n'GO nr 13

Page 1

ON T W I K K EL I NG S SA ME N W ER K I NG E N ME NSEL I J K E R EL AT I E S

Bedrieglijk beeld

Hoe ngo’s communiceren over het Zuiden

De drenkelingen Friendraising  Gie Goris van onze over nood aan relatie centraal in fondsenhulpprogramstructurele werving ma’s actie

Nr13

september 2013


N 13 r

n’GO september 2013

radar P.3

blog-notes P.31 Guy Malfait

instrument P.25

Friendraising

een nieuwe trend in fondsenwerving

| vooraf

Zonder oogkleppen zie je beter!

Directeur Echos Communication

P.20

Het gelaat van Afrikaagnes Onze hulpcamp op de rooster

Miguel de Clerck

dossier P.13

COVER : MONTAGE © FOTOLIA & ISTOCKPHOTO

portret P.7 Gie Goris

2

Voelde u zich niet wat triest, zelfs verscheurd bij de foto voor de laatste fondsenwervingscampagne van uw organisatie? Omdat hij regelrecht indruist tegen ons waardensysteem: we werken in partnerschap, maar tegelijkertijd verspreiden we liefdadigheidsbeelden waarop de begunstigden alleen maar als alibi fungeren voor onze giften; we werken aan empowerment, maar we tonen beelden van het archetype van de Blanke Weldoener, ... Wanneer gaan de communicatiediensten ermee ophouden te doen geloven dat enkel sterke (en choquerende) emoties de portefeuilles kunnen bovenhalen? De uitdaging voor het beeldgebruik van morgen is om uit te zoeken hoe het tegelijkertijd meer respectvolle voorstellingen van het Zuiden en haar inwoners kan voortbrengen én de noden voor fondsenwerving kan dienen. We moeten ook in vraag durven stellen dat onze institutionele belangen steeds de overhand nemen op de sociale zaak. Waarom? Om een dialoog van gelijke tot gelijke tussen partners in het leven te roepen en opdat de leden van organisaties eindelijk enige coherentie aan de dag zouden leggen tussen wat ze doen en wat ze communiceren.

Abonneer u gratis op het magazine. Klik hier! Vind Echos Communication op het Internet www.echoscommunication.org


een andere kijk

n’GO september 2013

Afronauten

3

1964. In de opwinding van de onafhankelijkheid kondigt Zambia de lancering aan van haar ruimteprogramma. Dit vergeten gebeuren diende als springplank voor het werk van Cristina De Middel. Met een reeks foto’s concretiseert ze een begraven droom. “Ik denk dat we niet klaar zijn om te geloven dat Afrika op de maan kan geraken en al helemaal niet in 1964. In hun reacties blijkt duidelijk dat mensen niet bereid zijn erin te geloven. Maar iedereen kan naar de maan!” (fotos : Cristina De Middel)

Foto van de maand


een andere kijk

4 © PEDRO NOGUEIRA - FOTOLIA

n’GO september 2013

| Video van de maand

The power of words Krijg je ‘t niet verkocht, zeg het met andere woorden. Sterker kon deze boodschap niet geïllustreerd worden. Een blinde bedelaar wordt door de mensenmassa

voorbijgelopen tot een jonge vrouw de tekst op zijn bordje herschrijft en de giften overvloedig binnenrollen. Een oproep tot ieder van ons met een ijzersterk verhaal

dat de persen niet haalt. Dit filmpje gaat niet over een goede daad. Het gaat over de kracht van woorden, beelden en gedeelde gevoelens. Try it out!

Ontdek de video


een andere kijk

5

© REPORTER SANS FRONTIÈRES

n’GO september 2013

Fuck the press De laatste campagne van Reporters Zonder Grenzen doet er geen doekjes om. Om de werelddag van de pers-

vrijheid in de verf te zetten, heeft de ngo een vrije interpretatie gemaakt van wat bepaalde wereldleiders lijken te zeggen aan de pers. Weg die potten waar we maar blijven ronddraaien, weg de eindeloze schroom; Reporters

Zonder Grenzen durft de vinger op de wonde leggen. En u, wat vindt u ervan? Ontdek de hele campagne-reeks


n’GO september 2013

u 360° Voor gelezen

Lees het analyse van de Guardian Lees het volledige rapport

Bedrijfswereld en ngo’s samen aan zet

Een recente bevraging bij meer dan 1000 CEO’s van ‘s werelds grootste bedrijven schudt stevig aan het kader waarbinnen ontwikkelingssamenwerking tot nu toe werd uitgevoerd. Wat blijkt? De bedrijfswereld is zich niet enkel bewust van het grote belang van duurzame ontwikkeling, ze ziet voor zichzelf een leidende rol weggelegd om voortaan de doelstellingen en prioriteiten uit te zetten. Daarbij kiezen ze resoluut het spoor van de marktontwikkeling en laten ze de traditionele filantropie achterwege. Moeten ngo’s zich zorgen maken, worden zij overtijd overbodig? Niet noodzakelijk. De bedrijfswereld erkent de nood aan cross-sectorpartnerschappen. Voor ngo’s ligt er een grote kans om de wil en ambitie van bedrijven om zich te engageren om te zetten in een samenwerking waarin beide sectoren hun sterktes kunnen uitspelen. Dit heeft een naam: win-win.

6 © WAVEBREAKMEDIAMICRO - FOTOLIA

een andere kijk


portret

Gie Goris Hoofdredacteur van Mo*

“We weten zo veel en doen zo weinig”

n’GO september 2013

7


portret

n’GO september 2013

1955

1979

| bio

Geboren in Geel Licentiaat Godsdienstwetenschappen (KULeuven)

1980-90

Educatiewerk bij Broederlijk Delen-Welzijnszorg

© BRECHT GORIS

Steenkoolmijnen, een Kempisch boerendorp, een getuigschrift A2 Elektronica. Velen met een gelijkaardige achtergrond blijven onder de radar, Gie Goris werd hoofdredacteur van het maatschappij­ kritische Mo*. “Ik heb geleerd zelf een weg te zoeken op plaatsen waar ik misschien niet thuishoorde.”

8

1986-99

1990-02

Voorzitter Hoofdredacteur HAVEN vzw Wereldwijd (Antwerpse Magazine koepel voor werkingen rond vluchtelingen, asielzoekers en mensen zonder papieren)

1999-06

Voorzitter Open Doek (organisator mondiaal filmfestival te Turnhout)

2001- …

2003- …

Lid adviesraad Hoofdredacteur en later voorzit- MO* ter (2006) van Africalia


portret

G

ie Goris groeide op in een uitgesproken arbeidersmilieu, eerder in stamverband dan in de beslotenheid van een moleculair gezin. Rond zijn zeventiende liep hij tegen zijn roots aan. Toen hij na een rebelse periode in de Latijn-Griekse van het college op een technische school belandde, rijpte het besef dat uitsluiting alles te maken heeft met klassenverschil. “Cognitief was mijn studie elektronica wellicht een verkeerde keuze, maar ze hield mij wel een spiegel voor. Ik voelde mij op mijn plaats tussen ‘mensen zoals ik’ en tegelijk onderscheidde ik mij door mijn uitvoerige boekbesprekingen en het lezen van maatschappijanalyses. Mijn jeugdervaringen hebben in sterke mate bijgedragen tot de politisering van mijn houding tegenover de wereld. Ik zocht steeds het grotere verband, ik wou begrijpen waarom de dingen waren zoals ze waren.”

Empathische handicap

Gie Goris mag dan een sterke interesse hebben voor maatschappelijke vraagstukken, die belangstelling komt niet voort uit

n’GO september 2013

9

| getuigenis

Walter Zinzen, (VRT)-journalist en Congo-expert

« Gie Goris is op en top journalist: gedreven, geëngageerd. Maar wel één die zich baseert op feiten, niet op dromen. Zijn feitenkennis is enorm, zijn belangstelling zo groot als de wereld. Zijn stukken en zijn blad hebben niets van dat hijgerige van sommige gedreven, maar minder goede journalisten. De toon van Gie is rustig, hij wil zijn lezers informeren, hun ogen en oren openen voor dingen die je elders niet leest. Gie Goris is erg belezen en erudiet en hij houdt zich ook nog eens met duizend en één andere dingen bezig; dit alles zegt meteen wie Gie Goris is: een onmisbaar figuur in het mediawereldje. »

“We moeten weer van erg ver komen om te bewijzen dat alles uitdrukken in commerciële termen mensen niet gelukkig maakt.”


portret

10 © AXILY - FOTOLIA

n’GO september 2013

empathie. “Ik heb eerder een empathische handicap: ik kan geconfronteerd worden met menselijk lijden zonder er zelf aan kapot te gaan. Dat ‘gebrek’, die afstand ben ik als journalist gaan cultiveren. Mensen voor wie ik een grote waardering koester, hebben voor mij niet automatisch gelijk. En van personen of groepen voor wie ik niet de minste sympathie voel, zoals de Soennistische fundamentalisten, probeer ik toch te begrijpen wat hen beweegt. Mijn betrokkenheid bij de wereld wordt eerder gedreven door een verzet tegen onrecht. Armoede en uitsluiting zijn een structurele belemmering van mens-zijn en ontwikkeling. Dat is onaanvaardbaar. Daarom zie ik meer heil in structurele dan in individuele hulp. Toch ben ik te betrokken om er een cynische politieke analyse op na te houden. Het gaat steeds om mensen en ik ben blij om elk individu dat een beter leven krijgt. Maar een echte activist is er aan mij niet verloren gegaan. Campagnes zijn een noodzakelijke reductie en die toegifte valt mij zwaar.”

Groeiend verzet

Diezelfde voorkeur voor het grote verhaal vertaalt zich ook in Gie Goris’ kijk op ontwikkeling. Ontwikkeling is geen aan- of uitknop, maar een langzaam maatschappelijk proces. “Mensen liegen als ze een interventie verkopen als ‘ontwikkeling’. De echte vraag is welke maatschappelijke organisatie we nodig hebben voor het toe-

komstproject van mensen. Handel en economische groei zijn niet alles-zaligmakend. In India daalt de armoede minder snel op het moment dat de groei stijgt. De toenemende rijkdom komt terecht bij een minderheid. Inheemse volkeren worden onteigend voor de exploitatie van grondstoffen. Ze verliezen hun waardigheid en die wordt niet gecompenseerd door deelname aan

Er wordt geen klimaatbeleid gevoerd omdat er zogezegd geen draagvlak bestaat bij de bevolking, maar een bevolking die zijn bereidheid niet beloond ziet in concrete acties door de overheid, verglijdt in onverschilligheid.


portret © SERGEY NIVENS - FOTOLIA

n’GO september 2013

de moderne maatschappij. Maar door de beschikbaarheid van informatie en communicatiemiddelen wordt de kloof tussen arm en rijk zichtbaarder. Ook vormingswerk en politieke bewustmaking doen het besef van onrecht groeien. Mensen aanvaarden het niet langer en verzetten zich. Helaas haalt dit verzet de internationale pers niet.”

Veerkracht

Mensen liegen als ze een interventie verkopen als ‘ontwikkeling’. De echte vraag is welke maatschappelijke organisatie we nodig hebben voor het toekomstproject van mensen.

Kritisch, betrokken en zoekend. Maar bitter stemt de dagelijkse confrontatie met grote wereldproblemen Gie Goris niet. “Ik ben geen optimist of pessimist, ik sta aan de andere kant”, parafraseert hij oud-premier Wilfried Martens. “Optimisten en pessimisten kiezen zelf wat ze zien. Ik probeer te zien wat er is en zoek naar wat verborgen blijft. De honderdste editie van Mo* had ‘veerkracht’ als thema. We wilden aantonen dat binnen wat fout gaat mensen bezig zijn met weerstand, individueel en institutioneel. Dat leverde een aangenaam nummer op, niet omdat het een goednieuwskrant was, maar omdat verhalen in de marge van de grote wereldvraagstukken een plaats kregen.”

De crisis verspild

En toch. Als één thema Gie Goris ernstig zorgen baart, dan is dat het klimaat: de weigering van de bevolking en van het beleid om de ecologische dreiging onder ogen te zien. “Onze kleinburgerlijke

11

consumptiebelangen ondermijnen elke omkering. Er is zelfs een infernale kringloop: er wordt geen beleid gevoerd omdat er zogezegd geen draagvlak bestaat bij de bevolking, maar een bevolking die zijn bereidheid niet beloond ziet in concrete acties door de overheid, verglijdt in onverschilligheid. We weten zo veel en vertalen zo weinig in daden. Ja, dat verontrust mij.” “Ik ben ook verrast door de gang van de huidige crisis. In 2008 meende ik dat het kapitalisme onvermijdelijk een doodlopend spoor was, maar de financiële sector, die de problemen veroorzaakte, bepaalt nu alweer wat goed beleid is. We hebben het momentum gemist, de opportuniteit van de crisis verspild. Helaas waren zij die al lang op die spijker slaan niet in staat hun visie te vertalen in macht. We moeten vandaag weer van erg ver komen om te bewijzen dat alles uitdrukken in commerciële termen economisch niet haalbaar is en mensen niet gelukkig maakt. De Westerse middenklasse wordt als consument vertrappeld door de opkomende markten. De onderhandelingspositie van onze arbeidersklasse verwatert. De politiek beseft dat we steeds misbaarder worden, maar ze geeft zich over aan het dictaat van de globalisering in plaats van zich af te vragen hoe we weerwerk kunnen bieden. Hoe kunnen we ons beschermen tegen de monopoliehouders van de macht die de bevolking tegen elkaar uitspelen?”


portret

n’GO september 2013

12

| getuigenis

Informeren, niet entertainen

In deze wereld vol complexiteit wil Gie Goris met Mo* houvast bieden. Hij gaat tegen de stroming in van media die ‘niet meer informeren, maar entertainen met nieuws en opinie’. “Pas als je informatie en context krijgt, ga je de wereld begrijpen, verbanden zien en je eigen rol ontdekken. Ik wil de lezers als volwassenen benaderen en hun informatie aanreiken waarmee ze zelf aan de slag kunnen: analyses, achtergrond en perspectief.”

Universele herkenning

Die zoektocht naar de zin van het wereldgebeuren bracht Gie Goris zowat overal ter wereld, maar de mystiek rond reizen deelt hij niet. “Ik ben niet langer geneigd om het exotische te benadrukken. De grootste les die ik heb geleerd, is dat er meer herkenning is dan verschil, zowel in persoonlijke levens als in structuren. Dat besef werd mij heel concreet ingeprent toen ik eind jaren 80 in een verarmde Antwerpse volkswijk een uiteenzetting gaf over de armoede in het opkomende Zuid-Korea. Ik legde er de geopolitieke context uit van de gebrekkige toegang tot basisvoorzieningen, toen een vrouw mij zei: ‘ ’t Is daar eigenlijk juist zoals hier: er zijn drie machten: gas, elektriciteit en water.’ Ze had verdorie gelijk. Ik had de herkenning niet gezien. Vandaag maak ik nog steeds fouten tegen dit inzicht, maar ik zoek bewust de herkenning.”

Soaade Messoudi, vroegere collega Wereldwijd Magazine, communicatie- en preventieverantwoordelijke voor het ICRC in de Filipijnen

Kunst als motor van waardigheid

We hadden dit portret evengoed kunnen openen met de rode draad doorheen heel Gie Goris’ volwassen leven: zijn passionele liefde voor kunst. De soundtrack van zijn jeugd was de hitgevoelige muziek van Radio 2 of ‘de gewestelijke zenders’, zoals dat toen nog heette. Van literatuur was al helemaal geen sprake. Vandaag gaat zijn voorkeur naar Perzisch klassiek of hedendaagse jazz. En zijn kantoor thuis wordt door de buren lachend ‘de bib’ genoemd. Gie Goris is een gulzige bewonderaar. Niet in de eerste plaats van het kunstwerk, maar van de kunstenaar en zijn artistieke demarche. Als voorzitter van Africalia* engageert hij zich voor kunst als emancipatorische kracht. “Kunst is voor mij geen onaantastbare religie. Uit kunst kan het besef ontstaan van recht op waardigheid. Het gevoel dat er geluisterd wordt, dat er schoonheid en verstomming ontstaan, is de motor van een heel andere omgang met jezelf en de medemens. Muziek is geen consumptieproduct waarvoor je moet betalen, maar iets dat gebeurt. Die omgang met creatie, die zoektocht naar de kracht van mensen en hun uitdrukkingsvormen hebben we verleerd. Geef mij maar moeilijke kunst. Ik word graag uitgedaagd, ik wil weten vanwaar het komt en begrijpen. Wat mij bevestigt wekt mijn argwaan.” SYLVIE WALRAEVENS

* Africalia is een ngo die artistieke en culturele initiatieven in Afrika ondersteunt, vanuit de overtuiging dat cultuur een noodzakelijk onderdeel is van duurzame menselijke ontwikkeling.

« Ik heb zelden iemand ontmoet die zo open en respectvol omgaat met mensen, ongeacht hun achtergrond. Guy denkt nooit in termen van nationaliteit en over sociale grenzen kijkt hij heen, op zoek naar de intrinsieke waardigheid van mensen. Zo schrijft hij, zo leidt hij de organisatie. Hij heeft mij op een andere manier naar de wereld leren kijken: met veel aandacht voor minderbedeelden, maar zonder hen in een slachtofferrol te duwen. Heel het handelen van Gie ademt intelligentie uit, plichtsbewustzijn en een gedrevenheid om het goede te doen. Een bijzondere mentor. »

| meer weten www.giegoris.be www.mo.be


dossier

n’GO september 2013

13

In een zee van informatie moet elke boodschap eruit springen om niet verloren te gaan. Een eerste stap naar erkenning: sterke beelden gebruiken … Maar hoe vang je de blikken zonder je imago schade toe te brengen?

Het gelaat van Afrika

Onze hulpcampagnes op de rooster

© CEC


dossier

n’GO september 2013

14

“Geld is nog steeds het antwoord op alle problemen.”

C

ommunicatie is voor ngo’s een dagelijkse dobber (zie n’GO 4). Om aan de wereld te tonen wat je doet, gebruik je beter beelden dan woorden. Decennialang werden armoede en honger als beeld gebruikt om traantjes los te weken en geld los te krijgen van een gechoqueerd publiek dat een schuldgevoel werd aangepraat. Vandaag zijn er andere prikkels nodig voor de grote massa, die snel verveeld of kritisch reageert.

Hardnekkige stereotypes

De nalatenschap van jaren simplistische campagnes is niet mooi. Céline Langendries van de ngo Coopération Education Culture schetst het portret van Afrika dat ons steeds weer werd voorgehouden. “Eerst en vooral heeft men het nooit over een bepaald land. Het gaat altijd over Afrika als een groot geheel. Meestal zien we een beeld van een woestijn, ver weg van de weelderige natuur. Daarnaast

In de loop van dit artikel ontleden Mark Van Luyk, medeoprichter en artistiek directeur van Brand­ OutLoud, en Kalvin Soiresse Njall, journalist, schrijver en coördinator van het Collectief Mémoire Coloniale et Lutte contre les Discriminations enkele recent verschenen campagnes.

Klassieke en karikaturale benadering Mark Van Luyk: De foto is heel mooi en krachtig, maar de boodschap laat te wensen over. Hoewel het visuele aspect professioneel en modern oogt, is er niets innoverends aan. Het is de aloude scheiding tussen “zij” en “wij”. Daarnaast wordt een schuldgevoel opgewekt door te werken met een reclamebeeld: wij kopen tassen, zij hebben honger. Het is de klassieke benadering, maar dan in een mooi beeld.

Kalvin Soiresse Njall: Is het echt nodig om zo’n magere persoon op de grond, in zo’n dorre en desolate omgeving te tonen? Is er echt niets in de regio waar de ngo zijn werk doet? We hebben hier te maken met een karikatuur om geld in te zamelen. Er wordt geen enkele context geschetst. Er zijn mensen die niets over Afrika weten en zullen denken dat dit beperkend beeld het hele continent voorstelt. Ik vraag me echt af of communicatieverantwoordelijken ooit stilstaan bij het effect van hun campagne.


dossier

Gesimplificeerde dedramatisering Mark Van Luyk: Dit is erg simplistisch. Alsof we een wereldwijd probleem kunnen oplossen met een euro. De foto is eenvoudig, waarschijnlijk ergens uit de archieven geplukt. Dit soort boodschappen zouden we niet meer mogen aanvaarden. Context, respect en esthetiek ontbreken volledig. Wat me het meest verrast is dat het werk van MSF zo belangrijk is, maar dat ze toch geen betere manier vinden om hun boodschap over te brengen. Kalvin Soiresse Njall: Hier zien we al een ander soort beeld. Een lachende moeder met haar kind, die zich aanpast aan de context. Ondanks de armoede kunnen de mensen toch een goed leven lijden. Men blijft weg van de dramatische kant, maar er wordt wel op de emoties gespeeld. Het doel blijft hetzelfde: geld inzamelen.

n’GO september 2013

15

wordt er vaak een landelijk en geen stedelijk beeld getoond. Geen stenen gebouwen of aangelegde wegen. Er staan ook geen mannen op de affiches, maar bijna altijd vrouwen en kinderen, die in het collectieve bewustzijn als kwetsbaar bestempeld worden. De personen komen als geïsoleerde individuen in beeld en niet in de context van hun gemeenschap. Deze enkelingen moeten ‘alle Afrikanen’ voorstellen, die passief op hulp uit het Noorden wachten.” De laatste jaren vindt er een verschuiving plaats naar een objectievere en ethischere communicatie. Maar de weg is nog lang. “In campagnes die gericht zijn op potentiële schenkers wordt een eenvoudige taal gehanteerd om overtuigend en begrijpelijk over te komen. Daartegenover staat de ontwikkelingseducatie, die aanknopingspunten probeert aan te reiken voor complexe problematieken. Tussen de doelstellingen van fondsenwerving en van ontwikkelingseducatie is er duidelijk een conflict. Maar heel wat ngo’s hanteren beide tactieken! De incongruentie houdt zelfs hier niet op. In het algemeen is er de laatste decennia sprake van een overgang van een paternalistische benadering van ontwikkelingshulp naar partnerschappen gebaseerd op een hechtere samenwerking.


dossier

n’GO september 2013

16

Maar de campagnes zijn quasi onveranderd gebleven. De boodschap luidt nog altijd: we hebben uw geld nodig, want het Céline Langendries gaat niet goed met Afrika. Geld is dus nog steeds het antwoord op alle problemen.”

Vastgewortelde percepties

Kalvin Soiresse Njall, journalist, schrijver en coördinator van het collectief Mémoire Coloniale et Lutte contre les Discriminations, is erg begaan met deze realiteit. “Een beeld dat in de openbare ruimte getoond wordt, is meer dan zomaar een beeld dat aan onze ogen passeert. Het creëert vaste voorstellingen in de hoofden van mensen en van hele samenlevingen. Wanneer de media en ngo’s ons enkel moeilijke omstandigheden in Afrikaanse landen tonen, is het beeld van een volledig continent in ellende snel gevormd. Deze negatieve perceptie van Afrikanen in Afrika wordt geprojecteerd op Afrikanen die in Europa wonen. Voeg daarbij nog het koloniale verleden en je komt tot een bijzonder negatief beeld van een continent dat nochtans zoveel te bieden en te delen heeft.”

Niemand wordt geviseerd Mark Van Luyk: Visueel is dit zeer sterk. Het water stelt het leven voor en de atoombom de dood. Het vraagt wel een interpretatie-inspanning, wat een goed begrip door iedereen in de weg kan staan. Deze keer wordt niemand individueel geviseerd. Het is gewoon een feit. Technisch is het beeld goed bedacht.

Kalvin Soiresse Njall: Ik voel me hier niet door aangesproken. Het beeld is zeer gewelddadig. Als je het over de waterproblematiek wil hebben, kan je beter westerse bedrijven tonen die hun afval in de rivier lozen.


dossier

n’GO september 2013

17

“Een beeld dat in de openbare ruimte getoond wordt, creëert vaste voorstellingen in de hoofden van mensen en van hele samenlevingen” In de greep van het systeem

“Er moet iets gedaan worden aan het probleem van de perceptie, en ik denk dat de situatie de goede richting uitgaat. Maar zolang de ontwikkelingssamenwerking zichzelf niet in vraag stelt, zal er niets fundamenteels veranderen. In het begrip ‘hulp’ zit impliciet de idee vervat van een zwak Afrika in verhouding tot Europa. Als wij, Europeanen, erin geslaagd zijn ons te ontwikkelen, dan moeten wij jullie, Afrikanen, laten zien hoe jullie op ons niveau kunnen komen. De communicatie en beelden die gebruikt worden, zijn louter een reflectie van vooroordelen die, soms onbewust, de koers bepalen van ontwikkelingsorganisaties.” Heel wat verenigingen zijn al begonnen met een gewetensonderzoek en zoeken naar nieuwe samenwerkingsmethodes. Dit vertaalt zich in positievere boodschappen en beelden. Kalvin Soiresse Njall put hoop uit deze evolutie. “Het beeld van Afrika kan daadwerkelijk veranderen als Afrikaanse landen echte instrumenten krijgen om hun eigen ontwikkeling te sturen. Ik denk bijvoorbeeld aan een aanpassing van de © CEC

mechanismen van economische uitwisseling. Voor mij luidt de ideale slogan voor een ngo: ‘Afrika echt helpen betekent werk maken van andere regels van internationale handel’. Slechts Kalvin Soiresse Njall weinig ontwikkelingsorganisaties zullen het risico nemen om dit soort campagnes te voeren. Ze behoren immers tot landen die de internationale handel domineren en er geen enkele baat bij hebben dat het systeem verandert. Dit zou een soort van harakiri van de ontwikkelingssamenwerking zijn. En eigenlijk is dit logisch: als het je doel is om te zorgen dat mensen hun lot in eigen handen nemen, is het ook logisch dat je rol als ontwikkelingswerker op een gegeven moment overbodig wordt.”

Waardering van het schone

Een jonge organisatie uit Nederland, opgericht in 2007, gelooft heilig in de kracht van sterke en esthetische beel-


dossier

n’GO september 2013

Mark Van Luyk

Positief stereotype Mark Van Luyk : De foto komt positief en verrassend over, maar inhoudelijk vertelt hij niet veel. Deze campagne wil het beeld van Afrika veranderen. Het probleem is hier dat er een positief beeld op een negatief beeld wordt gekleefd. Het blijft een stereotiepe boodschap. Het lijkt zelfs alsof de foto bewerkt is om de zaken nog mooier voor te stellen. Wat mij betreft schiet de campagne haar doel voorbij.

Kalvin Soiresse Njall : Het is een mooi beeld met een goede slogan. Ik denk dat dit toeristen zeker zal aanspreken. Je voelt dat de campagne in de goede richting probeert te gaan, maar daar niet helemaal in slaagt. Waarom tonen ze geen Afrikaanse markten, artisanale ateliers, vrouwen op het land of sociale verenigingen die aan alfabetisering of sociale economie doen? We hervallen hier weer in een karikatuur, hoewel de intentie oprecht is.

18

Judith Madigan

den. BrandOutLoud belicht lokale en internationale ngo’s vanuit hun kern en kracht. Judith Madigan, medestichter en directeur van BrandOutLoud vertelt ons waarom. “Als je iemand vraagt waar hij trots op is, dan zal hij je zeker iets kunnen vertellen. Als je dan kijkt naar de beelden van ontwikkelingssamenwerking van de laatste vijftig jaar, krijg je bijna alleen negatieve indrukken. Wij vinden dat het anders moet en willen uitgaan van de esthetiek, de waardering van het schone. Zonder daarbij de realiteit en menselijke waarde uit het oog te verliezen. In een sector waar financiering met de dag moeilijker wordt en het draagvlak vermindert, is visuele communicatie een sterke troef. Visualise to persuade. Je moet in woord en beeld de kernwaarden van je organisatie benadrukken. Ngo’s zijn over het algemeen sterk in het uitleggen van wat ze doen en hoe. Maar het belangrijkste is het ‘waarom’, want dat is wat mensen achter een zaak schaart.”


n’GO september 2013

Het volstaat niet om negatieve clichés te vervangen door mooie kleurplaatjes. De aanpak van BrandOutLoud gaat uit van een grondige verandering van perspectief. “Het gaat om branding. We werken aan het merk of imago van een organisatie. Het gaat om de fundamenten van die organisatie, haar ware indentiteit en haar drijfveren. Als je fondsen wilt werven via een campagne, komen je boodschap en de manier waarop die geïllustreerd wordt waarschijnlijk niet overeen met waar je echt voor staat. Je neemt afstand van je diepste kern en daardoor ontstaat een conflict: de alarmerende campagne die medelijden opwekt versus de kernwaarden van je merk. Door je identiteit kenbaar te maken zal je veel meer mensen kunnen overtuigen van het nut van je acties.” De eerste stap naar een nieuwe vorm van communicatie is makkelijker gezegd dan gedaan. “Het moeilijkste is vaak de bewustwording dat werken aan je merk en de communicatie hierrond belangrijk is. Soms komen er organisaties naar ons voor een nieuwe website of mooie foto’s voor hun jaarlijks rapport. Maar dat zijn eindproducten die voortkomen uit je kernwaarden. Het is die kern die juist het startpunt is: waarvoor sta je en hoe sluit je visuele identiteit daarbij aan. Je moet durven investeren in je imago en je unieke kenmerken in de verf zetten. We krijgen steeds meer vragen van ngo’s die het anders willen aanpakken. Wij zijn er om hen te begeleiden en het schone naar voren te brengen.” RENAUD DEWORST

19

“De gebruikte beelden zijn een reflectie van vooroordelen die, soms onbewust, de koers bepalen van ont­wikkelingsorganisaties.” BrandOutLoud aan het werk op een strand in Benin. De waardering van menselijke kwaliteiten kan meer teweegbrengen dan medelijden.

© BRANDOUTLOUD

dossier


Zonder oogkleppen zie je beter!

hoe pak je het aan…

de realiteit aanvaarden

© GERMALIX - FOTOLIA

Als we een situatie niet meer de baas zijn, zijn we geneigd toch door te gaan en ons niet van de wijs te laten brengen door de obstakels of onvoorziene omstandigheden. Maar vroeg of laat ervaren we toch stress. Een teken dat onze strategie een deel van de werkelijkheid negeert, omdat we koppig doorzetten of niet kunnen loslaten. n’GO september 2013

20


de realiteit aanvaarden

© ROBYNMAC - ISTOCKPHOTO

hoe pak je het aan…

Natuurlijk belet niets of niemand ons om de realiteit volledig of gedeeltelijk te negeren. Ook niet om iets onaangenaams uit de weg te gaan. Maar de realiteit is wat ze is. Vroeg of laat staan we er oog in oog mee. Waarom dus wachten?

I

edereen wordt in zekere mate beperkt door zijn denkpatronen. Als iets ons stoort, zijn we geneigd hevig te reageren: ons op te winden, onze eigen regels en waarden te verdedigen. Zodra iets niet werkt zoals we het willen of iets niet strookt met ons gedachtegoed, spuien we kritiek. Als iemand iets wat wij ook kunnen op een andere manier doet, is onze eerste reactie: “hij doet het niet zoals het moet”, en niet: “hij doet het anders dan ik, maar zou ik misschien iets kunnen leren van zijn manier van doen?”

n’GO september 2013

21

Onze extreme gevoeligheid voor falen doet ons het gekende verkiezen boven het ongekende. Ze dwingt ons om de realiteit zo te bekijken dat ze in onze gebruikelijke schema’s past.

hoe pak je het aan… de realiteit aanvaarden 1. Doe meteen de test Je bevindt je in een situatie die niet verloopt zoals je wil. Je hebt geen grip meer op de zaken en anderen reageren op een volgens jou ongepaste manier… Wat denk je? Als je denkt: “Zo gaan we er niet geraken!” of “Als het zo zit, loop dan allemaal naar de maan!”, of nog “Wat bezielt je, voel je je niet goed?”, dan is je reactie te rigide. Als je denkt: “Ah, dit had ik niet verwacht, laten we kijken hoe het loopt” of “Dit heb ik nog nooit gehoord (of gezien)! Interessant” of nog “Hier kan ik nog iets van leren”, dan stel je je open op en ben je flexibel.

2. Probeer alternatieve gedachten te vinden Ben je rigide? Stop ermee! Deze oefening helpt je om je automatische modus “weg te zappen”, of je niet te hard aan een gedrag vast te klampen. Denk aan een gebeurtenis die niet verlopen is zoals je had gewild en probeer je te herinneren wat je toen dacht. Bedenk vervolgens alternatieve gedachten door jezelf de volgende vragen te stellen: ✔✔ Hoe kan ik nog op een andere manier denken? ✔✔ Als ik me in de plaats van de andere zou zetten, wat zou ik dan denken?


hoe pak je het aan…

de realiteit aanvaarden

Of iets aanvaardbaar is of niet, zodra je ermee geconfronteerd wordt, kan je het maar beter op een of andere manier accepteren.

hoe pak je het aan… de realiteit aanvaarden

✔✔ Wat kan ik in deze situatie veranderen? ✔✔ Wat heb ik niet onder controle? ✔✔ Als er iemand anders in mijn schoenen zou staan, wat zou ik hem dan aanraden? Deze vragen zouden al heel wat stress moeten wegnemen. Het werkt zelfs nog beter als je erin slaagt om die vragen onmiddellijk te stellen, op het moment zelf.

3. Waan je een wier Als je je flexibel wil opstellen is dingen loslaten het moeilijkste. Een oefening: zet je even vijf minuten neer en beeld je in dat je zeewier bent. Wier leeft in de duisternis, vastgeworteld op de bodem van de zee. Tijdens een storm wordt het losgetrokken en drijft het af. Op een passieve manier gaat het wier een hele reeks ontdekkingen tegemoet (wind, regen, een bootschroef, een vis, de zon… alles is nieuw). In een tweede fase wordt het op het strand geworpen en ervaart het een

heleboel nieuwe sensaties (zand, droogte, gebeten worden door dieren…). In de derde fase wordt het wier weer in zee gegooid, zinkt naar beneden en wordt één met de zeebodem om zo nieuw wier te voeden. Doe die oefening tot je je helemaal één voelt met het zeewier dat op geen enkele manier vat heeft op zijn omgeving. Je kan het ook proberen per twee. Probeer je te laten meeslepen door de stem van een kalmerende verteller.

4. Leer flexibel reageren Onthoud enkele zinnetjes die je beletten om rigide te worden: “Pak de koe bij de horens, het heeft geen zin om te struisvogelen”; “het is tijd voor iets nieuws”; “De dingen negeren of zich verzetten heeft geen zin en is tijdverlies”; “Neem de golf zoals een surfer (of de wind zoals een arend) en laat je meevoeren: zo geraak je veel verder”; “Hoe leuk, een verrassing, iets onverwachts!”…

n’GO september 2013

22

Waar komt toch die manie vandaan om de pertinentie te ontkennen van andere manieren van denken dan de onze? Er zijn voornamelijk twee oorzaken: onze extreme gevoeligheid voor falen en een hardnekkige rigiditeit die ons het gekende doet verkiezen boven het ongekende. Wat heeft faalangst hiermee te maken? Gewoonweg omdat wij geprogrammeerd zijn om falen te vermijden. Ik verduidelijk: in het wild moet een dier dagelijks tientallen keren slagen om te overleven (eten, drinken, slapen, ontsnappen aan de vele gevaren, zodat hij zich uiteindelijk kan voortplanten en zijn soort kan verderzetten). Eén enkele misstap kan fataal zijn. In de moderne wereld geldt dit principe evengoed voor de mens: wij blijven hyperactief tegenover falen. En bij elke situatie die we meemaken doen we beroep op een bibliotheek aan reacties die ons tot nu toe hebben helpen overleven. Men zou denken dat elke levenservaring onze bibliotheek doet groeien, maar neen: ze heeft integendeel eerder de neiging te verstenen, te verstarren. De ettelijke successen die we dagelijks boeken om te overleven stellen emotioneel niets voor; het zijn de mislukkingen die blijven hangen en die zijn er bij de vleet. Ons falen heeft veel meer invloed op ons toekomstig gedrag dan succes. Denk maar aan die keer dat je je hand boven een brandende kaars hield. Is de brandwonde niet beter in je geheugen gegrift dan die tientallen keren dat je je hand boven een gedoofde kaars hield? Als iets mislukking in de hand werkt, dan is het wel het onbekende. Het nieuwe.


hoe pak je het aan… | meer weten Boeken Votre profil face au stress

Patrick Collignon et Jean-Louis Prata, 2012, Eyrolles, Paris

L’art de la méditation : Pourquoi méditer ? Sur quoi ? Comment ? Matthieu Ricard, 2010, Pocket, Paris

| uitgeklaard Wat zegt het woordenboek hierover

Starheid

•  Weigering om toegevingen te doen, compromissen te sluiten of omzichtig te werk te gaan.

Flexibiliteit

•  Een meegaand karakter dat zich gemakkelijk aanpast aan de wil van de anderen, aan vereisten in bepaalde situaties.

de realiteit aanvaarden Laten we een klassiek geval nemen: de mening van ouderen over de jeugd. Onlangs las ik dit: “De jeugd van tegenwoordig is slecht opgevoed. Ze hebben lak aan autoriteit en hebben geen respect voor ouderen. Ze staan hun plaats niet af als een oudje binnenkomt. Ze spreken hun ouders tegen in plaats van te gaan werken.” Velen zijn het hiermee eens. Heeft de auteur het gemunt op generatie “Y”? Nee hoor! Dit is een citaat van … Socrates. De herkomst van de uitspraak is betwistbaar, maar ze leidt ons in ieder geval naar een boek uit 1953, dat er voor het eerst melding van maakt. Maakt niets uit... Zeker is dat dergelijke uitspraken al minstens vier generaties circuleren. Maar geven ze ook de werkelijkheid weer? Waarom kijken de jongeren van vroeger, die nu oud zijn geworden, op dezelfde manier op de jongeren neer als anderen met hen deden, zestig jaar geleden? Simpelweg omdat de nieuwe generaties met hun nieuwe kijk op de wereld, hun innovatieve en baanbrekende ideeën, hun ongeziene levenswijzen, iets ongekends meebrengen. En de mens heeft het niet zo voor het ongekende. Zelfs Socrates niet.

Als de realiteit stoort

Wat gaat er door je heen als je je doelstelling niet haalt? Als een logistieke bevoorradingslijn op het werk in het gedrang komt door een overijverige ambtenaar? Moeilijk om kalm te blijven. Nochtans vermindert stress het reactievermogen. Deze stress is gelinkt aan onze waarden, ons leerproces en onze opgeslagen ervaringen, die zich uiten in gedachten: “Ik weet wat er moet gebeuren, maar hij doet het niet. Onuit-

n’GO september 2013

23

staanbaar” ; “Met dergelijke cijfers raken we in de problemen!” ; “Er is altijd wel een ambtenaar die roet in het eten moet strooien.”… We nemen de situatie op en wringen ze soms ‘met geweld’ in een gekende categorie. Onbewust laat je dan informatie links liggen die buiten je referentiekader valt, die je niet zint of die je zou dwingen je mening te herzien. Je zit vast in het stramien van de automatische modus. Je wordt geleid door je wil om je niet te laten afleiden door onvoorziene omstandigheden of obstakels. Niet zelden verbergt deze houding een angst om je eigen overtuigingen te zien wankelenen. In je diepste binnenste, misschien onbewust, voel je dat je je verzet tegen verandering, ook al is die onvermijdelijk. Het risico dat je probeert te vermijden, is dat je je wereldbeeld moet aanpassen (zie n’GO nr.12)…

Je kan maar beter aanvaarden!

De situatie is wat ze is en zodra je ermee geconfronteerd wordt kan je ze maar beter aanvaarden in plaats van ontkennen. Ontkenning vergroot alleen maar het ongemak en verkwist energie. De idee om afstand te doen van negatieve gedachten is niet nieuw. Boeddhistische meditatie is daar al duizenden jaren op gebaseerd, vertelt Matthieu Ricard, een bioloog die vaak samenwerkt met neurowetenschappers en boeddhistische monniken: “Gedachten die onze geest ontregelen, hebben maar zoveel kracht als wij er zelf aan geven. Ze staan los van de realiteit. Mediteren is de gedachten die in onze geest opduiken aanvaarden als wolken die voorbijdrijven, zonder


de realiteit aanvaarden

n’GO september 2013

24 © BYHEAVEN - FOTOLIA

hoe pak je het aan…

te oordelen en zonder ze te vermenigvuldigen”. Heel veel meditatieen relaxatieoefeningen helpen ons om te aanvaarden (in het kaderstuk “hoe pak je het aan” vind je enkele voorbeelden). Het komt erop aan je af te vragen waarover je echt controle hebt, en je eigen eisen aan de kant te zetten. Als je de situatie niet meer in de hand hebt, kijk dan nog eens terug naar de piramide van eisen/middelen (zie n’GO nr.5). Als we iets willen, verwachten we dat alles gebeurt zoals wij dat in gedachten hebben en, indien mogelijk, dat anderen de dingen doen zoals wij ze ons voorgesteld hebben. “Je moet alleen maar…”, zeggen we op die momenten. Maar ben je daar zo zeker van? Moet er echt ‘alleen maar’? En als dat al zo zou zijn, waarom is dat dan niet allang gebeurd? Is het niet beter voor jezelf en voor je omgeving als je de realiteit onder ogen ziet en je eisen wat bijstelt? Dat je je wat flexibeler opstelt? We wensen je van harte een stevige dosis flexibiliteit. PATRICK COLLIGNON

Dit artikel werd geschreven in samenwerking met het INC www.neurocognitivism.com

Kenmerken van… …rigiditeit Automatisch Je automatische hersenmodus (zie n’GO nr. 9) probeert een snelle reactie te zoeken op een situatie. Systematisch gaat hij op zoek in de interne bibliotheek naar bestaande oplossingen. Dit is zijn rol. De rigiditeit zorgt ervoor dat je de situatie aanpast aan de inhoud van de bibliotheek, dat je weigert om nieuwe informatie te zien. Je dwingt jezelf om de situatie onder te brengen in een bekende categorie.

Gebaseerd op de vrees voor het onbekende Het is veel eenvoudiger voor de automatische hersenmodus om in ‘bekende’ sferen te vertoeven, om te vertrekken van wat men al eens heeft meegemaakt (en dat je te boven bent gekomen, want je bent toch nog in leven). Ook heb je vaak de neiging om alleen bekende elementen uit de situatie te halen om ze te toetsen aan je bibliotheek.

Gelinkt aan stress Stress duikt op als je meer elementen ervaart dan de automatische hersenmodus aankan. Als deze laatste weigert om een deel van de realiteit te zien, is er nog altijd de adaptieve hersenmodus. Die heeft wel de flexibiliteit om de hele realiteit te zien en, indien nodig, een nieuwe reactie tevoorschijn te toveren.


Geld in het laatje krijgen: het blijft een snijdend zeer. De een draait onwennig in het rond, de ander voert een agressieve politiek. Anders en beter! Friendraising plaatst donor en ontvanger in een nieuwe rol. Betrokkenheid is het codewoord.

Friendraising

n’GO september 2013

25 © ENRICO FIANCHINI - ISTOCKPHOTO

instrument friendraising

een nieuwe trend in fondsenwerving


instrument friendraising

© GIUSEPPE PORZANI - FOTOLIA

n’GO september 2013

I

n de USA heeft fundraising zo’n 50 jaar voorsprong op de rest van de wereld. Concepten als peer-to-peer fundraising en relationship fundraising zijn er gemeengoed. Allemaal wijzen ze erop hoe belangrijk het is de bodem goed te bewerken alvorens te oogsten. Met andere woorden: investeer in relaties, dan rolt het geld in het bakje. Friendraising gaat echter een stap verder: geld binnenhalen is niet de expliciete inzet van netwerking, maar een mogelijk ‘neveneffect’ van een totale gedragsverandering tegenover je contacten, waarbij wederkerigheid in de relatie een grote rol speelt. Friendraising, de naam bekt goed, maar dekt de vlag een bruikbare lading?

‘All the way’

Vera Peerdeman is senior fondsenwerver en haalde jarenlang sloten geld binnen voor talrijke non-profitorganisaties. Ondanks het succes voelde haar klassieke aanpak structureel fout aan. “Ik nam deel aan netwerkactiviteiten en bouwde een waardevol adressenboekje op, maar zodra mijn doel bereikt was, verwaterde het contact met de schenkers. In de USA vertrouwde de manager van een groot bedrijf mij zijn succesvolle strategie toe: ‘friendraising comes before fundraising’. Je werft grotere bedragen als je vooraf persoonlijke aandacht en tijd besteedt. Maar voor mij moest die aanpak verder gaan. De belevingscomponent (de rela-

26

| Friendraising in 7 stappen

1.  Beleving van de organisatie in kaart brengen Probeer zicht te krijgen op de wijze waarop betrokkenen, zowel intern als extern, jouw organisatie beleven. Misschien is hier nog wat werk aan de winkel? Zij kunnen pas ambassadeurs zijn als ze enthousiasme uitdragen.

2.  Kennismaking met de organisatie Hoe komen mensen in aanraking met de organisatie? Een aangename kennismaking kan de basis vormen voor een eventuele vriendschap. De ambassadeurs spelen hier een cruciale rol, maar ook diverse communicatiemiddelen kunnen ingezet worden.

3.  Wanneer een vriend? Vriendschap vergt tijd. In een eerste fase spreken we daarom eerder van relaties. Het is heel belangrijk deze relatie te bestendigen door ze formeel te registreren: vraag iemands


instrument friendraising

ORGANISATIE Creëren van een positieve ervaring

e-mailadres, verbind je via sociale netwerken, stuur een nieuwsbrief, ... Onderhoud de relaties en behandel je donateurs zoals je vrienden zou behandelen.

4.  Geefrelatie formuleren Friendraising is gericht op het verkrijgen van steun in vele vormen, niet enkel geld. Maak een overzicht van de steun die uw organisatie kan gebruiken.

KENNISMAKING Beleven van een positieve ervaring

n’GO september 2013

RELATIE Bestendigen van een positieve ervaring

6.  Doelgroepen formuleren Welke doelgroepen wil je betrekken met je friendraising? Breng je persoonlijke netwerk (familie, vrienden, collega’s, ...) én dat van je organisatie (bestuurders, vrijwilligers,…) in kaart. Zoek ook nieuwe contacten, maar bedenk dat ook bij friendraising het aloude verkoopprincipe geldt dat het veel goedkoper is om een bestaande klant een product te doen kopen dan een nieuwe klant!

5.  Doelstellingen benoemen 7.  Bepaal je vertrekpunt Friendraising kan ingezet worden voor fondsenwerving, maar evengoed om je netwerk uit te breiden, steun of advies te krijgen enzovoort. Niet elke steun vertaalt zich in euro’s, maar formuleer je doelstellingen wel SMART. Maak een implementatieplan om je doelstellingen te bereiken.

Breng een rangorde aan in de contacten die je beoogt en richt je inspanningen in de eerste plaats op laaghangend fruit! Begin klein en groei in friendraising naarmate je succes boekt.

27

GEEFRELATIE Uitdragen van een positieve ervaring

tie) en de technische component (de fondsenwerving) kan je niet splitsen als twee stappen in een proces. Friendraising is geen techniek, maar een gedrag waarbij je 100% van je tijd aan mensen besteedt. Een langdurige relatie stopt niet na de gift. Friendraising gebeurt ‘all the way’ en niet ‘before fundraising’.”

Waarde zonder geld

In een friendraising-relatie is het geld niet het eerste en zeker niet het enige doel. Alles is erop gericht een zo groot mogelijk draagvlak te creëren voor je organisatie. Daarom moet een organisatie evengoed zorg besteden aan haar relatiemanagement van kleine schenkers of andere betrokkenen. Gelijkgestemden kunnen immers zoveel meer samen doen. Een interessant contact, een advies, een gelegenheid om ergens een uiteenzetting te houden, tijd als vrijwilliger: al deze zaken scheppen een waardevolle band en


instrument friendraising

n’GO september 2013

28

kunnen, wie weet, later zelfs geld in het laatje brengen.

Winst voor beide

Deze aanpak blijkt bijzonder succesvol, maar hoe vermijd je dat friendraising pure berekening wordt, het woord ‘vriendschap’ onwaardig? Vera Peerdeman: “De waarden die inherent zijn aan vriendschap horen ook thuis in de relatie met de potentiële donor. Het gaat om vertrouwen, gedeelde interesses, aandacht. Maar vooral: vriendschap is geen trucje, je moet het menen. Friendraising beoogt een één-op-één-relatie die niet gericht is op die eerste gift, maar een langetermijnrelatie wil vestigen, waarbij zowel de organisatie als de donor zich goed voelt. Wederkerigheid is essentieel voor het slagen van een dergelijke relatie. Er is winst voor beide. Een donor krijgt een hechtere band met het project van de organisatie, hij wordt op de hoogte gehouden van de activiteiten, hij kent de mensen persoonlijk. Daarom geeft hij liever zijn geld aan die organisatie dan aan een andere. Ook

© BLEND IMAGES - FOTOLIA

“Friendraising is geen techniek, maar een gedrag waarbij je 100% van je tijd aan mensen besteedt. ’’ | de sterktes Friendraising ––Friendraisers zetten een netwerkersbril op, geen fundraisersbril. Geld is niet het eerste doel. Het contact is vóór alles een positieve ervaring. Dit draagt bij tot het duurzame karakter van de relatie. ––Friendraising is toegankelijk voor elk lid van de organisatie, ongeacht functie of persoonlijkheid. Iedereen legt contacten op de wijze die hem of haar eigen is en zonder de remmende fondsenwervingsdruk. ––Friendraising is een bijzonder efficiënt alternatief voor fundraising. De aanpak brengt geld in het laatje en zorgt tegelijk voor een positieve beleving door beide partijen.

| de beperkingen –– De verleiding bestaat om friendraising te groots aan te pakken. Friendraising gaat over gedrag en mentaliteit en raakt de cultuur van een organisatie. Maar er is niets moeilijker te veranderen dan een organisatiecultuur... Bescheidenheid is hier op zijn plaats, maar er moeten wel mijlpalen vastgelegd worden.


instrument friendraising © VERA PEERDEMAN

n’GO september 2013

de medewerkers van een organisatie winnen bij friendraising. Een directe bedanking, niet via een call center maar door even persoonlijk te bellen, kan leiden tot bijzonder mooie gesprekken waaruit de medewerkers van de organisatie kracht putten, of tot waardevolle informatie voor de organisatie."

SMART doelstellingen

Klassieke fondsenwervers staan ietwat argwanend tegenover friendraising omdat de resultaten niet op dezelfde manier meetbaar zijn en de waarde van een vriendschappelijke relatie niet steeds uit te drukken valt in cijfers. Toch betekent dit geenszins dat friendraising ongestructureerd verloopt. Vera Peerdeman: “Wie zonder plan aan de slag gaat, verzinkt in het netwerken. Ook een friendraiser zal zijn doelstellingen SMART moeten formuleren. Maar omdat het om gedrag gaat, raad ik aan de lat in het begin niet te hoog te leggen. Uit eerste beperkte resultaten kan je al snel kracht putten om verder te gaan op de gekozen weg.”

Vera Peerdeman

29

| getuigenis

Jan Jacob Hoefnagel, Verantwoordelijke Particuliere Donateurs (Dorcas Hulp en Ontwikkeling): “Ken je achterban!”

« Friendraising veroorzaakt geen grondverschuiving, maar door het accent te leggen op een relatiegerichte manier van werken, maakt ze een wezenlijk verschil. Het uitgangspunt is simpel: je achterban kennen en oprecht geïnteresseerd zijn in hun motivatie om je organisatie te steunen. Uiteraard kan ik met mijn 80.000 contacten geen intieme relatie onderhouden, maar ik benader ze wel op een persoonlijke manier. Toen we onlangs een foutieve inning van een beperkt bedrag moesten rechtzetten, hebben we aan de donor ook een bos bloemen gestuurd. Sommigen vinden dat dit niet in verhouding staat met de klacht, maar deze vrouw was zo ingenomen met onze actie dat ze vervolgens ongevraagd een grotere gift deed. Een andere vrouw reageerde erg negatief op een brief waarin we volgens haar te gretig om geld hadden gevraagd. We hadden deze klacht naast ons kunnen neerleggen, maar toen we haar contacteerden, bleek zij één van onze super-vrijwilligers te zijn, die zich niet goed voelde bij de communicatie van de organisatie. Wij hebben haar uitgenodigd om bij een volgende brief haar mening te geven, wat ze bijzonder apprecieerde. Met friendraising is fundraising geen koude geldrelatie meer, maar een investering in mensen. Een heel verschil! »


instrument friendraising

n’GO september 2013

30

“Iedereen is in staat om vrienden te maken, op zijn eigen persoonlijke manier.”

© PETER ATKINS - FOTOLIA

Zingen zoals je gebekt bent

Friendraising vraagt wat lef om naar buiten te treden, maar ook introverte medewerkers kunnen ermee aan de slag. Niet elk contact hoeft face to face te gebeuren. Vera Peerdeman: “Aanwezigheid op een evenement, een twitter-account of een persoonlijke mailing kunnen evengoed de band versterken. Iedereen is in staat om vrienden te maken, op zijn eigen persoonlijke manier. In een organisatie moet daarom elke medewerker bij deze aanpak betrokken worden. Ook de receptioniste moet doordrongen zijn van de overtuiging dat zij een belangrijke friendraisingrol heeft.” Omdat Friendraising bij ons nog zo weinig gekend is, maakt een organisatie die met deze methode aan de slag gaat al snel het verschil. Trendsetters, haal uw slag thuis! SYLVIE WALRAEVENS

Boek Handboek Friendraising. 21 strategieën om vrienden duurzaam aan je organisatie te verbinden Vera Peerdeman, Walburg Pers, 2012

U kent een interessant werkinstrument dat waardevol is in een context van ontwikkelingssamenwerking? Laat het ons weten!


blog-notes

n’GO september 2013

| stem van de expert

31

Guy Malfait

Guy Malfait, afgestudeerd in de godsdienstwetenschappen aan de KULeuven, is samen met zijn vrouw Vanessa Joos sinds 1996 permanent volontair in de internationale beweging ATD Vierde Wereld. Na missies in Frankrijk, Haïti en Nederland zijn ze sinds 2010 werkzaam in Manilla. Ondanks die uiterst rijke ervaringen wil hij zichzelf geen expert noemen op vlak van armoedebestrijding; de echte experts zijn eerst en vooral de armen zelf. Hoewel idealisme en passie hem niet vreemd zijn, blijft hij als zoon van een eenvoudige boerenfamilie steeds met beide voeten op de grond. Zijn drie kinderen zijn daarbij een blijvende bron van inspiratie.

Probleemgeval of kans voor de mensheid?

M

ijn moeder kwam ontsteld thuis van de bakker. Andrea, een arme vrouw die eigenlijk al te veel kinderen heeft – om nog te zwijgen van de mannen – , had de bakkersvrouw aardig voor schut gezet. De bakkersvrouw kent Andrea – wie niet trouwens in het dorp – en ze weet dat ze met moeite het einde van de maand haalt. In al haar goedheid had ze Andrea een brood van de dag ervoor aangeboden, verkopen kon ze toch niet meer. Had dat kreng van een

Andrea even een scène in de bakkerij gemaakt en gezegd dat de vrouw van de bakker dat brood maar zelf moest opeten als ze het zo lekker vond! “Het is toch al ver gekomen”, had mijn moeder er nog aan toegevoegd. “Zo’n mensen verdienen het toch niet om geholpen te worden!” Andrea ken ik niet, maar het verhaal komt me zo bekend voor. De reactie van mijn moeder ook. In de bijna twintig jaar dat ik betrokken ben bij de internationale beweging ATD (All Together in Dignity) Vierde Wereld ben ik al veel Andrea’s

tegengekomen. Mijn gedachten dwalen af naar Ate Tela die samen met zo’n 100 gezinnen onder een brug boven een open riool in Manilla woont. Ook dit jaar zullen haar kinderen, ondanks allerlei interventies van sociale diensten, regelmatig school missen om op het kruispunt verderop op de ramen van de auto’s te tikken voor een paar centen.

Kwestie van slechte wil?

Het zijn de armen waar de maatschappij geen weg mee weet. Het zijn de armen


blog-notes

n’GO september 2013

32

“Willen deze mensen eigenlijk wel geholpen worden ?”, roept iedereen uiteindelijk gefrustreerd. Verantwoordelijkheid nemen

Neem nu het ‘probleemgeval’ Ate Tela in Manilla. Ondanks alle informatiesessies en zelfs dreigementen van de sociale dienst blijft ze haar kinderen regelmatig de straat opsturen om wat geld bij elkaar te bedelen. Hoe kan een moeder zo zijn dat ze haar kinderen bewust van school houdt? Daar kregen wij in het begin ook geen antwoord op. We nodigden haar kinderen en de anderen van Onder de Brug uit voor de wekelijkse straatbibliotheek. Via de kinderen konden we een relatie opbouwen met Ate Tela. Dat ging moeizaam in het begin, ze zat natuurlijk niet te wachten op nog iemand die haar de les zou spellen. Toen kwam er verandering: ze kwam steeds vaker, “gewoon even kijken”, zei ze dan. Dat gewoon even kijken werd na een paar maanden actief deelnemen en later zelfs mee verantwoordelijkheid opnemen in de straatbibliotheek. Niet te verwonderen, bleek achteraf. Ate

© GUY MALFAIT

die niet passen in de hulpprogramma’s. Kortom, ze werken tegen in plaats van mee. “Willen deze mensen eigenlijk wel geholpen worden?”, roept iedereen uiteindelijk gefrustreerd. Het is volgens mij een misleidende vraag; ze geeft de indruk dat het probleem alleen bij de hulpbehoevende ligt. Dat is het comfortabele uitgangspunt van iedereen die bereid is tot helpen. Wanneer het hulpaanbod niet in dank wordt aangenomen of zelfs geweigerd wordt, dan wordt de ontvanger in vraag gesteld, zelden of nooit de persoon of organisatie achter de aangeboden hulp, laat staan dat de maatschappij zichzelf in vraag gaat stellen. Dat is nochtans waar ATD Vierde Wereld mij steeds opnieuw toe aanspoort. Eerlijk gezegd is dat het soort uitnodigingen die we liever in de wind slaan. Toch loont het de moeite om zekerheden los te laten. Valse, comfortabele zekerheden durven loslaten om ruimte te geven aan de overtuiging dat élke mens een kans is voor de mensheid, zelfs een Andrea.


blog-notes Tela is een referentiefiguur voor de gezinnen van Onder de Brug. Bij haar kan je altijd terecht met je problemen, als het nodig is zal zij met je meegaan naar wat voor overheidsdienst ook. Ate Tela is het soort vrouw die geschillen regelt in de buurt, ze kent de mensen door en door.

Millenniumdoelen

Samen met andere ouders van Onder de Brug heeft ze deelgenomen aan internationaal onderzoek om de Millenniumdoelen van 2015 te evalueren en advies te geven voor de post-2015 agenda. Anderhalf jaar kwamen ze maandelijks samen om ervaringen uit te wisselen, om inzicht te krijgen in hun eigen realiteit en om er de precieze woorden voor te vinden. Met verbazing ontdekten we de dagelijkse inspanningen die de ouders én kinderen doen om naar school te gaan. Als geen ander weten ze dat school de kans is op een beter leven. Als geen ander kennen ze echter ook de realiteit van de meeste arme kinderen op school: ze gaan wel naar school maar

33

leren nauwelijks echt wat! Dit omwille van de zware levensomstandigheden, uitsluiting op school enzovoort. Logisch dat de kinderen als de nood hoog is, school missen om hun familie te ondersteunen. Afgelopen juni werden de eerste bevindingen van het onderzoek aan de VN voorgesteld in New York. Ate Tela en de anderen van Onder de Brug zijn er niet rijker van geworden. Maar er is iets fundamenteel veranderd in elk van hen. Het gevoel dat ze overbodig zijn, dat niemand naar hen wil luisteren, heeft plaats gemaakt voor zelfrespect, zelfvertrouwen en zelfwaardering. Als een Andrea een oud brood weigert, is ze dan een verwend kreng? Of is het een schreeuw van het laatste stukje zelfrespect dat nog overeind staat om gehoord te worden en niet langer genoegen te nemen met alleen maar liefdadigheid? Daarom hou ik zo van Andrea’s: te pas en te onpas dwingen ze mij om een ware Copernicaanse omwenteling te maken: van probleemgeval tot kans voor de mensheid!

“Als een arme een oud brood weigert, is dat een schreeuw van het laatste stukje zelfrespect om niet langer genoegen te nemen met alleen maar liefdadigheid.”

n’GO september 2013

Maandelijks e-zine uitgegeven door Ec hos Communication Rue Coleau, 30 1410 Waterloo België +32(0)2 387 53 55 Verantwoordelijke uitgever Miguel de Clerck Hoofdredacteur Pierre Biélande Adjunct-hoofdredacteur Renaud Deworst Redactie Sylvie Walraevens Patrick Collignon Vormgeving Bertrand Grousset Lay-out Thierry Fafchamps Met de steun van :

Abonneer u gratis op het magazine. Klik hier! Vind Echos Communication op het Internet www.echoscommunication.org


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.