n’GO nr 20

Page 1

ON T W I K K EL I NG S SA ME N W ER K I NG E N ME NSEL I J K E R EL AT I E S

Fragiele staten een delicate samenwerking

Nicola Vernon Transitiepionier in Zuid-Afrika

Actief luisteren Twee oren om te luisteren

Siebe Anbeek Zielen stelen

Nr20

november 2014


N 20 r

n’GO november 2014

radar P.3

zuiderse wijsheid P.22 Valentin Agon blog-notes P.36 Siebe Anbeek

instrument P.31

actief luisteren: twee oren om te luisteren

| vooraf Miguel de Clerck

Directeur Echos Communication

Vooroordelen ontkrachten 5 Episode de

Ontwikkelen op drijfzkean mnetd Hoe samenwer fragiele staten?

dossier P.13

P.26

COVER: © OCSKAY BENCE - FOTOLIA

portret P.7 Nicola Vernon

2

Stel: je voelt je geroepen tot ontwikkelingswerk. Waar zou je dan allereerst naar op zoek gaan? Misschien toch wel vertrouwen, bron van enige voorspelbaarheid en bijgevolg het voetstuk van een relatie. In de praktijk is dit al niet evident met een persoon die je pas hebt leren kennen. Hoe moet het dan met een staat, een fragiele staat dan nog, een systeem dat door mensen wordt gemaakt maar tegelijk in staat lijkt die mensen te vergeten? Niet fundamenteel anders; systemen reageren als levende organismen. Ook daar is vertrouwen essentieel. Maar je zal des te meer moeten kunnen luisteren naar wat achter de woorden schuilt, je zal je vooroordelen moeten laten varen. Een leessuggestie bij dit nummer is om te beginnen bij de instrumenten zodat u uitgerust bent om de complexiteit van relaties met fragiele staten aan te kunnen. Geniet ervan…

Abonneer u gratis op het magazine. Klik hier! Vind Echos Communication op het Internet www.echoscommunication.org


een andere kijk

n’GO november 2014

3

Foto van de maand

Van een andere wereld De Guinees-Zwitserse fotografe Namsa Leuba maakte op een trip naar Guinée-Conakry een intrigerende fotoreeks, genaamd Ya Kala Ben (frisse kijk). Hier geen diefstal van exotische zielen, maar een ingetogen verstilling die het ongrijpbare tastbaar maakt. Namsa Leuba: “Rituele beeldjes passen in een strikte symbolische orde. Zij zijn voor deze gemeenschap geen goden, maar gebeden. Ik heb ze tot leven gebracht door levende modellen op te voeren. Door ze in zekere zin te ontheiligen heb ik ze een andere, voor Guinezen ongewone betekenis gegeven.” (foto : Namsa Leuba)

Ontdek de volledige reeks


een andere kijk

4

© JOHN GOMEZ - FOTOLIA

n’GO november 2014

Spelen met aapjes Kent u het verhaal van die Britse kolonialen die besluiten een golfterrein aan te leggen in Calcutta? Telkens ze op het punt staan hun bal te slaan, komen van overal kleine aapjes die al even gepassioneerd zijn door dat

spel en zich amuseren met het verleggen van de balletjes waar het hen goed lijkt. Na ettelijke ijdele pogingen om de kleine primaten weg te jagen, beslissen de Engelsen om zich aan te passen aan hun nieuwe speelkameraadjes: ze slaan voortaan de ballen waar de aapjes ze hebben neergelegd. Een project verloopt nooit zoals voorzien: de beste voorbereiding kan geen valkuilen op uw weg tegenhouden.

In plaats van hen te zien als een rem, in plaats van tijd en energie te verliezen met pogingen om ze te omzeilen, kan u ze ook in uw project integreren en er inspiratie uithalen. Zoals Lenka zei: “trouble is a friend”!

Ontdek hier deze aanpak.


een andere kijk

n’GO november 2014

5

Je hachje redden met een dribbel Meer weten: L’éloge de l’esquive, Olivier Guez

© MAKIENI - FOTOLIA

u 360° Voor gelezen De wieg van de dribbel staat in Brazilië. Tot daar niets nieuws. Maar wist u dat hij ontstond als overlevingsstrategie? Aan het einde van de 19de eeuw doet voetbal zijn intrede in een Braziliaanse maatschappij die gekenmerkt wordt door apartheid. Voetbal is het privilege van een zeer select clubje aristocraten en blanke bourgeois. Het duurt tot het interbellum voor de halfbloeden de knepen vinden om zich te laten uitnodigen op het speelveld: ze vermommen zich door hun gezicht te bepoederen met rijstpoeder en hun haar te steilen met brillantine. Vervolgens spannen ze hun boog nog sterker door een onfeilbare techniek te ontwikkelen om stoten te vermijden: de dribbel, een heupenspel geïnspireerd op de samba en de capoeira. Met hun lichtheid, handigheid en ongrijpbaarheid slaan ze de aanhangers van de Britse kick and rush helemaal uit hun lood. Listig en fier als ze zijn, dwingen ze bewondering af en tegelijk roepen ze een voetbalfanfare in het leven die de weerspiegeling is van een natie die in het reine is met haar gemengde bevolking.


een andere kijk

6 © PATPITCHAYA - FOTOLIA

n’GO november 2014

| Video van de maand

De creatieve kracht van tijd Tijd moet vandaag zowat de grootste luxe zijn in de westerse wereld. Tijd is gemeten, tijd kost geld, tijd moet je verdienen. Maar tijd geven is geen teken van laksheid of verspilzucht. Tijd geven is investeren. Met niet

zelden een resultaat dat ruimschoots teruggeeft wat we erin staken. Of het nu gaat om een creatieve brainstorm, een therapeutisch traject of een interculturele samenwerking: Creativity is not inspired by the

pressure of time, but by the freedom, the playfulness and the fun. Perfect geïllustreerd in dit filmpje! Bekijk de video


portret

Nicola Vernon transitiepionier in Zuid-Afrika

“We zijn vergeten dat de oplossing vlak vóór ons ligt.”

n’GO november 2014

7


portret

n’GO november 2014

© STARLET - FOTOLIA

Nicola heeft last van hoogtevrees. Een parachutesprong? Niet aan haar besteed! Met grote voet op onbekend terrein landen doet ze liever niet. Eerder kiest ze de smalle paadjes en laat ze zich leiden door ontmoetingen. Haar eindbestemming: een tuin van Eden waar het goed is om te leven. Op naar het land van 1001 mogelijkheden!

1954 | bio

Geboren in Barnet, dicht bij Londen

1996

Krijgt de prijs “UK Professional Fundraiser of the Year” Begint te werken voor Marion Allford Associates

1998

Koopt een huis in ZuidAfrika in Greyton, vlak bij Kaapstad

2002

2011

Verhuist naar Zuid-Afrika Neemt de leiding van waar ze pro bono raad het project Greyton geeft aan lokale caritatieve Transition Town verenigingen

8


portret

T

n’GO november 2014

9

| getuigenis

waalf jaar geleden besloot Nicola Vernon om alles achter te laten. Ze trok weg van haar geboorteland Engeland en zette een punt achter haar carrière als consultant voor welzijnsorganisaties. Ze plantte haar koffers neer in Greyton, een klein dorpje op het platteland in het zuidwesten van Zuid-Afrika, niet ver van Kaapstad. “Ik waande mij in het paradijs. Greyton is een wondermooi klein dorp­ je, verborgen in de heuvels tussen twee rivieren. De kleine steegjes, afgebakend met eiken, leiden naar een weelderig natuurreservaat.” Nicola — iedereen noemt haar Nicky — was op slag verliefd. Het duurde niet lang voor ze opgenomen werd in de gemeenschap, die haar daadkracht zeer op prijs stelde. Enkele jaren later, in 2011, nam ze de leiding over van Greyton Transition Town, een vereniging met 142 lokale leden die het gehucht transformeert tot een zelfvoorzienend, ecologisch dorp waar de inwoners in symbiose leven met hun omgeving.

Alexander Jellen, adjunctdirecteur van LR Schmidt Primary School (Genadendal, Zuid-Afrika)

« Nicky zet zich enorm in voor de lokale gemeenschap. Ze weet zeer goed waar ze naartoe wil. Daardoor wordt ze door zoveel mensen op haar weg gesteund. Ze ontwikkelt ideeën, maar ze voert ze ook uit: ze is actief op alle vlakken. Iedereen kent Nicky. Ze staat altijd open voor dialoog en blijft maar vergaderingen organiseren om met zoveel mogelijk leden van de gemeenschap te spreken. Ze haalt het beste uit de mensen. Ze geeft hen kracht door hen voortdurend aan te moedigen om hun vaardigheden en kwaliteiten uit te spelen. Ze onderlijnt het positieve en laat zich niet stoppen door mislukkingen: volgens haar kunnen we veel leren uit onze fouten. Ze dwingt de mensen om zelfvertrouwen te hebben. »

“Vóór je iemand vraagt wat hij nodig heeft, moet je zijn vertrouwen winnen.”


portret

“Begeleiden is niet hetzelfde als leiden.” Het meisje met de zwavelstokjes

Dit idee kwam niet van Nicky: “Op een dag kwamen drie vrouwen die heel actief waren in Greyton naar mij met de vraag of ik het concept transitiesteden kende en of ik geen zin had om dit ook hier op te zetten. Ik sta dus niet aan de oorsprong van het project.” Daar is ze blij om, want Nicky heeft zichzelf steeds gezien als iemand die helpt zaden te ontkiemen die geplant werden door anderen: “Ik ben altijd diep overtuigd geweest dat wie de problemen zelf dagelijks ondervindt het best geplaatst is om ze ook op te lossen. Toen ik adviseur was voor verenigingen tegen jeugdcriminaliteit, mengde ik me niet in de inhoud van het debat. Ik voelde toen al dat die groepen zelf in hun midden de bekwaamste mensen hadden om een uitweg te zoeken. Ze hadden enkel wat begeleiding nodig bij hun opzet en methoden. Ik leverde hen de nodige instrumenten (zoals methoden voor fondsenwerving) zodat ze toegang kregen tot hulpmiddelen om hun zelfbedachte oplossingen uit te voeren. Na twee jaar hadden die gemeenschappen aanzienlijke

bedragen verzameld. Toen is er mij een belangrijke verandering opgevallen: ze werden enthousiast en fier op zichzelf omdat ze er op eigen kracht geraakt waren en hun toewijding vruchten had afgeworpen.” Die vlam in hun blik begeesterde Nicky voortaan bij al haar initiatieven: ze wilde steeds opnieuw die vonken aanwakkeren die mensen in vuur en vlam zetten.

African leadership

Als bevlogen aanstoker voert Nicola Vernon een verbeten strijd tegen haar eeuwige vijand: de spelbrekers die diepe littekens achtergelaten hebben in Zuid-Afrika: “Ik heb het gevoel dat vele Zuid-Afrikanen alle

10 © JAVIER BROSCH - FOTOLIA

n’GO november 2014

hoop en vertrouwen hebben verloren. Het apartheidsregime heeft veel schade aangericht. Ook al is er intussen veel gebeurd en heeft Mandela ongelooflijk werk verricht, toch zijn de wonden van de segregatie nog diep en tastbaar. De apartheid heeft de Zuid-Afrikanen in gevoelens van onmacht gestort en heeft hen hun zelfvertrouwen ontnomen. Vele kinderen zien voor zichzelf ook geen perspectief weggelegd eens ze meerderjarig zijn. Mijn taak is om hen een gevoel van leadership in te fluisteren, hen het bewustzijn terug te geven dat ze alle potentieel en capaciteiten in zich dragen om hun plekje te veroveren onder de zon.” En waar ligt die plek dan? Dat is niet


portret

n’GO november 2014

11

“When the hands are engaged, the hearts quickly follow.” aan ons om te beslissen, zegt Nicky kordaat. Alleen de Zuid-Afrikanen zelf hebben de sleutels om zich van hun ketenen te bevrijden, hun onmacht, hun onvermogen.

© VLADIMIRFLOYD - FOTOLIA

Niet parachuteren

Voor Nicola Vernon is het essentieel om de zaken uit handen te geven, meer bepaald aan hen die hier al generaties wonen en dit land kennen tot in de diepste wortels. Want begeleiden is niet hetzelfde als leiden: “Ontwikkelingshulp heeft alleen zin als ze gebaseerd is op het hart en de geest van hen voor wie ze bedoeld is. Wie dit niet doet, parachuteert en gaat dingen opleggen. O zo goed bedoelde ‘oplossingen’ kunnen dan net het omgekeerde effect teweegbrengen: vijandigheid creëren omdat mensen zich in de val gelokt voelen en gecontroleerd. Nog vóór je iemand vraagt wat hij nodig heeft, moet je zijn vertrouwen winnen. Lokale problemen moeten beantwoord worden door hen die er dagelijks mee te maken hebben. De doelgroep moet betrokken worden in elke beslissingsfase. Als je ze buiten spel zet, ontneem je hen de fundamentele waarde van realisatie, verdienste en trots.”

De pot verwijt de ketel

Net die participatieve democratie is wat Nicola Vernon zo aantrekkelijk vond in het model van transitiesteden: “Ik zag de transitiesteden als het middel bij uitstek voor sociale verandering. Het model is zeer inclusief. Zo organiseren wij veel publieke vergaderingen waar we de mensen vragen om hun gevoelens te uiten. We verzamelen alle sectoren van de gemeenschap. Greyton Transition Town werkt eigen oplossingen uit om de problemen gelinkt aan de klimaatverandering het hoofd te bieden. Daardoor krijgt de gemeenschap het gevoel dat ze concreet hun lot in handen hebben door op een andere schaal te werken en talrijke niveaus van reflectie en actie aan te boren, die niet exclusief maar complementair zijn. Op die manier verenigt Nicola Vernon zelfbewustzijn, sociaal bewustzijn en ecologisch bewustzijn. Als je één poot onderuithaalt, valt de triptiek in elkaar. En het is net die dreiging die op ons rust door de globalisering, voegt ze eraan toe. Ze legt uit hoe de mondialisering de mens ontworteld heeft door hem uit zijn lokaal leefmilieu te halen: “Ik denk dat velen zich ontkoppeld en ontworteld


portret

n’GO november 2014

12

| getuigenis

© BERC - FOTOLIA

Michael Ash, clinicus, zakenman en web-editor voor Greytown Transition Town (UK)

voelen. Ze staan te ver van het milieu, van de planeet, van wat ze eigenlijk zijn. Het model van transitiesteden zorgt ervoor dat mensen opnieuw aansluiting kunnen vinden op een zeer pragmatische manier. Verschillende leden van de gemeenschap komen samen om lokale antwoorden te bieden op globale uitdagingen van de klimaatverandering. We moedigen mensen aan om hun lot in handen te nemen en de controle over hun toekomst over te nemen. Ik zeg altijd: “When the hands are engaged, the hearts quickly follow.” Dit stellen we ook vast in ons dorp: de inwoners worden stap voor stap autonomer doordat ze de dingen die ze nodig hebben om te leven zelf produceren en niet langer afhankelijk zijn van voedingswaren die ze niet kunnen betalen en eigenlijk niet nodig hebben. Ze

“Nicola is een ongelooflijk energieke vrouw.”

staan zelf garant voor hun voedselveiligheid. Ze herstellen hun band met de aarde en herwinnen een natuurlijke manier van zijn die we helaas al lang verloren zijn. Ze bewonderen de planten die groeien uit het zaad dat ze zelf hebben gezaaid. Dit zijn eenvoudige dingen die vanzelfsprekend lijken maar het niet meer zijn door de globalisering. We zijn vergeten dat de oplossing vlak voor onze neus ligt, binnen handbereik. We moeten gewoon de band herstellen tussen mens en aarde, zodat de mens weer zijn eigen baas wordt in harmonie met zijn omgeving.” CÉLINE PRÉAUX

« Net als Nicola heb ik een huisje in Greyton. Ik ben vertrouwd met het transitiedenken want het is ontstaan op een boogscheut van waar ik woon in Totnes, Engeland. Ik heb haar project dan ook steeds van dichtbij gevolgd en een handje geholpen. Nicola is een ongelooflijk energieke vrouw. Ze is een pionier in de kunst om mensen aan te moedigen te herkennen wat ze in zich hebben om hun eigen leven te verbeteren en zo ook dat van hun gemeenschap. Ze kan iedereen rond de tafel brengen: de blanken die hun plaats zoeken in ZuidAfrika, en de zwarten die lange tijd uit het openbare leven zijn geweerd. Kortom, Nicola is een sociale en intellectuele duizendpoot met een duidelijk doel en resultaten voor ogen. Ze spoort de menigte aan om een positieve golf van adhesie en cohesie teweeg te brengen. Mijn enige spijt: dat ze niet meer in Engeland woont. Ik zou haar direct aanwerven! »


Fragiel, zwak, onstabiel. Geen land aanvaardt dit label met de glimlach. Of toch, maar dan onmiskenbaar als marketinginstrument, om zich te verzekeren van internationale hulp. Gewild of verguisd, de noemer ‘fragiele staat’ wijst in elk geval op een hoge nood die een specifieke aanpak vergt. De vraag is hoe dit rechtmatig en duurzaam kan.

n’GO november 2014

13 © DANIEL PRUDEK - FOTOLIA

dossier

Ontwikkelen op drijfzand

Hoe samenwerken met fragiele staten?


dossier

“We moeten het middenveld versterken zodat zij de spreekbuis van de bevolking worden en hun overheid om rekenschap vragen.”

Z

e zijn helaas niet op één hand te tellen: staten waarvan de fundamenten aan diggelen liggen door herhaaldelijke militaire en politieke crisissen. Staten waarvan de bestuurlijke capaciteit en legitimiteit zwak is en waar een duidelijke visie op de ontwikkelingsprioriteiten ontbreekt. Toch wil de internationale gemeenschap ook deze volkeren in de boot houden, met aangepaste instrumenten die inspelen op de complexe context. Ontwikkelingsbusiness as usual, met programma’s en projecten, heeft geen zin zolang de voedingsbodem onstabiel is.

Vertrouwen herstellen

Volgens Pacifique Nininahazwe en Justine Nkurunziza, twee vooraanstaande mensenrechtenactivisiten en voorvechters van

14 © BARNEYBOOGLES - FOTOLIA

n’GO november 2014

Fragiliteit als stigma of marketingtool De fragiele-statenbenadering is in de eerste plaats een Noord-initiatief, waarbij de OESO en de Wereldbank het voortouw nemen. De meeste als fragiel benoemde staten huiveren van dit label. Geen enkele overheid hoort graag dat zijn gezag niet legitiem is. Alternatieve benamingen als ‘staten in fragiele situaties’ of ‘met factoren van fragiliteit’ willen het stigma beperken, maar blijven omstreden. Rwanda heeft

er alles aan gedaan om van die lijst weg te blijven. Het land baseert zijn ontwikkelingsbeleid immers op buitenlandse investeringen en kan de associatie met een fragiele staatsstructuur missen als kiespijn. Een twintigtal andere landen, verzameld in de G7+, zijn zich bewust gaan profileren als fragiel, bij wijze van marketingstrategie. Zij pleiten voor een aangepaste internationale aanpak van hun fragiele toestand.


dossier

n’GO november 2014

15

© BST2012 - FOTOLIA

“Als kind dacht ik dat ons land nood had aan uitzonderlijke mensen om verandering te brengen. Vandaag verwacht ik die verandering van goed gevormde burgers die hun rechten opeisen.” democratie in Burundi, heeft de fragiliteit van hun land diepe wortels. Justine Nkurunziza: “Door de etnische conflicten en politieke uitholling van het land heeft de bevolking de waarden waarop ze hun toekomst bouwden Justine Nkurunziza de dieperik zien ingaan. Het sociale weefsel is zwaar beschadigd en alle vertrouwen is weg. Vandaag vinden de middenveldorganisaties met internationale steun stilaan de weg terug naar de basis. Via sport, cultuur, werkgelegenheid en capaciteitsversterking werken zij stapsgewijs aan het herstel van het sociale weefsel.” Ook Pacifique Nininahazwe zet alles in op het vertrouwen van de burgers. “Sinds de oorlog is angst de sterkste actor in onze maatschappij: de angst van de burgers voor onderdrukking en de angst van de machthebbers voor verlies van hun positie. Het middenveld kan pas duurzame resultaten boeken als ook tegelijk de staatsstructuren worden aangepakt. Een sterk middenveld

in een wankele staat werkt op drijfzand, maar een sterke staat met een verzwakt middenveld, zoals Rwanda, kan op elk moment overstag gaan.”

Samen in bad

Dirk Brems is de Belgische vertegenwoordiger voor ontwikkelingssamenwerking bij de EU, met 25 jaar Afrika-ervaring op de teller. Staatsopbouw, aldus Brems, is de sleutel voor een duurzame samenwerking met fragiele staten: “Door eenzijdig lokale ngo’s te versterken voelt de regering zich buiten spel gezet. Dat creëert wrevel, waardoor de leiders zich afzetten tegen wat zij ‘de krachten van de oppositie’ noemen. In Burundi worden ngo’s zo onverhuld ‘Tutsibastions’ genoemd. Hoe je het ook draait of keert, je komt altijd bij de staat terecht. Veiligheid, justitie, gezondheidszorg of onderwijs zijn functies die enkel de staat kan verzorgen, met eigen middelen, via decentralisatie of door onderaanneming. Uiteindelijk moet de staat toch de diploma’s erkennen of garanderen dat artsen juridisch aansprakelijk zijn voor medische fouten. Dienstverlening die buiten de staat om georganiseerd wordt, ge-


beurt via substitutie: het middenveld vervangt de staat. Hoe langer dit duurt, hoe minder de staat zich om die diensten bekommert. Bekwame mensen verlaten de staat, het vertrouwen van de burgers neemt Dirk Brems een duik, de hulp van de internationale gemeenschap kalft af en je eindigt zonder staat.” Justine Nkurunziza bevestigt: “Westerse donoren kunnen erg zinvol werk verrichten met het lokale middenveld, maar ze moeten ook de staat in het bad trekken. Wie met landbouwers werkt moet tegelijk hervormingen op nationaal niveau bepleiten. Dit dubbele spoor vraagt om inclusiviteit. Het middenveld wordt al meer betrokken in de formulering van de agenda, maar nog niet in de uitvoering ervan.”

Ownership, van wie?

Bart Horemans, programmacoördinator Capaciteitsopbouw voor BTC in RDC Congo, ziet evenmin heil in de tendens van de jaren 90 om bij wijze van shortcut eenzijdig de kaart van het middenveld te trekken en de overheid terzijde te laten. “Wie honger heeft, heeft lak aan principiële debatten en wil gewoon sociale voorzieningen, onderwijs en minimale veiligheid. Maar de

n’GO november 2014

staat achterwege laten is geen oplossing op lange termijn. Er zijn verschillende mogelijkheden om de staat actief te betrekken, via capaciteitsversterking, via gezamenlijk beheer of — als de toestand van fragiliteit bijna verlaten is — door nationale uitvoering of budget-support. Ownership garandeer je dan via permanente dialoog waarin de partnerlanden samen met andere betrokken partijen de prioriteiten opstellen, in lijn met de nationale ontwikkelingstheorieën van het land.” Maar wat als de legitimiteit van de regering gebrekkig is en de representativiteit problematisch? Waar blijft dan het ownership van de bevolking? “Donoren moeten de overheid dwingen rekening te houden met de wensen van het volk. Dat is democratic ownership. Maar de realiteit is nog complexer, want in fragiele staten is ook de civiele maatschappij vaak disfunctioneel. Dictatoriale regimes hebben de oppositie monddood gemaakt of geïncorporeerd. In Rwanda heeft de overheid grotendeels haar eigen civiele maatschappij opgebouwd en in Congo vertegenwoordigt het middenveld vaak vooral zichzelf.”

Verantwoording, aan wie?

“Alleen consultatie met alle actoren in de brede samenleving kan democratic ownership garanderen”, zegt Thijs Van Laer, beleidsmedewerker Centraal-Afrika bij 11.11.11 : “De moeilijkheid zit in de vertaal-

16

© AFRICA - FOTOLIA

dossier


dossier

n’GO november 2014

17

“De perceptie dat diplomatie de politieke agenda verzorgt en ontwikkelingshulp de technische uitvoering verzekert, is een schromelijke onderschatting van de slagkracht van ontwikkelingssamenwerking.” slag van het internationaal beleid rond fragiliteit naar de praktijk. Het beleid wordt veelal in vergaderzalen uitgestippeld en de mensen op het terrein worden te beperkt betrokken. Anderzijds tonen veldwerkers zelf vaak weinig interesse voor de theoretische concepten, waarmee ze moeilijk weg weten op het terrein. We moeten als donoren een dubbel spoor bewandelen: de dialoog met de overheid openhouden en tegelijk het middenveld versterken zodat zij de spreekbuis van de bevolking worden en hun overheid om rekenschap vragen. Soms maakt het middenveld een goede analyse, maar ontbreken de instrumenten om de knelpunten aan te kaarten.” Dirk Brems stelt vast dat Westerse donoren vaak de plaats van de bevolking innemen en zelf rekenschap vragen aan de regering. “De overheid gedraagt zich vaak verantwoordelijker tegenover de donoren dan tegenover de eigen bevolking. Daarom is het onze taak om de capaciteit van het middenveld te versterken zodat zij verantwoording kunnen eisen en de overgang kunnen maken van substitutie naar begeleiding en controle.”

Pacifique Nininahazwe vat het als volgt samen: “Als kind dacht ik dat ons land nood had aan uitzonderlijke mensen om verandering te brengen. Vandaag verwacht ik die verandering niet langer van helden, maar van goed gevormde burgers die hun rechten opeisen.”

Politieke moed

Westerse donoren mogen dan een stevige boterham hebben aan capaciteitopbouw van staat en middenveld, ook de politieke agenda schreeuwt om aandacht. Een Bengalese minister zei ooit dat de elektriciteitsproblemen in zijn land hun oorsprong niet vonden in een gebrek aan technische knowhow, maar in de afwezigheid van politieke wil. “Financiële en technische ondersteuning volstaan inderdaad niet”, zegt Thijs Van Laer. “Als een provinciale overheid onvoldoende bevoegdheden of middelen heeft om haar taken uit te voeren, dan is dat geen technisch probleem, maar een indicatie dat de decentralisatie niet werkt. Als overheidfunctionarissen die boeren opleiden bij elke ontmoeting hun zakken vullen, dan kan het

vertrouwen van die boeren enkel hersteld worden door politieke keuzes. We moeten een dialoog over de verdeling van macht en middelen durven aangaan met overheden op alle niveaus. Niet alleen donorlanden, maar evengoed ngo’s zullen hun verhouding tot de staat en het middenveld moeten uitklaren. Veelal werken zij uitsluitend met lokale actoren, maar als ze ook het gesprek met de overheid aangaan, verkleinen ze de kans dat ze via substitutie de staat ongewild ondergraven.”

Analyseren en uitleggen

Bart Horemans beaamt dat ontwikkelingssamenwerking best wat politieker mag ingekleurd worden: “Het draagvlak daalt. De bevolking wordt ontwikkelingsmoe en eerlijk gezegd, hun vragen zijn legitiem. Daarom moeten we transparanter zijn. Slechts een beperkt deel van de gelden voor ontwikkelingssamenwerking wordt door het bevoegde ministerie verdeeld. De rest wordt besteed aan diplomatie, militaire opleiding of humanitaire hulp. Dat zijn legitieme uitgaven, die we beter moeten toelichten. We

Thijs Van Laer


dossier

© PHOTONBLEU - FOTOLIA

n’GO november 2014

De fragiele-statenprincipes: een leidraad De fragiele-statenprincipes, ontwikkeld door de OESO in 2007, omvatten een reeks internationaal aanvaarde richtlijnen voor ontwikkelingsactoren in fragiele staten. Dit zijn de 10 principes: 1. Een grondige contextanalyse is het uitgangspunt voor interventie op maat. 2. Interventies mogen bestaande spanningen niet verergeren of bestendigen. 3. Staatsopbouw in de vorm

van versterking van capaciteit en legitimiteit is prioritair. 4. Preventie is prioritair met het oog op veiligheid en duurzame ontwikkeling. 5. Politieke, economische en veiligheidsgebonden uitdagingen moeten geïntegreerd aangepakt worden. 6. Discriminatie en schending van mensenrechten als bron van instabiliteit moeten bestreden worden. 7. Interventies moeten afgestemd worden op nationale en lokale prioriteiten.

8. Donoren moeten hun analyses delen en acties coördineren. 9. Er moet aandacht zijn voor kortetermijnresultaten en langetermijndoelstellingen. 10. Geen enkele groep, regio of sector mag uitgesloten worden van ontwikkelingssamenwerking. Meer info: OESO Principles for Good International Engagement in Fragile States

18

tonen voortdurend beelden van Afrikaanse schooltjes, maar dat is slechts de uitkomst van het echte werk. Laat ons toch uitleggen dat we geen scholen of hospitalen oprichten, maar een staat of een sector uitbouwen. De perceptie dat diplomatie de politieke agenda verzorgt P. Nininahazwe en ontwikkelingshulp de technische uitvoering verzekert, is achterhaald. Het is een schromelijke onderschatting van de slagkracht van ontwikkelingssamenwerking.” Die politieke ontwikkelingsagenda moet voorafgegaan worden door een grondige evaluatie van de democratie, zegt Pacifique Nininahazwe. “De relatie tussen de machthebbers onderling, tussen de regering en justitie, parlement, middenveld, media en politieke partijen; of mensen zich mogen uitdrukken, of ze het recht hebben zich te organiseren... Allemaal vragen waar een goede contextanalyse inzicht in moet verschaffen.” Justine Nkurunziza wil ook de staat van armoede in die analyse opnemen. “Het is moeilijk praten over democratie met mensen die honger lijden. Hulp is pas duurzaam als gehoor wordt gegeven aan de prioriteiten van de bevolking. De politieke kracht van ontwikkelingssamenwerking beperkt zich echter niet tot contextanalyses. Middenveldorganisaties in het Noorden


dossier

Voor wat hoort wat?

Wie een politieke agenda voert, kan uiteindelijk niet om het hoge woord heen: conditionaliteit. Mogen donoren politieke voorwaarden koppelen aan hulp? En brengt zo’n aanpak uiteindelijk zoden aan de dijk? Wetenschappelijk onderzoek toont aan dat voorwaardelijke hulp vaak enkel pro-formaveranderingen teweegbrengt. Daarom bepleit 11.11.11 een beperkte en voorzichtige toepassing. Thijs Van Laer: “Conditionaliteit versterkt de ongelijke relatie tussen donor en partner en bovendien treffen zulke maatregelen in de eerste plaats de bevolking. Wij sluiten conditionaliteit niet uit, maar geven prioriteit aan alternatieve instrumenten: diplomatie of steun aan lokale mensenrechtenorganisaties. Enkel als een overheid totaal niet vatbaar is voor de zachte aanpak, passen we voorwaardelijke hulp toe. Zo eist de Belgische overheid in ruil voor steun bij de verkiezingen van 2015 dat de Burundese regering ook de oppositiekandidaten toelaat. In uitgesproken technische sectoren als gezondheid of landbouw willen we conditionaliteit echter niet als pasmunt

gebruiken.” Pacifique Nininahazwe, die het democratisch functioneren van zijn land met argusogen volgt, deelt die mening: “Conditionaliteit is mogelijk, maar enkel als het land, zijn bevolking en de mensenrechten er wel bij varen. Bij de verkiezingen in Burundi is die voorwaarde vervuld. Maar al te vaak wordt hulp een ruilmiddel voor steun aan het donorland bij de UNO.”

Eerlijkheid en vertrouwen

Dirk Brems zweert conditionaliteit niet volledig af, maar maant aan tot eerlijkheid. “België legde in het verleden vier ambitieuze, maar haalbare en overlegde voorwaarden op aan Burundi in ruil voor 150 miljoen euro hulp. Als de voorwaarden binnen de vijf jaar vervuld waren, had het land recht op nog eens 50 miljoen euro. Maar toen de voorwaarden behaald waren, besliste België de bijkomende 50 miljoen pas veel later te geven omdat intussen een schandaal van politiebetrokkenheid bij moorden aan het licht was gekomen. Dat is een onjuiste toepassing van conditionele hulp. Als de context verandert, kunnen wel nieuwe voorwaarden geformuleerd worden, maar die mogen enkel gelden voor een volgend plan. Met andere woorden: ook bij de donoren moet de politieke wil aanwezig zijn om op een correcte manier met de voorwaarden

19

© PAYLESSIMAGES - FOTOLIA

moeten hun regeringen blijven aanzetten om het functioneren van fragiele partnerlanden in het oog te houden, ook als de actualiteit andere regio’s feller belicht.”

n’GO november 2014

Elk lijstje zijn waarheid Wat maakt dat de ene staat bovenaan de lijst van fragiele staten verschijnt en de andere de dans ontspringt? Daarover bestaat geen unanimiteit. Er bestaan verschillende classificatiesystemen, elk met hun eigen factoren van fragiliteit. De CPIA-index van de Wereldbank, die financiële en economische factoren sterk in rekening brengt, domineert het spectrum. Maar verschillende ontwikkelingsactoren voelen meer voor classificaties zoals de Fund for Peace-index, die andere factoren van fragiliteit benadrukken. Zo is Rwanda op de lijst van de Wereldbank geen fragiele staat wegens zijn economische prestaties, maar wel volgens het Fund for Peace wegens de schending van mensenrechten en democratische principes. In diezelfde index neemt België de 137ste plaats in. Hier zijn het milieufactoren en separatistische strekkingen die het land kwetsbaar maken, aldus het Fund for Peace. Zo heeft elk land zijn eigen katjes te geselen.


dossier

n’GO november 2014

om te springen, zodat het vertrouwen niet wordt ondermijnd. Conditionele hulp is een gevaarlijke strategie en ik pleit ervoor om ze enkel toe te passen als je denkt dat het haalbaar is. Voor Congo zou ik het momenteel niet overwegen, maar in Burundi mag het politieke voluntarisme van de internationale gemeenschap best wat groter zijn.”

© PHOTOBANK - FOTOLIA

Flexibiliteit

Financiële steun, capaciteitsopbouw en politieke dialoog: het arsenaal ontwikkelingsinstrumenten waarmee de internationale gemeenschap de fragiele staten bedient is ruim, maar heeft eveneens duidelijke grenzen. De kaders en principes van het reguliere ontwikkelingswerk zijn simpelweg niet van toepassing en nieuwe wegen dringen zich op. Zowel de internationale overeenkomst als de Belgische nota over ontwikkeling in fragiele staten schuiven flexibiliteit naar voren als leidend principe. Thijs Van Laer: “Tastbare, op voorhand geplande en in een strikt tijdskader gevatte resultaten zijn in fragiele contexten nauwelijks haalbaar. Wie met fragiele staten in zee gaat, moet voorrang geven aan de langetermijnresultaten: stevigere staatsfundamenten zoals justitie, veiligheid en economie. Pas nadat de fundamenten gelegd zijn, krijgen

20

ontwikkelingsresultaten zoals scholen en gezondheidszorg een kans om duurzaam te zijn. Wij pleiten voor een perspectief van 15 à 20 jaar om structurele resultaten te kunnen boeken. De Bart Horemans huidige ontwikkelingssamenwerking, met logische kaders en beperkte termijnen, laat dit niet toe omdat vele donoren tastbare resultaten willen in ruil voor hun steun.” Dirk Brems: “We moeten ook aan onze bevolking durven uitleggen dat hulp aan fragiele staten niet risicoloos is, dat mislukken altijd mogelijk is. We moeten leren uit falen en bijsturen. De projectaanpak is als instrument niet aangepast voor landen waar je moet kunnen inspelen op opportuniteiten. Maar ook een goed proces kan vertaald worden in resultaten. Het is de beste garantie voor duurzame impact.” Ook Bart Horemans vindt dat de ambities in fragiele staten veel te hoog liggen. “Het gevolg is dat de kaders steeds verlengd worden als na vier jaar de verhoopte resultaten uitblijven. Dat is absurd. Laten we van bij het begin een zinvolle tijdshorizon zetten zodat we continuïteit in onze ondersteuning


dossier

n’GO november 2014

21

© FORYOUINF - FOTOLIA

“Om structurele resultaten te kunnen boeken is een perspectief van 15 à 20 jaar nodig, maar vele donoren willen snelle, tastbare resultaten in ruil voor hun steun.” kunnen garanderen. De steeds veranderende context in fragiele staten vergt ook een experimentelere aanpak, met een openheid voor risico’s. We moeten het geweer van schouder veranderen als iets niet werkt en meer doen van wat wel werkt. Dit verhoogt aanzienlijk de kans dat we zinvolle dingen doen die echt iets opleveren.” “Ontwikkelingshulp mag in fragiele contexten niet verblind worden door de beperkingen van de programma’s, vindt Justine Nkurunziza. “Tijdens de oorlog profiteerden de kinderen binnen de vluchtelingenkampen van scholen, speelterreinen en zuiver water. De omringende lokale bevolking viel buiten het hulpprogramma en toen de nood en jaloezie te sterk werden, vielen ze de vrachtwagens met hulpgoederen aan. De noden stoppen niet aan de grenzen van een kamp. Hulp moet flexibel aangepast worden aan de lokale behoeften.”

Volgehouden steun

Die lange adem maakt ontwikkelingssamenwerking tot de meest duurzame vorm van hulp, vindt Dirk Brems. “Privé-investeringen uit groeilanden als China of India

hebben de Zuid-Zuidaanpak wind in de zeilen gegeven, maar het grootste inkomen ontvangen fragiele staten nog steeds uit ontwikkelingssamenwerking, vooral na de economische crisis van 2008. Privéinvesteringen hangen af van de economische situatie van de donor en steun aan ontwikkelingslanden komt als eerste in het gedrang als de economie stokt. Ontwikkelingssamenwerking, vooral budgetondersteuning, is stabieler omdat zij eerst de recurrente bestedingen veiligstelt. Daarin kunnen wij het verschil maken.” De evolutie naar een begripvolle maar doelgerichte aanpak van ontwikkeling in fragiele staten staat nog in de kinderschoenen, maar ze geniet internationale steun en werpt hier en daar reeds vruchten af. Die vernieuwde aanpak kunnen we in de verf zetten door ons taalgebruik en denken te verleggen van 'werken aan fragiliteit' naar 'werken aan weerbaarheid', suggereert Dirk Brems. Resilience is het nieuwe codewoord en iedere staat, in Noord en Zuid, kan daarmee aan de slag. Een kwestie van zelfkennis! SYLVIE WALRAEVENS


n'GO november 2014

22

© ANDY DEAN - FOTOLIA

zuiderse wijsheid

Valentin Agon

Durf opent deuren


zuiderse wijsheid Durf opent deuren

E

en lokale oplossing voor een lokaal probleem. Dat is wat Valentin Agon zocht en vond met de ontwikkeling van het natuurlijke antimalariamiddel Api-Palu

Mijn lot in eigen handen nemen

In de fleur van mijn pubertijd heeft één bepaalde gebeurtenis mij bijzonder getekend. Op een ochtend ging ik gewoontegetrouw met een van m’n broers langs bij mijn vader om zakgeld te vragen. Die dag was hij in het gezelschap van een van zijn oudere broers. Die broer was verbaasd over de som geld die we toegestoken kregen; hij vond het een erg hoog bedrag. Hij raadde mijn vader aan eens te berekenen hoeveel hij eigenlijk jaarlijks uitgaf aan ons zakgeld en hij vroeg zich ook af wat wij in ruil teruggaven. Vanaf die dag weigerde ik nog zakgeld van mijn vader aan te nemen. Het was een ommekeer, in die zin dat ik besliste om mijn eigen lot in handen te nemen, me vrij te vechten, zelf te denken, te doen, te durven, op veroveringstocht te trekken om mezelf tot ontplooiing te laten komen. Toen ben ik tot het besef gekomen dat iedereen - ikzelf in de eerste plaats moet geloven in zichzelf.

n'GO november 2014

23

“Vanaf die dag weigerde ik nog zakgeld van mijn vader aan te nemen. Het was een ommekeer, in die zin dat ik besliste om mijn eigen lot in handen te nemen…”

Mijn aanpak Ik ging vanaf mijn tien jaar naar school. De school lag op 3 km van huis. Na het voorval met het zakgeld vroeg ik mijn moeder om voortaan een maaltijd klaar te maken die ik opat vóór ik vertrok en die volstond voor de rest van de dag. Ik beloof-

de haar ook dat ik, met haar steun, altijd de beste van de klas zou zijn. De marxistisch-leninistische revolutie die Benin doormaakte in de jaren 70 en 80 heeft mijn identiteit mee bepaald: zoals bij zovelen van mijn leeftijdsgenoten heeft ze de militant in mij wakker gemaakt.


© PHATTANASANGSA - FOTOLIA

zuiderse wijsheid Durf opent deuren

n'GO november 2014

oplossing voor de volksgezondheid, maar ook - en daar ben ik bijzonder blij om - een manier om lokale productie te promoten, wat perspectief op werk voor de jeugd met zich meebrengt. De Afrikanen kunnen er nu trots zijn dat er een oplossing bestaat in hun eigen omgeving. Het is een proces om de Afrikanen, die verlamd zijn door angst, hun fierheid terug te geven.

“De angst doorbreken”

Die strijdlust zette zich om in een droom: dokter worden en medicijnen maken. Dit was een logische keuze omdat ik van mijn vader veel had geleerd over de kracht van medicinale planten. De wetenschap dat je door een of andere plant in te nemen kon genezen, stemde mij gelukkig en ik wou er zelf mee aan de slag gaan. Die drijfveer heeft me gebracht waar ik vandaag sta. Als ik rondkijk zie ik nog veel andere problemen om op te lossen.

Api-Palu

De eerste uitdaging die ik wilde aangaan kwam na een alarmerende vaststelling: Afrika gaat dood aan malaria. Elk jaar

24

sterven ongeveer 2 miljoen mensen aan de ziekte, waarvan dagelijks 3000 kinderen jonger dan 5 jaar. Ik vergelijk het virus vaak met een vliegtuigramp waarbij elke dag enkele vliegtuigen neerstorten in Afrika. Na veel reflectie bleek Api-Palu een efficiënte oplossing voor malaria. Maar achter die medische oplossing zat nog een andere drijfveer: ervoor zorgen dat mensen toegang kregen tot medicatie die door hen zelf gefabriceerd werd in hun eigen streek in plaats van genoegen te nemen met geïmporteerde medicijnen, wat vandaag nog steeds gebeurt. Westerse medicijnen zijn te duur voor de inwoners van Benin en voor de meeste Afrikanen. Ik vond een

Afrika heeft angst, angst van zichzelf. Eeuwenlang werd aan de Afrikanen duidelijk gemaakt dat ze zichzelf niet konden zijn en niet in staat waren hun eigen toekomst te bepalen. Zo is alle onderzoek verwesterd, alle uitvindingen witgeblakerd. Daardoor is het beeld ontstaan dat enkel de blanke mocht creëren, uitvinden en patenteren. Daartegen zeg ik “neen”. Het is geen kwestie van huidskleur. De ketens van de angst moeten doorbroken worden, want we hebben hier geen durfcultuur. We hebben angst om de grote stap te zetten, in het onbekende te duiken en te willen wat we nog niet hebben. Durf bevordert een ontwikkeling die duurzaam is, die niet vanuit een externe maar vanuit een interne beweging ontstaat. Durf is een uitdaging voor alle Afrikanen. We moeten ons losmaken van de afhankelijkheid van de buitenwereld, zelf denken en doen. Dan pas wor-


zuiderse wijsheid Durf opent deuren

n'GO november 2014

25

“We lossen onze eigen problemen op en geven een ander beeld van de Afrikaanse identiteit: trots en evenwaardig aan alle anderen.” den we niet meer geleefd. We lossen onze eigen problemen op en geven een ander beeld van de Afrikaanse identiteit: trots en evenwaardig aan alle anderen.

Richtlijnen voor de jeugd

Dankzij Api-Palu heb ik een uitzending kunnen financieren op de nationale televisie van Benin, die bijna 2000 euro per maand kost. Deze uitzending geeft de Beninse jeugd moed, maar richt zich ook tot de rest van Afrika en de wereld. Ik wil vijf principes meegeven, waarvan hier enkele: een jongere die een winnaar wil zijn, moet een zijn missie klaar voor ogen hebben; een ander principe zegt dat je nooit mag opgeven, want wie opgeeft is een slappeling: een winnaar geeft nooit op en een slappeling wint nooit. Ik motiveer de jeugd om ‘de Afrikaan’ mee gestalte te geven aan de hand van 5 aspecten: “IK BEN”, “IK HEB”, “IK WIL”, “IK KAN” en “IK DOE”. Deze principes en aspecten verspreid ik sinds 2008 en ik zie dat mensen anders naar hun leven gaan kijken. Velen zeggen: “Ik heb weer zelfvertrouwen, ik kan het nu”. Deze principes en dimensies moeten

aangewakkerd worden bij alle jongeren, zodat ze hun lot in eigen handen kunnen nemen.

Rond mij… en in de toekomst

De mensen met wie ik samenwerk en opleid bij Api-Benin zijn allemaal potentiële ontwikkelaars en ondernemers. Iedereen moet een bedrijfsproject hebben. Als ze op een dag beslissen om hier weg te gaan, zullen ze hun eigen bedrijf kunnen oprichten. Een ontwikkelaar is een ondernemer en ondernemers zijn wereldkampioenen. Vandaag zijn mijn acties beperkt tot Benin, maar de eerste stappen in het buitenland zijn al gezet. Ik wil bijvoorbeeld nog een televisiestation oprichten voor gezondheid en ontwikkeling. Ik wil dat de mensen ophouden met te denken dat je het alleen via de politiek kan maken. Alleen door zelfontwikkeling kan je slagen.

TEKST AANGEBRACHT DOOR BERNADO MARIANO HOUENOUSSI

Het project Vanuit zijn overtuiging dat productie en consumptie lokaal moeten zijn om de nationale economie aan te zwengelen, lanceerde Valentin Agon in 1997 “API-Benin”, samen met Célestin Kinnoudo. Dit bedrijf produceert medicijnen op basis van planten en honing en zet daarmee een eerste stap naar waardering van de lokale kennis en van de rijkdom van de Afrikaanse middelen. Door een beroep te doen op traditionele kennis heeft het bedrijf naast een twintigtal andere producten ook een remedie tegen malaria ontwikkeld: APIPALU, dat vandaag in heel Benin verspreid wordt. Voor Valentin Agon draagt een land dat enkel producten van anderen consumeert alleen bij tot de ontwikkeling van die anderen en zet het zijn eigen toekomst op de helling.


episode 5

n’GO november 2014

© NENADAKSIC - FOTOLIA

vooroordelen ontkrachten...

Vooroordelen erkennen en aanvaarden Uit de vier vorige artikels over cognitieve mechanismen weten we dat vooroordelen eigen zijn aan het menselijk ras. Deze mechanismen putten uit ons geheugen om voorstellingen te vormen die in het geval van vooroordelen een negatieve connotatie hebben. Dat gebeurt razendsnel — we spreken over milliseconden — en meestal onbewust.

26


déconstruire les préjugés...

n’GO november 2014

27

“De cognitieve mechanismen die vooroordelen genereren bestaan al miljoenen jaren…” Restauration Lucy (Australopithecus). National Museum of Nature and Science, Tokyo, Japan. Création : Momotarou 2012.

Eén van de grootste moeilijkheden bij het werken aan vooroordelen is dat we we ze eerst langs ons bewustzijn moeten laten passeren en vervolgens moeten begrijpen dat het om vooroordelen gaat. Het is een hele uitdaging om een automatische en quasi onbewuste gedachte op een niveau van scherper bewustzijn te brengen.

N

iemand geeft trouwens graag toe dat hij zich vergist heeft en zich gebaseerd heeft op verengende en veralgemenende voorstellingen met een negatieve connotatie. De eerste stap in het proces is daarom een discussie mogelijk maken over delicate onderwerpen zonder stress (vaak een in de vorm van ergernis of kwaadheid) uit te lokken. Het gaat

De vooroordelen van Lucy In de hersenpan van onze voorhistorische superhelden die het vuur ontdekten, en ook hoogstwaarschijnlijk in die van Lucy die 3,2 miljoen jaar geleden over het Ethiopische vasteland slenterde, bestonden enkele supersnelle mechanismen om informatie te verwerken. Categorisering, vervorming, weglating en veralgemening zijn vier van die mechanismen die we al eerder bespraken. Maar werken ze vandaag nog op dezelfde manier? Goeie vraag. We zullen het nooit weten, maar we kunnen het wel veronderstellen gezien hun duidelijk nut en vooral gezien hun link met de overlevingsdrang van individuen. Categorisering dient om informatie snel te klasseren en dit bestaat al lang, van toen we een

gnoe van een luipaard moesten onderscheiden. Veralgemening dient o.a. om een ervaring aan een categorie te koppelen. Zo wantrouwden we slangen omdat we al eens een soortgenoot door die kronkelige wezens zagen opslokken. De verankering in ons geheugen van gebeurtenissen die ons raken, is ook een goede zaak: “… vergeet nooit, mijn zoon, dat je een buffel niet langs voor mag aanvallen…”. Om het mechanisme van vervorming aan te tonen kunnen we het voorbeeld nemen van het pure focussen — of de kunst om zich te concentreren op die mooie smakelijke antilope — waar we alles wat in de omgeving gebeurt even vergeten. Wellicht ging het er in het verleden net als vandaag aan toe.


© RAWPIXEL - FOTOLIA

vooroordelen ontkrachten...

Slechte gedachten ontkennen?

Dit komt aan bod in een later artikel 1

n’GO november 2014

28

Voel je niet schuldig als je vooroordelen hebt: iedereen heeft er. De vraag is alleen wat je ermee doet!

erom uit te leggen dat vooroordelen heel natuurlijk en ook onvermijdelijk zijn. Dit neemt meteen het schuldgevoel bij de mensen weg. Zonder in te gaan op wetgevende initiatieven, die discriminatie veroordelen en als het ware een deksel plaatsen op het uitdrukken van vooroordelen1, is men het er over het algemeen over eens dat vooroordelen ‘slecht’ zijn. In opleidingen voor volwassenen worden ze ook unaniem veroordeeld. Morele en religieuze waarden verwerpen vooroordelen en verdringen ze op die manier ook.

Bevrijd woord vs vrij woord Sommige vooroordelen zijn in de media, op school of op straat voor heel wat mensen gewoon normaal. In Frankrijk en in België worden vooroordelen over Maghrebijnen of over moslims in het algemeen steeds gemakkelijker in de mond genomen en steeds scherper geformuleerd. Hier is de uitdaging heel anders: hen ervan bewust maken dat deze vooroordelen maar een gedeeltelijk en afgeknot zicht op de werkelijkheid zijn en niet de werkelijkheid zelf. Dit bevrijde woord is van een heel ander kaliber dan het woord dat binnen een kader wordt gebruikt dat openstaat voor dialoog.

episode 5

Omdat algemeen aanvaard wordt dat vooroordelen ‘slecht’ zijn, wil niemand toegeven dat hij er heeft, ook al zijn ze overduidelijk aanwezig in ons spreken. Zodra een externe observator terecht op enkele van onze vooroordelen wijst, zitten we met een innerlijk conflict dat stress veroorzaakt. Bijgevolg ontkennen we het in alle toonaarden, terwijl de ontkenning een constructieve dia-

loog over het onderwerp onmogelijk maakt. Om de situatie te ontmijnen is het goed om uit te leggen dat vooroordelen natuurlijk zijn en onvermijdelijk. We kunnen verschillende sporen bewandelen. Het eerste is cognitief, namelijk uitleggen dat de mensheid, of in ieder geval de mens, meer dan 7,2 miljoen jaar geleden ontstond en dat hij toen reeds beschikte over voortreffelijke overlevingsinstrumenten die we ook vandaag nog hebben. Het vooroordeel is daar één van.

7 miljoen jaren wegen zwaar door

Als we schatten dat de mensheid zo’n 7 miljoen jaar bestaat en we deze tijdspanne overbrengen op een tijdlijn van 24 uur, dan stellen de 400 000 jaar van het moment dat we het vuur beheersten, 1 uur en 20 minuten van onze geschiedenis voor. Op dezelfde manier stellen de 5 500 jaren menselijke beschaving maar 66 seconden voor. Bekijk je de periode van 60 jaar vrede in Europa dan stelt die maar één enkele seconde voor. Dat betekent dat gedurende 23 uur 59 mi-


vooroordelen ontkrachten...

episode 5

n’GO november 2014

29

“Gedurende 7 miljoen jaar zijn we hoofdzakelijk bezig geweest met de vraag door welk roofdier we zouden opgepeuzeld worden!” | meer weten Lectuur Competitie vs samenwerking

In een reeks artikels, de Carnets de n’GO, gaan we dieper in op de mechanismen van competitie en samenwerken bij levende wezens en bij de mens in het bijzonder. Daaruit blijkt dat je ook niet al het menselijk gedrag moet bekijken vanuit een wantrouwen- en overlevingsstandpunt. http://echoscommunication.org/ actualites/carnets/#carnetsparcours

What we Did to Father

Roy Lewis (1960), Hutchinson.

Pourquoi j’ai mangé mon père

Roy Lewis (2000), Edition Poche.

Internet Wikipedia

http://fr.wikipedia.org/wiki/ Pourquoi_j%27ai_mang%C3%A9_ mon_p%C3%A8re

nuten en 59 seconden de mens het gros van zijn tijd om zich heen moest kijken om te zien vanwaar het gevaar zou kunnen komen. Zoals we eerder zagen, spelen vooroordelen een belangrijke rol voor onze overleving: we benaderen daardoor de realiteit niet op een naïeve manier en de geschiedenis heeft ons voldoende aangetoond dat deze voorzichtigheid in veel gevallen onze redding was. Een minuut beschaving — doorspekt met enkele stevige bloedbaden — of een seconde vrede volstaan niet om een mechanisme als het vooroordeel te doen verdwijnen. Zelfs al zijn we tegenwoordig al meer in staat om de menselijke verhoudingen vanuit een ander standpunt te bekijken dan enkel wantrouwen en bescherming van onze bestaansmiddelen. Iets wetenschappelijker gezegd: de mechanismen van het menselijk brein kunnen niet in enkele tientallen jaren zo fundamenteel veranderen of onze overlevingsreflexen toedekken.

Nog meer voorbeelden

Als ik tijdens een workshop uitleg hoe we het resultaat zijn van een evolutie die ons het vooroordeel als sympathiek cadeau heeft achtergelaten, blijven de luisteraars veelal onberoerd. In de tweede etappe komt er al wat meer beweging: ik laat de deelnemers zichzelf situeren tegenover een referentiepunt, met de volgende uitgangsvraag: “Hoeveel keer heb je jezelf de voorbije week betrapt op een vooroordeel?” Af hankelijk van het publiek varieert het antwoord tussen twee à drie keer en nooit. Vervolgens beken ik hen dat ik zeker aan zes à zeven keer per dag kom, zonder de twintig andere keren te tellen waar ik te afgeleid of geconcentreerd was om het te beseffen. Dat opent een deur, want “als de trainer dit durft te bekennen, dan…” , waarop een hele boel interpretaties volgen, zoals: “Hij heeft er

meer dan ik”. Meestal komen de deelnemers tot een conclusie in de zin van “Ja, maar jij werkt al jaren met die vooroordelen, dus ben jij je er meer bewust van…” Bingo, want op dat moment leggen ze de relatie tussen het onbewuste bestaan van een vooroordeel en de mogelijkheid om er bewust mee om te gaan. Om de dialoog vervolgens nog verder te openen, geef ik enkele voorbeelden van domme vooroordelen die vaak mijn gedachten doorkruisen: “Deze morgen zat ik in de auto en een andere wagen deed een onhandig manoeuvre voor m’n neus. Onmiddellijk werd er in mijn hoofd een mentale voorstelling gemaakt: dat moet wel een vrouw zijn!” Banaal, dom, onnozel natuurlijk, maar ook reëel. Stap voor stap kom ik dichter bij mijn doel. De vrouwen trekken terecht de wenkbrauwen op en heel wat mannelijke deelnemers vermaken zich. De sfeer wordt al wat losser.


vooroordelen ontkrachten...

episode 5

© WILLIAM87 - FOTOLIA

Van vooroordeel naar emotie

De derde etappe is het spel van emoties. Het is ontwapenend eenvoudig. Neem een tiental in het oog springende foto’s — homo’s die elkaar kussen, twee of drie talibanstrijders, mindervaliden, junkies, skinheads enzovoort — en leg dan een link tussen een simpele situatie waarin de deelnemers terechtkomen en die foto’s. Bijvoorbeeld: “uw dochter kondigt aan dat ze met iemand zou willen trouwen”. Ze krijgen alle tijd om zich die situatie voor te stellen en vervolgens krijgen ze een beeld te zien van een Senegalees in traditionele klederdracht. Resultaat gegarandeerd. De reacties variëren van geen bij een zwart Afrikaans publiek tot minachting of angst bij een ander publiek. Tegen het eind van de oefening zijn de emoties en de intensiteit ervan de revue gepasseerd. De keuze van de foto’s en situaties bepaalt de reacties. De oefening kan gefilmd worden om de gelaatsuitdrukkingen van de deelnemers te tonen zodat hun bewustwording met anderen kan gedeeld worden.

n’GO november 2014

30

Vaak komen dan de woorden die bij de trainer als muziek in de oren klinken: “ja, nu ben ik me er wel van bewust dat ik vooroordelen heb.” In de laatste etappe proberen we met oefeningen en spelletjes de vier grote groepen van cognitieve mechanismen uit de eerste artikelen te behandelen: categorisering, veralgemening, weglating en vervorming. PIERRE BIÉLANDE

Dit artikel werd geschreven in samenwerking met het INC www.neurocognitivism.com

In de volgende edities: vooroordeel en emotie Vooroordelen blijken sterk gelinkt aan ons emotioneel systeem. Dit behandelen we in het volgende artikel.

“Hoeveel keer heb je jezelf de voorbije week betrapt op een vooroordeel?”


n’GO november 2014

Hoe beantwoord je echt aan de noden van je gesprekspartner? Hoe vermijd je frustraties door onbegrip of misplaatste hulp die niet aan de verwachtingen beantwoordt?

Twee oren om te luisteren

31

© PHOTOGRAPHEE.EU - FOTOLIA

instrument actief luisteren


instrument actief luisteren © LUNA - FOTOLIA

n’GO november 2014

32

“Een mens heeft twee oren en één mond om twee keer zoveel te luisteren als te praten.” | hoe werkt het?

Wil je de essentie van een boodschap begrijpen, dan moet je elk apriori uit de weg ruimen dat als stoorzender de gecommuniceerde informatie in de weg staat. Niet simpel! En als je de geruststelling krijgt dat je geen doorwinterde psycholoog moet zijn om dit te kunnen, waag je dan het experiment?

E

en mens heeft twee oren en één mond om twee keer zoveel te luisteren als te praten”. Deze beroemde uitspraak van Confucius is eenvoudig en tegelijk zeer to the point. Het is ontegensprekelijk: om de andere te horen, moet je eerst luisteren. Maar zou de uitspraak niet nóg sterker klinken als we het kwantitatieve voorrang gaven aan het kwalitatieve? Dan zou het zo klinken: “Een mens heeft twee oren en één mond om twee keer zoveel actief te luisteren als te praten”. Dit is meteen

1)  Voor het gesprek ondergaat de persoon die we hier ‘de analist’ noemen een soort mentaal overgangsritueel dat hem zuivert van zijn vooringenomenheden en hem tot een wit blad maakt, klaar om een onuitgegeven verhaal te ontvangen. Hij laat zich volledig leeglopen en opent zich voor het gesprek door zich in een luisterhouding te plaatsen. 2)  De analist begint het gesprek met vragen die losstaan van het gespreksonderwerp, waarmee hij de persoonlijkheid van de gesprekspartner kan aflijnen en zijn sociale codes, gedrag, reacties en reactiviteit kan ontcijferen. Hij past zijn gedrag aan om zich als een spiegel van zijn gesprekspartner op te stellen. 3)  Hij stelt vervolgens open vragen om algemene informatie te verzamelen (“Waarmee kan ik je helpen? Wat verwacht je van dit gesprek?”). Daarna stelt hij halfopen vragen om gedetailleerdere informatie los te krijgen: Wie? Wat? Waar? Wanneer? Waarom? Hoe? Hoeveel?, alsook heractiveringsvragen

die bepaalde punten kunnen verduidelijken en die je gesprekspartner stimuleren om zijn redenering verder te ontwikkelen (“Wat bedoel je daarmee? In welke mate? Bijvoorbeeld?”). 4)  De analist geeft ook voldoende plaats aan de ‘verluchting’ van het gesprek door onderwerpen buiten het gesprek aan te boren. Hij laat uitweidingen toe, die niet zelden belangrijke sleutels bevatten om impliciete noden te begrijpen. 5)  Op het einde van het onderhoud maakt de analist een globale samenvatting, waarbij hij de woorden van zijn gesprekspartner herformuleert aan de hand van spiegelvragen (“Als ik het goed begrepen heb dan…”, “Je bedoelt dus…”). Hij geeft daamee het woord terug aan zijn gesprekspartner, die eventueel vragen kan stellen of verduidelijkingen kan aanbrengen. Hij stelt vervolgens een volgend ontmoetingsmoment voor om te tonen aan zijn gesprekspartner dat zijn bekommernis gehoor heeft gevonden en dat men zich om hem bekommert.


instrument actief luisteren

Een positief mensbeeld

De humanistische psychologie — waar Abraham Maslow zonder twijfel het boegbeeld van is — koestert een door en door optimistisch beeld van het menselijk wezen. Ze gaat van de stelling uit dat de mens in zich de sleutel draagt voor zijn eigen ontwikkeling, die natuurlijk en positief verloopt. De humanistische psychologie is gebaseerd op het concept van de zelfbeschikking, een idee waar een van de grondleggers, Carl Rogers, zijn theorieën op bouwt. Hij is de uitvinder van de Persoonsgerichte benadering die uitgaat van de volgende basisbewering: dat de patiënt zijn eigen keuze maakt, maar dat de psycholoog een facilitator is, een instrument dat bruggen legt tussen de persoon en zijn eigen bewustzijn. In de jaren 70 breidde Carl Rogers zijn bevindingen uit naar de groepsdynamiek, waardoor hij vernoemd werd in het kader van de Nobelprijs voor de Vrede voor zijn tussenkomsten in Ierland, Costa Rica en Zuid-Afrika. Hij heeft een arsenaal aan instrumenten achtergelaten die voor iedereen bereikbaar zijn en die in ieder van ons het genie kunnen bovenhalen. Ze zijn allemaal rond één pijler opgebouwd: actief luisteren.

© ŽELJKO RADOJKO - FOTOLIA

het credo van actief luisteren, een instrument dat rechtstreeks afgeleid werd van de humanistische psychologie. Leren luisteren: ziehier een handleiding.

n’GO november 2014

33

| getuigenis Nathalie Reinhardt, trainer bij het Atelier Gordon France « Wij organiseren sinds vijf jaar workshops actief luisteren voor ouders. We ontmoeten vaak ouders die zelf lijden onder de emoties van hun kinderen in problemen. Ze zijn niet meer in staat om echt te luisteren: ze geven oplossingen, minimaliseren de problemen van hun kinderen of relativeren ze door hen de les te spellen. Ze reageren met sympathie in plaats van empathie, wat het kind nochtans beter zou helpen om in zichzelf een weg af te leggen om de oorzaak van zijn emoties te begrijpen. Ze kunnen niet meer de juiste hulp bieden. We proberen hen te doen aanvaarden dat hun kinderen hun eigen problemen hebben, dat die problemen van hen zijn en dat ze zelf de middelen hebben om ze op te lossen. Ze moeten daarom niet van hun rol als ouder afzien. Ze moet beseffen dat helpen niet hetzelfde is als oplossingen geven. Door oplossingen te geven belet je de kinderen in hun capaciteit om autonoom te handelen. Kinderen moeten zelf oplossingen vinden. Door actief te luisteren kan je begeleiden zonder hun rijpingsproces en hun besluitvorming over te nemen. »


instrument actief luisteren

n’GO november 2014

34

Wie actief luistert gaat zijn gesprekspartner automatisch écht beluisteren en abstractie maken van elk apriori en elk oordeel. Hij gaat te werk als een archeoloog: tijdens het graven vindt hij stukjes die op hun beurt de vragen die bij het opgraven naar boven komen beantwoorden. We ontmoeten Clotilde Nicol die workshops geeft over het thema. “Luisteren lijkt een natuurlijk proces te zijn dat geen enkele moeite kost, maar niets is minder waar: kwalitatief luisteren is een voortdurende strijd tegen een hele reeks natuurlijke remmen.” Clotilde Nicol onderscheidt verschillende categorieën van hindernissen: “Het grootste obstakel tussen ons en onze gesprekspartner zijn wij zelf! Wij zijn van nature uit in onszelf geïnteresseerd en we proberen onze eigen ideeën door te drukken, we denken het te weten. We onderbreken onze gesprekspartner en willen hem koste wat kost doen begrijpen dat we zijn beweringen vatten. We vatten de situatie al samen nog voor hij de essentie van zijn gedachten heeft uitgedrukt. Daarnaast zijn er relationele factoren die authentiek luisteren beletten. We reageren bijvoorbeeld — bewust of onbewust — alsof de andere onze dubbelganger is. We denken dat dezelfde woorden uitgesproken door iemand anders hetzelfde betekenen als voor ons. Dat is uiteraard fout. Dezelfde

© CHAMELEONSEYE - SHUTTERSTOCK

Tussen psychologie en archeologie

| de voordelen ––Actief luisteren draagt bij tot je persoonlijke ontwikkeling en ontplooiing: je leert jezelf beter kennen en verbetert voortdurend je verhouding tegenover de andere. ––Actief luisteren is een uitgelezen manier om een vertrouwensrelatie met je gesprekspartner op te bouwen, waardoor hij voelt dat iemand zich om hem bekommert. ––Actief luisteren helpt je om de informatie van de andere waarheidsgetrouw samen te vatten en misverstanden te vermijden.

| de beperkingen ––Actief luisteren impliceert dat je jezelf voortdurend in vraag stelt. Daarom is het een afmattende en zelfs soms afschrikwekkende methode ––De methode werkt niet met gehaaste, agressieve of wantrouwige gesprekspartners


instrument actief luisteren

35 © KEVRON2001 - FOTOLIA

n’GO november 2014

woorden kunnen een heel andere betekenis hebben naargelang de gebruiker. Vanuit ons egocentrisch perspectief tonen we meestal ook geen nieuwsgierigheid: we geraken vaak niet verder dan onze standaardvragen, terwijl de meest interessante antwoorden net buiten het klassieke stramien te vinden zijn.”

De rest van de ijsberg

Actief luisteren is eerst en vooral werken aan jezelf: het is een techniek die je helpt om jezelf aan de kant te schuiven en plaats te maken voor de andere. Volgens Clotilde Nicol kan wie de finesses van deze techniek beheerst erop terugvallen als een uitgelezen instrument om de verschillende niveaus van noden bij je gesprekspartner te ontdekken. Ze illustreert dit aan de

hand van de “metafoor van de ijsberg”. Latente noden (die de gesprekspartner vaak zelf niet kent) kan je met deze techniek niet ontdekken, maar ze zorgt er wel voor dat de impliciete noden gemakkelijker naar boven komen, waardoor de expliciete noden beter begrepen worden. Kortom, je helpt er een boel misverstanden de wereld mee uit. Misschien brengen je antwoorden niet altijd voldoening bij je gesprekspartner, maar op zijn minst kan men je niet verwijten met dovemansoren te luisteren.

| meer weten Internet Clotilde Nicol

CÉLINE PRÉAUX

U kent een interessant werkinstrument dat waardevol is in een context van ontwikkelingssamenwerking? Laat het ons weten!

De methode van Clotilde Nicol Actief luisteren, een krachtige communicatietechniek

Video Carl Rogers voert een gesprek actief luisteren


blog-notes

n’GO november 2014

© NIKO CAIGNIE

| stem van de expert

Zielen stelen

H

et was onze gids Seydou die mij leerde dat sommige mensen bang zijn voor camera’s. Mijn vrienden en ik waren op reis door Mali aangekomen in Djenné, het dorpje rondom de bekende kleimoskee. Het was marktdag. Langs kraampjes met apenschedels en kolanoten liepen drommen mensen met grote rieten hoeden en kleurige gewaden. “Zij denken dat jullie hun zielen komen stelen”, zei Seydou met een ongemakkelijke lach. “Je kunt dus niet iedereen fotograferen.”

Hij leek zich te schamen voor zijn landgenoten. Ik deed de angst van de dorpelingen af als bijgeloof en schoot mijn plaatjes stiekem uit de heup, als een cowboy met zijn revolver. Ik richtte op mensen, koos een kader, drukte af en legde hen vast. De camera is net een wapen, maar: “guns don’t kill, people do”. Het oog van de fotograaf kiest. De beelden die ik maakte in Djenné zeggen dus minstens zoveel over mij als over de mensen die erop staan. De dorpelingen spraken tot mijn verbeelding, maar hadden er zelf niets over te zeggen.

Siebe Anbeek

Siebe Anbeek werkt sinds 2010 bij de Nederlandse ontwikkelingsorganisatie Hivos. Als tekstschrijver is hij betrokken bij campagnes en maakt hij verhalen over partners en projecten. Siebe studeerde antropologie en deed onderzoek naar de hardnekkigheid en de macht van stereotypen over Afrika onder westerse vrijwilligers in Ghana.

De koloniale bibliotheek

Wat op die dag gold voor de inwoners van Djenné, geldt al eeuwenlang voor vrijwel alle Afrikanen. Over het beeld dat van hen bestaat, hebben ze praktisch niets te vertellen. Volgens de Congolese filosoof Valentin Mudimbe is Afrika een plaats die vooral betekenis kreeg in het westerse denken. Afrika werd volgens hem als het ware ‘uitgevonden’ door Europeanen. Het geheel van kennis over Afrika dat door ons werd geproduceerd noemt hij “de koloniale bibliotheek”. Deze bibliotheek is zo groot en machtig

36


blog-notes

n’GO november 2014

37

“De koloniale bibliotheek is zo groot en machtig dat alle kennis over Afrika er nog steeds een beroep op lijkt te doen.” Bezet gebied

In de schaamte van Seydou herkennen wij onze eigen manier van denken. En de macht ervan: ook hij leent uit onze bibliotheek. Maar hij had zich niet hoeven schamen, want zijn landgenoten hebben gelijk. Afrika’s ziel wordt keer op keer gejat, zijn imago is bezet gebied. En een jaar of vijftig geleden kwam er een belangrijke bezetter bij: de ontwikkelingssector. Toegegeven: de ontwikkelingssector doet het niet zo slecht als bepaalde tvkanalen. De schromelijk karikaturale programma’s worden u niet aangeboden door Oxfam. We snappen inmiddels waarom het beter is om geen trommels, plaggenhutten en dierenvellen op onze posters te zetten. Wel zijn we ervoor verantwoordelijk dat onze kennis over Afrika is voorzien van een aantal nieuwe kernwoorden. Want in onze communicatie is Afrika vooral arm,

© PERSEOMEDUSA - FOTOLIA

dat alle kennis over Afrika er nog steeds een beroep op lijkt te doen. Het vullen van deze koloniale bibliotheek begon met schilderijen, tekeningen en verhalen. Die vormden een afspiegeling van de ideeën over Afrikanen uit die tijd. Zij werden verbeeld met speren, rond kookpotten, in dierenvellen. De uitvinding van de camera veranderde alles, en niets tegelijkertijd. Enerzijds groeide de bibliotheek harder: een foto is sneller gemaakt dan een schilderij. Anderzijds baseerden de fotografen uit die tijd zich op wat in de bibliotheek voorhanden was. Hun blik werd gestuurd door wat zij al wisten. Zo kon het gebeuren dat, ondanks dat de productie van beelden steeds versnelde (later ook door televisie en internet), de stereotypen stand hielden. Ze zijn zo sterk dat we ze niet eens meer zien. Zo’n zin over kolanoten en apenschedels valt nauwelijks op.


blog-notes

38

“Afrika’s imago is bezet gebied. En een jaar of vijftig geleden kwam er een belangrijke bezetter bij: de ontwikkelingssector.” gewelddadig en ziek. Het Reframing-theMessage-debat doet een poging om dit te veranderen.

Reframing the message

Het werkt niet om Afrikanen vanaf nu ‘krachtig’ te noemen. Janneke Juffermans legt in een bijdrage aan dit debat uit waarom. “Kracht laat zich alleen zien als je iets hebt om te tillen”, schrijft zij. Het eenzijdige beeld blijft dus overeind. Terecht pleit zij daarom voor meer gedifferentieerde en veelzijdige verhalen over Afrika. Maar volgens mij moeten wij nog een stap verder gaan. De beeldvorming over Afrika is niet alleen eenzijdig wat betreft inhoud, maar ook wat betreft productie. Mudimbe’s bibliotheek wordt nog steeds vooral door westerlingen gevuld. Door onze kranten en televisiezenders, door onze boeken en films, maar ook door ons: ontwikkelingsorganisaties.

In dit debat gedragen wij ons als een cameraman die niet langer tevreden is over zijn foto’s: we zijn op zoek naar nieuwe kaders. Reframing the message. Maar de foto’s zijn niet het probleem: het is de fotograaf. Zo lang we weigeren om onze camera’s af te geven, verandert er te weinig. Geef uw camera daarom eens aan een ander. Bijvoorbeeld door communicatiemensen aan te nemen op regiokantoren, door een journalist ter plaatse te vragen om verslag te doen van een project, of door die lokale fotograaf eens zonder briefing op pad te sturen. Het is tijd om Afrikanen hun ziel terug te geven.

n’GO november 2014 n’GO november 2014

Maandelijks e-zine uitgegeven door Ec hos Communication Rue Coleau, 30 1410 Waterloo België +32(0)2 387 53 55 Verantwoordelijke uitgever Miguel de Clerck Hoofdredacteur Sylvie Walraevens Redactie Sylvie Walraevens Céline Préaux Bernado Mariano Houenoussi Pierre Biélande Vormgeving Bertrand Grousset Lay-out Thierry Fafchamps Met de steun van :

Abonneer u gratis op het magazine. Klik hier! Dit artikel verscheen eerder in Vice Versa online, het Nederlandse vakblad voor ontwikkelingssamenwerking.

Vind Echos Communication op het Internet www.echoscommunication.org


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.