ON T W I K K E L I NG S S A M E N W E R K I NG E N M E N SE L I J K E R E L AT I E S
Handel en ontwikkeling
de kwadratuur van de cirkel? Els Keytsman Systemen zijn keuzes, geen fataliteiten
Deep Georges Ayittey Democracy Afrika’s Plaats maken voor cheeta’s versus de andere stem nijlpaarden
Nr29 juni 2016
N 29 r
n’GO juni 2016
| vooraf
radar P.3 portret P.7 Els Keytsman zuiderse wijsheid P.25 Jacqueline Uwimana
Miguel de Clerck
Directeur Echos Communication
Vooroordelen ontkrachten 14 Episode de
P.31
Handel en ontwikkeling Deep Democracy Plaats maken voor de andere stem
el? de kwadratuur van de cirk
dossier P.15
COVER : © GIUMAS - FOTOLIA
blog-notes P.43 Georges Ayittey
instrument P.37
2
Het thema Handel en ontwikkeling gaat over coherentie tussen innerlijkheid en activiteit. ‘Goede’ handel doet groeien, maakt rijker via ontmoetingen en ideeën. ‘Slechte’ handel vervreemdt de actoren van elkaar en zet hen aan tot valse houdingen tegenover hun eigen diepste zijn. Het risico – volstrekt reëel en zo vaak vastgesteld – is dat ontwikkeling wordt nageaapt in plaats van opgebouwd van binnenuit, in lijn met z’n identiteit. Een fataliteit? Hoegenaamd niet! In dit nummer suggereren we oplossingen in alle maten en gewichten. Ga bijvoorbeeld kijken hoe Jacqueline het in Rwanda aanpakt door de kritische geest van de jongeren aan te wakkeren. Of Els, die overtuigd is dat systemen ondergeschikt zijn aan menselijke keuzes: een beetje politieke wil, potver! Ook van u hangt het af, beste lezer, en van wat u als oplossing weet aan te dragen. Veel leesgenot en inspiratie. En laat ons uw eigen bevindingen weten!
Abonneer u gratis op het magazine. Klik hier! Vind Echos Communication op het Internet www.echoscommunication.org
n’GO juni 2016
Foto van de maand
Later, als ik groot ben…
Addis Ababa, een meisje stapt met haar broer naar school. Ze heeft een uniform aan en een prinsessenboekentas van Disney op de rug. Plots houdt ze halt voor een affiche met de oproep “Actress wanted!”. De fotograaf, Maheder Tadese, verduidelijkt wat haar oog zag: “Dit is een meisjesdroom die we nooit op tv zien.” Nochtans maken dromen net deel uit van die dingen die ons verbinden. Honger hebben naar een ander leven kent geen landsgrenzen. © Maheder Tadese
een andere kijk
4
© IMAGINE - FOTOLIA
n’GO juni 2016
Zou jij vandaag meedoen met slavenhandel? Vredesactivist en journalist Mawuna Remarque Koutonin stelt op zijn blog Siliconafrica. com een simpele vraag: Zou jij meedoen met de slavenhandel indien deze vandaag plaatsvond? De vraag is niet eens confronterend;
het antwoord is evident: nee! Ons collectieve geheugen heeft de lichamelijke, psychologische en sociale gruwel die deze mens mensonwaardige praktijk met zich meebracht haarscherp geregistreerd. Nee dus! Maar Koutonin vraagt verder: “Zou je administratief werk verrichten voor een organisatie die betrokken is in slavenhandel? Kijk naar je huidige werkgever. Misschien werk je voor een moderne slavendrijver, zonder je er bewust van te zijn.” Wij duwen de vraag graag nog één stap verder: Heb je spullen die door
slavenhanden gemaakt werden? Ontkennen is niet langer geloofwaardig. Uit gemak, uit persoonlijk winstbejag of sociale status maken wij ons massaal schuldig aan wat we zo verguizen als het gedekt wordt door een oud en vervlogen concept. “Neem mijn vraag als je poolster als je wil vechten voor vrijheid voor iedereen”, besluit Koutonin. Raak.
Blog siloconafrica.com
n’GO juni 2016
u 360° Voor gezien Wie had dat gedacht? Nigeria is de tweede filmindustrie ter wereld. Met meer dan 2 000 langspeelfilms per jaar eisen ze hun plaats op na Bollywood en… vóór Hollywood! Maar de Nigeriaanse cinema is meer dan enkel indrukwekkende cijfers: het is een spreekbuis geworden voor al wie – moe door de mediatisering van het Nigeria van Boko Haram – een ander beeld wil ophangen van zijn land en Nigeria in zijn meervoudige kracht wil tonen. Scènes uit het dagelijkse leven worden glamour op het witte doek: schoonmoeders, bedrog, vriendschappen en liefdesverhalen; allemaal heerlijk banale beelden waar de kijkers zich aan laven. Dit alles onder de waakzame leiding van vrouwen, want vooral zij lijken hun weg te hebben gevonden in het wereldje.
Nigeria: opgelet, draaiende camera’s!
5 © KEHINDE BANKOLE - HTTP://ASCENDTM.COM/
een andere kijk
“Nollywood, het eldorado van de Nigeriaanse cinema” - http://tinyurl.com/gst6nwt
een andere kijk
6 © YOUTUBE
n’GO juni 2016
| Video van de maand
Spiegeltje aan de wand “Dit zou verplicht moeten zijn”, fluistert een verbouwereerde vrouw op het einde van het experiment. Ze is nog niet helemaal bekomen van dit avontuur: een wereldreis op basis van haar eigen DNA. Er vloeien tranen. Het spiegeltje aan de wand ligt aan diggelen. Ze is
niet alleen: bleke huid, ros haar, afrolook, eeuwenlange tradities… Allemaal flagrante tekenen van een groep waar we bij horen, waar we sympathie voor koesteren, waar we trots op zijn. En dan die potpourri… onmiskenbare labotesten… Maar na de eerste schok
daagt er licht: “Hoe zou iemand zo achterlijk kunnen zijn te denken dat er iets bestaat als puur ras?”
Kijk gauw!
portret
n’GO juni 2016
7
Els Keytsman Directeur van Unia
“Systemen zijn keuzes, geen fataliteiten.”
portret
n’GO juni 2016
8
© ROOSTLER - FOTOLIA
Klimaat, eerlijke handel, vluchtelingen, gelijke kansen: Els Keytsman deed reeds voor elk van deze thema’s een stevige duit in de zak. Zoveel thema’s, telkens een andere pet? Niet als je het haar vraagt: “Alles is verbonden.”
| bio
1972
Geboren te Zottegem
1993
Ambtenaar departement begroting/ beeldende kunsten
1999
Medewerker kabinet ministers Aelvoet, Tavernier en Byttebier
2004
Beleidsmedewerker Groen
2008
Hoofd Politieke Dienst Oxfam Wereldwinkels
2010
Directeur Vluchtelingenwerk Vlaanderen
2016
Co-directeur Unia
n’GO juni 2016
M
et een diploma bedrijfsmanagement en TEW op zak ligt de weg naar een stevige bedrijfsjob grotendeels open. Dit was niet wat Els Keytsman voor ogen hield toen ze zich als werkstudent verdiepte in de wetmatigheden van de economie. Ze nam talrijke politieke en maatschappelijke engagementen op en haar studie gaf daar een stevige theoretische onderbouw aan. Zo werd haar overtuiging gevoed dat onze economische modellen en systemen louter menselijke keuzes zijn. “Vandaag worden heel veel beslissingen gedepolitiseerd”, aldus Keytsman. “We verwijzen naar het systeem om onze onkunde
“Veel beslissingen worden vandaag gedepolitiseerd. Om onze onkunde te verantwoorden dragen we argumenten aan vanuit het systeem, maar het gaat om politieke keuzes.”
© VANDERWOLF IMAGES - FOTOLIA
portret
9
portret
“
Wij maken een dramatisch verhaal van de vluchtelingenkwestie. We zijn alle proportie kwijt, niet gehinderd door enige feitenkennis.
te verantwoorden, maar ons economisch model, met name het kapitalisme, is een keuze, geen wet van Meden en Perzen. Het kan anders. Het is zuiver een kwestie van politieke wil om een nieuw paradigma te lanceren. Zo is een multinationaal banksysteem met rente een keuze die heel wat ongelijkheid veroorzaakt. Kan het anders? Natuurlijk. Kleinschalige ethische banken die enkel in ons land actief zijn, of Islamitische banken, die geen rente toelaten, hebben geen last gehad van de bankencrisis.”
Stroomafwaarts vallen de klappen
Alle maatschappelijke hangijzers zijn met elkaar verbonden en Els Keytsman illustreert dit graag met een beeld: “Een rivier is een levensader waarrond bewoning, economische activiteit, hele steden zich vestigen. Maar wanneer één fabriek schadelijke stoffen loost in het water, zullen vooral de
bewoners verderop de gevolgen daarvan dragen. Voor de keuzes die wij vandaag maken, zoals goedkope kleren of koffie, wordt elders stroomafwaarts de rekening betaald in de vorm van kinder- of slavenarbeid. Het liberalisme heeft ons individuele vrijheid gebracht; het socialisme heeft de sociaaldemocratische waarde van de groep bevochten waarin dat vrije individu zich kon ontwikkelen via sociale rechten. Maar de ecologische beweging vormt voor mij het sluitstuk: zij vat alles samen. Iedereen
10 © MILOSMALINIC - ISTOCK
n’GO juni 2016
heeft recht op aarde, water, lucht. Van de economische school ecological economics neem ik graag de stelling over dat wie niet voor het klimaat kiest, ook een economische verliezer zal zijn.”
Prullenmand
Vanuit diezelfde verbondenheidsgedachte verplaatste Els Keytsman haar professionele focus naadloos van klimaat en eerlijke economie naar vluchtelingenwerk. “Twee aspecten binnen het vluchtelingendebat
portret
n’GO juni 2016
11
“Vluchtelingen zullen later onze maatschappij vormgeven. We gaan nog van hen horen. Dat is veerkracht.” was. Vandaag ligt die Conventie in de prullenmand door de deal met Turkije en het discours over push-backs. Toch vertegenwoordigt deze politieke keuze slechts een deel van wat in de onderbuik van de samenleving leeft. Vluchtelingenwerk Vlaanderen heeft in 2015 een grote stijging van giften mogen optekenen, en talrijke mensen bieden onderdak, eten en steun aan.”
Soep én talent
“Ik heb heel wat vluchtelingen persoonlijk ontmoet”, vervolgt Keytsman, “en velen zijn voor mij een bron van inspiratie geweest. Ze hebben mijn geloof in de veerkracht van de mens gevoed. Achter de façade van de man die langskwam voor een bord soep en een stuk brood schuilde een economist met een grote expertise in klimaat, een geëngageerde rapper, een kunstenaar die hier botste op een wel erg witte culturele sector… De moeder van de voorzitster van de Vlaam-
© IMAGINANDO - FOTOLIA
houden mij bezig: vooreerst het klimaat – alweer –, want onze productie-en consumptiekeuzes brengen klimaatontheemden op de been. Maar ook de migratieproblematiek zelf intrigeert mij. 3% van de wereldbevolking migreert, om welke reden ook. Daarvan vluchten er slechts 60 miljoen, ofwel 1 derde, omwille van oorlog of armoede. Maar die groep migreert grotendeels binnen de eigen regio. Vooral de ontwikkelingslanden hebben te maken met vluchtelingenstromen. Ondertussen maken wij er hier een dramatisch verhaal van, iets wat we nooit eerder hebben meegemaakt. We zijn alle gevoel voor proportie kwijt, niet gehinderd door enige feitenkennis. We verliezen ook een belangrijke spiegel van onze Europese waarden uit het oog: de Vluchtelingenconventie, die na de twee Wereldoorlogen werd ondertekend vanuit de heilige overtuiging dat samenwerken om vluchtelingen te beschermen een must
© FRANK GÄRTNER - FOTOLIA
portret
n’GO juni 2016
se Jeugdraad heeft hard moeten vechten, maar haar dochter heeft het gemaakt. Die mensen hebben zo veel meegemaakt, maar zij zullen later onze maatschappij vormgeven. We gaan nog van hen horen. Dat bedoel ik met veerkracht.”
Dynamische genen
“Al deze mensen hebben mij een stuk gevormd. Ik ben er heilig van overtuigd dat een mens voor een deel is wie hij ontmoet. Ik ben zelf alleenstaande moeder met een zoontje van een anonieme donor. Dat heeft me aan het denken gezet over wie we zijn. Zijn we onze genen? Zijn we onze opvoeding? Kinderpsychiater Peter
12
Adriaenssens zegt dat een mens ook is wat hij meemaakt en dat dit generaties lang kan doorwerken. Zo zou wat de Joden meemaakten een invloed hebben op hun genetisch materiaal. Ik ben dus wie ik ben door mijn erfelijke bagage, maar evenzeer door de relaties die ik aanknoop. Daarom is het zo belangrijk dat mensen inspanningen leveren om anderen te ontmoeten, ook die volstrekt andere, diegene die van ver komt. Dat moet zich eveneens vertalen in de rekruteringspraktijk binnen de ontwikkelingssector. Onze sector is veel te wit. Er zit zoveel talent bij mensen met een migratieachtergrond. Waarom geraken zijn niet in ons personeelsbestand? Dit is
portret
n’GO juni 2016
13
© VITABELLO - FOTOLIA
Unia: hoge expertise, lage drempel
alweer een kwestie van willen, keuzes maken. Iemand moet de eerste stap zeten.”
Beleefd zijn
Toen Els Keytsman na 6 jaar vluchtelingenwerk begin dit jaar de leiding van Unia (het vroegere Centrum voor Gelijke Kansen en Racismebestrijding) overnam, vielen de puzzelstukken opnieuw op hun plaats. “In mijn mensbeeld heeft iedereen het recht om volwaardig te mogen participeren aan de maatschappij, wie hij of zij ook is, ongeacht kleur, geslacht, levensbeschouwing, seksuele oriëntatie… Het huidige harde en negatieve klimaat maakt mij erg bezorgd. De beleefdheid en debatcultuur zijn weg-
gevallen. Alles kan zonder schroom gezegd worden. Het is goed dat de burger mondig is geworden, maar de vrije meningsuiting houdt op als ze bewust oproept tot haat of geweld of wanneer ze uitmondt in discriminerend gedrag. Dat is geen standpunt, maar gewoon de wet. Voor xenofobie heb ik geen enkel begrip. Wel voor bepaalde bezorgdheden, voor het feit dat sommige mensen bang zijn. Stereotypen en vooroordelen zijn natuurlijke mechanismen die ons helpen de complexe wereld te structureren. Maar wie bewust de stap zet naar discriminerend gedrag, kan voor mij op geen enkel begrip rekenen. Neem ook het M-decreet dat bepaalt dat gehandicapte kinderen niet langer
Unia heeft als onafhankelijke instelling tegen discriminatie en voor gelijke kansen een divers directieduo aan het hoofd: een Franstalige man en een Nederlandstalige vrouw. Samen hebben zij de focus voor de volgende drie jaren uitgetekend. Els Keytsman: “Mensen kennen onvoldoende hun rechten en de instellingen waar ze daarvoor terecht kunnen. Wij willen Unia laagdrempeliger maken. Van de talrijke discriminatiecriteria zullen de volgende drie jaren twee onze bijzondere aandacht krijgen: vooreerst handicap, omdat de toegang tot de arbeidsmarkt door een handicap enorm bemoeilijkt wordt en mensen daardoor extra vatbaar zijn voor armoede. Maar ook geloofsovertuiging zal extra aandacht krijgen. Na de aanslagen hebben vooral moslims te kampen met haat en geweld. Het onderwijs en de werkvloer zijn uitgelezen domeinen om dit beleid in de kijker te zetten. Unia gaat zijn métiers (monitoring, campagnes, advocacy, studies, behandeling van meldingen) nog verder ontwikkelen om zo dé expert te worden in antidiscriminatie en racismebestrijding.”
geweerd mogen worden uit het gewone onderwijs. Ik begrijp de bezorgdheid van leerkrachten en directies, want de budgetten en systeemaanpassingen zijn nog niet gevolgd, maar ik verdraag niet dat men voortdurend argumenten vanuit het systeem aandraagt. De vraag is niet: kunnen we dit aan? Wel: hoe pakken we dit aan? Het gaat om politieke, maatschappelijke keuzes.”
In rolstoel door het dorp
Welk engagement Els Keytsman ook opneemt, steeds is er die ruime blik. “Die heb ik als kind meegekregen, van mijn ouders die erg geëngageerde onderwijzers waren. Zij namen mij mee op huisbezoeken. Zo
n’GO juni 2016
kwam ik overal: in cafés, op boerderijen… Op tienjarige leeftijd reed ik in een rolstoel door het dorp om de toegankelijkheid uit te testen. En de lessen zedenleer van juf Martine Roelands, die mijn zus en ik als enigen in de school volgden, hebben mij een brede humanistische basis meegegeven. Later waren er de strategisch zeer gedegen minister Aelvoet, op wiens kabinet ik werkte, en Jos Geysels, die de vredesbeweging op gang trok. Ja, een mens is wie hij ontmoet…” SYLVIE WALRAEVENS
14
© UBER IMAGES - FOTOLIA
portret
Handel en/of ontwikkeling. Schrappen wat niet past. Terwijl de een pleit voor een totale vervanging van hulp door handel, klaagt de ander de uitwassen aan van de toenemende mondialisering, die volksgeest en cultuur volledig opslorpt. Tussen deze uitersten in nemen talrijke ‘kampen’ het tegen elkaar op, elk overtuigd de magische formule voor een betere wereld in handen te hebben.
n’GO juni 2016
Handel en ontwikkeling de kwadratuur van de cirkel?
15 © ERLLRE - FOTOLIA
dossier
© KOB - FOTOLIA
dossier
n’GO juni 2016
“
Het is als met een gemeenschap die absoluut een voetbalstadion wil laten bouwen: ze investeert enorm veel geld in de bouw van dat stadion, waarop iemand roept: “Maar waar zijn de spelers?”
Als de multinationals hun belastingen betaalden… Het schandaal van de Panama Papers heeft de schijnwerpers op de belastingontduiking gericht. Dit misdrijf zou Afrika tot 60 miljard dollar kosten. In januari 2015 concludeerde een rapport gepubliceerd door de commissie Mbeki van de Afrikaanse Unie dat het continent het equivalent verloor van driemaal de ontwikkelingshulp die het ontving. Belastingontduiking van multinationals maakte 60% uit van het verloren geld (tegenover 15% door corruptie). Voor de activiste Stella Agara moet de strijd tegen Belastingontduiking een prioriteit worden, die Afrika uit het systeem van hulp zou kunnen halen: “We moeten de aandacht van de
16
wereld op Belastingontduiking richten. Als ons belastingsysteem correct werkte, zou Afrika geen enkele hulp nodig hebben. Hulp is over het algemeen conditioneel. De Afrikaanse landen moeten het geld vaak uitgeven op een manier die de schenkers zint. Belasting is het meest betrouwbare inkomen voor een land en het is het enige inkomen waarmee de burgers hun bestuurders kunnen dwingen om hun verantwoordelijkheid op te nemen.” Ze roept ook op tot een wereldwijde reactie die meer om het lijf heeft dan de zwarte lijst die door de Europese Commissie gepubliceerd werd.
S
inds 2000 verleent de Europese Unie nadrukkelijk steun aan handel als hefboom voor ontwikkeling. Vandaag is zij niet alleen de grootste verstrekker ter wereld van ontwikkelingshulp, ze neemt ook de leiding in de financiering van maatregelen die speciaal ontworpen zijn om de commerciële capaciteit van landen in ontwikkeling te ondersteunen. Maar er is tegenwind, en in toenemende mate. Getuige daarvan de stem van Yash Toandon, die de Afrikaanse landen waarschuwt voor het zwaard van Damocles, dat nu reeds onmerkbaar de huid raakt: deelnemen aan de wereldeconomie van vandaag, is je eigen graf delven, zo vreest hij. Tussen verdedigers en verguizers in hebben wij een weg proberen banen in troebel water.
Het kader openbreken
Of je nu achter commercie als factor voor vooruitgang staat, dan wel die noties als onverzoenbaar beschouwt, banden tussen beide zijn er sowieso. Volgens Emmanuel Klimis, onderzoeker in politieke weten-
schappen aan de universiteit Saint Louis en docent aan het Institut d’Enseignement Supérieur Économique (ISES) situeert het debat zich voortaan op een ander niveau: “Je mag de handeling van commerciële uitwisseling op zich niet verwarren met het kader waarbinnen dit gebeurt. Handel is noodzakelijk, maar het kader heeft een herziening nodig.” Philippe De Leener, voorzitter van Intermondes Belgique, gaat nog een stap verder en pleit ervoor het kader op te blazen: “Vóór men aan handel begint te denken moet men bekijken hoe de gemeenschap zich ontwikkelt, welke relaties die gemeenschap zou kunnen opbouwen met de buitenwereld. Vanuit die relaties kan men dan handel opbouwen. Vandaag gebeurt het omgekeerde: we hebben handel en we vragen ons af hoe we de samenleving van binnenuit kunnen aanpassen aan die handelspraktijken en hoe we de relatie tussen samenlevingen en handel kunnen organiseren. Zo is handel uiteindelijk de finaliteit en tegelijk het middel geworden voor communicatie tussen samenlevingen.” Voor Philippe De Leener
n’GO juni 2016
moet men onderaan de ladder starten en de zaken van vooraf aan herbeginnen. Ook de studenten van de afdeling Handel en Ontwikkeling van Emmanuel Klimis het ISES1 zijn dezelfde mening toegedaan: de richting die handel vandaag uitgaat moet omgekeerd worden. “Handel moet vertrekken vanuit de deelname van de betrokken partijen. Discussies tussen gemeenschappen kunnen zo beter de behoeften blootleggen en een handelspraktijk in het leven roepen die haar oor te luisteren legt. Op basis van deze collectieve en vruchtbare ervaring zouden lokale bevolkingsgroepen We hebben Samantha Deblomme, MarieAlix Godin en Mokhmad Magamadov geïnterviewd, eindejaarsstudenten van de Bachelor Handel en Ontwikkeling aan de Hogeschool Paul-Henri Spaak, waarmee n’GO in oktober 2016 een colloquium organiseert over het thema van dit dossier. Deze studenten vertolken hier eenzelfde stem. 1
17
© VITALY KRIVOSHEEV - FOTOLIA
dossier
dossier
18
© ZURBAGAN - FOTOLIA
n’GO juni 2016
eerst kunnen samenwerken met buurlanden vooraleer ze hun gewicht en visie in de schaal van de wereldmarkt werpen.” Robert Moodie Marie-Paule Eskenazi waarschuwt voor de collateral damage van initiatieven die bedoeld zijn om ontwikkeling op grote schaal te brengen. Ze baseert zich hiervoor op het massatoerisme, dat lange tijd (en soms nog) beschouwd werd als het wondermiddel voor laaggeïndustrialiseerde gebieden:
Boomerangeffect In de ogen van vele mensen brengt toerisme ontwikkeling. Maar daarvoor moet dat toerisme rekening houden met alle aspecten van duurzaamheid. We moeten van de blinde ontwikkeling van het massatoerisme naar ontwikkelingstoerisme gaan. Op de Turkse kust werden kilometerslang hotels gebouwd. Men heeft de lokale landbouwers en vissers gezegd dat hun leven zou veranderen, dat ze werk zouden krijgen. Uiteindelijk
zijn zij horecawerkers geworden. Zonder opleiding, zonder zekerheid van werk (het gaat om seizoensarbeid), zonder sociale bescherming, zonder de mogelijkheid hun levensomstandigheden te verbeteren. En waar kopen de Turken uit de streek vandaag hun fruit, groenten en vis? Ze zijn verplicht die van buitenaf te laten komen omdat er geen boeren en vissers meer zijn. Daarom is alles veel duurder, op kosten van de bevolking.
Local is beautiful…
Ook voor Robert Moodie, oud-adjunctlandendirecteur voor Uganda bij Tradelinks, is lokale ontwikkeling cruciaal. Mensen moeten zich die ontwikkeling toe-eigenen en stap voor stap opbouwen, zodat ze niet inhoudloos en stuurloos wordt: “We moeten de capaciteit opbouwen van producenten en leveranciers in het Zuiden. Anders zullen ze altijd vanuit een inferieure positie onderhandelen. Het is als met een gemeenschap die absoluut een voetbalstadion wil laten bouwen: ze investeert enorm veel geld in de bouw van dat stadion en verdiept zich in de regels van het spel. Vervolgens slaat iedereen zich op de borst, haasten ze zich naar het stadion, verdringen ze zich voor de brandnieuwe deuren van het stadion, waarop iemand roept: ‘Maar waar zijn de spelers?’ Een klein land heeft misschien twee of drie spelers, een welvarender land vier of vijf. Bekijk ik de context waarin ik functioneer, dan zie ik dat Rwan-
© CELESTE CLOCHARD - FOTOLIA
dossier
da misschien twee spelers op het veld heeft. Burundi één, maar hij zit in een rolstoel. Toch proberen ze allemaal in datzelfde stadion te spelen, met dezelfde regels. Je moet de teams de tijd geven zich samen te stellen en op te groeien alvorens de grote sprong te wagen.” Marie-Paule Eskenazi, docent duurzaam toerisme aan het ISES, hecht veel belang aan de toe-eigening van lokale ontwikkeling – vooral via lokale handel. Wanneer een bevolkingsgroep geen gemeenschappelijke ontwikkelingsvisie heeft opgebouwd, kan dit lokale niveau een soort paard van Troje zijn op internationaal niveau: “Men moet de lokale gemeenschappen respect bijbrengen voor hun eigen tradities. Dat kan zich uiten in productie en commercialisering van artisanaat, op voorwaarde dat de essentie zelf van artisanale productie
n’GO juni 2016
19
“
De opening van de markt heeft een zekere fierheid gestimuleerd tegenover de eigen culturele waarden, die nu beter gekend zijn in het buitenland en tevoren wellicht minder.
gerespecteerd wordt: het product moet ter plaatse vervaardigd worden met lokale materialen en het moet een lokale bestaansreden hebben. Anders trappen we in de val van een product dat wel lokale ontwikkeling kan brengen, maar dat overgenomen is omdat men gelijk wat te koop aanbiedt. Ik denk aan enkele kleine dorpen in de Cordillera van de Andes. De ontwikkeling is er redelijk beperkt, maar er zijn kleine lokale marktjes. Als je wat dichter kijkt, zie je dat die marktjes niets te maken hebben met de lokale bevolking. Naast echt artisanale artikelen staan bergen producten van multinationals, die de lokale objecten concurrentie aandoen. De lokale gemeenschappen doen dus dienst als tussenpersonen tussen toeristen en multinationals. Dit type handel heeft niets met ontwikkeling te maken.” Marie-Paule Eskenazi voegt er een oproep
aan toe om de oprukkende internationalisering een halt toe te roepen.
… for a while !
Maar voor Robert Moodie blijft schaalvergroting – en op termijn internationalisering – het beste middel met het oog op het uiteindelijke doel van ontwikkeling: “De bedoeling is een economie op poten te zetten die voldoende sterk is en ondersteund wordt door een verantwoordelijke regering, om uiteindelijk niet langer afhankelijk te zijn van externe inkomsten. Daar moet uiteraard de lokale economie voor ingezet worden, maar vervolgens moet men durven uitbreiden. Als je niet van schaal verandert, zal je enkel kleine veranderingen kunnen optekenen, maar de impact op de ontwikkelingslanden zal quasi betekenisloos zijn.” Ook Ivan Rossignol is die mening toege-
Philippe De Leener
dossier
20
© YACOU - FOTOLIA
n’GO juni 2016
daan. Hij is een van de drie directeurs van de groep Trade & Competitiveness van de Wereldbank: “Bedrijven kunnen zich pas echt ontwikkelen als ze de competitie aandurven. Kijk naar het Congolese bedrijf Utexafrica, dat in Kinshasa omslagdoeken produceerde. Het werd beschermd door het reguleringssysteem, waardoor het niet mee was met de moderne bedrijfsvoering. Utexafrica produceerde weinig stoffen. Ze konden de competitie met de Chinezen, de grootste producenten van omslagdoeken voor Afrika, niet aan. Waren er in de DRC voorzichtige textieluitwisselingen opgezet, dan zou Utexafrica zijn gebrek aan competitiviteit ingezien hebben. Of niet, en dan zou de productie van omslagdoeken naar een ander land versast zijn. Zich niet bezighouden met de opening van grenzen, met het verwerven van technologie en kennis, kan op korte termijn het overleven van het bedrijf bedreigen en banenverlies met zich meebrengen. Dat openingsproces goed managen zal daarentegen stukjes marktaandeel opleveren en werkgelegenheid.”
Road to Perdition… of glorie?
Sommigen zien in handel op grote schaal dus het spoor naar wereldwijde ontwikke-
ling. Maar kunnen de landen in het Zuiden dan ontsnappen aan de uniformisering van waarden en normen die de internationale handel oplegt? Kunnen ze aan de Ivan Rossignol wereldwijde handel deelnemen zonder zich te laten opslorpen door de mondialisering? Of eist ontwikkeling in deze zin dat de ziel wordt opgeofferd? Philippe De Leener is redelijk pessimistisch als de handel geen ander spoor gaat volgen: “Handel is een moderne manier om de samenlevingen van anderen binnen te vallen en hen naar eigen beeld en gelijkenis te maken. Vroeger viel men met legers binnen, het waren fysieke veroveringsmissies. Daar draaide de hele koloniale onderneming om. Vandaag gebruikt men handel als nieuw wapen.” Hoewel Emmanuel Klimis deze visie voor een stuk deelt, stemt het hem niet fatalistisch: “Het zijn niet de commerciële uitwisselingen op zich die een welbepaalde ideologie uitdragen; het feit dat handel vandaag op planetair niveau werkt is de oorzaak van heel wat schade. Toch denk ik niet dat als twee landen handel drijven met elkaar, ze meteen
dossier
21 © DR322 - FOTOLIA
n’GO juni 2016
ook hun eigen cultuur opdringen. Tot voor kort toonde de Europese economische eenmaking goed aan dat economische uitwisseling tussen regio’s mogelijk was zonder uniforme waarden op te dringen.” Ivan Rossignol ziet de internationalisering van commerciële uitwisselingen eerder als een kans om de eigenheid van elke cultuur naar waarde te schatten: “Protectionistische uitlatingen doen me denken aan de grot van Plato: zolang de grot verduisterd is, heb je geen zin om naar buiten te gaan. Maar zodra schaduwen opduiken en we er ons bewust van worden dat er een andere realiteit bestaat, kunnen we niet weerstaan aan de zin om op ontdekking te gaan naar die buitenwereld. Uiteindelijk verlaten we allemaal de grot. Ik reis veel voor mijn werk en ik heb nooit een land gezien dat geïsoleerd wou blijven. Daarom verdwijnt de lokale productie nog niet. Ik zie overal mensen die fier zijn op hun eigen producten, die ze dragen, waarmee ze hun huis decoreren. Ik denk dat de opening van de markt een zekere fierheid heeft gestimuleerd tegenover de eigen culturele waarden, die nu beter gekend zijn in het buitenland en tevoren wellicht minder.”
Is handel voorbestemd om hulp te vervangen? Zeker niet, meent Emmanuel Klimis. Maar de hulp moet wel anders worden zodat ze de voorwaarden voor handel kan bevorderen:
Naar een noodzakelijke politisering van de hulp? Economische uitwisselingen zijn de sleutel voor ontwikkeling. Het land moet investeerders kunnen aantrekken. Dat creëert rijkdom. Maar er zijn landen waar de economische spelers zich niet kunnen vestigen omdat de veiligheidscondities niet stabiel zijn. Daar moet ontwikkelingshulp tussenbeide komen: ze moet erover waken dat de minimale condities gerespecteerd worden inzake veiligheid, zodat commerciële uitwisselingen plaats kunnen vinden. Hulp moet dienen om de context te stabiliseren. Het probleem is dat men vandaag weigert het leger of de politie van een land te financieren. We financieren liever
landbouw. Maar als niemand militaire stabiliteit verzekert, dan is de financiering van de landbouw niet gegarandeerd op lange termijn. Men moet opnieuw de politieke dimensie van hulp erkennen. Men maakt een soort van hiërarchie van rechtscompetenties van een staat door onderscheid te maken tussen wat men kan beïnvloeden en waar men vanaf moet blijven. De politiek van gezondheid, werk, opleiding kunnen we beïnvloeden. Maar raak niet aan het leger of de rechtspraak! Nochtans zijn die niet minder of meer bepalend voor de identiteit van een staat. Ze zeggen iets over de geest van een land.
dossier
n’GO juni 2016
22
“
Als jongeren in de straat dingen aan toeristen verkopen, verdienen ze vaak meer geld dan hun vader, die de hele dag hard heeft gewerkt. Dat verstoort de sociale relaties en het zelfbeeld wordt volledig afgebroken.
© KERYANN - FOTOLIA
Een opening die snijdt aan twee kanten
Voor Emmanuel Klimis is de commerciele handeling op zich geen bron van maatschappelijke vervreemding, maar de uitwisselingen en de reizen die ermee gepaard gaan kunnen een bevoorrechte gelegenheid scheppen om zich open te stellen: “In de geschiedenis van de mens waren de handelaars de eerste reizigers. Via hun reizen hebben ze andere culturen ontdekt met een rijkdom die ze nooit hadden vermoed. Uitwisseling bevorderen is ook de kennis van de andere bevorderen. Men ziet in dat ook andere modellen kunnen functioneren. Dat is dan weer het risico dat de Chinezen lopen: ze werken enorm hard, maar ze reizen ook. Ze komen andere modellen tegen of ze horen erover van familie. De dag dat de Chinezen massaal gaan kennismaken met mogelijke alternatieven, zal het Chine-
se regime gevaar lopen, want de arbeiders zullen betere werkomstandigheden eisen.” Deze omwenteling, ten goede voor sommigen, kan ook vernietigend zijn voor anderen, waarschuwt Marie-Paule Eskenazi, die haar bewering illustreert met het industriële toerisme: “Industrieel toerisme kan geweld, frustratie, prostitutie, verkrachtingen en huiselijk geweld meebrengen omdat nieuwe manieren van leven met andere gebruiken geconfronteerd worden en dat roept reactie op. Bij ons is het normaal als mensen halfnaakt rondlopen. Maar in andere culturen stuit dat tegen de borst. Als jonge meisjes zich dan anders willen gaan kleden, ontstaan er problemen binnen families. In Marokko neemt daardoor het familiale respect af: meisjes voelen zich aangetrokken tot een ander maatschappijbeeld, komen thuis met nieuwe ideeën en stuiten op het onbegrip van hun vader, die
dossier
n’GO juni 2016
23
“
diep geschokt is door vragen waarvan hij de oorsprong niet kent. Familiale relaties verandert men niet van de ene op de andere dag. Ook als jongeren in de straat dingen aan toeristen verkopen, verdienen ze vaak meer geld dan hun vader die de hele dag hard heeft gewerkt. Dit alles verstoort de sociale relaties. Het zelfbeeld wordt volledig afgebroken.”
Gemeenschapshandel
Toch wil Marie-Paule Eskenazi niet het kind met het badwater weggooien. Er zijn alternatieven die handel in dienst stellen van de gemeenschap en van de waardering voor de lokale cultuur: “Een Italiaans bedrijf heeft een inspirerend model van ontwikkelingssamenwerking of eerlijke handel uitgedacht. Het heeft naar verschillende gemeenschappen – vooral in Azië – designers gestuurd om een handelsrelatie op te zet-
ten. Hier draaide het om: ‘Dit is wat jullie kunnen, dit is wat wij vragen.’ Die twee worden samengebracht zodat er effectief een relatie is tussen vraag en aanbod. Maar het is tegelijk de bedoeling om te vertrekken vanuit het lokale vakmanschap, van wat reeds bestaat, en van daaruit iets samen op te bouwen. Het bedrijf heeft prachtige catalogi met lokale producten gemaakt. De gemeenschappen met wie ze werkten vonden er ook hun gading in: hun basismaterialen werden gewaardeerd, alsook hun vakmanschap en hun tradities.” Ook Emmanuel Klimis vertelt een voorbeeld uit Bolivia, dat aantoont dat een gemeenschapsaanpak van ontwikkeling mogelijk is op de schaal van een land: “Vandaag gebruiken de Bolivianen de spelregels van de internationale handel om hun eigen nationale economie een duwtje in de rug te geven. Ze hebben een indiaanse president
© EKATERINA POKROVSKY - FOTOLIA
Naast echt artisanale artikelen staan bergen producten van multinationals, die de lokale objecten concurrentie aandoen. De lokale gemeenschappen doen dus dienst als tussenpersonen tussen toeristen en multinationals.
© KLAUSBALZANO - FOTOLIA
dossier
die een bijzondere gevoeligheid heeft voor de lokale gemeenschappen. In naam van de gemeenschapsontwikkeling heeft Evo Morales een reeks initiatieven verworpen die zich inschakelden in de wereldeconomie en die de rechten van gemeenschappen schade berokkenden (ontbossing, grondonteigeningen). De aanpak van Bolivia toont dat men het spel verder kan blijven spelen en toch niet alle regels moet aanvaarden. Natuurlijk hebben de Bolivianen contracten verloren, maar wat wil dat zeggen? In de staatskas is minder geld binnengerold door verloren contracten. Maar waarvoor zou dat geld gediend hebben? De Bolivianen hebben ervoor gekozen de rechten van gemeenschappen te bevoordelen boven geldwinst, die toch niet naar de inheemse gemeenschappen zou gaan.” Een andere weg is mogelijk. En als het alternatief nog moest uitgevonden worden? Philippe De Leener stelt voor om onze samenlevingen heruit te vinden. “Waarom
n’GO juni 2016
“
24
Men maakt een hiërarchie van rechtscompetenties van een staat door onderscheid te maken tussen wat men kan beïnvloeden en waar men vanaf moet blijven. Men moet opnieuw de politieke dimensie van hulp erkennen.
geen maatschappijen bedenken op basis van het gemeenschapsprincipe? In plaats van ervan uit te gaan dat de mens voorbestemd is om te beantwoorden aan zijn eigen behoeften, zouden we kunnen bedenken dat hij verbonden is met een groep waarvan de levenswijze gemeenschappelijkheid vraagt. In dat geval is de mens zich ervan bewust dat hij betrokken partij is van iets dat hem overstijgt, de ‘andere’ in algemene zin. Wat we doen, denken en zeggen kan gevolgen hebben voor anderen, elders, die we niet kennen. Het gaat om het idee dat we door die anderen bewoond worden en dat dit een stichtend element wordt van wat we zijn. Als we daarvan het structurerende element maken, eerder dan de illusie dat we de maker van alles kunnen zijn, dan zitten we in een ander paradigma. Dan krijgt handel een andere zin. We zitten dan niet langer in een verhouding waarbij handel individuele belangen moet bevredigen, maar doen uitwisselingen omwille van samenlopende be-
langen. Dat wil niet zeggen dat individuen gaan verdwijnen. Maar misschien gaan ze zichzelf geniaal vinden omdat ze deelnemer zijn van een gemeenschappelijk project en niet van privégenot. Dan zal het gaan om het plezier van het ‘wij’, waar we zelf toebehoren.” Utopie? Als verandering nu eens begon met jezelf? CÉLINE PRÉAUX
Kom op 6 oktober 2016 debatteren over dit actuele onderwerp! Een uitnodiging volgt.
© NOLTE LOURENS - FOTOLIA
zuiderse wijsheid
Jacqueline Uwimana
Dialoog: de weg naar vrede
n'GO juni 2016
25
© FRÉDÉRIC REMOUCHAMPS-KEOPS
zuiderse wijsheid de weg naar vrede
n'GO juni 2016
26
J
acqueline Uwimana is van het constructieve type. Haar verlangen om mee te bouwen aan een betere wereld loopt als een rode draad doorheen haar atypische parcours. Ze begon ooit als sociaal assistente in de gevangenis en ging zich daarna inzetten voor educatie in gemeenschapsontwikkeling. Nadat de genocide haar land verwoest had, werd de hoop op verzoening haar motor. Ze was er rotsvast van overtuigd dat ze op haar eigen niveau iets kon doen en stampte een vzw en een programma uit de grond om Rwanda op weg te zetten naar vrede. Vandaag weerklinkt haar boodschap, waarvan het accent ligt op dialoog bij het oplossen van (vooral onuitgesproken) conflicten, tot ver buiten de grenzen van haar land. Een boodschap die actueler en universeler is dan ooit.
Gespleten werelden
«
Tijdens de genocide zei ik tegen mezelf dat als er ooit een einde zou komen aan die moordzuchtige waanzin, er nooit meer zo’n ramp zou mogen gebeuren. Maar de
“Jongeren zijn heel kneedbaar, gemakkelijk beïnvloedbaar. Ze zijn vatbaar voor vooroordelen en dreigen de tweedeling tussen gemeenschappen te laten voortbestaan. Maar die vatbaarheid heeft ook een positieve keerzijde.”
zuiderse wijsheid de weg naar vrede
27
rond dialoog en vredeseducatie. Toen ik terugkwam in 2000 voelde ik me gesteund door wat ik geleerd had en was ik ervan overtuigd dat ik zelf iets kon betekenen, op mijn eigen lokale niveau. Daarom heb ik samen met een aantal anderen de vzw Umuseke opgericht, wat in het Kinyarwanda ‘dageraad’ en ‘hoop’ betekent.
© UMUSEKERWANDA.ORG
heropbouw van vrede beloofde een moeizaam proces te worden. De teruggekeerde rust was in werkelijkheid slechts een schijnvrede: het was eerder een afwezigheid van open conflict tussen twee gemeenschappen die naast elkaar leefden dan een hartelijk samenleven van de verschillende bevolkingsgroepen. Ik denk dan ook dat de genocide ontstaan is uit onwetendheid. Er bestond geen dialoog tussen de gemeenschappen. Elke groep had zijn vooroordelen over de andere groep, beide kampen waren volledig van mekaar ge-
n'GO juni 2016
Je kan een boom alleen nog recht maken als hij jong is
scheiden. Verzoening leek een riskante onderneming. Maar ik was ervan overtuigd dat beide gemeenschappen dichter bij mekaar gebracht konden worden, dat mensen bereid gevonden konden worden om naar elkaar te luisteren en elkaar te begrijpen. Daarom ben ik me gaan inzetten bij Dokters van de Wereld. Ik liet mijn collega’s weten dat ik de banden tussen de gemeenschappen opnieuw wilde aanhalen, waarop ze mij een vorming lieten volgen in Grenoble bij de vzw Ecole de la paix, die schitterende instrumenten had uitgewerkt
Onze hoop op wederopbouw en verzoening was gevestigd op de jonge generatie, de toekomst. Jongeren zijn nog kneedbaar, gemakkelijk beïnvloedbaar. Ze zijn vatbaar voor vooroordelen en dreigen daarom die tweedeling tussen gemeenschappen te laten voortbestaan. Maar die vatbaarheid heeft ook een positieve keerzijde. Om het met een Rwandees spreekwoord te zeggen: “Igiti kigororwa kikiri gito”; je kan een boom alleen nog recht maken als hij jong is. Ik wilde de kritische geest van jongeren aanscherpen en hen begrip voor de ander en luisterbereidheid bijbrengen. Ik wilde hen aanmoedigen om te spreken, hun mening te uiten, stelling in te nemen tegenover de problemen van hun tijd. Ik wilde dat ze actieve spelers werden in de maatschappij
© UMUSEKERWANDA.ORG
zuiderse wijsheid de weg naar vrede
en dat ze hielpen zoeken naar oplossingen voor de conflicten waar hun gemeenschappen mee kampen. In een oorlog gaat alles verloren. Behalve opvoeding, behalve de ziel van mensen. Ik wilde jongeren opvoeden om deel te worden van de menselijke gemeenschap en hen laten inzien dat die gemeenschap de grenzen van een land ver overschrijdt. Die gemeenschap verbindt ons. Dat noem ik opvoeden tot integriteit.
Beelden om een dialoog tussen burgers op gang te brengen
Met Umuseke brengen we jongeren vanaf hun kindertijd een cultuur van vrede bij, voornamelijk door dialoogsessies in scholen te organiseren. We brengen die dialoog op gang aan de hand van beelden waarover iedereen zich mag uitspreken. We laten af-
n'GO juni 2016
28
beeldingen zien over situaties uit het dagelijkse leven, of over waarden die belangrijk zijn voor het samenleven met elkaar. Zo hebben we het bijvoorbeeld over discriminatie, het zoeken van een zondebok, veralgemeningen, vooroordelen, roddels, verdachtmakingen. We moedigen iedereen aan om uit te drukken wat hij of zij bij die situaties voelt en om zijn – soms heel persoonlijke – ervaringen te delen. In het begin verliep dat nogal stroef omdat jongeren niet gewoon waren om met elkaar in dialoog te treden. Iedereen trok zich terug in zijn eigen kamp. Maar daar kwam al snel verandering in. Jongeren hebben de genocide niet meegemaakt en ze zijn er dus minder gevoelig voor dan hun ouders, ook al hebben ze dan bepaalde beelden en vooroordelen meegekregen.
Het is duidelijk dat de jongeren boven die vooroordelen willen uitstijgen. Op een dag sprak een van de jongeren met zijn vader, die radicaal was en anti-Tutsi. Hij wilde niets weten van dialoog en toenadering, maar zijn zoon heeft hem kunnen overtuigen om deel te nemen aan een van onze sessies. Uiteindelijk was die man echt geraakt. Iets in hem was veranderd, en hij is zich gaan verontschuldigen bij de mensen die hij gekwetst had.
Verschillen die elkaar aanvullen
Het is niet altijd gemakkelijk om met elkaar in dialoog te gaan. We vragen ons vaak af of we elkaar gaan verstaan, of we punten van begrip en verstandhouding gaan vinden. De vooroordelen die we
over elkaar hebben benadrukken de verschillen en geven ons de indruk dat we niets gemeenschappelijk hebben, dat onze verschillen onverzoenbaar zijn. Maar dan beginnen mensen te praten en herkennen anderen zich daarin. Ze beseffen dat wat ons samenbrengt meer betekent dan wat ons van elkaar verwijdert. Dat wat we delen onze verschillen overstijgt. En dat, als we ondanks alles dan toch nog verschillend zijn, die verschillen elkaar kunnen aanvullen. We moeten beseffen dat onze kracht in onze verschillen ligt.
n'GO juni 2016
29 © UMUSEKERWANDA.ORG
zuiderse wijsheid de weg naar vrede
Een open dialoog, de sleutel tot een authentieke relatie
Voor een goede dialoog die verzoening kan brengen is één ding essentieel: openheid. Vrede kan alleen ontstaan uit authentieke
“In een oorlog gaat alles verloren. Behalve opvoeding, behalve de ziel van mensen. Ik wil jongeren opvoeden om deel te worden van de menselijke gemeenschap en hen laten inzien dat die gemeenschap de grenzen van een land ver overschrijdt en ons verbindt. Dat noem ik opvoeden tot integriteit.”
© PIXELTHEATER - FOTOLIA
zuiderse wijsheid de weg naar vrede
n'GO juni 2016
30
“Alleen door authenticiteit kunnen mensen in gesprek gaan. We moeten niet horen wat we verwachten te horen. We moeten vertrekken van een wit blad en openstaan voor wat de ander te vertellen heeft.” relaties waarin iedereen zichzelf is, zegt wat hij of zij denkt, zonder zich te conformeren aan wat er van hem wordt verwacht. Alleen door authenticiteit kunnen mensen in gesprek gaan over het goede waar ze samen naar streven. Die authenticiteit impliceert ook dat er echt geluisterd wordt naar de ander: we moeten niet horen wat we verwachten te horen. We moeten vertrekken van een wit blad en openstaan voor wat de ander te vertellen heeft. Alleen in die wederzijdse interactie kunnen mensen de ander en zichzelf herontdekken en samen iets opbouwen. TEKST OPGETEKEND DOOR CÉLINE PRÉAUX
Het project Umuseke Rwanda heeft in 2009 de Harubuntu-prijs voor dragers van hoop en rijkdom gekregen in de categorie "Middenveld". De vzw wil al op jonge leeftijd een cultuur van vrede promoten. Daarvoor heeft ze het programma Le sentier de la paix ontwikkeld, waarbij scholen een reeks instrumenten krijgen om kinderen op te voeden tot vrede en dialoog. Concreet organiseert de vzw dialoogsessies in scholen waarbij leerlingen het programma een jaar lang kunnen volgen gedurende een uur per week. Umuseke vormt ook elk jaar een dertigtal leerkrachten die op hun beurt bekwaam zijn om de vorming door te geven aan de leerlingen. Elk jaar vormt de vzw tussen 4500 en 5000 leerlingen. Website: http://umusekerwanda.org/
episode 14
n’GO juni 2016
31 © SVETAORLOVA - FOTOLIA
vooroordelen ontkrachten...
Vooroordelen bij kinderen: Van woord naar daad
Kinderen ontwikkelen al op heel jonge leeftijd vooroordelen, tussen 2 en 4 jaar. Boeiend is om te begrijpen hoe die vooringenomenheid zich ontwikkelt, want op die manier dienen er zich ook meteen pistes aan om de vooroordelen af te zwakken en hun draagwijdte in te perken.
episode 14
n’GO juni 2016
© MONKEY - FOTOLIA
vooroordelen ontkrachten...
Onlangs, tijdens een workshop met kinderen Pesten en uit het 5e leerjaar, bracht een gesprek over uitlokken is ‘fun’ principes om op een goede manier samen te De kinderen legden ons uit waarom het zo leuk is om een ander kind te pesten, leven een realiteit aan het licht waarvan we een reactie uit te lokken gewoon wel konden vermoeden dat ze bestond, maar om voor het plezier van die reactie. “Da’s waarvan de ernst nog niet duidelijk was. fun, da’s grappig”, zei driekwart van
D
e kinderen hadden het over ruzies, pesterijen en provocaties waarmee ze dagelijks te maken krijgen. Al heel gauw bleek dat iedereen hetzelfde gevoel deelde: “Ruzies zijn niet leuk, we hebben ze liever niet.” Maar omdat er na een ruzie toch altijd weer een andere volgt, werd hen gevraagd of ze wisten waar dat geruzie vandaan komt.
de groep. Daar komen vooroordelen op hun sterkst ten tonele. In de eindeloze reeks dingen die kinderen doen om elkaar te pesten, genre “ik duw je expres omver” of “ik pak af wat van jou is”, duikt het vooroordeel op in zijn meest efficiënte vorm: “ik maak je uit voor kleine als je klein bent, voor dikzak als je dik bent, ik maak je uit voor rosse als je ros bent, voor kleurling als je een kleurtje hebt” enzovoort.
Deze techniek is puur empirisch: de kinderen gaven toe dat ze gewoonweg testen wat er werkt om een ander te irriteren, tot ze het zwakke punt vinden om op in te spelen. Een vaak gehoord argument om dat flauwe gedrag goed te praten is “dat het maar om te lachen is”. Dat geeft aan dat kinderen zich niet bewust zijn van de grote impact die hun gedrag kan hebben. Want de kinderen die het slachtoffer zijn van pestgedrag, die kunnen er niet mee lachen.
De kloof tussen waarden en gedrag
Tijdens het debat kwam er een grote kloof aan het licht tussen wat kinderen te zeggen hadden over het ‘samenleven’
32
vooroordelen ontkrachten...
episode 14
n’GO juni 2016
33
“Rond de leeftijd van 7 jaar laten kinderen stilaan de fase van egocentrisme achter zich en gaan ze over naar een fase van sociocentrisme.” en hoe ze zich in het dagelijkse leven gedragen. Dat verschil lag aan hun onvermogen om hun denken over waarden en principes in concreet gedrag om te zetten. Zodra het gesprek over verdraagzaam samenleven gedaan was, begonnen de ruzies opnieuw. Dat soort voorbeelden krijgen we wel vaker te horen van leerkrachten. Meer dan waarschijnlijk tonen ze aan hoezeer kinderen naar aandacht hunkeren; sommige kinderen zeiden ook gewoonweg: “op die manier trek ik zijn (haar) aandacht!” Een van de strategieën komt dus duidelijk naar voren: kinderen alternatieven aanreiken om zich te laten gelden, om te bestaan. In een vorig artikel (zie n’GO 16) werd al aangetoond dat mensen van nature in categorieën denken. Studies laten zien dat het expliciete bewustzijn van rassenverschillen op basis van huidskleur begint rond de leeftijd van 4-5 jaar. Het opdelen van mensen in sociale categorieën volgens geslacht begint nog vroeger, rond de leeftijd van 2-3 jaar. We mogen er dus van uitgaan
© MATIMIX - FOTOLIA
Vanaf welke leeftijd?
episode 14
n’GO juni 2016
34
© LUIS LOURO - FOTOLIA
vooroordelen ontkrachten...
“
Door over te gaan tot concrete actie kan het kind ook effectief doen waartoe het zich geëngageerd heeft.
dat het vóór de leeftijd van drie jaar nog te moeilijk is om te werken aan stereotypes en vooroordelen. Sociale categorisering is echter niet gelijk aan vooroordelen of discriminatie. Bij blanke Amerikaanse kinderen ontstaat de voorkeur voor de in-groep (artikel n’GO 23) pas rond het vijfde levensjaar1. Tussen 4 en 5 jaar zijn vooroordelen op basis van ras het sterkst, nadien zwakken ze weer af. In een ander onderzoek vertoonden zwarte Amerikaanse kinderen een ander profiel Aboud, Frances (2003). The formation of in-group favoritism and out-group prejudice in young children: are they distinct attitudes? Development psychology, 39, 48-60. 1
dan dat van blanke kinderen, aangezien ze niet tot de dominante groep behoren2. De zwarte kinderen van 3 jaar zijn ofwel vóór zwarten, ofwel hebben ze geen voorkeur. Naarmate ze ouder worden, ontstaat er bij sommigen een pro-blank vooroordeel, terwijl bij anderen de voorkeur voor zwarten sterker wordt. Dat verschijnsel doet zich voor tussen 5 en 7 jaar. De sleutel om die evolutie te begrijpen, is dat kinderen rond de leeftijd van 7 jaar stilaan de fase van Katz, P.A. & Kofkin, J.A. (1997). Race, gender and young children. Developmental psychopathology: perspective on adjustment, risk and disorder. Cambridge University Press. 2
vooroordelen ontkrachten...
egocentrisme achter zich laten en overgaan naar een fase van sociocentrisme: ze zijn niet langer enkel op zichzelf gericht, maar ook op hun sociale groep. Leerkrachten kunnen het gemakkelijkst optreden in de sociale constructie van vooroordelen. De aanpak die we voorstellen is gebaseerd op vroeger uitgevoerde experimenten en op twee complementaire benaderingen: de theorie van het engagement en die van de cognitieve dissonantie.
“Verandering is onmogelijk!”
Er is dus duidelijk een paradox tussen wat kinderen zeggen en hoe ze zich gedragen, maar we stellen vast dat gedrag voor hen
episode 14
uiteraard op de eerste plaats komt. De grote waarden en principes zijn voor hen een ideaal om na te streven, maar wanneer hen gevraagd wordt of ze dat doel ooit gaan bereiken, antwoorden ze bijna systematisch: “oei, dat wordt moeilijk” of zelfs “da’s onmogelijk!” Kinderen bevinden zich in een spanningsveld tussen enerzijds de waarden waar ze achter staan en waar ze oprecht in geloven, en anderzijds de manier waarop ze zich gedragen. Om die spanning af te zwakken, gebruiken ze klassieke uitvluchten: “het is de ander zijn schuld”, “heb ik dat gezegd?”, “ach ja, da’s onmogelijk”, “zo erg is het niet”. Hier is duidelijk sprake van cognitieve dissonantie (zie artikel n’GO 17). Het onderlig-
n’GO juni 2016
gend principe van cognitieve dissonantie is dat gedachten gedicteerd worden door gedrag en niet andersom. Aangezien het gedrag van kinderen ruziemaken is en aangezien ze uitleggen dat ze dat gedrag onmogelijk kunnen bijsturen, zullen ze niets doen om het geruzie te stoppen. Op dat punt raken de theorie van het engagement en van de cognitieve dissonantie elkaar: het gaat er simpelweg om de kinderen tot actie aan te zetten, stap voor stap en telkens opnieuw.
“Stap voor stap te werk gaan”
Om te beginnen laat men kinderen met elkaar in gesprek gaan over manieren van goed met elkaar samenleven en over voor-
35
episode 14
n’GO juni 2016
Dit artikel werd geschreven in samenwerking met het INC www.neurocognitivism.com
“
De sleutel tot gedragsverandering is solidaire, positieve actie, steeds opnieuw en op lange termijn.
oordelen. Na een of meer gesprekken stelt de gespreksleider de kinderen voor om zich te engageren voor een zelf gekozen gedrag dat een concrete uiting is van een van de grote principes die het kind zich graag eigen wil maken. Als het kind uitlegt dat goed samenleven in de klas betekent dat er naar elkaar geluisterd moet worden, dan kan het kind voorstellen om te wachten tot een ander kind uitgepraat is voor hij of zij zelf het woord neemt. Het engagement moet voldoen aan drie voorwaarden: iedereen moet weten wat het kind gekozen heeft, die keuze moet vrij zijn en het moet gaan om iets dat niet onmogelijk is, want dan zou het kind sowieso falen. Als een kind met veel enthousiasme zegt: “Ik ga geen ruzie meer maken”, terwijl het vaak ruzie maakt, dan zal dat zeker niet lukken. In dat geval is het beter om
het kind voor te stellen om een wat realistischer doel te kiezen. Het principe is dat kinderen gaandeweg steeds nieuwe voornemens maken zodat ze bij elke stap hun engagement kunnen nakomen.
Actie in dienst van waarden
Uiteraard is er meer nodig dan alleen maar goede voornemens. Ze moeten gepaard gaan met concrete actie, zodat het kind ook effectief datgene kan doen waartoe het zich geëngageerd heeft. Het doel is om spelletjes en activiteiten voor te stellen die kinderen stimuleren om elkaar te helpen, waardoor de sociale interactie tussen alle kinderen toeneemt en ze minder bezig zijn met één persoon. Bij die activiteiten is het belangrijk dat de onderlinge behulpzaamheid voor iedereen zichtbaar is. Ze moeten ook steeds weer herhaald worden, over een lange peri-
36 © ROBERT KNESCHKE - FOTOLIA
vooroordelen ontkrachten...
ode. Als de kinderen een paar weken lang actief met elkaar interageren kan er al een verandering optreden, maar dat volstaat niet om hun gedrag echt duurzaam te wijzigen. Het onderliggende principe is dat, door behulpzaamheid en ontmoeting tussen kinderen te stimuleren in de vorm van spelletjes of activiteiten, kinderen hun gedachten en houding gaan afstemmen op wat ze concreet doen tijdens hun schoolactiviteiten. Idealiter worden de kinderen natuurlijk ook in de bloemetjes gezet naarmate ze vooruitgang boeken, zonder enige discriminatie. Het is de hele groep die vooruitgaat, en dat mag dus gevierd worden. PIERRE BIÉLANDE
© MARIO BEAUREGARD - FOTOLIA
instrument Deep Democracy
Deep Democracy
n’GO juni 2016
37
We zijn er niet straf in, wij Belgen: onze conflictvaardigheid scoort laag op de internationale barometer. De schrik voor confrontatie zit er diep in. Wordt de malaise toch te groot, dan laten we een professional in het diepe water naar de pijnpunten vissen. Anders en beter! Deep Democracy laat de waterlijn zakken zodat de vis op de bodem direct grijpbaar wordt. Fascinerend.
Plaats maken voor de andere stem
instrument Deep Democracy
38
© RAWPIXEL.COM - FOTOLIA
n’GO juni 2016
| de mening van Desmond Tutu
Onze samenleving beleeft een onmiskenbaar kantelmoment door de groeiende internationalisering, de vluchtelingencrisis en de verrechtsing van het discours. Hoe maken we ruimte voor verschil, maar slagen we er ook in om samen te werken?
D
eep Democracy is een interessante methode om op een inclusieve manier besluiten te nemen en conflicten op te lossen. De rijkdom én eenvoud van de tools maken van dit model een must voor al wie knopen duurzaam wil ontwarren en de weg wil openen naar een nieuwe samenleving, op welke schaal ook.
“What I find most inspiring about Myrna Lewis’s work is that it is realistic and practical. While many people of good will and good heart have come up with excellent ideas for helping our troubled world, there is often an unbreachable chasm between the intent and the implementation. The Deep Democracy work (…) presents both an intriguing philosophy and the means to put it into action.”
| de Afrikaanse wieg van Deep Democracy Zuid-Afrika, jaren 90. Het postapartheidstijdperk introduceert een volstrekt nieuwe uitdaging: het geïnstitutionaliseerde racisme moet worden opengebroken en de burgers moeten leren samenwerken op de werkvloer. Een kluif zonder gelijke… Greg en Myrna Lewis, beiden opgeleid door psycholoog en kwantumfysicus Arnold Mindell, staan voor de opdracht om in
een elektriciteitsbedrijf de 5 000 werknemers te leren samenwerken. Ze vertalen hun expertise in een aantal praktische tools om zelf mee aan de slag te gaan. Deep Democracy is geboren. Het wordt een ijzersterke methode die vandaag wordt toegepast in de meest diverse domeinen in 21 landen, waarvan enkele met prangende conflicten (Israël, Turkije).
instrument Deep Democracy
n’GO juni 2016
39
| voor elke fase een tool Deep Democracy beoogt een inclusief besluitvormingsproces dat ook de verliezers betrekt. Voor elke stap bestaat een praktische tool.
© PHOTOSAINT - FOTOLIA
Fase
Smoezen en sabotage
“In Deep Democracy dekt vooral het woord deep een dubbele lading”, zegt Fanny Matheusen, trainer-coach en promotor van Deep Democracy in België. “Het wijst op een diepere manier van besluitvorming. In het gebruikelijke democratische denken haalt de meerderheid zijn slag thuis. De 49% verliezers moeten volgen, maar doen dit niet altijd gewillig. Daarom slagen vele veranderingsprocessen niet.
Sommigen voeren openlijk oppositie, anderen verzinnen smoezen, nog anderen saboteren. Kan je dan wel van winst spreken? Deep Democracy is een inclusieve manier om iedereen aan boord te krijgen, ook al is het niet je eigen keuze.”
Emoties
Deep wil nog een andere kwaliteit van de methode belichten. Traditionele benaderingen zoeken oplossingen
Tool
Stap 1
Verzamel alle invalshoeken en ideeën.
Stap 2
Geef airtime aan de neen-stem, het alternatief, de afwijkende mening: “Wat willen jullie niet?”, “Is er een ander idee?”
Stap 3
Verspreid het alternatief (“Wie herkent dit?”) en stem (unanimiteit = go!; verdeeldheid = terug naar 1; duidelijke meerderheid = naar 4)
Stap 4
Voeg de wijsheid van de minderheid toe: “Wat heb je nodig om?” Meer tijd, met anderen samenwerken, het simpele besef dat er reserves leven in de groep? Stem nogmaals.
voor een conflict veelal op het rationele niveau, maar Deep Democracy brengt ook de emoties onder de waterlijn in het spel. Er wordt rekening gehouden met de volledige mens. Fanny Matheusen: “In emoties schuilt zoveel rijkdom die waardevol is in de besluitvorming. Waarom staat iets niet op de agenda? Heeft iemand het er moeilijk mee? Waarom stuurt de Aziatische partner zijn kat? Werd er op zere tenen getrapt?”
instrument Deep Democracy
n’GO juni 2016
40
“In een meerderheidsdemocratie volgen de 49% verliezers wel, maar niet altijd gewillig. Kan je dan van winst spreken? Deep Democracy krijgt iedereen aan boord.” | de voordelen – Na een inclusief besluitvormingsproces verloopt de implementatie gemakkelijker.
De lastigaard
Gesprek op voeten
Deep Democracy heeft een wijd arsenaal tools ontwikkeld, elk met een sprekende naam. Wat dacht u van het Weerbericht, de Check-in en Check–out, het Niet Gevoerde Gesprek, het Gesprek op voeten? Fanny Matheusen licht de
– Deep Democracy onderscheidt zich door de praktische tools. – Deep Democracy heeft zijn efficiëntie reeds bewezen in diverse contexten: politiek, onderwijs, bedrijfswereld, ngo’s, gezondheidszorg en privésituaties. – Deep Democracy leent zich uitstekend tot combinaties met andere methoden en verdiept ze: Sociocratie, Topoi, Mindfulness… © RAWPIXEL LTD - FOTOLIA
Deep Democracy geeft inzicht in de werking van een groep. In elk collectief gebeuren worden rollen opgenomen. Iedereen zit wel eens in de schoenen van de lastigaard, de vreemde eend, het idool. Deep Democracy koppelt de rol los van de persoon en bekijkt welke waarde ze heeft voor het team. Zo vertegenwoordigt de tegendraadse lastigaard de neen-stem, die bij meerdere mensen in het team leeft, soms onder water. Door de rollen te depersonaliseren en openlijk te bespreken wordt er minder met een beschuldigende vinger gewezen. De neen-stem heeft een goede reden van bestaan.
| de beperking – Om met Deep Democracy aan de slag te gaan is een bereidheid nodig om de oefeningen te doen en het conflict aan te gaan. Het inzicht dat conflict nodig is om in relatie te blijven wordt niet overal gedeeld.
instrument Deep Democracy
“
In emoties schuilt zoveel rijkdom die waardevol is in de besluitvorming. Waarom staat iets niet op de agenda? Heeft iemand het er moeilijk mee?
Fanny Matheusen
laatste toe: “Het Gesprek op voeten is een staand gesprek om te begrijpen hoe de kaarten liggen. Concreet? Een groep staat in een kring. In het midden ligt een ’knoop’ die ze binnen het team geidentificeerd hebben. Iemand poneert zijn visie en wie het eens is gaat achter de initiatiefnemer van de stelling staan. Anderen uiten andere ideeën en krijgen daar gevolg voor. Er is ruimte om te wisselen, niemand hoeft zich meteen vast te zetten. Stilaan worden een aantal essentiële beweringen geïsoleerd. Soms volgt hieruit een besluit, soms is de gedachtewisseling zelf een waarde-
41 © DURIS GUILLAUME - FOTOLIA
n’GO juni 2016
volle output. Het Gesprek op voeten is sterk omdat mensen met hun hele lijf aanwezig zijn en bewegen in de ruimte. Er is een verhoogde graad van aanwezigheid omdat je bij elke bewering je eigen aanvoelen moet overwegen. Doordat de groepsleden verschillende posities innemen, ontstaat het besef dat er waarde zit in andere posities, wat de latere besluitvorming ten goede komt.”
Tussen oordeel en herkenning
Bij interculturele contacten zitten mensen vaak vast in de idee dat cultuur-
eigen verschillen de oorzaak van de botsingen zijn. Maar iedereen heeft een etnisch-culturele identiteit en is tegelijk ook zoon, voetballer, student enzovoort. Het Gesprek op voeten bevrijdt mensen uit een rol die aan hen vastkleeft. Zo vertelde iemand met een migratieachtergrond dat zij de eerste student was in haar familie en dat haar keuze werd afgewezen omdat ze inging tegen bepaalde waarden in de familie. Toen in de groep gevraagd werd wie ooit keuzes had gemaakt die niet strookten met de waarden en normen binnen zijn familie, groeide de herkenning. De er-
instrument Deep Democracy
n’GO juni 2016
De zebra die zijn achterwerk naar de kijker richt vertolkt de neen-stem, die in elke groep aanwezig is en een waardevolle rol speelt.
42
| meer weten Web www.goes-thing.be www.deepdemocracybelgie.com
varing van afwijzing schiep een band. We bevrijden de mensen van een stuk oordeel; iemand is steeds meer dan dat ene stukje van zijn identiteit.
Pijlen gooien
Een andere tool van Deep Democracy is Pijlen gooien. Terwijl het Gesprek op voeten meningen naar boven haalt en dus boven de waterlijn werkt, zoekt Pijlen gooien onder de waterlijn. Fanny Matheusen: “Als enkele mensen in een team niet mee willen, dan weet ik: hier zit een vis onder het water. Een klassieke facilitator gaat vissen naar die vissen. Deep Democracy verlaagt de waterlijn zodat je de vis ziet zwemmen en de groep er zelf mee aan de slag kan. Pijlen gooien is een manier om de tegenstellingen te zoeken. ‘Jullie zeggen dit te willen, maar ik hoor ook allerlei weerstanden, drogredenen…’ Met Deep Democracy wordt aan beide posities gewicht gegeven. De leden van de groep nemen plaats aan de kant waar hun overtuiging of gevoel het sterkst naar uitgaat, maar ze mogen tijdens de
oefening van kant wisselen. Vervolgens gooien de groepsleden pijlen (argumenten) naar de andere kant. Na een regen van scherpe pijlen ontluikt een magisch moment: alles is gezegd. Daarop wordt gevraagd of iedereen een ‘pijl heeft die raakt’: één die hard aangekomen is en een persoonlijk inzicht heeft gegeven. We delen vervolgens die wijsheden met elkaar. Vanaf dan kan er verder gewerkt worden boven de waterlijn en kunnen besluiten geformuleerd worden.” Anders, en oneindig beter. Waarom heeft Deep Democracy de internationale politieke scène nog niet veroverd? Waarom heeft niet iedereen er de mond vol van? Dit kan slechts een kwestie van tijd zijn... Spread the word (and the practice)! SYLVIE WALRAEVENS
U kent een interessant werk instrument dat waardevol is in een context van ontwikkelings samenwerking? Laat het ons weten!
| getuigenis Karin Hanus, Bewegingsdienst en vrijwilligerscommunicatie Oxfam Wereldwinkels « Deep Democracy druppelt stilaan binnen in onze organisatie. De regiocoördinatoren pasten de methode al op kleine schaal toe bij de vrijwilligersgroepen. Inspraak en participatie van onze vrijwilligers in het beleid van OWW staat in onze missie. Vrijwilligers reageren vaak gevoelsmatig. Waar Deep Democracy werd toegepast, veranderde wantrouwen snel in een goed gevoel omdat de mening van de deelnemers gewaardeerd werd. Ook onze algemene vergadering kon al proeven van Deep Democracy. Die bijeenkomsten waren al te vaak stemsessies voor of tegen, waarin de achterliggende beweegredenen of gevoelens niet geuit konden worden. Met Deep Democracy krijgt het stemproces een grotere meerwaarde. »
blog-notes
n’GO juni 2016
| stem van de expert
43
Georges Ayittey
George Ayittey is een vooraanstaand Ghanees econoom, auteur en voorzitter van de Free Africa Foundation, die hij oprichtte om hervormingen in Afrika te ondersteunen. Hij is professor aan de American University en is als academicus verbonden aan het Foreign Policy Research Institute. George Ayittey breekt een lans voor democratische regeringen, schuldherschikking, modernisering van infrastructuur, vrijemarkteconomie en vrije handel om ontwikkeling te stimuleren. In 2008 nam Foreign Policy Dr. Ayittey op in de lijst van Top 100 Public Intellectuals die toonaangevend zijn voor ons tijdperk.
Afrika’s Cheeta’s versus Nijlpaarden
I
k wil graag hulde brengen aan een nieuw soort Afrikanen, die ik de Cheetageneratie noem. De Cheetageneratie duldt geen onzin over corruptie. Ze begrijpt wat verantwoordelijkheid en democratie betekenen. Ze gaat niet zitten wachten tot de regering iets voor haar doet. De redding van Afrika rust op de schouders van die Cheeta’s. Daartegenover staat de Nijlpaardgeneratie. De Nijlpaardgeneratie, dat zijn de elites die het voor het zeggen hebben. Ze klagen over kolonialisme en imperialisme en vertikken het om een
blog-notes
n’GO juni 2016
44
© GUDKOVANDREY - FOTOLIA
“Zoveel mensen, regeringen, organisaties willen Afrika helpen, maar het is een vorm van absurd theater geworden. Het is alsof de blinden de dwazen leiden.”
poot te verzetten. Economische hervormingen zullen niet van hen komen want zij profiteren net van verrotting en stilstand. Heel wat Afrikanen zijn erg kwaad over de toestand waarin hun continent zich bevindt, een continent dat niet eens arm is. Het is rijk aan natuurlijke minerale grondstoffen. Maar de rijkdom van de Afrikaanse bodem wordt niet gebruikt om de mensen uit de armoede te halen. Een ander drama dat maar blijft duren, is dat er zoveel mensen, regeringen, organisaties zijn die de Afrikanen willen helpen. Zij begrijpen het niet. Let op, niet dat Afrika geen hulp nodig heeft, maar Afrika helpen is een vorm van absurd theater geworden. Het is alsof de blinden de dwazen leiden. Er zit een gat in de bodem van Afrika’s collectebus. Wist u dat 40 procent van de rijkdom die in Afrika gecreëerd wordt het continent weer verlaat? Dat zegt de Wereldbank. Corruptie alleen al kost
Afrika 148 miljard dollar per jaar. De kapitaalvlucht uit Afrika bedraagt 80 miljard per jaar. Elk jaar geeft Afrika 20 miljard dollar uit om voedsel te importeren. Tel dat maar eens allemaal samen, al die lekken. En dat terwijl Afrika in de jaren 1960 niet alleen zichzelf voedde, maar ook voedsel exporteerde… Laten we beginnen met onszelf deze fundamentele vraag te stellen: wie willen we helpen in Afrika? Er zijn de mensen, en dan is er de regering of de leiders. Op een Afrikaans discussieforum op internet vroeg ik: “Sinds 1960 hebben we exact 204 Afrikaanse staatshoofden gehad. Noem mij 20 goede leiders, niet meer dan 20.” Natuurlijk noemde iedereen Nelson Mandela. Kwame Nkrumah, Nyerere, Kenyatta. Maar ze geraakten niet verder dan 15. Wat zegt dat? Dat de overgrote meerderheid van Afrikaanse leiders hun volk ontgoocheld hebben. De tweede valse vooronderstelling
blog-notes
45 © OSKANOV - FOTOLIA
n’GO juni 2016
die we maken als we Afrika proberen te helpen is dat we denken dat er in Afrika zoiets bestaat als een regering die bezorgd is om haar bevolking, het belang van het volk wil dienen en dat volk wil vertegenwoordigen. Maar wat wij onze ‘regeringen’ noemen, zijn eigenlijk vampierstaten die de economische kracht en energie uit hun eigen mensen zuigen. Het probleem in Afrika zijn de regeringen. De rijkste mensen in Afrika zijn staatshoofden en ministers. Waar halen zij hun geld vandaan? Niet uit de rijkdom die ze creëren, maar uit de rijkdom die ze onderling verdelen. De derde fundamentele kwestie die we moeten erkennen is dat – als we de mensen in Afrika willen helpen – we moeten weten waar ze zich bevinden. Elke Afrikaanse economie kan opgesplitst worden in drie sectoren. Er is de moderne sector, de informele sector en de traditionele sector. In veel Afrikaanse landen is de
moderne sector, de speeltuin van de elites, verloren gegaan. Het is een onoverzichtelijk kluwen van geïmporteerde systemen dat de elites zelf niet begrijpen. Heel wat ontwikkelingshulp en middelen zijn naar die moderne sector gegaan. De meeste Afrikanen vind je echter in de informele en traditionele sector. Logischerwijs ga je je hulp daar investeren waar de mensen zijn die je wilt helpen, maar we hebben de informele en traditionele sector verwaarloosd, terwijl zich net daar de Afrikaanse landbouw bevindt. Dat is een van de redenen waarom Afrika zichzelf niet kan voeden en waarom het voedsel moet importeren. De informele en de traditionele sector hebben hun eigen inheemse politieke instellingen. Afrikanen organiseren hun staten traditioneel in twee types. Het eerste type tref je aan bij etnische groepen die vinden dat de staat sowieso tiranniek is, en die dus niets te maken willen heb-
ben met welke vorm dan ook van centraal gezag. De andere etnische groepen zorgen ervoor dat ze de leiders omringen met raden boven raden, zodat die leiders hun macht niet gaan misbruiken. Vergelijk dat nu eens met de moderne systemen die de heersende elites in Afrika gevestigd hebben. Er gaapt een enorme kloof. In het economische systeem in traditioneel Afrika zijn de productiemiddelen in privéhanden, ze zijn eigendom van uitgebreide families.
blog-notes
46
“De Cheeta’s moeten teruggaan naar Afrika’s inheemse instituten: naar de informele en traditionele sectoren. Daar vind je de Afrikanen.” Afrikanen zeggen, “ik besta omdat wij bestaan”. Die ‘wij’ slaat op een gevoel van gemeenschap. In het systeem van wijdvertakte families worden middelen samengelegd en gedeeld. Het zijn hele families die eigenaar zijn van boerderijen. Het zijn hele families die beslissen wat ze gaan doen, wat ze produceren. Ze aanvaarden geen bevelen van hun bazen. En als ze hun gewassen oogsten, verkopen ze het overschot op markten. Als ze winst maken, verdelen ze die onder elkaar. Kortom, wat je in traditioneel Afrika had, was een vrijemarktsysteem, totdat de kolonisten voet zetten op Afrikaanse bodem. Wat doen we met die wetenschap? We gaan terug naar Afrika’s inheemse instituten, we laten de Cheeta’s naar de informele en de traditionele sector gaan. Daar vind je de Afrikanen. Ik heb zelf geprobeerd om Afrikanen die in het buitenland wonen aan te sporen om te investeren in een project van botenbouw: een initiatief van een lokale Ghanese ondernemer die zijn eigen
vermogen gebruikt. Hij krijgt geen steun van de regering en hij is nu een tweede, grotere boot aan het maken. Met een grotere boot kan meer vis gevangen worden, waardoor hij meer Ghanezen aan het werk kan zetten en rijkdom kan creëren. Al wat de elite moet doen, is die operatie afschermen zodat ze efficiënter verloopt. We moeten Afrikanen in het buitenland mobiliseren om verandering van binnenuit op gang te brengen. Wij zijn erin geslaagd om Ghanezen in het buitenland aan te zetten om dingen in Ghana te veranderen en te zorgen voor democratie in Ghana. Ik weet zeker dat we met de Cheeta’s Afrika kunnen terugwinnen, dorp voor dorp.
Deze tekst is een verkorte versie van de TED-lezing van George Ayittey in 2007. Negen jaar na datum is hij nog altijd even actueel.
n’GO juni 2016
Tweemaandelijks e-zine uitgegeven door Ec hos Communication Rue Coleau, 30 - 1410 Waterloo - België +32(0)2 387 53 55 Verantwoordelijke uitgever Miguel de Clerck Hoofdredacteur Sylvie Walraevens Redactie Pierre Biélande Céline Préaux Sylvie Walraevens Vormgeving Bertrand Grousset Lay-out Thierry Fafchamps Vertaling Arno Thijs Taalcorrectie Naomi Leclercq Met de steun van:
Abonneer u gratis op het magazine. Klik hier! Vind Echos Communication op het Internet www.echoscommunication.org
Save the date! Colloquium “Handel en ontwikkeling: de kwadratuur van de cirkel?” Op donderdag 6 oktober 2016 organiseert Echos Communication (uitgever van n’GO Magazine) een colloquium met de Haute École Paul Henri Spaak en de Haute École Francisco Ferrer, over het thema Handel en Ontwikkeling. Een eerste panel van experten zal zich buigen over de verbanden tussen beide begrippen, terwijl een derde panel de toekomstige uitdagingen van fair trade zal onderzoeken. De dag wordt afgesloten met een derde panel, dat de NoordZuidrelaties onder de loep zal nemen, meer bepaald vanuit de vraag of het concept “Zuiden” al dan niet bewaard moet blijven en de eventuele noodzaak om dit te vervangen door het begrip “internationale relaties”, om zo het partnerschap vanuit nieuwe invalshoeken te bekijken. Î Datum: 6 oktober 2016, 9-16.30 u. Î Plaats: Haute École Paul-Henri Spaak, Alsembergsesteenweg 1091, 1180 Ukkel Î Inschrijvingen en informatie: contacteer celine.preaux@echoscommunication.org
n’GO juni 2016
47
Middagdebat “Gezondheid en milieu: één kwestie, aparte ngo’s” Op 24 november 2016 (datum te bevestigen) organiseert Echos Communication (uitgever van n’GO Magazine) samen met Médecins du Monde een debat over het thema Gezondheid en Milieu. In de Angelsaksische wereld rijzen natuurlijke bondgenootschappen tussen humanitaire ngo’s en ngo’s voor milieubescherming als paddestoelen uit de grond, maar in België zijn die samenwerkingsverbanden zeer bescheiden. Dat ze eenzelfde zaak beogen die smeekt om actie onder een gemeenschappelijke vlag, hoeft geen pleidooi. Wat houdt zulke samenwerkingen bij ons tegen? Welke vormen kunnen deze allianties
aannemen? Hoe kunnen we meer bruggen slaan tussen eigenlijke bondgenoten om een stevige basis te bouwen voor een winwinrelatie die tegelijk de impact van de projecten van elke speler zou versterken? Kom debatteren met ons panel van experten uit humanitaire en milieu-ngo’s. Î Datum: 24 november 2016 (te bevestigen) 12-14 u. Î Plaats: Médecins du Monde, Kruidtuinstraat 75, 1210 Sint-Joost-ten-Node Î Inschrijvingen en informatie: contacteer sylvie.walraevens@ echoscommunication.org © DENIS VORONIN - FOTOLIA
© A. MANZANARES - FOTOLIA
backstage
Bent u gepassioneerd… door menselijk gedrag en de impact ervan op het ontwikkelingswerk?
Wij bieden u een goudmijn aan hulpmiddelen! Magazine …is een laboratorium, een verzameling en een uitwisseling van nuttige instrumenten en verfrissende gezichtspunten. Ze helpen u de resultaten van uw veldwerk te verbeteren en te bestendigen. n’GO Magazine onderstreept het belang van enkele miskende factoren die echter doorslaggevend zijn voor het slagen van een project: menselijke relaties, gedachtegoed en gedrag. n’GO Magazine is een online-publicatie in twee talen (Fr en Nl). Abonneren is gratis!
www.ngomagazine.be Uw omega 3, uw passe-partout, uw Zwitsers zakmes van het menselijk gedrag!