht werd - P.B. Suurmond (1921-2010): ‘God is machtig maar hoe?’ Uitgeverij Kok Ten Have. - Dietrich Bonhoeffer (1906-1944): ‘Leven met elkander’. Uitgeverij Boekencentrum - Otto de Bruijne, Peter Pit en Karin Timmerman. ‘Ooit Evangelisch’(2008). Uitgeverij Kok Kampen - Meer in de brochure: ‘Macht en machtsmisbruik’ van de Evangelische Alliantie (2003). De Oogst

7


thema

Ronald Koops

Het manipulatieve karakter van een

SEKSVERSLAVING Steeds meer christenen worstelen met seksualiteit en raken verslaafd aan seks: ze hebben ongezonde fantasieën over seksualiteit, kijken porno of bezoeken prostituees. Maar ook bij niet-verslaafden ligt het gevaar op de loer: pornografie is vaak maar één muisklik bij ons vandaan. Hoe kunnen we ontsnappen aan het manipulatieve karakter van pure lust?

Deze vraag is niet eenvoudig te beantwoorden, want ontsnappen aan het manipulatieve karakter van porno, lust en verslaving is niet eenvoudig. Sterker: sommige mensen hebben daar een leven lang voor nodig, omdat ze steeds terugvallen in ongezonde gedachtepatronen, een nietgezond zelfbeeld met in veel gevallen een seksverslaving als gevolg. Dat je makkelijk van je seksverslaving afkomt, is ook de grootste misvatting van mensen die hulp zoeken: ‘Ik heb een probleem, de therapeut helpt mij er van af, en het liefst binnen niet al te lange tijd.’ Dat werkt dus niet zo, onderkent ook Robert Beek, hulpverlener bij CHAP, een onderdeel van Tot Heil des Volks. CHAP is een hulpverleningsinstantie die begeleiding geeft aan christenen die problemen ervaren met seksualiteit of verslaafd zijn geraakt aan pornografie of prostitueebezoek. ‘Vrij komen van porno- of seksverslaving is een lang proces’, zegt Robert. ‘De verslaving is ook niet in een dag gegroeid, dat vergeten mensen nog wel eens. Daarnaast: als je komt tot een gezonde verandering, moet het ook nog eens geïntegreerd worden in je leven.’ Verwoestende uitwerking Naast het feit dat seksverslavingen niet in een dag groeien, kan de verslaving ook nog eens een verwoestende uitwerking hebben. Dit ondervond ook Pedro die eind vorig jaar met zijn verhaal in De Oogst stond. Alleen de kop van het interview was al veelzeggend: ‘Porno is een drug, het eist alles van je’. En dat heeft Pedro geweten, zeker tijdens de heftige terugval die hij na zijn bekering meemaakte. Met één druk op de muisknop (een seksbanner) was hij weer terug bij af. ‘Uren, hele nachten was

8

De Oogst

ik er aan kwijt. Bijna al mijn geld ging op aan betaalde pornosites. Het is nooit genoeg, je wilt steeds weer iets spannenders. Van pornosites ging het naar webcamseks.’ En het werd nog erger: om de kosten van de betaalde sekssites te kunnen blijven betalen, verduisterde Pedro geld van zijn werk. Door middel van therapie bij CHAP leerde hij zijn werkelijke ‘ik’ kennen en kreeg hij inzichten in zijn geloofsleven. De seksverslaving bleek alleen maar een uiterlijke verslaving, het spreekwoordelijke topje van de ijsberg, het werkelijke probleem lag veel dieper: het onvermogen van Pedro om zich te kunnen hechten.

Feiten en cijfers - ‘Seksverslaving is een psychische stoornis waarbij een dermate grote afhankelijkheid bestaat van seksueel prikkelende situaties of beelden dat pogingen los te komen (van het verkrijgen) van deze prikkels veelal leiden tot versterken dan wel instandhouding van het patroon’ (dr. P.A. Heij, psychiater, CHAP 2012). - Nederland kent ruim 800.000 seksverslaafden. - CHAP helpt ongeveer vijftig verslaafden per jaar, via gesprekken en Skype-gesprekken. In een anoniem traject via internet worden ook ongeveer vijftig mensen geholpen. - Via de site benikseksverslaafd.nl kan je inzicht krijgen in je eigen gedrag. Op deze site is ook veel informatie te vinden over dit onderwerp.


Naast het feit dat seksverslavingen niet in een dag groeien, kan de verslaving ook nog eens een verwoestende uitwerking hebben.

Isolement Robert Beek herkent dit maar al te goed. ‘Een belangrijk facet is dat porno te maken kan hebben met isolement. Soms leidt een gevoel van isolement, dus geen verbinding ervaren met zichzelf of anderen, tot pornogebruik. Aan de andere kant versterkt pornoverslaving het gevoel aan isolement door de schaamte, een slecht gevoel over jezelf of zelfveroordeling.’ De andere kant van isolement is gelukkig even krachtig: het vermogen om open te communiceren. Robert: ‘Communiceren over de pornoverslaving doorbreekt het isolement waarin iemand gevangen zit en kan helend werken in de groei naar herstel. Wanneer de pornoverslaafde open over zijn verslaving praat, kan hij ook aanvaarding en acceptatie ervaren: iemand houdt van mij ondanks mijn gedrag dat niet oké is. Het verborgen houden van zijn gedrag ontneemt hem juist de mogelijkheid om deze aanvaarding te ervaren en daarmee ook de verbondenheid met de ander. Vaak ontneemt de verslaafde zichzelf de mogelijkheid om genade te ontvangen door zijn gevoel van schaamte en zelfoordeel.’ En er is nog een probleem: juist een seksuele kick kan (kortstondig!) het gevoel van schaamte en zelfoordeel verdoven. Robert: ‘Doordat de confrontatie met porno de emoties verdooft, onderkennen seksverslaafden moeilijk hun gevoelens en ze onderkennen ook wat hun eigenlijke behoeften zijn. Vaak leidt pornoverslaving dan ook tot verminking van hun echte behoeften, zoals de behoefte aan genegenheid, aandacht, intimiteit en liefde. Dat wordt dan vervangen door de behoefte aan opwinding, prikkels en uiteindelijk lust. Pornoverslaafden moeten opnieuw uitvinden wat ze voelen en nodig hebben.’ Kwetsbaar Kortom: porno kan een makkelijke weg zijn om aan (pseudo)behoeftebevrediging toe te komen. Seksualiteit

binnen een huwelijk daarentegen is kwetsbaar: je hebt met twee individuen te maken, die soms verschillende behoeften hebben. Robert: ‘Dit vraagt om communicatie en kwetsbaarheid; de ander weet niet altijd wat de ander nodig heeft. Het vraagt om een kwetsbaarheid om je behoefte aan te geven, juist omdat de ander ook nee tegen die behoefte kan zeggen, niet uit onwelwillendheid, maar omdat de partner soms andere prioriteiten heeft of minder goed in haar vel zit.’ In die zin is seksualiteit kwetsbaar, zeker als je als persoon onzeker bent of niet geleerd hebt over behoefte te communiceren, legt Robert uit, of dat het vanuit huis not done was je behoeften aan te geven. Robert: ‘De ingewikkeldheid en kwetsbaarheid van seksuele communicatie staat in schril contrast met de ‘belofte’ van snelle behoefte bevrediging via porno, waarvoor je in een paar seconden krijgt wat je wilt, qua erotiek of porno, door even op de muis te drukken. Voor de pornoverslaafde man lijkt dit een makkelijkere weg met minder hobbels te zijn, omdat je geen vraag hoeft te stellen of nee hoeft te horen. Maar wat de schaduwzijde is van dit probleem, daar wordt vaak helaas niet aan gedacht.’ ◄

Over CHAP CHAP biedt psychopastorale begeleiding aan christenen die problemen ervaren met seksualiteit, verslaafd zijn geraakt aan (internet)pornografie en prostitueebezoek. Ook geeft CHAP voorlichting (workshops & lezingen) en zijn ze actief met straatwerk. Wilt u het werk van CHAP steunen of meer informatie? Ga dan naar chap-nederland.nl.

De Oogst

9


dichtbij

NIEUWS / Matthijs Hoogenboom

Uit de archieven

De gezondheid van de kinderen op ‘de Oostelijke eilanden in Amsterdam’ was in de jaren vijftig niet best; erger nog dan in de Jordaan. Tot Heil des Volks besluit er iets aan te doen. In de wintermaanden ‘waarin de zon zich niet laat zien en deze buurten nog as-grauwer en mistroostiger lijken dan ze reeds zijn’ is er de hoogtezon.

Na toestemming van de huisarts kunnen de kinderen van de OranjeBewaarschool in de Kattenburgertussenstraat (één van de scholen van het Heil) hier extra vitaminen opdoen. Het hoogtezon-apparaat werd nagelaten door een bekende vrouwelijke arts uit Amsterdam en een Haags ziekenhuis schonk een ‘nog in goede staat zijnde lamp’.

Interview Second Step op de radio Op zondag 3 april was Simone Schoemaker, maatschappelijk werker bij Scharlaken Koord, te gast in het EO-programma ‘Een goede zondag’. Simone is coördinator van Second Step, een tweedehands kledingwinkel in de Jordaan waar vrouwen uit de prostitutie een re-integratieprogramma doorlopen. Simone: ‘Je moet je afvragen als ouders: welk voorbeeld geef ik mijn kinderen? Als jij niet stabiel bent in je relaties en

10

De Oogst

afspraken, dan zullen je kinderen dat oppikken. Je moet kritisch kijken naar jezelf.’ Deze maand maken we ons terras klaar voor het zomerseizoen en krijgt Second Step een nieuwe keuken. De winkel is open op dinsdag en donderdag. Kom je langs voor een koopje of een high tea? secondstepshop.nl Via eo.nl/radio5programmas/eengoedezondag is het programma na te luisteren.

Paasactie Scharlaken Koord Zoals ieder jaar was er ook nu in de week voor Pasen de paasactie van Scharlaken Koord. Na gezamenlijk gebed gaan de medewerkers en vrijwilligers in tweetallen de ramen op de Wallen langs. De vrouwen krijgen een kaart, een zakje paas­ eitjes en een cadeautje. Margreet van Benthem, personeelsconsulent op het hoofdkantoor van Tot Heil des Volks, deed mee aan de actie. ‘Ik vond het bijzonder om te doen. Leuk dat de vrouwen konden kiezen uit lipgloss of andere makeup-dingetjes. En met name heel gaaf om Gods liefde te kunnen laten zien door hele gewone dingen: de vrouwen even in de ogen kijken bijvoorbeeld.’ Op de kaart staat een korte uitleg over P ­ asen en het hulpaanbod van Scharlaken Koord.

Wandelingen in juni Wil je alleen of met een kleine groep een stadswandeling doen in Amsterdam? De Wandelende Tak organiseert projectwandelingen op 17 mei en 4 en 21 juni. Tijdens de projectwandelingen maak je kennis met Amsterdam én met het werk van Tot Heil des Volks. Aanmelden kan via ontmoetamsterdamanders.nl Wil je met acht of meer personen komen? Kies dan zelf een datum en meld je aan via het formulier.


Overlijden Hans Schouten

Na een ziekbed is op 21 maart jl. Hans Schouten overleden in zijn woning in Baambrugge. Hans Schouten groeide op in de Jordaan. Als kind van zes ging hij naar de zondagsschool van Tot Heil des Volks. Later bezocht hij regelmatig de volkssamenkomsten. Tot 2010 vervulde hij functies in het bestuur en de Raad van Toezicht. Op 24 december 2015 verscheen in het NRC nog een interview met hem met de door hem gedoopte journaliste Jannetje Koele­wijn.

Shelter in UITkrant Floor van Dijck, journalist bij de UITkrant (gratis magazine dat overal in Amsterdam verkrijgbaar is) kroop voor de maarteditie 48 uur in de huid van een toerist. Ze boekt twee nachten in de Shelter City, één van de twee hostels van Tot Heil des Volks. ‘Bij binnenkomst valt meteen op dat er gigantisch groot “God loves You” op de muur staat. The Shelter blijkt een streng christelijk hostel: drank en drugs zijn er verboden en mannen en vrouwen slapen er gescheiden. Oh well, een bed is een bed. En schoon is het er. “Als je over geloof wilt praten, dan sta ik voor je klaar”, glimlacht de jonge vrijwilliger

Hans Schouten was dominee, maar werd op tachtigjarige leeftijd priester. Ondanks zijn gevorderde leeftijd is hij nooit met pensioen gegaan. Bijna dagelijks ontving hij mensen thuis die met hem wilden spreken over geloofszaken en theologische onderwerpen. In de Oogst van april 2011 zei hij: ‘Niet voor niets spreken we over het Oude- en het Nieuwe Testament. Het is een erfenis, die ik, arme sloeber, mag ontvangen.’

Camping De Sikkenberg In 2011 werd De Sikkenberg overgenomen door Tot Heil des Volks en kwam het personeel in dienst van de stichting. In goed overleg met oprichters Jaap en Marlies Willems is ervoor gekozen dat zij vanaf 1 mei 2016 als zelfstandig ondernemers de camping zullen gaan exploiteren. Tot Heil des Volks blijft eigenaar van de camping en de camping blijft onderdeel van Tot Heil des Volks. Aan de signatuur en identiteit verandert niets. Vaste gezichten Jan en Gerry Aartsen zullen na zeventien jaar de camping gaan verlaten. Met veel passie hebben zij zich vele jaren ingezet voor de camping. We wensen hen en ook Jaap en Marlies Gods zegen toe. De Sikkenberg is een prachtige camping waar mensen tot rust kunnen komen. De bijzondere combinatie tussen ontspanning, recreatie en ruimte voor evangelisatie en geloofsopbouw maakt deze camping uniek. Er is veel aandacht voor jongeren en kinderen op de camping. Ideaal dus voor gezinnen.

achter de balie.’ Het valt de journalist op dat de Shelter ‘ramvol’ zit, ondanks dat het er niet heel erg ‘rock ’n roll’ is. ‘Na een lekkere curry in restaurant Kama Sutra duiken we voor de laatste nacht van ons undercoveravontuur het hostel in. Daar in de oase van braafheid zijn ze net aan het avondgebed begonnen. Ook dat is Amsterdam.’

Kom naar Amsterdam! De Shelter in Amsterdam is op zoek naar vrijwilligers. Wil jij ons deze zomer komen helpen? Zie de advertentie op pagina 32!

De Oogst

11


Interview / Ronald Koops

Politiek leider ChristenUnie Gert-Jan Segers:

‘Ik probeer navolger van Christus te zijn’ Naast alle goede dingen die gebeuren in politiek Den Haag, staat de landelijke politiek ook bekend om macht, manipulatie en haantjesgedrag. Scoren, gezien worden en media-aandacht, zo is de ongeschreven regel. Hoe ga je als christelijk politiek leider daarmee om en hoe verhoudt zich dat tot Bijbelse waarden als nederigheid en naastenliefde? In gesprek met Gert-Jan Segers (46), politiek leider van de ChristenUnie. ‘Ik ben niet erg onder de indruk van mezelf.’

Zoals gezegd: het is soms best lastig om je weg te vinden in de doorgaans harde wereld van de politiek. Toch is Gert-Jan (‘zullen we elkaar tutoyeren?’) er nuchter onder. Op de vraag ‘Wie is Gert-Jan Segers’ antwoordt hij: ‘Allereerst ben ik een door God gekend en geliefd kind. Dat is denk ik het diepste wat je over jezelf kunt zeggen. Ik probeer een navolger van Christus te zijn, niet alleen in de politiek, maar allereerst als man van Rianne en vader van drie prachtige dochters.’

Waarom mag de ChristenUnie blij met jou zijn als politiek leider? ‘Deze vraag brengt me in verlegenheid. Kijk, ik hoef de ChristenUnie niet te feliciteren met mijn persoon en ik ben niet erg onder de indruk van mezelf. Wel heb ik me na veel wikken en wegen beschikbaar gesteld en gezegd: “Als jullie denken dat ik de aangewezen persoon ben, dan ben ik beschikbaar.” Het is geen droom die uit is gekomen, maar wel iets dat op mijn weg is gekomen en waar ik me vol voor in wil zetten.’ Ik las onlangs in een interview dat jij Geert Wilders wel de voeten wilde wassen. Wat was de context van deze opmerking? ‘De vraag in het interview was: “Wie wil je de oren wassen?” Waar ik dan als eerste aan denk, is de vraag: met wie zou ik stevig het debat willen aangaan? De krachten die Geert Wilders losmaakt, vind ik namelijk zorgelijk. Maar toch – dat zei ik ook in dat betreffende interview -

12

De Oogst

iemand de oren wassen is niet de meest christelijke houding , het is mooier om iemand de voeten te wassen. Daar kom je in het gesprek verder mee. Ik zou graag verder met hem in gesprek willen komen, omdat hij zo’n grote verantwoordelijkheid heeft met de woorden die hij kiest. Dat heeft effect op de samenleving waar de verhoudingen al erg spannend worden. En zeker in het vluchtelingenvraagstuk zie je dat de verhoudingen verharden. Dan doen woorden er toe. Dan doet het er toe als Wilders een soort pepperspray uitdeelt, oproept tot verzet en alles moslims tot je vijand verklaart. Ik houd mijn hart vast wat dat betreft.’ Harde woorden Over woorden gesproken: er vallen vaak harde woorden in politiek Den Haag en er wordt soms volop gemanipuleerd met halve waarheden of hele onwaarheden. Hoe verhoudt zich dat met de oproep van Christus om zachtmoedig te zijn en nederig van hart? ‘Dat is soms wel spannend: de wetten van het Koninkrijk gaan over de minste zijn, nederig zijn, de andere voor laten gaan en in stilte goed doen. De “wetten” van Den Haag schrijven echter heel wat anders voor: relevant zijn, verschil maken, vooraan staan, de eerste zijn. Dat lijkt op gespannen voet met elkaar te staan. Maar zolang je gericht bent op Christus zelf, Die ons voorging in dienstbaarheid, zolang je motief gefundeerd is in dienstbaarheid én zolang je missie belangrijker is dan je eigen ego, kan je ook christen zijn in de politiek, daar ben ik van overtuigd.’


Gert-Jan Segers in het kort Drs. Gert-Jan Maarten Segers (1969) is getrouwd en vader van drie dochters. Hij is lid van de Protestantse Kerk in Nederland. Eerdere functies: Beleidsmedewerker RPF Tweede Kamerfractie, Journalist bij EO Radio 1, coördinator van een christelijk studieen toerustingscentrum in Caïro, directeur van de Mr. G. Groen van Prinstererstichting (het Wetenschappelijk Instituut van de ChristenUnie), lid van de Tweede Kamer voor de ChristenUnie (2012) en vanaf 2015 voorzitter van de Tweede Kamerfractie van de ChristenUnie.

van de wereldwijde kerk is er meer dat ons bindt en klopt ons hart allemaal bij Christus, het kruis en de opstanding.

‘Ik vind ik het mooi dat er steeds meer christenen opstaan die strijden tegen onrecht en geknakte en gevangen mensen opnieuw hun vrijheid willen teruggeven’

Foto: ChristenUnie

Je hebt met je gezin zeven jaar in Egypte gewoond en gewerkt voor de GZB. Hoe heeft je dat gevormd? ‘Mijn kennismaking met de wereldwijde kerk heb ik als zeer verrijkend ervaren; ik ben verbonden geweest met orthodoxe kerken met hele andere gebruiken en liturgieën dan dat ikzelf gewend was. Het is zo gaaf dat je dan merkt en voelt: ook hier draait het om Jezus Christus, om kruis en opstanding. Dat helpt mij, juist in een christelijke politieke partij die verschillende kerken vertegenwoordigt. En het verlangen hebben om iedere keer weer bij het hart van de missie uit te komen: dat is mooi. Je kunt als kerk erg navelstaren, of bezig zijn met kleine onderlinge verschillen, maar in het licht van de geschiedenis en in het licht

Bonhoeffer: de glossy Segers is hoofdredacteur van de onlangs uitgekomen glossy over Dietrich Bonhoeffer. Wat heeft Bonhoeffer over het moderne kloosterleven geschreven? Kan God lijden, en zo ja, hoe zit dat dan? In de Bonhoeffer glossy worden deze en andere theologische vragen beantwoord door auteurs als Barend Kamphuis, Jos Douma en Reinier Sonneveld. Meer informatie: vuurbaak.nl

Je maakt je sterk tegen mensenhandel, uitbuiting, ook binnen de prostitutie. Waarom raakt jou dit zo? ‘Omdat ik geloof dat God als Schepper van mensen, vrijheid en waardigheid wil geven. Het is verschrikkelijk dat sommige mensen de waardigheid en de vrijheid van andere mensen af kunnen nemen en kapot kunnen maken. Dat maakt mij ongelooflijk verdrietig, maar ook heel strijdbaar. Daarnaast is het de strijd die ook Jezus voert: Hij wil gevangen vrij maken en verdrukten recht doen, zoals je leest in Jesaja 61. Dat is altijd de missie van God geweest: waar mensen geknakt en kapot gemaakt zijn, daar richt God deze mensen op. Dat zie ik bij Scharlaken Koord en op andere plekken; daar zie ik iets van die missie en dat ligt God na aan het hart. Daarom vind ik het mooi dat er steeds meer christenen opstaan die strijden tegen onrecht en geknakte en gevangen mensen opnieuw hun vrijheid willen teruggeven, dat is uiteindelijk ook de missie van Jezus.’ Tenslotte: Hoe wil jij aan het einde van je leven herinnerd worden? ‘Toen ik twee jaar geleden bij het sterfbed van mijn schoonmoeder stond, werd ik geraakt door de gedachte dat ik heel mijn leven druk kan zijn met zaaltjes, interviews, debatten en het politieke gesprek aangaan met veel mensen. Maar dat zijn niet de mensen die uiteindelijk rond je sterfbed zullen staan: dat is toch die eerste kring van geliefden om je heen. Dus die vraag zal allereerst aan hen gesteld moeten worden. En dan hoop ik dat ze zeggen dat ik trouw was in liefde, in zorg en dat zij, ondanks allerlei ongemakkelijkheden, mijn warm kloppende hart voor hen hebben gevoeld, juist in de drukte die ik heb gehad. En dat ze uiteindelijk hebben gemerkt dat het mij om God ging en om mijn naaste, en niet om mijzelf.’ ◄

Kees van der Staaij In het volgende nummer plaatsen we een interview met Kees van der Staaij, fractievoorzitter van de SGP.

De Oogst

13


Andrew White: ‘In Irak zijn alle kerkmuren weggevallen. Iedereen is maar één ding: volger van de Messias.’

14

De Oogst


Interview / Herman Meijer

Priester in Bagdad Andrew White is één van de bekendste priesters anno 2016. Zijn werk in Bagdad trekt veel aandacht. Velen bewonderen het werk en doorzettingsvermogen van deze Engelsman. Vijanden heeft hij ook. IS is bereid miljoenen te betalen aan strijders die hem vermoorden of uitleveren.

Andrew White loopt moeizaam en heeft een stok nodig. Een gevolg van de ziekte multiple sclerose waaraan hij al negentien jaar lijdt. Deze ziekte mag zijn lichaam gesloopt hebben, de geest van dominee White is nog scherp. Een stel pientere ogen kijkt mij indringend aan. Nog voordat ik de eerste vraag heb kunnen stellen, begint Andrew White mij te overhoren. ‘Ben je al gered? Dat vraag ik altijd’, verduidelijkt hij, ‘het is het meest belangrijke in het leven.’ Ik heb veel over deze dominee uit Bagdad gehoord en zie dan ook erg uit naar ons gesprek. White is in Nederland onder meer voor gesprekken met het ministerie van Buitenlandse Zaken en met Kees van der Staaij (SGP). Daarnaast zal hij spreken op een conferentie voor christelijke studenten van Navigators. Het is niet zijn eerste keer in Nederland. Een paar jaar geleden sprak hij op een dag van Open Doors. Een stichting die hem nog steeds nauw aan het hart ligt. ‘Er komt vanuit Nederland ongelofelijk veel steun voor de vervolgde kerk. Het werk van Anne van der Bijl en Open Doors heeft grote impact op de christenen in het Midden-Oosten. Dat werk is in één woord fenomenaal. De lijst die zij elk jaar publiceren is ook erg goed.’ Als ik aan hem vraag om zich te introduceren, is één van de eerste dingen die hij zegt: ‘Ik ben niet liberaal. Ik ben orthodox. Ik was in Engeland priester bij de Anglicaanse kerk. Ook in Bagdad diende ik een Anglicaanse kerk. Ik ben nog steeds Anglicaan, maar ik dien nu alle Iraakse christenen, het maakt niet uit van welke stroming. De vijf punten van Calvijn staan bij mij hoog in het vaandel. In het Engels is dat TULIP. Het woordje Tulip staat voor Total depravity (totale verdorvenheid), Unconditional election (onvoorwaardelijke verkiezing), Limited atonement (beperkte verzoening), Irresistable grace (onwederstandelijke genade) en Perseverance of the saints (volharding der heiligen).’

Roeping Maar wat brengt een orthodoxe, calvinistische priester van de Anglicaanse kerk in Engeland in vredesnaam in Bagdad? De ogen van White beginnen even te glimmen. ‘God. God bracht mij naar Bagdad. Ik deed in die periode een orthodoxe, joodse opleiding. Dit is een opleiding die ook rabbi’s krijgen. Het jodendom heeft altijd mijn interesse gehad. Ik ben afgestudeerd met een onderzoek naar het jodendom en de relatie met het christendom. Ik deed toen werk namens de Anglicaanse kerk om verzoening te bereiken tussen Joden en Palestijnen. Op een dag stond ik buiten de kerk, bij een enorm standbeeld van de aartsengel Michaël. Ik hoorde God duidelijk zeggen dat ik naar Irak moest. Dat ben ik vanaf toen gaan proberen. Toegelaten worden tot Irak was echter enorm moeilijk. De Iraakse overheid vertelde mij dat het Verenigd Koninkrijk eerst moest stoppen met bommen gooien. Alles wat ik probeerde, mislukte. Toen heb ik mijn team bijeen geroepen en zijn we gaan bidden. Kort daarna belde iemand die in dienst was van Saddam Hoessein. Deze persoon was christelijk en heeft ervoor gezorgd dat ik naar Bagdad kon komen.’

‘Veel christenen zijn door IS vermoord, anderen zijn gevlucht en leven in slechte omstandigheden in vluchtelingenkampen in het Midden-Oosten’ De blik van White wordt even somber. ‘Zijn naam was Tarik Aziz, een cultuurchristen. Hij had verder weinig met het geloof. Na de inval van de Amerikanen kwam hij in de gevangenis. Ik heb hem daar nog bezocht. Hij wilde nooit praten over Jezus. De nieuwe Iraakse overheid had hem ter dood veroordeeld. Omdat hij oud was en ernstig De Oogst

15


ziek, is het vonnis nooit voltrokken. Hij overleed in de gevangenis. Ik heb zijn begrafenisdienst nog geleid. Hij is begraven in Jordanië. Later hebben ze zijn lijk gestolen, niemand weet waar het gebleven is.’ Mosul Andrew White was jarenlang priester van de Anglicaanse kerk in Bagdad. De afgelopen jaren kon hij deze gemeenschap, zijn gemeente, niet bezoeken. Te gevaarlijk. Ondanks dat doet Andrew White zijn uiterste best zoveel mogelijk te betekenen voor de christenen in Irak. Vooral voor de vluchtelingen onder hen. Met zijn organisatie ‘Foundation for Relief and Reconciliation in the Middle East’ (FRRME, Stichting voor Hulp en Verzoening in het Midden-Oosten) helpt hij christenen die zijn gevlucht naar Jordanië en Libanon. Maar ook in Irak leven er gevluchte christenen, velen van hen komen uit de provincie Nineve, waarheen door God ooit de profeet Jona werd gestuurd. De provincienaam doet nog herinneren aan deze Bijbelse periode. De stad Nineve heet tegenwoordig Mosul. Anderhalf jaar geleden werd deze stad ingenomen door IS. Tienduizenden christenen konden niet anders dan vluchten naar de relatief veilige Koerdische gebieden in de buurt van Erbil. White helpt deze vluchtelingen allereerst met de basisbehoeften. Hij zorgt voor eten, drinken, onderdak en gezondheidszorg. Daarnaast zorgt hij voor scholing. Alle kinderen krijgen een mooi uniform en krijgen onderwijs. Een glimlach krult om de lippen van Andrew White. Hij houdt van ‘zijn’ kinderen en de kinderen houden van de man met het grote gezicht met dikke lippen. ‘Velen noemen mij hun papa.’

‘Tegen jonge christenen in Nederland zou ik willen zeggen: neem risico’s voor het koninkrijk van God!’ De christenen in Irak zitten in de hoek waar de klappen vallen. ‘De situatie voor de christenen in Irak is uitzichtloos. Velen zijn door IS vermoord, anderen zijn gevlucht en leven in slechte omstandigheden in vluchtelingenkampen in het Midden-Oosten. Mijn kerk had een aantal jaar geleden zesduizend leden. Van hen zijn er minstens duizend vermoord. Zondags komt nu nog maar een handjevol mensen samen in Bagdad. Ik kan er helaas niet bij zijn, omdat dat veel te gevaarlijk voor mij is. IS is bereid ruim 150 miljoen dollar te betalen aan de persoon die mij uit de weg ruimt.’ Moedeloos schudt White even zijn hoofd. ‘Het is echt uitzichtloos.’ Volgers van de Messias Volgens White kunnen Nederlandse christenen heel veel leren van de christenen in Irak. ‘In Irak zijn alle kerkmuren weggevallen. Iedereen is maar één ding: volger van de Messias. Anglicaanse, Assyrische, Syrische en andere christelijke groeperingen vinden elkaar. Daarom ben ik ook niet langer enkel priester van de Anglicaanse kerk in Irak, maar zie ik mijzelf als dominee van alle christenen in Irak. En die hebben het moeilijk. Er is veel lijden. Een

16

De Oogst

vader uit mijn kerk zag voor zijn ogen hoe IS-strijders zijn kinderen onthoofden. Zij weigerden Jezus te verloochenen. Christenen in het Westen realiseren zich niet genoeg dat het lijden van de kerk niet in de toekomst plaats zal vinden, maar dat het nu al gebeurt. De christenen die het zwaar hebben in landen waar christenen worden vervolgd, zijn onze broeders en zusters. Het zijn onze mensen. En wij hebben geen idee wat zij doormaken. Wij kunnen heel veel praten over lijden, maar uiteindelijk hebben we geen flauw idee wat het betekent om vervolgd te worden. Er zijn mensen nodig die deze vervolgde christenen steunen. En als je zelf niet kunt gaan om deze steun te leveren, geef dan geld aan de mensen die wel steun geven.’ Neem risico’s ‘Tegen jonge christenen in Nederland zou ik willen zeggen: neem risico’s voor het koninkrijk van God! Wij zijn hier in het Westen veilig. Maar God roept ons om risico’s te nemen. Wij moeten opkomen voor mensen die lijden en sterven. Daarnaast kunnen christenen in Nederland twee dingen doen. To pray en to pay, bidden en doneren. Ik vertel dit over de hele wereld. Christenen in het Westen kunnen iets doen. Bidden vóór en geld geven áán de christenen in nood. Toen ik in Seattle dit vertelde, kwam er een kleine jongen naar mij toe. Shawn was zijn naam, negen jaar oud. Hij gaf mij één dollar. Dat ontroerde mij zeer. Ik moest denken aan de weduwe die slecht een klein muntje in de schatkist wierp. Dat is hoe we uiteindelijk IS kunnen verslaan. Met gebed en door te betalen.’ Het geweld in Irak en Syrië heeft alles te maken met het eeuwenoude conflict tussen sjiieten en soennieten. Heeft deze dappere priester uit Bagdad misschien een oplossing? ‘Ik geloof in gesprekken. Er moeten serieuze gesprekken komen tussen de leiders van de sjiieten, de soennieten, de overheid in Irak en de kerken. Ik zie het als één van mijn taken om deze groepen samen te krijgen. Naar elkaar luisteren is de enige oplossing. Elkaar begrijpen. Elkaars pijn voelen.’ Cross of Nails Om zijn nek draagt White een groot kruis gemaakt van spijkers. Het zogenaamde Cross of Nails. In de Tweede Wereldoorlog bombardeerden Duitse vliegtuigen op 14 november 1940 de Engelse stad Coventry. Ook de grote kathedraal van Coventry werd getroffen. Van de spijkers die men uit de ruïnes haalde, maakte de gemeenschap kruizen. Andrew White is één van de priesters van de Coventry Cathedral. White gaat voorover zitten. ‘Provoost Howard schreef op de muur achter het altaar “Father Forgive (Vader Vergeef)”. Later kwamen er mensen naar Howard toe en die vroegen hem of er niet moest staan, “Vader vergeef hén”. Moet God niet de Duitsers vergeven die deze kerk hebben vernietigd? “Nee,” zei de provoost toen, “we hebben allemaal vergeving nodig.”’ Het zit erop. White moet verder. Met zijn rechterhand steunt hij op zijn stok. Links steunt zijn hand op de schouder van zijn assistent. Voetje voor voetje schuifelt hij moeizaam voort. Regelmatig moet hij zoeken naar zijn balans. Ik kijk hem nog even na. En dan bedenk ik me dat ik zelden iemand heb ontmoet die zo fragiel is en tegelijkertijd zo ongelofelijk sterk in zijn schoenen staat. ◄


Friedensstimme / Filip Uijl

Gevlucht uit een gedwongen huwelijk Goelsonaj werd in 1984 geboren in een dorpje in het zuiden van Kirgizië. In de Oogst vertelt ze hoe God zich over haar ontfermde toen ze Hem het meest nodig had. ‘Ik ben geboren in een eenvoudig, islamitisch gezin. Toen ik achttien was, vertrok ik naar de hoofdstad Bisjkek om daar te gaan werken. Mijn nicht Soemrad ontfermde zich daar over mij en de Here gebruikte haar om Zich aan mij te openbaren. In 2003 werd ik gedoopt en actief op de zondagschool van de gemeente. Zo groeide ik in geloof en in de dienst aan God. In 2008 bezocht ik mijn ouders. Zij waren zeer tegen mijn geloof in Christus. Het was nooit gemakkelijk voor mij om thuis te zijn, maar ik ontdekte dicht bij het dorp een kleine christelijke gemeente waar ik mij kon sterken. Op een dag kwam een familielid op bezoek en deze had een vriend meegenomen. Ik ging ze begroeten, maar voordat ik wist wat er gebeurde werd ik de auto in gesleurd. Ik kon nog net roepen ‘Mama, mama’, maar het had geen zin. Er was geen ontsnappen aan. We reden een uur lang door de bergen, ik huilde de hele tijd en had geen idee wat er gebeurde. Toen stopten we, ik werd een huis binnengebracht en ik vernam wat er was gebeurd: ik was ‘geschaakt’ volgens de Kirgizische traditie. Als een man met een meisje wil trouwen dan ontvoert hij haar. De vriend van mijn familielid was moslim en hij wilde met mij trouwen. Ik protesteerde en gaf duidelijk aan: ik wil dit huwelijk niet. Ik was ervan overtuigd dat mijn ouders mij zouden komen halen. Maar toen zij kwamen, bleken zij in te stemmen

Als een man met een meisje wil trouwen dan ontvoert hij haar, zo schrijft de Kirgizische traditie voor.

met het huwelijk. Ik riep tot Christus in mijn nood. ‘Here, met dit huwelijk eindigt ook mijn leven met U. Hebt U mij verlaten? Ik wil niet zonder U leven.’ Mijn ziel smeekte tot God en ik dacht: ben ik soms ongehoorzaam geweest dat mij dit overkomt? Straft God mij op deze manier? Wat moest ik doen?’

‘Met een smoes kwam ik buiten en in mijn bruidskleren rende ik weg, de nacht in’ ‘Ik smeekte een nicht om mij te helpen en God verzachtte haar hart. Ik mocht met haar telefoon naar Soemrad in Bisjkek bellen. Hij vertelde mij van een dorp in de buurt waar christenen woonden en waarheen ik kon vluchten. Met een smoes kwam ik

buiten en in mijn bruidskleren rende ik weg, de nacht in. Ik wist dat Soemrad en de gelovigen in Bisjkek voor mij baden. Ik werd achtervolgd, men zocht mij. Maar er klonken woorden van God in mijn hart: vrees niet, ik ben met je, geen mens zal je uit Mijn hand rukken. Na een eindeloze nacht kwam ik in het dorp van de christenen. Zij namen mij gastvrij in huis en verzorgden mij. Zo redde God mij. Inmiddels heb ik mij verzoend met mijn ouders. Zij accepteren nu mijn geloof. Mijn moeder zei: “Nu begrijp ik dat je gelooft in een God die echt bestaat. Wij zullen je niet meer lastigvallen”.’ ◄

Dit is een sterk verkorte versie van een getuigenis van een jonge christen in Kirgizië. Het hele verhaal kunt u lezen in ons getuigenisboekje dat gratis te bestellen is via info@friedensstimme.nl. De Oogst

17


Samenleving / Jaap Spaans

Verontrustende toename verwarde personen De sociale huursector staat onder druk. Door een opstapeling van maatschappelijke factoren, is een structureel tekort ontstaan aan betaalbare huurwoningen. Een van de gevolgen is een verontrustende toename van het aantal verwarde personen, dat zorgt voor overlast en excessen.

Het structurele tekort is ontstaan omdat meer verblijfsgerechtigde vreemdelingen (statushouders) recht hebben op een huurwoning. Door de decentralisatie in de zorg en het sociaal domein, stromen mensen met een beperking moeilijker door naar beschermde woonvormen. Van ouderen wordt verwacht dat zij langer zelfstandig blijven wonen. Daardoor neemt de druk op woningcorporaties toe. Met alle gevolgen van dien. Zo velde de meervoudige strafkamer van de rechtbank in Maastricht een scherp oordeel op maandag 22 februari 2016. Verdachte X. werd een gevangenisstraf opgelegd voor de duur van tien jaar en daarmee nam de rechtbank de eis van de officier van justitie over. Ik ga dieper in op dit praktijkvoorbeeld, omdat het illustratief is voor een breder maatschappelijk probleem. Organisaties in de zorg en hulpverlening, maar ook kerken, familie en omwonenden zullen hier in toenemende mate mee worden geconfronteerd. Welk misdrijf pleegde verdachte om zo’n zware straf opgelegd te krijgen? Levensgevaarlijke explosie Op 20 maart 2015 werd door een buurman melding gemaakt van een gaslucht afkomstig uit de woning van verdachte. De buurman was naar de woning toe gegaan, waar een mannenstem had gezegd dat hij beter weg kon gaan. Ook personeel van de gealarmeerde hulpdiensten rook een sterke gaslucht. Terwijl de politie bezig was met de ontruiming van panden, volgde een harde explosie waarbij een deel van het pand instortte. Iemand kroop onder het puin vandaan en dat bleek de verdachte te zijn. De bovenbuurman, inmiddels slachtoffer, die alarm had geslagen lag bewegingloos op de grond. De forensische arts constateerde, dat het slachtoffer was overleden aan de gevolgen van massale letsels. Onderzoek wees uit dat de gaskraan in de woning van verdachte open stond, waardoor de woning volstroomde met gas. Hij zou tijdens de zitting verklaren dat hij zelfmoord wilde plegen door

18

De Oogst

vergassing. Het voornemen had hij aangekondigd via sociale media. Daarmee achtte de rechtbank overtreding van artikel 157 van het Wetboek van Strafrecht, opzettelijk brand stichten, een ontploffing teweeg brengen of een overstroming veroorzaken, bewezen. Verzwarende omstandigheid was dat er levensgevaar was ontstaan, wat een hogere straf rechtvaardigt. Bij de strafmaat werd rekening gehouden met de verminderde toerekeningsvatbaarheid van verdachte, vanwege zijn depressieve stoornis. Van volledige ontoerekeningsvatbaarheid was volgens de rechtbank geen sprake. Twee benadeelden, waaronder de verhuurder, voegden zich in het strafproces met vorderingen tot schadevergoeding die werden toegekend. Sterke toename Het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV) stelde onlangs vast dat de politie in 2015 zo´n 66.000 meldingen binnenkreeg van overlast door verwarde personen. Meer dan in 2014 en dat is een landelijk beeld. De overkoepelende vereniging van woningcorporaties Aedes gaf in een bericht aan de leden aan, dat er veel verandert in de woon- en zorgsituatie van mensen met psychiatrische problemen of lichte verstandelijke beperkingen. Aedes adviseert woningcorporaties hoe zij hier het beste mee om kunnen gaan. Het is belangrijk dat corporaties, gemeentes, zorgaanbieders en hulpverleners nauw samenwerken om passende zorg te verlenen en de overlast te beëindigen. De omvang van deze problematiek kan ingrijpende gevolgen hebben voor de samenleving als geheel, maar ook voor direct betrokkenen binnen gezin of familie en omwonenden. Preventie zoals tijdige signalering en enige sociale controle, is van cruciaal belang. Verharding en individualisering Secularisatie en ontkerkelijking leveren niet de maatschappelijke rust op waar velen naar verlangen. Integen­ deel, er is in onze complexer wordende samenleving


Berg aan de Maas: Dode en gewonde door gasexplosie op 20 maart 2015.

sprake van toenemende verharding, onverschilligheid en individualisering. Daar komt bij dat door de decentralisatie in de zorg en het sociaal domein, de druk op het zorgstelsel toeneemt en er gaten vallen in het sociale vangnet. Sinds 1 januari 2015 zijn gemeentes verantwoordelijk voor de uitvoering van wetgeving als de Jeugdwet en de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Een aantal praktijkgevallen heeft al aangetoond, dat de zorgplicht die gemeentes hebben onhaalbaar bleek te zijn door te krappe budgetten. Een recent geval in Drenthe waarbij een gasexplosie was ontstaan, toont aan hoe complex de situatie kan zijn. Een woning in een woonvorm was toegewezen aan een cliënt die, gelet op de medische indicatie, niet aan hem had mogen worden toegewezen. Bij de intake was de medische problematiek niet juist ingeschat, waarbij moet worden aangetekend dat betrokkene zelf onvoldoende medewerking verleende. Het gebouw werd zwaar beschadigd. De veroorzaker van de gasexplosie, een 64-jarige man, overleed enige maanden na de explosie. Deskundigen verwachten een toename van dergelijke situaties. De minste mijner broeders In 1990 kwam ik in aanraking met het werk van Tot Heil des Volks en ben sindsdien als schrijver betrokken bij De Oogst. Naast de historie en de profetische visie, spraken de hulpverleningsactiviteiten van Het Heil in hartje Amsterdam mij bijzonder aan. Het is op indrukwekkende wijze beschreven in het jubileumboek: ‘Aan de minste van Mijn broeders. Het werk van Tot Heil des Volks 1855 – 2005’. De titel is ontleend aan de Bijbelse opdracht uit Mattheus 25. Hoe gaan wij als christenen in een snel veranderende samenleving om met onze medemensen in nood? Ik doel niet alleen op verwarde personen, maar

Foto: Foto- en Videoteam Brandweer Zuid-Limburg

ook op de groeiende groep kwetsbare burgers, die te maken krijgt met schuldhulpverlening, armoede of een sociaal isolement. Ik stel daarbij nadrukkelijk, dat er ook aandacht moet zijn voor degenen die zwaar lijden onder de geschetste vormen van overlast en excessen. Immers, zonder dat zij ervoor kiezen kunnen ze te maken krijgen met de ernstige en verstrekkende gevolgen van keuzes, die anderen in wanhoop kunnen brengen. ◄

Bronnen - derechtspraak.nl. Uitspraak Rechtbank Maastricht van 22 februari 2016 ECLI:NL:RBLIM:2016:1451. Hoger beroep is aangetekend. (Rechtszittingen zijn openbaar zijn en jurisprudentie voor iedere burger is beschikbaar via deze website). - Persbericht van het Centrum voor Criminaliteits­ preventie en Veiligheid. ‘Meer incidenten met verwarde personen in 2015’. - Persbericht Vereniging van Woningcorporaties Aedes, 15 december 2015. ‘Woningcorporaties zien toename overlast door verwarde personen’. - GGZnieuws.nl, 22 oktober 2015. ‘Verwarde personen: minister Schippers dweilt met de kraan open’. - Maandblad De Oogst, december 2014. ‘Stelselwijziging beproeft onze liefde’. - Hoogeveensche Courant, 8 maart 2016. Bewoner Ama Ina kon niet de juiste zorg krijgen’.

De Oogst

19


dichtbij

Matthijs Hoogenboom

‘Ik heb nooit het gevoel gehad dat God er niet was.’ Bijna twintig jaar woonde ze in Amsterdam en was ze een belangrijke stabiele factor in de Shelter. Geboren in de buurt van Cambridge is en blijft ze Engelse. Een half jaar geleden begon ze ernaar terug te verlangen, nu gaat ze terug naar huis.

Ze zeggen dat Hollanders nuchter zijn, maar de Engelse Rosemary kan er ook wat van. Aan haar is niets zweverigs, maar ze laat zich wel leiden door God. ‘Ik wilde niet zo comfortabel worden dat ik Gods stem niet meer zou horen. Ik wil gevoelig blijven voor Zijn stem. Om de anderhalf jaar besteedde ik tijd aan bidden en vasten om te weten waar Hij mij wilde hebben.’ Erfenis Geloof is niet iets waarover in huize Barrett vaak wordt gesproken. Maar haar ouders stimuleren Rosemary wel om in haar vakanties deel te nemen aan jeugdkampen. Ze geven haar het goede voorbeeld door zelf actief te zijn in de kerk. Als er in de stad een evangelisatiecampagne is, doet Rosemary mee. En is er een conferentie in Londen, dan betalen haar ouders de reiskosten. Een leven zonder God kan ze zich niet voorstellen. ‘Toen ik elf jaar was, hoorde ik tijdens een christelijk kamp de uitspraak “God heeft geen kleinkinderen”. Ik realiseerde mij dat ik zelf een keuze moest maken en printte een gebed uit. Toen ik dat gebeden had, dacht ik: “Zo, ik ben christen.” Maar eigenlijk veranderde er niets, want ik geloofde al. Ik ben blij dat ik het van mijn ouders heb meegekregen. En van mijn grootouders die voor mij baden. Het is een soort “inheritance”’ (erfenis, red.). Gods stem Tijdens haar studie Scheikunde werkt ze een jaar bij een bedrijf in Nederland. Via een vriend hoort ze over de Shelter in Amsterdam. Als ze een weekend te gast is in de Shelter City hoort ze Gods stem. Zo direct heeft ze het maar één keer meegemaakt. Stellig: ‘Kamer 1, bed 7. Daar gebeurde het. Ik las in de Bijbel en hoorde in mijn hart duidelijke woorden van God: “Je moet hier komen werken”’. Nadat ze haar studie heeft afgerond, werkt Rosemary tien maanden als vrijwilliger in de Shelter City en drie maanden als invalmanager in de Shelter Jordan.

20

De Oogst

Heel graag wil ze in Amsterdam blijven. ‘Het voelde goed. Wat God wilde was ook wat ik wilde. Amsterdam is zo’n mooie stad. De architectuur, het internationale, het vriendelijke. Het is klein, maar groot genoeg.’ Toch gaan alle deuren dicht. ‘Ik moest eerst alles opgeven voor ik het kreeg.’ Rosemary is bereid terug te gaan als dat is wat God wil. Maar dan komt er een telefoontje van de Shelter Jordan. Na een periode als invalmanager krijgt ze een vast contract en nu doet ze al jaren de groepsboekingen. Radicaal Wat spreekt Rosemary zo aan in de Shelter? Grote verhalen krijg je van haar niet te horen. Ze heeft de praktische insteek van haar ouders. ‘De mix van geestelijk en praktisch werk past heel goed bij mij. Dit is een plek waar mensen zich thuis voelen. We bieden een bed, warmte, vriendelijkheid en gastvrijheid. Dat samen met het geestelijke aspect, de hele “Tot Heil-des-Volks-philosophy” zeg maar, vind ik heel sterk. En natuurlijk de stafleden. Zij maken zo’n groeiproces door. Als ze binnenkomen zijn ze vaak jong en onervaren. Na een paar maanden hebben ze erg veel geleerd. Ze zijn geestelijk gegroeid, leven dichtbij God. En ze groeien in vaardigheden. Je ziet ze ontwikkelen. Als ze een poosje achter de receptie zitten, krijgen ze een bepaalde autoriteit. Je kunt het eigenlijk zo zien: de meest radicale jongeren kiezen voor zoiets als de Shelter. Dat komt hier in een groep bij elkaar. Zo radicaal heb je het niet in een gemiddelde kerk. Je hebt hier het beste van het beste. Dat vind ik inspirerend.’ Nieuwe baan Tot drie jaar geleden wordt haar tijdens bidden en vasten door teksten en liederen telkens duidelijk dat ze in de Shelter moet blijven. Zo’n drie jaar geleden komt er geen bevestiging, maar er is ook geen leiding voor iets anders. Altijd heeft ze opengestaan voor verandering, maar er was geen aanleiding voor. Een half jaar geleden voelt ze:


Rosemary: ‘Mensen zonder God kunnen heel gelukkig leven, maar ze missen een dimensie’ Foto: Margriet Alblas

ik wil terug naar huis. ‘Engeland is mijn thuis. Met kerst ben ik meer thuis in Engeland dan hier.’ In het geloof dat God haar leven leidt, solliciteert ze op een vacature voor manager van een christelijk buurtcentrum in Cambridge. ‘De functieomschrijving leek voor mij geschreven. Ik vloog heen en weer voor een sollicitatiegesprek. Nog op dezelfde avond werd ik aangenomen.’ De werkwijze van het buurtcentrum is vergelijkbaar met die in de Shelter. ‘Het is een gastvrije plek voor de lokale bevolking, midden in Cambridge, maar dan in een gebouw uit de veertiende eeuw en door middel van diensten in de kapel, een cafee tje, kunstexposities en verhuur van vergaderruimten. Christ Church Naast haar familie mist ze Engelse thee, fish and chips en sausages (worstjes, red.). Is er veel verschil tussen Nederland en Engeland? ‘Er is een stereotype dat Nederlanders direct zouden zijn. Ik vind dat wel meevallen. De vergadercultuur is wel echt anders dan in Engeland. Daar is het veel hiërarchischer. De leider bepaalt: zo doen we het. In Nederland wordt er eindeloos gepraat tot iedereen het eens is. Ik vind dat Nederlanders open staan voor andere culturen, maar misschien ken ik Nederland niet echt. Ik heb vooral Amsterdam gezien.’ In Engeland zal ze haar geestelijke familie missen: als anglicaanse kwam ze in Amsterdam al snel terecht in ‘Christ Church’, de Anglicaanse kerk op de Groenburgwal. ‘In het begin vond ik het een beetje teleurstellend. In York bezocht ik een grote studentenkerk met mooie worship en goeie preken. Christ Church is klein, maar het is mijn familie geworden. Ik heb er een aantal goede vriendinnen. Op paaszondag aten we

met een groep van de kerk, iets wat je normaal met familie doet. Het is één van de factoren waardoor ik zo lang ben gebleven.’ Altijd dichtbij Haar vastberadenheid en nuchtere kijk roepen bij mij de vraag op of Rosemary wel eens aan God twijfelt. ‘Nee!’ Hoe dat kan? ‘Dat is Gods genade. Ik weet geen ander antwoord. Mensen zonder God kunnen heel gelukkig leven, maar ze missen een dimensie. Ik heb nooit het gevoel gehad dat God er niet was, ook niet toen ik ziek was en het moeilijk had. Hij was altijd dichtbij.’ ◄

De Shelter Tot Heil des Volks heeft twee hostels in hartje Amsterdam: de Shelter Jordan en de Shelter City. Vorige maand was het precies 45 jaar geleden dat het eerste hostel, in de regel ‘de Jordan’ genoemd, open ging. De hostels zijn samen goed voor bijna 300 bedden en per jaar 40.000 reizigers (toeristen) uit 130 verschillende landen. Allemaal krijgen ze op één of andere manier het Evangelie mee. Ook eens overnachten in de Shelter? Boek een bed op shelterhostelamsterdam.com/nl Wil je je oriënteren op een diaconaal jaar in de Shelter? Kijk dan op youthhostelministry.org/nl

De Oogst

21


Bijbelstudie / Gert Hutten

Zonden overwinnen We worstelen allemaal wel met zonde en vaak is dat heel zichtbaar gedrag. Maar er kunnen ook zomaar zonden zijn waar niemand iets van weet. Soms is het moeilijk om erover te praten. Je worstelt in stilte. Hoe kun je zonden in je leven overwinnen?

God haat zonden omdat Hij niet wil dat jij kapot gaat. God kan het niet hebben dat zijn mooiste schepsel vernield wordt door zonde. Het doet Hem pijn als we Hem niet zien staan. Meteen vanaf de zondeval is God begonnen met zijn grote strijd tegen het kwaad, dat is ook Gods strijd. Als jij denkt dat jezelf kunt winnen van de duivel, ben je net een kind die met een klappertjespistool tegen een tank vecht. Bewustwording Zonde overwinnen heeft allereerst te maken met bewustwording. Je mag gaan inzien hoe schadelijk bepaald gedrag is voor jezelf en vaak ook voor anderen. Soms koesteren we bepaalde zonden. Of we doen net alsof er weinig aan de hand is. ‘Het valt wel mee.’ De oude kerkvaders gebruikten het woord ‘mortificare’. Het woord betekent doden. De zonde moet dood. Als je geen hekel krijgt aan bepaald gedrag van jezelf, ga je er niets aan doen.

‘Als iets te groot is geworden in je leven, kan dat alleen maar kleiner worden als iets anders groter wordt’ Ook is het belangrijk dat je weet dat er in ieders leven schadelijke patronen zijn ontstaan. Een patroon ontstaat als je langere tijd achter elkaar steeds hetzelfde doet. Het is net als die druppels water die langdurig op een steen vallen en in de steen een kuil veroorzaken. Zo slijpt steeds herhaalde zonde een patroon in je hersenen. Een roze beer Het heeft weinig zin om zonden te onderdrukken. Als je steeds tegen jezelf zegt ‘ik mag dit niet doen’, ga je het waarschijnlijk steeds meer doen. Als ik tegen jou zeg dat je niet aan een roze beer mag denken, denk je er juist aan. Als iets te groot is geworden in je leven, kan dat al-

22

De Oogst

leen maar kleiner worden als iets anders groter wordt. Hoe meer jij de heerlijkheid van God gaat zien, hoe meer je zult veranderen. Zien is worden. Hoe meer je gaat genieten van God, hoe meer je ook zult uitstralen. Genieten is uitstralen. In zijn tweede brief schrijft Petrus: ‘Span daarom al uw krachten in om uw geloof te verrijken met deugdzaamheid, uw deugdzaamheid met kennis, uw kennis met zelfbeheersing, uw zelfbeheersing met volharding, uw volharding met vroomheid, uw vroomheid met liefde voor uw broeders en zusters, en die liefde met liefde voor allen’ (2 Petrus 1: 5-7). Wat een prachtige woorden. Wat hebben we zelfbeheersing en volharding nodig. Petrus leert nog meer. ‘Als u al deze eigenschappen bezit, is uw kennis van onze Heer Jezus Christus vruchtbaar. Wie ze niet bezit is kortzichtig en blind en vergeet dat hij van zijn vroegere zonden is gereinigd’ (2 Petrus 1: 7-9). Ineens is daar het geheim. Als je zondigt, komt dat doordat je vergeet dat je zonden zijn vergeven. Hoe meer je gaat zien hoe onvoorstelbaar bijzonder het is dat het goed is tussen jou en God, door het kostbare verlossende werk van Christus, hoe meer je goed gaat leven. Verkeerd gedrag moet vaak bestraft worden. Maar straf, oordelen of regels maken van jou geen ander mens. Het is een onvoorstelbaar wonder dat God juist door het ‘geen oordeel meer’ de wereld wil veranderen. De les van de bij Het is de les van de bij. Een bij is een bijzonder beestje. Aan het einde van de bij zit een angel. Als een bij steekt, verliest hij zijn angel en gaat hij dood. Laten we zonden eens vergelijken met een bij. Aan het einde van zonde komt schuld en straf. Je voelt je schuldig, je bent het. Vaak worden misdaden bestraft. Jezus heeft de angel uit de zonde gehaald. De straf is betaald, de schuld is weg. Als


de angel uit de zonde is, gaat de zonde dood. Het is Gods goedheid, vergeving en liefde, die je tot inkeer brengt. Zonde en identiteit Achter zonden gaat een hele wereld schuil. We zondigen vaak, omdat we denken iets nodig te hebben om iemand te worden. Naast God denken we van alles nodig te hebben om iemand te zijn. Zonde zegt veel over wie je bent. Zonde heeft te maken met identiteit. Daarom wil God je daar juist veel zekerheid en rust geven. Je wordt niet gered. Je bent gered. Je wordt geen kind van God. Je bent het. Je wordt geen nieuwe schepping. Je bent het. Hoe meer je gaat zien wie je werkelijk bent in Gods ogen, hoe meer rust je zult vinden in je leven. Je bent niet wat je doet. Je mag juist gaan doen wie je bent.

‘Als de angel uit de zonde is, gaat de zonde dood. Het is Gods goedheid, vergeving en liefde, die je tot inkeer brengt’ Er is een enorm groot verschil tussen iemand die een hardloopwedstrijd loopt om de prijs te halen, en iemand die weet dat hij de prijs al heeft gehaald. De enorme drang om te winnen, zet zomaar aan tot dopinggebruik.

Als je de medaille al om je nek hebt hangen, loop je dansend naar de finish. Het verschil tussen iemand die heel erg zijn best doet om belangrijk gevonden te worden en iemand die weet dat hij al belangrijk is, is levensgroot. Scheuren in het leven ontstaan als er geen fundament is. Daarom is het goed om terug te gaan naar deze basis van het geloof. Gewoon Ondertussen is verandering ook vaak heel gewoon. Je kunt weglopen voor een verleiding. Steeds sta je zo voor keuzes. Het is belangrijk om uit te rusten. Vermoeidheid maakt je kwetsbaar. Contact met mensen is nodig. IJzer scherpt zich aan ijzer en eenzaamheid is gevaarlijk. Negativiteit kan je leegzuigen. Je kunt ervoor kiezen om positief in het leven te staan. Vreugde en blijdschap zijn belangrijk in de Bijbel. Het is niet handig om te leven vanuit je gemis. Wat er niet is, kan niet groeien. Niet voor niets roept de Bijbel voortdurend op om dankbaar te zijn. Hoe vaak hebben wij niet een gebrek aan vitamine D(ankbaarheid)? ‘Een vrolijk hart bevordert een goede gezondheid’ (Spreuken 17:22). Voor verandering is het nodig dat we onszelf een spiegel voor houden. Misschien moet dat vaker een lachspiegel zijn. Lach eens om jezelf. Verandering wordt daar geboren waar wij onze eigen kleinheid inzien. ◄

Column achter de schermen / Gerda Verbruggen

Huiskamer voor daklozen Dagen als vandaag zijn goed voor mijn ego! Dat klinkt niet zo netjes misschien, maar toch: je maakt veel mee in ons project Amsterdammers Helpen Amsterdammers. Ik zal uitleggen wat er vandaag weer gebeurde. Moet je je voorstellen: het is bijna half een ’s middags en ik deel het bestek rond in onze ‘huiskamer’ voor daklozen. Hé, wat zie ik daar bij de deur? Hebben die gasten een lolletje of is het menens? Mmm, het lijkt mij menens. Erop af dus. Twee gasten, een Roemeense jongen en een Pool staan aan elkaar te sjorren en te trekken. De Pool bloedt behoorlijk uit zijn gezicht en de tranen lopen hem over de wangen – ik vermoed door een stomp op zijn neus. Zonder na te denken, roep ik: ‘Zijn jullie helemaal belatafeld?!’ Warempel, de jongens gaan uit elkaar, zomaar vanzelf, echt waar! Tegen de Roemeen zeg ik: ‘You have to go!’, waarop de Roemeen boos iets onverstaanbaars mompelt. ‘Be polite (wees beleefd) zeg ik vriendelijk maar duidelijk. En hij houdt zijn mond. Ik ren naar binnen, haal een servetje van het bestek af ( dat rollen we altijd netjes in elkaar) en ga terug naar buiten. Ik geef de bloedende Pool de servetjes en stuur hem naar binnen. De Roemeen vindt het niet eerlijk dat hij weg moet, waarom hij weg? De Pool

is (volgens hem) immers begonnen. Ik blijf bij m’n standpunt: ‘I don’t care, you have to go because I said so!’

‘Na het eten de stoep maar even geschrobd’ Adrenaline voelt goed, maar zodra dat weg ebt, krijg je toch wel een beetje een bibber in je knieën, maar dat vertel ik natuurlijk aan niemand, want dat staat niet stoer! Na het eten heb ik de stoep maar even geschrobd. Er lag echt een plas bloed, bah. Van de Pool begreep ik, dat hij zich verder wel goed voelde, maar hij zag er vreselijk uit. Omdat de eerste klap een daalder waard schijnt te zijn, vermoed ik toch, dat de Roemeen begonnen is. Die had namelijk geen krasje.

Gerda Verbruggen is coördinator van Amsterdammers Helpen Amsterdammers (AHA), het inloophuis voor thuis- en daklozen. AHA wil een ‘huiskamer’ zijn voor de mensen van de straat. De medewerkers eten met ze en vooraf mogen zij met deze mensen uit de Bijbel lezen, bidden en zo het Evangelie delen door woord en daad.

De Oogst

23


Serie missionair in een postchristelijke samenleving / Matthijs Hoogenboom

Christelijke missie in een postchristelijke omgeving In deze serie volgen we het boek ‘Vreemdelingen en Priesters’ van Stefan Paas op de voet. In dit artikel gaan we aan de hand van hoofdstuk vier in op de vraag: hoe zien we onszelf in verhouding tot de wereld om ons heen? En wat is de beperking van de ‘volkskerk-denkers’?

Al jaren hadden we het gesprek over geloof niet meer gevoerd. De laatste keer was vlak na een begrafenis in onze familiekring. Ik stond aan het graf en dacht: de troost dat het ‘goed’ is, die mis ik als hij sterft. Ik voelde de drang en de plicht om het hierover te hebben. We aten samen. We voerden een gesprek. Het liep stroef. Was het wel een gesprek? Door het lezen van ‘Christelijke missie’ kwam ik erachter dat ik een denkfout maakte. En daardoor een treetje te hoog stond. Christelijke natie In hoofdstuk drie bespreekt Paas zes missionaire ‘modellen’. Ik zie ze als zes spiegels, die best confronterend kunnen zijn. Ik denk dat veel lezers, traditioneel of evangelisch, zich net als ik zullen herkennen in het ‘volkskerkmodel’. Kort door de bocht gezegd komt het erop neer dat volkskerk-denkers Nederland zien als een christelijke natie. Dat was ons land vroeger en dat zou het nog moeten zijn. Paas’ commentaar hierop is: ‘Wie veronderstelt dat de wereld “eigenlijk” christelijk is of behoort te zijn, krijgt het zwaar in een seculariserende omgeving.’ Daar heb je mijn denkfout. Paas maakte mij ervan bewust dat ik de wereld vanuit de hoogte bekeek. De wereld om mij heen zou beter moeten weten, zo dacht ik. En ze zou zeker beter af zijn als ze gelovig was. Vanaf die ‘groentekist’ ging ik het gesprek aan. Ik moet eerlijk zeggen dat dit een les is die ik nog maar recent heb geleerd. Nog niet zo heel lang geleden las ik opnieuw ‘Onversneden Christendom’ van C.S. Lewis en ik schrok een beetje van het volgende zinnetje: ‘Van allerlei dingen kan een christen besluiten er vanaf te zien (...) maar zodra hij begint te zeggen dat die dingen op zichzelf slecht zijn, of neerkijkt op mensen die er wel gebruik van maken, zit hij op de verkeerde weg. Dat is niet christelijk.’ Ik vond het juist altijd best christelijk om iets te vinden van mensen die niet geloofden op mijn manier. Ik was een leraar die de wereld vertelde hoe het moest.

24

De Oogst

Gelijkwaardig gesprek Eind vorig jaar, het was in de adventstijd, vlak nadat ik het boek van Paas gelezen had, sprak ik dezelfde persoon weer. We aten opnieuw samen. Ik vroeg, uit oprechte interesse dit keer: ‘Geloof je eigenlijk nog in God?’ Het antwoord was ‘Nee’ en dat was even schrikken, maar we praatten rustig door. Over adventskaarsen en verwachting. Een gesprek van hart tot hart. ‘Ik hoop’, zei hij, ‘dat het licht weer doorbreekt, want het is soms wel verrekte donker.’ Welke van de twee gesprekken was nu het meest missionair? Het eerste, waarin ik, klassiek gezegd, had gewezen op de ‘twee wegen’? Of het laatste, met een open einde? Misschien is er geen goed of fout, maar ik weet wel dat het eerste gesprek vervreemding opwekte en het tweede verbondenheid. Deze verbinding ontstaat alleen wanneer je open staat voor de wereld om je heen.

‘Verbinding ontstaat alleen wanneer je open staat voor de wereld om je heen’ Tegencultuur En nu wordt het spannend. Want hoe zie je jezelf als christen ten opzichte van die wereld? Volkskerk-denkers zien de kerk veelal als ‘tegencultuur’: ‘een gemeenschap die zich onderscheidt van de wereld door radicale navolging van Christus, een vurig geloof, hartelijke gemeenschapszin en een heilig leven.’ Prachtig toch? Ik ken warme gemeenschappen die zich hierdoor kenmerken. Toch is er een máár. De nadruk op ‘tegen’ lijkt ook weleens een bepaalde wereldvreemdheid met zich mee te brengen. ‘Christenen zijn geen astronauten en ze leven niet in een ruimteschip’, schrijft Paas. En: ‘Wat christelijk is, moet als het ware worden uitgevonden in een concrete tijd en


Gespreksvragen 1. In welk model herken je jezelf het meest? En welk model spreekt je het meeste aan? 2. Hoe zie jij je jezelf ten opzichte van de wereld?

plaats.’ Precies, zal de volkskerk-denker zeggen: wel in de wereld, maar niet van de wereld. Een veelgehoorde uitspraak, waarbij je snel vergeet deel uit te maken van die wereld. ‘De wereld is niet slechts de duistere achtergrond van onze evangeliserende missie’, schrijft Paas, ‘zij is Gods wereld.’ Transformerende kracht Mij spreekt het idee van de kerk als ‘transformerende kracht’ aan. Dit is het model waar veel dertigers met een traditionele achtergrond in de stad het meest geïnspireerd van raken. Het is ontleend aan schrijvers als Tim Keller en N.T. Wright. Heel mooi vind ik dat Paas erop wijst dat we onderscheid moeten maken tussen Gods zending en de onze. We maken deel uit van Gods zending, ‘maar het is niet onze taak Zijn koninkrijk te vestigen’. Misschien is het wat al te positief gedacht, het idee dat wij door goed te doen invloed uitoefenen. Toch vind ik Paas wat te negatief over dit model. Ik herken in mijn omgeving niet dat door het optimisme het gebed naar de achtergrond verdwijnt. Wel heel relevant vind ik de waarschuwing voor een nieuwe secularisatiegolf: ‘Over elke brug die uitgerold wordt “naar buiten”, komen ook invloeden “naar binnen”’. Ik kan het niet ontkennen: de afgelopen zeven jaar is mijn denken veranderd door het wonen in Amsterdam. Ik ben daar niet bang voor, maar ik ben wel blij dat mijn ‘tegencultuur-netwerk’ mij zo nu en dan een spiegel voorhoudt.

Resultaat Er is veel meer te zeggen over dit boeiende hoofdstuk, maar de ruimte is beperkt. Ik wil nog stilstaan bij één aspect: resultaat. Het is een veelgehoorde vraag, ook als ik mensen rondleid door Amsterdam: is er resultaat? Wat is eigenlijk onze roeping? ‘Jezus gaf zijn leerlingen de opdracht om zout in de wereld te zijn, niet om de wereld te veranderen in een zoutvat’, is Paas’ antwoord. En: ‘We moeten leren evangelisatie en bekering los te maken van streven naar kerkgroei; evangelisatie en bekering zijn goed genoeg in zichzelf.’ Het risico van gerichtheid op groei is dat we over resultaat liegen, het opblazen. Ook voor een organisatie als de onze. Soms kunnen we in de Oogst verslag doen van een mensenleven dat verandert. Maar vaak zijn de verhalen niet af. Is er dan resultaat? Het gesprek zoals ik het beschreef, is dat resultaat? Van mij wordt gevraagd het goede te doen – niet meer, niet minder. Wanneer is het werk af? Als de hele wereld bekeerd is? ‘De kerk’, schrijft Paas, ‘kan alleen kerk zijn wanneer er een wereld blijft buiten haar, een wereld die haar uitdaagt, kritisch bevraagt, bedreigt en soms verwelkomt (Lukas 10: 5-6).’ ◄

Dit is het vierde artikel in een serie over het boek ‘Vreemdelingen en Priesters – Christelijke missie in een postchristelijke omgeving’ van Stefan Paas (uitgeverij Boekencentrum). Volgende maand deel vijf over de metafoor ‘ballingschap’.

Wilt u reageren of heeft u vragen naar aanleiding van dit artikel? Reageren kan via info@deoogst.nl. Graag komen wij in uw kerk langs om over dit onderwerp een interactieve avond te verzorgen! Vraag ons naar de mogelijkheden!

De Oogst

25


thema

Gerard van der Schee

Mogen we boos zijn? Helaas komt het regelmatig voor: christenen die manipulatie hanteren om hun macht te handhaven of om hun zin door te drijven. Gevolg: verdriet en verwarring bij de slachtoffers. En vaak een gevoel van schuld, want mag je eigenlijk wel boos zijn? Gerard van der Schee: ‘Als je niet leert je boosheid goed te uiten en tot opbouw te gebruiken, zoekt je irritatie een andere uitweg.’

In mijn werk als GoedBoos-coach merk ik dat veel mensen en zeker ook christenen, moeite hebben met goed boos leren zijn. In dit artikel ga ik daar op in en pas het toe op een situatie van manipulatie. Maar eerst een voorbeeldsituatie. Mevrouw de Haan heeft op zich genomen de vloer van een aantal kerkzaaltjes deze week in de was te zetten. Dat doet ze als vrijwilliger. Ze is alleen onduidelijk over de planning, want: ‘Ik heb een drukke baan en ik weet niet wanneer ik ’s avonds tijd en energie heb.’ Als een gemeentelid vraagt of hij een van de zaaltjes deze week overdag kan gebruiken voor een belangrijke bespreking, ontvangt hij een bot ‘nee’ van mevrouw de Haan: ‘Zolang de vloer niet gereed is, moeten alle zaaltjes vrij blijven.’ Ook al wordt beloofd het zaaltje weer te ontruimen na gebruik, er komt geen oplossing. Integendeel, mevrouw de Haan zegt, dat ze de kerkenraad zal schrijven dat ze de vloeren nooit meer zal boenen, als het zaaltje deze week toch gebruikt wordt.

‘Geschapen naar Gods beeld hebben we de emotie boosheid ontvangen’ Is boosheid Bijbels? Tot zover het voorbeeld. Mogen we boos worden op mevrouw de Haan? Of, algemener gezegd, is boosheid Bijbels? Dat is een belangrijke eerste vraag. In Efeze 4:26 staat dat we niet moeten zondigen als we boos worden. Denk aan Kaïn die uit jaloezie boos werd op Abel. God zegt in Genesis 4 niet tegen hem dat hij niet boos mocht zijn, maar dat hij nu voor de (moeilijke) keuze staat om goed met deze emotie om te gaan. Geschapen naar Gods beeld hebben we de emotie boosheid ontvangen. We zien dat God regelmatig boos of toornig is. Hij doet dat in Zijn heiligheid. Bij Jezus zien we dat de sleutel ligt in boosheid die gepaard gaat met ontferming (Marcus 3:5 en Mattheüs

26

De Oogst

23:37). Er is dan tegelijkertijd sprake van waarheid en genade (Johannes 1:14). Is het terecht om boos te zijn op mevrouw de Haan? Ja en nee. Nee, want je boosheid betreft niet haar persoon, maar haar handelen. Een belangrijk onderscheid! En ook ja, want bij mevrouw de Haan is geen sprake van wederzijdse eenheid en liefde (Filippenzen 2:4). Hoewel ieder kan begrijpen dat ze de klus op haar manier zou willen doen: er is geen ruimte voor een andere aanpak. Dat is al irritant, maar als ze ook nog dreigt met een brief, dan kies je gemakkelijk voor de onderste weg en huur je elders een zaaltje, desnoods op eigen kosten. Hoe kan het anders? Niet in gesprek gaan met mevrouw de Haan, betekent dat haar manipulatieve gedrag kan blijven bestaan. En dan leert en ziet ook de gemeente niet dat het anders moet en hoe het anders kan.


In boosheid zit de energie die nodig is om deze lastige situatie aan te pakken. Energie om de situatie te veranderen en – voor zover het van jouw afhangt (Romeinen 12:18) – de relatie te behouden. Iemand vroeg me laatst: ‘Ik moet dus nu hard zijn naar de ander?’ Nee. Hardheid is geen term die past bij Gods Koninkrijk, maar wel moed en wijsheid. Die ingrediënten zijn nodig om met mevrouw de Haan in gesprek te gaan. Laat je daarbij niet leiden door angst dat ze haar taak neerlegt. Dat is haar keuze. En die vrijheid heeft ze. Het zou jammer zijn een vrijwilliger te missen, maar het gaat in Gods Koninkrijk meer om heiligheid van mensen dan om reinheid van vloeren. Kan en wil ze zo denken? Mag God haar in deze situatie aanspreken op wat goed is (Psalm 19:15)? Is er een conflict? Ga dan biddend en voorbereid het gesprek in, neem zo nodig een ander mee (Mattheüs 18:16). Meld het vooraf aan de kerkenraad. Focus je in het gesprek op de feiten, op de onderliggende waarden van het Koninkrijk en op de vraag: hoe komen we er samen uit? En rond het gesprek af met duidelijkheid: hoe gaat het nu verder en wat communiceren we naar anderen, zoals de kerkenraad?

‘Bittere of verzuurde mensen zijn geen prettig gezelschap en wraak is niet Bijbels’ Wrok of wraak Als je niet leert je boosheid goed te uiten en tot opbouw te gebruiken, zoekt je irritatie een andere uitweg. Je boosheid verandert in wrok of in wraak. Met het eerste heb je vooral jezelf, maar indirect ook anderen (Hebreeën 12:15). Bittere of verzuurde mensen zijn geen prettig gezelschap. En wraak is niet Bijbels. Integendeel: vergeld geen kwaad met kwaad en de wraak komt God toe, niet ons (Romeinen 12: 17-19). De Amerikaan Richard Walters verwoordt het mooi: ’Wrok en wraak proberen mensen te vernietigen, verontwaardiging probeert het kwaad te vernietigen.’ Goedbedoelde alternatieven voor de lastige weg om op een goede manier boos te zijn, zijn letterlijk en figuurlijk uit de boze. ◄

Gerard van der Schee houdt zich al bijna tien jaar met het onderwerp boosheid bezig, omdat hij tijdens zijn werk bij de Evangelische Alliantie (nu MissieNederland) mensen en kerken er mee zag worstelen. Dat leidde er toe dat hij zich ging inzetten voor kerken in spannende situaties, via het Netwerk Vredestichters. Van der Schee is auteur van de cursus GoedBoos en het boek ‘GoedBoos’ met twaalf Bijbelverhalen en praktische inzichten. Meer informatie: goedboos.com

Column / Matthijs Hoogenboom

Oogst We zouden naar een concert in de Oude Lutherse Kerk op het Spui gaan, maar kwamen voor een dichte deur te staan. Een vergissing in de datum. De warme avond nodigde nog niet uit om terug naar het hostel te gaan. En dus besloten we de pont naar Amsterdam-Noord te nemen; het was voor mij de eerste keer. Op een bankje in het Vliegenbos vertelde hij zijn levensverhaal. ‘Als ik niet door iemand naar jullie hostel was gestuurd, zou ik zijn afgeschrikt door het bord boven de deur: “Christian Hostel”. In christelijk gedoe had ik geen zin.’ Hij was min of meer uit San Francisco gevlucht. De narigheid van een verbroken relatie en meer was hem teveel geworden. Onze eerste ontmoeting was tijdens het ontbijt. Ik maakte pannenkoeken voor hem klaar. We zochten een schoonmaker en Ricardo besloot te blijven. Achtentwintig dagen schoonmaken tegen kost en inwoning: geen slechte deal. Tijdens de dagopeningen met het schoonmaakteam toonde hij interesse. ‘Wil je de Alphacursus doen?’ vroeg ik. Vanaf die dag zaten we iedere avond samen naar een video met uitleg over het christelijk geloof te kijken. Vorige maand schreef ik dat het gezond is om het soms niet te weten. Maar voor alles is een tijd. Soms is het heel gezond om wél heel veel te weten. Niet in het luchtledige praten, maar met kennis van zaken. Onderwijzen zonder betweterig te zijn. Vastberaden maar bescheiden. Godsdienstlessen en catechisatie – ik had er profijt van. Ricardo was er blij mee. ‘Hoe is het mogelijk?’ zei hij toen we de gebeurtenissen op Golgotha legden naast profetieën uit het Oude Testament. Hij hield het niet voor mogelijk, maar kon er niet omheen. De laatste avond voor hij ging, vroeg ik heel voorzichtig: ‘Geloof je het nu echt?’ Ik kon het me nauwelijks voorstellen… Hij keek me aan, met tranen in zijn ogen, en zei: ‘Wat denk je zelf?’ We lachten. En dankten.

Matthijs woont met zijn vrouw Annedien in Amsterdam-Noord, waar ze zich, naast hun dagelijkse werk, inzetten voor hun buurt. Op deze plek schrijft Matthijs over hun leven in de stad.

De Oogst

27


Het Onze Vader

SERIE ONZE VADER / JURJEN TEN BRINKE

Lang geleden las ik een boekje over bidden, van de Chinese voorganger Watchman Nee. Hij vroeg zich in dat boekje af hoe we ervoor zouden kunnen zorgen dat onze gebeden verhoord worden en dát wilde ik wel weten. Het antwoord dat hij gaf vond ik eigenlijk wat teleurstellend: ‘Bid naar Gods wil en je zult het krijgen’.

Toch heeft het mijn verdere leven gestempeld. Altijd als er plannen worden bedacht of als er leidersvergaderingen plaatsvinden, dan moet ik éérst bidden, zodat God ons zal leiden. Dan hoeven we daarna (een beetje stevig uitgedrukt) niet eens meer om Gods zegen te bidden, want we doen wat God wil.

28

De Oogst

Wat wil God dan? Dat lezen we in de Bijbel. In Micha 6 bijvoorbeeld, waar we opgeroepen worden om recht te doen, te dienen, armoede te bestrijden en nederig de weg van onze God te gaan. Of in 2 Petrus 3, waar we lezen dat God wil dat niemand verloren gaat, maar dat allen tot bekering komen. Het gebeurt nogal eens dat deze bede uit het Onze Vader juist een andere

kant wordt opgetrokken: het gaat dan om de wil van God ‘die we niet kennen’. Waar we mee geconfronteerd worden, bij ziekte of in situaties dat het leven anders loopt dan wij graag willen. Toch hebben beide kanten veel met elkaar te maken. Als we bidden: ‘laat Uw wil gedaan worden’, dan verlangen we naar een wereld zoals God hem wil zien… en mogen we ons dáárvoor inzetten.


In de Oogst-serie ‘Het Onze Vader’ staan Jurjen ten Brinke en Theodoor Meedendorp stil bij de verschillende onderdelen uit dit gebed dat Jezus ons zelf geleerd heeft. Jurjen en Theodoor zijn beiden voorganger bij Hoop voor Noord, een missionaire kerk in Amsterdam-Noord. In deze Oogst deel drie: ‘Laat uw wil gedaan worden op aarde zoals in de hemel.’ Oogst-serie ‘Het Onze Vader’ 1. Onze Vader in de hemel, laat uw naam geheiligd worden. 2. Laat uw koninkrijk komen 3. Laat uw wil gedaan worden op aarde zoals in de hemel 4. Geef ons vandaag het brood dat wij nodig hebben. 5. Vergeef ons onze schulden, zoals ook wij hebben vergeven wie ons iets schuldig was. 6. En breng ons niet in beproeving, maar red ons uit de greep van het kwaad. 7. Want aan u behoort het koningschap, de macht en de majesteit tot in eeuwigheid. Amen.

In de Catechismus van Westminster wordt de vraag ‘Wat is bidden?’ als volgt beantwoord in vraag 98: ‘Bidden is het bekend maken van onze verlangens aan God naar dingen die overeenstemmen met Zijn wil. Dit dient te gebeuren in de Naam van Christus, met belijdenis van onze zonden en dankbare erkentenis van Zijn genade en goedheid.’ Zo staat het ook in 1 Johannes 5:14. Vol vertrouwen mogen we ons vrijmoedig tot God wenden, in de zekerheid dat Hij naar ons luistert als we Hem iets vragen in overeenstemming met Zijn wil. We hebben tal van teksten in de Bijbel die ons vertellen dat we vrijmoedig en gelovig mogen bidden. De bede van vandaag, laat Uw wil gedaan worden, voegt daar iets aan toe. Luther is behoorlijk duidelijk als hij zegt: ‘Schenk ons de genade om bereidwillig alle

soorten ziekten, armoede, schande, lijden en tegenslag te dragen en om te erkennen dat uw goddelijke wil daarin onze wil aan het kruis nagelt.’ Even los van de vraag waar het kwaad nu precies vandaan komt, geldt volgens mij dat wij misschien een beetje terughoudend zijn om dat zo openlijk te bidden. Maar nu merken we hoe belangrijk het is dat we zijn begonnen met ‘onze Vader’. Want als we er niet absoluut zeker van zijn dat God onze Vader is, zijn we nooit in staat om te zeggen: ‘Laat uw wil gedaan worden.’ Kijk, vaders zijn soms echt ondoorgrondelijk voor kleine kinderen. Mijn zoontje van vijf kan nog niet begrijpen waarom zijn vader hem van alles verbiedt, maar hij moet hem vertrouwen. Alleen als we God als onze Vader vertrouwen, kunnen we bidden om de genade om onze zorgen geduldig te dragen.

Het punt is: wij weten niet alles. En nee, dat is geen dooddoener. Het is juist een eerlijke belijdenis, dat we zien dat ons mens-zijn beperkt is. Dat wij geen God zijn. En dat we geloven dat onze Hemelse Vader het allerbeste met ons voor heeft. Als God je gebed (volgens jou) niet verhoort, dan weten we nog steeds dat Hij ‘gedachten van vrede en niet van kwaad’ over ons heeft. We weten dat Hij wil dat het ons goed gaat. God geeft ons waar we om vragen of Hij geeft ons waar we om gevraagd zouden hebben als we alles zouden weten wat Hij weet.

Nu kun je de vraag stellen: maar hoe weet ik dan zo zeker dat God te vertrouwen is?! Dát is juist het probleem. Mogelijk is het beste antwoord hierop dat dit onderdeel van het Onze Vader het enige onderdeel is dat Jezus zelf bad in de Hof van Gethsemane, onder omstandigheden die zwaarder waren dan die iemand van ons ooit zal moeten meemaken. Jezus onderwierp zich aan de wil van de Vader in plaats van Zijn eigen verlangens te volgen, en dat bracht ons redding. Daarom kunnen we Hem vertrouwen. Jezus vraagt ons niet om iets voor Hem te doen wat Hijzelf niet allang voor ons gedaan heeft, in een situatie die veel moeilijker is dan dat wij ons kunnen voorstellen. God heeft het liefste wat Hij had, Zijn eigen Zoon, niet gespaard. Om aan jou en mij de mogelijkheid te geven om als Zijn kinderen te leven, vergeven van onze zonde en schuld.

Wat we wél weten, is dat Christus ons leerde bidden: laat Uw koninkrijk komen en Uw wil gebeuren. Volgens het principe van bidden en werken mogen we daar ook echt mee aan de slag. Op onze plek het licht en zout zijn, zodat dat Koninkrijk ook zichtbaar wordt. In grote en in kleine dingen: dat sms’je dat je stuurt naar die ene persoon die het nodig heeft, die paar euro’s in de collectezak die net het verschil kunnen maken. De zorg voor de arme, de vreemdeling, de weduwe. Het aanpakken van onrecht en onderdrukking. We mogen op zoek naar het evenwicht tussen twee doelstellingen van ons gebed: de wereld verbeteren (laat Uw koninkrijk komen) en je onderwerpen aan Gods wil (laat Uw wil geschieden). Geen van beide moet over de ander gaan heersen, want dan wordt je gebed te verbeten en fanatiek óf juist te passief en fatalistisch. We mogen, ja móéten, onze verlangens bekend maken bij God en tegelijk vertrouwen hebben in Zijn wijsheid. Die onderdelen gaan hand in hand in het Onze Vader, en ook in het gebed van Jezus in Gethsemané, als Hij bidt: ‘Als het mogelijk is, laat deze beker dan aan Mij voorbijgaan. Maar laat het niet gebeuren zoals Ik het wil, maar zoals U het wilt!’ (Matteüs 26:39).

Als we niet vanuit de grond van ons hart kunnen zeggen ‘Laat Uw wil gedaan worden’, dan zullen we nooit vrede ervaren. Dan voelen we ons ertoe gedwongen om te proberen mensen en omstandigheden te beheersen en naar onze hand te zetten. Dat kan op een ongelovige manier (‘Als God bestond, dan zou Hij dit of dat niet toestaan’) of op een heel ‘gelovige’ manier (‘Als wij goed bidden, dan gaat God het doen, want dat heeft Hij gezegd’). In beide situaties kun je keihard tegen een muur aanlopen en in beide gevallen probeer je Gods plek in te nemen.

‘Jezus onderwierp zich aan de wil van de Vader in plaats van Zijn eigen verlangens te volgen’

Ik wil op Jezus lijken. En ik hoop u en jij ook. ◄

De Oogst

29


Israël / Bart Wallet

Kerk en Israël

onvergelijkbaar en verbonden Het is een thema dat in alle christelijke debatten over Israël­ visies steeds weer terugkomt. De Protestantse Kerk in Nederland belijdt in haar kerkorde dat ze ‘onopgeefbaar verbonden is met Israël’. Veel christenen uit andere kerken zeggen haar dat na. Maar al snel klinken de vragen: wát is dat Israël waarmee we verbonden zijn? Is dat de staat, de synagoge, het volk?

Het heeft iets tragisch: de felle toon, de verwijten over en weer in het christelijke debat over Israël en de kerk. Verschillende theologische invalshoeken botsen op elkaar, maar even zozeer politieke voorkeuren. De felheid laat zien hoe diep het thema gaat voor velen, maar zorgt er tegelijkertijd ook voor dat een groeiende groep christenen zich juist daardoor van Israël vervreemd voelen. Als het zo’n lastig en emotioneel onderwerp is, dan branden ze er maar liever hun handen niet aan. Misschien schuilt daarin nog wel het meest tragische. Want het is zonder meer een van de belangrijkste ontwikkelingen in kerk en theologie na 1945 dat de kerk Israël en het jodendom opnieuw ontdekte en dat, langzaam en moeizaam maar toch gestaag, nieuwe contacten aangeknoopt konden worden. Precies nu het wederzijdse vertrouwen sterk is gegroeid en christenen en joden een volgende fase in het onderlinge geloofsgesprek aan kunnen gaan, haakt een grote groep christenen al weer af. Wat valt daaraan te doen? Het minste is wel om één van de meest wezenlijke punten van spraakverwarring expliciet te benoemen: wat betekent ‘Israël’, met wie is de kerk nu precies onopgeefbaar verbonden? Het loont de moeite om na te gaan waarom dat zo’n lastige vraag is geworden en welk antwoord daarop gegeven zou kunnen worden. Bijbelse betekenislagen Om maar gelijk met de deur in huis te vallen: ‘Israël’ is een begrip dat voortdurend in beweging is en dat je daarom niet zomaar in een gesloten definitie kunt vangen. Dat zien we al in de Bijbel. Israël is aanvankelijk de naam voor een persoon: de aartsvader Jacob. Hij kreeg die naam

30

De Oogst

maar liefst tweemaal en dat moest duidelijk maken dat hij niet langer de oude bedrieger Jacob was, maar degene die voor God strijdt (Genesis 32 en 34). Zijn identiteit was vernieuwd en de naam Israël drukte dat uit. Iets van hoe God werkt wordt vervolgens duidelijk in hoe het verder gaat met de naam Israël. Aan die naam zijn de beloften verbonden die God had gegeven aan Abraham, Izaäk en Jacob en die werden vervolgens aan de ‘kinderen van Israël’ overgedragen (bijv. Genesis 32:33). Al Jacobs nazaten delen in die beloften en zij vormen samen het volk Israël. De identiteit van Israël ligt daarmee in de inhoud: Gods belofte is wat Jacobs nakomelingen tot het ene volk Israël maakt.

‘Israël is een begrip dat niet in een gesloten definitie te vangen is’ Als volk van Gods belofte krijgt Israël op de berg Sinaï de ‘Tora’, de leefregels om een leven in afhankelijkheid van God te leiden. De Tora moet gelezen én nageleefd worden: niet alleen in tabernakel of tempel, maar ook in het leven van elke dag van iedere ‘zoon of dochter van Israël’. Tot in de kleinste details gaan de geboden van God: van voedsel tot kleding, van familieleven tot werk. Tenslotte gaat ‘Israël’ ook betrekking hebben op een stuk grond: erets Jisraël, het land Israël. Verschillende malen in de Bijbel wordt deze benaming gegeven aan het Beloofde Land (1 Samuel 13:19; 1 Kronieken 22:2; 2 Kronieken 2:17; Ezechiël 40:2 en 47:18). Het was een term die het


‘Israël’ is een begrip dat voortdurend in beweging is en dat je daarom niet zomaar in een gesloten definitie kunt vangen.

volk en het land van de belofte samenbond: hier kwamen Gods beloften tot vervulling. Tegelijkertijd moet gezegd worden dat het geen strikt afgebakende geografische term was. De Bijbel geeft minimaal drie verschillende grenzen voor ‘het land Israël’. Belangrijker dan de precieze grenzen, is in de Bijbel opnieuw de inhoud: dit is het gebied waar de God van Israël gediend wordt, waar zijn volk woont en naar de Tora leeft. Dat is misschien nog wel het meest bijzonder: God laat zichzelf de ‘God van Israël’ noemen. Hij heeft zich niet aan andere volkeren verbonden, noch heeft hij andere landen apart gezet voor zijn volk. Dat Hij de God van Israël is, maakt dat ondanks alles de hele Bijbel door het volk niet verdwijnt en ten onder gaat – zoals veel andere grote beschavingen uit die tijd – maar vastgehouden wordt. Kerk en Israël Israël had zo in de tijd van het Nieuwe Testament een uitgekristalliseerde betekenis gekregen waarin God, volk, Tora en land nauw met elkaar verbonden waren. Wat gebeurt daar nu mee in de nieuwtestamentische en vroegchristelijke traditie? Enerzijds zien we een herhaling van alle betekenislagen uit het Oude Testament, anderzijds komen daar ook nieuwe bij. Zo wordt aan de reeks nóg een betekenis toegevoegd: Jezus als de beloofde Messias van Israël. In hem, zo betoogt het Nieuwe Testament, komen alle betekenislagen samen. Als de vroege kerk ontstaat, komt al spoedig een scherp debat op. Op wie is nu de term ‘Israël’ van toepassing: het Joodse volk of de kerk? Veel kerkvaders betoogden dat de kerk nu het nieuwe, ware Israël was. Het oude Israël van de Tora was uitgediend. ‘Israël’ was al wie in Jezus ge-

loofde, ongeacht zijn Joodse of niet-Joodse afstamming. Het ‘geestelijke Israël’ werd zo tegenover het ‘vleselijke Israël’ geplaatst: het eerste uitverkoren, het tweede verworpen. De rabbijnen reageerden op het christelijke gebruik van de term ‘Israël’ door extra veel nadruk te leggen op afstamming: alleen wie werkelijk van Jacob/Israël afstamde, was in ware zin een ‘kind van Israël’. De rabbijnen gaan zelfs zo ver dat ze zeggen dat ook wie zondigt en dus niet leeft volgens de Tora, altijd deel van Israël zal blijven. De God van de belofte en de Tora blijven het hart van Israël uitmaken, maar de brede rand van het Joodse volk blijft er volop bij horen. Geloof en volk Het resultaat van de confrontatie tussen kerk en jodendom in de eerste eeuwen heeft ervoor gezorgd dat beide niet vergelijkbaar zijn. De kerk is een geloofsgemeenschap geworden, met mensen uit allerlei volken, die in het geestelijke spoor van het Bijbelse Israël wil gaan. Daarnaast staat de synagoge, waar volk en geloof wèl bij elkaar zijn gebleven: het ‘Israël van het vlees’ is tegelijkertijd het ‘Israël van de Tora en van de God van de belofte’. Dit onderscheid verklaart een deel van het onbegrip dat er soms tussen christenen en joden is. Als de kerk met Israël spreekt, gaat het niet alleen om een geloofsgemeenschap, maar ook om een volk met een band met het land Israël. Dat is een Bijbelse erfenis waar niemand om heen kan. Maar anderzijds ligt dáár ook het begin van de onlosmakelijke band en van iedere wezenlijke ontmoeting tussen kerk en Israël: in het gesprek over de Schriften en in het dienen van de God van Israël.◄ De Oogst

31


Ontmoet

Amsterdam anders A ochten in

en en fietst g in el d n a w e d en er inspir

amsterdam

Deze zomer: 17 mei 4 juni 21 juni 9 juli 21 juli 2 augustus 18 augustus 30 augustus

Projectwandeling Projectwandeling Projectwandeling Projectwandeling Joods Amsterdam Amsterdam in WOII Jordaanwandeling Grachtenwandeling

Meer informatie en boekingen: www.ontmoetamsterdamanders.nl

TUSSENJAAR OF STAGE nisvolle rende en beteke ire sp in n e e te je Zoek een tussenjaar m o r ve ro e je nk n stageplek? De n 30 jaar oud e e 8 1 e d n e ss je tu ar nemen? Ben wij op zoek na jn zi n a D r? u ntu en om te in voor een avo ren die verlang e g n jo n ke e zo t gaaf jou! We met God en he tie la re n u h in n groeie lturen te leven cu re e d n a t e m en rdam. vinden om sam hostel in Amste s n o in n e rk e en te w aar worden? Ga n e g rig ie sg w u Nie elministry www.youthhost

32

De Oogst


Boeken / Matthijs Guijt

Hoe ik in de hemel kwam

Dogmatiek voor iedereen

Romans over mannen en vrouwen uit de Bijbel zijn er in soorten en maten. Hun levensgeschiedenissen worden – meer of minder geslaagd – in verhaalvorm gegoten. Ook het dramatische levenseinde van de moordenaar aan het kruis lijkt me een dankbaar onderwerp voor Bijbelse romanschrijvers. Maar het romantiseren van de aangrijpende taferelen op Golgotha is juist niet wat Colin S. Smith, auteur van Hoe ik in de hemel kwam, beoogt. ‘Romans schrijven interesseert me niet. Dit boekje is geschreven om een boodschap door te geven. Ieder mens die ooit geleefd heeft, zal heel persoonlijk óf de hemel óf de hel te ervaren krijgen. Jezus Christus is gekomen om mensen van de hel te verlossen en in de hemel te brengen.’ Het gaat hem om de boodschap! Smith beschrijft de laatste dag uit het leven van de misdadiger – van zijn ontbijt om 06.00 uur tot zijn Thuiskomst om 17.38 uur. Vanuit een hemels perspectief doet de man uit de doeken hoe hij zich, hangend aan het kruis, aan Jezus overgaf: ‘Als ik nu terugkijk naar wat er die dag allemaal gebeurd is, zie ik zoveel meer dan ik op dat moment kon bevatten. En hoe meer ik ontdek, des te duizelingwekkender en wonderlijker het hele verhaal wordt’. Sommige uitspraken en gedachten van de ex-misdadiger zijn van een behoorlijk theologisch niveau, maar omdat hij vanuit de hemel ‘terugblikt’ op zijn laatste aardse uren, is dat – verhaaltechnisch – niet ongeloofwaardig. Ook hier staat de boodschap centraal. Bijbelse thema’s als geloofstwijfel en geloofszekerheid, berouw en schuldbelijdenis, plaatsvervangende verzoening en vergeving van zonden, zijn verweven in zijn betoog. De kern van Hoe ik in de hemel kwam is dat er in Jezus Christus voor ieder mens hoop is op het eeuwige leven in de hemel bij God: ‘Het is Jezus die je hierheen brengt. De hemel is Zijn thuis. Hij heeft er de sleutel van. Hij doet de deur open. En als je Zijn eigendom wordt, is de hemel voor jou.’ Deze boodschap maakt het boekje waardevol voor evangelisatieactiviteiten, maar niet minder voor christenen die worstelen met vragen rondom de zekerheid van het geloof.

Het woord ‘dogmatiek’ roept over het algemeen weinig warme gevoelens op bij christenen. Boeken over hoe je het geloof in Jezus Christus lééft, hoe je het handen en voeten geeft in het leven van elke dag, doen het normaliter beter dan boeken over de geloofsleer. Daar stellen de theologen Almatine Leene en Wim Markus, auteurs van Dogmatiek voor iedereen, terecht tegenover dat dogmatiek – weten wat het geloof inhoudt – erg belangrijk is voor gelovigen. Dogmatiek is bedoeld om kennis van God en van onszelf te krijgen (Calvijn) en het vormt een kader om de Bijbel beter te begrijpen. Het voorkomt dat geloof iets wordt van subjectieve ervaringen en een ‘wat-goedvoelt-zal-ook-wel-zo-door-God-bedoeld-zijn-mentaliteit’ Tegelijkertijd benadrukken ze dat het christelijk geloof niet in de eerste plaats bestaat uit een aantal leerstellingen, maar uit een liefdesrelatie met de drie-enige God. Dogmatiek voor iedereen richt zich op jongeren, maar ook voor ouderen heeft het boek veel te bieden. De achterflap belooft een toegankelijke inleiding in de geloofsleer. De heldere uitleg en prettige schrijfstijl, de introductieverhalen, verdiepingsteksten en verwijzingen naar filmpjes en aansprekende citaten stellen daarin niet teleur. Leene en Markus openen met een apologetisch hoofdstuk waarin de essentie en relevantie van het christelijk geloof wordt beschreven. Vervolgens werken ze de hoofdthema’s van de dogmatiek uit: de Bijbel als betrouwbare bron, de Drie-eenheid, God de Vader als Schepper, de mens als Gods (gevallen) schepping, God de Zoon als Redder, God de Heilige Geest als Transformeerder, het wonder van Gods verkiezing, de kerk en de sacramenten, het gebed en de eschatologie. Het is jammer dat een visie op Israël (en haar verhouding tot de kerk) in deze dogmatiek geheel ontbreekt. Mijn waardering voor Dogmatiek voor iedereen is groot. Enerzijds omdat de auteurs zich expliciet voegen in een lange, Bijbelgetrouwe geloofstraditie, wat tot uitdrukking komt in de vele verwijzingen naar belijdenisgeschriften uit de Vroege Kerk en de Reformatie. Anderzijds vanwege de positieve toonzetting van het boek. Zonder kleurloos of bloedeloos te worden, wordt scherpslijperij vermeden.

Hoe ik in de hemel kwam Het verhaal van de misdadiger aan het kruis Colin S. Smith Omvang 96 pagina’s Prijs 5,95 euro Uitgever Grace Publishing House ISBN 987-94-9223-409-4

Dogmatiek voor iedereen Weten wat je gelooft Almatine Leene & Wim Markus Omvang 221 pagina’s Prijs 19,90 euro Uitgever Uitgeverij Jes! ISBN 978-90-239-7039-4

De Oogst

33


Column / Gerry Velema

Zullen we hier beginnen?

Oogst juni

Vooruitblik

Ze hadden een leuk huis gekocht. Natuurlijk er moest van alles aan gedaan worden, maar dat kwam wel goed, dachten ze beiden. Ze waren het er samen over eens dat ze vooral het meest in het oog lopende verval moesten zien aan te pakken. Dus het huis kreeg een nieuw dak, de wanden werden gesausd, de tuin opgeknapt en het entree werd indrukwekkend uitgebreid. Van buiten begon het huis op te vallen. In het dorp sprak men over die twee harde werkers en de flinke waardevermeerdering van het huis. Maar er kwam een echtscheiding en het huis moest verkocht worden. Ze raakten het aan de straatstenen niet kwijt. Wat was het probleem? Bij bouwkundig onderzoek was boven water gekomen, dat het fundament er heel slecht voor stond. Eigenlijk lag er niet eens een goed fundament. Overal liepen de deuren vast, kwamen spontaan forse scheuren en verzakkingen. Wie dit huis nu nog wilde kopen, kon het slopen en opnieuw beginnen. Opnieuw beginnen? Zou jij ook wel eens opnieuw willen beginnen? Heb je misschien ook een tijdlang hard gewerkt aan christelijke verfraaiing van je buitenkant? Jezus wil altijd met jou en mij opnieuw beginnen. Ook als wij lang hebben gedacht dat Gods herstelwerk onder onze regie stond. Als Hij zei: ‘Laten we fundamenteel werken’, zeiden wij: ‘Ach, nee, dat ziet niemand. Heer, doe iets aan mijn voorkant, aan dat wat de mensen het eerst van me zien. Maak me een christen die iets met u beleefd heeft, die geestelijk goed overkomt bij anderen. Herstel mij opdat ik scoren kan…’

‘U kroont het jaar met uw goede gaven, waar uw voeten gaan, druipt het van overvloed, de velden in de steppe druipen, de heuvels omgorden zich met gejubel, de weiden kleden zich met kudden, de dalen tooien zich met graan. Zij zingen en juichen elkaar toe.’ Psalm 65:12 t/m 14

Nou ja, dat zeggen we natuurlijk niet met deze woorden, we zeggen het omfloerst. Maar stiekem willen we de regie vasthouden, in plaats van ons over te geven aan God. Toch zal deze houding van ons, vervreemden van elkaar en van God. De Heer wil je vernieuwen, Hij wil je verbinden aan Hem, maar God staat je niet toe Hem te manipuleren. Waar zullen we beginnen? Zegt U het maar Heer. Wat is het belangrijkste in Uw ogen?

Het thema van De Oogst van juni is Gods goede schepping. Hoe is het karakter van God zichtbaar in de schepping? En wat is onze taak als het gaat om het milieu? Met onder meer een thema-artikel van Embert Messelink van A Rocha. Hij legt uit hoe de relatie tussen zijn geloof en de natuur verstevigd is. Ook de oproep tot een sober en eenvoudig leven komt naar voren in dit nummer, aan de hand van het boek van ds. Jaap van der Windt. Hij schreef het boek ‘Niet meer dan eerlijk – Bijbels pleidooi voor een sober leven.’ Verder natuurlijk aandacht voor onze projecten, zoals het inspirerende verhaal van Inez die volgens haar vriendin ‘veel geld kon verdienen als kinderoppas of verkoopster op de markt’. Het werd een nachtmerrie: Inez kwam terecht in de donkere wereld van de gedwongen prostitutie. Via Second Step zette ze stappen in vrijheid.

Gerry Velema

De volgende Oogst verschijnt D.V. vrijdag 3 juni.

Op bemoedigingssite.nl kunt u elke vrijdagmiddag een video bekijken van Gerry met een bemoedigende boodschap.

Wilt u De Oogst ook lezen? Neem dan nu een abonnement of een gratis proefabonnement op De Oogst! Info: www.deoogst.nl of bel ons: 020-3446310.

34

De Oogst


tot heil des volks

adressen, giften en testament

Hoofdkantoor

Waypoint Urk

Evangelisatie, hulpverlening en profetisch geluid O.Z. Voorburgwal 241, 1012 EZ Amsterdam 020 344 6310 020 420 2394 info@totheildesvolks.nl www.totheildesvolks.nl facebook.com/totheildesvolks twitter.com/thdvamsterdam Bereikbaar: ma.-do. 9.00-16.30 uur (behalve de lunch); vr. 9.00-12.30 uur.

Verslavingzorg en preventie Vliestroom 9, 8321 EG Urk 0527 690 073 info@waypoint-urk.nl www.waypoint-urk.nl twitter.com/waypointurk

De Shelter Youth Hostel Ministry info@youthhostelministry.org www.youthhostelministry.org www.shelterhostelamsterdam.com facebook.com/shelteryouth.hostelministry Shelters twitter.com/shelterams The Shelter City Barndesteeg 21, 1012 BV Amsterdam 020 625 3230 020 623 2282 city@shelter.nl The Shelter Jordan Bloemstraat 179, 1016 LA Amsterdam 020 624 4717 020 627 6137 jordan@shelter.nl

Scharlaken Koord Straatwerk, preventie en hulp­verlening rond prostitutie Barndesteeg 25, 1012 BV Amsterdam 020 622 6897 020 330 2224 info@scharlakenkoord.nl www.scharlakenkoord.nl twitter.com/bewareloverboys Preventiewerk 020 626 0845 info@bewareofloverboys.nl www.preventiescharlakenkoord.nl Second Step Tweedehandskleding en accessoires Willemsstraat 39, 1015 HW Amsterdam 020 622 6897 secondstep@thdv.nl www.secondstepshop.nl

CHAP Christelijke hulpverlening bij seksverslaving Goudsbloemstraat 38, 1015 JR Amsterdam 020 420 9203 info@chap-nederland.nl www.chap-nederland.nl www.benikseksverslaafd.n Zowel Different als Chap hebben ook kantoren in Rotterdam, Amersfoort, Meppel en Goes.

Different Christelijke hulpverlening rond ­seksuele identiteit en relaties Goudsbloemstraat 38, 1015 JR Amsterdam 020 625 6797 info@different.nl www.different.nl

Kringloop Waypoint Vliestroom 21, 8321 EG Urk 0527 239 924 kringloop@waypoint-urk.nl www.kringloopwaypoint.nl facebook.com/kringloopwaypoint

Waypoint Kampen Verslavingszorg en preventie Boven Nieuwstraat 105-1, 8261 HC Kampen 038 331 6660 info@waypoint-kampen.nl www.waypoint-kampen.nl facebook.com/waypointkampen twitter.com/waypoint_kampen twitter.com/thecapekampen Winkel Waypoint Kampen Tweedehandskleding en accessoires Oudestraat 136, Kampen info@waypoint-kampen.nl www.waypoint-kampen.nl

Waypoint Twenterand Verslavingzorg & preventie Amerikalaan 3, 7681 NB, Vroomshoop 0546 714 056 info@waypoint-twenterand.nl www.waypoint-twenterand facebook.com/Waypoint-Twenterand

De Sikkenberg Christelijk recreatiepark Sikkenbergweg 7, 9591 TD Onstwedde 0599 661 144 info@sikkenberg.nl www.sikkenberg.nl facebook.com/sikkenberg twitter.com/sikkenberg

AHA Dagopvang voor dak- en thuislozen O.Z. Voorburgwal 125, 1012 EP Amsterdam 020 627 4422 info@aha-dagopvang.nl www.aha-dagopvang.nl

De Bewaarschool Buurtgericht kinderwerk O.Z. Voorburgwal 241, 1012 EZ Amsterdam 020 344 6310 info@debewaarschool.nl www.debewaarschool.nl

De Wandelende Tak Stadswandelingen en fietstochten in (de regio) Amsterdam O.Z. Voorburgwal 241, 1012 EZ Amsterdam 020 344 6310 info@ontmoetamsterdamanders.nl www.ontmoetamsterdamanders.nl facebook.com/ontmoetamsterdamanders twitter.com/gidsmatthijs

Dank voor uw steun Onder dank ontvingen wij in maart de volgende giften: Algemeen 18.298,32 Amsterdammers Helpen Amsterdam 438,92 Bewaarschool - armoedeproject 6.491,00 De Oogst 242,00 De Sikkenberg 75,00 Different 376,54 Habakuk 5,00 Hulp voor prostituanten (CHAP) 378,52 Kinderwerk - Replay 5,00 Kinderwerk ‘De bewaarschool’ 82,50 Scharlaken Koord Amsterdam 10.502,01 Scharlaken Koord Nederland 225,00 Scharlaken Koord Preventiewerk 25,00 The Shelter City 10,00 Wandelende Tak 40,00 Waypoint Kampen 255,00 Waypoint Twenterand 25,00 Waypoint Urk 896,50 Winkel Scharlaken Koord 115,00 Youth Hostel Ministry 190,00 ---------TOTAAL: € 38.676,31 ----------

Testament en giften Testament Wilt u onze stichting testamentair gedenken? De tenaamstelling dient te luiden: Stichting Tot Heil des Volks te Amsterdam. De stichting bezit rechtsgeldigheid en is ingeschreven in het stichtingenregister bij de Kamer van Koophandel, dossiernummer 40530233. Giften Stichting Tot Heil des Volks Bankrekening 104944 IBAN code: NL34INGB0000104944 De stichting beschikt over een ANBIverklaring. Giften en abonnementsbetalingen b ­ uiten Europa ABN-Amro te Amsterdam: 4667.85.992 t.n.v.: Stichting Tot Heil des Volks, Amsterdam IBAN code: NL38ABNA0466785992 BIC code: ABNANL2A (Beide codes vermelden) Mochten er in deze publicatie afbeeldingen staan waaraan rechten kunnen w ­ orden ontleend, dan verzoeken we u contact op te nemen met de uitgever.

Habakuk.nu Een helder christelijk geluid 020 344 6310 info@habakuk.nu www.habakuk.nu twitter.com/habakuknu

U vindt ons op sociale media De Oogst

35


‘Sta op, HEER, laat de macht niet aan mensen. Mogen de volken berecht worden in uw aanwezigheid.’ Psalm 9:20


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.