n’GO nr 24

Page 1

ON T W I K K EL I NG S SA ME N W ER K I NG E N ME NSEL I J K E R EL AT I E S

Klimaat en ontwikkeling?

Klimaat Ă­s ontwikkeling! Philippe De Leener De val van de gelijkenis

De Belbinmethode Ieder zijn eigen rol

Chimamanda Ngozi Adichie Een eenzijdig verhaal

Nr24

september 2015


N 24 r

n’GO september 2015

radar P.3

zuiderse wijsheid P.24 Noëline Razanadrakoto blog-notes P.41 Chimamanda Ngozi Adichie

instrument P.35

De Belbin­ methode Ieder zijn eigen rol

| vooraf Miguel de Clerck

Directeur Echos Communication

Vooroordelen ontkrachten 9 Episode de

De ademnood van een planeezotrg,

P.29

Ontwikkeling en milieu één en ondeelbaar dossier P.13

COVER: © K.TROCHU - TERRE NOURRICIÈRE.

portret P.7 Philippe De Leener

2

De film An Inconvenient Truth is stilaan 10 jaar oud en het klimaatbewustzijn krijgt voet aan de grond. Technische oplossingen zijn overal, maar met de gedragsverandering loopt het niet zo’n vaart. Dat is menselijk gezien niet verrassend. De hoop is groot dat het milieu beetje bij beetje een nieuw paradigma zal opdringen voor ontwikkeling: gedaan met de oude Noord-Zuidtegenstelling, de lineaire modellen. Wij leven in een geheel waarin alle elementen verbonden zijn. Om die ommekeer te realiseren zal weerstanden overwinnen de grootste uitdaging zijn, want gedrag en houding sturen de grootste successen, maar kunnen evengoed de grootste tegenstand bieden om gewenste veranderingen ingang te doen vinden. De oplossingen zijn bovendien universeel: Afrika en Azië leiden de dans! Dit magazine heeft ook een nieuwe mededelingspagina: de diensten en evenementen die Echos Communication, uitgever van n’GO Magazine, aanbiedt. Echos Communication ontleedt sinds vele jaren de menselijke factoren die hun invloed hebben op het ontwikkelingswerk. Wij denken dat de tijd rijp is om meer bruggen te werpen tussen u en ons, om belangrijke zaken te delen en samen uit te diepen. Wij zijn één en al oor!

Abonneer u gratis op het magazine. Klik hier! Vind Echos Communication op het Internet www.echoscommunication.org


n’GO september 2015

Foto van de maand

Paardenrace en boogschieten: het leerprogramma van een kostschool in Girimoyo, Oost-Java, geeft een duidelijke inkijk in de traditionele islamitische opvoeding. Hier geen sek-

© AMAN ROCHMAN

Lawrence of Arabia revisited

sistisch onderscheid tussen typisch vrouwelijke en mannelijke activiteiten. Iedereen moet in de stijgbeugels. Vrouwelijke studenten ontpoppen zich, geheel in boerka, tot vurige

amazones. Geen sluier zal hun competitiegeest en prestatie in de weg staan. Zie die blik in hun ogen, zie die gekromde ruggen. Feminisme in een islamitische verpakking…


een andere kijk

4

© SPROETNIEK - ISTOCK

n’GO september 2015

Afrikanen: buitengewone genetische diversiteit Genetische diversiteit bepaalt de overleving van een soort. Dat wordt overduidelijk in de strijd

tegen epidemieën: als we allemaal gelijk waren, zou een simpele ziekte ons in één veeg kunnen uitroeien. Qua genetische diversiteit zijn niet-Afrikaanse volkeren veel armer dan de Afrikanen. De mensheid begon ooit met een initiële groep van 10 000 individuen die in Afrika leefden en een maximale genetische diversiteit hadden om het overleven van de soort te garanderen. Toen kleine groepen de wereld begonnen te veroveren, namen zij slechts een fractie van die genetische diversiteit mee. Zo vinden we vandaag gemiddeld 20 verschillen in het mitochondriale genenpatroon van twee Europeanen, terwijl twee Bushmen van

Namibië wel 85 verschillen hebben. Die laatste bezitten superkrachten: ze kunnen vetten stockeren en hun lichaamsmassa kalibreren in functie van het voedsel dat ze ter beschikking hebben. Die aanpassingen zijn specifiek voor jagers- en plukkersvolkeren die we vandaag nog in het zuiden van Afrika vinden. Een ernstige aanzet tot reflectie over het concept ‘ontwikkeling’…

Bekijk: l’ADN, nos ancêtres et nous. Arte documentaire 2015


een andere kijk

n’GO september 2015

5

u 360° Voor gezien De stad Antwerpen toont zich met haar ontwikkelingsprojecten een ware pionier: ze werpt bruggen tussen alle actoren uit de sector, waaronder de diaspora.* Een documentaire die op 21 september uitgezonden wordt en vervolgens online te bekijken zal zijn, volgt het dagelijkse parcours van 8 spelers in ontwikkelingssamenwerking, waarvan er vijf uit de in Antwerpen gevestigde diaspora komen. Daan Sanders, hoofd van de dienst Ontwikkelingssamenwerking van de stad Antwerpen, legt uit: “Wij wilden een gezicht geven aan die Antwerpenaren uit de diaspora, die zich vrijwillig inzetten voor ontwikkelingsprojecten in Marokko, Congo en Ghana, maar evengoed belangrijk zijn voor de gemeenschappen hier. In de film zitten 8 invalshoeken, die met elkaar verbonden worden door de thema’s interculturaliteit, samenwerken en ontwikkelingswerk. Personages die zowel in hun land van herkomst als in hun gastland een meerwaarde hebben.”

De wereld in Antwerpen Schrijf u in voor de avant-première in Antwerpen op 21 september

© YOUTUBE

Bekijk de trailer van «De wereld in Antwerpen»

*Het dossier van het volgende n’GO Magazine zal gewijd zijn aan de diaspora. Daarin zullen we ook het Antwerpse model belichten.


een andere kijk

6 © VIMEO

n’GO september 2015

| Video van de maand

De droom van Awa Een klein pareltje: een prangende boodschap verpakt in een rustige, vloeiende beeldentaal zonder woorden. Dit is het verhaal van de obstakels die een klein meisje, vervolgens jonge vrouw en tot slot professionele, hoogopgeleide vrouw in een traditio-

nele samenleving moet overwinnen om een legitieme droom waar te maken. Een Senegalees productiehuis sleepte hiermee de eerste prijs voor Afrikaanse kortfilm binnen op het Internationaal animatiefilmfestival van Meknès. In al zijn eenvoud, waarbij enkel ogen een

universeel verstaanbare taal spreken, is ‘De droom van Awa’ een ontroerend staaltje van rake sensibiliseringskracht. Alle flitsende effecten van de huidige cinema ten spijt. Bekijk de video


portret

Philippe De Leener Voorzitter van InterMondes Belgique

“De val van de gelijkenis.”

n’GO september 2015

7


portret

n’GO september 2015

| bio

1978

Betrokkenheid bij een IITA-onderzoeksprogramma in Nigeria

1981

Ontmoeting met Hugues Dupriez

© IGORBUKHLIN - FOTOLIA

Philippe De Leener is een kameleon: hij is niet enkel voorzitter van InterMondes Belgique, maar ook landbouwingenieur, doctor in de psychologie én hoogleraar Afrikaanse politieke economie aan de UCL. Al deze petjes zet hij één na één op in functie van eenzelfde doel: de kijk veranderen op partners in het Zuiden, die fundamenteel anders zijn dan wij.

8

1992

Professor aan de FOPES – UCL

1996

Richt Enda-InterMondes op in België

2004

Behaalt doctoraat in de psychologie (Frankrijk)

2006

Richt Inter-Mondes Belgique op


portret

n’GO september 2015

De ontdekking van een nieuwe wereld

“Mijn eerste kennismaking met ontwikkelingswerk verliep op een verrassende manier. In 1987 werd ik tijdens mijn studies landbouwkunde aan de UCL betrokken bij een onderzoeksprogramma van IITA in Nigeria. Ik moest daar een maniokziekte uitroeien. Na enkele maanden merkte ik dat de lokale boeren mijn bezorgdheid helemaal niet deelden. Zij waren juist heel tevreden over hun maniok en probeerden de ziekte te verergeren omdat die een bepaalde textuur en smaak aan de maniok gaf die erg gewild was op lokale marktjes1. Ik begon me af te vragen waarom ik eigenlijk in Nigeria was. Toen ik meer contacten legde met de lokale boeren, ging er een nieuwe wereld voor me open, leerde ik een andere manier   Zie het dossier “Ngo’s op de rand van het imperialisme” in de laatste n’GO, p18. 1

“We beelden ons in dat de anderen zijn zoals wij, denken zoals wij, dezelfde interesses hebben, dezelfde waarden, dezelfde problemen, dezelfde uitdagingen, dezelfde inzet.”

9


portret

Een van de basisvoorwaarden voor een goed partnerschap is een gemeenschappelijk doel hebben dat niet het probleem (geprojecteerd of niet) van de ene of van de andere is.

van werken kennen, een andere opvatting over landbouw. Het drong tot mij door dat wat ik aan de universiteit had geleerd niets te maken had met de realitiet zoals die beleefd werd door de doelgroep waarvoor we ons onderzoek deden.”

Diagnose herzien

Philippe De Leener vond steeds meer actieterreinen waarin hij zijn nieuwe visie op ontwikkelingswerk kon uitdragen (zie kader). De hele Noord-Zuidrelatie moest herzien worden. Hij sprak van een copernicaanse revolutie: “We moeten ermee stoppen om te denken in termen van zwaar zieken enerzijds en grote dokters anderzijds. Het neoliberale systeem is verspreid over heel de wereld; iedereen zit erin en iedereen moet er op de een of andere manier aan trachten te ontkomen. Noord en Zuid bestaan eigenlijk niet meer. Dit is een

artificiële opdeling. Overal zijn er falende staten die niet kunnen opboksen tegen transnationale, economische en financiële mechanismen. We leven niet meer in de situatie waar we in het Noorden inspirerende ngo’s hebben en in het Zuiden structuren of sociale bewegingen die geïnspireerd moeten worden. We delen dezelfde problemen, dezelfde situatie, dezelfde vervreemding, dezelfde verwarring tegenover een sociaal, economisch en financieel systeem dat ons volledig verplettert.”

Het Zuiden, een partner voor verandering Om deze weinig fraaie diagnose het hoofd te bieden, dient het Zuiden zich aan als

10 © KLAAS KÖHNE - FOTOLIA

n’GO september 2015

een geprivilegieerde partner. Philippe De Leener: “We moeten het Zuiden zien als een plaats waar samenwerkingsverbanden mogelijk en noodzakelijk zijn. Beslissingen in het Zuiden hebben een impact op het Noorden en vice versa.” Het Zuiden heeft dus evenveel zeg in het bepalen van de wereldorde als het Noorden; dit inzicht is een essentiële voorwaarde opdat de actoren van het Noorden die plaats van het Zuiden volledig erkennen: zij mogen hun ogen niet langer sluiten voor het anders-zijn van het Zuiden, zegt Philippe De Leener. Het Noorden moet ophouden een Zuiden te willen creëren naar het beeld van het Noorden: “De relaties met het Zuiden zullen onevenwichtig blijven zolang het Noorden het


portrait

n’GO september 2015

11

“De andere biedt ons in zijn anders-zijn iets aan dat zo verschillend is, dat het ons verplicht onszelf, onze manier van denken en doen in vraag te stellen.” Zuiden wil veranderen naar het ideaalbeeld dat het Noorden van zichzelf heeft. Dat is in feite een natuurlijke reflex: al het goede dat we hebben meegemaakt, alles wat we als vooruitgang voor onze maatschappij zien, meer bepaald inzake universele mensenrechten, willen we graag aan anderen opleggen. Vooral in tijden van crisis steekt dit fenomeen de kop op: hoe meer we onze ijkpunten kwijtraken, hoe meer we ons ideaal zelfbeeld, dat we zelf niet kunnen bereiken, willen projecteren op anderen. Dit is wat er nu aan de hand is. We verkeren in crisis en blijven tegelijk het Zuiden de les spellen. Dat mondt uit in gedachten als jullie zijn niet zoals wij zouden willen dat jullie zijn of jullie doen niet wat wij denken dat jullie zouden moeten doen, jullie hebben niet wat wij denken dat jullie echt nodig hebben. We zien het anders-zijn als iets negatiefs, iets wat ontbreekt bij de anderen. Als wij bijvoorbeeld vragen aan een Burkinees hoe de situatie van de vrouw bij hen is, verwachten we maar één antwoord: hoe slecht de

vrouwen het daar hebben en hoe wij een oplossing kunnen bieden. We vragen ons zelden af hoe families daar georganiseerd zijn, hoe in een context van een andere familiale structuur de notie van gelijkheid van vrouwen anders geïnterpreteerd moet worden. Ik zeg niet dat gelijkheid niet belangrijk is, maar je moet er op een andere manier naar kijken.”

Het Zuiden, een andere partner

Voor Philippe De Leener is dit de oorzaak van heel wat mislukte projecten in het Zuiden: “Veel ngo’s trappen in dezelfde val: die van de gelijkenis. We beelden ons in dat de anderen zijn zoals wij, denken zoals wij, dezelfde interesses hebben, dezelfde waarden, dezelfde problemen, dezelfde uitdagingen, dezelfde inzet. En dit omdat ze toevallig dezelfde woorden gebruiken of in een gelijkaardige operationele context leven. Die valstrik van gelijkenis is verraderlijk omdat het aanleiding geeft tot het neerpoten van


portret

n’GO september 2015

12

Een strijd op alle fronten

onaangepaste projecten. We sussen onszelf met de illusie dat we met de zuiderse partner gemeenschappelijke objectieven delen, terwijl in realiteit de agenda’s heel verschillend zijn. En toch is het hebben van een gemeenschappelijk doel net een van de basisvoorwaarden voor een goed partnerschap”, argumenteert Philippe De Leener, “Een gemeenschappelijk doel dat niet het probleem (geprojecteerd of niet) van de ene of van de andere is.” Je moet de andere in zijn anders-zijn aanvaarden en samen gemeenschappelijke doelen zoeken, die tegemoetkomen aan ieders bekommernissen en belangen.

De wederkerigheid in het anders-zijn

Uiteindelijk dient de erkenning van het anders-zijn van de partner in het Zuiden nog twee andere doelen, die beschreven worden door Philippe De Leener: het gevoel van geven en het gevoel van nemen, ofwel de wederkerigheid. “Het anders-zijn is een formidabele bron van wederkerigheid. De andere biedt ons in zijn anders-zijn

iets aan dat zo verschillend is dat het ons verplicht onszelf, onze manier van denken of doen in vraag te stellen. Hij geeft ons een beeld van onszelf dat we onmogelijk zelf kunnen schetsen. Het is een beetje zoals een zoutwatervis die zich ook nooit vragen stelt over het zoute water waarin hij zwemt. Gooien we hem in zoet water, dan zal hij meteen begrijpen dat er twee verschillende werelden zijn. Op dezelfde manier zet de partner in het Zuiden in zijn anders-zijn ons ertoe aan om onze denkwijze te herbekijken. Waar komt dit vandaan? Waarom zijn we zo rotsvast overtuigd van ons gelijk? Wederzijdse interpellatie is voor mij een van de belangrijkste aanknopingspunten in samenwerking. Uit het wederzijds besef van ons anders-zijn kan er een authentieke wederkerigheid ontstaan: het anders-zijn van de andere kan ons veel leren over wie we zijn, over onze existentiële vragen.” CÉLINE PRÉAUX

Na zijn studies landbouwkunde ontmoet Philippe De Leener Hugues Dupriez. Samen publiceren ze een alternatief handboek voor landbouwproductie1. Het boek is de vrucht van drie jaar onderzoek in West- en Centraal-Afrika en het hecht een nieuwe waarde aan de productiesystemen van boeren in het Zuiden. Daarna gaat Philippe De Leener als zelfstandig adviseur aan de slag bij verschillende projecten van GTZ2, hij geraakt betrokken bij de GRAF3 van Enda (1988-2005) en richt in 1996 ENDA-InterMondes-Belgique4 op. ENDA-Inter-Mondes-België verspreidt bij Europese ontwikkelingsorganisaties nieuwe ideeën van ngo’s en organisaties in het Zuiden. In 1992 neemt hij er nog iets bij: hij wordt professor aan de FOPES (Faculté ouverte de politique économique et sociale) aan de UCL. Tegelijkertijd begint hij een opleiding psychologie en schrijft hij een doctoraat in hetzelfde vakgebied.   Philippe De Leener et Hugues Dupriez, Agriculture tropicale en milieu paysan africain, 1983, Coédition Terre et Vies, l’Harmattan 1

Duits agentschap voor ontwikkelingssamenwerking. 2

Onderzoeks-, actie-, en vormingsgroep.

3

Inter-Mondes Belgique is intussen afgesplitst van Enda (in 2006). Herlancering van Inter-Mondes Belgique, met Marc Totté, oud-werknemer bij COTA. 4


Decennialang leefden ze broederlijk naast elkaar: milieuactivisten en ontwikkelingswerkers. Ze deelden een verlangen naar een betere wereld, maar richtten voorts hun pijlen op eigen doelen en tapten uit verschillende vaatjes. Vandaag liggen hun kaarten op één hoop. Milieuzorg ís ontwikkelingssamenwerking. Omdat het oude verhaal niet langer klopt.

n’GO september 2015

13 © 9179126124 - FOTOLIA

dossier

De ademnood van een planeet Ontwikkeling en milieuzorg, één en ondeelbaar


© PATPITCHAYA - FOTOLIA

dossier

I

k tref mijn gesprekspartners in het heetst van de strijd, tussen de pauselijke encycliek die milieuzorg een morele plicht noemt, de internationale conferentie over ontwikkelingsfinanciering in Ethiopië, de Post 2015 development goalstop in New York en de klimaatconferentie in Parijs. Het momentum is groot, nooit zo groot geweest… Het besef dat de klassieke vormen van ontwikkeling de realiteit achterna hollen, dat de zero hunger-doelstelling onhaalbaar is zonder milieuaanpak, is stilaan wijdverspreid. Ontwikkelingswerk moet voortaan anders. Duurzamer.

Kortzichtig denken

Voor Lies Craeynest, EU policy advisor on climate change and global food security bij Oxfam, ligt de sleutel van een nieuw ontwikkelingsdenken in een andere kijk op vooruitgang. “Het huidige ontwikkelingsmodel is gericht op groei, uitgedrukt in BNP en economische vooruitgang. Maar als een

n’GO september 2015

“De drie P’s van People, Planet en Profit zijn vandaag volstrekt achterhaald.”

land getroffen wordt door een ramp, stijgt het nationaal product omdat er diensten en geldstromen op gang komen. Als er veel verkocht en geconsumeerd wordt uit eindige grondstoffen, dan noemt Jan Wyckaert het huidige, extractiegerichte ontwikkelingsmodel dit vooruitgang. Dit kunnen we toch bezwaarlijk vooruitgang noemen? Ontwikkeling is op dit moment enkel het voorrecht van de top 10 % die zich die dure grondstoffen kan veroorloven én zich kan beschermen tegen de gevolgen van het onbeperkt gebruik. Ontwikkeling die geen rekening houdt met de limieten van onze planeet en geen herverdeling beoogt, is geen echte ontwikkeling. Als we deze trend verderzetten, zal weldra 1 % rijksten evenveel bezitten als de overige 99 %.”

Het model van de biofysische begrensdheid van de aarde ECOLOGICAL DOMAIN

SOCIAL DOMAIN

ECONOMIC DOMAIN

14


dossier

n’GO september 2015

15

“Als ik geld geef, leg ik het probleem buiten mezelf. Als ik anders moet gaan leven, ligt de bal in mijn kamp.”

© PHOTOGRAPHEE.EU - FOTOLIA

Dansen op de ravijn

Jan Wyckaert, verantwoordelijke strategy & stakeholder engagement bij Vredeseilanden, deelt diezelfde bezorgdheid. “De economische groei in het Noorden stagneert sinds 2008, een nieuw ontwikkelingsdenken dringt zich op. Sinds de val van de Berlijnse Muur kijkt de hele wereld door een liberale bril. De planeet wordt beschouwd als één gigantische markt, met alle gevolgen van dien. Groenland smelt in de zomer voor de helft weg en oliemaatschappijen zoeken in die vrijgekomen zones naar nieuwe oliereserves om de BRICS-landen tegemoet te komen in hun industriële inhaalbeweging. Groei blijft het enige politieke antwoord: meer produceren, meer consumeren, in het beste geval in ‘respect’ voor de natuur. Maar dit duurzame-ontwikkelingsdenken, met de drie P’s van People, Planet en Profit, die elkaar in evenwicht houden maar niet beperken, is vandaag volstrekt achterhaald. Een nieuw model, dat uitgaat van de biofysische begrensdheid van de aarde, wordt stilaan gemeengoed. Het bestaat uit concentrische cirkels, met de economie in het midden, vervolgens het sociale, en de biofysische grens aan de buitenkant. Milieu begrenst de twee andere. Alles hangt aan elkaar vast: overschreid je één grens, dan

haal je het hele systeem onderuit. Vandaag respecteren wij die biofysische grens niet. We halen meer uit de aarde dan zij genereert.”

De identiteit van een wereldburger

Als we als ontwikkelingsactoren én als individuen echt relevant willen zijn, dan moeten we productie en consumptie anders bekijken, zegt Jan Wyckaert. “De global citizen-idee is daarbij een interessante invalshoek: hoe kan ik mijn eigen consumptieen productiemodel drastisch aanpakken zodat anderen het beter kunnen hebben? De grootste bottleneck is de individuele mentaliteit van mensen, met name datgene waaraan ze hun identiteit ontlenen: een mooie wagen, een extra skireis, exuberant tafelen... Steeds meer mensen ontlenen hun identiteit aan andere waarden, zoals hun fiets, bijen kweken of stadsparticipatie. Maar hoe brengen we die gedragsverandering in een stroomversnelling? Geld geven aan ontwikkelingssamenwerking kan soelaas brengen, maar relevanter is het om onze eigen omgeving te verduurzamen. Als ik geld geef, leg ik het probleem buiten mezelf. Als ik anders moet gaan leven, ligt de bal in mijn kamp.”


Noord-Zuidperspectief achterhaald

Het ongebreidelde productie- en consumptiemodel met zijn milieu- en economische gevolgen werkt een gigantische ongelijkheid in de hand, maar die ongelijkheid is een mondiaal gegeven geworden. Het gaat lang niet meer om het arme Zuiden en het rijke Noorden, maar om een steeds rijkere toplaag, overal ter wereld, en een steeds armere basis. Griekenland zit in het slop en in Jakarta of Nairobi rijzen de mall's uit de grond. Dat het Noord-Zuidperspectief achterhaald is, is een groeiend inzicht. De millennium development goals (MDG’s) plaatsten thema’s als gezondheid of gendergelijkheid nog in een kader waarbinnen het rijke en slimme Noorden middelen moest aanreiken aan het achtergestelde Zuiden. Maar de wereld is veranderd, en de millennium goals worden deze maand op de VN-conferentie in New York vervangen door sustainable development goals (SDG). “Dit is een kantelmoment in het ontwikkelingsdenken”, zegt Hanne Knaepen, beleidsanalyst voor klimaatverandering en voedselzekerheid bij het ECDPM. “De SDG’s zijn gebaseerd op het universaliteitsprincipe.

n’GO september 2015

16

Harro van Asselt, onderzoeker aan het SEI, legt uit hoe extra klimaatgeld het transversale denken in de weg kan staan.

New and additional, een principe met weerhaken De meeste hulpverlenende landen vinden het terecht dat milieuzorg opgenomen wordt in de internationale hulpprogramma’s. De ontwikkelingslanden vrezen echter dat een focus op klimaat het hele ontwikkelingsbudget zou uitputten, ten nadele van de klassieke thema’s als gezondheid en onderwijs. Daarom werd het principe ingevoerd dat de klimaatfinanciering van ontwikkelingslanden ‘new and additional’ moet zijn en dus bovenop het ontwikkelingsbudget moet komen. Landen als Noorwegen en Zweden, die nu reeds 1 % ontwikkelingshulp geven, beschouwen hun extra inspanning als ‘new and additional’, waar sommige ontwikkelingslanden en kritische ngo’s het niet mee eens zijn. Persoonlijk vind ik die opdeling tussen traditionele en klimaatontwikkelingshulp eerder kunstmatig.

Vaak hebben klimaatmaatregelen een rechtstreekse economische of andere impact. Milieuzorg moet een transversaal thema worden, dat alle ontwikkelingsdomeinen doorspekt. Heel wat donoragentschappen zitten al op het spoor van de klimaatmainstreaming. Ze onderwerpen hun projecten aan climate impact assessments en passen hun portfolio aan, rapporteren, wisselen best practices uit.” Lies Craeynest (Oxfam) erkent dat hokjesdenken nefast is, maar de huidige praktijk van donorlanden om de extra kost van klimaataanpassing uit een stagnerende pot van ontwikkelingsgelden te halen noemt ze onaanvaardbaar: “Het kostenplaatje stijgt, maar de financiële hulpverlening blijft hangen, zelfs ver beneden de 0.7 % belofte die klimaatverandering niet eens in beschouwing nam.

© VIPERAGP - FOTOLIA

dossier


dossier

© WEIM - FOTOLIA

n’GO september 2015

In de huidige wereld is alles verbonden, onze noden én onze inspanningen zijn collectief. Daarom gaan de SDG’s er niet meer van uit dat het Zuiden zich moet aanpassen of dat het Noorden moet verduurzamen. Dat beeld is vertekend, want Europa stoot allang niet meer zoveel uit, terwijl sommige groeilanden, zoals Zuid-Afrika, een gigantische uitstoot optekenen. Elk land zal moeten bijdragen tot het welzijn van die ene planeet die we delen. Of dit haalbaar is? De MDG’s werden slechts gedeeltelijk gehaald en dat zal ook nu het geval zijn. Toch zijn dergelijke ambitieuze doelstellingen belangrijk om richting te geven. Voortaan kan het universaliteitsprincipe

aangewend worden om druk uit te oefenen. Helaas zijn klimaatverbintenissen vandaag nog niet wettelijk bindend.”

Recht op welvaart = recht op vervuilen?

Eén vraag blijft echter prangend: hoe kunnen we het verlangen naar meer welvaart van landen die achterop hinken opnemen in dat nieuwe duurzaamheidsdenken? Wat met hún recht op welvaart? Het Westen verbeterde eeuwenlang zijn levenomstandigheden door gulzig gebruik te maken van alles wat de aarde voortbracht. Lies Craeynest: “De geïndustrialiseerde wereld heeft een historische schuld. Zij moet

de leiding nemen en anderen helpen bij de kostelijke transitie naar een duurzame economie en energiebeleid. Anderzijds sluit het duurzaamheidsdenken ook aan bij de eigen wil en visie van vele arme landen. Zij beseffen dat ze zelf baat hebben bij een doorgedreven milieubeleid omdat zij de grootste ecologische impact opstrijken. Het recht om te vervuilen maakt plaats voor een interessantere nieuwe weg, mits financiële ondersteuning van rijke landen. Steeds meer Afrikaanse landen, zoals Gabon of Ethiopië, kiezen voor een ander energieverhaal om hun onafhankelijkheid van de volatiele markt van fossiele brandstoffen te verzekeren.”

Lies Craeynest

17


dossier

© ALEN-D - FOTOLIA

n’GO september 2015

De curve van welbevinden De curve van het welbevinden plaatst landen op de assen van BNP en ecologische voetafdruk. Een land als Niger bevindt zich links onderaan met een laag BNP en lage voetafdruk. België deelt met andere rijke landen een plaats hoog in de rechterbovenhoek: ons BNP is hoog, onze voetafdruk navenant. Cuba bevindt zich in het midden van de curve

en behoudt een evenwicht tussen BNP en voetafdruk. Welbevinden en welvaart lopen tot op een bepaald niveau gelijk op, maar daarna vlakt die curve af en neemt het welbevinden niet meer toe met een stijgende welvaart. Opdat zoveel mogelijk mensen een evenwichtige basis van welbevinden kunnen bereiken en landen als Niger kunnen stijgen op de curve, zullen landen met een hoge

welvaart hun economische groei en ecologische voetafdruk moeten terugdringen tot het niveau dat nog steeds voldoende welbevinden verzekert. Rijke wereldburgers kunnen zich dan de vraag stellen of ze na de bereikte limiet van welbevinden nog meer economische winst willen maken dan wel andere goederen zoals vrije tijd in de plaats willen stellen.

18

Zuiderse expertise

De expertise voor klimaatvriendelijke praktijken is vandaag ook geen exclusief westers goed meer. In de jaren 90 werd klimaat als een technisch-wetenschappelijk probleem bekeken, niet als een ontwikkelingskwestie. Alleen het Westen, met zijn technische knowhow, kon toen een zinvolle bijdrage leveren. Vandaag liggen de kaarten anders. Hanne Knaepen: “Mensen passen zich al decennialang aan aan de wijzigende omstandigheden en die kennis van het Zuiden wordt nu mee opgenomen in het denkproces. Dat bevordert het ownership van klimaatmaatregelen. Ethiopië is een schoolvoorbeeld van Zuiderse beslissingskracht. De vroegere premier Meles Zenawi was een visionair die de ernst van het klimaatprobleem begreep. Hij had bovendien al snel door dat er grote budgetten zouden vrijkomen voor klimaatzorg en dat zijn land het best op de kar sprong. Ethiopië zet vandaag alles in het werk om tegen 2025 een zero-carbon economy te zijn.”

Winnaars en verliezers

Dat het duurzaamheidsdenken lokaal voet aan de grond krijgt is niet altijd even zichtbaar in de internationale onderhandelin-


dossier

n’GO september 2015

19

gen, die vaak achterlopen op de realiteit. Lies Craeynest: “Sommige regeringen staan al veel verder in hun energieplannen dan ze in internationale onderhandelingen laten blijken. China bijvoorbeeld levert grote inspanningen, voornamelijk omdat ze de luchtkwaliteitsnormen van de WHO zwaar overschrijden en de bevolking er ziek van wordt. Als 1 miljard Chinezen inzet op een ander verhaal, heeft dit internationaal positieve gevolgen voor de bestrijding van klimaatsverandering. Toch worden deze nationale mentaliteitsverschuivingen niet altijd vertaald in actie op internationaal niveau. De economische interesses, in de eerste plaats van de steenkoolsector, houden het klimaatdenken in een houdgreep. Willen we onze planeet behoeden voor onomkeerbare uitputting, moet 80 % van de fossiele energievoorraden in de grond blijven. Het spreekt voor zich dat de weerstand groot is…” “Het publieke draagvlak voor klimaatactie is echter stukken groter dan politici erkennen. 70 % van de bevolking is bereid om

milieuinspanningen te leveren, maar concreet gedrag wordt door politieke beslissingen gestuurd. België heeft een van de minst groene belastingsystemen. Bedrijfswagens worden angstvallig gespaard. Bij elke beslissing zullen er individuele win- Hanne Knaepen naars en verliezers zijn, maar groene belastingen zijn er voor het algemeen goed. Dat is iets heel concreets: ons eigen individuele en collectieve leven. België heeft een sterke civil society, die de solidariteitsgedachte erg genegen is, maar media en politiek ondersteunen dit niet, onder het mom dat solidariteit te duur is, dat de prioriteiten in tijden van crisis elders liggen.”

Wie betaalt welk gelag?

De financiering van duurzame ontwikkeling blijft echter een moeilijk verhaal. Vele landen verschuilen zich achter de economische crisis om hun hulpverleningsbelofte

© VIRYTHTPEHJLJD89 - FOTOLIA

“De grootste bottleneck is de individuele mentaliteit, met name datgene waaraan mensen hun identiteit ontlenen.”

Aanpassing en mitigatie Maatregelen om de klimaatimpact te bestrijden kunnen we onderbrengen in twee categorieën: aanpassing en mitigatie. Een woordje uitleg. Aanpassing: Alle landen, ook België met zijn kwetsbare kustlijn, zullen zich moeten aanpassen aan een opwarming van het klimaat, die nu al tot bijna 1° C oploopt. Moeilijke politieke keuzes zullen moeten bepalen wat wordt beschermd en wat niet. Mitigatie: Dit zijn maatregelen die de oorzaken van de klimaateffecten aanpakken. Ze beogen een vermindering van de broeikasuitstoot en een stagnering van de opwarming. Er bestaat een internationaal akkoord om de opwarming te beperken tot 2° C. Boven die grens moeten aanpassingsplannen het bijltje leggen.


dossier

n’GO september 2015

20

© PIYASET - FOTOLIA

Willen we onze planeet leefbaar houden, moet 80 % van de huidige grondstoffenreserves in de grond blijven. Het spreekt voor zich dat de weerstand groot is.

van 0,7 % tegen 2015 niet na te komen. Dat bovenop die envelop van internationale hulp ook nog klimaatfinanciering moet komen, zit vele beleidsmakers dwars. Wie nu reeds de klimaatgevolgen voelt heeft geen andere keuze dan intussen zelf de grootste nood te lenigen. Oxfam schat dat landen als Ethiopië en Tanzania twee tot drie keer meer uit eigen zak betalen dan wat ze krijgen van de internationale gemeenschap. Om hun bevolking te beschermen moeten ze wel, ook al dragen ze geen verantwoordelijkheid voor het klimaatprobleem. Budgetten die voor gezondheid en onderwijs konden ingezet worden gaan nu volledig op aan milieumaatregelen. “Er is een voortdurende tweestrijd tussen klimaatbeleid en ontwikkelingssamenwerking”, zegt Harro van Asselt. Hij

is onderzoeker in internationaal en Europees klimaatbeleid bij het Stockholm Environment Institute (SEI) in Oxford. “Het dilemma tussen aanpassings- en mitigatieprogramma’s is groot (zie kader p. 19). Om de hoogste noden te lenigen zetten vele arme landen vooral in op aanpassingsprogramma’s. Donoren van ontwikkelingshulp geven prioriteit aan mitigatie omdat een dergelijk beleid nog andere positieve neveneffecten heeft. Klimaatverandering is immers niet alleen een milieuprobleem. Lokale luchtvervuiling heeft een directe impact op de volksgezondheid en stijgende temperaturen brengen de voedselzekerheid in het gedrang. Daarom is het een verstandige keuze om onze economie drastisch te hervormen (mitigatie) en niet enkel in te zetten op aanpassingsmaatregelen.” Bij de


dossier

21

© VLADSOGODEL - FOTOLIA

n’GO september 2015

meeste landen is dat begrip er, zegt Hanne Knaepen, maar er zijn veel belangen in het spel. “Afrika heeft geprobeerd om als één continent een gemeenschappelijke positie in te nemen, maar de grote diversiteit van arme landen enerzijds en OPEC- en BASIClanden anderzijds, maakt een eenheidspolitiek bijzonder moeilijk. Bovendien wil de politieke logica nu eenmaal dat je geen stemmen wint met klimaat. Klimaat vertalen in voedselzekerheid en energievoorziening werkt wel, omdat die druk concreet wordt gevoeld.”

Vinger aan de pols

Armoedebestrijding is een van de sterkste drijfveren voor milieuactie, maar dat België zijn toekomstige ontwikkelingsbeleid enkel op Afrika, de allerarmste landen en fragiele staten wil toespitsen en de middle income countries (MIC’s) schrapt, is vanuit milieuzorg én duurzame ontwikkeling niet het beste idee, meent Bruno Verbist, KULeuven-onderzoeker in tropische land- en bosbouw voor Klimos*. “De MIC’s kennen een grote industrialisering en daar kunnen milieumaatregelen de grootste impact

hebben. De expertise die België opbouwt om landen met een prangende milieuzorg te ondersteunen, is van groot belang om later fragiele staten die naar een middle income-status evolueren te kunnen helpen. We moeten de vinger aan de pols blijven houden, ons palet van expertise en nuttige hulp moet breed genoeg zijn om pertinent te blijven. Het klopt dat in fragiele staten, die vaak in Afrika liggen, een groter aandeel van de bevolking in armoede leeft, maar in absolute cijfers zijn er meer armen in Azië.” Door een puur sectoriële aanpak vallen


dossier

n’GO september 2015

“We moeten ontschotten, uit onze sector breken en de signalen van anderen opvangen.” milieu- en ontwikkelingsinitiatieven vaak tussen wal en schip, aldus Bruno Verbist. “Een herbebossingsproject dat gefinancierd wordt binnen het frame ‘energie’ voor brandhoutvoorziening kan ook heel wat andere neveneffecten genereren: positieve zoals koolstofopslag, toename van de biodiversiteit, … maar ook negatieve omdat de druk op land kan toenemen. Een ander voorbeeld is biogas. Voor families met vee levert dit op huishoudniveau niet enkel energie, maar ook een gehygiëniseerde mest en na aansluiting van toiletten ook een oplossing voor sanitatie. Het feit dat dit drie sectoren (energie, landbouw en gezondheid) beslaat, past niet in de huidige sectoriële benadering. Vanuit een puur energieperspectief wordt nog vaak gekozen voor technologieën met zelfs negatieve neveneffecten, maar waarbij sneller resultaat kan geboekt worden. Een geïntegreerde aanpak met langetermijnvisie ontbreekt vaak. De Belgische Ontwikkelingssamenwerking DGD heeft milieu nu als transversaal thema

gedefinieerd. In welke mate zal dit tot meer geïntegreerde programma’s leiden? Ontschotten, uit je sector breken en de signalen van anderen opvangen, daar moeten we naartoe.”

Momentum

Ook Jan Wyckaert pleit voor een Bruno Verbist ontwikkelingsdenken dat uitgaat van complexiteit. “Alle beleidsdomeinen die een impact hebben op de ecologische voetafdruk (mobiliteit, economie, vrije tijd, wonen, landbouw en voeding, …) moeten van duurzaamheid doordrongen worden. Alles is verbonden, het beleid vraagt om transversaliteit. Ook een ngo als Vredeseilanden zal de omkeer naar een wereldwijde duurzame landbouw moeten vertalen naar een nieuw organisatie- en samenwerkingsmodel. Vredeseilanden zet daarom multi-actorpartnerschappen op, waarbij koplopers uit alle sectoren innovatieve en duurzame modellen uitdenken om de brede

22

Vredeseilanden duwt de boer in de cockpit Vredeseilanden heeft zich gebogen over de vraag hoe in 2050 9 miljard mensen gevoed moeten worden in een context van 70 % stedelijke bevolking, klimaatopwarming, grondstoffenschaarste, verminderde biodiversiteit en buitensporige CO2-uitstoot. Ons huidige systeem overschrijdt de biofysische grens gigantisch en stoot bovendien miljoenen boeren door schaalvergroting en prijzenoorlogen uit de stiel. Op die ecologische en sociale problematiek kunnen boeren echter zelf het antwoord bieden: door als goed georganiseerde en internationaal ondersteunde familiale boeren hun land te bewerken vanuit de rentmeesterschapsidee zijn zij in staat om de stijgende stedelijke bevolking op duurzame wijze te voeden. Internationale zwaargewichtinstanties als de IAASTD komen tot diezelfde conclusie: familiale landbouw heeft een onmiskenbaar ecologisch surplus, garandeert economische winst en verzekert een directe verbondenheid met de aarde. In dit model zijn boeren niet langer slachtoffer, maar zitten ze in de cockpit van het wereldgebeuren.


dossier

n’GO september 2015

23

| meer weten Internet Klimos : een interuniversitair platform dat onderzoek doet naar klimaatsverandering en milieuzorg in ontwikkelingssamenwerking. ECDPM : The European Centre for Development Policy Management SEI : Stockholm Environment Institute IAASTD: The International Assessment of Agricultural Knowledge, Science and Technology for Development Oxfam Vredeseilanden

maatschappelijke uitdagingen aan te gaan, in de hoop het beleid en andere actoren te inspireren. Steeds vaker staat het Zuiden in dit duurzaamheidsdenken verder dan het Noorden. Daarom zal Vredeseilanden van zijn landenkantoren autonome netwerkkantoren voor kennisontwikkeling maken, die elkaar bestuiven in functie van meer en betere kennis. We zitten op een momentum in de geschiedenis. We verbreken een ecologisch evenwicht, maar tegelijk groeit er een collectief bewustzijn, dat ondersteund wordt door technologische vooruitgang.” Boeiende tijden. SYLVIE WALRAEVENS

© PUNTO STUDIO FOTO - FOTOLIA

“Alle beleidsdomeinen die een impact hebben op de ecologische voetafdruk moeten van duurzaamheid doordrongen worden.”


© RUSLANDASHINSKY - ISTOCK

zuiderse wijsheid

n'GO september 2015

24

Noëline Razanadrakoto

De stenen revolutie van Madagaskar


n'GO september 2015

25 © FRÉDÉRIC REMOUCHAMPS-KEOPS

zuiderse wijsheid stenen revolutie

N

oëline, laureate van de Harabuntuprijs 2013, ontketende een kleine revolutie in Andoranomaitso. In een kleine gemeente in de regio HauteMatsiatra op Madagaskar danste ze op heilige stenen en zette ze het oude bijgeloof aan de kant. Ze blies nieuw leven in de lokale economie en gaf 860 vrouwen een vaste baan. Een sprekende getuigenis.

Een geïsoleerde gemeenschap

Na mijn huwelijk verhuisde ik naar Andoranomaitso. De geografische ligging van het dorp zorgde voor heel wat problemen. De verbinding met de buitenwereld was slecht en het was moeilijk om in de stad te geraken om voedsel te kopen of om gezondheidszorg te organiseren. Kinderen konden maar moeilijk naar school, vooral in het regenseizoen. Het was een zeer arme gemeenschap met ²⁄³ vrouwen, die extra kwetsbaar zijn. Ze hadden geen werk, waren economisch afhankelijk van hun man en velen waren slachtoffer van huiselijk

“Voor de Malagassiërs waren het heilige stenen. Maar voor mij leek dit een mogelijke bron van inkomsten, een toekomst voor mijn gemeente. Ik besloot om het taboe te doorbreken.”


n'GO september 2015

26

© ESINEL_888 - FOTOLIA

zuiderse wijsheid stenen revolutie

aanhang. Ik werd verkozen tot gemeentelijk adviseur. Daarna werkte ik me op tot voorzitter in de gemeenteraad van een groep van zeven (waaronder zes mannen). Van drie ervan kreeg ik steun om de stenen economisch uit te buiten.

Dansen op de stenen

geweld. Voor mij leek de enige oplossing een project te zoeken om inkomsten te genereren en de vrouwen hun onafhankelijkheid en waardigheid terug te geven.

Taboes doorbreken

Het dorp was omgeven door immense rotsblokken, die als paddenstoelen oprezen uit de dorre grond. Met die stenen konden we misschien wel wat verdienen… Er was echter één belangrijk struikelblok: voor de Malagassiërs waren die stenen heilig. De lokale bevolking gelooft

dat de geesten van hun voorouders op die stenen rusten. Het was dus verboden om de stenen zelfs maar aan te raken. Maar ik zag een mooie bron van inkomsten, een toekomst voor mijn gemeente. Ik besloot om het taboe te doorbreken. Ik ging van deur tot deur om raad te vragen bij de bewoners, hoe ik best die grote stenen kon gebruiken. Zoals verwacht werd ik niet met open armen ontvangen… De meesten zeiden dat ik niet van hier was en dus geen enkel beslissingsrecht had. Ik bleef volhouden en stilaan kreeg ik meer

Via spotjes op de radio nodigde ik andere dorpshoofden, invloedrijke personen en iedereen die wilde uit om te komen zien hoe ik op de stenen danste. Als dit tegen de wil van de geesten was, dan moesten ze mij maar komen straffen voor die heiligschennis. D-day kwam eraan en de opkomst was enorm. Iedereen kwam kijken hoe ik op de stenen klom en begon te dansen… Als ik niet in de gemeenteraad had gezeten, hadden ze mij waarschijnlijk gestenigd of toch ten minste uit het dorp verbannen. Maar er gebeurde niets! Daarna blies ik de steen op met dynamiet. Nog altijd gebeurde er niets! Stap voor stap kwamen de mensen dichter en begonnen de stenen aan te raken en mee te dansen met mij.


n'GO september 2015

“Nog belangrijker dan economische vooruitgang vind ik de mentaliteitsverandering tegenover de vrouwen in mijn gemeente.”

Stenen voor ontwikkeling Nu het taboe was doorbroken, besloot ik om de stenen af te breken en er keien van te maken. Daarvoor richtte ik met zes vrouwen de vereniging “Fiombonantsoa” op. Zo konden we ons nieuwe product verkopen. Via oproepen op de radio zocht ik kopers voor de stenen en na één week tekende ik een eerste contract met een ondernemer die een school bouwde in het dorp. Een hele nacht hebben we toen gefeest. Ik deelde geld uit aan iedereen, zelfs aan diegenen die het project niet steunden. Van zeven vrouwen zijn we nu uitgegroeid tot een gemeenschap van 860. Het geld van de verkoop gaat naar microkredieten. Alle leden mogen lenen zonder intrest gedurende 12 maanden. Daardoor ontstaan er nieuwe activiteiten in de gemeente: legbatterijen, bijenteelt, visteelt, wijnbouw, borduurwerk en talrijke vrouwelijke kunsten. We hebben nieuwe wegen aangelegd zodat de vrachtwagens de

stenen kunnen komen halen in het dorp. Doordat de stenen opgeruimd zijn, is er plaats gekomen om nieuwe gewassen te telen en zo in een gevarieerder voedingsaanbod te voorzien.

Project van een feministe

Als voorzitter kan ik meer gedaan krijgen voor de vrouwen. Nog belangrijker dan de economische vooruitgang van onze vereniging vind ik de mentaliteitsverandering tegenover de vrouwen in mijn gemeente. Ik wil komaf maken met alle vormen van discriminatie en alle geweld tegen vrouwen en jonge meisjes uitroeien. Ik wil vechten tegen verkrachting, de risico’s verkleinen voor sterfte tijdens de bevalling, huiselijk geweld tegengaan, besmettelijke ziekten genezen en onderwijs voor meisjes promoten. Ik probeer ook de mannelijke gemeenteraadsleden te overtuigen om het gemeentelijk budget te gebruiken om waterpompen

27 © MICHELE.PAUTASSO - FOTOLIA

zuiderse wijsheid stenen revolutie


zuiderse wijsheid stenen revolutie

n'GO september 2015

28

© GWENAEL CAUDRY - FOTOLIA

“Op een dag nam ik – gevoed door de wil om te leven – een hamer en dynamiet en maakte van de rotsblokken kleine keitjes.”

en waterputten te bouwen, een elektriciteitsnetwerk aan te leggen dat aangesloten is op een groep of op zonnepanelen, volwassenonderwijs te steunen, kleuter-, lagere en middelbare scholen te bouwen, om wegen te onderhouden, voetpaden aan te leggen en verbindingen te maken met andere dorpen, te voorzien in een basis aan gezondheidszorg Dit alles helpt om de regio minder te isoleren, het toerisme op te krikken en mijn dorp beter te ontwikkelen. Door al deze stappen kunnen we de isolatie van de gemeente doorbreken, het toerisme aanwakkeren en de gemeenschap

verder ontwikkelen. Op een dag nam ik, gevoed door de wil om te leven, een hamer en dynamiet en maakte van de rotsblokken kleine keitjes. Enkele jaren later ziet het dorp er helemaal anders uit. Het is helemaal omringd door groene velden. We hebben onze waardigheid en autonomie herwonnen. CÉLINE PRÉAUX, WIVINE HYNDERICK, NOËLINE RAZANADRAKOTO


episode 9

n’GO september 2015

29 © PAVELKUBARKOV - FOTOLIA

vooroordelen ontkrachten...

Vooroordelen, van onwetendheid naar ervaring

Vooroordelen komen voort uit twee manieren van kijken : onwetendheid of directe ervaring. Het is belangrijk dit onderscheid te maken omdat de aard van vooroordelen, alsook de methoden om ze te bestrijden van kleur veranderen. In dit nummer gaan we de strijd aan met onwetendheid. Om dit duidelijk te maken, zullen we het voorbeeld van migratie nemen.


© VRD - FOTOLIA

vooroordelen ontkrachten...

episode 9

1e stap

A

lle andere politieke strekkingen hadden de kiestekst eerder verworpen. Daarnaast hadden ook economisten hun bezorgdheid al uitgedrukt voor de gevolgen voor de Zwitserse arbeidsmarkt, die grotendeels afhangt van gekwalificeerde werkkrachten uit Europa.

30

Behoeften beantwoorden Je kan de etappes omgooien, maar mensen praten meestal niet meteen over hun behoeften…

Zwitserland, 9 februari 2014. De stemming “tegen massale immigratie”, georganiseerd door de rechtse Zwitserse Union démocratique du centre (UDC), is afgesloten. De ja-stem voor “het einde van de massaimmigratie” tikt af op: 50,3%.

n’GO september 2015

Probeer de andere echt te ontmoeten: empathische link leggen Doel: een link leggen, uitnodigen om te praten, zelf zo weinig mogelijk praten. “Waarom denk je op die manier?”, “Wat is er gebeurd dat je dit zegt?”, “Kan je me daar meer over vertellen?” Principe: mensen geven zichzelf meer bloot als er vertrouwen is, en niet als er tegenwind gegeven wordt. Je moet goed op de houding letten en echt interesse tonen voor wat de andere wil zeggen.

2e stap Probeer de emotie erachter te vinden (behalve bij dominantie) Doel: te weten komen wat zijn gemoedstoestand is als hij het vooroordeel uitspreekt Hypothesen: provocatie, dominantie (minachting, vernedering van de andere), woede, angst, droefheid… “Hoe voel je je daarbij?” Als de emotie zich al uit: “Ik heb het gevoel dat je je daarover

opwindt, dat je daar kwaad over wordt…”

3e stap Beantwoord de behoefte Doel: de andere uitnodigen om over zijn behoefte te spreken “Als ik me niet vergis ben je op zoek naar xxx (een behoefte als rechtvaardigheid, veiligheid,…)”. Als je ernaast zit, zal de andere je verbeteren en toch zijn behoefte uitdrukken of herformuleren. “Nee, dat is het niet!” En als hij het zelf niet zegt, kan je erachter vissen: “Wat zou het dan kunnen zijn?” (voorwaardelijk blijven…) Belangrijk: de behoefte aan superioriteit is vaak gelinkt aan de behoefte aan erkenning van de persoon zelf of van zijn groep…

4e stap Herformuleer de behoefte Doel: bevestigen dat je het bij het rechte eind hebt “Als ik je goed begrepen heb, is het probleem niet dat x voordeel haalt uit de situatie, maar dat iedereen van jouw groep er ook voordeel moet kunnen uithalen?”. En opnieuw, als je juist zit, zal je gesprekspartner blijven praten en zo niet zal hij je wel corrigeren.


vooroordelen ontkrachten...

episode 9

n’GO september 2015

31

“Onwetendheid maakt ons gevoelig voor argumenten – ook verkeerde – die op emoties inspelen die verband houden met onze nood aan veiligheid.” Woorden voorspellen geen daden Een beroemd experiment uit 1934 in de VS illustreert mooi hoe gedachten en uitspraken niet per se worden omgezet in daden. Socioloog Richard LaPiere trok rond in de Verenigde Staten. Samen met een Chinees koppel bezocht hij 250 hotels en restaurants. Buiten één hotel werden ze overal goed ontvangen. Na afloop schreef hij naar elk hotel en restaurant een brief met de vraag of ze ook Chinezen ontvingen in hun etablissement. 92% van de antwoorden was negatief!

Zie:

Classic study: LaPiere (1934) on discrimination

http://mindsandmodels.blogspot.be/2011/04/classic-study-lapierre-1934-on.html

De link met onwetendheid

Uit de resultaten bleek dat het stemgedrag duidelijk verschilde per regio. In de kantons met het hoogste aantal grensarbeiders werd er tegen het voorstel van de UCD gestemd. Behalve dan in Tessin. In de kantons waar het percentage grensarbeiders nihil was, kreeg het voorstel het meeste steun. Samengevat: “ik ken ze niet, maar ik stem tegen hun aanwezigheid…”. De campagne van de UDC was gebaseerd op de grote klassiekers. “Sinds 2007 zijn er jaarlijks ruim 80 000 immigranten meer dan emigranten”, lezen we. De UCD slaat de nagel er nog dieper in door te herinneren aan problemen die gelinkt zouden zijn aan immigratie: het hoge werkloosheidscijfer, de daling van de lonen, criminaliteit, zware last op de sociale zekerhied enz. Analisten kunnen dan wel beweren dat het migratiesaldo 60 000 is en niet 80 000, dat het

werkloosheidscijfer zeer laag blijft (3%), dat er geen grotere concurrentie op de arbeidsmarkt is voor de Zwitsers zelf, dat het algemeen welvaartspeil is gestegen sinds 2002, toen het vrij verkeer van goederen en personen in Europa werd ingevoerd… niets helpt. UDC drukte op de knop van het onveiligheidsgevoel en van de potentiële bedreiging van de levensstandaard en haalde zo zijn slag thuis.

Emoties primeren boven ratio en logica

Vreemd? Niet echt. In een experiment uit 2004 toonde Drew Western aan dat in een politiek debat de frontale cortex minder gebruikt wordt dan het emotionele centrum in de hersenen. Het is dus niet het politieke argument dat bepalend is, maar de behendigheid van de debaters om emoties uit te lokken. In discussies over im-


vooroordelen ontkrachten...

episode 9

n’GO september 2015

32

In ongelijke systemen voedt de angst om jouw deel niet te krijgen het gevoel van onzekerheid en vooroordelen.

migratie is de emotionele factor makkelijk aan te spreken omdat je goed kan inspelen op angst en veiligheidsgevoel, de toegang tot levensmiddelen of het behoud van de culturele identiteit. Die elementen wegen veel zwaarder door dan alle cijfers die de realiteit tot haar ware proporties herleiden. Bewijs geleverd!

© AFRICA STUDIO - FOTOLIA

Crisis versterkt emoties

Als je een intuïtief bewustzijn hebt, kan je dit fenomeen nog beter naar je hand zetten. Je moet gewoon het “wij-zij”-gevoel activeren en het werkt. In socio-economische crisistijden liggen spanningen tussen verschillende groeperingen automatisch hoger. Sidanius en Pratto verwoorden dit in hun taartstukvraagstuk. Stel je zes personen rond een tafel voor die een taart moeten verdelen. In het huidige systeem is er sowieso een ongelijke taartverdeling omdat die gebeurt volgens machtsverhou-

dingen: sommigen hebben een veel groter stuk, anderen een veel kleiner. Stel je nu voor dat de economische context verslechtert: iedereen, of bijna iedereen moet de broeksriem aanhalen… Sommigen moeten het doen omdat ze geen keuze hebben, anderen zijn machtiger en zijn er niet toe verplicht. In die context van spanning komen er buitenstaanders die zeggen: “Bij ons gaat het echt niet, hebben jullie geen plaats voor ons? Wij zouden ook een deel van de taart willen!” Het gezelschap van zes kijkt op en zegt neerbuigend: “Dat kunnen jullie vergeten!” En toch is deze allegorie gesteund op een foute premisse. We moeten het “Wat jij neemt, ben ik kwijt” herbekijken. Studies over migratie, meer bepaald in Frankrijk en Groot-Brittanië(1), tonen aan dat migranten bijdragen aan de creatie van rijkdom. Dit wil niet noodzakelijk zeggen dat de eindsom altijd ten voordele van die mi-


episode 9

n’GO september 2015

© BST2012 - FOTOLIA

vooroordelen ontkrachten...

granten is – dat hangt af van het land en de context – maar dat een aanzienlijk deel van hen voluit bijdraagt tot de nationale rijkdom.

Mensen opvangen creëert theoretisch meer rijkdom, maar…

De logica zou de rationele homo economicus eerder doen kiezen voor migratie dan tegen. Als je ze geen rijkdom laat creëren – door te werken bijvoorbeeld –, worden migranten inderdaad gedwongen in de richting van zwartwerk of moeten ze gebruik maken van bestaande hulp. Als je ze wel laat deelnemen, kunnen ze meer bijdragen aan het systeem. Canada is huldigt dat principe: “als je komt, creëer je rijkdom”.

In Frankrijk of België wordt de migrant – vooral dan van Marokkaanse oorsprong – gezien als een last in een kwetsbaar systeem. Het is overduidelijk dat de immigratie van de 1e, 2e en zelfs 3e generatie wordt benadeeld. Achter het discours van gebrek aan competenties en vorming schuilt er een enorme veralgemening. Iedereen valt onder dezelfde noemer, terwijl ze heel diverse competenties hebben.

Enkele voorbeelden volstaan om te veralgemenen

In veel landen wordt het discours “laat migranten mee onze welvaart creëren” niet gehoord. Waarom? Om heel wat redenen. Voor een deel omdat dat discours stuit te-

gen de schijnbaar evidente waarheid dat het BBP niet stijgt: “het is een nuloperatie!” Ook omdat er in alle culturen een aantal profiteurs zitten die het sociale systeem misbruiken. Dit gaat om een minderheid, maar de voorbeelden voeden het beeld van “buitenlanders, profiteurs van het systeem”. En ook omdat er altijd wel een cultuurshock bij komt kijken. (Zie n’GO nr.23).

Begrijpen versus veroordelen

We moeten de mensen niet stigmatiseren die zo’n alarmerende uitspraken geloven – dat zijn anderen dan zij die de foute informatie creëren en verspreiden. Veel heilzamer is het om het fenomeen van cognitieve dissonantie (zie n’GO nr 18) te begrijpen.

33


vooroordelen ontkrachten...

episode 9

n’GO september 2015

34

| bronnen On entend dire que… L’immigration coûte cher à la France, qu’en pensent les économistes

Chojnicki X. et Ragot L., Éditions Eyrolles-Les Échos, 2012.

Impacts of migration on UK native employment: An analytical review of the evidence

© CYSEFOTO - FOTOLIA

https://www.gov.uk/government/uploads/system/uploads/ attachment_data/file/287287/occ109.pdf

Je kan makkelijker een uitleg reconstrueren – eventueel gebaseerd op een complot of op een studie – dan hem in vraag stellen. Er zit een ander mechanisme in het spel: informatie selecteren om je eigen voorstelling te bevestigen. Het gaat hierbij over het eerder voortgaan op concrete voorbeelden dan op neutrale studies… Dit wil niet zeggen dat er geen criminaliteit bestaat, dat er geen misbruik gemaakt wordt van het systeem, dat er geen botsing kan zijn tussen culturen of dat sociale dumping niet voorkomt enz. Het wil gewoonweg zeggen dat de situatie een pak genuanceerder is en dat de oorzaken van problemen complex zijn en elk geval apart moet bekeken worden. Nuancering, complexiteit, reflectie staan tegenover vooroordelen met hun binaire logica, vereenvoudiging, overdrijving en veralgemening.

Waar ligt nu de oplossing? Het antwoord is niet eenvoudig, maar er is wel een constante: de kracht van de antiretoriek is gebaseerd op emoties en is gelinkt aan angsten en potentiële verliezen. Elke aanpak die de diepe noden van dit deel van de bevolking negeert slaat de spijker mis. In een discussie tussen twee personen is open vragen stellen een goede optie (zie n’GO nr.22). En het werkt nog beter als de open vragen niet confronterend zijn en echt op zoek gaan naar de behoeften van de andere (zie kader). PIERRE BIÉLANDE

Dit artikel werd geschreven in samenwerking met het INC www.neurocognitivism.com


© JÖRN BUCHHEIM - FOTOLIA

instrument de Belbinmethode

De Belbinmethode Ieder zijn eigen rol

n’GO september 2015

35

Er schort iets binnen je team, maar je kan er de vinger niet opleggen. Alle functies zijn juist omschreven en toch raakt de ploeg de pedalen kwijt. Het ontbreekt hen aan dynamiek en ze bereiken de doelstellingen niet. Wellicht ligt het niet aan de functies, maar aan de rollen! Speelt iedereen wel de rol die hem op het lijf geschreven is?


© RUPBILDER - ISTOCK

instrument de Belbinmethode

n’GO september 2015

36

Een team kan enkel succesvol zijn als iedereen de rol heeft die het beste bij hem past, als hij de verdiende erkenning krijgt en als elke rol effectief ingenomen is.

| getuigenis Marc Achten, Chief Operation Officer chez AT Osborne

Meredith Belbin, doctor in de psychologie aan Granfield College, is al jaren gefascineerd door teamdynamiek. Hij vroeg zich af waarom sommige teams beter werken dan andere.

N

a twintig jaar onderzoek (1960 – 1980) schreef hij zijn conclusies neer in een boek1, dat al snel een methode werd. Volgens zijn onderzoek zijn de meest succesvolle teams diegene die een perfect evenwicht hebben. Belbin koppelt dit evenwicht aan een harmonieuze verdeling van negen fundamentele rollen. Hij definieert een rol als “de   Meredith Belbin, Teamrollen op het werk, 1998 1

« We hebben de Belbinmethode gebruikt in het kader van een teamcoaching. De rollen binnen ons team waren niet duidelijk: de rolverdeling was niet optimaal, maar de functieomschrijving wel. Die functies werden soms uitgevoerd door verschillende mensen. Dit was niet efficient. Tijdens de oefening speelden sommige mensen (of dachten dit althans) bepaalde rollen terwijl ze eigenlijk niet geknipt waren voor die taken en sommigen speelden niet de rol die ze van nature uit zouden moeten spelen. Onze Vormer bijvoorbeeld was ideaal voor de job, maar hij was niet zeker of zijn collega’s hem zo zagen en dus speelde hij zijn rol niet voluit. Dankzij de

positieve feedback van de groep heeft hij nu de rol opgenomen waarin hij zich het beste voelt. We hadden ook het omgekeerde geval: er was iemand die dacht dat hij de Organisator was, maar hij werd niet op die manier gezien door de rest. Toch was die uitkomst niet pijnlijk omdat we geen noties van goed of slecht gebruikten: het was niet goed of slecht om een bepaalde rol te spelen. Eigenlijk hebben we vooral beseft dat we zeer complementair waren. De Belbinmethode heeft ons bewust gemaakt van de rolverdeling binnen het team. Door erkenning te krijgen voor onze rol door de collega’s, voelen we ons meer op ons gemak. »


instrument de Belbinmethode

n’GO september 2015

| de negen rollen van Belbin Zie belbinfrance.com

© CONTRASTWERKSTATT - FOTOLIA

Natuur

neiging om te handelen, bij te dragen en te interfereren met de anderen op een welbepaalde manier”. Hij onderscheidt drie rollen die zich focussen op het denkwerk (de Monitor, de Plant en de Specialist), drie rollen die zich over de actie buigen (Brononderzoeker, Vormer en Zorgdrager) en drie die zich met de relaties bezighouden (Uitvoerder, Coördinator en Groepswerker) (zie kader). Volgens zijn logica kan een team enkel succesvol zijn als iedereen de rol heeft die het beste bij hem/haar past, als hij/zij de verdiende erkenning krijgt en als elke rol effectief ingenomen is.

Rollen die zich focussen op het denkwerk

Rollen die zich over de actie buigen

Rollen die zich met relaties bezig houden

Rol Monitor Plant Specialist Brononderzoeker Vormer

Kenmerken Evalueert met precisie en objectiviteit of de ideeën realiseerbaar en rendabel zijn. Stelt nieuwe ideeën en creatieve oplossingen voor. Bezit de technische kennis en skills die nodig zijn in het team. Zet de ideeën om in concrete en praktische actie. Zet de leden aan tot actie en helpt om het team te focussen.

Zorgdrager

Zorgt ervoor dat het programma en de deadlines gerespecteerd worden.

Uitvoerder

Trekt profijt uit ideeën en informatie van buitenaf.

Coördinator

Zorgt voor de optimalisatie van de kwaliteiten binnen het team.

Groepswerker

Inwisselbare rollen

Is de lijm die de relaties binnen het team onderhoudt.

Chantal Dewandre, bedrijvencoach gespecialiseerd in leadership, empowerment en persoonlijkheid, geeft toelichting bij de Belbinmethode. “Om de methode te kennen, moet je vooral weten wat ze niet is. Ze heeft haar limieten. Belbin heeft het over de teamspelers, niet over de teams, en over hoe die functioneren. De methode levert geen persoonlijkheidsprofielen. Persoonlijkheidsprofielen gaan over wie je bent, binnen of buiten teamverband. De rollen binnen een groep zijn veel kneedbaarder en inwisselbaar.”

Net die veranderlijkheid is de troef van de methode: je kan een team vormen en weer omvormen in functie van het doel of het project. Het aantal leden kan daarbij hetzelfde blijven: je moet niemand extra aanwerven want iedereen kan verschillende rollen op zich nemen.

Onvolmaaktheden toegestaan

De methode is geen persoonlijkheidsprofiel, maar heeft meer weg van een gedragsmodel. Toch zijn niet alle rollen onderling inwisselbaar. Ook het karakter van een

37


instrument de Belbinmethode

n’GO september 2015

“Bij de Belbinmethode is de perceptie het belangrijkste. De mening van het team is van fundamenteel belang bij het bepalen van de rollen.”

| voordelen De Belbinmethode ––Zorgt dat de leider de rollen binnen de groep op elkaar kan afstemmen en harmoniseren ––Valoriseert de verscheidenheid binnen het team ––Geeft de kans aan de teamleden om verschillende rollen te spelen ––Biedt ruimte om de meerwaarde van het individu naar boven te halen ––Zorgt voor een feedback over elk van de teamleden ––Stimuleert de motivatie van de individuen door hen te sturen in de richting waartoe ze zich van nature aangetrokken voelen

| beperkingen

© ELNUR - FOTOLIA

persoon bepaalt iemands gedrag in een team. Als bepaalde geneigdheden ontbreken in een team, kan men niet zomaar jongleren met de negen rollen, maar toch zijn enkele onvolmaaktheden in de zogenaamd meest natuurlijke rollen aanvaardbaar. Voor elke rol heeft Belbin een schaal opgesteld met sterke punten en toegelaten zwaktes. Chantal Dewandre illustreert: “Op die manier mogen Coördinatoren soms te veel delegeren, mogen Zorgdragers te nauwkeurig zijn, mogen Groepswerkers wel eens lamgeslagen zijn als iemand van de teamspelers zijn ongenoegen uit, is het toegelaten dat Vormers hun geduld verliezen als het team niet vooruitgaat zoals ze hadden gewild enzovoort.” Het besef van die onvolkomenheden is meteen de sterkte van de methode: “Belbin dacht dat als iedereen zich bewust is van de rol die hij speelt binnen een team en de sterktes en zwaktes die bij die rol horen begrijpt, zowel de persoon als het team er sterker

38

De Belbinmethode ––Richt zich enkel op de teamleden. Ze heeft het niet over het team als geheel en de werking op zich ––Biedt geen persoonlijkheidsprofielen ––Gaat ervan uit dat de managers hun leadership kunnen delegeren aan andere teamleden in functie van een project


instrument de Belbinmethode

Belbin dacht dat als iedereen zich bewust is van de rol die hij speelt binnen een team en de sterktes en zwaktes die bij die rol horen begrijpt, zowel de persoon als het team er sterker uitkomt.

uitkomt. Zo kan iedereen zijn troeven uitspelen en werken aan de zwakke punten en kunnen de teamleden elkaars gedrag beter begrijpen.”

Shockploegen

De Belbinmethode wordt meestal gebruikt om evenwichtige en harmonieuze teams samen te stellen waarin elke rol wordt opgenomen door de meest geschikte persoon. Chantal Dewandre: “Een team kan snel ontwricht geraken als meerdere mensen dezelfde rol opnemen of als bepaalde rollen oningevuld blijven. Als twee teamgenoten dezelfde rol spelen, gaan dezelfde zwaktes harder doorwegen op het geheel van de groep. Als er bijvoorbeeld meerdere Plan-

ten binnen een groep worden aanvaard, zullen er enorm veel creatieve ideeën naar boven komen, soms in die mate dat ze elkaar parasiteren. Als er dan geen Vormer aanwezig is, lopen we recht op een catastrofe af: er zijn niet enkel te veel ideeën, ze zullen ook nooit gerealiseerd worden.”

Constellatiespel

De methode van Belbin is flexibel en daardoor toepasbaar in verschillende spelen. Chantal Dewandre: “Ik gebruik vaak het constellatiespel. Eerst leg ik de verschillende rollen van Belbin uit en dan leg ik ballen op de grond die elk overeenstemmen met een rol. De deelnemers nemen de ballen waarmee ze zich het meest identifi-

39 © ISAAC MUYONGA - SOLIDARITÉ PROTESTANTE

n’GO september 2015

ceren en verspreiden zich over de ruimte. Iedereen vertelt over zijn impressies bij zijn eigen rol maar ook bij de andere rollen. Want bij de Belbinmethode is de perceptie het belangrijkste. De mening van het team is van fundamenteel belang bij het bepalen van de rollen. Omdat het teamrollen zijn, moet het team de rol erkennen die elk van de teamleden denkt te kunnen vervullen. Daarom is het ook geen persoonlijkheidstest, want daarbij kan iedereen wel feedback geven maar uiteindelijk weet alleen jij wie je bent. Bij de Belbinmethode is de feedback van de groep wel bepalend. Zo beantwoordt de rol van Specialist niet aan de kennis die jij al dan niet bezit over een onderwerp, maar aan het imago van refe-


instrument de Belbinmethode

n’GO september 2015

40

“Rollen verschuiven in functie van de tijd binnen eenzelfde project, in functie van de projecten of in functie van de andere leden van het team.”

Chantal Dewandre

rentie dat je uitstraalt in het team. Als je teamgenoten naar jou komen bij twijfel en jou raad vragen, dan ben jij de Specialist. Als je het onderwerp van een project goed beheerst, maar niemand doet een beroep op je expertise, dan ben je niet de Specialist van de groep. In die zin is de Belbinmethode soms moeilijk omdat sommigen hun lievelingsrol aan zich moeten laten voorbijgaan. Vooral als er bij meerdere teamleden interesse is voor eenzelfde rol. Dan moeten een paar zich schikken en zich focussen op hun tweede rol om het evenwicht binnen de groep te bewaren. Dit alles wordt in groep beslist.”

Lus zonder einde

De Belbinmethode is in die zin ook handig om een bestaande groep te herschikken. Idealiter zou dat de constante manier van werken moeten zijn: rollen verschuiven in functie van de tijd binnen eenzelfde project, in functie van de projecten of in functie van de andere leden van het team. Belbin gaat uit van een grote flexibiliteit omdat elke verandering van rol gepaard

gaat met een herverdeling van de taken: “Met de Belbinmethode kan je bepaalde activiteiten op een logische manier hergroeperen bij een bepaald teamlid. Zo stimuleer je ook de motivatie van de leden: ze werken in de richting die hen reeds van nature aantrekt.” Met de Belbinmethode heb je een fantastisch instrument in handen om succesteams samen te stellen of te herschikken mét algemene goedkeuring van de teamleden. Ze zet mensen niet vast in onwrikbare rollen, maar biedt hun aan om deel te nemen aan een muzikale stoelendans en zo rond te reizen binnen het team. Heeft ieder nu z’n rol? Voorlopig toch…

| meer weten Lectuur Meredith Belbin, Teamrollen op het werk, 1981 Meredith Belbin, Management teams. Over succes- en faalfactoren voor teams, 1981

Internet Belbin France

CÉLINE PRÉAUX

U kent een interessant werkinstrument dat waardevol is in een context van ontwikkelingssamenwerking? Laat het ons weten!


© WWW.JOHNRHODA.COM - REX

blog-notes

n’GO september 2015

| stem van de expert

41

Chimamanda Ngozi Adichie

Chimamanda Ngozi Adichie is Nigeriaanse en haalde een diploma politieke wetenschappen aan de Eastern Connecticut State University, studeerde vervolgensliteraire creatie aan de Johns Hopkins-universiteit van Baltimore en studeerde af in de Afrikaanse studies aan de universiteit van Yale. Vandaag is ze romanschrijfster.

Het gevaar van een eenzijdig verhaal En als iedereen nu eens zijn eigen verhaal vertelde?

I

k ben verhalenvertelster en ik zou jullie graag enkele persoonlijke anekdotes vertellen over wat ik “het gevaar van het eenzijdige verhaal” noem. Ik kom uit een traditionele Nigeriaanse middenklassefamilie en we hadden dus ook huishoudpersoneel. Toen ik acht was, kwam er een nieuwe hulp, Fide. Het enige wat mijn moeder wist van hem is dat zijn familie zeer arm was. Ze gaf altijd yam, rijst en oude kleren mee, en ik had enorm veel medelijden met die familie.

Op een zaterdag gingen we op bezoek in het dorp van Fide. Zijn moeder toonde ons een mand in gekleurde raffia met een ontzettend mooi motief erop. Fides broer had ze gemaakt. Ik stond perplex. Ik had nooit gedacht dat iemand uit zo’n familie in staat was ook maar iets te maken. Ik wist alleen dat ze heel arm waren, zodanig dat ik niet in staat was ze ook maar enigszins anders te bekijken dan als armen. Ik had van hun armoede een eenzijdig verhaal gemaakt.

Afrika door de ogen van een buitenstaander

Toen ik 19 jaar werd, trok ik naar de Verenigde Staten om mijn universitaire studies voort te zetten. Mijn Amerikaanse kamergenoot was gechoqueerd door mij. Ze vroeg me waar ik zo’n goed Engels had leren spreken en ze stond perplex toen ik haar antwoordde dat Engels de officiële taal van Nigeria was. Ze vroeg me of ik geen typische “tribal music” mee had en was teleurgesteld toen ik mijn cassette van Mariah Carey bovenhaalde. Ik vond


n’GO september 2015

“Ze vroeg me of ik geen typische tribal Music mee had en was teleurgesteld toen ik mijn cassette van Mariah Carey bovenhaalde.” het vooral erg dat ze medelijden had met mij nog vóór ze me kende. Ze kende maar een enkel verhaal van Afrika. Dat van de catastrofe. In dat eenzijdig verhaal was er geen plaats voor Afrikanen die op haar leken. Complexere gevoelens dan medelijden waren onmogelijk. Een relatie tussen twee gelijke mensen ook niet… Toen ik naar Amerika trok was ik me niet echt bewust van mijn Afrikaanse identiteit, maar eens aangekomen draaide iedereen z’n hoofd in mijn richting als er over Afrika gesproken werd. Het maakte niet uit dat ik niets afwist van landen als Namibië. Ik heb me uiteindelijk die nieuwe identiteit wel eigen gemaakt. Nu beschouw ik mezelf op veel vlakken als Afrikaanse, maar ik kan me nog wel opwinden als ze Afrika zien als één land.

Niet ‘authentiek Afrikaans’

Dat eenzijdige verhaal over Afrika komt volgens mij uit de westerse literatuur. Er bestaat een traditie van Afrikaanse verhalen bestemd voor het Westen. Een traditie die Zwart-Afrika voorstelt als een

rampzalig gebied, vol tegenstellingen, duisternis en mensen die, zoals de uitstekende dichter Rudyard Kipling beschreef, “half duivel, half kind” zijn. Een bewijs daarvan kreeg ik in een reactie van mijn Amerikaanse prof, die zei dat mijn roman niet “authentiek Afrikaans” was. Hoewel ik het ermee eens was dat een en ander niet perfect was in die roman, had ik niet verwacht dat hij er niet in geslaagd was authentiek Afrikaans te klinken. Ik wist zelfs niet waarover hij het had. Mijn prof wees me op het feit dat mijn personages te veel op hem leken, een gestudeerd man uit de middenklasse. Mijn personages reden met auto’s. Ze waren niet uitgehongerd. Daarom waren ze niet authentiek Afrikaans. Zo komt een eenzijdig verhaal tot stand. Stel een heel volk voor als één eenzijdige entiteit, herhaal dat telkens weer, en uiteindelijk zal het dat ook worden.

Verstarde verhalen

Alle eenzijdige verhalen hebben te maken met macht. Net zoals in de economische en politieke wereld draait alles in verha-

42 © MICHAELJUNG - FOTOLIA

blog-notes


blog-notes

n’GO september 2015

43

len om machtsverhoudingen. Hoe ze verteld worden, wie ze vertelt, het moment waarop, hoeveel er verteld worden, dat hangt allemaal af van macht. Met die macht kan je niet alleen het verhaal van iemand anders vertellen, maar er ook het definitieve verhaal van die persoon van maken. De Palestijnse poëet Mourid Barghouti beschreef het zo: als je een volk wil onteigenen, is de makkelijkste weg hun verhaal vertellen en beginnen in de helft. Begin de geschiedenis bij de pijlen van de Amerikaanse inboorlingen en niet bij de aankomst van de Engelsen, en je krijgt een heel ander verhaal. Begin je verhaal bij de mislukking van een Afrikaanse staat en niet bij de koloniale creatie van diezelfde Afrikaanse staat, en je verhaal luidt helemaal anders.

De andere Afrika’s

Een eenzijdig verhaal creëert stereotypen. Het probleem met stereotypen is niet dat ze fout zijn, maar dat ze

onvolledig zijn. Natuurlijk is Afrika een continent met talrijke catastrofen, met schrijnende situaties als de verkrachtingen in de DRC. Of de 5 000 werklozen die voor één job solliciteren in Nigeria. Maar er zijn ook andere verhalen naast die catastrofen en het is even belangrijk om ook die te vertellen. Wat als mijn kamergenote mijn goede vriendin Fumi Onda had gekend, een moedige tv-presentatrice in Lagos die met volle overtuiging de verhalen die wij liever vergeten vertelt? En als ze gehoord had van de geslaagde hartoperatie in het ziekenhuis van Lagos vorige week? Als ze de hedendaagse Nigeriaanse muziek had gekend? Talentrijke muzikanten die in Engels of pidgin, igbo, yoruba en ijo traditionele muziek van hun voorouders mixen met hedendaagse invloeden. Als mijn kamergenote gelezen had over de jonge advocate die recent een Nigeriaanse wet aanvocht voor de rechtbank? Een belachelijke wet, die voorschreef dat

© AFRICA - FOTOLIA

“Ik had nooit gedacht dat mijn roman er niet in geslaagd was authentiek Afrikaans te klinken.”


blog-notes

44

“Verhalen kunnen de waardigheid van een volk breken, maar ze kunnen ook die stukken weer aan elkaar lijmen.” vrouwen de toestemming van hun man moeten hebben om hun paspoort te vernieuwen. Als ze Nollywood gekend had, vol innovatieve filmmakers die mooie producties maken ondanks de technische beperkingen? Als ze mijn oneindig ambitieuze vlechtenkapster had ontmoet, die net haar eigen zaak heeft opgericht voor haarextensies?

Iedereen z’n eigen verhaal

Elke zomer geef ik schrijfateliers in Lagos. Het is fantastisch hoeveel mensen zich inschrijven, hoeveel er zitten te popelen om verhalen te schrijven. Samen met mijn Nigeriaanse uitgever heb ik een ngo opgericht, Farafina Trust. Samen dromen we ervan om bibliotheken te bouwen en bestaande te renoveren.

Binnenkort leveren we boeken aan overheidsscholen die geen enkele literatuur in huis hebben. We willen ook talrijke schrijf- en leesateliers organiseren voor iedereen die z’n verhaal kwijt wil. Verhalen zijn belangrijk. Vooral veel verhalen. Verhalen zijn misbruikt om te onteigenen, om ten onrechte te beschuldigen. Maar ze kunnen ook dienen om te versterken, om te vermenselijken. Verhalen kunnen de waardigheid van een volk breken, maar ze kunnen ook die stukken weer aan elkaar lijmen.

n’GO september 2015

Maandelijks e-zine uitgegeven door Ec hos Communication Rue Coleau, 30 - 1410 Waterloo - België +32(0)2 387 53 55 Verantwoordelijke uitgever Miguel de Clerck Hoofdredacteur Sylvie Walraevens Redactie Céline Préaux Pierre Biélande Wivine Hynderick Noëline Razanadrakoto Sylvie Walraevens Vormgeving Bertrand Grousset Lay-out Thierry Fafchamps Vertaling Seppe Van Hulle, Guy Du Faux Met de steun van :

Abonneer u gratis op het magazine. Klik hier! Dit artikel is een gedeeltelijke transcriptie van de TED conferentie door de Nigeriaanse auteur Chimanda Andichie uit 2009. De volledige versie vind je hier..

Vind Echos Communication op het Internet www.echoscommunication.org


backstage

n’GO september 2015

01/10/2015

Ontwikkelingsdebat Religie anti/pro Ontwikkeling Moeten religie en ontwikkelingssamenwerking volledig worden gescheiden? Is dat wenselijk? Is dat überhaupt wel mogelijk? Hoe moeten ontwikkelingsactoren zich verhouden ten aanzien van religieuze actoren? Een panel van experten en ervaringsdeskundigen buigt zich over deze complexe en vooral zeer actuele kwesties. Ongetwijfeld een beklijvend debat!

Organisatoren: 11.11.11, BTC, DiV, VLIR-UOS, VVN, VVOB. n'GO Magazine is partner van de Ontwikkelingsdebatten. Eerder verscheen een uitgebreid dossierartikel over Religie en Ontwikkeling in n'GO Magazine. Lees het hier! Alle info en inschrijvingen

09/11/2015 - 27/11/2015

Echos Campagne In vijf etappes neemt Echos Communication u mee op een ontdekkingstocht naar een waarheid die u niet had vermoed. Vijf etappes om uw kijk op de mens te veranderen. Vijf etappes op weg naar uw ‘eureka’. Een uitdaging? Een must! Mis onze campagne niet. U komt er heelhuids, maar veranderd uit! Meer info volgt

45

29/10/2015

n’GO Debat Milieuzorg en ontwikkeling: kennis en middelen genoeg, nu de mens nog… Decennialang leefden ontwikkelingswerkers en milieuactivisten in aparte werelden, met eigen doelen en middelen. Vandaag is het besef dat de klassieke vormen van ontwikkeling de realiteit achternahollen stilaan wijdverspreid. De zero hunger-doelstelling is onhaalbaar zonder milieuaanpak. Kennis, technolo-

gie en middelen zijn voorhanden, maar hoe krijgen we de mens in beweging? Hoe pakken we weerstanden aan en buigen we starre gewoontes en zienswijzen om tot milieugericht handelen? Alle info en inschrijvingen

Echos Conferenties De mens in het centrum van ontwikkeling: de positie van Echos Communication in de ontwikkelingssector is atypisch en complementair. Daar geven wij graag een woordje uitleg bij. Miguel de Clerck, directeur van Echos Communication, wil een forse stap zetten in uw richting met een reeks conferenties op maat, aangepast aan uw projecten en de bekommernissen van uw organisatie. Met zijn uiteenzettingen wil hij het debat bij u in gang zetten en samen nadenken over thema's die bijdragen tot een sterkere verankering van uw projecten: menselijk gedrag en langetermijndenken, efficiën-

tie van het ontwikkelingswerk, veranderingsmanagement in ontwikkelingssamenwerking, tastbare vs. ontastbare hulp, ownership: hoe pak je dat aan? Eén voor één vragen waarover Miguel de Clerck graag met u in gesprek treedt. Zijn eerste conferentie heeft plaats in het kader van de dag “verandering en complexiteit”, georganiseerd door COTA, BTC, ACODEV, Ngo-Federatie en het Platform Because Health, op 15 oktober 2015. Meer info hier. Alle info en inschrijvingen


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.