n'GO nr 5 oktober 2012

Page 1

ON T W I K K EL I NG S SA ME N W ER K I NG E N ME NSEL I J K E R EL AT I E S

Partnerschappen

Wie leidt de dans?  Blog-notes... Sylvain Luc : Heldendom, een valkuil

Portret Ontmoeting met Omar Ba

Instrument Kasàlà : lofzang op de identiteit

Nr5

oktober 2012


N5 r

n’GO oktober 2012

radar P.3 portret P.8 Omar Ba blog-notes P.31 Sylvain Luc

| vooraf

Weg, die taboes!

hoe pak je het aan … realistisch managen P.22

agenda P.34

instrument P.26

Kasàlà : een lofzang op de identiteit

2

dossier P.14 id u Z Noord partnerschappen

Een les in nederigheid

Miguel De Clerck

Directeur Echos Communication

Het woord partnerschap verbergt een berg leer­opportuniteiten. Wederzijds leren. Maar daarvoor moeten een aantal voorwaarden vervuld zijn. Voor­eerst een openheid van geest, een bereidheid om het nooit-geziene toe te laten, om anders te denken, anders te doen; om ons te wagen op een domein waar de kansen om ons te vergissen groot zijn, waar we op de grenzen van ons kunnen botsen. Voor een dergelijke ingesteldheid is een omgeving nodig die dit ondersteunt, waar vertrouwen en respect heersen, een omgeving die ons uit onze routine lokt. In ontwikkelingssamenwerking gaan goede partnerschappen-leerscholen ook gepaard met kunnen loslaten en met een omgeving die het leren bevordert: aanvaarden dat de partner niet aan al onze wensen kan beantwoorden, tijd nemen om vertrouwen op te bouwen, de eigen ritmes respecteren, zich bewust worden van de onderlinge afhankelijkheid, persoonlijke relaties opbouwen... allemaal elementen die in dit nummer aan bod komen. Laat dit voor ons, ngo's in het Noorden en tevens partners, een warme oproep zijn om te durven leren.

Abonneer u gratis op het magazine. Klik hier! Vind Echos Communication op het Internet www.echoscommunication.org


een andere kijk

Foto van de maand Waar zou de oorsprong van het tellen liggen? Bij de Egyptenaren, de Sumeriërs? Toch niet, hoogstwaarschijnlijk is het in Congo. In 1950 ontdekte de Belgische geoloog Jean de

n’GO oktober 2012

Heinzelin een eerste Ishangostok die deze stelling bevestigt. Een tweede stok werd in 1959 gevonden, alweer aan de oever van het Edward-meer in Congo. Deze stokken zouden zowat 20 000 jaar oud zijn. Een telsysteem op basis van 6, 10 of 12? De meningen van specialisten lopen hierover uiteen, maar één ding is zeker: 20 000 jaar geleden

3

bestond er langs het Edwardmeer een Afrikaans volk dat telde en rekende. Een vaststelling die van Afrika niet enkel de bakermat zou maken van de beschaving, maar ook van het rekenkundig denken. Op Internet: nl.wikipedia.org/wiki/Ishango-beentje


Schande voor één dag Hun reacties liegen er niet om: verontwaardiging, ongeloof, revolte. De meisjes van het derde middelbaar in Lokeren en Jette werden op 11 oktober zonder al te veel uitleg de klas uitgestuurd

n’GO oktober 2012

om aardappelen te gaan schillen en toiletten schoon te maken. Omdat ze meisjes zijn. Daarom. Onbegrip alom. Maar wat zijn enkele uurtjes ongewone activiteit als 75 miljoen meisjes met deze realiteit dagelijks opstaan en gaan slapen... De eerste internationale dag van het meisje heeft zijn intrede niet gemist. En dat dankzij een ludieke, maar tevens

4

bloedernstige campagnestunt van 68 nationale Plan-organisaties. De boodschap: een geschoold meisje kan haar eigen toekomst en die van haar land veranderen.

Bekijk het filmpje !

© YOUTUBE

een andere kijk


een andere kijk

5

© LASSEDESIGNEN - FOTOLIA.COM

n’GO oktober 2012

| De evolutie van het bewustzijn

In oktober vond het eerste internationaal forum van de evolutie van het bewustzijn plaats. Een mond vol. De vragen die we ons stellen over ons bewustzijn bewegen zich tussen twee uitersten: een existentialistische vraag enerzijds, die op zoek gaat naar de oorsprong van de mensheid (big bang en dergelijke) en een veel praktischere benadering anderzijds, gebaseerd op het geloof dat het menselijk wezen met een andere zienswijze positief kan

inwerken op zijn omgeving en kan reageren op de globale problemen. De sprekers op dit forum waren niet van de minste: Edgar Morin, Ervin Laszlo, Marc Luyckx… Zij overgoten elk met hun eigen saus de bekende zin van Gandhi: Wees zelf de verandering die je in de wereld wil zien. De evolutionairen hebben zelfs een heuse verklaring,

waarvan hier een uittreksel: “Ik besef dat op dit eigenste ogenblik in de geschiedenis de tijd is aangebroken om samen een nieuwe visie te ontwikkelen die het menselijk potentieel blootlegt, zin geeft aan het leven en ons helpt om de grote uitdagingen van de 21ste eeuw onder ogen te zien. (…) Ik besef dat de toekomst niet vastligt, dat wij vrij zijn

van het verleden, dat we de wereld kunnen veranderen, ons lot in handen kunnen nemen en de loop van de geschiedenis kunnen beïnvloeden door de keuzes die we maken als individuën, als gemeenschappen, als naties en als menselijk ras.” Meer info?


een andere kijk

Afrika van onder het stof gehaald Kanyarwunga, J. I.N., Dictionnaire biographique des Africains. Pour comprendre l’évolution et l’Histoire africaines (Le Cri édition, 2012) ISBN 978-2-8710-6567-8

u 360° Voor gelezen 17 jaar werk, 855 bladzijden, 2665 biografieën... de Dictionnaire biographique des Africains neemt de zaak serieus en niet zonder reden. Want kan u zo voor de vuist tien namen noemen van Afrikanen die hun voetafdruk hebben nagelaten in de geschiedenis? Moeilijk, en u bent niet de enige. De Afrikaanse geschiedenis is steeds anoniem geweest en de bijdrage van illustere Afrikanen tot de geschiedenis van streek, land, continent of wereld werd systematisch in de marge geveegd. Toch hebben talrijke politici, schrijvers, cineasten, acteurs, sportlui, muzikanten, artiesten, religieuzen of gewone burgers een positieve of negatieve rol van betekenis gespeeld. De Congolese historicus Jean I.N. Kanyarwunga geeft journalisten, onderzoekers, studenten, leraars en nieuwsgierigen rijkelijk de kost met zijn lijvige dictionnaire. Alle Afrikaanse landen van de 21ste eeuw komen aan bod, ongeacht hun grootte of politieke belang. Zonder onderscheid van ras, taal of religie voert hij ze allemaal ten tonele: de Afrikanen die geschiedenis maakten of er het slachtoffer van werden. 2665... en ook dit is een selectie.

n’GO oktober 2012

6


Ontwikkeling in woorden

De Diola’s

Zoals aangekondigd, ziet in dit nummer de nieuwe rubriek “Ontwikkeling in woorden” het licht. Elke maand zal Odile Tendeng hier een taalkundige analyse maken van de interpretatie van het woord ‘ontwikkeling’ in een Afrikaanse taal.

n’GO oktober 2012

7

| op de letter “Ontwikkeling”

D

e Diola’s zijn niet zo belust op verandering. Sommige ontwikkelingsprojecten hebben zeker voor een bepaald welzijn gezorgd, maar de meeste hebben de manier van zijn en doen van de Diola-boer niet echt veranderd. Die boer heeft snel begrepen dat een ontwikkelingsproject slechts van korte duur is. Daarom is hij gehecht gebleven aan de landbouwtechnieken en -methodes, die voor hem niet alleen productie verzekeren - want hij weet dat het project zal ophouden en ook de bijhorende geldstroom- , maar ook een soort sociaal contract zijn dat hem bindt met het land van zijn voorouders. Dat verklaart waarom de opeenvolgende ontwikkelingsprojecten in de regio niet altijd de beloofde vooruitgang gebracht hebben. Enkele hebben het verval van een ecosysteem dat reeds door klimaatgrillen kwetsbaar was geworden, alleen maar versneld. De boeren geven

als voorbeeld het eerste rijstcultuurexperiment van 1965 dat gefinancierd werd door het Europees Ontwikkelingsfonds (EDF) en uitgevoerd werd door de International Land Development Consultants (ILACO), een Nederlandse organisatie. De exploitatiewerken (constructie van polders,...) door ILACO hebben geen rekening gehouden met het ontbreken van regenval en lagen dus aan de oorsprong van de verzuring van duizenden hectares verbouwbare grond. Zo hebben ze hier en daar onherstelbare schade aangericht: op bepaalde plaatsen een zoutgraad die tweeënhalf keer hoger ligt dan die van de zee. Deze traumatiserende ervaring heeft de boeren erg argwanend gemaakt voor elk ontwikkelingsproject dat aan hun land raakt. Daarom is voor een Diola de beste vertaling van ontwikkelingsprojecten ‘een opeenvolging van trial and error’. Maar met het leven van een mens test je niet, zo vindt hij.

in het Diola

De Diola’s bekijken ontwikkeling als een proces. Ontwikkeling is in de eerste plaats een individuele inspanning om bij te dragen aan het gemeenschappelijk ideaal. De termen “Eakken” of “Ehanken” betekenen letterlijk “zich inspannen; de moeite doen om…”. De inspanning die leidt tot ontwikkeling is de som van de individuele inspanningen die als doel hebben het gemeenschapsproject te realiseren: het voortbestaan van de groep en de vruchtbaarheid van de grond garanderen met groot respect voor het leven. De Diola’s staan bekend als individualisten; elke verdienste is persoonlijk. Je bent wie je bent door de kracht van je eigen armen en niet door je geboorte. Ze zijn erg gehecht aan hun cultuur en hun omgeving, die ze zien als deel van zichzelf en ze bekijken ontwikkeling als een proces dat hun overtuigingen en kennis respecteert. Dat verklaart het verzet van de inwoners van Mangagoulak tegen de ontwikkelingsplannen van verschillende ngo’s in Casamance omdat die haaks staan op hun toekomstvisie. De vissers van het dorp hebben zich verenigd in een actiecomité met de naam “Kawawana”, wat betekent: “het erfgoed van onze voorouders bewaren”. Zij weigeren de inmenging van ngo’s en willen hun project zelf in handen houden.

© GENTIL FRANCOIS - FOTOLIA.COM

De onverzettelijke Diola’s en het blanke ontwikkelingsidee


portret

n’GO oktober 2012

8

Omar Ba

Coördinator van het Platform van Afrikaanse Gemeenschappen

“Racisme moet je met menselijkheid beantwoorden”


portret

n’GO oktober 2012

9

“Wetenschappelijke modellen en politieke discours hebben de mensheid uiteengedreven. Ik droom ervan terug te keren naar een eenheid, want er is meer dat ons bindt dan scheidt.” Aan het woord is Omar Ba, die sinds jaren ijvert voor een vreedzaam samenleven van gemeenschappen in België. Een Afrikaan met een verfrissende blik op diversiteit. 1974

| bio

geboren in Lier (België)

1978

verhuist naar Senegal, volgt basisonderwijs in Mauretanië

1985

verhuist naar Parijs, studeert later Geschiedenis

1994

vestigt zich in België. Volgt bijkomende technische opleidingen en werkt

1995

verblijft kort in Denemarken, Italië, Spanje, Senegal, Mali

2006

lid van de beheerraad van Kif Kif (interculturele beweging voor gelijkheid en tegen racisme)

2007-9

coördinator van Vilacabral Antwerpen (11.11.11-initiatief: N-Z-activiteiten buiten klassieke ngowereld)

2010-11

expert bij de Rondetafels van de Interculturaliteit

2011

coördinator van het Afrikaans Platform


portret

O

mar Ba staat als coördinator van het Vlaams Platform van Afrikaanse Gemeenschappen (zie inzet p.11) en bestuurslid van Kif Kif met beide voeten in het diversiteitsdebat. Bij hem is er van een eng identiteitsdenken geen sprake. “Eigenheid en eenheid vormen in de Afrikaanse wereld een wonderlijk duo”, verklaart Omar Ba. “Enerzijds is het Afrikaanse continent diverser dan de hele wereld samen, anderzijds voelen Afrikanen zich op één of andere wijze verbonden. De conflicten in ons continent worden gestuurd door politieke, economische en militaire belangen, minder door culturele wrijvingen. Zo identificeren Afrikanen van de meeste diverse origines zich met figuren als Patrice Lumumba, ook al vertegenwoordigt hij hun volk niet. De gemeenschap van zwarte Afrikanen hier in Belgë is gebaseerd op twee belangrijke bindingsfactoren: ons migratieparcours en de manier waarop naar zwarten wordt gekeken.”

Transculturalisme versus confrontatie

Als zoon van een Mauretaanse vader en Senegalese moeder heeft Omar Ba zelf een gemengde identiteit. “Diversiteit is voor mij

n’GO oktober 2012

10

| getuigenissen

Olivia U. Rutazibwa, politoloog en journalist voor MO* Magazine

« Omar Ba is onvermoeibaar. Zijn energie en passie komen voort uit een diep historisch en actueel besef van de waarde van het Afrikaanse volk. Hij heeft ook een onuitputtelijke kennis, waarmee hij mensen rond hem inspireert en hun honger naar kennis aanwakkert. Hij weet als geen ander deze kennis in te zetten voor de gewone mensen. Omar deinst er nooit voor terug om tegen schenen te schoppen, ongeacht wie hij tegenover zich heeft. Hij verdedigt de waarde en de trots van mensen zoals ze zijn, met hun overtuigingen, gewoonten, geschiedenis en visies. »

“Het is toch absurd te denken dat iedereen van vreemde origine minder begaafd is!”


portret vanzelfsprekend”, zegt hij. “Ik wil mij niet hechten aan één gemeenschap. Ik noem mezelf een wereldburger, een pan-afrikanist. Ik wil mensen verenigen en kijk door kleuren heen. Mensen hebben zich teruggetrokken in gemeenschappen omdat bepaalde strekkingen ons hebben ingedeeld op basis van kleur of afkomst. Maar in wezen hebben we meer gemeenschappelijke kenmerken dan verschillen.” De historicus in Omar Ba kent uiteraard de talrijke culturele confrontaties en de historisch gegroeide segregatie, maar als geëngageerd wereldburger ligt zijn droom voorbij de horizon. “Mensen hebben altijd grenzen overgestoken, maar vandaag gebeurt de mondialisering door de technologische vooruitgang aan een nooit geziene snelheid. Nooit is er zo veel diversiteit geweest. Het contact tussen religies en culturen zorgt voor wrijvingen, de confrontatie choqueert. Dat is normaal, maar ik betreur dat men te veel focust op die shock en onvoldoende op het resultaat van die ontmoeting: de interculturalisering. Het contact mag niet beperkt blijven tot een confrontatie waarna ieder zijn eigen weg gaat. We zetten pas een stap vooruit als de culturele ontmoeting ook tot een intellectuele en culturele bevruchting leidt. We

n’GO oktober 2012

11

|H et Platform voor Afrikaanse Gemeenschappen

leven in een wereld van reizende culturen; mensen worden geprikkeld door allerlei impulsen, niet enkel door hun onmiddellijke omgeving. Zo kan een Indiase jongere die geboeid is door de Amerikaanse popcultuur, zich in zijn eigen geboortestad ongestoord gedragen als een New Yorker. Dat heet transculturalisme. Deze evolutie verlegt noodgedwongen de grenzen van ons cultureel en identiteitsdenken.”

Het Platform van Afrikaanse Gemeenschappen is een sociaal-culturele koepelorganisatie van 104 zwartAfrikaanse verenigingen in Vlaanderen en Brussel. Het platform behartigt de belangen van de Afrikaanse gemeenschap en wil via dialoog bijdragen tot een betere samenleving. Ze zijn de geprivilegieerde gesprekspartner van de Vlaamse instellingen over thematieken als armoede, onderwijs en gelijke kansen. De interne en externe sensibiliseringsactiviteiten rond beeldvorming en emancipatie door organisaties zoals het Afrikaans Platform vormen de Noordelijke tegenpool van het ontwikkelingswerk in het Zuiden: de ontwikkelingseducatie. Info : www.afrikaansplatform.be

“Men focust te veel op de shock tussen culturen en onvoldoende op het resultaat ervan: intellectuele en culturele bevruchting.”


© POCO_BW - FOTOLIA

portret

n’GO oktober 2012

12

Geld hebben maar geen huis

Omar Ba’s open wereld- en mensbeeld wordt helaas niet gedeeld door brede lagen van de bevolking. De koloniale propaganda met zijn talrijke filmpjes en publicaties heeft de stereotiepe beelden diep in ons collectieve geheugen gegriefd, waardoor hardnekkige vooroordelen in de 21ste eeuw nog steeds welig tieren. “De Afrikaan is geen werker, is niet ernstig en denkt enkel aan vertier, de Afrikaan komt nooit op tijd... Ik heb zelf tegen al deze vooroordelen moeten vechten”, zegt Omar Ba. “Hoe frustrerend is het om de financiële middelen te hebben maar geen toegang te krijgen tot de woonmarkt. Hoe hard moet een zwarte zich bewijzen om op de toch al schaarse arbeidsmarkt zonder netwerk en met de ‘verkeerde’ huidskleur zijn kans te wagen… De zwarte Afrikaan kampt met een enorm minderwaardigheidscomplex, het resultaat van een langdurige Eurocentrische visie.”

“Georganiseerde solidariteit is belangrijk, maar ook menselijke warmte is onontbeerlijk voor ontwikkeling.”

Een plaats voor solidariteit

Afrikanen hebben nochtans heel wat te bieden aan de Westerse samenleving, vindt Omar Ba, zoals een aantal typisch Afrikaanse waarden: relativeringsvermogen, solidariteit, gastvrijheid, warmte en spontaneïteit. “Voor de Afrikaan gaat de mens vóór op het systeem. In het Westen zijn vele aspecten die vroeger door de samenleving werden gedragen overgeheveld naar de instituties. De georganiseerde so-


portret lidariteit is uiteraard erg belangrijk, maar ook warmte en menselijke verbondenheid zijn onontbeerlijk voor ontwikkeling. In Afrika heb je alleen dat laatste, en dat is ook niet goed.”

Zwart nieuwsanker

Omar Ba’s diepste drijfveer is zijn wil om de dualiteit tussen zwart en blank te doorbreken. “Ik wil aantonen dat verschillen meer gestuurd worden vanuit beeldvorming dan vanuit de realiteit. Ik geloof niet in sociaal determinisme. Mijn vader leerde mij dat kleur van geen belang is. Focussen op huidskleur is een vorm van zwakte, zo vertelde hij mij. Racisme moet je altijd beantwoorden met menselijkheid, want alleen zo kan je je superioriteit aantonen. Ook mijn moeder was een sterk geëngageerde vrouw. Zij voerde als eerste Senegalese de strijd voor onderwijs in de eigen taal om de alfabetiseringsgraad te verhogen. Ook voor het Afrikaans platform is onderwijs één van de belangrijkste emancipatie-instrumenten. Allochtone kinderen scoren vaak zwak op school, maar het is toch absurd te denken dat iedereen van vreemde origine minder begaafd is!” “Ik hoop dat we binnen 15 jaar niet langer spreken over gemeenschappen, dat mensen ongeacht hun afkomst volwaardig deelnemen aan onze samenleving. Maar eerst

n’GO oktober 2012

moeten we de toegang tot de instrumenten van het gelijkekansenbeleid verhogen. Het heeft toch geen zin iemand een supersnelle wagen te schenken als hij niet kan rijden? Ik droom van meer Afrikaanse politici, meer populaire Afrikaanse artiesten, een kookprogramma met een zwarte kok, een zwarte woordvoerder van de politie of een zwart nieuwsanker zonder dat dit op zich een nieuwsfeit is… We zijn er nog niet, maar ik zie reeds tekenen van hoop!” SYLVIE WALRAEVENS

13

| getuigenissen

Fauzoua Talhaoui, wetenschappelijk onderzoeker en senator

« Onze wegen kruisen elkaar vaak op debatten en andere fora. Omar heeft een heel eigen visie en hij verdedigt die met vuur. Toch zal je hem niet snel op een politieke lijst vinden. Misschien is hij daarvoor iets te anarchistisch... Of wellicht politiek neutraal. Hij is een echte wereldverbeteraar, wil met alles tegelijk bezig zijn en zegt niet graag 'nee'. Bovendien is hij erg belezen en kent hij zijn klassiekers. Een homo universalis: je kan hem niet op één ding vastprikken. »

Gert Van Overloop, directeur Arenbergschouwburg (Antwerpen)

« Wij leerden elkaar kennen naar aanleiding van de 01.10 concerten, die o.a. door Tom Barman georganiseerd werden. Omar is een heel open persoon die de gevoeligheden van zowel de Westerse, zwart-Afrikaanse als Maghrebijnse cultuur aanvoelt. Hij overstijgt de verschillen. Omdat hij over een enorm netwerk beschikt, verspreid over diverse gemeenschappen, is hij voor iedereen de gedroomde gesprekspartner. »

“Ik droom van een zwart nieuwsanker zonder dat dit op zich een nieuwsfeit is.”


© WILLIAM87 - FOTOLIA.COM

We willen geen open deuren intrappen: er zitten uiteraard lichtjaren tussen de tijd dat de alleswetende en vermogende blanke het arme en achterlijke Zuiden ter hulp kwam, en de hedendaagse, participatieve partnerrelaties. Maar botert het altijd zo goed? De samenwerking tussen Noord en Zuid is zo complex dat er nog steeds ruimte is voor verbetering.

Noord-Zuid­ partnerschappen Een les in nederigheid dossier

n’GO oktober 2012

14


dossier

n’GO oktober 2012

15

“Partners hebben niet zozeer tegengestelde belangen, als wel verschillende referentiekaders.”

B

ehoorlijk opvallend waren de resultaten van de enquête die n’GO in 2011 afnam bij de Belgische ngo’s. Toen gevraagd werd naar de reden van moeilijkheden in de relatie met de Zuidelijke partner, schoof 50% de oorzaak in de schoenen van de partner. Slechts 3% stak de hand in eigen boezem. Vooral relationele aspecten zoals communicatie en culturele barrières bleken roet in het eten te gooien, maar ook gebrek aan competentie of het niet respecteren van deadlines. “Dat beantwoordt perfect aan de klassieke attributietheorie, reageert Marc Craps, onderzoeker aan de HUB. De andere is altijd kop van jut als het fout loopt. Dat heeft te maken

Noord-Zuid: een achterhaalde breuklijn Marc Craps (HUB) wijst op de achterhaalde en beperkte term ‘Noord-Zuidpartnerschappen’. Ontwikkelingssamenwerking heeft de laatste 20 jaar een enorme evolutie gekend, zegt hij. “In de jaren 90 werden vooral partnerschappen tussen Noordelijke en Zuidelijke ngo's afgesloten. Vandaag ontstaan samenwerkingen veelal vanuit een strategisch denken en komt het veel vaker voor dat alle relevante actoren rond één thema of project worden samengebracht: de ngo’s maar ook lokale overheden, bedrijven en andere betrokken partijen. In die samenwerking is de Noord-Zuidterminologie achterhaald. Er zijn geen twee fronten. Andere breuklijnen zijn vaak veel ster-

ker dan tussen Noord en Zuid. Zo kan de kloof veel dieper zijn tussen stedelijke en plattelands-ngo’s of tussen organisaties die technische steun verlenen en groepen die eerder sociaal-procesmatige expertise hebben. Sommige Noordelijke ngo’s hebben meer affiniteiten met hun Zuidelijke partners dan met andere Noordelijke organisaties. Hét Zuiden bestaat ook niet. De culturele, economische en politieke situatie van landen op het Zuidelijk halfrond is bijzonder divers, net als in het Noorden. Vandaag zijn sommige Europese landen noodlijdender dan bepaalde landen in het Zuiden.”


dossier

n’GO oktober 2012

“Ontwikkelingssamenwerking kan maar slagen als echt alles gezegd kan worden.”

met onze verwachtingen. We zoeken een partner naar ons beeld en gelijkenis. Ofwel creëren we die, ofwel beelden we ons in dat de partner is zoals wij. Als hij zich weerbarstig toont, is het zijn fout. We zien daarbij over het hoofd dat de partner vaak niet kan beantwoorden aan onze verwachtingen, om velerlei redenen.”

Tunnel of panorama

Het potentieel van de vierde pijler In de hedendaagse ontwikkelingssamenwerking maakt een nieuw soort partnerschappen steeds meer opgang: de samenwerking tussen gelijkaardigen of het model van de vierde pijler. Experten uit één of ander professioneel domein delen hun kennis en ervaring met mensen uit dezelfde sector in het Zuiden. Wie de bancaire sector als zijn broekzak kent of een

jarenlange ervaring in een technische materie of in vakbondswerking heeft opgebouwd, heeft een beter begrip van de complexiteit van de materie. Patrick Develtere (KUL) pleit voor kennisverwerving in plaats van kennistransfer: wie een kennisbehoefte heeft, moet de vrijheid krijgen om die kennis te verwerven en ze aan te passen aan de eigen behoefte. “Een tekort aan boek-

16

houdkundige kennis kan misschien opgelost worden in de eigen hoofdstad, in een buurland of via het internet. Niet iedereen moet het Belgische of Franse systeem opgelegd krijgen. Maar wie durft te zeggen dat hij reeds een ander model onderwezen heeft gekregen, met het risico dat de partner zich terugtrekt?” Patrick Develtere

Volgens Patrick Develtere, ACW-voorzitter en professor Ontwikkelingssamenwerking aan de KULeuven, komt veel onbegrip voort uit het tunnelperspectief dat we hanteren. We stappen in de wagen, onze koffer volgeladen met kennis en middelen, en we rijden door de donkere tunnel zo snel mogelijk op het lichtende einddoel af. Omdat het donker is, is ons zicht op de omgeving beperkt, maar dat is geen hindernis, want de lichtbaken op het einde van de tunnel geeft de richting aan. “Gelukkig evolueert de ontwikkelingssamenwerking de laatste jaren van een tunnel- naar een panoramaperspectief, weet Develtere. Velen beseffen dat we ontwikkeling in een heel complexe omgeving met veel onverwachte factoren moeten plaatsen: de mensen, de steeds veranderende omgeving, het bestuur,… Sommigen komen dan tot het terechte besef dat in een omgeving die hun nooit helemaal eigen wordt, je beter iemand van ter plaatse aan het stuur zet. Iemand die de mensen kent en feilloos de juiste omgangsvorm kiest. Dat bereidt de bodem voor een relatie van gelijkwaardigheid en dialoog.”


dossier

© ELNUR - FOTOLIA.COM

n’GO oktober 2012

“Ik aanvaard geen rol als pure financier.” Hanneke Renckens

( Regionaal verantwoordelijke Andes, Vredeseilanden). Hanneke Renckens werkt sinds 23 jaar in Ecuador. “Ik geloof dat samenwerken vanuit het besef dat we cultureel gelijkwaardig zijn de meeste kansen geeft op een horizontale uitwisseling, zegt ze. Culturen zijn evenwaardig en overstijgen daarom gemakkelijker het ondergeschiktheidsdenken dat steeds weer opduikt in financiële afhankelijkheidsrelaties. Het vervlechten van cultuurexpressies zoals muziek, taal, maar ook consumptiepatronen is daarom heel belangrijk in het opbouwen van partnerrelaties. Die afhankelijkheid kan ook beperkt blijven als de Zuidelijke partner alternatieve inkomstenbronnen heeft. Onze Peruviaanse partner Junta Nacional del Café bevindt zich bijvoorbeeld in die

situatie en kan daardoor zelf bepalen met wie ze in zee willen en steun vragen voor wat zij als prioriteiten definiëren. Duidelijkheid in afspraken vind ik even essentieel voor het welslagen van een partnerrelatie. Het belang van een nauwgezet contract mag niet over het hoofd gezien worden, een contract waar beide partners aan moeten voldoen. Vredeseilanden is een grote voorvechter van horizontale relaties en zodra ik in een rol wordt geduwd van zuivere financier, probeer ik dat te doorbreken. Samen nadenken en op zoek gaan naar gedeelde verwachtingen, geeft de beste garanties. Die piste openhouden via uitwisselingen, zodat mensen van het Zuiden een zicht krijgen op de brede werking en visie die verder gaat dan hun project, is daarvoor een interessant mechanisme.”

17

Naar een gedeelde vraagstelling

Als het Noorden niet langer in de driver’s seat plaatsneemt, ligt ook het initiatief en de formulering van de ontwikkelingsdoelstelling niet meer in hun handen. In een moderne samenwerking gaan meerdere actoren samen op zoek naar hun gedeelde vraagstelling rond een thema. “Een absolute basisvoorwaarde, vindt Marc Craps, want jouw probleem is niet noodzakelijk dat van de andere en wat voor de één een oplossing is, is voor de ander het probleem. Het gaat niet zozeer om tegengestelde belangen, als wel om verschillende referentiekaders. Door de vraagstelling van alle betrokkenen te verenigen, vul je helaas niet ieders agenda, maar het is de enige duurzame weg. Een weg die traag en stapsgewijs loopt, want vertrouwen tussen partners kan je maar langzaam opbouwen. Je moet zoeken naar wat je bindt en vertrekken van heel concrete vragen, niet de grote ideologische kwesties, die vaak polariseren.”

In goede en kwade dagen

Tijd, veel tijd dus, en dat in een wereld waar uren in dollars worden geteld… De idee dat een project maximaal 4 à 5 jaar mag duren won in de vroege jaren 80 veld. Vandaag zijn de meeste ontwikkelingspartners het erover eens dat een partnerschap een langetermijnopdracht is, die tijd moet krijgen om te rijpen, hoewel de evaluatie- en monitoringplicht die goede intenties vaak doorkruist. Patrick Develtere: “Noord-Zuidpartnerschappen zijn zoals gemengde huwelijken: er zijn de onvermijdelijke culturele botsingen of onbegrip, maar de beste partnerschappen zijn langdurige relaties waarbij we blijven samenwerken in goede en kwade dagen. There is no shortcut to development. Tijd geven kan je op verschillen-


dossier

n’GO oktober 2012

“De eenzijdige verantwoording door de financieel afhankelijke partner overschaduwt het ownership.” de manieren. Tussendoelstellingen kunnen heel wat druk van de ketel halen. Maar tijd geven is ook de ritmiek van ter plaatse respecteren. Een ngo mag dan een vijfjarenplanning aanhouden, de lokale organisatie heeft haar eigen ritme van vergaderingen, congressen en andere mijlpalen. Ons tijdskader opleggen is geen oplossing.” Dimitri Renmans, KUL-onderzoeker over het EU-buitenlandbeleid in Congo, stelt vast dat het Westen niet erg vertrouwd is met langetermijnprojecten. “We zetten ons vast op een periode van 4-5 jaar en focussen eenzijdig op resultaten. Nochtans heeft het Westen zijn eigen ontwikkeling bereikt met vallen en opstaan en gespreid over vele jaren. Het proces is belangrijker dan het resultaat. De mate van lokale participatie in een project is een veel interessantere indicator van succes dan het beoogde resultaat. Men kan op een slechte manier een goed resultaat halen en anderzijds kan een groep bijzonder goed wer-

18

Ownership en alignment, een dubbelzinnige alliantie Ellen Tijkotte

ken, maar door omstandigheden niet het verhoopte resultaat bereiken."

De impasse van het geld

Tijd dus, maar ook geld. Het hoge woord is eruit. Want hoe bouw je in ’s hemelsnaam een evenwichtige relatie uit als de partner in een financiële afhankelijkheidsrelatie zit? Ellen Tijkotte, trainer in partnerschappen en Management for Development Results bij MDF Training & Consultancy, legt de vinger op de wonde: “Het Noorden zit in een verschrikkelijke tweestrijd. Het wil aan capaciteitsopbouw doen in het Zuiden en streeft naar ownership. Dat betekent dat ze de controle deels uit handen moeten geven en aan de Zuidpartners moeten vragen hoe ze hen kunnen assisteren. Het ultieme doel is immers dat ze zelf overbodig worden. Anderzijds willen de geldschieters weten wat er precies met hun geld gebeurt en dus belanden we toch weer in een situatie waarin eenzijdige verantwoording het ownership in het Zuiden overschaduwt. De gedwon-

Dimitri Renmans onderzoekt aan de KUL het buitenlands beleid van de Europese Unie, vooral in Congo. “Ownership is een centraal begrip in de hedendaagse ontwikkelingssamenwerking, zegt hij. Op het niveau van de samenwerking tussen de EU en de partnerlanden betekent dit dat elk land zelf zijn ontwikkelingsstrategie uitwerkt. De donoren moeten vervolgens hun steun afstellen op wat in het partnerland besloten is en de lokale uitvoeringsorganen gebruiken. Dat noemen we alignment. Maar vaak loopt het daar fout. Veel donoren komen graag met eigen plannen. Als die niet met volle overtuiging worden uitgevoerd en de evaluatie nega-

tief uitvalt, wordt de lokale partner met de vinger gewezen. Nochtans is na een iets grondigere analyse de situatie duidelijk: alignment gebeurt al te vaak op basis van strategieën die niet echt lokaal werden beslist. Je kan geen wereldvreemde structuren opleggen. Het Noorden moet leren accepteren dat de dingen elders anders zijn.”


dossier gen focus op verantwoording brengt vele Noordelijke organisaties in een impasse: het dilemma tussen duurzame resultaten behalen en voldoen aan verantwoordingsverplichtingen.” Patrick Develtere noemt dit een Catch 22.1 “De ontvanger kan niet zeggen dat een voorstel onzinnig is, want dan stopt de geldstroom. Daarom spreekt hij de taal van de schenker. Ontwikkelingspartners staan vaak voor een Samaritaans dilemma. Onderzoek toont aan dat zodra de ene de wil toont om te helpen (en zijn doelstellingen te bereiken), de andere zich in die verhouding nestelt en onbewust een suboptimaal gedrag toont. Hij werkt slechts als instrument van de Samaritaan en in functie van diens doelstellingen. Als de Samaritaan in zijn opzet slaagt, zal hij bereid zijn een volgend project te steunen. Zo zijn er talrijke voorbeelden van absurde projecten in het Zuiden, maar er wordt wijselijk gezwegen. Ontwikkelingssamenwerking kan maar slagen als echt alles gezegd kan worden.”

Zelfoverschatting

Om deze impasse te vermijden, pleit Marc Craps voor een bewustzijn van interdependentie. Samenwerking is geen waarde op zich, stelt hij, want het is niet altijd de meest efficiënte werkwijze. We werken samen omdat het Noorden en het Zuiden op elkaar aangewezen zijn. Velen hebben in het verleden hun autonomie en autarchie overschat, maar botsten

n’GO oktober 2012

19

Artsen zonder vakantie AZV stuurt vrijwillige artsen en verpleegkundigen voor perioden van minimaal twee à drie weken naar Afrika om tijdens hun vakantie hun kennis te delen in lokale ziekenhuizen.

Jan Goossens directeur AZV

“Onze vrijwilligers worden streng geselecteerd.” “Wij schuiven tijdelijk horizontaal in in de lokale organisatie en werken onder de verantwoordelijkheid van de lokale directie, zegt directeur Jan Goossens. Dat impliceert reeds een groot respect voor de lokale gemeenschap. Wij dringen erop aan dat wie als vrijwilliger vertrekt, zich niet baseert op de normen van hier, maar werkt volgens de gebruiken van ter plaatse en met de lokale middelen. Het beginuur van een operatie hangt bijvoorbeeld af

van de lengte van de regenbui waardoor de lokale verpleegster zich moet verplaatsen. Wij moeten niet eisen dat zij om 8 uur starten omdat onze ploeg daar toevallig aanwezig is. Zo zijn er talrijke culturele verschillen, vaak door de leefomstandigheden ingegeven. Verpleegkunde heeft bij ons nog vaak een connotatie van roeping, bij hen is het een job. Als een moeder een kind verliest, is het verdriet niet minder, maar het wordt anders beleefd vanwege hun sterke geloof in het transcendente. Respect voor de lokale bevolking is voor ons erg belangrijk. Daarom worden nieuwe vrijwilligers steeds vergezeld van ervaren collega’s. Jonge avonturiers worden geweerd. Wij zoeken ervaren specialisten met een zekere talenkennis om het persoonlijke contact te vergemakkelijken. De wil om je kennis te delen en een gezonde interesse voor Afrika zijn andere criteria. Wij springen niet lichtzinnig om met onze selectie, want de persoonlijke relaties met het

lokale personeel en de bevolking wegen minstens even zwaar door als wat wij daar technisch realiseren.”

Maria Masson

Directrice van Bureau Diocésain des Œuvres Médicales, Bukavu “Zij komen in functie van onze noden.” “Met de Artsen zonder Vakantie hebben wij een relatie op voet van gelijkheid. Zij komen op onze vraag en op die van de medische diensten van Zuid-Kivu, niet met vooraf vastliggende programma’s. Ze werken binnen onze structuren en vragen wat onze vormings- en materiële noden zijn. Wanneer andere organisaties het gevaar ontvluchten, blijven zij aan onze zijde. Ze logeren ter plekke en blijven ’s avonds informeel napraten. Dit is een menselijke relatie op alle niveaus, een echt partnerschap, met respect voor de cultuur en waarden van de bevolking.”


dossier

n’GO oktober 2012

20

“Om de volksaard écht te leren kennen, lees ik regelmatig lokale romans.” op hun grenzen van middelen en tijd. Ze konden hun werk niet altijd bestendigen na hun vertrek. Een Noordelijke ngo is totaal afhankelijk van de Zuiderse partner, anders krijgt hij op het terrein geen voet aan de grond. Niemand controleert het gebeuren eenzijdig, elk heeft zijn eigen inbreng: geld, expertise, contacten, lokaal prestige, terreinkennis enzovoort. Enkel het besef van wederzijdse afhankelijkheid kan tot een gelijkwaardigheidsrelatie leiden. Patrick Develtere ziet het meeste heil in samenwerkingen met lokale partners die reeds voor de samenwerking bestonden en een missie en strategie hebben. Zij staan in de beste positie om aan Noordelijke ngo’s te vragen om in hun doelstellingen een eind mee te gaan. Voorbeelden zijn de landloze-boerenbeweging in Brazilië of de Self Employed Women’s Association in India.

Vrienden onder elkaar

Isabel Vertriest

Partnerparticipatie staat centraal in het beleid van Oxfam Wereldwinkels. “Oxfam heeft ietwat aparte partnerrelaties omdat we handel drijven met het Zuiden en geen geld of expertise exporteren, verklaart Leo Ghysels (Zuiddienst/Partnerrelaties). “Onze relatie is dus evenwichtig: wij hebben elkaar nodig. Toch maakt de manier waarop je die handelsrelatie invult het verschil. Informele contacten zijn

van het grootste belang. Alleen door lange gesprekken kom je te weten wat er écht aan de hand is, zoals machtsrelaties of corruptie. Door onze langetermijnrelatie bespreken onze partners hun problemen openlijk, als onder vrienden. Onze mensen logeren bij de partners en wanneer zij ons bezoeken hebben wij een bed voor hen klaarstaan. Toch staat die persoonlijke band het professionalisme niet in de weg. Wij spreken zeer duidelijke taal bij commerciële meningsverschillen, maar omwille van die langetermijn- en vriendschapsband, breken we daarmee geen potten.”

Lees eens een boek

Wie relaties zegt, zegt communicatie; wie communicatie zegt, zegt cultuur. Een wespennest waar menig beginner zich op verkijkt. “Jonge collega’s hier in België zetten we vaak aan om de telefoon te nemen in plaats van zich achter tien veilige email te verschansen, zegt Isabel Vertriest (Oxfam Zuiddienst/Partnerschappen). Veel Zuiderse landen hebben immers geen sterke emailcultuur en een oplossing voor een probleem kan dan lang op zich laten wachten. Ik vind het bovendien heel belangrijk om mensen regelmatig in levende lijve te ontmoeten. Ook bij face to face-contacten is veel voorzichtigheid en maturiteit geboden. Je kan mensen gemakkelijk beledigen, zonder kwaad opzet. Om


dossier

Leo Ghysels

“Je verplaatsen in de schoenen van de andere maakt je milder.”

n’GO oktober 2012

de volksaard écht te leren kennen, lees ik regelmatig lokale romans. Ik werkte jarenlang in Nicaragua. Hun mystieke gevoeligheid of de subtiliteiten van hun taalgebruik komen heel sterk naar voren in hun literatuur. Ook enige historische kennis over het land is geen overbodigheid. Heel wat thema’s liggen bijzonder gevoelig en worden beter vermeden of met zachtheid benaderd. Maar ook tussen schijnbaar verwante volkeren vormen kleine verschillen soms de grootste barrières. In Zuid-Afrika spelen tribale verschillen heel sterk en tussen sommige Latijns-Amerikaanse landen zit er een haar in de boter omwille van vroegere twisten. Tussen Nicaragua en Costa Rica bijvoorbeeld, of tussen Ecuador en Peru.” Ook Leo Ghysels heeft na jarenlange Zuidervaring geleerd om de zaken met de bril van de andere te bekijken. “Dat leidt tot vaak confronterende inzichten, zegt hij. Een Palestijnse partner verdedigde ooit Sadam Hoessein. Ik had daar enorm veel moeite mee, maar door de zaken vanuit zijn situatie te bekijken, kon ik meer begrip opbrengen voor zijn standpunt, zonder het evenwel goed te keuren. Je verplaatsen in de schoenen van de andere maakt je milder en helpt je om een persoonlijke visie over een land te ontwikkelen. De grote politieke lijnen zijn slechts een leidraad.” Of hoe het perspectief van de andere steeds weer de sleutel voor samenwerking blijkt.

SYLVIE WALRAEVENS

In Catch 22 maakt het personage Os deel uit van een gevechtseenheid. Hij zou bij zijn oversten willen aangeven dat hij krankzinnig is, maar door dit te verklaren weten ze meteen dat hij het niet is. 1

21

| meer weten… How Do We Help? The Free Market in Development Aid Patrick Develtere (met Huib Huyse en Jan Van Ongevalle): Leuven (2012).

The process of partnership construction: anticipating obstacles and enhancing the likelihood of successful partnerships for sustainable development

Barbara Gray in P. Glasbergen, F. Biermann & A. Mol, Partnerschips, Governance and Sustainable Development. Reflections on Theory and Practice (2007).

Making partnerships work. A practical guide for the public, private, voluntary and community sectors A. Wilson en K. Charlton.

| meer surfen… Ellen Tijkotte: Communicerende vaten: gedeeld ownership Mo* paper: Waarover gaat de toenemende Zuid-Zuidsamenwerking? Ontwikkeling, niet hulp


managen met zin voor realisme

© NOMAD_SOUL - FOTOLIA.COM

hoe pak je het aan…

Weg, die taboes!

n’GO oktober 2012

22

Opgebrand, burn-out. De cijfers van uitgetelde werknemers nemen een hoge vlucht, en niet alleen in bedrijven met een meedogenloze reputatie. Ook ngo’s krijgen de bal in het gezicht. Te veel moeten en te weinig kunnen… een ziekte van de tijd.


hoe pak je het aan…

managen met zin voor realisme

n’GO oktober 2012

23

© STEFAN SCHURR - FOTOLIA.COM

Hoe eisen en middelen in evenwicht brengen Eisen

Eisen

STRESS

RUST

Middelen

Middelen

Elke zichzelf respecterende organisatie stapt bewust of onbewust in de tredmolen: ze legt de lat steeds hoger en elk jaar overstijgen de nieuwe doelstellingen de oude.

Geef een gedetailleerde beschrijving van de doelstelling: tegen wanneer, hoeveel enzovoort.

W

Maak een overzicht van de middelen (tijd, geld, mensen, materiaal) die je ter beschikking hebt. Vaak zal duidelijk worden dat de verhouding tussen eisen en middelen ontwricht is.

e moeten steeds een tandje bijsteken, krijgen niet noodzakelijk extra hulp, maar moeten toch producten of diensten afleveren die aan de hoogste eisen voldoen. En op een dag geraken we niet meer uit de startblokken…Waarom slaan we tilt, terwijl de doelstellingen zo uitdagend zijn, de plannen zo veelbelovend?

1. Maak de eis concreet

2. Breng de middelen in kaart

3. Zoek naar oplossingen Ga op zoek naar bijkomende middelen: tijd (uitstel vragen), hulp, materiaal, … Een

brainstorming over alle mogelijke, ook nietrealistische oplossingen helpt om taboes te ontmaskeren en de deur te openen voor onvoorziene, haalbare alternatieven (bijvoorbeeld: externen inschakelen, reserves aanboren, …). Kies vervolgens uit de brainstorming de oplossingen die je effectief kan uitvoeren.

4. Meet je stressniveau Hoe voel je je bij de nieuwe situatie? Hebben de extra beschikbare middelen rust gebracht? Vaak blijkt een voortzetting van de oefening nodig.


hoe pak je het aan…

managen met zin voor realisme

“Veel ngo’s willen onrealistisch veel doen omdat de nood nu eenmaal erg hoog is.”

Evenwicht tussen de ingezette middelen en de vooropgestelde doelstelling brengt rust. Zodra het stressniveau gedaald is, kan tot actie overgegaan worden.

7. Maak een actieplan Werk een gedetailleerd plan uit om je doelstelling te realiseren, met inbegrip van middelen en timing.

© FRANCOIS DOISNEL - FOTOLIA.COM

5. Stel je eisen in vraag

6. Meet opnieuw je stressniveau

24

Delicaat evenwicht

Hoe eisen en … [vervolg] In vele gevallen zal het inzetten van extra middelen beperkt blijven. Dan dringt zich een volgende stap op: de eisen bijstellen. Je hoeft je doelstellingen niet overboord te gooien, maar hou er rekening mee dat ze misschien niet 100% gehaald worden. Worden de eisen opgelegd door een hiërarchisch hogere? Onderhandel dan met een duidelijke situatieschets voor extra middelen: een dagje meer, een helpende collega,…

n’GO oktober 2012

Om de eenvoudige reden dat we onszelf zaken opleggen of opgelegd krijgen waarvoor we niet voldoende middelen inzetten of aangereikt krijgen: tijd, personeel, kennis, materiaal of geld. Geen wonder dat stress de kop opsteekt. Stress is een signaal dat we niet op de meest adequate wijze aan het handelen zijn. Onze doelstellingen zijn vaak op zich niet onhaalbaar, maar ze vragen een alternatieve managementmethode, een manier om het delicate evenwicht tussen eisen en middelen veilig te stellen. Dat is alvast geen luxe in ontwikkelingssamenwerking, waar meer dan in welke sector ook het (on)bedekte verlangen sluimert om de wereld te verbeteren, terwijl de middelen erg schaars zijn, de uitdagingen bijzonder groot en het aantal uren in een dag schrijnend beperkt.

Eisen en middelen in de weegschaal

Een heel eenvoudige, maar uiterst doeltreffende methode om onze ambities en de beschikbare middelen realistisch in te schatten, is de eisen-middelenpiramide. Het is een praktische oefening die ons leert om onze obsessie voor het resultaat te laten evolueren naar een focus op het hoe. De eisenmiddelenpiramide berust op de volgende kernidee: wanneer de basis van middelen te smal is om het gewicht van de eisen te dragen, is de piramide wankel. De eisen-middelenpiramide keert de verhoudingen om, zodat onze doelstellingen gedragen worden door een brede ba-


sis van middelen. Dat brengt rust, een absolute voorwaarde om tot actie te kunnen overgaan.

Een dosis realisme

Maar wat als de middelen veelal vastliggen en bovendien beperkt zijn, zoals maar wat vaak het geval is in ontwikkelingssamenwerking? Dan is het evenwicht herstellen niet zomaar een kwestie van extra middelen inzetten. In de ngo-realiteit zal de eisen-middelenpiramide pas stabiel zijn wanneer we ook onze eisen bijstellen. Heel wat ontwikkelingsorganisaties zijn immers in hetzelfde bedje ziek: onrealistisch veel willen doen omdat de nood nu eenmaal erg hoog is.

Uit de impasse

Velen die de oefening toepasten, in groepsverband of individueel, ontdekken de eisen-middelenpiramide als een ware eye-opener. Wat tevoren een onoverkomelijke opdracht

managen met zin voor realisme

lijkt, wordt nu toch haalbaar en bevattelijk. En dit geldt voor de meest simpele tot de meest complexe uitdagingen. Toch valt of staat het succes van de oefening met de bereidheid van de deelnemers om de uitdaging aan te gaan. Wanneer mensen opgesloten zitten in een vastgeroest kader (‘dat hebben we allemaal al geprobeerd en het haalt niets uit’), is het aangeraden eerst met andere oefeningen een mentale opening te bewerken. SYLVIE WALRAEVENS

n’GO oktober 2012

© SERGEJ RAZVODOVSKIJ - FOTOLIA.COM

hoe pak je het aan…

25

| meer weten De eisen-middelenpiramide is een oefening die voorkomt in de module ‘sturing van de mentale modi’ van de basisopleiding ‘Neurocognitieve en Gedragsmatige Methode’.

Wijzer van stress Jacques Fradin. Éditions Eyrolles (2008).

“Wanneer de basis van middelen te smal is om het gewicht van de eisen te dragen, is de piramide wankel.”


n’GO oktober 2012

26

© MISSING35MM - ISTOCKPHOTO

instrument Kasàlà

Een lofzang op de identiteit Kasàlà is het bejubelen van iemands identiteit. Deze kunst uit de Afrikaanse mondelinge traditie houdt in dat men iemand anders of zichzelf bewierookt. De bloem strelitzia is het symbool van Kasàlà: een innerlijke vlam die oplaait, een verscheidenheid aan kleuren en een opheffing van de grenzen.


© AUDIOSLAVE - FOTOLIA.COM

instrument Kasàlà

V

oor een Cartesiaans denkend persoon is het moeilijk te begrijpen wat men verstaat onder ontwaken van het potentieel, in gang zetten, of innerlijke rijkdommen. En als deze concepten in de praktijk worden toegepast, zorgen ze voor nog meer onduidelijkheid. Jean Kabuta, emeritus hoogleraar aan de Universiteit van Gent en stichter van de vzw Kasàlà, toont ons hoe we onze innerlijke krachten kunnen doen ontwaken. Al meer dan 20 jaar bestudeert hij één van de centrale elementen van de Afrikaanse retoriek.

n’GO oktober 2012

27

Van Senegal tot Zuid-Afrika, heel SubSaharisch Afrika kent en beoefent deze kunst. In Congo wordt ze Kasàlà genoemd. Kasàlà zet iemands kwaliteiten, geschiedenis en banden met de anderen en zijn omgeving in de verf. | hoe werkt het?

Oorsprong

Uitvergroten en bejubelen

In zijn traditionele vorm wordt de tekst opgesteld rond de naam van een persoon. In eerste instantie de eigennaam van een persoon, maar ook plaatsnamen worden gebruikt, of namen die naar de voorouders, cultuur of bevolkingsgroep verwijzen. Sommige kunstenaars halen er zelfs voorwerpen of flora en fauna bij.

Het basisprincipe is dat men de eigenschappen die men ontdekt benadrukt door te overdrijven of ze zelfs buiten proportie voor te stellen. Door zich sterk uit te drukken geeft men meer gewicht aan wat gezegd wordt. Door de bejubelde persoon te bewonderen, geven we hem een centrale plaats.

De persoon

Effecten

In zijn meer universele vorm verbindt Kasàlà voordelen aan karaktertrekken, individuele prestaties en intermenselijke relaties, aan alle kenmerken die de identiteit van een persoon vormen. De bedoeling is vooral om kwaliteiten op te sommen.

Deze geconcentreerde dosis vriendelijkheid, deze erkenning van de persoon geeft bijna automatisch een boost aan het zelfvertrouwen en versterkt de daadkracht.


instrument Kasàlà

n’GO oktober 2012

“Hoe kan je mensen hun toekomst zelf in handen laten nemen?’’

| de sterktes ––Het instrument is uitermate efficiënt. De reacties zijn innerlijk voelbaar en uiterlijk zichtbaar. ––Het lokt een verantwoordelijkheidsgevoel uit. Het fatalisme verdwijnt en een besef van verantwoordelijkheid voor toekomstige levensplannen komt in de plaats. ––Door zijn universele karakter kan het instrument overal ingezet worden en zonder materiële investering. ––Kasàlà gebeurt meestal in het openbaar. Daardoor wordt het instrument makkelijk verspreid. Bovendien zorgt het publieke karakter voor een sociale controle, waardoor de duurzaamheid van de actie verzekerd wordt.

© JGHOSTSTONE - FOTOLIA.COM

Zelfrespect

“Ik gebruik Kasàlà als instrument voor ontwikkeling. Het is een uiting van lof voor iemand anders of voor jezelf in geschreven of gesproken vorm. Als vertrekpunt gaat men ervan uit dat iedereen in meer of mindere mate beschadigd is. In Afrika hebben de slavenhandel, de kolonisatie en dictaturen diepe sporen nagelaten in de identiteit. Deze opeenvolgende gebeurtenissen hebben voor een negatief zelfbeeld gezorgd. Ik vroeg mij af hoe ik dit beeld kon omkeren. Hoe kan ik mensen hun zelfrespect vergroten en hen hun eigen toekomst in handen laten nemen?” Jean Kabuta vond inspiratie in de wortels van zijn cultuur. “Ik werd me bewust van de kracht die Kasàlà met zich meebrengt. Het is ongelooflijk om te zien wat voor een effect het teweegbrengt als mensen hun eigen krachten begrijpen, en als je ze op

28

| de beperkingen –– In sommige gevallen zet Kasàlà enkel het proces in gang. Daarom is individuele begeleiding aangewezen, wat een grote persoonlijke investering vereist. –– Al beweert het instrument universeel te zijn, toch moet het aan de context worden aangepast. Het gaat altijd om iemands sterktes, maar afhankelijk van de omgeving en de gangbare manier van doen kan het wat moeilijker liggen.


instrument Kasàlà

n’GO oktober 2012

29

| getuigenissen

© JEAN KABUTA

Roger Kabeya, Jurist en Expert1

een positieve manier een nieuwe plaats geeft in hun omgeving. We hebben bijvoorbeeld heel wat vernederde vrouwen kunnen helpen door hen te leren of eraan te herinneren dat ze waardevol zijn, dat ze iets betekenen. Ook hebben we gemerkt dat er op de plaatsen waar we de methode hebben toegepast, een aantal handelingen, zoals bedelen, verdwenen.”

Van Zuid naar Noord

De initiatieven van Jean Kabuta en zijn team hebben het instrument een universele dimensie gegeven. Onlangs was hij nog aanwezig op de top van de Franstalige gemeenschappen in Kinshasa. Ook buiten de Afrikaanse context werden al sterke resultaten vastgesteld. “Onze organisatie

Jean Kabuta

wil deze kunst verspreiden zodat er zo veel mogelijk mensen voordeel uit kunnen halen. Zelfrespect verhogen is een meerwaarde voor iedereen. Deze boodschap is goed aangekomen. Zo geven we binnenkort een opleiding aan 800 medewerkers van een groot Bel20-bedrijf. Ook in Canada zijn specialisten in de pedagogie van de Universiteit van Québec in Rimouski nieuwe instrumenten aan het ontwikkelen die nog gebruiksvriendelijker zijn.” Natuurlijk wordt ook het ontwikkelingswerk niet vergeten. “Als ngo’s ervoor openstaan en bescheiden genoeg zijn om te erkennen dat er ook efficiënte technieken uit Afrika kunnen komen, willen wij graag onze ervaringen delen.”

« Dit instrument zou veel meer verspreid moeten worden en ingepast in onze dagelijkse gewoonten. In Congo ontbreekt er duidelijk een middenklasse: ofwel ben je rijk, ofwel ben je arm. Kasàlà overtuigt iedereen ervan dat hij waardevol is en dat de gemeenschap op hem mag rekenen. We hebben allemaal redenen om te geloven dat we iets kunnen bijdragen aan de maatschappij of dat we tot meer in staat zijn dan we al hebben laten zien. Het is een andere manier om naar het leven te kijken, via de eigen cultuur. Ik zou zelfs durven stellen dat Kasàlà een instrument kan zijn in dienst van de veiligheid en de vrede waaraan de regio van de Grote Meren zo nood heeft. »

In het Regionaal Onderzoeks- en Documentatiecentrum over Vrouwen, Geslacht en Vredesopbouw in de Streek van de Grote Meren. 1


instrument Kasàlà

n’GO oktober 2012

30

| de Kasàlà van Kasàlà Ik ben KASÀLÀ © FOTOWERK - FOTOLIA.COM

Ik verenig vrouwen en mannen Die het woord van het hart spreken. Ze bevrijden en verspreiden de Kasàlà, Deze scheppende adem Van Afrikaanse inspiratie Transformeert in de diepte Het magma van onze schaduwen

Een nieuwe mens

Uiteindelijk is de grootste troef van dit instrument zijn indrukwekkende slaagpercentage. “Ik gebruik het al meer dan 20 jaar en het werkt nog altijd! De emoties die vrijkomen liegen er niet om. Het geloof dat de mens in essentie de macht heeft om zijn eigen leven te leiden, doet wonderen. Wat ik eigenlijk wil bereiken is niet de ontwikkeling van Afrika of een ander deel van de wereld. Ik wil meehelpen aan de ontwikkeling van een nieuwe mens, onafhankelijk van nationaliteit, status of rijkdom. Ik geloof dat we andere manieren kunnen vinden om samen te leven, in een grotere mensheid.”

RENAUD DEWORST

De vzw Kasàlà geeft overal in België opleidingen en workshops. Voor meer info, contacteer het team via info@kasala.be

| getuigenissen

In creatief en warm licht.

Laurence Delperdange, Animatrice

Mijn verlangen, mijn bestaansreden?

« Ik gebruik Kasàlà in de gevangenis van Nijvel. De bedoeling is dat de gevangenen hun zelfbeeld kunnen opbouwen met de hulp van zelfbejubeling. De binding met het 'zelf' is heel sterk bij Kasàlà en dat is niet altijd eenvoudig in een gevangeniscontext: ze hebben niet de gewoonte om over zichzelf te spreken. Maar beetje bij beetje laten de positieve resultaten zich voelen. Voor hen die de workshop volgen, is het een klein moment van geluk waarin ze zichzelf terugvinden.»

Dat overal en bij iedereen Waardigheid op de voorgrond komt Verbindt, zich verheft en zich verspreidt. Martine Dory

U kent een interessant werkinstrument dat waardevol is in een context van ontwikkelingssamenwerking? Laat het ons weten!


blog-notes

n’GO oktober 2012

| stem van de expert

31

Sylvain Luc

Sylvain Luc is lector aan de Universiteit van Namen, gastprofessor aan de KU Leuven en hoofdassistent in de Master in Sociale Engineering en Actie aan HELHaHENALLUX. Zijn wetenschappelijk werkveld is organisatorisch gedrag, met name individueel en collectief gedrag binnen organisaties. Hij is ook partner van AKAWA, opleidingscentrum en consultancy in organisatieaspecten.

Heldhaftigheid in ontwikkelingssamenwerking. Een noodzakelijk kwaad?

I

n het kader van een ontwikkelingsprogramma in Burkina Faso besloot een westerse organisatie enkele jaren geleden om de reis naar school van kleine kinderen te verlichten. Voordien moesten ze minstens anderhalf uur per dag lopen om in de dichtstbijzijnde school te geraken. Om hun reistijd te verkorten besloot een vereniging deze kinderen te

voorzien van fietsen. De kleintjes deden er in het begin dan wel maar een half uur over om op school te geraken, toch had het project desastreuze gevolgen. De vereniging had met de beste wil van de wereld fietsen opgestuurd, maar was vergeten om ook het nodige gereedschap mee te geven om ze te herstellen. Gevolg: lekke banden door de aarden wegen, vervormde wielen, losse kettingen

enzovoort. Al snel maakte de vreugde van de kinderen plaats voor een gevoel van vernedering: “Zij zijn van zo ver gekomen om ons te helpen, en wij zijn niet eens in staat om wat ze ons gegeven hebben te onderhouden…” Het is een schoolvoorbeeld, en iedere ontwikkelingswerker kan er zo tientallen geven. Het voornaamste probleem hierbij is dat men te weinig vooruitziet,


blog-notes

n’GO oktober 2012

32

“Als jij de held bent, wordt de ander als een slachtoffer beschouwd. Door het slachtoffer te redden krijgt je ego een boost, wat dan weer onbewust kan leiden tot een relatie van afhankelijkheid.”

Volgens mij gaat het hier niet alleen om kleine vergeetachtigheden in het proces, maar om een heuse afwijking, een uiting van het onbewuste. Vanuit die invalshoek is het niet langer de vraag of er op lange of korte termijn is gedacht. De vraag is eerder welke psychologische elementen ertoe hebben geleid dat men de mogelijkheid van een lekke band over het hoofd kon zien. Iets wat iedereen zelfs op verharde wegen al eens heeft meegemaakt. Met andere woorden, hoe komt het dat ontwikkelingswerkers in sommige gevallen voorbijgaan aan evidenties? De analytische psychologie van Carl Gustav Jung, en in het bijzonder het

concept van het archetype ‘de held’, geeft ons naar mijn mening een gepast interpretatiekader voor dit fenomeen. Het archetype van de held is potentieel aanwezig in ieder van ons en kan geactiveerd worden als we geconfronteerd worden met ongeluk. Het kan ons bevrijden uit beangstigende situaties en drijft ons tot actie en zelfoverstijging. In ontwikkelingswerk duwt het ons in de rol van een strijder voor het goede doel. Het archetype van de held bindt ons aan de ander door empathie, geeft ons een sterk gevoel van medeleven en zet ons aan tot actie. Vanuit het standpunt van het collectief bewustzijn is het een ideaal gedragstype. In mythes, film en literatuur is dit archetype schering en inslag. Een van de grootste problemen van dit archetype is dat het kinderlijke fantasieën kan oproepen, wat ten koste gaat van bewustzijn en gezond verstand. Kortom, het archetype van de held wakkert een

© BOWIE15/123RF

onvoldoende nadenkt of gewoonweg zijn gezond verstand niet gebruikt. Dergelijke voorbeelden worden in elk opleidingsprogramma in de context van ngo’s gegeven om te tonen hoe het niet moet, om stil te staan bij de duurzaamheid van oplossingen voor “mensen in nood”, en om niet op korte maar op lange termijn te denken.


blog-notes kinderlijk narcisme aan. Als jij je als held opwerpt, reduceer je de ander tot slachtoffer. Door het slachtoffer te redden krijgt je ego een boost, wat dan weer onbewust kan leiden tot een relatie van afhankelijkheid. De rol van slachtoffer is eveneens een vorm van kinderlijk narcisme, aangezien men aanvaardt dat de ander zich over hem ontfermt. Uiteindelijk raken ontwikkelingswerkers, zonder dat ze zich daarvan bewust zijn, vervreemd van deze relatie en wordt dit pervers systeem van afhankelijkheid bestendigd. Dat men vergeet gereedschap mee te geven om fietsen te herstellen, betekent ook dat de afhankelijkheid in stand wordt gehouden, doordat de slachtofferrol wordt versterkt en men opnieuw zijn ego kan bevredigen. Uiteindelijk komt de relatie in een vicieuze cirkel terecht, met afhankelijkheid in plaats van zelfoverstijging als doel.

33

Deze valstrikken vermijden is geen sinecure omdat de heersende beeldvorming over ontwikkelingswerk zowel ontwikkelingswerkers als hun doelgroep doen denken in een relatie van “held versus slachtoffer”. Dit beeld doorbreken is zonder twijfel de eerste stap naar een verstandige relatie en zinvolle acties die niet als doel hebben het ego te bevestigen. En zoals de mythologie ons leert, is de held niets zonder zijn oude leermeester…

“Het archetype van de held bindt ons aan de ander door empathie, geeft ons een sterk gevoel van medeleven en zet ons aan tot actie.”

n’GO oktober 2012

Maandelijks e-zine uitgegeven door Ec hos Communication Rue Coleau, 30 1410 Waterloo België +32(0)2 387 53 55 Verantwoordelijke uitgever Miguel de Clerck miguel.declerck(at) echoscommunication.org Hoofdredacteur Pierre Biélande pierre.bielande(at) echoscommunication.org Redactie Renaud Deworst renaud.deworst(at) echoscommunication.org Sylvie Walraevens sylvie.walraevens(at) echoscommunication.org Vormgeving Bertrand Grousset Layout Thierry Fafchamps

Abonneer u gratis op het magazine. Klik hier! Vind Echos Communication op het Internet www.echoscommunication.org


© OXYGEN64 - FOTOLIA.COM

agenda

n’GO oktober 2012

Nieuwe NoordZuidtrends in mondialisering Deze vorming wil de deelnemers kritische analyse-instrumenten aanreiken m.b.t.recente tendensen die de NoordZuidrelaties (opnieuw) vormgeven. In een multipolaire wereld in crisis kan dit nuttig zijn! Wie? CETRI met de steun van FUCID Wanneer? vijf woensdagen tussen 17 oktober en 21 november Waar? Namen Info: www.cetri.be

Opleiding: Interculturele communicatie Drie dagen intensieve vorming rond het TOPOI -model, ontwikkeld door Edwin Hoffman. De (inter-)persoonlijke, situationele en culturele factoren worden beschreven en geanalyseerd. Wie? CIMIC Wanneer? 12, 13 en 27 november Waar? Mechelen Info: www.cimic.be

MO*-debatten MO*Magazine organiseert een aantal debatten rond ontwikkelingsthema’s, diversiteit en samenwerking. Bij de thema’s van november o.a.: –– Latijns-Amerika, een continent in verandering –– The (non)sense of a Financial Transaction Tax as an innovative development financing instrument –– Africa on the rise, the beginning of a Golden Age for Africa? –– Gekleurd talent –– South-South cooperation: on whose terms? Wie? MO* Wanneer? Meerdere data in november Waar? Brussel, Antwerpen en Gent Info: www.mo.be/agenda

34

Symposium over (post-)ont­ wikkeling Een dagprogramma waarin de interventiewijzen en visies op ontwikkeling voorgesteld of bediscussieerd door een mooi geheel van experten. Wie? Africa Platform van de Universiteit Gent Wanneer? 7 dec. 2012 Waar? Gent Info: http://www.gap.ugent.be/ GAPSYM6en

Afrikadag in Nederland Afrikadag is het grootste evenement over Afrika in Nederland. Afrikanen nemen er zelf het woord, in het publiek of op het podium. Wie? Evert Vermeer Stichting Wanneer? 17 nov. Waar? Amsterdam Info: http://www.afrikadag.nl/ index

© LIRAVEGA - FOTOLIA.COM


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.