De Oogst juli/augustus 2015

Page 1

Maandblad van Tot Heil des Volks Evangelisatie, hulpverlening en profetisch geluid | juli-augustus 2015 | jaargang 78 | 915

Joodse feesten voor Nederlandse christenen? Pionieren op Groenland

Lang leve het boek


inhoud

Thema ‘Jodendom en christendom zijn altijd leesmoeders geweest.’

4

4 ‘Zonder boeken kan ik niet’ Interview met Ewald Mackay

7 Column: In de schuldsanering Gerry Velema

8 Van Bijbel tot Papillon Gertjan de Jong

12 Stralen in de schaduw Interview met Mattanja Oosterhuis

14 Zeker van je erfenis Matthijs Hoogenboom Thema ‘Lezen bevrijdt je uit de slavernij van instincten.’

16

16 ‘Leren in een hijgcultuur gaat niet’

Thema ‘Ik koos om op aarde te blijven.’

12

Interview met Richard Toes

19 Column: Studenten Marijke de Wit-Bakker

20 Bidden op vakantie Landkaart met gebedsinspiratie

23 Door een wonder genezen en gered Arend Pleysier

24 Kinderen met Down: anders niet minder Herman Meijer

28 Ik ren dus ik ben? Theodoor Meedendorp

32 God heeft gesproken

‘Downvrije samenleving is een arme samenleving.’

24

Oscar Lohuis ‘We gaan pas weg als er een gezonde gemeenschap is’

16

34 Pionieren op Groenland Interview met Peter de Graaf

36 Joodse feesten voor Nederlandse christenen? Bart Wallet

38 De onverwerkte Holocaust Matthijs Guijt

Veel joden wijzen de ‘messiaanse’ beweging scherp af

36


Hoofdredactioneel Gertjan de Jong De Oogst juli-augustus 2015

Een andere wereld ‘Wie leest, leeft dubbel’, zo staat te lezen op het raam van een klein boekwinkeltje in Dordrecht. Mooi gezegd. Een goed boek is een levende werkelijkheid. Het opent een nieuwe wereld en verlegt je horizon. Momenteel lees ik in de trein het boek ‘De RussischOrthodoxe kerk’ van drs. Pieter van Kampen. Nooit geweten dat erachter die kerk zo’n fascinerende geschiedenis schuilt. Een compleet nieuwe wereld, waar ik in de intercity van Rotterdam naar Amsterdam zomaar toegang tot heb. Zo las ik gisteren over Ivan IV, die in 1547 als grootvorst wordt gekroond. Zijn bijnaam: Ivan de verschrikkelijke. Hij is een zeer achterdochtige en zeer gewelddadige vorst. In de tijd dat deze Ivan regeert, wordt er een nieuwe metropoliet (kerkvader) aangesteld: Filip. Deze Filip beseft meteen dat er niet echt sprake is van een mooie promotie. Althans, niet in wereldse zin. Hij duidt de aanstelling als ‘een roeping om de marteldood te ondergaan’. Even lijkt het erop dat Ivan zijn leven betert. Martelpraktijken worden gestopt en onschuldige gevangenen komen vrij. Is er een wonder gebeurd? Helaas niet. Al snel vervalt hij weer tot wraakzuchtige gedachten. Onder vier ogen probeert Filip hem op betere gedachten te brengen, maar tevergeefs. Het haalt niets uit.

Onschuldigen vermoord Vervolgens komt Filip tot een heel opmerkelijke daad. Bij de eucharistieviering richt hij zich openlijk tot de grootvorst en spreekt: ‘Wij dragen hier het

De oogst

Uitgave Oogst Publicaties Onderdeel van Stichting ‘Tot Heil des Volks’, sinds 1855 actief in evangelisatie-arbeid en hulpverlening. Redactie Matthijs Hoogenboom Gertjan de Jong (hoofdredacteur) Krijn de Jong Vormgeving, opmaak en druk Buijten & Schipperheijn, Amsterdam i.s.m. Aperta, Hilversum

zuivere, onbevlekte offer op ter verlossing van de mensen, maar buiten deze tempel wordt het bloed van christenen vergoten en onschuldigen worden vermoord. Bent u, sire, vergeten dat ook u stof en as bent en vergiffenis voor uw zonden nodig hebt? Vergeeft en u zal vergiffenis geschonken worden, want alleen als wij onze ondergeschikten vergeven, zullen wij de goddelijke veroordeling ontkomen. U hebt grondige studie gemaakt van de Heilige Schrift. Maar waarom hebt u dan haar raad niet opgevolgd? Hij die zijn naaste niet liefheeft is niet uit God.’ Ivan staat perplex en vlucht, vol angst en woede, de kerk uit. Uit wraak richt hij een bloedbad aan onder mensen die de kerkvader na staan. Met hulp van valse getuigen, die verklaren dat de metropoliet ‘zwarte kunst beoefent en onzedelijkheid bedrijft’, wordt Filip uit zijn ambt gezet. Hij wordt gevangen gezet en op 23 december 1568 in zijn cel gewurgd. De geschiedenis van Rusland kent veel meer zwarte bladzijden. Maar ook veel meer verhalen van gelovigen die trouw blijven aan Christus, tot in de dood. Verhalen die je ogen openen voor die andere, hogere werkelijkheid. Voor deze ‘boeken-Oogst’ hebben we een aantal mensen die betrokken zijn bij Tot Heil des Volks gevraagd om iets te vertellen over een boek dat hen aanspreekt. Hun verhalen staan onder het kopje ‘Dit lees ik’.

Jaargang 78 | nummer 915 | juli-augustus 2015

Medewerkers Arie Ambachtsheer Matthijs Guijt Oscar Lohuis Lilian Madern Theodoor Meedendorp Herman Meijer Arend Pleysier Gerry Velema Marten Visser Bart Wallet Marijke Willems Marijke de Wit-Bakker Omslagfoto en stockfoto’s Dreamstime

Redactie en administratie Oogst Publicaties, O.Z. Voorburgwal 241, 1012 EZ Amsterdam. www.totheildesvolks.nl 020 344 6310 info@deoogst.nl 020 420 2394 De Oogst is voor visueel gehandicapten ook verkrijgbaar in gesproken vorm. Nadere informatie bij de CBB, Christelijke Bibliotheek voor Blinden en Slechtzienden te Ermelo.

0341 565 499. Abonnement De Oogst kost € 22,50 per jaar inclusief verzendkosten. Nieuwe abonnees kunnen zich aanmelden via de coupon elders in dit blad of via www.totheildesvolks.nl

3


4

De Oogst juli-augustus 2015 Interview Gertjan de Jong

‘Zonder boeken kan ik niet’ Voor Ewald Mackay, historicus en docent aan hogeschool Driestar Educatief, is lezen veel meer dan zomaar een hobby. Lezen ziet hij als wezenlijk onderdeel van het christelijk geloof. ‘Tientallen boeken hebben mij als bliksemslagen geraakt.’

Zijn eerste boek kreeg Ewald Mackay in de kleuterklas, hij weet nog goed hoe het heet: ‘Mozes, een kind van de Nijl’. ‘Ik voel nog die blijdschap van: ik kan dit lezen. Later kreeg ik op school “Het boek van Jan-Willem” van Anne de Vries, het riep iets feestelijks in mij wakker. En ik herinner mij nog goed de sensatie dat ik in de kerk kon meelezen met de psalmen. Ik snapte alleen niet waar dan de preek stond, die moest toch ook in mijn psalmboek staan?’ ‘Thuis hadden we oude boeken die nog van mijn ouders waren, van hun zondagschool. Verpletterend mooi vond ik “Het huisje in de sneeuw” van W.G. van de Hulst en later “Reis door de nacht” van Anne de Vries. Ik was verkocht, ben gaan lezen en nooit meer gestopt.’

Het Woord vormt een brug tussen de uiterlijke en de innerlijk wereld Een aantal boeken veranderde voorgoed zijn kijk op het leven: ‘Het boek “Rob en de stroper van TjotIdi” van J.B. Schuil was verpletterend voor mij. In dat boek zitten voor mij oergegevens van ridderlijkheid, eerlijkheid en vriendentrouw, die eens en voor goed in mij zijn neergedaald en zich afgezet hebben. Nu achteraf besef ik wat een karaktervorming die boeken geven – waarom worden ze niet meer gedrukt? Ook een ander boek van Schuil maakte diepe indruk: “De Artapappa’s”, over de vriendschap tussen Bloemhof, een Afrikaner koningszoon en een Hollands jochie. In dit boek ontdekte ik voor het eerst wat het is dat ik altijd voelde, een onnoemelijk heimwee. Ik had er geen naam voor, maar hier was het, Bloemhof had het ook.’ ‘Op de middelbare school waren het de boeken van Sören Kierkegaard die mij erg aangrepen, vooral zijn dagboeken, “Vrees en beven” en “De ziekte tot de dood”. Dat was een en al herkenning. Ik dreigde in die tijd een weg buiten het geloof te gaan, maar deze boeken van Kierkegaard voerden mij terug naar God. Ook de gedichten van Ida Gerhardt waren lafenis voor mijn ziel. Maandag voor de les begon las ik ze stiekem in de schoolbieb, om moed te verzamelen. Nog weer later ontdekte ik “Oom Johannes” van Wilma. Wat een boek, wat een gestalte van

waarachtig christelijke bewogenheid met alle lijden in de wereld! Zo zou ik door kunnen gaan. Tientallen boeken hebben mij als bliksemslagen geraakt en mijn ziel gevormd tot wat zij nu is. Wat een zegen! Ik kan niet zonder boeken.’

Vloedgolf der onnozelheid Mackay vindt het verontrustend dat de ontlezing breed toeslaat, zelfs in reformatorische kring, waar nog lange tijd sprake was van een sterke leescultuur. ‘Ook christenen zijn onderhevig aan de vloedgolf der onnozelheid die we social media noemen. In de tijd dat we daarop zitten te neuzelen, kunnen we meters boeken lezen. Razendsnel leren we het af om langere, ingewikkeldere teksten te lezen.’ ‘Waarom ik het cultiveren van een leescultuur zo belangrijk vind? Omdat het echte, diepe woord de brug is tussen de uiterlijke en de innerlijke wereld. Helaas is er natuurlijk ook veel troep in boeken, maar een goed boek schenkt meer diepte dan een bericht op social media of een zogeheten filmpje. Ik ben niet categorisch tegen social media, maar wel als ze de boeken echt verdringen. Een goed wereldbeeld is voorwaarde voor surfen op het net voor aanvullende kennis. Als internet je enige bron is, dan is het een woud waarin je razendsnel verdwaalt.’ ‘Als je goede boeken leest en daarnaast Facebook gebruikt, dan is het niet zo erg. Maar het punt is dat Facebook het gewone vaak helemaal wegduwt. In de klas ben ik daarom voor een totaalverbod op tablets en laptops. Ik sta weleens op de gang te kopiëren en dan zie ik in een lokaal de leerlingen vanachter zitten. De leraar die daar staat, ziet niet wat ik zie: bruidsreportages, mailboxen en Twitterberichten en wat niet al. Ik vraag me ernstig af of de les van die collega nou echt over bruidsjurken gaat.’

Wat is heerlijker dan thuis een bibliotheekje opbouwen! Als docent probeert Mackay de liefde tot lezen bij zijn leerlingen actief te stimuleren. ‘Ik ga regel­ matig mijn zeepkist op en hou dan een kleine rede voor het lezen en kopen van boeken. Ik neem er dan een paar mee, bijvoorbeeld die dagboeken van


Interview Gertjan de Jong De Oogst juli-augustus 2015

zeer herkenbaar zijn, vindt Mackay: ‘Het ergst vind ik de weerzinwekkende coterietjes op tv zoals “De Wereld Draait Door”. Daar zitten dan allemaal vijftigers en zestigers te toeteren dat alles mag en alles kan: er is geen seconde rust. Het is borrelpraat waar twee miljoen mensen naar kijken, allemaal worden ze volgegoten met die snelle ongein. Ga dan de volgende dag maar eens een uur over Plato praten op school. Dergelijke programma’s bederven de concentratie van de jeugd en van iedereen.’

Oubollig De laatste tijd lijkt er meer aandacht te komen voor ‘meditatief lezen’, zoals dat ook in kloosters wordt gepraktiseerd (Lectio Divina). Een positieve ontwikekling? Mackay: ‘Zolang het niet als hippe mindfulness gebruikt wordt, is het heel waardevol. Ik probeer zelf elke dag zo te lezen, bijvoorbeeld een uur. Ooit was ik met een pabo-klas in een klooster en hebben we met een monnik op die manier een psalm gelezen. Wat daar voor een wijding van uitging – ongelofelijk. Iedereen voelde ineens zijn eigen onrust, maar ook de weldadigheid nu die onrust even wegviel.’

Het woord is de brug tussen de uiterlijke en de innerlijke wereld

Foto rD, anton dommerholt

Kierkegaard en vertel dan wat een vreugde het was toen ik in een gespijbeld tussenuur dit ontdekte en kocht van mijn zakgeld. Wat is heerlijker dan een bibliotheekje opbouwen thuis op je kamer! Ik probeer leerlingen te bewegen om elke dag bijvoorbeeld tien minuten in totale stilte te lezen en dit dan uit te bouwen tot een uur of langer. Laatst was er een student die zei dat hij elke dag om zes uur op stond en dan een uur las. Dan is je dag goed!’ ‘Een boek is echt een mooi ding, je kan er mee in een hoek gaan zitten, dat is toch veel mooier dan een e-reader met zijn grijze uniformheid? Op scholen worden helaas wel hele lelijke schoolboeken gebruikt die vaak erg fantasieloos zijn. Dan maakt het nauwelijks meer uit of je een tablet gebruikt of een boek. Dat is heel jammer.’

Op scholen worden helaas wel hele lelijke schoolboeken gebruikt In 1851 schreef Kierkegaard: ‘Bij dit lawaai kan niemand Gods woord nog verstaan. Zoals men van een hete borrel zegt dat hij het bloed ophitst, zo is tegenwoordig het stompzinnigste gebeuren, de leeghoofdigste kreet erop berekend om de massa in beweging te krijgen…’ Woorden die in deze tijd

Mackay wenst dat jongeren zich meer oriënteren op de ‘Kerk der eeuwen’: qua boeken, maar bijvoorbeeld ook qua muziek. ‘Ik ben niet principieel tegen kwalitatief hoogstaande en inhoudelijk goede gospel, maar over het algemeen werkt de simpelere gospel net als internet exclusiverend. Je kan dan al heel snel het idioom van de kerkmuziek van alle eeuwen niet meer verstaan, want dat is oubollig of saai. Dan sluit je de toegang af en dat vind ik heel jammer. Ik zou wensen dat jongeren de traditie van de “Kerk der eeuwen” zouden gaan waarderen en daarin zouden gaan “wonen”. Dat kost moeite in het begin, maar is zoveel rijker dan de cultuur van opwekkingsliederen.’

Jodendom en christendom zijn altijd leesmoeders geweest ‘Scholen en kerken hebben hierin een gidsfunctie. Er is hier op de Driestar-hogeschool een prachtige koortraditie die de muziekcollega’s vorm geven. De studenten zingen in de Sint Jan in Gouda. Dan waan je je even in Oxford in de wereld van C.S. Lewis. Daarnaast proberen we de studenten aan het lezen te krijgen. Ik organiseer zelf drie keer per jaar voor oud-studenten een middag waarin we bronnen uit twintig eeuwen Kerk lezen. Dat zijn heerlijke uren en dan gaan ze ook echt lezen.’ ‘Door die oudchristelijke teksten te lezen ontdek je dat we beperkte mensen zijn, en dat vragen stellen heel mooi en verrijkend is. Je scherpt elkaars geest.

5


6

De Oogst juli-augustus 2015 Interview Gertjan de Jong

Foto arie ambachtsheer

Het Woord gaat leven. Je leert je eigen kleine perspectief van je kerkgenootschap zien in de context van eeuwen en continenten. Het behoedt ons voor parochialisme, voor het als openbaring aanzien van lokale gewoontevorming.’ Is er bij al dat lezen niet het gevaar dat je teveel gaat relativeren, en niet langer in één waarheid kunt geloven? ‘Ja, relativisme ligt in onze cultuur op de loer en de meeste intellectuelen zijn ook relativisten, maar ik ben er zelf niet bang voor. Ons denken is beperkt, en ook zondig, maar God is God en Zijn Woord is Zijn Woord. Ik relativeer aldus mijn kennen, maar niet het object van mijn kennen dat mij mijn kennen gaf: God. Hiermee zit je precies tussen dogmatisme en relativisme in: dat is altijd de klassieke weg van de Kerk geweest.’

over bijvoorbeeld dyslectici, dat is natuurlijk een andere zaak.’ ‘Ik vind ook dat, als jongeren minder lezen, ik moet proberen om dan in hun taal en medium tot hen te komen. Ik doe dat zelf via de ironie. Ik doe mij voor als een digibeet – wat deels ook waar is! – en dat vinden leerlingen wel grappig. Via die weg kan ik dan tegelijk dichtbij hen komen. Ik verdiep me ook in de taal die nu ontstaat, “appen” bijvoorbeeld, en dan spreek ik dat liefst zo lelijk uit dat ze ineens gaan zien wat een lelijk woord dat is. Daarna probeer ik hen wel weer naar het boek terug te voeren. Dat is een geestelijkere wereld!’

Ik heb niets met benepenheid of rigide verboden

Leesmoeders ‘Lezen is niet zomaar een hobby, maar voor een christen fundamenteel. Zijn geloof is om zo te zeggen een boek. Er is een traditie van de Kerk waar we in staan. Het woord is zeer wezenlijk. Dat kan ook het gesproken woord zijn, niet altijd kon iedereen lezen. Maar jodendom en christendom zijn altijd leesmoeders geweest. Wie wil staan in zijn traditie, die leest. Natuurlijk zit er bij de één meer liefhebberij in dan bij de ander, dat mag, maar ik meen dat elk mens wezenlijk een vragenstellend wezen is dat antwoorden zoekt. En dan is een boek een prachtmiddel, een innerlijke wereld. Ik heb het nu niet

Mackay simuleert leerlingen om ook boeken buiten de christelijke traditie te lezen, zoals boeken van Joodse schrijvers: ‘Het zijn onze oudste broeders, beminden om der vaderen wil. Hun wereld is verwant aan de onze; zo vormen ze een mooie spiegel op afstand om naar onszelf te kijken. Maar in de les bespreek ik met studenten ook heel andere visies en boeken. De studenten schrijven scripties over bijvoorbeeld het wereldbeeld van Maarten ‘t Hart, kerkverlaters als Franca Treur en Jan Siebelink, denkers als Nietzsche. Ik probeer ze vanuit een bepaalde metafoor, die van de spiegel, zelf te laten


Column Gerry Velema De Oogst juli-augustus 2015

nadenken. Wat weerspiegelt de cultuur van deze schrijver: iets van God of iets van autonomie? Ik schud aan hun boom, niet om hem om te trekken, maar opdat hij steviger wortelen gaat.’

Uiteindelijk geeft leegte slechts leegte ‘Ik worstel zelf ook. Ik hou erg van lezen, maar soms ga ik met een boek terug naar de winkel of gooi ik een boek weg. En soms ga ik er ook te ver in mee. Ik probeer te voelen wat er met me gebeurt. Ik wil soms iets weten, beroepshalve, maar als ik voel dat het me schaad, dan stop ik ermee. Ik heb niets met benepenheid of rigide verboden, maar wil ook niet dat een student verdrinkt in een poel waar hij niet uit kan komen. Soms raad ik een boek af als ik voel dat een student er nu niet aan toe is. Zelf kan ik vrij veel lezen, maar ik heb moeite met Nietzsche: die beklemt mij altijd. En ik raak ook altijd heel verontwaardigd door atheïsten als Dawkins met hun onzinboeken als “God als misvatting”. Ik kan bijna niet meer analytisch lezen als ze onze goede God op die manier ridiculiseren.’

Moed houden Over de leescultuur in het onderwijs is Mackay niet alleen pessimistisch: ‘Het “Studiehuis”, dat ook onder ons door allerlei directeuren juichend is binnen gehaald, is gelukkig op zijn retour. De literatuurlessen komen op kousenvoeten terug, hopelijk gaat dat overal gebeuren. Lezen, lezen, lezen is het devies. Maar jonge leraren zijn zelf deel van

Ewald Mackay Dr. Ewald Mackay (1964) is historicus en filosoof. Hij promoveerde op een onderzoek naar de verhouding tussen geloof en geschied­wetenschap, en publiceerde daarnaast verschillende boeken op het vlak van onderwijs, wetenschap en cultuur. Hij is docent geschiedenis, cuma en filosofie aan de pabo en leraren­ opleiding van Driestar Hogeschool te Gouda. Hij is gehuwd en vader van drie kinderen.

de Facebookcultuur en worden in hun opleidingen vaak nauwelijks nog ingewijd in de letterkunde van Frans of Duits, dus wat willen we dan nog? Maar ik blijf moed houden!’ ‘Er is een soort moeheid aan het optreden. Er komt zelfs slow tv! Dan kan je een reis naar Noorwegen per trein op tv in reële tijd zien. Dat is op zich bizar, maar het laat zien dat er een moeheid is vanwege al die domme snelle “Onderweg naar morgen”-series waarin steeds een verhaallijntje dertig seconden duurt en dan duikt het tweede lijntje op: de kijker wordt gewoon bedrogen, want er zijn zes lijntjes en die komen steeds om de beurt terug. Uiteindelijk geeft leegte slechts leegte, en we mogen hopen en bidden dat er een verlangen ontwaakt naar werkelijke vervulling. Alleen God is de werkelijke vervulling van de vrede, de diepte, het echte geluk en heil. Ook onze cultuur kan bekeerd worden. Het is niet verboden om te hopen!’

In de schuldsanering Kaïn zocht berouw onder tranen, maar hij vond het niet meer. (Hebreeën 12: 17) Kaïn deed aan schuldsanering. Hij onderhandelde liever met God over de straf, hij bleef denken aan zijn eigen hachje. Kaïn was pragmatisch, hij had niet veel op met schuld en schuldgevoel. Schuldgevoel is ook bij ons negatief geworden. We denken dat schuldgevoelens worden aangepraat, dat je depressief kunt worden van schuldgevoelens. Ook christelijk Nederland doet op grote voet aan schuldsanering, terwijl juist christenen, juist dankzij het werk van genade en vergeving in Jezus, ons het vertrouwen zouden moeten geven om sterk en volwassen met schuld om te gaan.

Maar wat moeten we toch met al die christenen die beweren dat Jezus hun zonden heeft vergeven, maar over hun lippen komt geen woord van erkenning van schuld. Wij zijn niet anders dan onze omgeving: ook wij willen geen schuld hebben. Niemand… net als Kaïn! Schuld schuiven we af, schuld geven we door, maar zelden ontmoet je iemand die zegt: ik heb de schuld. Geef maar hier, dit is mijn schuld. Ik zal het dragen en kijken hoe ik deze schuld kan voldoen. En kom ik er niet uit, dán heb ik een voorspraak bij de Vader…

dicht brengt bij mijn Hemelse Heer. Dat schuldgevoel me helpt om mijn naasten recht te willen doen. Ik geloof dat berouw bij je boven moet komen, spontaan, omdat Gods Geest in je woont en niet omdat je iets wordt verweten. Ik geloof dat zondebesef tijd van me vraagt en een verstandig mens die tijd ook neemt om tot berouw te komen. Want ik wil niet zijn als Kaïn… en jij? Gerry Velema Schrijfster, die elke vrijdag op www.bemoedigingssite.nl een

Kaïn zocht berouw… Hoe je ook over genade en over schuld denkt, ik geloof in gezond schuldgevoel. Ik geloof dat schuldgevoel mij

videoboodschap deelt.

7


8

De Oogst juli-augustus 2015 Dichtbij Gertjan de Jong

AHA

Van Bijbel tot Papillon ‘Lezen? Nee, dat doe ik niet vaak. De Bijbel, die lees ik wel.’ Aan het woord is Martin, gepensioneerd timmerman. Hij roert in een pan met gehakt. Vrijwel elke donderdag is hij als vrijwilliger in de keuken van inloophuis AHA te vinden. ‘Als kind was ik al niet zo’n lezer’, vertelt Martin. ‘Ik speelde liever buiten dan dat ik met mijn neus in de boeken zat. Mijn ouders lazen wel elke dag uit de Bijbel voor. En zelf lees ik nu nog steeds uit de Bijbel. De Bijbel is het belangrijkste boek! Je hele levensgang staat er eigenlijk in en dat de Here Jezus voor ons is gestorven en opgestaan.’ Een eindje verderop zit Gerard (64) in dagblad Metro te lezen. Hij komt vaak in AHA, vrijwel elke woensdag en donderdag. ‘Hoe ik het hier vind? Helemaal oké. Er komen ook wel eens vreemde gasten. Die zitten bijvoorbeeld met een laptop of radio te klooien als er uit de Bijbel wordt verteld. Dan denk ik: hou op, je moet wel respect tonen. Maar meestal is de sfeer goed hier.’

Als ik ’s morgens opsta, heb ik zin in het leven ‘Ik hou van lezen, maar ik lees eigenlijk veel te weinig, vind ik. Een boek dat mij aanspreekt? Dan komt het boek “Papillon” van de Fransman Henri Charrière in mijn gedachte. Dat gaat over zijn eigen leven. Charrière werd “Papillon” genoemd vanwege de tatoeage van een vlinder op zijn borst (“Papillon” is het Franse woord voor vlinder, red.). Hij leefde jarenlang als crimineel. Hij begaat een moord en wordt verbannen naar “Duivelseiland”, een eiland in de buurt van Frans-Guyana. Op een gegeven moment ligt hij op het dak van een hutje in een inboor-

lingendorp. En als hij wakker wordt, is plotseling het hele dorp vertrokken! Hij is weer helemaal alleen. Het intrigeert me hoe zo iemand zich staande weet te houden in zo’n desolate wereld. Hij is verstoten door de maatschappij, maar weet uiteindelijk toch het geluk te vinden. Hij vindt een vrouw en krijgt kinderen – helemaal te gek dus!’

Zin in het leven ‘Of ik mij herken in zijn verhaal? Nou, zijn leven is wel heel extreem. Ik ben wel een tijdje dakloos geweest, maar mijn leven was niet zo extreem als dat van andere daklozen. Ik ken er die tussen de pallets in de haven slapen. Dat heb ik nooit gedaan, ik sliep ’s nachts gewoon in een nachtopvang. Nu laat ik wel eens daklozen bij mij thuis slapen. Dat heeft voor- en nadelen. Het is leuk om contact met iemand te hebben, maar tegelijk is je huis niet helemaal jouw huis meer. Het blijft een beetje apart als je thuis komt en zit iemand voor jouw tv. Een keer vroeg ik een kennis: “Waar slaap je vanavond?” Hij vertelde dat hij tussen de rozen in het park sliep. Nou, dat vond ik niet kunnen. Ik zei: “Kom dan maar bij mij slapen.” Hij is een jaar gebleven, dat vond ik wel erg lang.’

De Bijbel is het belangrijkste boek! ‘Als ik ’s morgens opsta, heb ik zin in het leven. Ik ben heel blij met wat ik heb, want ik weet ook wat

het is om geen huis te hebben. Soms hoor ik wel eens mensen zeggen: “Ik hoop dat ik morgen niet meer wakker word.” Daar schrik ik van; wat moet je dan een pijn voelen.’

Moeilijk boek ‘Hier in AHA wordt bij het eten uit de Bijbel verteld. De Bijbel vind ik een heel moeilijk boek, moet ik zeggen. Dan lees je van iemand die achthonderd jaar wordt en vier kinderen krijgt die ook weer achthonderd worden. Dan denk ik: dat zal wel een andere telling geweest zijn.’ ‘Op zondag ga ik vaak naar de Anglicaanse kerk. Daar vind je geen beelden van Christus aan het kruis, zoals in de Roomskatholieke kerk. Vroeger bij de beeldenstorm hebben ze alle beelden eruit gerost. Dat ging natuurlijk wel erg ver. Op een bepaalde manier dring je dan je geloof op aan anderen, daar hou ik niet van. Maar goed, ik kom graag in de Anglicaanse kerk. Er komen


Dichtbij Gertjan de Jong De Oogst juli-augustus 2015

Gerard en Martin

aardige mensen. Als je even niet geweest bent, vragen ze: “Hé, waar was je? Was je ziek?” Er komen vaak koren zingen, alles zit er dan bij: baritons, sopranen, noem maar op. En ook de organist is helemaal te gek. De voorganger staat dichtbij de mensen. Hij doet gewoon, daar hou ik van. Hij wijst niet met het vingertje van: jij doet dit en jij dat. We maken immers allemaal fouten. Na afloop van de dienst is er koffie, thee, koeken, soms gebak. Een kerkdienst is daar echt een belevenis.’

Katharen ‘Ik geloof wel, maar hou er niet van als iemand zegt hoe ik moet geloven. Een keer bezocht ik een burcht in de Franse Pyreneeën. In die burcht woonden vroeger katharen, dat waren christenen die net wat anders geloofden dan de Rooms-katholieken. Op een dag hebben kruisvaarders die burcht omsingeld en alle katharen afgeslacht. Nou, is dat dan christelijk? Ik heb daar niks mee. Net als die

Foto Pauline Mellema

gevechten tussen katholieken en protestanten in Noord-Ierland. We moeten als christenen niet tegenover elkaar gaan staan. De kern van mijn geloof? Dat is dat God je houvast geeft. Geloof is niet iets dat je met twee handen kunt vastpakken, je kunt het nooit helemaal vatten. Maar toch: bij God vind ik houvast.’

Ik ken er die tussen de pallets in de haven slapen ‘Een keer, toen ik wat centen had, ben ik met vrienden naar Australië gegaan. Op een dag ging ik daar zwemmen in de oceaan. Ik dacht: ik zwem een eindje bij de kust vandaan. Plotseling kwam ik met mijn voeten in de onderstroom terecht, ik kon niet meer terugzwemmen! Ik dreef steeds verder af en dacht: nu is het gebeurd. Ik bad: “God, wat moet ik doen? Geef mij een idee, een ingeving.” Toen kreeg ik het idee om helemaal plat te liggen en met mijn handen

zachtjes te peddelen. En wat gebeurde er? Heel langzaam kwam het strand weer dichterbij.’

Ik heb nog wat te doen op aarde ‘Ik heb ook een keer een zwaar motorongeluk gehad. Drie dagen lag ik in coma, daarna ben ik weer ontwaakt. Door dat soort gebeurtenissen denk ik: er is een reden dat ik nog besta. Ja, om mensen te helpen bijvoorbeeld. Maar ik moet wel in de gaten houden dat ik niet te ver ga. Soms heb ik drie, vier mensen in huis. Dan is mijn huis net het Leger des Heils.’

Over AHA AHA (Amsterdammers helpen Amster­ dammers) is een dagopvang voor daken thuislozen midden op de Wallen in Amsterdam. Voor meer info zie www.aha-dagopvang.nl

9


10

De Oogst juli-augustus 2015 Dit lees ik Matthijs Hoogenboom

DIT LEES IK

Wat de liefde doet Wilko Spaan woont in Amsterdam, is lid van de Noorderkerk, getrouwd met Eva en vader van Maria. Hij werkt als financieel adviseur en in zijn vrije tijd leest hij graag. Hieronder vertelt hij over een boek dat hem bijzonder heeft geraakt: ‘Wat de liefde doet’ van Sören Kierkegaard (1813-1855).

Foto Pauline Mellema

‘Kierkegaard was een bekende Deense filosoof die in zijn werken het gezapige christendom van de Lutherse staatskerk in zijn dagen confronteerde met de ergernis van het Evangelie. “De weg naar het christelijke gaat door de ergernis heen”, schrijft hij. Als je bedenkt dat je de naaste moet liefhebben, dan stuit ons dat inderdaad tegen de borst. Immers, waar de liefde een gebod wordt, kan het toch niet meer van harte zijn? “Wees eerlijk”, zegt Kierkegaard, “geef toe dat het de meesten waarschijnlijk zo vergaat dat, wanneer ze de gloedvolle beschrijving van de dichters lezen over liefde en vriendschap, ze die heel wat hoogstaander vinden dan dat armzalige: Je moet liefhebben.” ‘Kierkegaard benadrukt dat de liefde niet iets is om bezongen te worden, zij wil gedaan worden. De bezongen liefde is de liefde tussen geliefden of tussen vrien-

den, maar dan gaat het niet over de christelijke liefde. De christelijke liefde maakt immers geen onderscheid tussen mensen. Hij haalt er een treffend voorbeeld bij aan. “Wie de arme voedt, maar het niet over zijn hart weet te krijgen dit voeden een feestmaal te noemen (maar hooguit een daad van barmhartigheid), die ziet in de arme en de geringe alleen maar de arme en de geringe. Maar hij, die een ‘feestmaal’ houdt, ziet in de arme en geringe de naaste.”

De christelijke liefde maakt geen onderscheid tussen mensen

schrijft Kierkegaard. Immers, de liefde zonder plicht kan omslaan in jaloezie en haat of sleur in je huwelijksleven. Kierkegaard zegt dan ook: “Bemin je geliefde trouw en innig, maar laat liefde tot de naaste het heiligende zijn in jullie gemeenschappelijk verbond met God. Heb je vriend oprecht en met overgave lief, maar laat wat jullie in de vertrouwelijkheid met God binnen jullie vriendschap van elkaar leren liefde tot de naaste zijn!” Als geen ander legt Kierkegaard het radicale van het Evangelie op tafel. Wie door de vreemdheid van het Evangelie en de ergernis ervan is heengegaan, kan ook goed het gesprek voeren met niet-gelovigen over het Evangelie.’

Alles is nieuw geworden ‘Neem een heiden, die niet verwend is doordat hij geleerd heeft het christelijke gedachteloos op te dreunen, of verwend is door de inbeelding een christen te zijn – en dit gebod “je moet liefhebben” zal hem niet alleen verbazen, maar het zal hem tegen de borst stuiten, het zal hem tot ergernis zijn… Juist daarom is op dit gebod van de liefde het kenmerk van het christelijke weer van toepassing: alles is nieuw geworden.’ Bron: Wat de liefde doet, Sören Kierkegaard. Sören Kierkegaard

Beveiligd en verzekerd ‘Alleen als liefhebben plicht is, alleen dan is de liefde voor eeuwig beveiligd tegen iedere verandering, eeuwig gelukkig tegen vertwijfeling verzekerd, zo

Titel ISBN Omvang Prijs

Wat de liefde doet 978 9055 737840 480 pagina’s € 39,90


Dichtbij Redactie De Oogst juli-augustus 2015

Vacature fondsenwerver/ relatiebeheerder

Voor ons hoofdkantoor in Amsterdam zijn wij op zoek naar een creatieve, enthousiaste fondsenwerver/relatiebeheerder (32-36 uur per week). Als fondsenwerver – met een opleiding op hbo/wo niveau – vorm je onder andere de verbinding tussen onze achterban en de verschillende projecten van Tot Heil des Volks. We zijn op zoek naar iemand die zich thuis voelt in de breedte van onze organisatie. Kijk voor meer informatie en om te solliciteren op onze website: www.totheildesvolks.nl/vacatures De sluitingsdatum voor deze vacature is 1 augustus 2015.

Different opent kantoor in Zeeland

Different gaat starten met hulpverlening in Goes. De stichting biedt psychopastorale begeleiding aan christenen die te maken hebben met homoseksuele gevoelens. Op een later tijdstip zal er wellicht ook een supportgroep gestart worden. Mensen die geïnteresseerd zijn, kunnen contact opnemen via info@different.nl of via het contactformulier op onze website: www.different.nl.

Volleyfest: muziek en volleybal

Op 29 en 30 augustus vindt op het terrein van De Sikkenberg in Onstwedde een nieuw christelijk evenement plaats: Volleyfest, een weekend voor jongeren met muziek en een volleybaltoernooi. Het weekend begint op vrijdagavond met een akoestisch concert bij het kampvuur. Op zaterdagavond is er een groot concert met onder andere zangeres Sharon Kips en de band InSight. Op zondagmorgen is er een praisedienst met zanger Matthijn Buwalda waar hij namens Compassion spreekt over het thema ‘gerechtigheid’. Ook zingt hij een aantal liederen. Het volleybaltoernooi begint op zaterdagmorgen. Er zijn twee categorieën: voor jongeren tot ongeveer twintig jaar en voor achttien-plus. Het hele weekend is er een ‘open podium’ waar christelijke bands

De Bewaarschool komt naar je toe!

Nu de temperaturen weer iets stijgen gaan de medewerkers van De Bewaarschool in De Banne (Amsterdam-Noord) er weer op uit met de Bolderwagen. Deze omgebouwde ‘schaftkeet’ wordt elke dinsdagmiddag op een pleintje ergens in de wijk De Banne neergezet, telkens drie weken achter elkaar. De kinderen uit de omliggende flatgebouwen worden uitgenodigd voor een programma rondom het thema ‘Beloofd = Beloofd’. Buiten doen we spelletjes,

binnen gaan we knutselen, komt onze handpop iets vertellen en luisteren de kinderen naar een Bijbelverhaal. Door met de Bolderwagen de wijk in te gaan, bereiken we ook de kinderen die normaal niet naar de kinderclub van De Bewaarschool in het buurtcentrum kunnen komen. Bijvoorbeeld omdat dit te ver weg is of omdat ze nog te jong zijn om hier zelf heen te lopen. Ook voor deze kinderen willen wij aanwezig zijn en vertellen over Gods liefde.

en artiesten zich kunnen presenteren. Volleyfest is een initiatief van een groep enthousiaste mensen uit de regio Stadskanaal/Veendam die graag een laagdrempelig evenement voor bijvoorbeeld jeugdgroepen, groepen vrienden en verenigingen wilden organiseren met sport, goede muziek en tijd voor ontmoeting. Er wordt samengewerkt met Compassion Nederland en Atletes in Action. Een ticket voor 29 en 30 augustus, het concert op zaterdagavond en één overnachting kost € 17,50. Er zijn ook losse kaartjes verkrijgbaar. Een extra overnachting van vrijdag op zaterdag of van zondag op maandag kost € 5 per persoon per nacht extra. Voor meer info zie www.volleyfest.nl of www.facebook.com/volleyfestsikkenberg

11


12

De Oogst juli-augustus 2015 Interview Matthijs Hoogenboom

Stralen in de schaduw Haar jeugd als zendingskind speelt zich voor een groot deel af in West-Afrika. Na haar studie taalwetenschappen aan de Universiteit van Amsterdam begint ze aan een master in Luxemburg. In 2012 zou ze zijn afgestudeerd. Vanwege haar hoge cijfers lag het voor de hand dat ze daarna zou gaan promoveren. ‘En daarna zou ik grote en nobele dingen gaan doen in ontwikkelingslanden.’ Het loopt helemaal anders.

Het is december 2010. Mattanja gaat van Luxemburg naar Nederland om de kerstvakantie met familie door te brengen. Het is voor haar een stressvolle periode. Ze heeft een relatie waar ze onzeker over is en ze is er niet zeker van of ze de goede studie volgt. ‘Beslissingen nemen was altijd een ding voor mij. Ik was bang om niet de perfecte keuzes te maken.’ De stress bezorgt haar verschrikkelijke hoofdpijn. Ze heeft al eerder last gehad van dezelfde hoofdpijn, tijdens de eindexamens op de middelbare school. Achteraf is dit al een voorteken geweest. Op zondag 19 december gaat het mis. Tijdens een kerkdienst waarin Mattanja piano speelt, wordt ze onwel. Met loeiende sirene wordt ze naar het

ziekenhuis gebracht. De familie neemt afscheid van haar. Een scan maakt duidelijk dat het om een hersenbloeding gaat die veroorzaakt is door een aangeboren afwijking in haar hoofd. Mattanja verkeert op het randje van de dood. ‘In die toestand kwam er een gestalte op mij af. Het was God die mij vroeg of ik met Hem mee wilde of niet. Ik koos om op aarde te blijven. Later heb ik vaak gedacht: heb ik met m’n stomme kop weer de verkeerde keus gemaakt. Het had allemaal voorbij kunnen zijn. Nu moet ik dealen met al mijn beperkingen.’

Kleine wondertjes Ruim een half jaar woont Mattanja in een revali­ datiecentrum aan de Overtoom in Amsterdam.


Interview Matthijs Hoogenboom De Oogst juli-augustus 2015

Ze krijgt intensieve therapie en moet onder andere opnieuw leren lopen. ‘Dat eerste jaar heb ik dichter bij God geleefd dan ooit. Als ik ergens om bad, dan gebeurde het. Kleine wondertjes. God droeg mij door het diepe water, waar ik zelf niet in kon staan. Na dat jaar kreeg ik meer vragen. Waarom ik? Bestaat U wel? Soms kreeg ik antwoorden, soms niet. Het is als met dat borduurwerk van Corrie ten Boom: wij zien alleen de wirwar van de achterkant. Later pas zullen we zien hoe het er van de voorkant uit ziet.’

Ik koos om op aarde te blijven Het leven na de hersenbloeding is niet eenvoudig. Dingen die voor de meeste mensen alledaags zijn, zijn voor Mattanja vaak een heel gedoe. ‘Gisteren moest ik mij bij de Lidl identificeren omdat ik een fles wijn wilde kopen. Ik zei: “Ik ben 28, heb een hersenbloeding gehad en ben moe.” Toen ik thuis kwam realiseerde ik mij dat het niet helpt om boos te zijn. Vanwege de hersenbloeding heb ik ook zo ontzettend veel gekregen. Ik ben dankbaar voor mijn uitkering en woon in een mooi huis. Zonder urgentieverklaring had ik hier nooit gewoond. Ik ben er rotsvast van overtuigd dat God alles doet meewerken ten goede voor wie geloofd. Niet alleen straks in de hemel, maar ook nu en hier.’

Herinneringen Haar boek ‘Stralen in de schaduw – leven na een hersenbloeding’ is pas verschenen. Waarom een boek? ‘Mijn vader is de schuldige. Hij schijnt in het revalidatiecentrum te hebben gezegd: jij moet een boek schrijven. In die tijd las ze ‘Het Ravijn’ van Max Pam, columnist en literatuurcriticus voor diverse bladen. Na zijn hersenbloeding verblijft hij net als Mattanja in het revalidatiecentrum aan de Overtoom. ‘Ik herken veel in zijn boek, maar niet alles. Als hij iets

Rotsvast vertrouwen Met 24 jaar een hersenbloeding! De wereld op z’n kop, alle plannen omver. Hoe kun je verdergaan als het leven een totaal andere wending neemt dan jij had gepland? Mattanja Oosterhuis veranderde van de ene op de andere dag van een jonge, reislustige, zelfstandige vrouw in een volkomen afhankelijke patiënt. Alles moest ze opnieuw leren. In Stralen in de schaduw vertelt ze haar levensverhaal van het vroegste begin tot het heden. Een verhaal van worstelen en doorzetten, van hoop en van een rotsvast vertrouwen in haar Schepper. Mattanja Oosterhuis Titel ISBN Uitgever Prijs

Stralen in de schaduw ISBN 978 9063 186173 Novapres, Hoenderloo, 2015 € 9,90

laat vallen over God, dan is het met veel woede. Ik dacht: ik heb ook iets te vertellen.’ Het begint met het opschrijven van herinneringen. ‘Ik schreef van me af. En langzamerhand kwamen herinneringen terug. Ik werd mij ervan bewust dat God een weg met mij was gegaan, al voor de hersenbloeding. Hij was er niet ineens toen ik het moeilijk had, Hij was er daarvoor al. Diezelfde trouwe God is altijd bij me en zal ook in de toekomst bij me zijn.’ Mattanja hoopt dat mensen door haar boek leren wie God is. ‘Ik krijg wel reacties, maar vooral van gelovige lezers die zeggen er veel aan te hebben gehad. Van magische evangelisatiekracht merk ik nog niet zoveel. Soms ben ik wel ongeduldig. Ik zaai veel, maar oogst weinig.’

Ik wil niet dat mijn probleem de focus is van een gesprek In de zomer van 2008 besluit Mattanja te gaan werken in de Shelter. ‘Ik wilde vrijmoediger worden in het praten over God. Dat is in dat jaar niet per sé gebeurd, maar wel na de hersenbloeding. In gesprekken heb ik één hoofdregel: ik wil niet dat mijn probleem de focus is van een gesprek. Ik zeg ook altijd op een gegeven moment: en ik hou ook van God. Vanmorgen nog toen ik in het zonnetje met de bovenbuurvrouw zat te praten. Er kwam weinig reactie. De meeste mensen verwachten niet van een jong iemand, die ze ook nog eens mogen, dat ze in God gelooft. Dat past niet in het plaatje. Dat is een begin.’ ‘De hersenbloeding heeft een schaduw over mijn leven gebracht. Maar ik heb ook veel stralen van God ontvangen: moed, puf, energie, kracht om verder te gaan. En daardoor kan ik zelf ook stralen. Stralen in de schaduw.’

13


14

De Oogst juli-augustus 2015 Dichtbij Matthijs Hoogenboom

uit de archieven

Zeker van je erfenis De archieven van Tot Heil des Volks bieden een schat aan informatie en indrukwekkende verhalen. In deze rubriek belicht Matthijs Hoogenboom opvallende gebeurtenissen en archiefstukken uit de 160-jarige geschiedenis van Tot Heil des Volks. Deze maand: ‘De Diligence of de reis naar de stad der erfenis’, een vertelling van ds. Jan de Liefde.

waarin Christus meer en meer centraal komt te staan. Slechts één diaken laat aan het einde van de dienst zijn gezicht zien, om met een collectezak bij de uitgang te gaan staan.

Wie aan zijn toekomst twijfelt, is ook in zijn leven twijfelend

De rij boeken die Jan de Liefde in zijn korte leven (hij werd net geen 55 jaar) heeft geschreven is langer dan de hoeveelheid boeken die veel mensen in hun hele leven lezen. Niet voor niets prijst Allard Pierson hem als ‘schrijver, redenaar, dichter, componist, humorist en theoloog’: ‘Bij afwisseling of tegelijk, was hij rusteloos werkzaam naar de grote verscheidenheid van zijn aanleg.’ Het hier afgedrukte boekje, dat uit tachtig pagina’s bestaat, schrijft hij in een voor hem roerige tijd. Het is 1845, tien jaar voor de oprichting van Tot Heil des Volks. De Liefde is doopsgezind predikant in Zutphen. Zijn kerk zit vol, maar niet met doopsgezinden. Zij kunnen niet overweg met de veranderde prediking van De Liefde

Midden in deze moeilijke tijd schrijft De Liefde ‘De Diligence of de reis naar de stad der erfenis’. Het verhaal, dat doet denken aan een allegorie, is ontstaan als een voorlezing ‘tot nut van het algemeen’. In zijn humoristische inleiding schrijft hij: ‘Of het algemeen nut er van getrokken heeft? Dit is een vraag welker beantwoording het algemeen niet van mij verwachten kan. Toen ik haar voorgelezen had, ontwaarde ik de volgende dag, dat zij de hoorders in twee klassen gesplitst had. Sommigen hadden een amusant reisverhaal gehoord; anderen hadden wel niets meer gehoord, maar toch meer verstaan.’ Het geschrift zal duidelijk moeten maken of er ook onderscheid is tussen lezen en verstaan, zo besluit hij.

Vast geloof In het verhaal reist Benjamin, de ‘verloren zoon’, met de diligence (postkoets) van Amsterdam naar Deventer om de erfenis van een overleden tante in ontvangst te nemen. Het boek bevat allerlei geestelijke lessen, waarvan ik er hier één doorgeef. Onderweg raakt Benjamin in gesprek met

een koopman die met een brief van een compagnon op pad is. Er is hem een groot bedrag beloofd, maar hij is er niet zeker van of hij kan geloven wat er in de brief staat. Dan passeert de koets een vrouw met een kind in de stromende regen. Ze smeekt om een plaats in de koets, maar die is vol. Benjamin aarzelt niet, betaalt voor de vrouw en neemt plaats naast de koetsier op de bok. Het vaste geloof dat hem een erfenis wacht, brengt hem tot deze daad. Eenmaal terug in de koets spreekt de koopman zijn bewondering uit. Zelf had hij, ondanks zijn veelbelovende brief, het geld niet kunnen missen. ‘Het ontbrak u aan geloof en daarom ontbrak het u ook aan doen’, is het commentaar van een medereiziger. ‘Gij had geen onwankelbare hoop en daarom had gij ook geen overwinnende kracht. Wie aan zijn toekomst twijfelt, is ook in zijn leven twijfelend, onvast en tot handelen onbekwaam.’ Het is ‘niet genoeg een schoon verschiet te wensen of te vermoeden: ‘Men moet van het bezit der erfenis zeker zijn.’ Matthijs Hoogenboom Medewerker communicatie en manager van De Wandelende Tak.


Dit lees ik Matthijs Hoogenboom De Oogst juli-augustus 2015

DIT LEES IK

The good and beautiful God Anne Loemba komt uit de buurt van het Franse Bordeaux. Nadat ze haar IT-studie heeft afgerond, verhuist ze voor een half jaar naar Amsterdam. Ze werkt nu als vrijwilliger in de Shelter City en woont in de bijbehorende leefgemeenschap in de Jordaan. Van een huisgenoot leende ze het boek ‘The good and beautiful God’ van James Bryan Smith.

‘De kern van het boek is dat je God kunt leren kennen door wat Jezus zegt over de Vader: Hij is heilig, liefdevol en verandert je. Er is vaak een groot verschil tussen wat wij over God denken en wat Jezus over Hem zegt.’

Mijn identiteit wordt bepaald door Christus die in mij leeft ‘Het hoofdstuk dat beschrijft hoe God je verandert sprak mij het meeste aan. Mijn identiteit is niet langer dat ik zondaar ben. Mijn identiteit wordt bepaald door

Christus die in mij leeft. Dat maakt een groot verschil. Vaak kan ik nog wel geloven dat God mij vergeeft, maar ik vind het moeilijk om mijzelf te vergeven. Dat Christus in je is gaat veel dieper dan dat Hij met je is. Je denkt wel twee keer na als je verleid wordt. De gedachte dat Christus in mij is, helpt mij om de verleiding te weerstaan.’ ‘In het boek vertelt Smith dat zijn dochter overleed toen ze nog maar een paar maanden oud was. In het rouwen leerde God hem te belijden dat God goed is, zo schrijft hij. Dat vond ik echt wonderlijk.’

‘Mijn ouders kwamen tot geloof toen ik vijf jaar oud was. Ze hadden een sterk getuigenis, waardoor ik ook in God ging geloven. We werden als gezin gedoopt. Ik geloofde toen al dat mijn zonden waren vergeven. Toen ik zeventien was begon ik te twijfelen aan Gods goedheid, maar de Heilige Geest overtuigde mij ervan dat Hij echt goed is. Ik geloof dat er een dag komt waarop Hij alles rechtzet en alle tranen van de ogen afwist. Dat perspectief helpt mij om erop te vertrouwen dat Zijn weg de beste is, ook al is die weg niet makkelijk.’

rups met vleugels ‘Wat is precies een “nieuwe schepping” (2 Korinthe 5: 17)? Weet je hoe een vlinder een vlinder wordt? De vlinder was ooit een rups. Hij kon alleen maar kruipen en niet vliegen. Maar hij gaat een cocon in. Dit zou je kunnen vergelijken met het “in Christus zijn”. De rups komt eruit als een vlinder, een totale transformatie. Het oude is voorbijgegaan. Alles is nieuw geworden. Als ik een christen hoor zeggen: “Ik ben maar een zondaar, gered door genade”, zou ik willen zeggen: Dat is hetzelfde als een vlinder die zegt “Ik ben maar een rups met vleugels.” Bron: The good and beautiful God, James Bryan Smith James Bryan Smith Titel ISBN Omvang Prijs

The good and beautiful God 978 0830 835317 227 pagina’s € 25,99

15


16

De Oogst juli-augustus 2015 Interview Gertjan de Jong

‘Leren in een hijgcultuur gaat niet’ Als kind was Richard Toes al dol op lezen. En die leeshonger is sindsdien niet minder geworden. Integendeel. Als directeur van scholengemeenschap Guido de Brès in Rotterdam probeert hij die leesliefde ook bij leerlingen en docenten aan te wakkeren. ‘Lezen helpt je om los te komen uit de slavernij van de primaire instincten.’ ‘Ik ben opgegroeid in een echte leescultuur’, vertelt Richard Toes. ‘Vroeger was dat normaler dan tegenwoordig, omdat je nauwelijks digitale ontspanning had. Televisie hadden we thuis niet. Als kind vond ik lezen een van de mooiste manieren om te ontspannen. Mijn ouders waren ook echte lezers. Mijn vader las vooral stichtelijke lectuur, mijn moeder meer romans. Dat was in het reformatorische milieu waarin ik opgroeide vrij bijzonder. Vaak las ik door tot in de late avond, of onder de dekens, als het boek heel spannend was.’ ‘Een boek dat als puber diepe indruk op mij maakte, was de “Belijdenissen” van Augustinus. Ik vond het bijzonder dat zo’n eeuwenoud boek zoveel herkenning gaf. Heel eerlijk schrijft Augustinus over zijn jeugdzonden, zijn zoektocht en de ontdekking van het Evangelie. Hij laat zich kennen als een vurig gelovige. Daarnaast spraken de historische romans van bijvoorbeeld Jacob van Lennep, Hendrik Conscience, Jan Frederik Oltmans en Anna Louisa Geertruida Bosboom-Toussaint mij erg aan. Mede door deze historische romans ben ik geschiedenis gaan studeren. Maar ik hield op de middelbare school ook van heel andere boeken, zoals de magisch realistische romans van Hubert Lampo. Een onderwijsboek dat mij recent bijzonder aansprak, is “Het prachtige risico van onderwijs” van de Londense hoogleraar Gert Biesta. Alleen de titel is al mooi, vind je niet? De schrijver pleit voor onderwijs dat gebaseerd is op geloof in de “zwakke kracht” van onderwijs in plaats van op meten en afrekenen. Hij benadrukt dat onderwijs altijd iets ongewis heeft en een risico in zich draagt. Je werkt immers met mensen, niet met dingen. Bij een goede les weet je nooit hoe die precies eindigt.’

Passende druk uitoefenen En dat verplicht lezen op de middelbare school, kreeg hij daardoor geen hekel aan lezen? ‘Dat vond ik niet altijd prettig, nee. Maar achteraf ben ik er blij mee. Het verbreedde mijn horizon en stimuleerde mijn ontwikkeling. Daar pluk ik nu de vruchten van. Ik ben ervan overtuigd dat een zekere dwang in het onderwijs goed is. Natuurlijk, je moet leerlingen niet overmatig belasten, maar passende druk is juist heel heilzaam. Het helpt een leerling om vooruit te komen.’

‘School is niet bedoeld als plek waar je alleen maar leuke dingen doet. Dat is de makke geweest van de onderwijsvernieuwingen die de afgelopen decennia zijn doorgevoerd. De docent moest procesbegeleider worden en het vakmanschap van leraren werd kritisch bejegend. De beleidsmakers gingen uit van een geïdealiseerd kindbeeld: het kind als onschuldig wezen, zoals de filosoof Rousseau dat ooit beschreef.’

Bij een goede les weet je nooit hoe die precies eindigt ‘Veel onderwijsvernieuwingen namen de leerwensen van het kind als uitgangspunt. Dat klinkt heel mooi, maar een kind vraagt niet snel aan een docent: “Geef mij eens een lekker dik boek om te lezen.” Bij veel kinderen zit dat er gewoon niet in, en dat is ook logisch. Daarom is het goed om leerlingen met passende dwang uit te dagen. Onderwijs heeft als doel dat een scholier leert te “reiken”. Dat bereik je niet door een diepe buiging te maken naar de leerling en zijn wensen als uitgangspunt te nemen. Ook reformatorische scholen lijken soms kritiekloos meegegaan in die vernieuwingen. Momenteel verdiep ik mij voor mijn proefschrift in de vraag hoe dat heeft kunnen gebeuren.’

Nieuwsgierig blijven ‘Als iemand hier voor leraar solliciteert, stel ik vaak de vraag: lees je graag? Zelfs bij een talendocent krijg ik nog wel eens het antwoord: “Nou, niet echt.” Tijdens de lerarenopleiding lijkt er nauwelijks aandacht meer voor literatuur en cultuuroverdracht. De laatste jaren zie je wel een kentering, maar er is al een generatie docenten opgeleid die nauwelijks literatuuronderwijs heeft gehad.’ ‘Een docent die niet de rust neemt om te lezen, kan moeilijk een goede docent zijn. Als docent moet je nieuwsgierig blijven, je blijven ontwikkelen en lezen is daarbij onmisbaar. Als je een externe adviseur binnenhaalt, betaal je daar al snel tweeduizend euro per dag voor. Dat geld steek ik veel liever in goede boeken om weg te geven aan leerlingen en docenten.’ ‘Ik ben ervan overtuigd dat lezen je leven verrijkt. Een paar jaar geleden zijn we van start gegaan met


Interview Gertjan de Jong De Oogst juli-augustus 2015

FOTO Josje Deekens

leeskringen voor docenten. Zij bespreken op zo’n kring een boek waar ze zelf affiniteit mee hebben. Het aanbod is heel breed: van Houellebecq tot Augustinus. Zelf hoop ik een kring te gaan leiden over het boek “Waar, goed en schoon onderwijs”, waarin diverse filosofen ingaan op de werking en het doel van onderwijs. Onderwijs is in de ban geraakt van beleidsplannen, rendementen en kwaliteitstoetsen; dit boek gaat terug naar de kern van onderwijs. De reacties op de leeskringen? Die zijn bijzonder positief. Uit de evaluatie blijkt dat maar liefst bijna negentig procent van de deelnemers er mee verder wil!’

Lezen is fundamenteel voor het gezond functioneren van een samenleving ‘Lezen is fundamenteel voor het gezond functioneren van een samenleving. Ik kan me een interview met rechtsfilosoof Andreas Kinneging in jullie blad herinneren. Hij vreesde dat in Nederland de kwade machten de overhand zouden krijgen, zo zei hij. Als oorzaak daarvan noemde hij domheid. Ik zie het als een belangrijke missie van het onderwijs om leerlingen te wapenen tegen massacultuur, die alleen een beroep doet op oppervlakkige impulsen. Onderwijs helpt je om los te komen uit de slavernij van de primaire instincten, en lezen is daarbij een heel goed middel. Zo bied je tegenwicht aan de oppervlakkigheid die de digitalisering met zich meebrengt.’ Maar met lezen alleen kom je er niet, zo benadrukt de schooldirecteur. ‘Daarnaast is het heel belangrijk dat een docent geïnspireerde doorkijkjes geeft achter

een boek. Leerlingen voelen haarscherp aan of een docent bezield is of zomaar een lesje afdraait. Als een docent niets te vertellen heeft, kan een leerling ook niets navertellen. Een leraar met een echt verhaal heeft vanzelf gezag over leerlingen. Gezag heeft namelijk heeft namelijk alles te maken met ontzag.’

Onderwijs opleuken ‘Ik geloof heel stellig in de kracht van het pure verhaal, zonder enig beeld. Het is niet altijd verkeerd om beeld te gebruiken, maar je moet het wel gedoseerd doen. Je trapt al snel in de val om onderwijs teveel op te leuken met PowerPoint en filmpjes. Als school hebben we twee jaar geleden actie gevoerd voor een Joods kindermonument. Met 1700 leerlingen liepen we een sponsortocht van onze school naar het centrum van Rotterdam, een wandeling

Favoriete leesmoment ‘Mijn favoriete leesmoment is vroeg in de ochtend. Ik sta altijd vroeg op zodat ik het eerste uur van de dag aan lezen kan besteden. ’s Morgens is de geest nog fris en helder, dan kun je dingen nog makkelijk in je opnemen. Veel makkelijker dan ’s avonds, dan zit je hoofd vol met indrukken van de dag. ’s Morgens lezen helpt mij om mij met de juiste mindset de dag in te gaan. Het is hetzelfde als met lesgeven: een goede voorbereiding is heel belangrijk. In de tijd dat ik nog veel les gaf, zorgde ik dat ik altijd goed op tijd op school was. Het werkt niet als je het laatste moment de school binnenstormt om je les af te draaien. Leerlingen voelen het als je een les rustig hebt voorbereid, absoluut!’

17


18

De Oogst juli-augustus 2015 Interview Gertjan de Jong

‘Ook het “leuke” wordt uiteindelijk sleets.’

van tien kilometer. Ik heb toen wel een paar nachten slecht geslapen, want wat kan er niet allemaal misgaan tijdens zo’n tocht? Maar het verliep uitstekend! En weet je hoe dat kwam? Vooraf in de aula vertelde een docent een het verhaal over Joodse kinderen uit Rotterdam die zijn omgekomen in de Tweede Wereldoorlog. De leerlingen luisterden vol aandacht, ze waren zichtbaar onder de indruk. De tocht had door dat verhaal een basis, een ziel gekregen. De regen viel met bakken uit de hemel, maar vrijwel niemand klaagde.’ ‘Natuurlijk, we hadden in de aula ook een film over de Tweede Wereldoorlog kunnen laten zien. Dat kan ook indruk maken. Maar dan mis je wel de interactie tussen de verteller en de jongeren. En film is in de huidige jongerencultuur een overbekend medium. Verhalen vertellen is iets dat scholieren veel minder kennen en, als je het goed doet, meer impact heeft. Verhalen vertellen is een prachtig

richard toes Richard Toes (1958) groeide op in een gezin van tien kinderen in Rotterdam-Zuid. Na de middelbare school volgde hij de pedagogische academie en studeerde geschiedenis in Leiden. Momenteel is hij directeur van scholengemeenschap Guido de Brès. Sinds januari jl. is hij lid van de Onderwijsraad, een onafhankelijk adviescollege. De raad adviseert de regering en de Kamer over hoofdlijnen van beleid en wetgeving op het gebied van het onderwijs. Daarnaast werkt hij aan een proefschrift over de wijze waarop in het reformatorisch onderwijs wordt omgegaan met onderwijsvernieuwingen.

middel dat al sinds de schepping wordt ingezet; we zouden het veel meer moeten benutten.’

School is niet bedoeld als plek waar je alleen maar leuke dingen doet ‘Ik kan me voorstellen dat je als kerk of organisatie moderne media inzet om jongeren te bereiken. Maar het effect is wel kortstondig. Je trekt de aandacht, maar heb je ook blijvende impact? Je moet de grens steeds verder verleggen om de aandacht vast te houden, dat zie je bijvoorbeeld bij de EOJongerendag. Muziek en entertainment worden er steeds dominanter. Ook het “leuke” wordt uiteindelijk sleets. Jongeren snakken uiteindelijk naar iets dat dieper gaat, iets dat echt beklijft.’ ‘De essentie van onderwijs zit hem niet in het verschil tussen krijtje en smartboard. Waar het ten diepste om gaat is vorming en overdracht. Het smartboard of de iPad zijn maar hulpmiddelen. Daarom vind ik de naam “iPad-school” zo merkwaardig, want dan noem je een school naar een leermiddel.’ ‘Ik heb niets met die verhalen over “Onderwijs 2.0”. In het onderwijs door de eeuwen heen zie ik juist heel veel constanten. Onderwijs nu en in de tijd van Augustinus is niet wezenlijk verschillend. Eeuwen geleden was er al onderwijs over de klassieke deugden, zoals wijsheid en matigheid. Dat onderwijs is echt niet minder relevant geworden! De kern van onderwijs is steeds: je moet aansluiten bij wat leerlingen al weten en ze vervolgens verheffen. Als je steeds maar blijft buigen voor de wensen van de leerling, eindig je in de leegte, het niets.’


Column Marijke de Wit-Bakker De Oogst juli-augustus 2015

Digitale dementie Computers en smartphones ziet Toes als bedreiging voor een gezonde leescultuur. ‘Je hoort wel eens: op een scherm lezen jongeren toch ook? Maar het scherm brengt wel veel onrust met zich mee en de mogelijkheid tot zappen. Het vraagt veel discipline om een lange online tekst te lezen zonder tussendoor je mail, Facebook of Nu.nl te checken. Bij een e-reader gaat dat natuurlijk wel beter.’ ‘Ik wil niet de onheilsprofeet uithangen. Nieuwe technieken stuiten altijd op kritiek. Bij de opkomst van de boekdrukkunst vreesde men ook de consequenties voor het brein: het geheugen zou aangetast worden, want in het boek is alles op te zoeken. En natuurlijk biedt een smartphone ook tal van positieve mogelijkheden. Maar durven we daarnaast de gevaren te benoemen? In de leescultuur waarin ik opgroeide zat een grote kracht en rijkdom, het is toch zonde als dat helemaal wegebt? Computers en smartphones nemen steeds meer denkwerk van ons over. De Duitse geheugenonderzoeker Manfred Spitzer waarschuwt dat overmatig computergebruik leidt tot “digitale dementie”: het maakt dat je geheugen meer en meer verslechtert. We weten allemaal wat een tomtom met je doet. Je gaat

vertrouwen op zo’n apparaat. Het gevolg: je weet nauwelijks meer waar je rijdt en bent niet meer in staat ergens op eigen kracht de weg te vinden.’ ‘Gelukkig zie je ook correcties ontstaan in samenleving. In Silicon Valley, waar de grote Amerikaanse ICT-bedrijven zijn gevestigd, sturen veel topmanagers hun kinderen naar een school waar ICT helemaal ontbreekt. Zij hebben ondervonden dat er belangrijkere dingen in het leven zijn dan computers. Kortom, er is een kanteling mogelijk! Ik hoop dat in Nederland dat bewustzijn ook meer wordt aangewakkerd. Dat we weer ervaren hoe heilzaam en verrijkend het is om in alle rust kennis tot je te nemen. Leren moet ademen. Leren in een hijgcultuur gaat niet. Je hebt rust en ruimte nodig om kennis te laten indalen.’ ‘Voor mijzelf blijft dat trouwens ook een uitdaging. Misschien komt het door mijn leeftijd of door mijn drukke baan, maar ik vind het moeilijker dan vroeger om van a tot z een boek te lezen. Ja, ik lees wel meerdere boeken per week, maar vaak is het meer scannen dan lezen. Eigenlijk is meditatief lezen heel belangrijk. Dat je echt “kauwt” op een tekst, zodat het diep tot je kan doordringen. Zo kan een goed boek iets van jezelf worden; en die rijkdom straal je weer uit naar anderen.’

Studenten Twee rugtassen belanden op de achterbank. Twee paar lange jongensbenen proberen een plekje te vinden in de kleine ruimte achterin mijn auto. De deuren gaan dicht. ‘Rijden maar’, klinkt het. Het is maandagmorgen. Drie studenten rijden met mij mee naar Amsterdam. Twee jongens zitten achterin, een jongedame heeft zich naast mij gesetteld. Een frisse geur van parfum vult de auto. Eerst blijft het opvallend rustig in de auto. Het is ook nog vroeg en donker. Dan hoor ik af en toe een kuchje, keelgeschraap en ja hoor, daar klinkt het vanaf de achterbank: ‘En, wat ga jij doen in Amsterdam?’ ‘Ik loop stage bij een architectenbureau’, antwoordt een donkere jongensstem. Een geanimeerd gesprek volgt. ‘Ik heb eerst twee jaar conservatorium gedaan, maar ben geswitcht naar theologie. Ik studeer nu voor

het tweede jaar in Amsterdam’, hoor ik de andere student met kort krullend haar, achter mij vertellen. De studente naast mij heeft nog niets gezegd en luistert mee. Totdat het van achteren klinkt: ‘En jij?’ In mijn spiegel zie ik de beide jongens verwachtingsvol naar de dame naast mij kijken. ‘Ik ben bezig met mijn master kinderpsychologie en loop nu stage op een basisschool in Amsterdam Zuid.’ Terwijl ik zo naar het vrolijke gekwebbel luister, gaan mijn gedachten naar Linda. Zij werkte in een club, de eigenaar noemt het een ‘erotisch hotel’. Ik was daar met samen met een collega. We kwamen achter het hotel op de binnenplaats terecht. Je kon hier alleen via een soort draaihek komen, net als bij de ingang van een pretpark. Je moest eerst wel entreegeld betalen. Op de binnenplaats bevonden zich de verschillende kamers, heel luxe

ingericht met een jaccuzi en al. Bij één ervan ontmoetten we Linda. Zij liet ons haar kamer zien. Toen we weg zouden gaan, zei ze snel: ‘Ik heb psychologie gestudeerd en had mijn eigen praktijk. Maar het ging allemaal mis en nu zit ik hier.’ We rijden het parkeerterrein op. Uitstappen, rugzakken weer om, een hartelijke groet. De drie studenten gaan elk een kant op. ‘Heere, leid U hun leven en houd hen vast.’ Marijke de Wit-Bakker Manager van Scharlaken Koord. Deze column verscheen eerder in De Waarheidsvriend, het weekblad van de Gereformeerde Bond in de Protestantse Kerk in Nederland.

19


20

De Oogst juli-augustus 2015 Gebedskaart Menno de Vries


Gebedskaart Menno de Vries De Oogst juli-augustus 2015

21


22

De Oogst juli-augustus 2015 Dit lees ik Gertjan de Jong

DIT LEES IK

Liefde en respect Eline van der Woude werkt als preventiemedewerker bij Scharlaken Koord. Ze geeft voorlichtingslessen over thema’s als loverboys en weerbaarheid. Een boek dat haar de laatste tijd geïnspireerd heeft is ‘Liefde en respect’ van Emerson Eggerichs.

‘Op de voorkant van dit boek staat “De liefde waar zij naar verlangt, het respect dat hij nodig heeft”. Het is niet een boek dat ik snel zou kopen, het klinkt me wat te zoetsappig allemaal. Maar we kregen het boek van mijn schoonouders. Zij vonden het boek zo goed dat ze het cadeau gaven aan al hun kinderen.’ ‘Het hele boek draait om de boodschap die in Efeze 5:33 staat: “Maar ook voor elk van u geldt dat ieder zijn vrouw moet liefhebben als zichzelf, en dat een vrouw ontzag moet hebben voor haar man.” De schrijver zegt in het begin van zijn boek hierover: “Natuurlijk had ik dat vers al heel vaak gelezen, Ik had er zelfs over gepreekt bij huwelijksinzegeningen. Maar op de één of andere manier had ik nooit het verband gezien tussen liefde en ontzag,

respect. Paulus zegt heel duidelijk dat vrouwen liefde nodig hebben en vrouwen respect. Wat ik in dit boek zal aantonen, is dat de wisselwerking tussen liefde en respect de sleutel vormt voor elk probleem in een huwelijk.”

Ik denk nu beter na over hoe ik overkom op mijn man ‘Ik ben dit boek niet gaan lezen omdat ik huwelijksproblemen heb, hoor. Ik ben nu zes jaar getrouwd en ik geniet er enorm van om met zo’n leuke man getrouwd te zijn. Maar toch, op sommige momenten begrijpen we elkaar niet, zijn we boos op elkaar zonder duidelijke reden en blijkt dat we absoluut nog wat kunnen leren in onze communicatie.’

‘Ik herkende me in dat ik graag liefde ontvang van mijn man, maar dat ik dan wel met respect moet reageren! Maar wat is reageren met respect? Het boek geeft hier talloze voorbeelden van wat wel of niet respectvol kan overkomen. Aan het eind van het boek staan praktische toevoegingen. Zo staat er: “Vraag je zelf altijd af: komt, wat ik ga zeggen of doen, liefdeloos op haar over? Komt, wat ik ga zeggen of doen, respectloos op hem over?” ‘Het boek heeft mij geïnspireerd om na te denken over hoe ik overkom op mijn man en het heeft mij geïnspireerd om nog meer het beste uit ons huwelijk en uit onze communicatie te halen. En ik heb nu al gemerkt dat het werkt: toon ik hem meer respect, dan toont hij mij meer liefde!’

niet vergeten ‘Wat je niet moet vergeten: Als zij kritisch of boos is, schreeuwt ze om liefde; het is niet haar bedoeling om respectloos te zijn. Als hij lomp tegen je doet, of zich van je verwijdert, schreeuwt hij om respect; het is niet zijn bedoeling om liefdeloos te zijn.’ Bron: Liefde en respect, Emerson Eggerichs. Emerson Eggerichs Titel ISBN Omvang Prijs

Liefde en respect 978 906067 8770 368 pagina’s € 19,95


Christenvervolging Open Doors De Oogst juli-augustus 2015

christenvervolging

Door een wonder genezen en gered Zijn krachtige oproep klonk dagelijks vanaf een minaret. Mohand riep moslims op te bidden tot Allah en mensen luisterden graag naar zijn stem. Toch had de Here God een ander plan met zijn leven. Mohand vroeg om een wonder en kwam tot geloof.

In een kerkgebouw in Bejaia, een stad in het noorden van Algerije, begint Mohand te vertellen over zijn leven. ‘Ik groeide op met de normen en waarden van de islam. Mijn vader wilde dat ik een imam in een moskee zou worden en ik ging ik naar de bekendste islamitische school. Ik werd aangewezen als gebedsomroeper. Door mijn gezang leidde ik veel moslims in gebed.’

De dokter kon geen spoor van de ziekte meer vinden Het leven van Mohand en zijn gezin veranderde toen hun zoon ziek werd. ‘Mijn zoon was nog maar vijftien toen hij kanker kreeg. Zijn ziekte had een grote impact op mijn gezin.’ Een christelijke collega van Mohands dochter vertelde over Jezus Christus en Zijn kracht om mensen te redden en zieken te genezen. Op een dag

nodigde Mohands dochter deze collega bij hen thuis uit. ‘Ze vertelde over haar bekering en over wat de Here God in haar leven had gedaan. Door haar getuigenis werd ik bemoedigd om te bidden voor genezing van mijn zoon. Ik zei tegen Jezus: “Als U mijn zoon geneest, dan weet ik dat U de waarheid bent.” De Here God beantwoordde dat gebed: ‘Na enkele dagen verbeterde de gezondheid van mijn zoon. Tot ieders verbazing kon de dokter geen enkel spoor van de ziekte meer vinden in zijn lichaam. Voor de zekerheid liet de behandelende arts een onafhankelijke test doen.’ De arts liet weten dat Mohands zoon volledig genezen was en dat ze niet wist hoe dit kon gebeuren. ‘Ik vertelde haar dat het Jezus was die mijn zoon had genezen.’

Compleet veranderd Mohand gaf, samen met zijn vrouw en kinderen, zijn leven

Kerkgroei in Algerije Ondanks de beperkingen die de overheid oplegt, groeit de kerk in Algerije. Via de media en getuigenissen van gelovigen, horen mensen het Evangelie. Kerken hebben geen toestemming om zich te registreren en daarom komen de meeste christenen in het geheim samen. Het aantal christenen in Algerije wordt nu geschat op 35.000.

aan de Here Jezus. ‘Sindsdien is ons leven compleet veranderd. Jezus veranderde ons verdriet in vreugde! Ik heb God zien werken in mijn gezin. Ik wil graag getuigen van wat Hij voor mijn zoon gedaan heeft en hoe Hij ons leven heeft veranderd.’ Hij heeft het voordeel dat hij bekend is bij zijn buurtbewoners, omdat hij heeft geholpen bij het bouwen van de moskee. ‘Iedereen heeft gezien hoe hard ik heb gewerkt aan de moskee voordat ik tot geloof kwam. Als ik over Jezus vertel, dan luisteren mensen goed naar me omdat ze weten dat ik er heel serieus over ben.’ Er zijn ook mensen die niets meer met Mohand en zijn gezin te maken willen hebben. ‘Vroeger toen ik nog vanaf de minaret mensen opriep om te bidden, bewonderden mensen mij vanwege mijn mooie stem. Nu gebruik ik diezelfde stem om mensen het Evangelie te vertellen.’ Arend Pleysier Woordvoerder bij Open Doors

23


24

De Oogst juli-augustus 2015 Actueel Herman Meijer

Kinderen met Down: anders, niet minder Binnenkort neemt minister Schippers (Volksgezondheid) een belangrijk besluit. Zij gaat beslissen of de Niet Invasieve Prenatale Test (NIPT) aan alle zwangere vrouwen wordt aangeboden. Met deze test is het mogelijk om het Downsyndroom op te sporen. De diagnose dat een ongeboren kind mogelijk het Downsyndroom heeft, leidt in meer dan negentig procent van de gevallen tot het afbreken van de zwangerschap. Het platform ‘Zorg voor Leven’ besloot om een actie op te zetten. Als naam heeft de actie de titel ‘Anders, niet minder’ meegekregen. Kinderen met Downsyndroom wegselecteren past volgens Zorg voor Leven niet in een gezonde samenleving die uitgaat van goede zorg, liefde en inclusie. In Nederland zou niemand zich moeten verdedigen om wie hij is. Via een petitie probeert men minister Schippers en de Tweede Kamer

ervan te overtuigen dat mensen met het Downsyndroom anders maar niet minder zijn. Zowel Jan Westert (ChristenUnie) als Kees van der Staaij (SGP, zie kader) steunen de actie van harte. Jan Westert was tot voor kort voorzitter van het Wetenschap­pelijk Instituut van de ChristenUnie. Daarnaast is hij nog steeds fractievoorzitter van de ChristenUnie in de provincie Overijssel. ‘Het raakt mij dat de waarde van het

leven van gehandicapte mensen in onze samenleving steeds weer ter discussie wordt gesteld. Ik ben de vader van Kars. Kars is inmiddels 33 en hij heeft het syndroom van Down. Ik heb veel van hem geleerd. Zo stuurde hij naar de vader van zijn schoonzus, die ernstig ziek is en op sterven ligt, elke week een kaart. Hoogst persoonlijk geschreven met een zelf uitgekozen lied. Wij hoorden dat juist zo’n kaart enorm veel doet en

Kees van der Staaij met een groep mensen met Down in het gebouw van de Tweede Kamer.

Foto: Cees van der Wal


Actueel Herman Meijer De Oogst juli-augustus 2015

Kars en Jan Westert.

bemoedigt. Ik denk dan: Hoe krijgt hij het voor elkaar om zo’n treffend en passend lied te vinden? Kars kan dat. Hij staat naast mensen en heeft veel, echte aandacht.’ Volgens Westert is een Downvrije samenleving ook een arme samenleving. ‘Wij denken vaak in termen van maakbaarheid en rendement. Zoveel dat we de betekenis van het kwetsbare volstrekt uit het oog verliezen en zelfs menen dat uit te kunnen bannen. Mensen met een verstandelijke beperking vragen veel van de samenleving, maar geven minstens zoveel terug aan de mensheid.’

Wij denken vaak in termen van maakbaarheid en rendement ‘Kars beïnvloedt ons leven. Bij de geboorte moesten wij als ouders aanvaarden dat we een kind met een handicap hebben. Maar in ons leven hebben we van Kars leren genieten. Het is een prachtkerel die positief in het leven staat. Hij treedt anderen onbevangen tegemoet en slaat bruggen tussen mensen die jezelf soms niet zou slaan.’ Dat wil niet zeggen dat het altijd makkelijk is. Regelmatig krijgt de familie Westert onbegrepen reacties te verwerken. ‘Toen er bij ons in de kerk voor het eerst een aangepaste kerkdienst was voor mensen met een beperking, vroeg een gemeentelid aan mijn vrouw: “Moeten wij ons echt verlagen tot het niveau van gehandicapten?”

Foto: Anne Paul Roukema

Dat komt keihard binnen. Ook waren wij een keer in het ziekenhuis met Kars. De arts wist niet goed hoe hij om moest gaan met Kars en negeerde hem. Hij keek onze zoon straal voorbij. Communicatie was niet zijn vak. Kars sloeg hem aan het eind van het gesprek op de schouder en zei toen: “Goed gedaan jochie!”, zo is Kars!’

Positieve berichten Hoe zal de toekomst van kinderen met een Downsyndroom eruit zien? Jan Westert is allereerst positief. ‘In de vorige eeuw is de positie van mensen met een beperking geweldig geëmancipeerd. Dat zie je bijvoorbeeld in de terminologie. Vroeger hoorde je vaak de term “mongool” voorbij komen. Nu spreekt iedereen over kinderen met Down. Geestelijk gehandicapten werden mensen met een verstandelijke beperking. Vroeger werden mensen met een handicap bijna opgesloten in inrichtingen in de bossen. Gelukkig is dat nu anders. Er komen steeds meer kleinschalige woonvoorzieningen. Ook op de arbeidsmarkt zie ik vooruitgang. Er zijn al veel restaurants en theehuizen waar mensen met een beperking werken. Onlangs heeft Albert Heijn de eerste werknemer met het syndroom van Down in vaste dienst genomen. Dat zijn positieve berichten!’ Hij maakt zich echter ook zorgen. ‘Ik ben bang dat de échte acceptatie nog een lange weg te gaan heeft. In de medische wereld is de

NIPT-test belangrijk geworden. Ook ziet men de afbreking van zwangerschappen als een route om te voorkomen dat een kind met Down geboren wordt. Zowel vanuit mijn mensbeeld als vanuit mijn geloofsovertuiging heb ik daar grote moeite mee. We begeven ons op de heilloze weg van de maakbare mens.’ Als vader van Kars weet Jan Westert hoe het is om vader te zijn van een zoon met het Downsyndroom. ‘Er valt veel te verwerken, zeker in het begin, maar ik zou Kars niet willen missen. Hij heeft ons leven veel rijker gemaakt. Mensen doen weleens alsof een gehandicapt kind iets is wat niet te dragen is. Dat is absoluut niet zo.’ Wel maakt Westert zich zorgen over de financiële beheersbaarheid. ‘De positie van mensen met een beperking kan maar zo weer onder druk komen te staan. Als het Dikke Ik het in onze welvaartsmaatschappij echt voor het zeggen krijgt, staat de solidariteit met kwetsbaren onder druk. Dan denk ik wel eens: hoe arm kan een rijke samenleving zijn.’ Herman Meijer Spreker en gids voor Tot Heil des Volks, zie ook

www.meijerherman.nl.

Fantastische ervaring Om de petitie extra aandacht te geven, heeft de SGP-fractie een groep mensen met Down uitgenodigd voor een bezoek aan de Tweede Kamer. ‘Dat was een fantastische ervaring’, vertelt SGP-fractievoorzitter Kees van der Staaij. ‘Zowel voor hen als voor ons. Er waren jongelui die het leuk vonden om te vertellen over hun werk of stage. Anderen hadden daar iets meer moeite mee. Maar hoe verschillend ze ook waren, de levensvreugde straalde er bij allemaal vanaf. Als SGP-fractie ontvangen we veel groepen in de Kamer. Maar bij deze groep merkte ik extra hoe leuk ze het vonden om in het bekende gebouw van de Tweede Kamer rond te lopen. Ik vond het zelfs de mooiste groep die we ooit op bezoek hebben gehad.’

25


26

De Oogst juli-augustus 2015 Dit lees ik Matthijs Hoogenboom

DIT LEES IK

God verstaan Bram Neerhof werkt als freelancer op de financiële afdeling van Tot Heil des Volks. Hij leest graag en veel. Voor De Oogst koos hij ‘God verstaan’ van de Amerikaanse filosoof Dallas Willard, die vorig jaar overleed.

kracht en leven ‘Zoals het woord van God licht, materie en leven voortbracht in de schepping, zo komt het evangelie van Jezus tot ons terwijl we dood zijn voor God, hoewel we biologische gesproken leven. Het Evangelie geeft kracht en roept een reactie op uit zichzelf, zodat we in staat zijn om het Koninkrijk van God te zien en er deelgenoot van worden door er binnen te gaan. Het opent de deur van het verstand en dringt door in het hart. Van daaruit is het in staat de hele persoonlijkheid te veranderen.’ Bron: God verstaan, Dallas Willard. Dallas Willard Titel

God verstaan, groeien in vertrouwelijke omgang met God ISBN 978 9077 992006 Omvang 248 pagina’s Prijs € 18,95

Foto Pauline Mellema

‘In de kerk waarin ik opgroeide hadden we een oude dominee die zogezegd iets had met God. Er kwamen geen woorden uit waar ik veel aan had, maar je merkte wel dat hij echt leefde met God. Je hoort veel over een relatie met God, maar als je vraagt hoe dat er uit ziet, dan komen veel christenen niet verder dan bidden en Bijbellezen. Er is zoveel meer over te zeggen en dat doet Willard.’

Ons doel is groeien naar een volwassen relatie met Hem ‘Wat ik van het boek heb geleerd? Allereerst dat je relatie met God iets is dat groeit, net zoals andere

relaties. Van communicatie gaat het naar verbondenheid en van verbondenheid naar eenheid. Een man en een vrouw worden ook niet in een dag één. Dat maakt het ook begrijpelijk dat jongeren nog niet alles snappen. Ze moeten nog groeien.’

Liefhebbende Vader ‘Communicatie kan alleen goed gaan als je het karakter van de persoon met wie je te maken hebt snapt. God is een liefhebbende Vader die je helpt om keuzes te maken. Dat is het kader om Hem te leren verstaan. Daarbij moeten we nooit het vertrouwen verliezen dat we kunnen groeien in het verstaan van God. De cultuur om ons

heen maakt ons wijs dat het niet kan. Dat moeten we ons niet laten aanleunen.’ ‘God spreekt op verschillende manieren. De wereld is door Hem gemaakt. Zijn schepping straalt Zijn wezen uit. Zo communiceert Hij wie Hij is. Als je bij wijze van spreken naar National Geographic kijkt, kijk je naar Gods gedachten. Daarnaast drukt Hij Zich uit in Zijn Woord. Die twee uitingsvormen vullen elkaar aan. Ze geven richtlijnen voor een relatie, met als doel dat we groeien naar een volwassen relatie met Hem. Niet van: zo moet je leven, als een set instructies. Zijn Schepping en Zijn Woord helpen je om te zijn wie God wil dat je bent.’


Dit lees ik Gertjan de Jong De Oogst juli-augustus 2015

DIT LEES IK

Verrast door hoop Mirjam Pronk woont in Amsterdam en en ze werkt als leidinggevende in verpleeghuis Dr. Sarphatihuis. Ze kerkt bij de Weteringkerk, onderdeel van de Vrije Evangelische Gemeenten. Een voorganger daar raadde haar onlangs een boek aan: ‘Verrast door hoop van Tom Wright. Ze las het en werd geraakt. Hieronder legt ze uit waarom.

‘Op zondag ga ik naar de Amsterdamse Weteringkerk. De Weteringkerk en “Het Heil” hebben gezamenlijk dat Jan de Liefde hen heeft gesticht eind negentiende eeuw. De Willemsstraat in de Jordaan, waar de foto genomen is, is daarom voor mij een plek met historische betekenis.’

Het geloof in God heeft handen en voeten nodig ‘Door een van de voorgangers in een dienst in de Weteringkerk, werd ik op dit boek gewezen. Tom Wright is een Britse Anglicaanse theoloog. In het boek maakt

Wright twee dingen heel duidelijk. Om de Bijbelse boodschap over de toekomst van de wereld te begrijpen, kunnen we die niet los zien van de tijd waarin het geschreven werd en de Joodse tradities en gedachtewereld. Daarnaast laat hij heel goed zien dat de manier waarop wij in het leven van nu staan, beïnvloed wordt door hoe we over de toekomst denken. Vooral dat sprak me aan. Geen beloning achteraf voor goede werken, nee, christen zijn vraagt een bepaalde levenshouding in het hier en nu. Met de opstanding van Jezus is Gods plan om de schepping te vernieuwen al gestart. Dat is onze

wekelijkse inspiratie op zondag, de opstandingsdag!’ ‘Het geloof in God heeft handen en voeten nodig. In dat organische systeem is de beloning aan de activiteit gebonden. Elke zondag als ik de openingswoorden van de dienst hoor, bepaalt het me weer bij God, die als Schepper van hemel en aarde Zijn wereld en daarin ook mij niet loslaat.’

pasen is niet esoterisch ‘Als Pasen iets niet is, dan is het wel esoterisch of etherisch. Het gaat over de echte Jezus die uit een echt graf komt en een begin maakt met Gods echte nieuwe schepping. (…) De week na Pasen zou geen tijd moeten zijn waarin de predikanten een zucht van verlichting slaken en eindelijk op vakantie kunnen. Het zou een feestweek moeten zijn. Is het gek dat mensen er moeite mee hebben om in de opstanding te geloven, als wij niet eens onze hoed in de lucht gooien? (…) Is het gek dat de wereld er nauwelijks iets van merkt, als Pasen maar op een enkele dag gevierd wordt na veertig dagen van vasten en somberheid? De veertig dagen van Pasen tot Hemelvaart zou een tijd moeten zijn die de tijd vóór Pasen in evenwicht brengen, een tijd om iets nieuws op te pakken, iets dat gezond en vruchtbaar is, iets waarmee u naar buiten treedt en uzelf geeft.’ Bron: Verrast door hoop, Tom Wright. Tom Wright Titel ISBN Omvang Prijs

Foto Pauline Mellema

Verrast door hoop 978 9051 943627 328 pagina’s € 24,95

27


28

De Oogst juli-augustus 2015 Bijbelstudie Theodoor Meedendorp

Ik ren dus ik ben? Goed nieuws voor drukke mensen Of je nu op vakantie gaat of niet, rustperiodes en adempauzes zijn welkom in het drukke leven van westerse mensen. Die drukte heeft niet alleen te maken met het maken van meer uren, maar ook met de toegenomen intensiteit van leven waarin werk en privé steeds meer door elkaar zijn gaan lopen. Toch is een vakantieperiode of een adempauze niet automatisch rustgevend.

Auteur Beitske Bouwman schrijft: ‘Het woord vakantie is etymologisch verwant aan het Latijnse “vacare” wat leeg zijn, vrij zijn, betekent. Vakantie is dus letterlijk een leegte, een oningevulde tijd waarin alles mogelijk is. Toch zijn er maar weinig vakanties die ook werkelijk leeg blijven. (…) Juist waar de vakantie voor bedoeld is – de leegte – ,

lijken we massaal te mijden. (…) Zou het beangstigend zijn om volledig stil te vallen? Zouden we bang worden voor onze eigen gedachten, voor de stemmen in ons hoofd, bang voor wie we zijn als we ons omringen met niets? Of zouden we juist veel meer van onszelf terugvinden?’ (dagblad Trouw, 2 juli 2011). Aan de ene kant verlangen

‘Vakantie is letterlijk een leegte, een oningevulde tijd waarin alles mogelijk is.’

FOTO ARIE AMBACHTSHEER


Bijbelstudie Theodoor Meedendorp De Oogst juli-augustus 2015

mensen intens naar lege ruimte in hun hoofd en agenda. Aan de andere kant is die lege ruimte spannend en vult men die ruimte vaak zo snel mogelijk weer in, bang om zichzelf tegen te komen.

Werk en identiteit Want één van de redenen om het druk te hebben, is dat werk en ‘het druk hebben’ steeds meer bepalend zijn geworden voor onze identiteit. Wanneer je je voorstelt, vertel je al snel wat je doet in het dagelijkse leven en in welke functie je dat doet. En juist omdat werk zo bepalend is geworden voor wie je bent, is stil zitten en vakantie houden vaak lastig voor drukke mensen. Het antwoord ‘druk’ op de vraag ‘hoe gaat het?’ is niet alleen een feitelijke constatering met de onderliggende gedachte dat je het eigenlijk minder druk zou willen hebben. Het antwoord is ook een soort statussymbool. Je bent iemand als je het druk hebt. Je bent iemand als je veel wordt gebeld en je je vaak even moet excuseren omdat er een boodschap binnen komt. Je wordt gezien. Je krijgt aandacht. Je bent belangrijk. ‘Ik ren, dus ik ben.’

Zou het beangstigend zijn om volledig stil te vallen? Steeds meer belooft werk je leven zin te geven en jou een gevoel van waarde te bezorgen. En juist omdat werk zoveel belooft en dat ook schijnt waar te maken, des te meer heeft men ervoor over om het dan ook druk te hebben en extra uren te maken. Maar dat blijft niet zonder gevolgen. Ben je succesvol en heb je de top bereikt, dan komt met een gevoel van betekenis ook hoogmoed om de hoek kijken. Je kijkt niet langer naar boven, maar kunt naar beneden kijken. En al snel kun je het werk van de ander, die het niet zo ver geschopt heeft als jij, gaan onderwaarderen. En daar heb je nog een belang bij ook. Want wat gebeurt er met jou en met jouw aanzien als iemand langszij komt, ja, jou zelfs voorbij streeft? Ben je daarentegen niet succesvol en heb je de top nog niet bereikt, dan is daar hetop-je-tenen-lopen. Je streeft voortdurend naar meer. Je kijkt omhoog en probeert verder te komen. En zomaar reik je te hoog. Doe je je anders voor. Ga je dingen doen die niet voor jou bestemd zijn en die niet bij jou passen.

Davids rust Er leefde een koning die beweerde rust gevonden te hebben. Niet vanwege zijn status en ook niet vanwege alles wat hij bereikt had of wat hij dagelijks deed. David, koning van Israël, schrijft in Psalm 131: ‘Niet trots is mijn hart, niet hoogmoedig mijn blik, ik zoek niet wat te groot is voor mij en te hoog gegrepen. Nee, ik ben stil geworden, ik heb mijn ziel tot rust gebracht’ (vers 1-2a). Geen onrust, maar rust. Geen geluiden, maar stilte. Geen jacht naar erkenning. Geen zoektocht naar waardering. Niet

PSALM 131

1 Een pelgrimslied, van David. 2

HEERE, mijn hart is niet hoogmoedig, mijn ogen zijn niet trots, ook wandel ik niet in dingen die te groot en te wonderlijk voor mij zijn. Voorwaar, ik heb mijn ziel tot rust en tot stilte gebracht, als een kind dat de borst ontwend is, bij zijn moeder, mijn ziel is in mij als een kind dat de borst ontwend is.

3 Israël, hoop op de HEERE, van nu aan tot in eeuwigheid.

vanwege zijn titel. Niet vanwege het land waar hij de scepter over zwaaide. Niet vanwege alle toejuichingen van zijn onderdanen. Maar vanwege iets anders, wat hij niet zelf voor elkaar heeft gebokst, maar juist ontvangen heeft. En dat wat hij ontvangen heeft, kom je op het spoor als je kijkt naar het beeld dat David gebruikt. ‘Als een kind op de arm van zijn moeder, als een kind is mijn ziel in mij.’ (Vers 2b) Zie je het voor je? Misschien heb je het meegemaakt. Met je eigen kind, je kleinkind, of het kind van een ander. Het is onrustig, huilt, is beweeglijk en moe en heeft honger. En wat je ook doet, aan afleiding of lieve woordjes of gekke bekken of andere dingen, het kind blijft onrustig. Maar dan belandt het op schoot bij zijn moeder. Zij houdt het dicht tegen zich aan en geeft het te eten, streelt het en spreekt zachte, sussende woordjes. Ze geeft de warmte van haar lichaam aan het kind. En het wonderlijke gebeurt: het kind wordt rustig. Het houdt op met huilen, ligt stil en valt op den duur in een diepe rustige slaap. Hoe bijzonder en mooi is dat. Hoe dat kan? Door de onvoorwaardelijke liefde van een ander. In dit geval de liefde van een moeder.

Niet trots is mijn hart, niet hoogmoedig mijn blik Liefde van Jezus Ben je onrustig en druk, loop je op je tenen? Op zoek naar waardering en erkenning? Zoek je dat in je baan of andere bezigheden? Maakt dat het ook zo moeilijk om tijdens je vakantie werkelijk tot rust te komen? David adviseert: ‘Israël, hoop op de HEER, van nu tot in eeuwigheid.’ (Vers 3) Zoek je rust en erkenning allereerst bij God. Zo rustig als een kind bij zijn moeder is geworden, zo rustig kun je worden bij God. God die vraagt of Hij onvoorwaardelijk van jou mag houden. Of Hij mag bepalen wie jij ten diepste bent, en kunt worden:

29


30

De Oogst juli-augustus 2015 Bijbelstudie Theodoor Meedendorp

Adempauzes als spiegel en medicijn Gaat ‘ik ren, dus ik ben’ op voor jou? En verlang je ernaar dat dat verandert? Ga niet hard werken, maar ontvang. Want voor die verandering heb je iets van de Ander nodig. Wat jij kunt doen, is ruimte maken voor die Ander. Het is opvallend dat David zegt: ‘Ik heb mijn ziel tot rust gebracht.’ Actief, maar niet door eigen prestaties, bezittingen, banen of wat dan ook. Wel door actief ruimte te maken voor God zelf.

Drukte is een soort statussymbool

Als een kind op de arm van zijn moeder.

kind van Hem. Waar kun je die liefde vinden? Geloof in Jezus. Ben je trots en hoogmoedig en kijk je onrustig naar beneden? Zie daar iemand die hoger dan jou stond, maar bereid was de laagste plaats in te nemen: Jezus zelf. Hij wast je niet de oren, maar wel de voeten. Om stil van te worden. Loop je op je tenen en kijk je onrustig omhoog? Zie daar iemand, Jezus zelf, die zegt dat hij bereid is naar jou toe te komen om jou dat te geven wat jij uit alle macht probeert te bereiken – als dat je niet rustig maakt.

Zoek je rust en erkenning allereerst bij God Wanneer je deze Jezus ontvangt, gebeurt er iets bijzonders, zo bijzonder als dat kind op schoot bij zijn moeder. Johannes, een leerling van Jezus zegt het op de volgende manier: “Wie hem wel ontvingen en in zijn naam geloven, heeft hij het voorrecht gegeven om kinderen van God te worden.” (Johannes 1 vers 12) En een kind van God hoeft niet te werken om de liefde van God te krijgen, maar ontvangt liefde, puur en alleen omdat het kind van God is. Zoals een kind dat tot rust komt bij zijn moeder.

De schrijver Henri Nouwen bracht ooit zeven maanden door in een klooster. Hij hield van die tijd als monnik een dagboek bij en publiceerde dat onder de titel: ‘Vreemdeling in het paradijs’. Hij schrijft op vrijdag 12 juli, de tweede maand: ‘Als je steeds weer gespannen naar de brievenbus loopt in de hoop dat iemand “van buiten” aan je gedacht heeft, als je je blijft afvragen of je vrienden aan je denken en hoe. Als je verborgen verlangens koestert om in deze gemeenschap enigszins op te vallen, als je je maar blijft verbeelden dat de gasten jouw naam noemen. Als je steeds op zoek blijft naar tekenen van speciale aandacht van de abt of een van de andere monniken. Als je voortdurend hoopt op interessant werk en stimulerende gebeurtenissen – dan weet je dat je in je hart nog niet het kleinste plekje hebt kunnen inruimen voor God. Als niemand je meer schrijft, als bijna niemand meer aan je denkt of zich afvraagt hoe het met je gaat, als je gewoon een van de broeders bent, met dezelfde dingen bezig als zij, niet beter en niet slechter, als je door de mensen vergeten bent – misschien zijn dan je hart en geest leeg genoeg geworden om God werkelijk een kans te geven om zijn aanwezigheid aan jou kenbaar te maken.’

Geef Hem de kans Zijn aanwezigheid kenbaar te maken Laat een vakantieperiode of andere adempauze, waarbij er even geen informatie binnenkomt en er geen anderen om je heen zijn, momenten zijn waarbij je niet alleen jezelf tegenkomt, maar je ook kans loopt God te ontmoeten. Geef Hem de kans Zijn liefdevolle aanwezigheid aan jou kenbaar te maken. Niet pas morgen, maar vandaag. Het is tijd om te stoppen met rennen. Theodoor Meedendorp Voorganger van Hoop voor Noord, een multiculturele gemeente in Amsterdam-Noord, en docent levens­ beschouwing.


Dit lees ik Gertjan de Jong De Oogst juli-augustus 2015

DIT LEES IK

Ik zal nooit meer huilen Grace Willems werkt als coördinator kinderwerk bij De Sikkenberg, het recreatiepark van stichting Tot Heil des Volks. Ze is dit jaar 29 jaar getrouwd, heeft drie kinderen en drie kleinkinderen. Een boek dat haar leven sterk heeft beïnvloed is ‘Ik zal nooit meer huilen’ van ex-bendeleider Nicky Cruz. ‘Ik denk dat ik tussen de zestien en twintig jaar oud was toen ik dit boek voor het eerst las. Ik las in die tijd veel boeken waarin mensen hun levensverhaal vertellen. Dit verhaal kwam het dichtst bij mijn eigen leven. Ik denk dat ik het wel zes keer gelezen heb en elke keer las ik het weer met tranen.’

Elke keer las ik dit boek weer met tranen ‘Het boek gaat over Nicky Cruz, een Puerto-Ricaanse jongen uit een groot gezin. Hij komt op jonge leeftijd in de onderwereld van New York terecht. Door de prediking van David Wilkerson komt hij

in aanraking met de boodschap van vergeving en genade door Jezus Christus.’ ‘Op bladzijde 115 schrijft Nicky: “Niemand had mij lief, niemand had ooit van mij gehouden.” Ook schrijft hij dat hij doodsbang is voor de dominee die zegt dat God van hem houdt. Zo was ook mijn leven. Vanaf mijn tweede tot aan mijn zestiende heb ik in kindertehuizen gewoond. Ik heb nooit echt gevoeld dat er iemand van mij hield. Pas op mijn zestiende heb ik dat op een zondagmorgen in een kerk morgen ervaren. Ik was zo verhard en had, net als Nicky, jarenlang geen traan meer gelaten. Niemand die mijn muur zou neerhalen. Maar God kon mij bereiken!’

‘Het leven van Nicky Cruz maakt duidelijk hoe God wat gebroken is kan herstellen. Dat heb ik ook zelf ervaren. Met Gods hulp ben ik die nare tijd in de kinderhuizen te boven gekomen. Mijn ouders konden mij niet de liefde geven die ik nodig had, maar ik heb mijn hemelse Vader leren kennen. Het is niet zo dat mijn leven nu ineens makkelijk is. Ik draag nog de littekens van wat ik heb meegemaakt, maar ik kan ermee dealen. Iedereen maakt moeilijke dingen mee. De vraag is: hoe ga je ermee om? Laat je je behandelen door je hemelse Maker? Als ik Hem niet kende, was er voor mij geen leven. Door het boek van Nicky Cruz heb ik meer zicht gekregen op Zijn reddende liefde.’

Liefde van Jezus Nicky Cruz over zijn eerste ontmoeting met predikant David Wilkerson: ‘Ik moest aanvankelijk niets van hem hebben. Ik schold hem uit en dreigde hem te vermoorden. Maar Wilkerson zei: “Ik ben gekomen om te zeggen dat Jezus van je houdt. Je kunt me doden en in duizend stukken hakken, maar elk stukje zal blijven roepen dat Jezus van je houdt.” Twee weken later gaf ik me over aan de liefde van Jezus.’ Nicky cruz Titel ISBN Omvang Prijs

Ik zal noooit meer huilen 978 90 6067 275 4 252 pagina’s € 8,95

31


32

De Oogst juli-augustus 2015 Thema Oscar Lohuis

God heeft gesproken Christendom is in wezen de godsdienst van het Woord van God. De levende God heeft het initiatief genomen Zichzelf te openbaren. In die openbaring komt Zijn heil tot de gevallen mensheid. Christenen zijn herauten van het goede nieuws, dat van God Zelf komt. Zij mogen zich zien als zijn ambassadeurs of vertegenwoordigers, die Gods woorden laten doorklinken (1 Petrus 4:11).

We kunnen erop vertrouwen dat de soevereine en genadige God Zijn boodschap weerklank zal laten vinden in de harten van mensen. Ik weet nog goed dat, toen ik als 27-jarige voor het eerste werd aangesteld als predikant, mensen mij wel vroegen of het niet een probleem was dat ik nog zo jong was voor een dergelijke belangrijke functie. Voor mijzelf was het natuurlijk ook een hele stap om deze verantwoordelijkheid op mij te nemen. Als antwoord daarop zei ik dat ik waarschijnlijk twintig jaar later met meer ervaring en volwassenheid in het werk zou staan, maar dat de zegen en het gezag toch vooral in het Woord van God gelegen lag, en niet primair in de persoonlijkheid en kwaliteiten van de predikant. Die overtuiging heeft mij over de drempel geholpen, en in de praktijk is het ook zo gegaan dat getrouwe uiteenzetting en verkondiging van de Bijbel voor veel mensen tot zegen is geworden.

Gezag van het Evangelie Door de jaren heen is mijn vertrouwen in het gezag van het Evangelie gegroeid. We hoeven niet zelf kracht te verlenen aan de boodschap van Jezus Christus, we hoeven die kracht niet zelf te genereren. De kracht is inherent aan de boodschap zelf, omdat het de boodschap van God is. Spurgeon zei ook dat we het woord van God niet hoeven te verdedigen, net zo min als dat je een leeuw in de natuur hoeft te verdedigen: ‘Defend the Bible? I would as soon defend a lion!’ We kunnen volledig vertrouwen op de kracht die er is in Gods Woord. We mogen het tot ons nemen en rustig doorgeven aan anderen, en God zal de zijnen door ons getuigenis tot zich roepen. Uiteindelijk draagt Hij daar zorg voor, dat de uitverkorenen respons zullen geven, tot Zijn eer.

We hoeven niet zelf kracht te verlenen Christus’ woorden Maarten Luther schrijft in zijn zogenaamde tafelgesprekken: ‘Terwijl Philip Melanchton en ik een pot bier zaten te drinken, heeft het Woord van God alles gedaan.’ Daarbij bedenkende welk een enorme verandering van kerk en samenleving de

Reformatie heeft teweeggebracht, is het buitengewoon bemoedigend en ontspannend om dit te beseffen. Vertrouwen in de kracht van het Woord van God verlost ons van de kramp die ontstaat wanneer wij denken dat wij het allemaal zelf moeten klaarspelen.

Geweldige ontspanning De manier waarop we denken over en bezig zijn met evangelisatie en gemeenteopbouw hangt af van onze theologische overtuigingen. De houding waarmee wij aan het werk zijn, wordt daar namelijk sterk door bepaald. In de praktijk van het bezig zijn met het werk van de Heer kan makkelijk een houding ontstaan van: ‘Als wij het nu maar zus en zo doen, dan zal dit en dat eruit volgen.’ Calvijn sprak echter over een diep wantrouwen in de eigen vermogens van de mens om iets voor God te kunnen betekenen. We moeten daarom ruimte aan God laten, omdat Zijn werken en handelen niet in een systeem te vatten zijn. Zicht op de soevereiniteit van God in het uitwerken van Zijn heilsplannen geeft een geweldige ontspanning in ons werken voor God in de gemeente.

Vertrouwen in de kracht van het Woord verlost ons van kramp De gemeente is geen podium voor mensen, een plek waar mensen kunnen en moeten presteren en uitblinken. De gemeente is een bouwwerk van God, een plaats waar Hij woont en waar Hij heilzaam werkt onder de mensen. Gods Woord doet iets waar wij zelf niet toe in staat zijn. Het legt de motieven van de mensen bloot, de zelfgerichtheid van het zondige hart zal aan het licht komen, het bankroet van de eigen gerechtigheid zal worden doorgrond, en van daaruit zullen mensen zicht krijgen op de heerlijkheid van de Messias. Alleen zo ontstaat er geloof, geloof dat de wereld overwint (I Johannes 5:5). Uiteindelijk maakt onze theologische zienswijze alle verschil voor de praktische uitwerking, voor de wijze waarop wij te werk gaan in de plaatselijke gemeente en in christelijke organisaties.


Thema Oscar Lohuis De Oogst juli-augustus 2015

God heeft er voor gekozen tot ons te spreken door middel van geschreven woorden.

Uit de tijd? Vanwege de beeldcultuur waarin wij leven, en vanwege de moeite die mensen tegenwoordig hebben met gezagsfiguren, wordt er wel gezegd dat we niet meer veel moeten en kunnen verwachten van prediking. Het verschijnsel dat één man of vrouw voor een groep van mensen staat en een monoloog houdt, waarin hij of zij hen zegt wat waar is en wat mensen moeten geloven en doen, is volgens sommigen uit de tijd. De aandacht voor de muziek en de ruimte voor andere elementen in een dienst is sterk toegenomen, waarbij vooral ook beeldmateriaal en optredens van mensen in de vorm van drama en dans in veel gemeenten een plaats hebben gekregen. Ik wil niet beweren dat dit allemaal verkeerd is of geen plek zou mogen hebben. Het is wel verkeerd wanneer er voor deze vormen gekozen wordt omdat men eigenlijk niet meer vertrouwen heeft in de prediking. En het is ook niet goed als het er toe leidt dat er nog maar twintig minuten voor de preek overblijft, omdat de mensen al meer dan een uur hebben gezeten voordat de prediker aan het woord komt.

Gods handelen is niet in een systeem te vatten De predikant staat daar niet op eigen gezag, hij staat daar niet als mens andere mensen te zeggen wat ze moeten geloven of hoe ze moeten leven.

FOTO ARIE AMBACHTSHEER

Hij geeft de woorden van God door, zowel de gemeente als hijzelf luisteren naar wat God door zijn Woord en Geest tot de gemeente wil zeggen. De prediking van het Woord door middel van gedegen expositie van Bijbelgedeelten, waarbij de tijdloze principes van het Woord worden doorgegeven en toegepast op het leven hier en nu, is Gods spreken tot ons vandaag. Uiteindelijk kan je met woorden veel meer zeggen dan met beeldmateriaal. De mogelijkheden van het gesproken en geschreven woord overstijgen de mogelijkheden van het uitbeelden vele malen. Allerlei ideeën en gedachten en werkelijkheden kan je veel sneller en duidelijker met woorden doorgeven dan met beelden. God heeft er voor gekozen tot ons te spreken door middel van geschreven woorden en ons de opdracht gegeven Zijn boodschap door te geven door middel van gesproken woorden. Een heroriëntatie op de plaats van de prediking en het onderwijs in de gemeenten kan daarom heel nuttig zijn. Hoe is het gesteld met de kwaliteit daarvan in onze gemeenten? Wat kunnen we doen om ervoor te zorgen dat de kwaliteit daarvan toeneemt en het Woord in ons midden weer de plaats krijgt die het toekomt? Oscar Lohuis Prediker en evangelist, zie ook ning.nl.

www.goednieuwsbedie-

33


34

De Oogst juli-augustus 2015 Zending Matthijs Hoogenboom

Pionieren op Groenland Hij zag op tegen de korte dagen in de winter, maar wat hij in de praktijk lastiger vindt is dat het in de zomer nooit helemaal donker wordt. De kou is te doen, je kunt je ertegen kleden. Vorig jaar juni stonden ze voor hun vertrek naar Groenland in De Oogst. Nu, na negen maanden zijn ze even terug in Nederland: Peter de Graaf, zijn vrouw Katharina en hun zoontje Joël.

De locatie voor het gesprek is de Shelter City. Hier heeft Peter jarenlang gewerkt als nachtman. Sinds zijn bekering is Peter een enthousiaste evangelist: ‘Ik houd van Jezus, dat is mijn drijfveer.’ In 2006 ging hij met zendingsorganisatie Jeugd met een Opdracht voor het eerst naar Tasiilaq, Groenland. ‘Het dorp is moeilijk bereikbaar. In de winter alleen per helikopter. Het heeft ongeveer tweeduizend inwoners. Alcoholisme, incest en huiselijk geweld zijn problemen waar de Groenlanders mee te kampen hebben. In vergelijking met de rest van de wereld plegen hier de meeste mensen zelfmoord.’ Tijdens die eerste reis kwamen er mensen tot geloof. Er gebeurden wonderen. ‘En toen gingen we weer weg.’ Dat bleef knagen. Vorig jaar gingen ze terug, nu voor langere tijd.

In de winter is het dorp alleen per helikopter bereikbaar Kort voor hun vertrek blijkt het huis dat hen was toegezegd aan iemand anders te zijn verhuurd. Een tegenvaller. Een voorganger in Groenland die van hun plannen heeft gehoord, nodigt hen uit om naar de Westkust te komen. Tasiilaq ligt aan de Oostkust. De plannen moeten dus worden bijgesteld. ‘We woonden vier maanden in de kerk, waar we alleen een slaapkamer hadden. Hierdoor leerden we de gemeente goed kennen. We proefden de cultuur. Dat was de beste voor-

bereiding die we konden krijgen.’ Het Groenlands is voor het Nederlandse echtpaar problematisch. ‘Het is een moeilijke taal met lange woorden. We hebben alleen een paar liederen geleerd. Maar de aanwezigheid van God ervoeren we tijdens de diensten precies zoals we die in Nederland ervaren. Dat is zo fantastisch!’

Bedreiging Uiteindelijk lukt het om in Tasiilaq een hotelappartement te huren, een ruimte van veertig vierkante meter. ‘De winter was koud, dus we kwamen niet veel buiten. Mensen komen heel makkelijk binnenlopen. Op de één of andere manier hebben ze iets kinderlijks over zich. Ze zijn open en stellen mooie vragen. Ze vinden zichzelf soms dom. De opleidingsmogelijkheden zijn dan ook beperkt. Als je wilt studeren moet je naar de westkust of naar

Denemarken. Dat is een hele stap, want ze spreken daar ook nog eens een andere versie van het Groenlands.’ Samen met een echtpaar dat nog niet lang geleden tot geloof kwam, beleggen Peter en Katharina zondagse diensten. Dat roept zowel positieve als negatieve reacties op. ‘Bijna iedereen in Groenland is luthers, maar dat betekent vooral dat je door de kerk gedoopt en begraven wordt. We hebben het gevoel dat de kerk ons als bedreiging ziet. Daarom dringen we er niet op aan dat mensen zich laten dopen. Die beslissing moeten ze zelf nemen. Iemand die zich wilde laten dopen vroeg: “Maar wie gaat mij dan begraven?” Je uit laten schrijven bij de lutherse kerk is zoiets als je uit laten schrijven bij de gemeentelijke basisadministratie. Je bent dan min of meer uitgestoten door de gemeenschap.’


Zending Matthijs Hoogenboom De Oogst juli-augustus 2015

In de kleine maar hechte gemeenschap die aan het ontstaan is, merkt Peter honger naar de Bijbel. In de zondagse diensten wordt hij gedwongen terug te gaan naar de kern. ‘De dienst wordt getolkt door een Groenlandse die aardig Engels spreekt. Dat betekent wel dat ik alle franje weg moet laten. Het is terug naar de basis. Wie is God? Wie ben jij? Wat is zonde? Wat is bidden? Kerkgangers zijn niet gewend zelf te bidden. Iemand zei verbaasd: “Ik wist niet dat wij dat ook mochten.” Juist in de eenvoud van de boodschap komt de kracht van Gods Woord openbaar. De verhalen spreken voor zich. Hier in Nederland merk ik weer hoe onze geloofstaal vol jargon zit. Dat gaat in Groenland zoveel mogelijk aan de kant.’

Spannende tijd Al gauw blijken de zondagse diensten niet genoeg. In hun hotelkamer beginnen Peter en Katharina met een Bijbelschool. De eerste keer komen er ongeveer tien mensen. Eén van de bezoekers komt met tegenzin, maar gaat veranderd naar huis. Een andere bezoeker kan vanwege slecht zicht niet goed lezen. Er wordt met haar gebeden. De week erop

is het wonder gebeurd: ze kan nu de Bijbel lezen. Een derde heeft al tien jaar last van migraine. Elke maand heeft ze wel een aanval. Na twee maanden vraagt haar man hoe het eigenlijk zit met die migraine. Ze heeft er geen last meer van. ‘Er was voor haar niet eens specifiek gebeden.’

Het is terug naar de basis. Wie is God? Wat is zonde? Ook nu is het voor Peter en zijn gezin weer een spannende tijd. Als ze teruggaan, hebben ze nog vijf weken onderdak. Ze hebben een huis aangekocht met het idee daar de Bijbelschool voort te zetten en onderdak te bieden aan korte termijn zendelingen. Er moet veel worden verbouwd. Kosten: anderhalve ton. ‘Het bestellen van de materialen is een lastige klus. Je kunt niet even naar de Gamma als je iets vergeten bent. Als je iets essentieels mist, kan je niet verder.’ ‘Ik heb geen verstand van bouwen. Daarom gaan we samenwerken met een professionele Groenlandse timmerman. We willen de taal leren, maar dat is ingewikkeld en tijdrovend. Ik maak

me wel eens zorgen, maar kom dan weer uit bij Jezus’ woorden: “Zoek eerst het koninkrijk van God.” Hij heeft bewezen trouw te zijn. We moesten een bepaald maandbedrag rond hebben voor we naar Groenland konden. Dat is gelukt. Nu is het bedrag dat we nodig hebben groter, maar mijn God is niet veranderd.’

We gaan pas weg als er een gezonde gemeenschap is De insteek is om voor langere tijd in Groenland te blijven. ‘We gaan pas weg als er een gezonde gemeenschap is.’ Dat is een behoorlijk offer, merk ik op. Waarom doe je zoiets? ‘Ik houd van Jezus. Hij geeft de bereidheid. Niet iedere christen hoeft zendeling te worden, maar je moet wel bereid zijn alles op te geven, jezelf te verloochenen en je kruis op te nemen. Trouwens, ik mag nog blij zijn dat ik niet naar het Midden-Oosten ben gestuurd.’ info Voor meer info over het zendingswerk van Peter en Katharina zie: www.lightingreenland.com.

35


36

De Oogst juli-augustus 2015 Israël Bart Wallet

Joodse feesten voor Nederlandse christenen? Het is een bescheiden ontwikkeling, maar hij groeit wel: christenen die joodse feesten gaan vieren, van de zondag op de sabbat overstappen, naar nieuwe ‘messiaanse’ gemeenten gaan. Hoe moeten we die ontwikkeling waarderen? Is dit een terugkeer naar het vroege christendom – of juist een breuk?

De reacties op de voorzichtige groei van deze ‘messiaanse’ beweging, lopen sterk uiteen. Vanuit christelijke kring is er sprake van afkeuring omdat er een breuk ontstaat met de eeuwenoude christelijke traditie, maar is er anderzijds ook interesse: wat beweegt deze mensen? Wat hebben ze gevonden wat ze kennelijk in de gangbare kerken en gemeenten niet vonden?

De joodse commentaren zijn vaak veel uitgesprokener. Een enkeling, vooral uit liberaal-joodse hoek, reageert positief. Dat past binnen de universele traditie van het liberale jodendom vanuit de negentiende eeuw: het jodendom is bedoeld voor joden, maar wil uiteindelijk de hele mensheid dienen. Vanuit die insteek valt een wending van christenen naar joodse vormen en inhouden positief te duiden: chris-

tenen ontdekken de betekenis van het jodendom en gaan dat in hun eigen context uitleven.

Joodse kritiek Veruit de meeste joden – ortho­ dox, liberaal en niet-vroom – wijzen de hele ‘messiaanse’ beweging echter scherp af. Daarvoor hebben ze meerdere argumenten. Het eerste is dat ze er een verkapte zendingsbeweging in

Een joodse man verzamelt palmtakken voor het Loofhuttenfeest.

Foto Arie Ambachtsheer


Israël Bart Wallet De Oogst juli-augustus 2015

zien, weer een nieuwe poging van christenen om joden van het jodendom af te trekken. Het tweede is dat ze heel principieel stellen dat de joodse feesten en gebruiken door God exclusief aan het joodse volk zijn gegeven en niet zijn bedoeld voor de ‘volkeren’. Ook in een joodse visie op de eindtijd past het niet dat alle volkeren ‘joods’ gaan worden. Israël is een priestervolk voor alle naties, maar alle naties hoeven geen priesters te worden.

Veel joden wijzen de ‘messiaanse’ beweging scherp af Het derde is meer emotioneel: na eeuwen waarin christenen joodse feesten en gebruiken fel hebben bestreden en als ‘ceremonialisme’ hebben verworpen, maken ze nu na de Tweede Wereldoorlog en de stichting van de Staat Israël plotseling een wending van 180 graden. Veel joden hebben het idee dat de joodse traditie wordt afgepakt, geconfisqueerd door christenen. Zij zien liever dat christenen zich opstellen als ‘goede christenen’, in plaats van zich voor te doen als ‘halve joden’.

Herwaardering jodendom Genoeg redenen om deze trend wat meer tegen het licht te houden. Een positief element is de herwaardering die ontstaat voor het jodendom, joodse feesten en gebruiken. De manier waarop kerken eeuwenlang het jodendom hebben genegeerd of afgewezen en de joodse traditie als ‘wettische werken’ hebben afgewezen, wordt terecht doorbroken. Er is een levende joodse traditie, die elementen uit de Bijbel tot op de dag van vandaag uitleeft. Pesach en Jom Kippoer – om twee voorbeelden te noemen – zijn niet alleen iets uit het Bijbelse verleden, maar zijn dagen die nog altijd worden gehouden door miljoenen joden over de hele wereld. De vraag is echter wel wat een dergelijke herwaardering van joodse feesten en gebruiken vervolgens voor christenen betekent. Is het de bedoeling dat christe-

nen hun eigen kerkelijke kalender verlaten en de joodse omarmen? Sommigen in de ‘messiaanse’ beweging betogen dat met kracht: de christelijke feestdagen zouden ‘onbijbels’ zijn, de joodse feesten zouden de echte, ‘bijbelse’ feestdagen zijn. Een dergelijke opvatting vindt echter geen steun in zowel de joodse als de christelijke traditie. De joodse traditie stelt dat joodse feesten bedoeld zijn voor joden en er zijn allerlei gebruiken (mitzvot) die niet door niet-joden uitgevoerd mogen worden. Christenen die dat toch gaan doen ‘spelen’ in joodse ogen met heilige zaken. We leven in een vrije, open samenleving en verboden kan het niet worden, maar respect zal hiervoor uit joodse hoek zeker niet komen.

Christelijke levensstijl De christelijke traditie levert echter ook de nodige kanttekeningen op. Toen de jonge christelijke beweging naast de joden van het eerste uur ook steeds meer nietjoden begon aan te trekken, werd een fundamenteel debat gevoerd. Moesten de nieuwe gelovigen om bij de christelijke gemeente te gaan behoren ook toetreden tot het joodse volk? Moesten zij ook ‘het juk van de Tora’ op zich nemen, zich laten besnijden, de joodse feesten gaan vieren?

Israël is een priestervolk voor alle naties De meningen hierover liepen sterk uiteen. In Handelingen 15 komt het tot een diepgaand gesprek en een breed gedragen oplossing, voorgesteld door Jacobus. Nietjoodse gelovigen hoefden geen joden te worden, maar kregen de vrijheid om een eigen christelijke levensstijl te ontwikkelen. Wel moesten zij zich expliciet onthouden van heidense gebruiken en feesten. Tussen jodendom en heidendom ontstaat zo een christelijke levensstijl: niet-joods en niet-heidens, verbonden met de traditie van het Oude Testament en de evangeliën én verbonden met de heidense volkeren waar-

van men deel uitmaakte. Een Romeins christen bleef Romein en moest zijn eigen cultuur ‘ingaan’ om het geloof te verspreiden.

De christelijke feestdagen zouden ‘onbijbels’ zijn De vroege kerk moest met die dubbele erfenis én met de vrijheid die ze in Handelingen 15 verkreeg, een eigen koers uitzetten. Daarbij werd de band met het Oude Testament niet doorgeknipt, maar werd een nieuwe manier gevonden voor niet-joden om basale elementen jaarlijks te doorleven. Diverse feesten, zoals Pasen en Pinksteren, werden nu opgenomen in een nieuwe kalender waarin het leven van Jezus centraal staat: van de aankondiging van zijn geboorte (advent), via lijden, kruis, opstanding en hemelvaart naar de uitstorting van de heilige Geest met Pinksteren. De nieuwe christelijke kalender staat niet tegenover de joodse, maar ernaast. In Handelingen 15 wordt namelijk niet gezegd dat joodse gelovigen moesten breken met hun joodse identiteit: zij bleven volop deel van het joodse volk en deelden in de specifieke roeping van Israël. Het is de tragiek van de kerk dat in de eerste eeuwen de ruimte voor deze groep joodse christenen steeds beperkter is geworden en zij zelfs werden vervolgd. Het is een goede zaak als christenen nu de joodse feesten en gebruiken herontdekken, daarvan willen leren en zich erdoor laten inspireren. Maar het gaat tegen de besluiten van de apostelen in Handelingen 15 in als niet-joden zich gaan gedragen als joden; zij moeten hun missionaire roeping onder de eigen ‘heidense’ volkeren trouw blijven. De christelijke kalender, gecentreerd rond Jezus, kan hen daar alleen maar bij helpen. DR. Bart Wallet Historicus, gespecialiseerd in de geschiedenis van het jodendom.

37


38

De Oogst juli-augustus 2015 Boek Matthijs Guijt

De onverwerkte Holocaust In ‘De onverwerkte Holocaust’ vraagt Ad Prosman aandacht voor belangrijke vragen. Welke impact had de Holocaust op het denken en handelen van de kerk in en rond de Tweede Wereldoorlog? Waarom is theologische bezinning op de Holocaust wezenlijk voor het denken over God, het lijden, Israël en de kerk? De auteur, emeritus predikant binnen de Protestantse Kerk in Nederland, schetst de bredere historische context van de aanwezigheid van Joden in Europa door de eeuwen heen. Hij kiest daarvoor een genuanceerde benadering. Daarnaast analyseert Prosman de houding van de kerken in Duitsland voor, tijdens en na de Tweede Wereldoorlog ten opzichte van de nazi’s. In het tweede deel van het boek gaat Prosman

in op de theologische actualiteit van de Holocaust. Hij constateert dat er in de naoorlogse theologie maar heel summier aandacht is besteed aan de impact van de Holocaust. De auteur realiseert zich dat ons terughoudendheid past wanneer we denken en spreken over de ‘zin’ van de Holocaust en het immense lijden van het Joodse volk. Indrukwekkend vind ik in dit verband de uitgebreide bespreking van de ‘Totesfuge’, van de Joods-Roemeense dichter Paul Celan (blz. 169-174). Het boek maakt duidelijk dat de kerk van nu kan leren van de halfslachtige houding van de kerk van toen. Zeker nu het antisemitisme in de wereld aan kracht toeneemt. Prosman geeft een aantal sterke voorzetten om te komen tot verdere doordenking van wat

Ja, ik wil een abonnement op De Oogst! Ik neem een jaarabonnement (22,50 euro per jaar) en kies voor welkomstgeschenk nummer : Ik geef een jaarabonnement cadeau (eenmalig 22,50 euro). Ik neem een gratis proefabonnement van drie maanden. Ik geef iemand een exemplaar van De Oogst cadeau. Mijn gegevens: M/V

hij ‘de diepste oorzaak’ van de Holocaust noemt (blz. 265): ‘Het is de ongrijpbare, satanische wil om Gods beloften aan het Joodse volk uit te wissen. Als de beloften namelijk worden uitgewist, wordt alles uitgewist: verleden, heden en toekomst, en dan verdwijnt niet alleen het Joodse volk, maar ook de kerk.’ Matthijs Guijt

AD PROSMAN Titel De onverwerkte Holocaust Omvang 280 pagina’s Prijs € 24,90 Uitgever Boekcentrum, Zoetermeer, 2015 ISBN 978-90-23970200

Welkomstcadeaus bij een jaarabonnement 1. Gratis wandeling met De Wandelende Tak, www.ontmoetamsteranders.nl 2. Dat jij nog leeft! Het levensverhaal van Rooie Bram, internaatsjongen, drugsdealer en hulpverlener. 3. Eva. Het verhaal een ex-prostituee en haar nieuwe leven samen met God. 4. Tijdloze bureaukalender in de lijn van FEM! (Ark Media). Met mooie uitspraken van vrouwen, inspirerende oneliners, zegenbeden en quotes.

Naam

1

Straat Postcode

Plaats

Telefoon

2

Geb.datum

3 4

E-mail

IBAN-rekeningnummer Datum

Handtekening

Ik ontvang graag de e-mailnieuwsbrief van: Tot Heil des Volks De Wandelende Tak Scharlaken Koord De Sikkenberg Shelter Youth Hostel Ministry

Opgeven kan ook via www.deoogst.nl Deze bon kunt u gratis (zonder postzegel) opsturen naar: Waypoint Urk

Ik geef een cadeau-abonnement of een gratis exemplaar aan: M/V

Naam

Telefoon

Abonneren sept 2014.indd 1

Tot Heil des Volks Antwoordnummer 9389 1000 XH AMSTERDAM Aan het einde van het abonnementsjaar wordt uw abonnement automatisch verlengd, tenzij u een maand van tevoren het abonnement opzegt. Cadeauen proefabonnementen worden niet automatisch verlengd. Door ondertekening van dit formulier geeft u toestemming aan Stichting Tot Heil des Volks (incassant-ID NL97ZZZ405302330000) om een eenmalige of doorlopende incasso-opdracht van het abonnementsgeld naar uw bank te sturen en aan uw bank om deze afschrijving comform de opdracht van Tot Heil des Volks uit te voeren.

Straat Postcode

Waypoint Kampen

Plaats E-mail

Tot Heil des Volks incasseert in de laatste week van elke maand. Als u het niet eens bent met deze afschrijving, kunt u deze binnen 8 weken eenvoudig laten terugboeken door contact op te nemen met uw bank.

04-08-14 11:35


Tot Heil des Volks De Oogst juli-augustus 2015

dank voor uw steun

tot heil des volks

Hoofdkantoor

Evangelisatie, hulpverlening en profetisch geluid O.Z. Voorburgwal 241, 1012 EZ Amsterdam 020 344 6310 020 420 2394 info@totheildesvolks.nl www.totheildesvolks.nl facebook.com/totheildesvolks twitter.com/thdvamsterdam Bereikbaar: ma.-do. 9.00-16.30 uur (behalve de lunch); vr. 9.00-12.30 uur.

De Shelter

Youth Hostel Ministry info@youthhostelministry.org www.youthhostelministry.org facebook.com/shelteryouth.hostelministry Shelters twitter.com/shelterams The Shelter City Barndesteeg 21, 1012 BV Amsterdam 020 625 3230 020 623 2282 city@shelter.nl www.shelter.nl The Shelter Jordan Bloemstraat 179, 1016 LA Amsterdam 020 624 4717 020 627 6137 jordan@shelter.nl www.shelter.nl

Scharlaken Koord

Straatwerk, preventie en hulp足verlening rond prostitutie Barndesteeg 25, 1012 BV Amsterdam 020 622 6897 020 330 2224 info@scharlakenkoord.nl www.scharlakenkoord.nl twitter.com/bewareloverboys Preventiewerk 020 626 0845 info@bewareofloverboys.nl www.preventiescharlakenkoord.nl

info@waypoint-urk.nl www.waypoint-urk.nl twitter.com/waypointurk Kringloop Waypoint Vliestroom 21, 8321 EG Urk 0527 239 924 kringloop@waypoint-urk.nl www.kringloopwaypoint.nl facebook.com/kringloopwaypoint

Waypoint Kampen

Verslavingszorg en preventie Boven Nieuwstraat 105-1, 8261 HC Kampen 038 331 6660 info@waypoint-kampen.nl www.waypoint-kampen.nl facebook.com/waypointkampen twitter.com/waypoint_kampen twitter.com/thecapekampen Winkel Waypoint Kampen Tweedehandskleding en accessoires Oudestraat 136, Kampen info@waypoint-kampen.nl www.waypoint-kampen.nl

Christelijk recreatiepark Sikkenbergweg 7, 9591 TD Onstwedde 0599 661 144 info@sikkenberg.nl www.sikkenberg.nl facebook.com/sikkenberg twitter.com/sikkenberg

AHA

Dagopvang voor dak- en thuislozen O.Z. Voorburgwal 125, 1012 EP Amsterdam 020 627 4422 info@aha-dagopvang.nl www.aha-dagopvang.nl

De Bewaarschool

CHAP

De Wandelende Tak

Different

Christelijke hulpverlening rond 足seksuele identiteit en relaties Goudsbloemstraat 38, 1015 JR Amsterdam 020 625 6797 info@different.nl www.different.nl

Buurgericht kinderwerk O.Z. Voorburgwal 241, 1012 EZ Amsterdam 020 344 6310 info@debewaarschool.nl www.debewaarschool.nl

Stadswandelingen en fietstochten in (de regio) Amsterdam O.Z. Voorburgwal 241, 1012 EZ Amsterdam 020 344 6310 info@ontmoetamsterdamanders.nl www.ontmoetamsterdamanders.nl facebook.com/ontmoetamsterdamanders twitter.com/gidsmatthijs

Habakuk.nu

Een helder christelijk geluid 020 344 6310 info@habakuk.nu www.habakuk.nu twitter.com/habakuknu

Waypoint Urk

Verslavingzorg en preventie Vliestroom 9, 8321 EG Urk 0527 690 073

Algemeen 18.412,96 AHA 2.372,59 Different 366,54 Habakuk 5,00 CHAP 287,50 De Bewaarschool 1.439,19 De Oogst 177,50 Scharlaken Koord Amsterdam 9.821,48 Scharlaken Koord Nederland 5.782,00 Scharlaken Koord Second Step 100,00 The Shelter City 70,00 The Shelter Jordan 25,00 De Wandelende Tak 81,50 Waypoint Kampen 419,90 Waypoint Twenterand 929,85 Waypoint Urk 1.354,55 Youth Hostel Ministry 249,74 ---------Totaal E 41.895,30 ----------

testament en giften

De Sikkenberg

Second Step Tweedehandskleding en accessoires Willemsstraat 39, 1015 HW Amsterdam 020 622 6897 secondstep@thdv.nl www.secondstepshop.nl

Christelijke hulpverlening bij seksverslaving Goudsbloemstraat 38, 1015 JR Amsterdam 020 420 9203 info@chap-nederland.nl www.chap-nederland.nl www.benikseksverslaafd.nl

Onder dank ontvingen wij in mei 2015 de volgende giften:

U vindt ons op sociale media

Testament Wilt u onze stichting testamentair gedenken? De tenaamstelling dient te luiden: Stichting Tot Heil des Volks te Amsterdam. De stichting bezit rechtsgeldigheid en is ingeschreven in het stichtingenregister bij de Kamer van Koophandel, dossiernummer 40530233. Giften Stichting Tot Heil des Volks Bankrekening 104944 IBAN code: NL34INGB0000104944 De stichting beschikt over een ANBI-verklaring. Giften en abonnementsbetalingen b 足 uiten Europa ABN-Amro te Amsterdam: 4667.85.992 t.n.v.: Stichting Tot Heil des Volks, Amsterdam IBAN code: NL38ABNA0466785992 BIC code: ABNANL2A (Beide codes vermelden)

Mochten er in deze publicatie afbeeldingen staan waaraan rechten kunnen 足worden ontleend, dan verzoeken we u contact op te nemen met de uitgever.

39


‘Ik ben stil geworden, ik heb mijn ziel tot rust gebracht.’ Psalm 131: 2


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.