ON T W I K K EL I NG S SA ME N W ER K I NG E N ME NSEL I J K E R EL AT I E S
En de wereld schiep
de vrouw
Blog-notes... Rita El Khayat : Vrouwen en ontwikkeling
Portret Instrument Ontmoeting Empowerment met van France Donnay vrouwen
Nr8
februari 2013
N8 r
n’GO februari 2013
radar P.3
blog-notes P.34 Rita El Khayat
instrument P.28
Empowerment van vrouwen
| vooraf
Kwaliteit van beslissingen…
Miguel De Clerck
Directeur Echos Communication
hoe weet je… wie er beslist in je hoofd? P.23
n e t h c e r n e w u o r V gewogen dossier P.14 over gender en ontwikkeling
COVER © DAVID MONJOU - FOTOLIA.COM
portret P.8 France Donnay
2
Is het thema gender niet een schaalmodel van ontwikkelingssamenwerking in het algemeen, met dezelfde uitdagingen? In dit nummer is er vaak sprake van empowerment en ownership. Vrouwen zien emanciperen is één zaak; het hen opleggen iets heel anders. Deze bedenking heeft alles te maken met zelfbeschikking en duurzaamheid. De genderkwestie opent ook een ander debat: hoe laten we de realiteit op het terrein volgen nu op juridisch vlak grote vooruitgang is geboekt? Veranderingen realiseren op het terrein betekent onmiskenbaar steun geven aan individuele acties – en niet enkel van vrouwen –, want wie de context waarin hij of zij handelt perfect beheerst, kan als geen ander de hefbomen voor verandering vinden. Tot slot geven de verschillende getuigenissen ons, actoren in ontwikkelingssamenwerking, een grote les in nederigheid: we moeten er vooral zijn om te luisteren naar de mensen met wie we werken.
Abonneer u gratis op het magazine. Klik hier! Vind Echos Communication op het Internet www.echoscommunication.org
een andere kijk
n’GO februari 2013
3
Willen is kunnen
Foto van de maand
Uttar Pradesh, India. Elke ochtend komen kinderen uit de naburige sloppen toe op dit stukje grond onder een metrobrug: blootvoets, met een matje en een bezem om de plek schoon te vegen. Want de rest van de voormiddag is er school! Rajesh Kumar Sharma geeft samen met een vriend dagelijks onderwijs aan 45 kinderen die hij de bagage wil meegeven om hun armoedige thuissituatie op een dag te overstijgen. Zelf moest hij voortijdig school verlaten en hij wil dit andere kinderen besparen. Wat een basic conditions, maar wat een vastberadenheid en waardigheid... leraars in een nette outfit, kinderen helemaal bij de les, alleen maar gelukkige gezichten. De drang naar onderwijs en toekomstperspectief blijkt één van de krachtigste menselijke drijfveren, die aan de grootste obstakels het hoofd biedt. (foto : Altaf Qadri )
‘‘I am capable’’
Mannen en vrouwen hebben intrinsiek eenzelfde gamma kwaliteiten. Beide groepen moeten gewoon de kansen krijgen al hun kwaliteiten te ontwik-
n’GO februari 2013
kelen. Pas dan kunnen we mannen en vrouwen onbevooroordeeld inzetten in functie van wat we van onze maatschappij willen maken en welke competenties daarvoor nodig zijn. Dit is één van de stevige stellingen die u zal lezen in ons dossier over vrouwen
4
en ontwikkeling. Deze kleine videomontage van 10x10, een wereldwijde campagne voor onderwijs voor meisjes, verkondigt dezelfde simpele maar kritieke waarheid in beeld. Zie video… Meer weten
© HTTP://10X10ACT.ORG/
een andere kijk
een andere kijk
5
© HTTP://WWW.CRDT.ORG.KH/
n’GO februari 2013
| Ngo eet uit diverse potjes
“Kleine ngo’s moeten hun inkomsten diversifiëren en zo zelfbedruipend mogelijk worden.” Dit zijn niet de woorden van een vermoeide sponsor, maar het advies van een Cambodiaanse ngo die een heel diverse fundingstrategie op poten heeft gezet. Het Cambodian Rural Development Team ijvert voor voedselzekerheid en
milieubescherming in Cambodia. Ondanks sponsoring van internationale donoren, zocht de ngo een zekerdere financiële situatie. Na zorgvuldig marktonderzoek stampte de organisatie het project Conversations with foreigners uit de grond.
Het succesvolle initiatief van betaalbare lessen Engels door native speakers komt zowel de ngo, de vrijwillige lesgevers als de studenten ten goede omdat het initiatief ook een model van interculturele uitwisseling stimuleert. De trein staat ech-
ter niet stil: al snel volgde een ecotoerismeproject en er zijn plannen voor een ecoboerderij en een rurale microkredietservice. Laat u inspireren! Ontdek de ngo
© SARACIN - FOTOLIA.COM
een andere kijk
n’GO februari 2013
6
Jean-Baptiste Meyer, Policy implications of the brain drain’s changing face
u 360° Voor gelezen
Van brain drain naar brain circulation
In een tien jaar oud artikel met nog steeds hoge actualiteitswaarde duidt de sociale economist Jean-Baptiste Meyer op de noodzaak om het vertrek van hoogopgeleide wetenschappers uit onderontwikkelde landen anders te bekijken. OESO-cijfers tonen aan dat ongeveer een derde van gekwalificeerde wetenschappers en ingenieurs die in een ontwikkelingsland geboren worden, hun weg vinden naar het Noorden. Vroeger werd dit onomwonden en negatief brain drain genoemd. Dit paradigma moet volgens Meyer plaats maken voor het paradigma van de brain circulation. Door de verhoogde mobiliteit en communicatiemogelijkheden, hoeft het resultaat niet noodzakelijk dramatisch te zijn voor het thuisland. De echte uitdaging is om het proces in goede banen te leiden, zodat zowel het gastland als het thuisland er baat bij hebben. Deze zienswijze wint steeds meer terrein, maar het fenomeen brain circulation is complex en dat zijn ook de oplossingen.
Ontwikkeling in woorden
De Sérères
n’GO februari 2013
7
Elke maand maakt Odile Tendeng een taalkundige analyse van de interpretatie van het woord ‘ontwikkeling’ in een Afrikaanse taal.
| op de letter
D
e Sérères wonen in het centrum-westen van Senegal tot aan de grens met Gambia. Het is de derde grootste bevolkingsgroep van het land na de Wolofs en de Pulaar. Hun gemeenschap is hiërarchisch opgedeeld, maar minder strikt dan bij de Wolofs of de Pulaar. De Koninklijke familie staat bovenaan. Daaronder staan de vrije mannen en de mensen uit het kastensysteem: vertellers, schoenmakers, pottenbakkers enzovoort. Een van de opvallendste karakteristieken van de Sérères is hun matrilineair systeem. De moeder krijgt een belangrijke plaats toebedeeld. Bij een belangrijk evenement staat haar broer naast de kinderen en niet de vader. Die oom zegent bijvoorbeeld het huwelijk van zijn neef of nicht en dus niet de vader. Het is een heel solidair volk dat veel aandacht heeft voor elk individu van de ge-
meenschap. Als er iemand ziek valt tijdens het ploegseizoen, komt het dorp bij elkaar om samen zijn land te bewerken of als door een brand de oogst werd vernield, zal elk lid van de gemeenschap een pot graan schenken aan de getroffene. Hij houdt er uiteindelijk nog meer graan aan over dan de andere dorpsgenoten. De aarde is ook geen eigendom van het individu maar van de nakomelingen. De oudste van de familie beheert de grond en verdeelt hem onder de familieleden. Grond is heilig, want hij werd bewerkt door de voorouders, die nog altijd in de buurt zijn omdat ze er begraven werden. Daarom is het voor de Sérères moeilijk om te verhuizen. Want verhuizen betekent de begraafplaats van de voorouders verlaten en dus hun dierbaren achterlaten, zij die er alles voor hebben gedaan opdat hun nakomelingen verder zouden kunnen leven.
in de Sérère-taal
Letterlijk wordt de term “ontwikkeling” bij de Sérères vertaald door: 1. Naat : openbloeien, overvloedig zijn (zoals een overweldigend bladerdak van een boom); 2. G nadjie : lopen, vooruitgaan, verdergaan (in het algemeen, ook met betrekking tot de gezondheid…); 3. Djoff a paam : vooruitgaan (in de ruimte); in de zin van verwerven van materiële zaken; 4. Djegg : hebben, bezitten in de materiële zin, iets wat niet direct bij ontwikkeling aansluit. Voor de Sérères is de enige passende term voor ontwikkeling ‘Naat’, want volgens hen gaat ontwikkeling niet over materiële goederen maar over de rijkdom in de vorm van familie. Een familie die veel nakomelingen heeft, waaronder veel vrouwen, is een rijke familie. Zelfs al zijn de mensen arm, het feit dat ze met velen zijn betekent dat ze elkaar kunnen steunen en in elkaars behoefte kunnen voorzien.
© GENTIL FRANCOIS - FOTOLIA.COM
De Sérères : “De mens is zijn bloedverwantschap” (Er gaat niets boven familie)
“Ontwikkeling”
portret
n’GO februari 2013
8
France Donnay Expert in gezondheid van moeders
“We moeten niemand de les gaan lezen”
portret
n’GO februari 2013
9
Hoe evolueer je van gynaecoloog-verloskundige in Brusselse ziekenhuizen tot verantwoordelijke voor gezondheidsprogramma’s voor moeders bij de grootste stichting ter wereld? «Het is een lang proces dat uit 80% werk en 10% geluk bestaat. De laatste 10% is ondefinieerbaar.»
1950
| bio
Geboren te Luik
1974
Diploma geneeskunde
1983
Diploma gynaecologie en verloskunde
1983 > 94 1994 Combineert de praktijk in Brussel met buitenlandse missies voor OMS, AZG en Dokters van de Wereld
Sluit zich aan bij UNICEF in New York (programma’s en beleid van zwangerschap zonder risico’s)
1999
Wordt lid van de UNFPA (United Nations Fund for Population Activities)
2005
Leidt het nationaal agentschap van UNFPA in Pakistan
2008
Wordt verantwoordelijke voor gezondheidsprogramma’s voor moeders bij de Foundation Bill & Melinda Gates
portret
n’GO februari 2013
E
r zijn dingen die je niet kan uitleggen. De wil om dokter te worden en de droom om de wijde wereld in te trekken maken hier deel van uit. “Op mijn vijftiende was dit een van de mogelijkheden die voortdurend in mijn hoofd speelde”, herinnert France Donnay zich. “Na mijn studies kon ik direct beginnen in een ziekenhuis in Brussel en in dezelfde periode kon ik in het buitenland op missie gaan. Daardoor heb ik tegelijk ervaring in ziekenhuizen én in publieke gezondheid opgedaan.”
Tussen twee waters
Van Cambodja, via Oost-Europa tot Guinee heeft France Donnay haar deskundigheid kunnen delen in zeer verschillende contexten. “In Tsjaad heb ik een heel sterke ervaring gehad. In 1984 was ik de enige gynaecologe ter plaatse! We hebben veel moeders kunnen redden, maar er ging geen week voorbij zonder een overlijden. Dit weegt zwaar als je weet dat dit er in België niet meer dan 20 per jaar zijn. Deze sterfgevallen hebben me echt geraakt. Ik
10
| getuigenis
Pierre Grand, collega bij de Bill & Melinda Gates Foundation
« France is niet alleen een gerespecteerd expert binnen en buiten de organisatie op vlak van gezondheid van moeders, maar ook een mentor voor ons beginnend personeel. Het gaat hier om wetenschappers die in haar domein werken en administratief personeel. Ze is zeer vrijgevig met haar tijd en raad, vooral voor de minder ervaren leden van haar ploeg. Ze geeft hen vaak belangrijke functies zodat ze mee kunnen sleutelen aan het ontstaan en het beheer van onze strategieën en investeringen. Zo denken ze mee en komen ze er ook sterker uit. »
“Als je ontwikkelingswerk wilt doen, moet je reizen”
portret
n’GO februari 2013
11
PHOTO COURTESY OF: BILL & MELINDA GATES FOUNDATION/OLIVIER ASSELIN
herinner me nog elke vrouw. Naast al die momenten waarop we ons machteloos voelden, was er ook plaats voor verbazing over de kracht van de Afrikaanse vrouwen. Sommigen kwamen aan in het ziekenhuis na een voettocht van een paar dagen. Hun weerstand tegen fysieke en psychologische pijn is verbazingwekkend.” Dertig jaar later is France Donnay vanuit Seattle nog altijd actief in de vier windstreken. “Ik ontmoet overheden en partnerorganisaties. Ik assisteer bij interventies of opleidingen. Ik ga de werkomstandigheden bekijken en de staat waarin de ziekenhuizen verkeren. Ik ben er vooral om te luisteren naar de mensen met wie we werken, want het is niet de taak van een hulpverlener om direct tussenbeide te komen. Het doel is projecten te ontwikkelen in nauwe samenwerking met de mensen die tussenbeide zullen komen.”
Een vrouw in goede gezondheid
Hoewel de middelen geëvolueerd zijn, is de motivatie dezelfde gebleven: de zwangerschap en bevalling zo goed mogelijk laten verlopen. “Een gezonde vrouw is ook iemand die werk moet kunnen vinden, mee voor de opvoeding kan instaan van kinderen en kan deelnemen aan het fami-
|D e Bill & Melinda Gates Foundation
liale leven. Om dit te bereiken is meer nodig dan alleen maar zorg verschaffen aan toekomstige moeders. In veel traditionele culturen hebben zwangere vrouwen niet veel inspraak. Ze maakt deel uit van een grote familie, vaak die van haar man. Hier hebben doorgaans de schoonmoeder en de echtgenoot het meest te zeggen. Daarom betrekken we de gemeenschap zo veel mogelijk in de bepaling van programma’s.” En programma’s, daar heeft ze ervaring mee, in de analyse ervan en in het ontwerp.
De organisatie werd gesticht in 2000 met als doel de publieke gezondheid te promoten en wereldwijde kennis te verwerven. Sinds haar ontstaan heeft ze al meer dan 25 miljard dollar toegekend onder de vorm van beurzen en steungeld aan programma’s in meer dan 100 landen. Ze heeft een duizendtal werknemers, onder wie heel wat internationaal gerenommeerde experts. Dit jaar heeft Bill beslist om in te zetten op vaccinatiecampagnes, terwijl Melinda de gezinsplanning voorop wil stellen. Van deze gelauwerde en bekritiseerde stichting met haar schijnbaar onuitputtelijke fondsen hebben we het laatste nog niet gezien.
“Mijn Pakistaanse collega’s vonden terecht dat zij de leiding moesten hebben. Ik mocht mijn technische kennis aanbrengen.”
portret
“
We moeten de mensen zelf laten beslissen, zelfs als we denken dat hun beslissing niet de juiste is. Door hen te vertrouwen ontstaat er een soort collegialiteit. Spanningen geraken erdoor opgelost.
n’GO februari 2013
12
Zowel bij UNICEF, de Bill & Melinda Gates Foundation als het Bevolkingsfonds van de VN heeft ze mee het beleid ontwikkeld omtrent de gezondheid van moeders. Altijd schipperend tussen veldwerk en politieke vergaderingen, tussen deelnemen aan acties en het uitwerken van technische en inhoudelijke aspecten van programma’s. “Een programma laten evolueren is een traag proces dat 20 jaar in beslag kan nemen. Eerst is er een onderzoeksfase van enkele jaren. Dan moet er tot een consensus gekomen worden over de interpretatie van de verzamelde gegevens. Daarna worden programma’s en actieplannen opgesteld, voordat er echt tot actie kan worden overgegaan. We proberen dit sneller te laten verlopen, maar dat is niet evident. Er zijn heel wat middelen beschikbaar om tijd te winnen, maar dat mag ook geen obsessie worden. Het belangrijkste is programma’s opstellen die werken. Tussen 1990 en 2010 is de moedersterfte gedaald met 40%, een duidelijk bewijs van de kwaliteit van de programma’s en partners.”
Op zoek naar evenwicht
Sinds de jaren 80 zijn niet alleen de communicatietechnologie en de medische techniek veranderd. Ook de algemene context en de mentaliteit evolueren voortdurend. “In het begin van mijn carrière dacht ik, zoals iedereen, dat er ontwikkelde en onderontwikkelde landen bestonden. Maar gaandeweg voelde ik me minder goed bij die gedachte. Vandaag wordt dit duidelijker: terwijl het Westen aan het worstelen is, zijn andere landen aan het opkomen.
portret
n’GO februari 2013
13
| getuigenissen Er is een nieuw evenwicht aan het ontstaan. Europa en de Verenigde Staten kampen overigens ook met problemen. Wie zijn wij om anderen de les te lezen? Door deze visie in ons achterhoofd te houden zal onze relatie tot anderen sterk beïnvloed worden.” De echte klik is gekomen in Pakistan. Drie jaar heeft France er het lokale kantoor van het Bevolkingsfonds van de VN geleid. “Dat was echt een les in nederigheid. Ik was me er al lang van bewust, maar na jaren veldwerk begreep ik het eindelijk. Ik was daar om te luisteren en om raad te geven. Ik heb veel gediscussieerd en gedebatteerd met mijn Pakistaanse collega’s, wat niet altijd gemakkelijk was, maar ik heb nooit mijn visie willen opdringen. Ze vonden terecht dat zij de leiding moesten hebben. En ik mocht mijn technische kennis aanbrengen. Een postkoloniale visie zou hier onverdedigbaar en inefficiënt geweest zijn. We moeten de mensen zelf laten beslissen, zelfs wanneer we denken dat hun beslissing niet de juiste is. Door hun vertrouwen te geven ontstaat er een soort collegialiteit, en spanningen raken erdoor opgelost. Op het einde van de rit komt iedereen er beter uit. Iedereen vindt zijn eigen plaats en
er kan echt samengewerkt worden in een zoektocht naar gepaste oplossingen.”
De roep van het reizen
De conclusie is eenvoudig: “Als je aan ontwikkelingswerk doet, moet je reizen. Afhankelijk van de persoonlijke situatie kan dat natuurlijk vaker of minder vaak zijn, maar het is broodnodig. Andere gezichtspunten leren kennen is onontbeerlijk. In het verlengde daarvan kan ik aanraden om regelmatig van werkomgeving te veranderen. Misschien wel drie of vier keer. Zo doe je verschillende ervaringen op en ga je de zaken vanuit een ander oogpunt bekijken. Werken voor een ngo op het terrein, voor een internationale instelling of voor een stichting is niet hetzelfde.” Van kijk veranderen, maar zonder jezelf uit het oog te verliezen. Misschien is dit de boodschap om te onthouden… “Die ondefinieerbare 10% zou ik kunnen omschrijven als op één lijn zitten met jezelf, of anders gezegd: doen wat je het best kunt. In mijn geval is dat losstaande programma’s verenigen, coördineren, verwoorden en integreren.” RENAUD DEWORST
Lynn Freedman, professor en directrice van het programma AMDD aan de universiteit van Columbia
« France heeft veel klinische ervaring in verschillende contexten en ze heeft al veel verschillende soorten organisaties leren kennen. Deze twee kenmerken geven haar een diepe kennis van haar materie. Ze laat zich niet afleiden door schijn en zoekt altijd onder de oppervlakte om zich goed te kunnen informeren. Dit geeft blijk van grote intellectuele nieuwsgierigheid. France leest veel om mee te zijn met de laatste evoluties. Ze houdt van vernieuwing en ideeën die de gevestigde orde in vraag stellen. »
Petra ten HoopeBender, directrice RMNCH bij Integrare
« France gaat heel warm om met mensen. Ze is zacht, maar laat zich niet in de hoek drukken. Ze kent haar prioriteiten en blijft erg kritisch tegenover de haar omringende wereld. Voor mij is ze een expert op technisch vlak maar evenzeer in menselijke relaties. Ze heeft een breed netwerk opgebouwd dat ze aanspreekt om tot de beste oplossingen te komen. France heeft een grote intellectuele eerlijkheid en ze zoekt voortdurend naar evenwicht. In haar privéleven is ze bovendien een heel fijne grootmoeder! »
© LASSEDESIGNEN - FOTOLIA.COM
Resoluties, verdragen, nationale wetten en projecten. Wie het ontwikkelingswerk van de laatste decennia verwijt de ogen te sluiten voor vrouwenrechten, is even van de aardbol geweest. Done, tijd voor een nieuw thema?
Vrouwen(-rechten) op de weegschaal over gender en ontwikkeling
dossier
n’GO februari 2013
14
dossier Jonge meisjes van bij ons reageren eerder meewarig op feministische reacties van oudere seksegenoten. Omdat de strijd gestreden is, vinden ze. Overal in de wereld treden vrouwen op het voorplan.
I
n Algerije zetelen sinds de verkiezingen van mei 2012 47% vrouwen in het parlement. Een resultaat van opgelegde quota. En Rwanda telt het hoogste aantal vrouwelijke parlementairen ter wereld. Aanvoeren dat de strijd verder moet gaan, klinkt dan als een vermoeiende klaagzang van malcontenten. Niemand zal ontkennen dat nog heel wat vrouwen onder het juk van een mannenmaatschappij lijden. Voorbeelden als het extreme geweld op een studente in India liggen zomaar voor het grijpen. Maar fundamenteel gaat het toch de goede richting uit? Genderexperts nuanceren dat. Die extreme gevallen van onrecht hoeven zelfs geen
15 © CHIA LONGMAN
n’GO februari 2013
Chia Longman
Gelaagde identiteit Chia Longman is docent genderstudies aan de Universiteit Gent en coördinator van de vzw Ella, die werkt aan empowerment van etnische-minderheidsvrouwen. Zij gaat niet helemaal mee in het pleidooi voor gendermainstreaming: “Zolang mainstreaming geen algemene regel is, blijft de focus op vrouwen essentieel, als een parallel proces. Want hoewel het politieke discours en de wetten al mijlen verder staan, zitten de stereotypen nog bijzonder stevig genesteld in ons denken en gedrag. Ella hanteert een kruispuntbenadering, waarbij gender
in combinatie met andere vormen van verschil wordt aangepakt. Een identiteit is immers gelaagd. Andere verschillen zoals huidskleur, seksuele geaardheid, economische positie of scholing vormen een context die de aard van vrouwendiscriminatie bepaalt. Vrouwenprojecten hebben vaak slechts oog voor blanke vrouwen en allochtonenprojecten leggen zich toe op mannen. In onze aanpak betrekken we uiteraard ook de mannen. Want wie iets wil doen aan de positie van de onderdrukte, moet ook werken aan de positie van de dominante.”
© CTB - THOMAS FREITEUR
dossier
n’GO februari 2013
16
“De vooruitgang die in de Westerse wereld geboekt is, is slechts precair.” Saskia Ravesloot
Vrouwen en economie Sophie Charlier pleit ervoor dat boerenvrouwen in het Zuiden een proces van empowerment doormaken om de toegang tot en controle van economische middelen te verzekeren. “In de jaren 70 kwam er in ontwikkelingssamenwerking een verhoogde aandacht voor vrouwen, maar ze werden steevast als arm en hulpbehoevend benaderd. De hulpprogramma's hadden een caritatieve inslag, steeds in relatie met hun rol als moeder. Stilaan, dankzij de empowerment-benadering, worden de vrouwen actoren van hun ontwikkeling. Een FAO-studie
(2011) toont aan dat als vrouwen dezelfde toegang zouden hebben tot economische middelen (grond, zaadgoed, werktuigen, ...), de productiviteit met 20% zou toenemen. Bovendien, als vrouwen deelnemen aan de economie, bijvoorbeeld via de solidaire economie, ontwikkelen ze bijkomende filières. Ze verwerken producten of openen volksrestaurants, veelal dichtbij huis. Deze solidaire economische activiteiten geven hun een economische autonomie, maar ze zijn ook een instrument in de gezamenlijke strijd voor meer sociale rechtvaardigheid.
Dat is empowerment.” Ook Francine Mestrum pleit voor de economische versterking van vrouwen. Ze stelt vast dat het recente ontwikkelingsdiscours spreekt over de ‘feminisering van de armoede’. Een niet gefundeerde slogan, vindt ze, want net zoals vroeger de sociale zekerheid enkel een mannendiscours was, wordt armoede nu in vrouwelijke termen gedefinieerd. “De Wereldbank ziet armoede als een gezondheids- en kansenprobleem en niet als een gebrek aan inkomen. Geef vrouwen een inkomen en hun hele omgeving vaart er wel bij.”
betoog, stellen zij, maar het actuele pleidooi voor vrouwenrechten gaat niet eens over die evidente voorbeelden. De kwestie is veel fundamenteler.
Precaire verworvenheden
Saskia Ravesloot, doctor in de sociologie en genderexpert bij de BTC, maakt zich zorgen. “Er is een internationale tendens om de verworvenheden inzake vrouwenrechten in vraag te stellen”, zegt ze. “De jaarlijkse vergadering van de VN Commision on the Status of Women is vorig jaar afgesloten zonder gezamenlijke conclusies. Het conservatieve kamp wil één en ander graag herbekijken. Zij associëren gendergelijkheid met genderidentiteit als een individueel recht en vrije keuze. Voor hen onaanvaardbaar, en daarom wordt gendergelijkheid in de kiem gesmoord. Ook de verworvenheden van het Peking Actieplatform, waar eerder stevige engagementen werden aangegaan, worden ter discussie gesteld. Daaruit blijkt het verzet tegen de begrippen gender en gendergelijkheid. De millenniumdoelstellingen praten niet over erfrechten van vrouwen noch over geweld. Een land als Algerije, dat genderquota invoert in
dossier
Open deur naar een mannenwereld
Toch houdt lang niet enkel de bedreigde status van vrouwenrechten de advocaten van vrouwenrechten actief. Alle tegemoetkomingen ten spijt blijft gendergelijkheid een goed met weerhaken. Omdat we de weg nog niet tot het eindstation hebben afgelegd, omdat één belangrijke barrière systematisch over het hoofd wordt gezien: het gebrek aan structurele gelijkheid.
17
© TEN TIMES TEN LLC - HTTP://10X10ACT.PHOTOSHELTER.COM
zijn parlement, schaft zijn Ministère pour la Femme, les Enfants et la Famille af. Daar had de Belgische ontwikkelingssamenwerking een sterk project lopen, waarbij gender in elk ministerie een transversaal aandachtspunt werd. Fini.” “De vooruitgang die in de Westerse wereld geboekt is, is slechts precair. We moeten waakzaam blijven. Daarom aanvaard ik om vrouwenrechten ook met economische argumenten te verdedigen. Vrouwenrechten zijn in de eerste plaats pure mensenrechten, maar als we met het argument dat vrouwen bijdragen tot ontwikkeling de sceptici van gendergelijkheid kunnen overtuigen, dan neem ik dat er graag bij.”
n’GO februari 2013
In de jaren 60 werd een grote stap in de erkenning van vrouwenrechten gezet: vrouwen en mannen werden principieel gelijkgesteld. Vrouwen kregen toegang tot de mannenwereld. In het Zuiden mochten meisjes hier en daar naar school. Een ongelooflijke kans, ook al bleven ze na schooltijd de huishoudelijke taken opnemen. Toen die openheid toch niet de verhoopte resultaten boekte, werden aan vrouwen extra stimulansen gegeven. Quota werden ingevoerd en talrijke duwtjes in de rug brachten meer vrouwen op het voorplan.
In Afrika gaan vandaag veel meisjes naar de lagere school. Daarna neemt hun aanwezigheid helaas drastisch af. Toch vinden nog steeds weinig vrouwen de weg naar volwaardige maatschappelijke situaties. De reden is dat vrouwen wel toegang krijgen, zelfs positief gediscrimineerd worden, maar dat de norm of het systeem structureel mannelijk blijft. Meisjes gaan in het Zuiden wel naar school, maar hun ambitie reikt meestal niet verder dan het beroepsonderwijs of hun keuze beperkt zich tot typisch vrouwelijke
dossier
n’GO februari 2013
© FRANCINE MESTRUM
opleidingen. Aan het schoolsysteem zelf, dat intrinsiek mannelijk is, wordt niet geraakt. Dichter bij huis zullen quota voor de bezetting van raden van bestuur dode letter blijven zolang deze organen enkel op mannelijke leest geschoeid blijven.
Mainstreaming of malestreaming? Francine Mestrum
Grenzen aan empowerment Het ontwikkelingsdiscours over vrouwen reflecteert de algemene politiek-economische context. Tijdens de Koude Oorlog werden in het Zuiden tal van development states opgericht, waarbij industrieën genationaliseerd werden en scholen, banken en gezondheidszorg door de staat werden gestuurd. De hoge schulden en het corrupte gedrag van meerdere regimes gaven aanleiding tot een neoliberale omslag in de jaren 80, waarbij op aandrijven van de Wereld-
18
bank de sociale taken van de staat werden afgestoten en op de rug van vrouwen terechtkwamen. Als mini-welvaartstaatjes droegen de vrouwen nu een drievoudige verantwoordelijkheid: het huishouden, werken voor een bijkomend inkomen en de inzet voor de gemeenschap. Ontwikkelingssamenwerking ondersteunde voortaan de vrouwen in hun nieuwe rollen. Onder de noemer van sociale innovatie, waarbij vrouwen zichzelf bottom-up
organiseren, werd een nieuw welvaartsysteem in het leven geroepen. “Een nefaste evolutie voor de vrouwen”, vindt Francine Mestrum. “Er zijn grenzen aan empowerment. Sociale taken moeten door de staten gereguleerd worden om gelijke rechten te garanderen. Welzijn mag niet afhankelijk gemaakt worden van vrijwilligers en van het geluk op een goed georganiseerde plek geboren te worden.”
De meest verregaande stroming binnen het genderdiscours heet mainstreaming. Deze aanpak herbekijkt systematisch alle normen, evalueert de impact van het beleid, maakt keuzes waarbij het welzijn van de samenleving het basiscriterium is en werkt structurele ongelijkheid tegen. Op elk niveau wordt rekening gehouden met belangen van mannen én vrouwen. “Mainstreaming beschouwt vrouwen niet als een kleine stroom die naast de grote mainstream vloeit”, verduidelijkt Lisette Caubergs, genderexpert bij South Research. “De methode is erop gericht de mainstream zelf te verleggen om tot een andere soort samenleving te komen. Specifieke genderprojecten hoeven dan niet langer. Helaas blijkt mainstreaming in de praktijk toch vaak malestreaming te zijn. In de ontwikkelingsprogramma’s is er nog onvoldoende oog voor om vrouwen én mannen van meet af aan in een ander model op te nemen. Daarom zijn naast de transversale aanpak toch nog extra inspanningen voor vrouwen nodig. Ik pleit ervoor om vrouwengroepen in het Zuiden te steunen omdat vrouwen er beter georganiseerd zijn dan mannen.
dossier
n’GO februari 2013
© VISI.STOCK - FOTOLIA.COM
Deze groepen zijn sterke kanalen om informatie door te geven, mensen te mobiliseren en bij te dragen tot een collectieve behoefte.”
Een collectief verhaal
Saskia Ravesloot vermeldt één van de vele projecten in Rwanda waar een vorming in landbouwtechnieken op het veld zelf plaatsvond. Meer dan 50% van de deelnemers van de Farmer Field Schools waren boerenvrouwen. Omdat het systeem zelf werd aangepast en de training in de nabijheid van huis georganiseerd werd, konden ook vrouwen technische vaardigheden aanleren. Een schoolvoorbeeld. “Gendermainstreaming kent echter ook een valkuil. Veelal worden enkel de betrokkenen die het beleid vormgeven meegenomen in het overleg. Maar men mag ook de actoren erbuiten, mensen met veldervaring en de oppositie, niet over het hoofd zien. In de strijd tegen vrouwenbesnijdenis, bijvoorbeeld, moeten niet alleen de gezondheidsdiensten, maar ook de vroedvrouwen betrokken worden, ook al zijn zij degenen die zich verzetten. Steeds meer imams verwerpen vrouwenbesnijdenis. Bij genderkwesties bereik je bijzonder weinig als je de mannen niet betrekt.” Sophie Charlier, doctor in ontwikkeling en Verantwoordelijke Zuidprojecten bij Le Monde selon les Femmes: “Gendergelijkheid kan nooit
19
een strijd tegen mannen zijn. Het gaat om sociale rechtvaardigheid, om samen bouwen aan een wereld van gelijkheid. Vormingen moeten aan vrouwen én mannen aangeboden worden. We moeten met de mannen een bondgenootschap sluiten en aantonen dat ze niets te verliezen hebben.”
De geesten bijsturen
Het gendervraagstuk is bijzonder complex. Daarom is een aanpak op macro-, meso- en microniveau de enig werkbare. Zo vraagt de kwestie van de eigendomsrechten een beleid van gelijke rechten voor mannen en vrouwen, een lokaal rechtssysteem dat die rechten op een eerlijke wijze afdwingbaar maakt, en een mentaliteitswijzinging, onder meer bij de chefs coutumiers. Vaak worden op nationaal niveau progressieve wetten en strategieën gestemd, maar moeten de ambities door een achterblij-
vende mentaliteit op het terrein worden bijgesteld. Bottom-up-initiatieven zoals een landelijke radio of theater kunnen de geesten geleidelijk bijsturen. Dat vergt tijd, vandaar het belang om met lange termijnen en tussentijdse bijsturing te werken.
Keuzevrijheid
Chia Longman, docent genderstudies aan de Universiteit Gent en coördinator van de vzw Ella, pleit voor een aanpak die openstaat voor diverse visies op empowerment en emancipatie. “De vrouwen moeten zelf aangeven welk spoor zij willen volgen. Zo kan religie een barrière voor vrouwenrechten zijn, maar het kan ook een instrument zijn om zich te emanciperen, bijvoorbeeld wanneer vrouwen aantonen dat de Koran geen verbod op vrouwelijk eigendomsrecht preekt. Pas als vrouwen zelf de keuzes kunnen maken is er
dossier
Sophie Charlier
Waarden en taal respecteren Is gendergelijkheid een Westers concept? Sophie Charlier wijst erop dat de vrouwenbewegingen in het Zuiden allemaal voor gendergelijkheid ijveren, maar dat hun strategieën erg verschillen. “Gelijkheid tussen man en vrouw is uiteraard onze doelstelling, maar we moeten met onze partners in het Zuiden eenzelfde strategie delen. Het is essentieel om te spreken vanuit waarden die belangrijk zijn in een bepaalde samenleving en met beelden die de lokale bevolking aanspreken. Een van onze partners in
Senegal zegt dat ze als Westers wordt afgedaan als ze over égalité spreekt. Zij vertelt over de babouches, waarmee je niet vooruit geraakt als in één van beide een spijker zit. Haar eerste doelstelling is om tenminste al de islamitische wet toe te passen en het gewoonterecht, dat de vrouwen doet afzien van hun rechten, achterwege te laten. In Bolivia wordt door onze partner het populaire beeld van de condor gebruikt, die maar goed kan vliegen als zijn vleugels parallel zijn.”
© SOPHIE CHARLIER
n’GO februari 2013
20
“We moeten met de mannen een bondgenootschap sluiten en aantonen dat ze niets te verliezen hebben.” sprake van empowerment en ownership.” Lisette Caubergs’ jarenlange ervaring op het terrein bevestigt dit: “In het Zuiden spreken vrouwen over autonomie. Het is hun woord voor empowerment en betekent zeggenschap, mobiliteit, kennis, middelen en keuzevrijheid hebben. Als je vrouwen vraagt waarom ze een onderdrukkingspositie aanvaarden, antwoorden ze nog al te vaak ‘parce qu’on a pas le choix’. De dag waarop vrouwen beseffen dat ze ooit ‘nee’ kunnen zeggen, is het begin van empowerment.”
Kneedbare constructies
De hele kwestie brengt ons onherroepelijk bij de vraag of mannen en vrouwen anders functioneren en behandeld moeten worden op basis van biologische verschillen of niet. Of ze met andere woorden als gelijken behandeld moeten worden omdat ze fundamenteel gelijk zijn, dan wel vanuit een rechtvaardigheidsperpectief.
De meningen verschillen, ook in de wetenschappelijke wereld, maar in de Westerse samenleving drijft één visie boven: de afwijzing van het puur biologische onderscheid tussen man en vrouw. “Mannen en vrouwen hebben intrinsiek eenzelfde gamma kwaliteiten en ieder individu beweegt zich op een continuüm van vrouwelijkheid en mannelijkheid”, aldus Saskia Ravesloot. “Mannen en vrouwen neigen gemiddeld meer tot het ene of andere gedrag, maar dat verschil is vooral maatschappelijk aangeleerd. Het gaat er niet om een cijfermatig evenwicht te beogen tussen vrouwen en mannen. We moeten ons afvragen wat we van onze maatschappij willen maken en welke competenties daarvoor nodig zijn. Het onderwijs en andere instellingen stimuleren de stereotypen en dan wijzen wetenschappelijke studies uit dat bijvoorbeeld vrouwelijk leiderschap anders ingevuld wordt of mannen sterker zijn in boekhouding. Niets zegt dat je niet tot andere conclusies
dossier
© CPJ PHOTOGRAPHY - FOTOLIA.COM
n’GO februari 2013
21
Ook Francine Mestrum, onderzoeker over armoede, global social justice en ontwikkeling, erkent dat vrouwen biologisch wel reproductieve en voedende kwaliteiten hebben, maar hun maatschappelijke rol mag niet tot die biologische rol herleid worden, vindt ze. Als de verschillen tussen mannen en vrouwen maatschappelijk geconstrueerd en geconsolideerd zijn, dan zijn ze ook veranderbaar.
Economische waardering komt als beide groepen de kansen krijgen al hun kwaliteiten te ontwikkelen en evenveel gestimuleerd worden.” “Klopt, zegt Lisette Caubergs. In traditionele samenlevingen verschillen de werelden van mannen en vrouwen sterker dan hier in het Westen. Door die specifieke leefwerelden bevindt de kennis over bijvoorbeeld voeding en hygiëne zich eerder bij de vrouwen. Niet omdat zij dat intrinsiek beter kunnen, maar omdat hun bagage verschillend is. Als men ervoor pleit om vrouwen toegang te geven tot een eigen inkomen omdat zij andere belangen beharti-
gen dan mannen, dan is dat enkel omdat kinderen en andere hulpbehoevenden hun dagelijkse leefwereld vormen. Haal vrouwen weg uit die traditionele context, en hun zorgende gedrag springt niet langer in het oog. Tegelijk moeten we nadenken over onze invulling van mannelijkheid en vrouwelijkheid. Hoe kunnen we, zonder hen tot doetjes te herleiden, de mannelijke geaardheid positief vormgeven en de samenleving geweldlozer maken? En hoe waken we erover dat empowerment van vrouwen niet tot agressie leidt en zij ‘de mannen niet meer nodig hebben’?”
Maatschappelijk gegroeide stereotypen zijn dus bijzonder hardnekkig en hoewel er geen biologische grond voor is, hebben zij de rol van vrouwen en mannen duidelijk afgelijnd. Niets sluit echter uit dat die historisch gegroeide kwaliteiten vrouwen ook bijzonder geschikt en waardevol hebben gemaakt voor ontwikkeling. “Uiteraard, reageert Francine Mestrum, maar waarom worden die typisch vrouwelijke kwaliteiten economisch zoveel minder gewaardeerd? Waarom wordt reproductieve arbeid niet economisch gevaloriseerd, waardoor bijzonder weinig mannen ze opnemen? Of worden zorgtaken
© MARIDAV - FOTOLIA.COM
dossier
n’GO februari 2013
22
“Als de verschillen maatschappelijk geconstrueerd en geconsolideerd zijn, dan zijn ze ook veranderbaar” economisch minder gewaardeerd omdat ze overwegend door vrouwen worden uitgevoerd? Dat onderscheid tussen productieve en reproductieve arbeid moet opgeheven worden, want het berust op een domme visie. De reproductieve taken verzekeren immers het voortbestaan van de planeet. Als we het onderscheid in waardering wegwerken, zullen ook de financieel- economische consequenties volgen.”
Geen potentieel verliezen
Als mannen en vrouwen fundamenteel gelijk zijn, dan is de vrouwenstrijd gewoon een mensenrechtenpleidooi, meer niet. Francine Mestrum: “Ontwikkeling als proces van verandering kan niet voor één enkele groep van de samenleving gelden, anders krijg je een scheeftrekking. Vrouwen zijn belangrijk voor ontwikkeling, ja, maar eigenlijk gewoon als lid van de samenleving en omdat je anders 50% potentieel links laat liggen.” Hoewel mensenrechten ook voor haar veruit het sterkste argument zijn voor gendergelijkheid, haalt Saskia Ravesloot ook een economisch argument aan. “Het heeft zin om vrouwen te betrekken omdat we in tijden van economische crisis
spaarzaam moeten omspringen met de beschikbare middelen. Onze investeringen in het onderwijs, die gemaakt hebben dat we pariteit hebben bereikt in het lager onderwijs, mogen we niet verloren laten gaan. Studies wijzen ook uit dat de landbouwopbrengst met 2,5 tot 4% toeneemt als vrouwen dezelfde toegang krijgen tot productiemiddelen als mannen.”
Universeel
Een balans? In 50 jaar tijd hebben vrouwenrechten enorme vooruitgang geboekt. In wetten is de gelijkheid tussen mannen en vrouwen zo goed als verworven. In VNteksten worden vrouwenrechten opgenomen. Toch blijft de praktijk een dagelijks gevecht. Een gevecht dat bovendien universeel is, al ligt de lat van verwachtingen erg verschillend naargelang de regio. Vrouwen vechten overal, soms openlijk, soms verborgen. Daarom moet de strijd verdergaan, niet omdat vrouwen zo bijzonder zijn, maar gewoon vanuit een gelijkheidsperspectief. SYLVIE WALRAEVENS
© KAROL KOZŁOWSKI - FOTOLIA.COM
Het brein is een heel ingewikkeld raderwerk. De verschillende delen vormen een team met uiteenlopende capaciteiten. Een interessante eigenschap als we beslissingen moeten nemen: naargelang de omstandigheden verandert de teamleider. Twee vragen dringen zich op: wie leidt het team en wat leert dit ons?
De hersenzone waar beslissingen worden gemaakt
bepaalt de kwaliteit ervan hoe weet je...
wie er beslist in je hoofd?
n’GO februari 2013
23
wie er beslist in je hoofd?
© OLLY - FOTOLIA.COM
hoe weet je...
“Welk hersengebied neemt het voortouw bij een beslissing?” Voor het overgrote deel van de mensheid is dit een puur theoretische vraag omdat onze hersenen spreken vanuit een soort innerlijke stem en we onmogelijk kunnen uitmaken vanwaar die komt. Wat is dan het nut van deze vraag?
H
eel eenvoudig: afhankelijk van het hersendeel dat de leiding neemt, kan een beslissing helemaal anders uitdraaien en ook heel andere gevolgen met zich meebrengen. Een simpel voorbeeld: de confrontatie van duikers met een haai. Verschillende duikers, onder wie François Sarano(1), hebben aangetoond dat kalm blijven de
n’GO februari 2013
24
Sturing van de hersenen, projectbeheer en leadership Complex projectbeheer heeft veel gemeen met de sturing in de hersenen: een ploeg waarin de leider verandert naargelang de omstandigheden. Het dagelijkse bestuur kan door een projectleider gedaan worden, maar omdat hij niet alles kan weten, omringt hij zich met mensen met een verschillende expertise. Op deze manier kan leadership goed werken. Afhankelijk van de omstandigheden en de op te lossen problemen kunnen de meest competente personen worden aangesproken. Als het om een informaticaprobleem gaat, zal de leider zich tot de IT-specialist wenden. Als er nieuwe vaardigheden moeten aangeleerd worden, zal hij zich wenden tot de opleidingsspecialist. Als het over een geldprobleem gaat, zal hij zich tot de fiscaal verantwoordelijke wenden. Als er nood is aan nieuwe ideeën kan hij een brainstorming organiseren enzovoort. Als alles naar behoren werkt, blijft de verantwoordelijkheid
bij de ploegbaas, maar zijn kwaliteiten kan je toetsen aan het outsourcen van taken aan anderen. Daardoor worden ze erkend in wat ze doen en zo zullen ze ook gemotiveerder zijn. Voor de hersenen is voor dit soort leiderschap kalmte nodig en het vermogen om zich open te stellen voor de ander, vergelijkbaar met een huwelijk tussen het neolimbisch gebied en de prefrontale cortex. Het is ook mogelijk dat de projectleider zijn ploeg geen enkele beslissingsmacht geeft. In dit geval wil hij alles altijd zelf beslissen. Hij zal dan functioneren als een flessenhals die zich altijd moeten informeren over alle elementen die zijn beslissing beïnvloeden. Wanneer de motivatie voor zo’n manier van management is dat niets zijn leiderspositie mag bedreigen, kunnen we spreken van een leiderschap dat gestuurd wordt door het paleolimbisch gebied.
hoe weet je...
wie er beslist in je hoofd?
n’GO februari 2013
25
© IAN SCOTT - FOTOLIA.COM
“Bestuur door machtsvertoon belet meestal de creativiteit van een team…” | uitgeklaard Wat zegt het woordenboek hierover
Het paleolimbisch deel
• Dit deel ligt rond de amygdala en het septum. Het reguleert de angst, meer bepaald de ‘sociale angst’, gelinkt aan de aanwezigheid van een andere persoon.
Het neolimbische deel
• Dit deel ligt boven de hersenbalk en een bundel witte zenuwvezels die de twee hersenhelften verbinden. Vanuit fylogenetisch oogpunt is dit het recentste deel in onze hersenen, terwijl het limbische deel tot het oudste behoort.
Prefrontale cortex
• De prefrontale cortex is gelegen in de frontale lob in de hersenschors voor de motorische cortex. Dit deel wordt geactiveerd bij de planning van complex cognitief gedrag, bij de uitdrukking van onze persoonlijkheid en bij sociaal aangepast gedrag.
kans op een aanval aanzienlijk verkleint. Daarnaast weten we dat schrikreacties het instinct van de haai activeren. Schematisch zijn hier twee verschillende hersendelen aan het werk die twee verschillende reacties uitlokken: kalmte en angst. Een kleine rondleiding in de vier delen die onze beslissingen kunnen sturen(2).
Het reptielenbrein: overlevingsinstinct en stress
Het eerste in de rij is het reptielenbrein, het oudste deel. Hier worden de vitale functies gestuurd, zoals honger, dorst, verdediging en voortplanting. Het is ook de zone waar ons overlevingsinstinct zich bevindt. Tegenover de witte haai krijgen we uit die zone de opdracht: zo snel mogelijk het hazenpad kiezen. Het is zeer moeilijk om niet te gehoorzamen aan dit soort bevelen. Als je je kalm kan houden, laat het reptielenbrein de leiding over aan andere gebieden. Hij neemt echter wel de leiding als we angst, woede of
ontmoediging ervaren. Je kan het al raden, een beslissing genomen in de ban van emoties is zelden optimaal.
Het paleolimbische brein: machtsverhoudingen
Het tweede deel is het paleolimbische brein. Dit deel van de hersenen bepaalt de relaties binnen een groep en in het bijzonder de machtsverhoudingen (zie onze vorige artikels). Het doel: de hiërarchie binnen de groep vaststellen. Hoewel het in staat is om machtsverhoudingen te onderscheiden, is dit deel geen meester in subtiliteit: “Ik neem de overhand of ik neem de benen!” is zijn leidmotief. Een ander voorbeeld, een projectleider werkt samen met verschillende collega’s in een ploeg waarin de capaciteiten en de beslissingsbevoegdheden goed verdeeld zijn. Stel je voor dat er een nieuweling arriveert die zijn ideeën absoluut wil doordrijven zonder zich iets aan te trekken van de gevestigde orde. Een beetje dominante persoonlijkheid zou dit kunnen in-
hoe weet je...
wie er beslist in je hoofd? terpreteren als een indringer die zijn positie binnen de groep in het gedrang brengt. Als hij dat deel in de hersenen zou laten spreken, zou hij handelen volgens het principe: “Wie is hier de baas?” Subtiel noch constructief. Hij zal de nieuwkomer in een onderdanige positie drukken, waarin hij geen voorstellen durft doen: “Ik breng ideeën aan en ik word terechtgewezen…”
| meer lezen Boeken L’intelligence du stress Jacques Fradin. Eyrolles (2008).
De vergissing van Descartes Antonio Damasio. Wereldbibliotheek (1998).
Het neolimbisch gebied en het waardegevoel
Ik voel dus ik ben
Antonio Damasio. Wereldbibliotheek (2003). Antonio Damasio. Wereldbibliotheek (2008).
La légende des comportements Henri Laborit. Flammarion (1994).
Web Le système limbique
http://www.futura-sciences.com/fr/ definition/t/medecine-2/d/systemelimbique_4675/
© VIBE IMAGES - FOTOLIA.COM
Het gelijk van Spinoza
De functie van de derde zone is het beheer van het bekende en het eenvoudige, dingen waar al een bestaand en beproefd recept voor is. Deze zones zijn al actief van voor de geboorte en registreren in de emotionele leefwereld wat plezierig of onplezierig is. Daaruit gaan we dan kiezen voor wat we fijn vonden of voor wat goed werkt. Dit gebied reageert ook het sterkst op morele waarden. In dit centrum worden de emotionele voorkeuren en oordelen gesmeed.
n’GO februari 2013
26
Volgens neurowetenschapper Antonio Damasio bevindt het bewustzijn zich in het neolimbisch gebied. Daarom is dit ook het deel dat beslissingen neemt als we rustig zijn. Doordat het wordt gestuurd door waarden, plezier en het kortetermijngeheugen zal de reactie navenant zijn.
Het prefrontale onderbewuste
Het laatste deel is de prefrontale neocortex. Omdat het net achter het voorhoofd ligt, heeft het een immens voordeel: toegang tot alle andere gebieden die voortdurend informatie doorsturen. Het is ook het centrum van superieure functies als anticipatie, fantasie, controle van emoties, aandacht, mentale flexibiliteit en zelfbeschikking. Door een lobotomie(3) wordt het belang van dit deel zeer duidelijk, want het verandert je in een asociaal, onflexibel wezen zonder aanpassingsvermogen. De gevoeligheid om relaties tussen mensen te interpreteren, het inlevingsvermogen,
“Een beslissing in een staat van stress is geworteld in woede, angst of ontmoediging.”
hoe weet je...
wie er beslist in je hoofd?
n’GO februari 2013
27
het gevoel voor tact en vrijgevigheid verdwijnt. Van nature uit is de mens minder bezig met het onderbewuste en in de meeste situaties gaan de andere delen de overhand nemen. Soms kan het toch ook interessant zijn om het onderbewuste aan het woord te laten. In het volgende artikel behandelen we de automatische en aanpasbare mentale modi en technieken om te switchen tussen de twee. PIERRE BIÉLANDE
Duiken met een witte haai Volgens de twee neurowetenschappelijke stromingen zijn er drie of vier actieve hersendelen voor het maken van beslissingen. Volgens de ene is er een reptielen-, limbisch en een prefrontaal deel, de andere deelt het (1)
(2)
limbische deel op in twee zones: het oudere paleolimbische systeem en het nieuwere neolimbische systeem. Wij kozen voor de stroming van vier delen. (3) Lobotomie is het verwijderen van de verbinding tussen een deel van de hersenlob en de rest van de hersenen.
© INC/WWW.NEUROCOGNITIVISM.BE
“Verandering is een goed moment om onze creatieve intelligentie aan het woord te laten.” De eigenschappen van… Paleolimbische sturing
Neolimbische sturing
Prefrontale sturing
✔✔ Machtsverhoudingen, de wil doordrijven ✔✔ Schrikbewind ✔✔ Nepotisme ✔✔ De ‘kleine tiran’ ✔✔ Alles in het belang van de leider ✔✔ Voorbeeld: Berlusconi
✔✔ Kennis, wetenschap, tradities ✔✔ Vertrouwen ✔✔ Conservatisme, status quo, wat al bewezen is ✔✔ Korte termijn ✔✔ Voorbeeld: “de goede huisvader”
✔✔ Empathie ✔✔ Aanpassing, creativiteit, vernieuwing ✔✔ Enthousiasme ✔✔ Toekomstgericht ✔✔ Voorbeeld: de campagne van Obama in 2008
n’GO februari 2013
28 © ERICHON - FOTOLIA.COM
instrument empowerment van vrouwen
Ijveren voor een grotere gelijkheid tussen mannen en vrouwen. Een rechtvaardige zet. Een slimme zet ook. Want alleen een wereld die gelijke kansen schept voor beiden kan zich ontwikkelen tot een leefbare, veilige en vredevolle samenleving. Goed en wel, maar wat een kluif! En hoe pak je ’t aan? Hier alvast een paar handvaten.
Empowerment van vrouwen een levenswijze, een methode
instrument empowerment van vrouwen
n’GO februari 2013
29
© MAST3R - FOTOLIA.COM
“Veel ngo’s richten zich op de versterking van economische kennis of op leren.’’ | zo werkt het
H
eel wat voorvechters van gendergelijkheid pleiten al jaren voor transversaal werken of mainstreaming. Ze zien af van projecten met een specifieke vrouwenfocus en willen elke beslissing of actie doordrengen met een evenwichtige manvrouwreflex. Toch drukt de realiteit op het terrein ons telkens op dezelfde realiteit: dat vrouwen aanzienlijk meer lijden onder de ongelijkheid, dat de toegang van vrouwen tot mogelijkheden en middelen op vele plekken beperkt is, en dat de deelname aan beslissingsprocessen in die mate scheefgetrokken is, dat een thematische aanpak van vrouwenrechten nog steeds nodig is. Helaas.
Empowerment, individueel en collectief
Dat neemt niet weg dat er ruimte blijft voor een constructieve aanpak. Lisette Caubergs
1. SWOT-analyse Een projectgroep die met de AURA-methode aan de slag gaat, zal eerst de dynamieken van empowerment in haar concrete context in kaart moeten brengen. Een SWOT-analyse zal duidelijk maken hoe ze scoort op hebben, kennen, kunnen en willen. Lisette Caubergs: “Veel ngo’s zetten in op kennis en economische versterking of armoedebestrijding; op politiek-sociale macht scoren ze vaak minder goed. De oefening is een toetssteen om onze zwaktes en sterktes bloot te leggen. Mensen hebben mogelijkheden om hun positie tegenover een instelling te beïnvloeden en zo hun eigen en andermans leven vorm te geven. Empowerment gaat niet om macht op zich, maar om je eigen levensproject waar te kunnen maken en om je samenleving mee vorm te kunnen geven; om levenskwaliteit (individueel) en sociale rechtvaardigheid (collectief).”
2. Indicatoren van empowerment Na de SWOT-analyse volgt een min of meer vertrouwd proces: de invulling van een schema van vier kaders dat de contouren van het alomgekende Logisch Kader volgt: –– de baseline (de startsituatie, met de bestaande menselijke, economische en sociaal-politieke middelen) –– de input (de bijdrage van het project in termen van strategie, middelen en activiteiten) –– het resultaat (in de vorm van toegenomen keuzemogelijkheden) –– de impact (de veranderingen in levenskwaliteit of sociale rechtvaardigheid).
instrument empowerment van vrouwen
n’GO februari 2013
30
“Empowerment is een proces dat bijdraagt tot zelfvertrouwen” (vroeger onderzoeker bij ATOL, nu consultant bij South Research) werkte in opdracht van de DGD Comissie Vrouwen en Ontwikkeling mee aan een handleiding voor het formuleren van empowermentindicatoren. Hierbij werd gebruikgemaakt van de AURA-benadering (Auto-Renforcement Accompagné) van ATOL. Deze methode stelt de empowerment-gedachte centraal. “Ze leek ons een gepaste benadering om ook toe te passen op empowermentprocessen van vrouwen in ontwikkelingswerk. Empowerment is een proces dat bijdraagt tot zelfvertrouwen, zelfstandigheid en zelfbeschikking van een individu. Maar empowerment heeft ook een collectieve dimensie: ze beoogt het vermogen om invloed uit te oefenen op de maatschappelijke man-vrouwverhoudingen en stuurt dus aan op maatschappelijke rechtvaardigheid en (gender)gelijkheid.”
Actoren, geen slachtoffers
“De empowerment-aanpak is een dynamische en responsabiliserende methode. Ze benadert vrouwen als actoren van ontwikkeling, niet als slachtoffers. Em-
| empowerment, een vlag met vele ladingen Het concept empowerment is niet nieuw. In de jaren 60 verwijst vooral de beweging van zwarte Amerikanen naar de term. Vanaf 1985 pikken feministische bewegingen in Latijns Amerika de term op en vanaf 1995 (Verklaring van Peking) wordt empowerment van vrouwen een essentiële strategie voor ontwikkeling genoemd. De ngo Atol diept het concept uit in de context van basisgroepen in het Zuiden. Het zijn die groepen zelf die de vinger leggen
op de aspecten avoir, savoir en pouvoir, waaraan Atol later ook vouloir toevoegt (zie hoofddtekst). Op vraag van de Comissie Vrouwen en Ontwikkeling wordt het concept ‘empowerment’ met zijn rijke, viervoudige lading toegepast op de genderthematiek. Het eindproduct is een methodologische handleiding voor vrouwenempowerment, die uitgebreid getest werd op het terrein in Niger, Congo, Kameroen, Guinea Conakry, Haïti en Bolivia.
instrument empowerment van vrouwen
n’GO februari 2013
31
| getuigenis
© LISETTE CAUBERGS
Ernestine Mula Kakiba, directrice ngo ARSDAPS: “Ik heb het zelf gezien”
powerment vertrekt niet vanuit medelijden, maar vanuit een oprechte interesse voor wie die vrouwen zijn, wat ze meegemaakt hebben, wat ze kunnen en waar ze van dromen. Het is een manier om naar de werkelijkheid te kijken, maar om deze zienswijze te kunnen doorgeven, hebben we er in samenwerking met het Zuiden een proces met bijhorende schema’s van gemaakt. Onze methode is een meta-model, dat met tal van andere methoden kan ingevuld worden.” De Methodologische Handleiding voor Empowerment van Vrouwen is geen checklist geworden van indicatoren om de evolutie van empowerment en de bijdrage van ontwikkelingsprogramma’s te meten. Het werd een handige leidraad die
Lisette Caubergs
gemeenschappen of projectgroepen helpt hun eigen indicatoren van empowerment uit te werken, aangepast aan hun specifieke context en doelgroep.
Macht in veelvoud
In beide dimensies van empowerment, de individuele en de collectieve, speelt macht een centrale rol. Telkens gaat het om grip krijgen op het leven en de mogelijkheden verwerven om keuzes te maken. Maar macht is een veelzijdig begrip. De AURAbenadering onderscheidt vier aspecten van macht. Deze opsplitsing geeft de mogelijkheid om bewuster op verschillende fronten aan empowerment te werken. – Hebben (avoir) staat voor economische macht in de vorm van inkomen, grond,
« Het FINCA-project in Kinshasa toont perfect aan hoe de empowerment-benadering een onomkeerbare verbetering van levenskwaliteit brengt. Wij werken met vrouwen, weduwen en prostituees in een uiterst kwetsbare situatie: analfabeet en zonder enige kennis of rechten waren ze financieel, sociaal en economisch volledig afhankelijk van hun echtgenoten of van kleine jobs. De lokale vrouwengroepering was niet meer dan de optelsom van deze machteloze situaties. Opleiding in onder andere boekhouding en basisproductietechnieken stelt hen nu in staat om toegang te verwerven tot productiemiddelen en infrastructuur; microfinanciering geeft hen financiële slagkracht en onafhankelijkheid. Hun zelfvertrouwen neemt zienderogen toe en als groep ijveren deze versterkte vrouwen voor invloed op de besluitvorming in hun gemeenschap. Door op verschillende fronten tegelijk de onrechtvaardigheid aan te pakken, hebben we de vrouwen zien openbloeien. Geen sterker bewijs dat empowerment de sleutel is tot ontwikkeling. »
instrument empowerment van vrouwen
n’GO februari 2013
32
Staat
Familie KUNNEN HEBBEN
Commerciële instellingen
Media
WILLEN WETEN
Religieuze instellingen
werktuigen, tijd, toegang tot diensten en informatie enzovoort – Kennen (savoir) omvat vaardigheden of kennis om je kansen optimaal te benutten, zoals alfabetisatie of het vermogen om kennis om te zetten in acties of middelen – Kunnen (pouvoir) gaat over de mogelijkheid om zelf beslissingen te nemen en verantwoordelijkheid te dragen, voor jezelf of voor anderen – Willen (vouloir) is je innerlijke macht, psychologisch of spiritueel: je angsten, waarden, zelfbeeld, toekomstbeeld.
De cirkels van empowerment
Hoe empowerment werkt en welke rol de vier aspecten van macht daarin spelen,
Scholen NGOs wordt aanschouwelijk voorgesteld in de cirkels van empowerment. Centraal staat het ik, als individu of groep, met zijn zelfbeeld, drijfveren en toekomstdromen (willen). Maar om die te verwezenlijken zijn kennis en economische middelen nodig (hebben en kennen) en uiteindelijk politiek-sociale macht (kunnen). Het individu of de groep, met zijn hebben, kennen, kunnen en willen, ondergaat én stuurt bepaalde veranderingen. Dat gebeurt door interactie met instellingen uit de nabije of brede omgeving, zoals de familie, de markt, de media, religie, scholen, traditionele organisaties enzovoort. Deze invloeden worden met pijlen aangegeven: de invloeden van de maatschappij op de kansen en rechten van vrouwen worden
verbeeld door de pijlen van buiten naar binnen; de empowerment-processen van vrouwen en hun organisaties en het vermogen om instellingen te beïnvloeden worden verbeeld door pijlen van binnen naar buiten. Zo heeft een ngo bijvoorbeeld invloed op de ontwikkeling van de kennis van individuen en hun organisaties, of kunnen boerinnengroepen invloed hebben op de marktprijzen.
Pleidooi voor zelfdeterminatie
“We hebben met ons schema (zie ‘Zo werkt het’) doelbewust aansluiting gezocht met het Logisch Kader om ons te enten op wat mensen kennen”, zegt Lisette Caubergs. “Het Logisch Kader is immers niet meer
instrument empowerment van vrouwen
n’GO februari 2013
33
U kent een interessant werkinstrument dat waardevol is in een context van ontwikkelingssamenwerking? Laat het ons weten!
| meer weten Gids Empowerment van vrouwen. Een methodologische handleiding © MAREK - FOTOLIA.COM
http://diplomatie.belgium.be/ nl/binaries/empowerment_ vrouwen_nl_tcm314-65184.pdf
dan een manier om een project vatbaar en begeleidbaar te maken. Maar indicatoren hebben we niet geformuleerd, enkel parameters. Menselijk gedrag en veranderingsprocessen zijn immers moeilijk te voorspellen. Wij houden een sterk pleidooi voor zelfdeterminatie. Zo kunnen wij in onze parameters of richtinggevers bijvoorbeeld aangeven dat vrouwen tijd winnen dankzij taakverlichtende acties zoals een waterput bouwen, maar hoeveel tijd ze winnen, hoe ze die vrijgekomen tijd invullen, dat moeten vooral vrouwen zelf bepalen. De vrouwen zijn zelf experten
van wat wel of niet werkt. Projectfinancierders kunnen dat soms moeilijk aanvaarden.”
Veranderende indicatoren = empowerment
De indicatoren zullen verschillen naargelang de actoren, de context en het programma. Als het Logisch Kader in de loop van een programma verandert en de indicatoren door de vrouwen zelf, samen met de ngo’s, bijgestuurd worden, is dat een teken van empowerment. “We moeten appreciëren dat er interessante zaken gebeu-
ren die buiten het oorspronkelijke kader vallen. Wij kunnen een paar stappen meezetten, maar als we zaken forceren, is het resultaat niet duurzaam. Daarom pleiten wij ervoor om op een empowerende wijze met veranderingsprocessen om te gaan. En vooral, geef deze processen de tijd.Wij hebben zovele tientallen jaren gevochten voor het vrouwenstemrecht en nu willen we op vijf jaar tijd een aardverschuiving bewerkstelligen. Zo zitten samenlevingen niet in elkaar!” SYLVIE WALRAEVENS
blog-notes
n’GO februari 2013
| stem van de expert
34
Rita El Khayat
Rita (Ghita) El Khayat is een vrouw met meerdere facetten. Ze is psychiater, psychoanalyste, antropoloog gespecialiseerd in de Arabische wereld, onderzoekster, schrijfster, journalist en mediavrouw. Ze schreef talrijke artikels en boeken over de situatie van de vrouw in de Arabischislamitische wereld, culturele vermenging en Kunsten. Ze verzamelde tal van onderscheidingen: kandidaat Nobelprijswinnaar voor de Vrede in 2008, Ridder in de Orde van de Troon en Officier voor Nationale Verdienste in Marokko.
Vrouwen en ontwikkeling
H
oewel ik nogal vijandig sta tegenover het woord “ontwikkeling” – die vijandigheid zal ik later toelichten – vraag ik me af in welke mate vrouwen in staat zijn om ontwikkeling, door hun invloed, hun zijn en hun specifieke vrouwelijke verlangens, te rijmen met hun eigen menselijke geest… Er zou een wereldwijde rondvraag moeten gedaan worden naar het ideale levensmodel waarvan vrouwen dromen en naar wat ze al veranderd hebben in
hun omgeving sinds ze hun rechten, of alleszins méér rechten, verworven hebben… Ik als vrouw droom van een bestaan zonder wapens en oorlogen, zonder moorden, armen, analfabeten, zieken, hongerlijders of verstotelingen. Ik droom ervan dat vrouwen dezelfde rechten hebben als mannen en alle kinderen gelijk geboren worden… Is dat pure utopie? Het zijn dromers en utopieën die de wereld hebben veranderd! Ik droom ervan dat álle meisjes op hun
achttiende het Bal des débutantes* mogen dansen, als een kleurrijke dans over alle continenten, in plaats van alleen die happy few, van wie de vaders magnaten zijn die het bloed drinken van duizenden anderen… Wat zou het zalig zijn als elk meisje op z’n minst een keer in haar leven een mooie jurk kon dragen! Dat is echte ontwikkeling, waarbij iedereen het geluk heeft om jong, mooi, blij en gezond te zijn. Zoveel tonnen lompen tegenover merkkledij die maar een keer gedragen wordt en die evenveel
* Le Bal des Débutantes is een jaarlijks evenement in Parijs waarop 25 jonge meisjes van welstellende families uit diverse landen hun debuut maken in de wereld van de couture en de media. Ze dragen baljurken die ontworpen werden door de grootste couturiers.
n’GO februari 2013
“Vrouwen die aan de macht zijn, van welk type ook, gedragen zich als mannen in dezelfde jobs.” kost als het schoolgeld, de gezondheid en de voeding van zovele meisjes! In ontwikkelingssamenwerking zijn het gedrag en de onderlinge relaties van mensen extreem complex. De meest diverse culturen oefenen hun invloed uit op ontwikkelingswerk en globalisering, die veelzijdig en egalitair zouden moeten zijn, maar vaak een weerspiegeling zijn van de verhouding tussen meester en slaaf of kolonisator en gekoloniseerde. Vrouwen zijn altijd beschouwd als minderwaardig, inferieur, onderdrukt en zonder veel invloed op sociale fenomenen… Naar mijn mening is ontwikkeling een fout concept, vooral dan in de betekenis die er de laatste jaren aan gegeven wordt in de wereld die weliswaar ‘ontwikkeld’ is, maar daarom niet veel veranderd. Na de crisis in 2008 kregen we de economische crash in het Westen, met als gevolg het failliet van systemen die alleen aan ontwikkeling deden met als doel om tegen elke prijs geld op te hopen en te vermeerderen. Bij deze machtshonger werd het leven en de levenskwaliteit van individuen uit het oog verloren. Geld
heeft nooit gelukkig gemaakt, armoede ook niet, maar elk menselijk wezen moet het minimum hebben om waardig te kunnen leven. Deze paradox tussen de rijken en de anderen vormt de oorsprong van de relationele problemen tussen individuen, binnen de samenleving en de staat, en tussen staten onderling… We dachten dat de levenskwaliteit van een gemeenschap kon verbeterd worden onder invloed van de vrouw, mede door een herdefiniëring van de verhouding van de geslachten. Dat dachten althans de feministen. Maar hoewel de internationale gemeenschap zich inspant om de levensomstandigheden van de vrouw te veranderen, heeft de vrouw geen grote veranderingen teweeggebracht in de definitie van ontwikkeling en is haar impact beperkt gebleven. Erger nog, vrouwen die aan de macht zijn, van welk type ook, gedragen zich als mannen in dezelfde jobs… De link tussen cultuur en geslacht is complex en erg verschillend afhankelijk van de plaats. Moeilijk te begrijpen ook voor wie niet vertrouwd is met de geschiedenis van het feminisme en
35
© JORGOPHOTOGRAPHY - FOTOLIA.COM
blog-notes
blog-notes de plaats die het had in het leven van bepaalde vrouwen. Met name de strijd tegen overheden die elke verandering tegenhielden om toch maar ‘de traditie in ere te houden’! Om uiteenlopende redenen zijn vrouwen in alle culturen en beschavingen zelf heel conservatief en traditioneel, zowel vroeger als nu. Ze zijn een rem voor zichzelf om veel verandering te brengen in hun positie, hun rol en hun statuut. Alleen de gelijkschakeling van het onderwijs voor meisjes en jongens zal bijdragen tot de verandering van de eeuwenoude systemen en tot een eerste herwaardering van de helft van de mensheid. Dit evenwicht kan iedereen een waardig leven geven, met echte ontwikkeling tot gevolg. Het vrouwelijk geslacht en de individuele en collectieve invloed van de vrouw op het gedrag van vrouwen en/of mannen, zou met vrouwelijke intuïtie en touch een andere levenskwaliteit, andere verlangens en andere keuzes meebrengen. Op
36
voorwaarde dat vrouwen zich ten volle ontplooien, zou een wereld geregeerd door vrouwen minder wreed en moordlustig zijn: jacht, oorlog en moord zijn mannelijke verschijnselen. De wereld zou rechtvaardiger zijn. Zodra vrouwen immers moeder zijn, proberen ze hun kinderen een vorm van ontwikkeling voor te spiegelen die veiligheid inhoudt en minder conflicten, zoals met buren, collega’s, familie... Doordat vrouwen sinds het begin der tijden arm gehouden zijn of doordat ze gewend zijn om altijd minder rijk te zijn dan mannen – ze doen bijna drie kwart van al het werk op aarde en krijgen alleen de kruimels van de rijkdom –, zullen ze de aarde beter benutten dan mannen dit tot nu toe gedaan hebben. Ze zullen andere methodes uitvinden voor productie, consumptie, goederenopslag, verwerking en handel. Ze zijn het gewoon, want ze doen het al sinds mensenheugenis.
“Vrouwen zijn zelf zeer conservatief en traditioneel. Ze zijn een rem voor zichzelf om verandering te brengen in hun positie.”
n’GO februari 2013
Maandelijks e-zine uitgegeven door Ec hos Communication Rue Coleau, 30 1410 Waterloo België +32(0)2 387 53 55 Verantwoordelijke uitgever Miguel de Clerck miguel.declerck(at) echoscommunication.org Hoofdredacteur Pierre Biélande pierre.bielande(at) echoscommunication.org Redactie Renaud Deworst renaud.deworst(at) echoscommunication.org Sylvie Walraevens sylvie.walraevens(at) echoscommunication.org Vormgeving Bertrand Grousset Lay-out Thierry Fafchamps
Abonneer u gratis op het magazine. Klik hier! Vind Echos Communication op het Internet www.echoscommunication.org