ON T W I K K EL I NG S SA ME N W ER K I NG E N ME NSEL I J K E R EL AT I E S
Grappen en grollen Humor in de interculturele relatie Blog-notes... Portret Mirjam Vossen : Ontmoeting nieuwe met Salimata beelden nodig Wade
Instrument Zes denkhoeden om op te zetten
Nr11 mei 2013
N 11 r
n’GO mei 2013
radar P.3
blog-notes P.31 Mirjam Vossen
instrument P.26
Zes hoeden die aanzetten tot nadenken...
| vooraf
Hoeveel is je sociale imago je waard?
Miguel de Clerck
Directeur Echos Communication
P.21 Weet u hoe de koperdraad werd uitgevonden? Twee Hollanders vochten om een gulden... Ik ben niet zeker of u dit raadseltje grappig vindt. Als u Hollander bent, vast niet. Als u van lolbroekenhumor houdt, maak ik al iets meer kans. Als u kinderen hebt, bestaat er zelfs een mogelijkheid dat u dit mopje vanavond aan tafel vertelt. Humor kan ons verbinden, maar evengoed verdelen.
’t Was maar een grapje
Humor in de latie interculturele re dossier P.14
COVER © LISE GAGNE - ISTOCKPHOTO
portret P.8 Salimata Wade
2
In menselijke relaties komt het eigenlijk steeds op hetzelfde neer. Een bepaald gedrag is maar aanvaardbaar binnen een welpaalde context. De één houdt van een zekere mentaliteit, de ander loopt ervan weg. Een instrument kan zeer doeltreffend zijn, maar je moet het op het juiste moment gebruiken en vooral op de goede manier. Met een nieuwe relatie is het als met een nieuwe sketch schrijven; de cabaretier weet niet of het publiek zal lachen, en ook jij weet niet of het vertrouwen zal komen. Ach, gooi je er maar gewoon in. Een uitschuiver hoeft geen potten te breken...
Abonneer u gratis op het magazine. Klik hier! Vind Echos Communication op het Internet www.echoscommunication.org
een andere kijk
n’GO mei 2013
3
Foto van de maand “Mijn doel is om het dagelijkse leven en de oorlog tegelijkertijd in beeld te brengen. Met deze foto wilde ik tonen hoe de oorlog er thuis uitziet. Wat er ondertussen gebeurt met de andere leden van de familie, die thuis gebleven zijn en wachten. Ik wilde ook tonen hoe het leven eruitziet als iemand van de oorlog terugkeert, en dat oorlog het dagelijkse leven in zijn greep houdt. Eens de oorlog uit beeld is, is de realiteit heel anders.” (photo : Shadi Ghadirian - Iran)
My world
Je hebt echt wel iets te zeggen, maar je hebt tegelijk de indruk dat niemand ooit naar je luistert? Geen nood, je hebt twee jaar tijd om je uit te drukken! De Verenigde Naties heb-
n’GO mei 2013
ben een grote, wereldwijde enquête gelanceerd om de prioriteiten van de mensen te leren kennen. Om de periode na 2015, de einddatum van de millenniumdoelstellingen, voor te bereiden, kan elke bewoner van de planeet zes prioriteiten kiezen uit een
4
geheel van zestien. Op dit ogenblik troont ‘een goede opvoeding’ bovenaan het klassement (behalve bij de +55-jarigen). En u, wat vindt u? Stem voor uw prioriteiten!
© ARQUIPLAY77 - FOTOLIA.COM
een andere kijk
een andere kijk
5 © FINDING HILLYWOOD
n’GO mei 2013
| Finding Hillywood
Een film bereikt soms meer dan een lange uitleg… Dat tonen Leah Warshawski en Chris Towey in een documentaire die het ontstaansproces van Hillywood, de filmindustrie in het land van de duizend
heuvels, uit de doeken doet. De producties, in Kinyarwanda, zijn meer dan zomaar wat vertier. De cinema wordt een therapie om de blessures van de
genocide te genezen. Ze is de spiegel van de samenleving, ze brengt bijeen en geneest. Ontdek de trailer van dit mooie avontuur...
Ontdek de trailer
Productief en efficiënt, dacht je? Meer info
n’GO mei 2013
u 360° Voor gelezen Tik, tik en tik... je to-dolijst slinkt met het uur en je bent trots op deze vruchtbare dag. Een illusie. Echte productievelingen trachten juist niet om zo veel mogelijk te doen, maar zijn gefocust op minder doen! Productiviteitsgenie Tony Wong geeft acht sleutels voor een productieve werkweek: • Maak je to-dolijst korter en focus op wat echt telt. • Neem pauzes om daarna efficiënter verder te gaan. • Volg de 80/20-regel. Beperk je tot de 20% taken die 80% van je output creëren. • Begin je dag met aandacht voor jezelf (ontbijt, meditatie) en laat e-mails je dag niet bepalen. • Pak moeilijke taken ‘s morgens aan, wanneer je geest fris is. • Neem de telefoon. Heen en weer e-mailen, met alle betrokkenen in cc, is tijdverlies! • Creëer een systeem voor tijdrovende zaken, zoals op vaste tijden je e-mails lezen. • Verwar productiviteit niet met luiheid. Sommige vergaderingen en e-mails geven je alleen maar het valse gevoel productief te zijn!
6 © NOMAD_SOUL - FOTOLIA.COM
een andere kijk
Ontwikkeling in woorden
De Baoulés
Elke maand maakt Odile Tendeng een taalkundige analyse van de interpretatie van het woord ‘ontwikkeling’ in een Afrikaanse taal.
n’GO mei 2013
7
| op de letter “Ontwikkeling”
D
eze maand zetten we onze tocht door Ivoorkust verder en zetten we het Baoulé-volk in de schijnwerpers. Dit volk telt ongeveer vier miljoen mensen, waarmee het de grootste bevolkingsgroep van het land is. Ze zijn bekend voor hun culturele stabiliteit, die men terugvindt in hun conflictbemiddeling tussen verwanten. “Met de juiste woorden steekt de duizendpoot een land over dat overspoeld wordt door dodelijke Dorylini-mieren”, zegt men in Baoulé-land. De taal neemt een bijzondere plaats in in het conflictbeheer en het leven van de Baoulés. Urbain Amoa, die de typisch Afrikaanse spreekwijze geanalyseerd heeft in het Baoulé-discours, trekt de volgende conclusies: ––Als het woord gloedheet wordt, moeten elegantie en een actieve en verantwoordelijke stilte (een zucht of een sprekende stilte) soelaas brengen, opdat de taal weer melodieus en mooi wordt.
––Wanneer wat je zegt in je omgeving vervormd en misbruikt wordt, dan moeten je woorden eveneens door woorden en door diezelfde omgeving verzorgd worden en de gekneusde harten tot rust gebracht. ––Het naakte woord wordt net zoals de mens lelijk wanneer het lange tijd in de woestijn verblijft. Vandaar is ieder mens verplicht om er onophoudelijk werk van te maken dat zijn taal aangekleed wordt, voor zijn eigen welzijn, voor het plezier van de andere en voor het welzijn van allen. Dit eenvoudige voorbeeld toont ons hoezeer taal een bron van misverstanden kan zijn. Sommigen zien haar als een eenvoudig communicatiemiddel, terwijl anderen er andere deugden in zien. Het veralgemeende gebruik van het Frans of het Engels wekt de indruk dat we dezelfde taal spreken. Maar wat ook de woorden zijn, de percepties zijn erg verschillend.
Bij de Baoulé wordt de idee ‘ontwikkeling’ uitgedrukt door de klank (njɛ̰). Het is een werkwoord dat ‘vooruitgaan’ betekent, ‘zich ontwikkelen’, ‘zich verbeteren’. Die idee komt ook naar voren in de uitdrukking (kô nirṵn), die ‘vooruitgaan’, ‘naar voren gaan’ wil zeggen. (Kô) wil zeggen ‘gaan’, ‘vooruitgaan’ en (nirṵn) betekent ‘voor’. De Baoulé zien ontwikkeling als een proces dat de samenleving vooruit helpt en het erfgoed beter maakt. Het erfgoed van een familie bestaat uit het geheel aan gronden en schatten die sinds generaties werden verzameld. De grond wordt met vruchtgebruik aan een lid van de familie gegeven, die dan een medebeheerder wordt van het gemeenschappelijke goed, dat hij niet mag verkopen of ontvreemden. De dorpschef, gekozen voor zijn rijkdom, zijn welsprekendheid of zijn sluwheid, moet, in overleg met de notabelen, de zaken van algemeen belang kunnen regelen. Beslissingen zijn dus afhankelijk van het overleg met alle notabelen die het volk vertegenwoordigen.
© GENTIL FRANCOIS - FOTOLIA
De Baoulés: taal is meer dan enkel een communicatiemiddel
in het Baoulé
portret
Salimata Wade “We leren zingen, rijden, bidden, maar niet hoe we moeten eten”
n’GO mei 2013
8
portret
9 © ALIOUN NDIAYE - KAFNUN
n’GO mei 2013
In Senegal en West-Afrika, waar de urbanisatie volop doorbreekt, gaan ondervoeding en obesitas zij aan zij. Ze komen op hetzelfde neer: een ongezonde voeding. Saly Wade kookt om culturele identiteit, gastronomie en gezondheid met elkaar te verzoenen. “De mentaliteit en de gewoontes veranderen blijft het moeilijkste.”
Kindertijd
| bio
Loopt school in Dakar, later in Abidjan
1982
Vertrekt naar Frankrijk voor universitaire studies
1985
Behaalt diploma Letteren en Humane Wetenschappen aan de universiteit van Nice
1985-1994 1995-2005 2007 Behaalt meerdere diploma’s en een doctoraat aan diverse faculteiten van de universiteit van Montpellier
Verwerft kennis in meerdere competentie- en onderzoeksdomeinen, vooral rond urbanisatie en klimaatverandering
Richt haar onderzoek op de eetcultuur
2008
Richt de Compagnie du Bien Manger op
portret © ALIOUN NDIAYE - KAFNUN
J
e vermoedt wellicht het tegendeel, maar Salimata Wade werd niet geboren tussen potten en pannen. Hoewel ze altijd al een zwak had voor de fijne keuken, had ze nooit gedacht er zo veel energie en tijd in te steken en al helemaal niet dat ze er een levensstrijd van zou maken. Zoals zo vaak besliste het lot er anders over. “Enkele jaren geleden werd ik ziek en ik ging langs bij verschillende dokters. Ze verzekerden mij dat mijn leven niet in gevaar was, maar ze zeiden ook dat ze mij niet konden genezen. Het boeiende leven dat ik tot dan toe geleid had, ging gepaard met een enorme activiteit en stress. Ik moest mijn prioriteiten bijstellen. Verplicht om gas terug te nemen, heb ik mijn beperkingen omgezet in een bewuste keuze. Ik was al vroeg geïnteresseerd in mijn voedingspatroon en had het al van toen ik tien jaar was zelf in handen genomen. Ik moest enkel nog mijn persoonlijke aanpak ontwikkelen, ervaring opdoen en mijn kennis bijwerken. Velen waren stomverbaasd toen ik
n’GO mei 2013
10
| getuigenis
Alioune Ba, onderwijsverantwoordelijke van het departement Geografie
« Als departementshoofd ontdekte ik Saly eerst als een indrukwekkend cv. Daarna heb ik haar enorme reflectievermogen leren kennen. Ze vermijdt de platgetreden paden en brengt altijd originele en creatieve ideeën aan. Ze staat met een voet in de universiteit, maar ze legt ook de brug naar de buitenwereld: van de eenvoudige burger tot de bedrijfsleider. Saly getuigt van een grote openheid. Zodra er een innovatief vraagstuk opduikt, mag je zeker zijn Saly te kruisen! Ook privé is ze fantastisch gezelschap. Met haar kan je over alles praten; ze heeft altijd iets waardevols aan het debat toe te voegen. »
“Met onze tanden delven we ons eigen graf”
portrait
n’GO mei 2013
uiteindelijk toch genas en mijn professionele activiteiten hervatte. Vanaf dan kreeg ik mensen over de vloer die mij om hulp kwamen vragen om hun voedingspatroon onder handen te nemen. Het begon bij één iemand, maar het werden er twee, drie,... Geneeskundigen raadden mij sterk aan om met een pluridisciplinair team te werken om zo iedereen optimaal te kunnen begeleiden. Zo ben ik mij gaan specialiseren in therapeutische voedingsleer, met het accent op de culturele en gastronomische aspecten.”
|L a Compagnie du Bien Manger
Van de wieg tot het graf
Saly Wade begon zich te verdiepen in de kookkunst en ze onderzocht de relatie met andere aspecten van de voedselproblematiek in het kader van haar activiteit als onderzoeker-docent aan het departement Geografie van de Universiteit Cheikh Anta Diop in Dakar. “We zijn met onze voeding bezig vanaf het moment dat we onze eerste lucht inademen tot we de laatste adem uitblazen. Het is dus een fundamenteel thema dat alles doorspekt. Achter de eenvoudige handeling van eten, die soms banaal lijkt, schuilen nog andere dimensies. De eetgewoontes hebben invloed op onze gezondheid, op onze sociale leefwereld, op onze politieke en milieugerelateerde keuzes, op
11
de economische balans tussen geëxporteerde en geïmporteerde voeding,… De vraag naar wat we eten schept individuele, lokale, nationale en mondiale uitdagingen. We hebben het vaak over financiële ethiek, maar het wordt tijd om ook eens de ethiek van de voeding erbij te halen. Ik ben ervan overtuigd dat het niet lang meer zal duren! Wat we eten of te eten geven is noch onschuldig noch zomaar goedaardig. Hygiëneschandalen en andere vergissingen tonen aan dat eten geen onnozelheid is. In-
Saly Wade heeft zich omringd met een degelijk team om de talrijke thema's rond voeding te kunnen bespelen. Afhankelijk van de situatie wordt ze geholpen door chef-koks, voedingsdeskundigen, diëtisten, psychologen, sporttrainers, communicatiespecialisten enzovoort. Samen vormen ze de Compagnie du Bien Manger, de binnenste cirkel van een beweging die ijvert voor lokale voedingsculturen en vernieuwde gastronomie, die geworteld is in de traditie, maar openstaat voor de wereld. Het team biedt een brede waaier aan diensten aan: diagnostiek, opvolging en voedingsheropvoeding, traiteur voor evenementen, gezonde maaltijden voor bedrijven, diëtische en gastronomische kookateliers, voedingsopvoeding op school en in het ziekenhuis, culinaire demonstraties en cursussen, … www.cbmsn.org
“Op sommige plaatsen in West-Afrika sterven er mensen met eetbare dingen vlak naast zich!”
© ALIOUN NDIAYE - KAFNUN
portret
n’GO mei 2013
tegendeel, we moeten alle mogelijkheden van wet, ethiek en cultuur aanwenden om weerwerk te bieden tegen de rotzooi die de technologische vooruitgang, de marketing en de falende of onbestaande controleprocedures toelaten.”
Stoorzender
“
We moeten alle mogelijkheden van wet, ethiek en cultuur aanwenden om weerwerk te bieden tegen de rotzooi die de technologie, de marketing en de falende controleprocedures toelaten
De boodschap verspreiden is niet moeilijk. “Ik pak elk van deze problematieken aan via het bord. Of het nu gaat om politiek lobbywerk, kooklessen aan straatkoks of sensibilisatiecampagnes voor scholieren en hun moeders, altijd begin ik met hen te laten proeven van datgene waarover ik praat. Men zegt dat een hongerige buik geen oren heeft. Ik voeg daarbij dat zo iemand wel degelijk bereid is om te luisteren eens hij goed gegeten heeft.” Als de luisteraars eenmaal aan tafel zitten moet je nog de juiste woorden vinden om het complexe onderwerp uit te leggen. Elk publiek heeft ook andere bekommernissen. De burgemeester wil eerder ingelicht worden over de schoolkantines, de dokter over het verband tussen sedentair zijn en stofwisselingsziekten, de gewone verbruiker probeert te verantwoorden dat hij hamburgers eet om mee te gaan met zijn tijd. “Sommige traditionele producten hebben nood aan een positief beeld. De mensen eten bijvoorbeeld steeds minder bladgroen om-
12
dat ze niet meer weten hoe ze het moeten klaarmaken. Op sommige plaatsen in West-Afrika sterven mensen met eetbare dingen vlak naast zich! Of ze lijden aan ondervoeding naast producten waarmee ze hun dieet in evenwicht zouden kunnen brengen. De overdracht van kennis gebeurt niet meer zoals vroeger, van generatie op generatie. Het consumptiemodel is ook veel veranderd. Van een korte keten, dicht bij wat de natuur lokaal produceert, zijn we geëvolueerd naar een veel langere keten met gemodificeerde en geïmporteerde producten. Die industriële producten, die vol zitten met additieven en bron zijn van allerlei nutritionele tekortkomingen, plaveien de weg voor stofwisselingsziekten. Moeten we er nog bij zeggen dat we met onze tanden ons eigen graf delven?”
Bewustzijn wakker schudden
De eerste stap naar verandering werd al gezet door Saly Wade: met de Compagnie du Bien Manger (zie kader p.11) bewijst ze dat haar ideeën op individueel vlak al positieve vruchten hebben afgeworpen. Ze staat nog voor twee grote uitdagingen: de bevolking bewustmaken en haar strijd institutioneel vormgeven. “De slechte eetgewoonten en het gebrek aan voeding zijn maatschappelijke problemen. Daarom moet de maatschappij
portret
n’GO mei 2013
13
haar verantwoordelijkheid opnemen. Het volstaat niet om te weten wat er moet verbeteren, iedereen moet er zich ook voor inzetten en in actie schieten. Mijn rol is om het bewustzijn wakker te schudden. Ik kan één klok luiden, maar niet het hele werk doen. Er is een collectieve bewustwording nodig. Zelden zijn de technische of financiële obstakels de grootste problemen. De mentaliteitsverandering en de manier van de problemen voor te stellen, dat zijn de zwaarste uitdagingen.” Salimata Wade is vastbesloten om de komende maanden haar bezorgdheid te laten horen bij verschillende instanties. “De institutionalisering tot aan de top van de piramide van de beslissingsmacht en de verspreiding van de actie door voorbeeldgedrag en betrokkenheid, van onder te beginnen, zijn cruciaal. Als ik gewone burgers heb kunnen overtuigen, dan moet dat ook lukken met hun leiders. Als ik bijvoorbeeld een project wil beginnen met de verkozenen van een gemeente in Dakar, dan moet de politiek haar verantwoordelijkheid nemen en initiatief nemen. Daarvoor is een visie van verandering nodig. Als ze die nog niet hebben, wil ik graag de mijne delen en hen helpen om hun visie te smeden. Ge-
brek aan visie is volgens mij vaak een zwak punt bij politici, evenals bij andere groepen in de bevolking. Of zoals het spreekwoord wil: De gebraden duiven vliegen niemand in de mond.”
Dromen van een andere wereld
Saly Wade, altijd in beweging en nooit verzadigd, hoopt ooit weer een rustig leven te kunnen leiden. Maar intussen laat haar helse werkritme nauwelijks tijd om te verteren. Welk recept heeft zij om zo energiek te blijven? “Ik put veel kracht uit mijn dromen. Iets doordachts ondernemen begint bij lang nadenken, een proces waarbij alle gedachten toegelaten zijn. Er zijn ook zo veel mensen die me helpen en aanmoedigen om te durven verlangen, mijn acties te richten naar mijn ambities en de veranderingen in gang te zetten die ik nodig en positief vind. Aan mijn kinderen en hun generatiegenoten wil ik een beloftevollere wereld nalaten.” RENAUD DEWORST
© ALIOUN NDIAYE - KAFNUN
“Traditionele producten hebben een positief beeld nodig. Men eet steeds minder bladgroen omdat men niet meer weet hoe men het moet klaarmaken.”
© ANDIPANTZ - ISTOCKPHOTO
dossier
’t Was maar een grapje
n’GO mei 2013
14
Een mond vol schaterende tanden. Wat zijn ze goedlachs! De foto's van lokale projecten in het Zuiden geven onze verbeelding de vrije loop. Humor lijkt een wonderlijk glijmiddel om de samenwerking met lokale partners een zetje te geven. Of juist niet? Hangt ervan af...
Humor in de interculturele relatie
dossier
“In vreemde culturen hebben we minder antennes voor kleine signaaltjes”
E
en grap valt niet altijd in goede aarde, maar over het algemeen komen we met een kwinkslag of wat plagerij in aangenaam vaarwater. Humor verzacht de zeden, humor ontspant. Maar wat als we de taal niet helemaal beheersen of de cultuur maar oppervlakkig kennen? Is humor dan nog steeds dat communicatieve wondermiddel, die verbindende kracht?
In or out
Ruddy Doom, professor-emeritus Politieke Wetenschappen aan de Universiteit Gent en oprichter van de Vakgroep voor Conflict en Ontwikkeling, schuift een boek met vertaalde Japanse versjes onder mijn neus. “Je lacht niet?”, vraagt hij gespeeld verbaasd. Hij valt meteen met de deur in huis: “humor is iets van alle talen en culturen, maar ze
15 © NITO - FOTOLIA
n’GO mei 2013
Nancy Bell
(Washington State University) “Sneller leren met een grap” Nancy Bell onderzocht of humoristisch of spelenderwijs met taal omgaan kan helpen in het leerproces, bijvoorbeeld om een taal te leren. De onderzoeksresultaten wezen uit dat mensen nieuwe woorden inderdaad sneller onthouden wanneer ze met humor werden aan-
gebracht. “Humor is eerder een persoonlijke stijl, een communicatiewijze. Alles wat je ernstig kan doen, kan je ook met humor doen, maar in een leerproces blijkt de grappige aanpak zeer efficiënt!”
dossier
n’GO mei 2013
Pie Tshibanda “Kritiek met een suikerrrandje” Pie Tshibanda zet met humor over de relatie tussen blank en zwart hele zalen naar zijn hand. Zijn boodschap is erg kritisch, bijwijlen pijnlijk confronterend, maar nooit giftig. “Humor is een instrument om mijn boodschap te doen slikken. Ik praat over een ernstige historische realiteit, namelijk het koloniale verleden en de uitwassen ervan tot op vandaag. Als ik
dat met een lezing zou doen, zou dat te geladen zijn. Ik wil niet pretentieus zijn en mensen een lesje leren; ik wil mijn publiek doen nadenken. Daarom spreid ik mijn taktieken. Ik prik, maar ik blaas en zalf ook. Als ik zou stoppen bij de beschuldigingen, zouden de mensen de zaal bitter verlaten. Ik prikkel, zodat mensen met hun eigen gedrag en codes lachen. Wie met kennis
van zaken spreekt, mag veel. Mijn humor is als het suikkerrandje dat een kind een bittere pil doet slikken. Mijn graadmeter is het publiek zelf. Niet de humorist moet zich vermaken; je moet altijd je publiek privilegiëren. Het is me al overkomen dat ik het publiek deed lachen terwijl ik in mijn hart weende.”
16
is niet direct vertaalbaar. Omdat we de finesses van de taal niet begrijpen of omdat we de codes niet verstaan. Maar de ware breuklijn ligt volgens mij niet zozeer tussen verschillende culturen en al helemaal niet tussen Noord en Zuid. Vooral sociale afkomst, gender, leeftijd of het behoren tot de in- of outgroep bepalen onze appreciatie van humor. Binnen elke samenleving reikt het scala van platvloerse grappen tot ironiserende upperclass humor. Een Afrikaanse en Europese intellectueel begrijpen elkaar beter dan landgenoten uit verschillende sociale milieus. Hoe meer je gemeenschappelijk hebt, hoe meer zaken je zal vinden om samen mee te lachen. Essentieel voor het begrijpen en waarderen van humor is dat de inhoud deel uitmaakt van je leefwereld. Nu pas zijn de films van Laurel & Hardy erg populair in China, terwijl ze hier intussen gedateerd zijn. In heel wat Afrikaanse landen heeft de onderdanigheid en het binnensmonds sarcasme van Richard uit Keeping up Appearances niet de minste humoristische waarde omdat de man-vrouwrelaties er anders gedefinieerd zijn. En de humor van de zwarte lower class in de VS heeft ook weinig gemeen met die van de zwarte middenklasse.”
Het applaus van de kolonialen
Pie Tshibanda is een in België wonende Congolese psycholoog, schrijver en verteller met een kritisch-humoristische kijk op de blanke stereotypes over Afrikanen. In Europa, Quebec, Polynesië, Nieuw-Caledonië, de Caraïben en Afrika krijgt hij volle zalen lachers op zijn hand. Humor slaat het best aan
dossier © PETRA FIEDLER - FOTOLIA
n’GO mei 2013
wanneer mensen een referentiekader delen of samen iets meemaakten, stelt ook hij vast. “Ik merk dat Belgen en Fransen op hetzelfde moment applaudiseren; zij delen eenzelfde geschiedenis in Afrika en herkennen zich in de kolonisator. In Canada moet ik anders te werk gaan, omdat zij geen verleden als kolonisator hebben. Humor tussen mensen van verschillende origine kan best, maar het vergt een gedegen kennis van de cultuur en een betrokkenheid. Omdat ik in Congo door Belgische paters werd opgevoed, ken ik deze cultuur door en door. Daarom kan ik het mij als Congolees veroorloven om te lachen met de Belgische mentaliteit; het is ook deels mijn cultuur.”
Falende antennes
Drs. Maarten Bremer is managing director van het Nederlandse Koninklijk Instituut voor de Tropen. Het instituut geeft vorming in interculturele communicatie aan zorgverstrekkers die naar het buitenland trekken. Maarten Bremer noemt het gebruik van humor bij ongekende culturen eerder risicovol. “Alleen wanneer je een cultuur voldoende kent én ook de betrokken persoon – want dat is zo nodig nog belangrijker – kan humor verbindend werken. Samen lachen is als samen eten; humor kan de relatie versterken en is veelal bedoeld
om het ijs te breken. Maar dat verbindende effect geldt enkel voor de in-groep; voor de outgroep werkt humor uitsluitend. Denk bijvoorbeeld aan seksistische grappen, die slechts door weinig vrouwen geapprecieerd worden. Niet zelden heeft in interculturele relaties het onbegrip te maken met de taal, omdat meestal een van beiden geen native speaker is. Daardoor gaan subtiliteiten, die bij humor vaak de clou vormen, verloren en kunnen mensen beledigd zijn of volledig uit het lood geslagen. In vreemde culturen hebben we nu eenmaal minder antennes voor kleine signaaltjes.”
You are so fat!
Nancy Bell, professor Linguïstiek gespecialiseerd in tweede-taalonderricht aan de Washington State University, deed uitvoerig onderzoek naar humorfalen bij native en nonnative speakers. De resultaten van de studies stemmen haar eerder optimistisch over het gebruik van humor in interculturele relaties: “Humor is niet gevaarlijker tussen mensen met een verschillende taalbeheersing. Grappen scheppen overal dezelfde mogelijkheden en dragen overal hetzelfde risico van onbegrip. Second language-gebruikers maken inhoudelijk geen andere fouten dan native speakers, ze maken ze alleen iets vaker, doordat ze sommige woorden niet verstaan of de
17
dossier
n’GO mei 2013
18
“Mensen zijn zich voldoende bewust van de kans op misverstanden in interculturele situaties. Daarom zijn ze heel voorzichtig en de ontvangers vaak erg vergevingsgezind”
Ruddy Doom
semantische betekenis niet volledig vatten. Dat zijn ‘pragmatic errors’, waarbij we het juiste gebruik van taal in sociale situaties niet aanvoelen. Zo’n pragmatic errors zijn soms de oorzaak van onterechte stereotypes of beledigingen. Toen ik jaren geleden in Kameroen lesgaf, zeiden mensen mij heel vaak ‘you are so fat!’. Op zich niet opbeurend, maar omdat ik begreep dat dit in hun cultuur een compliment was, vond ik het niet grof. Eigenlijk vind ik dat humor over het algemeen positief gebruikt wordt en meer goed doet dan kwaad. Mensen blijken zich door de band voldoende bewust te zijn van de kans op misverstanden bij gebruik van humor in interculturele situaties. Daarom zijn ze erg voorzichtig. Omwille van datzelfde bewustzijn zijn de ontvangers ook vaak erg vergevingsgezind. Alle taalaspecten, niet enkel humor, hebben een culturele bagage. Humor is not a big issue.”
Lachen onder gelijken Maarten Bremer
Toch mogen we één voorwaarde, mogelijk de belangrijkste voor een correct gebruik van humor, niet over het hoofd zien: een
gelijke machtsrelatie. Soms móet de ondergeschikte lachen met de humor van de overste, maar vindt hij de grap allesbehalve geslaagd. Ruddy Doom: “Ik herinner mij een feestje van ontwikkelingswerkers in Abidjan, waar gelachen werd met een gebraden speenvarken dat door moslimpersoneel bereid moest worden. Wie niet meelachte, begreep er niets van. Dat is een grove onderschatting. De humor van de machtelozen is die van het uiterlijk knikken, maar innerlijk de middelvinger opsteken. Dit is hun manier van weerwerk bieden, van zelfrespect behouden, van ‘niet met mij’”. Ook Nancy Bell maant aan om voorzichtig te zijn bij ongelijke machtsrelaties. “In plagen zit vaak een vleugje bedekte kritiek. Daarom laat je dit maar beter achterwege als je zelf in een machtspositie staat. Je riskeert al snel een lijn over te gaan. Een lager geplaatste kan humor of plagen wél aanwenden. Het is een veilige, zachte manier van bezwaren uiten, waarbij hij hoopt dat de andere de boodschap begrepen heeft.” In de Afrikaanse samenlevingen speelt leeftijd een grote rol bij het
gebruik van humor, zegt Pie Tshibanda. “De maatschappij is er erg hiërarchisch ingedeeld en relaties verlopen verticaal. Daarom zullen we vooral onder vrienden lachen en weinig tussen de generaties.”
Zelfspot
Met andere woorden: gelijkheid, sociaal of cultureel, is de beste voedingsbodem voor geslaagde humor. “Daarom werkt zelfspot overal ter wereld”, bevestigt Maarten Bremer. “Je vindt geen cultuur die zichzelf niet op de hak neemt, hoogstens individuen. Binnen de eigen groep kan veel. Zwarten mogen zichzelf ‘nigger’ noemen, joden lachen om hun kleine kantjes en moslims onderling kunnen onschuldige grapjes over Mohammed maken. Zelfspot versterkt de wij-zijgevoeligheid.” Daarom is zelfspot volgens Ruddy Doom wellicht een van de zeldzame vormen van humor met universele waarde. “Slechts enkele komen dicht in de buurt, zoals platte humor (van het genre Benny Hill), waarbij de gêne om wat niet toegelaten is op de lachspieren werkt, en slapstick, waarbij we lachen met fysieke gebeurtenissen, zoals ie-
dossier
n’GO mei 2013
19
Léon Michel Ilunga “Noem mij niet Mobutu” Léon Michel Ilunga is Belg van Congolese origine en woont in Wavre. Hij is schrijver, docent Taalwetenschappen en bedrijfsleider gespecialiseerd in ontwikkeling van potentieel. Hij staat met één voet in beide culturen. “Ik maak geen onderscheid”, zegt hij. “Zowel in Congo als in België zal ik steeds voorzichtig met humor omgaan. Zolang de relatie niet stevig verankerd is, zal ik enkel over volstrekt neutrale zaken grapjes maken, zoals over
de kinderen of dagelijkse situaties; nooit over cultuur, identiteit of wat ons verschillend maakt. Ik trek een duidelijke lijn tussen humor en het respect voor het anderszijn van de andere. Humor tussen blanken en zwarten heeft vaak een denigrerend kantje. Ik heb het meermaals meegemaakt dat men mij in bepaalde milieus de bijnaam ‘Mobutu’ of ‘Kabila’ gaf. Voor de nietsvermoedende blanken was dit grappig, maar voor mij hadden die namen
een zeer negatieve lading. Alsof ik iemand van hier ‘Hitler’, ‘Mussolini’ of ‘Le Pen’ zou noemen. Ik betwijfel of dat echt grappig zou gevonden worden. Omgekeerd heb ik zelf een blanke kennis eens lachend ‘racist’ genoemd. Deze voor mij volstrekt onschuldige uitlating, sloeg hem volstrekt uit het lood. Toen heb ik geleerd dat humor de banden kan aanhalen, maar enkel als je elkaar erg goed kent.”
© FRANCESCO CURA - DEPOSIT
mand die valt. Zich vrolijk maken om wat afwijkt van de norm is dan, net zoals bij zelfspot, een vorm van inperking van de wij-groep.”
Opgepast, mijnenveld!
Humor is overal, van Bollywood tot het Humorfestival van Saoedi-Arabië, maar het juiste gebruik vergt een bijzonder fijn aanvoelen. “Humor is per definitie contextueel”, zegt Ruddy Doom. “Wat met carnaval onder de noemer ‘humor’ valt, is dat de volgende dag niet meer. En de praktijken op studentendopen zijn buiten dit feestgebeuren absoluut onaanvaardbaar. Dat is van alle tijden. In de katholieke middeleeuwen was er het ‘fête de l’âne’, waarbij in kloosters zwarte missen werden opgedragen. Toch pleit de context niet elk gebruik van humor vrij. Moet je lachen omdat je mag? In welke mate mag je kwetsend zijn? Moet de andere er maar tegen kunnen? De Westerse cultuur is gewoon om veel te relativeren omdat we uitdrukkingsvrijheid boven het individuele gelijk stellen. Die vrijheid van mening is in vele regimes onbestaand; dictaturen willen zelfs controle uitoefenen over het lachen.” “Goede humor houdt rekening met wat in een bepaalde samenleving getolereerd wordt en wat erbuiten valt”, vindt Maarten Bremer. “Een schaamtecultuur zoals die in Japan zorgt ervoor dat tv-shows waarin mensen hard vallen, goed scoren, terwijl wij hoogstens de wenkbrauwen optrekken. Maar de grove cabaretiers uit Nederland zouden in Japan enkel brokken maken omdat
dossier
n’GO mei 2013
hun uitlatingen daar alleen maar kwetsend zouden zijn. Humor is al snel een mijnenveld!”
je met het minste aan het lachen kreeg. Zij lachten echter niet om hun volle buik, maar wel ondanks hun honger.”
Lachen om niet te wenen
‘Ze zullen het nog wel leren’
Tja, dan toch maar geen grapjes bij een bezoek aan de lokale partnerorganisatie? Toch wel, maar wees voorbereid, zegt Pie Tshibanda. “Ontwikkelingswerkers betreden sowieso geen maagdelijk terrein. Ze moeten beseffen dat ze de perceptie tegen hebben. Zijn ze slechts een instrument van een systeem dat niet meer is dan de voortzetting van het oude kolonialisme? Of hebben ze manoeuvreerruimte en een ware bekommernis om de mensen te helpen hun lot in handen te nemen? Wie relaties wil aanknopen met de lokale bevolking, moet zelf wat aanvoelen welke wapens hij bovenhaalt. Humor kán best een instrument zijn. Grapjes in de lokale taal zullen extra gewaardeerd worden, omdat de wat ‘scheve’ vorm dan deel wordt van de humor. Ook gebaren kunnen het grappige effect versterken. Afrikanen lachen veel en graag, maar de betekenis wordt door Westerlingen vaak verkeerdelijk ingeschat. We lachen soms uit verlegenheid of ongemak. Lachen is een soort therapie, een troost voor tegenslag. Het is eerder ‘lachen om niet te wenen’.” Ook Ruddy Doom huivert van het beeld dat we uit de koloniale tijd erfden. “‘Ventre plein, nègre content’ was toen de gangbare gedachte. De Afrikanen werden als simpele zielen beschouwd, die
De ‘oude wereld’ moet volgens Ruddy Doom ook dringend ophouden zichzelf als de cultuurnorm te beschouwen en bepalend voor wat grappig is of niet. “De nietWesterse wereld maakt snel opgang met Nobelprijswinnaars voor literatuur en andere erkenningen. Zij brengen een taal en humor binnen die ons doet nadenken. Wij zullen steeds meer inspanningen moeten leveren om de dominante vorm van humor, die bepaald wordt door de macht van het getal, te verstaan. ‘Ze zullen het nog wel leren’ zal in de toekomst eerder op ons betrokken worden.”
20
“
Lachen is een soort therapie, een troost voor tegenslag. Het is eerder ‘lachen om niet te wenen’.
Humor. Het kan dus, het mag. Zolang we onze antennes voor sociale, culturele en individuele gevoeligheden scherpstellen, houden we onze lachspieren maar beter getraind. Want lachen is universeel, alleen de stijl heeft een lokaal kleurtje. SYLVIE WALRAEVENS © STAN LAUREL (1890 - 1965) AND OLIVER HARDY (1892 - 1957) IN A DANCE ROUTINE FROM THE FILM 'WAY OUT WEST', DIRECTED BY JAMES HORNE. (PHOTO BY HULTON ARCHIVE/GETTY IMAGES)
© BANLON1964 - FLICKR
Het oordeel dat onze omgeving voor ons klaar heeft, zet ons aan tot een bepaald gedrag dat we niet altijd zelf hebben gekozen. Deze behoefte om te voldoen aan ons sociale imago, dat ons zo nauw aan het hart ligt, kan verward worden met zijn tegenhanger: de persoonlijke mening. Waar begint de ene en stopt de andere? Het antwoord in vier pagina’s…
Hoeveel is je sociale imago je waard? hoe pak je het aan...
de bevrijding van je sociale imago
n’GO mei 2013
21
de bevrijding van je sociale imago
© OLLY - FOTOLIA.COM
hoe pak je het aan...
«
Laat je man maar uitspreken. Zelfs als hij een beetje overdrijft, moet je hem niet onderbreken. Hij weet wel wat hij doet »… Dit voorbeeld komt uit “Nous recevons”, de eerste uitgave van het tijdschrift Marabout Flash uit 1959. Deze kleine tip maakt duidelijk wat er toen verwacht werd van de huisvrouw. Dergelijke verwachtingen zijn ons niet onbekend. Ons leven is ervan doordrongen: ‘mannen
22
Hoe pak je het aan… 1. Sleutelwoorden opsporen
Of we nu willen of niet, het oordeel van anderen laat ons niet onverschillig. We kunnen ons eraan onderwerpen of ertegen reageren, maar het beïnvloedt welke keuzes we maken, hoe we in het leven staan en hoe we ons uitdrukken. De criteria komen eerder van buitenaf dan vanuit onze eigen verlangens.
n’GO mei 2013
Sommige uitspraken kunnen aantonen dat je te gevoelig bent voor je sociale imago. Denk eens na of men soms volgende uitspraken over je doet: “We weten nooit wat je echt denkt”; “Je draait met de wind mee”; “Je zegt altijd wat van je verwacht wordt”; “Kom eens voor jezelf op!”; “Je bent echt beïnvloedbaar”…
2. Heroriënteren naar de realiteit Bekijk alles eens vanop afstand. Voor jou is alles wat je denkt waar. Het is de realiteit en dat is normaal. De Acceptance and Commitment Therapy (ACT) heeft het over cognitieve fusie: “Wat ik denk is waar”. Het ACT nodigt uit tot cognitieve splitsing “Wat ik denk… is ook maar een idee”. Ook als je echt van je gelijk overtuigd bent, als je je vastklampt aan je idee als aan een reddingsboei (bijvoorbeeld “mannen huilen niet!”)… Een kleine proef. Schrijf je gedachten gedurende twee minuten op post-its zodat ze tastbaar worden. Kleef ze vervolgens op je lichaam, wat aantoont dat het je eigen ideeën zijn. Kleef ze daarna op de muur
en vraag jezelf af: “Wat heb ik nu echt verloren?”.
3. Nuanceren en overschrijden Neem de gewoonte om aan je gedachte ook het statuut van gedachte toe te kennen, en niet dat van een ondoordringbaar dogma. Zeg in plaats van “Ik ben onberispelijk”, eerder “Ik heb het idee dat ik onberispelijk moet zijn”. Train jezelf om bevelen te geven aan jezelf… en ze niet uit te voeren. Begin met kleine dingen die geen grote gevolgen hebben: “Nu moet ik mijn hand opsteken”. En dan… doe je het toch niet. Stap voor stap doe je die oefening met orders die meer te maken hebben met je sociale imago. “Nu moet ik iets intelligents doen”. En dan… doe je het toch niet!
4. Leren om anders te reageren Als je voelt dat je sociale imago terrein verliest, meestal bij stress in een sociale situatie, stel jezelf dan enkele vragen die de stress wegnemen zoals: “wat is mijn imago me waard?”; “wat win ik erbij als ik gelijk krijg?”; “wat is de echte inzet?”; “waarom voel ik mij toch altijd bezorgd?”.
hoe pak je het aan...
“
de bevrijding van je sociale imago
Het sociale imago dwingt ons om een rol te spelen die bepaald is door algemene kenmerken (geslacht, leeftijd, cultuur)… | meer weten Boek Votre profil face au stress
Patrick Collignon en Jean-Louis Prata, 2012, Eyrolles, Paris
| uitgeklaard Wat zegt Van Dale hierover
Het sociale imago
• Intuïtieve perceptie van wat er gebeurt, van wat er sociaal aanvaardbaar is binnen een groep, opgevat als een ‘rechter’ ten opzichte van je rol.
Individualisatie
• Je eigen mening bevestigen zonder angst voor het oordeel van de andere, zelfs als je de enige bent met die mening, zelfs al ben je niet zeker van je gelijk.
huilen niet’; ‘kinderen moeten flink studeren als ze willen slagen in het leven’; ‘een zichzelf respecterende vrouw loopt niet zo opgetut rond’… En zo kennen we er nog een heleboel. Al die verwachtingen samen vormen ons ‘sociale imago’, dat precies definieert wat er van ons verwacht wordt. Op de kruising waar criteria zoals geslacht, leeftijd, woonplaats, religie, sociale categorie, opleidingsniveau, koopkracht en koopcultuur samenkomen, bevindt zich de rol die we moeten spelen, met bijbehorende regels, codes, verplichtingen, en niet te vergeten beperkingen.
De rol van je leven
Alles wat je meemaakt wordt opgeslagen door de hersenen: overtuigingen, emoties, gewoontes en conditioneringen. De rol die je speelt binnen je sociale structuur ken je ook. Je hebt geleerd om hem te spelen. Van compliment tot terechtwijzing, van beloning tot straf, van het lekkers tot de roede, je omgeving (familie, school, vrienden, collega’s en de maatschappij in het algemeen) heeft het spontane kind dat je ooit was, geboetseerd tot een volwassene die aanvaardbaar is voor iedereen. Als je als kind zin had om te lachen (of te huilen) en je daarvoor werd afgestraft door je naaste omgeving, omdat het volgens hen niet grappig is (of omdat huilen een teken is van zwakte), dan ging je ook denken: lachen (of huilen) mag niet. De automatische modus (zie n’GO 9), alleen actief in de kindertijd, slaat al deze informatie op. Als die herhaald wordt, ontstaat er een ‘waarheid’, een overtuiging. Je
n’GO mei 2013
23
bent geconditioneerd: ‘lachen’ (of ‘huilen’), dat doe je niet. De sterkste overtuigingen zijn aanwezig op het gebied van veiligheid, je gevoelsleven, samenhorigheidsgevoel, erkenning en ook zelfrespect. Als ‘lachen’ (of ‘huilen’) dus gelijkstaat aan op je donder krijgen, beantwoordt ‘lachen’ (of ‘huilen’) niet aan de behoefte van (psychologische) veiligheid. Het kind zal zijn gedrag aanpassen… Omgekeerd zal het wel vasthouden aan geaccepteerde en gestimuleerde handelingen.
Wat aanvaardbaar is
Onze overtuigingen zijn een reflectie van wat we eerder hebben meegemaakt. Deze reflectie gebeurt met onze eigen ogen en zit in ons ingebakken. Ze fungeert als referentiekader waarin we situaties, mensen die we ontmoeten en gedrag waarmee we te maken krijgen, inpassen. We handelen er ook naar: als we geleerd hebben dat we moeten zwijgen als de baas spreekt, zwijgen we, zelfs al gaat hij in de fout. Als we meegekregen hebben dat het fout is om ambitieus te zijn, zullen we onverdraagzaam zijn tegenover carrièremensen… Omdat onze omgeving dezelfde overtuigingen deelt, vermijden we bepaald gedrag (lachen, ambitieus zijn, …) dat afgekeurd wordt of negatieve emoties opwekt. Aan de ander kant gaan we op zoek naar erkenning. Daarbij gaan we anderen onderwerpen aan onze overtuigingen of ons uiteindelijk gedrag. We ondernemen een heleboel om geaccepteerd te worden, om slim, knap, vastberaden enzovoort te zijn. Deze
hoe pak je het aan...
de bevrijding van je sociale imago
n’GO mei 2013
24
houding voelt heel vertrouwd aan, want de automatische modus, die 90% van onze bevelen uitmaakt, bepaalt onze normale geestestoestand. We trekken die niet in twijfel.
© ALPHASPIRIT - FOTOLIA.COM
De oplossing: individualisatie
De uiteindelijke bedoeling is om je gevoel voor individualiteit aan te scherpen en je zo te bevrijden van het oordeel van anderen. Je moet voor je eigen mening uitkomen zonder goedkeuring te zoeken bij anderen en zonder hun oordeel te vrezen, zelfs al is er niemand die jouw mening deelt. Natuurlijk neem je daardoor het risico je te vergissen. Die vergissing is van nature uit onlosmakelijk verbonden met het nemen van beslissingen. Als je dit risico niet durft lopen, ben je afhankelijk van je sociale imago. En er is een kans om te falen. Doe de test en neem een mening die te maken heeft met je positie binnen de organisatie (tegenover je medewerkers of tegenover je doelpubliek). Stel jezelf de vraag: “Als mijn mening helemaal fout blijkt te zijn, hoe voel ik me dan?”. Als je stress ondervindt, ben je waarschijnlijk gevoelig aan het oordeel van anderen en zit je vast aan het sociale imago waarvan je denkt dat het uit jezelf komt. Doe een tweede test: “Wat als mijn mening helemaal juist blijkt te zijn?”. Als je een gevoel van opluchting voelt, reageer je opnieuw vanuit je soci-
“Iemand die altijd gelijk wil hebben, wordt beïnvloed door het sociale imago dat rond zich is opgebouwd.”
ale imago. Als je bij beide tests zen blijft, ben je de facto bereid om de risico’s op jou te nemen van eender welke beslissing. Dan druk je pas een echt persoonlijke mening uit. Dit geldt voor iedereen. Als je merkt dat iemands gedrag geconditioneerd wordt door zijn imago, reageer je best niet te hevig. Dit zou stress veroorzaken. Je kan beter even later op een kalme manier reageren, zo laat je ruimte voor nieuwe mogelijkheden. Stel hem vragen over de rol die hij speelt (als projectleider, manager of een rol die iedereen in zijn omgeving kent) om zijn standpunt te ontdekken. Daarna kan je hem helpen om afstand te nemen door bijvoorbeeld te zeggen: “Weet je, projectverantwoordelijke zijn is volgens mij ook ... (in te vullen naargelang de situatie). Wat denk je er zelf van?” Als hij antwoordt: “Op basis van wat ik weet, denk ik dat dit de beste oplossing is, maar het kan ook zijn dat ik helemaal fout zit”, bingo. Hij is bevrijd van zijn sociale imago. Zo niet, stel hem dan een van de oefeningen op pagina 22 voor. PATRICK COLLIGNON
Dit artikel werd geschreven in samenwerking met het INC www.neurocognitivism.com
de bevrijding van je sociale imago
n’GO mei 2013
25
© DIEGO CERVO - FOTOLIA.COM
hoe pak je het aan...
Kenmerken van… …het sociale imago Automatisch Je automatische modus (zie n’GO 9) heeft sociale regels opgenomen over jezelf in de vorm van conditioneringen en overtuigingen die het beeld vormen dat je van jezelf hebt. Dit beeld is gevoelig aan de oordelen van anderen.
Gebaseerd op angst Je probeert automatisch elke afkeuring te vermijden. Je vreest dat je beoordeeld of slecht begrepen zal worden. Je hebt de neiging om alleen meningen te uiten die overeenstemmen met de sociaal geldende regels en niet direct met wat je echt denkt.
Gelinkt aan stress De stress komt boven wanneer je te veel aandacht geeft aan het oordeel van anderen. Dit komt doordat je verkiest om je sociale imago te verdedigen (automatische respons) in plaats van je persoonlijke mening (adaptieve respons).
instrument Zes Denkhoeden
n’GO mei 2013
26
Voor elk probleem of elke hindernis is, na grondig overleg, een oplossing mogelijk. Maar hoe kan je de kwaliteit van de beslissingen verbeteren?
© LEIGH SCHINDLER - ISTOCKPHOTO
Zes hoeden die aanzetten tot nadenken...
© THINGAMAJIGGS - FOTOLIA
instrument Zes Denkhoeden
H
oeveel vergaderingen staan er op een week in je agenda? En uit hoeveel daarvan komen er duidelijke, creatieve en efficiënte beslissingen? Als je vindt dat de ratio weleens ontbreekt, dan is het tijd om de juiste hoed op te zetten! De methode van de Zes Denkhoeden, een vondst van dr. Edward de Bono, optimaliseert het individuele en collectieve denkproces door elke vraag vanuit een ander standpunt te bekijken. “Het is een ongelooflijk eenvoudig werktuig”, verzekert Aline Frankfort, directrice van Creative ConsulTeam. “Het basisprin-
n’GO mei 2013
27
| zes hoeden, zes kleuren Elke hoed vertegenwoordigt een bepaalde denkrol en dus een bepaald type van informatie dat we willen verkrijgen.
cipe is het uiteentrekken van denkrollen. Elke hoed vertegenwoordigt een bepaalde denkrichting. De gele hoed Aline Frankfort richt zich bijvoorbeeld alleen maar op de positieve logica, op potentieel interessante aspecten. Als je daarentegen de zwarte hoed draagt, bekijk je de dingen op een voorzichtige manier, tast je de risico’s af en onderzoek je alles wat er zou kunnen mislopen.”
Van hoofd wisselen
Als iedereen tijdens een vergadering dezelfde hoed draagt, is er snel samenwer-
–– De witte denkhoed symboliseert neutraliteit. We zoeken zo neutraal mogelijke informatie en blijven op het niveau van feiten en objectieve cijfers. –– De rode denkhoed symboliseert de emotionele kritiek. Hier vindt de emotionele reactie plaats, de eerste indruk, de intuïtie. Alle gevoelens worden op tafel gegooid. –– De zwarte denkhoed symboliseert de negatieve kritiek. Alle potentiële gevaren en valkuilen worden opgesomd, op een zo neutraal mogelijke manier. –– De gele denkhoed symboliseert de positieve kritiek. De dingen worden vanuit een uiterst optimistisch oogpunt bekeken. Alle mogelijkheden, voordelen en positieve scenario’s worden onderzocht. –– De groene denkhoed symboliseert de creativiteit. Alternatieve oplossingen worden getest en bestaande ideeën worden uitgewerkt. –– De blauwe denkhoed symboliseert de organisatie. Hij dient om de doelen van de vergadering vast te leggen en verduidelijkt het uitwisselingsproces tussen de deelnemers.
instrument Zes Denkhoeden © MALGORZATA KISTRYN - FOTOLIA
n’GO mei 2013
king mogelijk tussen de deelnemers. “Mensen zetten hun ego dan vaak snel aan de kant. De bedoeling van het spel is om zo ver mogelijk te gaan in verschillende denkrichtingen. Iedereen probeert zo rijk en spitsvondig mogelijke ideeën te uiten. Men probeert eindeloze discussies te vermijden, waar sommigen nochtans verzot op zijn. Het doel is niet om direct tot een conclusie te komen, maar om naar zinvolle argumenten te zoeken die het denkproces verrijken.” De hoeden worden een voor een doorgegeven in een willekeurige volgorde. Een gespreksleider zorgt voor een vlotte afwisseling van de hoeden. Jean-Louis Baudoin, lid van Creative ConsulTeam vervult deze rol meesterlijk. “Sommige sessies zijn heel vruchtbaar, maar alles hangt af van de context. Je begint normaal nooit met een rode hoed, die staat voor de emotionele kant en die eerder van pas komt als reac-
28
| getuigenis
Philippe Woitrin, CEO van Hain Celestial Group
tie op een thema. Ooit kon ik echter niet anders dan te beginnen met rood, omdat de deelnemers in twee tegenovergestelde kampen verdeeld waren. Eerst moest er wat stoom worden afgelaten voordat we met het gesprek begonnen.”
Beter nadenken
Jean-Louis Baudoin
“De metafoor van de hoed is eenvoudig te begrijpen. Je kan hem makkelijk op- en afzetten en hij zit dicht bij de plaats waar we nadenken”, vervolgt Jean-Louis Baudoin. “De techniek zorgt voor een collectieve dynamiek waarbij van gedachten gewisseld wordt in plaats van gediscussieerd. De bedoeling is om zo creatief mogelijk te zijn binnen een bepaald vastgelegd domein. Bevinden we ons in een zandbak
« Met deze methode kan je efficiënter zijn tijdens vergaderingen en emoties beter managen. Je vermijdt dat mensen, die vaak allergisch zijn aan veranderingen, enkel maar denken aan de redenen waarom ze geen zin hebben om iets te doen. Zodra je de mogelijkheid schept om te praten over die angsten of stress, is het makkelijker om een consensus uit te werken. Vaak komen we tot meer dan één consensus. Omdat iedereen het gevoel heeft dat naar hem geluisterd werd en dat hij zijn gezichtspunt heeft mogen uitleggen, wordt consensus een constructief akkoord tussen de deelnemers. Niemand voelt zich gedwongen om beslissingen uit te voeren aangezien iedereen heeft deelgenomen aan de uitwerking van de oplossing. Het is een automatisme geworden tussen ons. Als ik iemand hard kritiek hoor uiten op een nieuw idee, zeg ik hem ietwat ironisch: 'allez, duw die zwarte hoed nog wat beter op je hoofd. Geen probleem!' Daarmee kan je veel situaties ontmijnen. Zij die luisteren begrijpen beter de ingesteldhied van de spreker en de spreker voelt zich meer beluisterd. Door de dingen te benoemen, gaan we sneller vooruit. »
© SALAGATOXIC - FOTOLIA
instrument Zes Denkhoeden
n’GO mei 2013
29
| de sterktes Zes Denkhoeden ––De methode haalt de creatieve energie uit alle deelnemers. De individuele talenten en ideeën worden samengebracht zonder dat de tegenstellingen worden uitvergroot.
“
––De tijdswinst is onmiskenbaar en de productiviteit wordt sterk verhoogd. Omdat iedereen in dezelfde richting kijkt, hoeft men geen tijd te steken in mensen op één lijn te krijgen.
We kunnen misschien goed nadenken, maar als we niet vertrekken van een goede basis, zal het moeilijk zijn om tot een adequate oplossing te komen. of op het strand? Door telkens opnieuw van gezichtspunt te veranderen, kunnen we onze eigen grenzen beter aanvoelen en verleggen en daaruit besluiten vormen. Dit werkt altijd. Misschien wordt het ooit wel toegepast in een jury op een assisenproces.” Volgens Aline Frankfort overwint de methode de vastgelegde grenzen van onze grijze massa. “De hersenen rangschik-
ken automatisch alle informatie. Al onze waarnemingen zijn gebaseerd op het herkenningsprincipe: we associëren wat we zien en horen met iets wat we vroeger al eens hebben waargenomen. Zo ontwikkelen we ‘autostrades’ die ons leiden naar een soort vanzelfsprekendheid die we zelden opnieuw in vraag stellen. Dit automatisme zorgt ervoor dat we sneller kunnen nadenken, maar beperkt tegelij-
––Als de samenstelling van de groep verandert, is het makkelijk voor nieuwelingen om de methode te leren. ––De interne communicatie binnen de groep wordt bevorderd door het samenwerkingsaspect van de methode. De samenhang wordt versterkt.
| de beperkingen –– Al is de methode eenvoudig te begrijpen, toch is het niet zo gemakkelijk om haar in de praktijk om te zetten. Het experiment uitvoeren zonder begeleiding kan contraproductief werken.
instrument Zes Denkhoeden
n’GO mei 2013
30
kertijd onze capaciteit om open te staan voor nieuwe invalshoeken. In het Westen bijvoorbeeld gebruiken we vaak logische redeneringen vanuit vooropgezette stellingen. We wijken daarom weinig af van het bekende. Deze denkwijze is allesbehalve een kritische kijk op onze waarneming. We kunnen misschien goed nadenken, maar als we niet vertrekken van een goede basis, zal het moeilijk zijn om tot een adequate oplossing te komen.” Zes hoofddeksels voor evenveel gezichtspunten. Dit tegelijk ludiek en ernstig procedé opent een waaier aan mogelijkheden. “Als managers mij zeggen dat er ‘twee manieren zijn om naar de dingen
© COREPICS - FOTOLIA
“Als managers mij zeggen dat er ‘twee manieren zijn om naar de dingen te kijken’, moet ik in mezelf lachen’’ te kijken’, moet ik in mezelf lachen”, concludeert Jean-Louis Baudoin. “Dankzij de hoeden worden we ons bewust van de beperkingen van de manier waarop wij denken. Dit komt door onze opvoeding, die eerder gericht is op bevestiging dan op stimulatie. Het is toch interessanter om zelf te leren denken dan een model van iemand anders te leren. In onze multiculturele samenleving is het belangrijk om een gemeenschappelijke taal te vinden. Het wordt tijd om meer openheid van geest te tonen en alternatieven te ontdekken.” RENAUD DEWORST
| meer weten Wil je meer weten over het aanbod van Creative ConsulTeam, klik dan verder naar hun website:
www.consulteam.be
U kent een interessant werkinstrument dat waardevol is in een context van ontwikkelingssamenwerking? Laat het ons weten!
blog-notes
n’GO mei 2013
| stem van de expert
31
Mirjam Vossen
Mirjam Vossen is ontwikkelingsgeograaf en redacteur van MyWorld, een tijdschrift voor vrijwilligers met kleinschalige ontwikkelingsprojecten. Ruim tien jaar was ze zelf betrokken bij projecten in Malawi, waar ze een aantal malen heeft gewoond. Naast haar journalistieke werk doet zij een onderzoek naar ‘framing’ van wereldwijde armoede in de publieke discussie in Nederland, Vlaanderen en Engeland. Daartoe is zij als buitenpromovendus verbonden aan de Radboud Universiteit Nijmegen en de Katholieke Universiteit Leuven. Zij onderzoekt welke frames journalisten en ontwikkelingsorganisaties gebruiken in hun berichtgeving over armoede en wat de mogelijke effecten zijn op het publiek.
Afrika heeft nieuwe beelden nodig
M
ijn neefje Jesse van 9 gaat deze maand knutselwerkjes verkopen voor de kinderen in Afrika. Met twee vriendjes is hij ijverig in de weer met touw, lijm en papier en met het fraaie resultaat staan ze straks achter de kraam op de fancy fair van hun school. De opbrengst is voor Benin. Want, zo weet Jesse, ‘de kinderen daar hebben niets’. Met het geld van de markt kunnen ze misschien pennen en schriften kopen.
Jesse vertelt het mij met rode konen en ik ben geroerd. Een jongen van 9 met het morele besef dat hij zich moet inzetten voor kinderen die het minder hebben: fantastisch. Maar er bekruipt me ook een gevoel van ongemak. Hier staat een jongen van 9, die nooit in Afrika is geweest, maar die één ding zeker weet: de kinderen zijn er arm, en wij moeten hen helpen. Met dit stereotiepe beeld van Afrika als oord van gebrek, dat het niet redt zonder hulp van ons, zijn inmiddels twee of drie generaties
opgegroeid. Dat heeft ontegenzeggelijk veel goeds gebracht. Miljoenen mensen voelen zich betrokken bij mondiale armoede en doneren aan hulporganisaties, waarmee miljoenen anderen weer een stap vooruit kunnen zetten. Maar zoetjesaan groeit de kritiek op de bijeffecten van dit stereotiepe beeld van Afrika. In de eerste plaats omdat het steeds minder klopt, nu Afrika op vele fronten vooruitgang boekt. In de tweede plaats omdat het, onbedoeld, de nadruk legt op
blog-notes
n’GO mei 2013
het verschil tussen hen en ons, in plaats van de gelijkheid. En in de derde plaats omdat het op termijn onze betrokkenheid onderuit kan halen. Jesse knutselt nu nog enthousiast voor de kinderen in Benin. Maar wat als hij 40 is, en hoort dat daar nog steeds geld nodig is voor schooltjes?
Los van de werkelijkheid
Als journalist en onderzoeker ben ik gefascineerd door het onderwerp beeldvorming van Afrika, armoede en ontwikkelingssamenwerking. Het zijn thema’s waarover we allemaal een mening hebben, terwijl voor de meesten van ons geldt dat we er nooit zijn geweest en er nauwelijks iets vanaf weten. Ons beeld ontwikkelt zich los van de werkelijkheid. We pikken het op uit verhalen die we horen en foto’s en documentaires die we zien in de media. De makers van beelden en verhalen
over Afrika doen dat vanuit bepaalde denkramen of ‘frames’: ze vertellen hun verhaal met bepaalde woorden, feiten, metaforen en foto’s, waarmee ze, bewust of onbewust, emoties, overtuigingen en meningen bij lezers en luisteraars versterken. Journalisten doen dat wanneer ze een reportage over Afrika maken en politici wanneer ze hun beleidslijn voor ontwikkelingssamenwerking presenteren. Hoe vaker een frame wordt herhaald, hoe sterker het blijft hangen bij de ontvangers. Ook ontwikkelingsorganisaties bedienen zich van frames. Zoals het beeld van een Afrikaans kind met een hongerbuik in een campagne. Dat roept compassie op en motiveert mensen om te helpen. Zo’n ‘liefdadigheidsframe’ is beslist niet het enige frame dat ontwikkelingsorganisaties gebruiken.
© FOTOVIKA - FOTOLIA.COM
“Ons beeld ontwikkelt zich los van de realiteit. Hoe vaker een beeld herhaald wordt, hoe sterker het verankerd wordt”
32
Maar het is wel het frame dat in Nederland momenteel hevig ter discussie staat. Bij steeds meer ngo’s groeit het besef dat dit stereotiepe frame leidt tot een ‘hulpmoeheid’, en dat zij daar zelf toe bijdragen door het in hun campagnes te gebruiken. Wanneer mensen jaar in jaar uit een oproep om hulp krijgen voorgeschoteld, blijven ze overtuigd dat het in Afrika kommer en kwel is, en dat al die hulp kennelijk ook weinig uithaalt.
Duivels dilemma
Het moet dus anders, evenwichtiger en pluriformer. Maar hoe precies? Daar raken ontwikkelingsorganisaties in een duivels dilemma. Want hoeveel kritiek er
blog-notes
ook is op het gebruik van ‘zielige’ beelden, ze leveren nog altijd de meeste donaties op. Cordaid Mensen in Nood probeerde het enkele jaren geleden over een andere boeg te gooien, met een excentrieke campagne van Masai-mannen en -vrouwen. Die poseerden uitdagend met flesjes parfum, zonnebrillen en handtassen, alsof het om een reclame van Louis Vuitton ging. Hier blikten geen hulpbehoevende kinderen, maar stoere en zelfbewuste Afrikanen in de camera. Helaas bracht de campagne ook minder geld op dan verwacht. Stoere beelden mogen goed zijn voor de beeldvorming van Afrika, ze brengen op korte termijn ook minder op voor projecten voor diezelfde Afrikanen. Vooralsnog levert dit dilemma verhitte discussies op tussen fondsenwervers en programmamedewerkers van ontwikkelingsorganisaties. Ik hoop
33
dat zij het aandurven om meer te experimenteren met nieuwe beelden en nieuwe vormen van communicatie. Ik hoop dat het hen lukt om het stereotype ‘liefdadigheidsframe’ achter zich te laten en er nieuwe beelden voor in de plaats te zetten. Zodat mijn neefje Jesse bij ‘Afrika’ voortaan ook denkt aan kinderen met een smartphone, die in een gewoon huis wonen met water en stroom, en die net als hij graag een potje voetballen in het weekend.
“Stoere beelden mogen dan goed zijn voor de beeldvorming over Afrika, op korte termijn brengen ze minder op”
n’GO mei 2013
Maandelijks e-zine uitgegeven door Ec hos Communication Rue Coleau, 30 1410 Waterloo België +32(0)2 387 53 55 Verantwoordelijke uitgever Miguel de Clerck Hoofdredacteur Pierre Biélande Adjunct-hoofdredacteur Renaud Deworst Redactie Sylvie Walraevens Patrick Collignon Vormgeving Bertrand Grousset Lay-out Thierry Fafchamps Met de steun van :
Abonneer u gratis op het magazine. Klik hier! Vind Echos Communication op het Internet www.echoscommunication.org