n'GO nr 9

Page 1

ON T W I K K EL I NG S SA ME N W ER K I NG E N ME NSEL I J K E R EL AT I E S

Barsten in het

hokjesdenken Blog-notes... Pierre Vincke :

Goed bestuur en rechtvaardigheid

Portret

Ontmoeting met Hans

Zomer

Instrument Op zoek naar wat ons bindt

Nr9

maart 2013


N9 r

n’GO maart 2013

radar P.3

blog-notes P.31 Pierre Vincke

instrument P.26

La Bonne Puissance

| vooraf

Je hersenen: speel ermee!

Miguel De Clerck

Directeur Echos Communication

hoe verander je de mentale modi P.21

Vooroordelen, wees op uwdossier P.14 hoede!

COUVERTURE © ALVIN BURROWS - ISTOCKPHOTO

portret P.8 Hans Zomer

2

In dit nummer van n’GO strijken de actoren in het ontwikkelingswerk tegen de haren in: “de rol van het Westen in ontwikkelingshulp is vertalen, verzoenen, contacten leggen en beïnvloeden”. Alsof de tussenkomsten van experten, de overdracht van kennis en competenties en het opzetten van systemen naar het achterplan worden verschoven. Alsof de aanpak van plannen, procesbeschrijven en meten slechts accessoire is. Hoe moet zo’n nieuwe aanpak, volledig of gedeeltelijk, dan wel vorm krijgen? Het gaat om een verandering van houding: “ik als Westerling ben de partner”; om een ander model: “wie niet in categorieën denkt, ontwikkelt de mogelijkheid om te verwelkomen”; om een update van onze gereedschapskist: “je kan spelen met je hersenen”. Aan oplossingen geen gebrek, er zijn zelfs combinaties van oplossingen mogelijk. Wees klaar voor een nieuwe bril... en veel leesplezier.

Abonneer u gratis op het magazine. Klik hier! Vind Echos Communication op het Internet www.echoscommunication.org


een andere kijk

n’GO maart 2013

3

A Blast Of Colors

“Ik kwam naar de kerk ‘Senghor do Bonfim’ in Salvador (Brazilië) om architectuurbeelden te nemen, maar ik zag er plots iets veel mooiers. Er zat een man die geluksbandjes verkocht. Je moet die rond je pols knopen met drie knopen die elk een droom voorstellen. De man vond er plezier in om ze vast te maken en aan elk de tijd te geven, knoop na knoop, om na te denken over hun dromen. Voor mij deelde hij vreugde en hoop uit, zonder zijn handicap de bovenhand te laten nemen.” Een beeld dat alle elementen heeft voor een droevig verhaal straalt niets dan vreugde uit. (foto: Carlos Henrique Reinesch )

Foto van de maand


Leiderschap ‘nieuwe stijl’ in Afrika

Een bodemloze put, dat is het Westerse beeld van ontwikkelingshulp. Maar ook in het Zuiden wint die idee veld en gooien Afrikanen het roer om. Tien jaar geleden hielden een aantal

n’GO maart 2013

vooraanstaande Afrikaanse leiders, waaronder bisschop Desmond Tutu, het Africa Leadership Institute boven de doopvont. Jonge, ambitieuze Afrikanen met een business-, bestuurs- of ontwikkelingsachtergrond worden er ondergedompeld in een nieuwe visie op leiderschap. De ZuidAfrikaanse aartsbisschop drukt zijn stempel op het programma. Sociaal ondernemerschap en ethische businesspraktijken staan er hoog op de agenda. Met verbluffende resultaten.

4

Wie het programma doorliep is voor­ taan overtuigd dat ethisch zakendoen en opleiding in IT, onderhandelen of communicatie, meer zoden aan de dijk brengen dan enkel te wachten op de stroom van internationale donaties. Een door en door Afrikaanse visie: collaboratief, in dienst van de gemeenschap en princiepsgetrouw. Ontdek de initiatieven

© PAULINO MENEZES/WCC

een andere kijk


Fondant of fondu?

Je kan de publieke opinie op meer dan één manier bespelen. Zachtjes, met een voorsmaakje van het te

n’GO maart 2013

verwachten succes, met de haren meestrijkend... Maar je kan ook choqueren, een harde realiteit tonen, op de gevoelens spelen... Of een goede dosering van de twee zoeken. Oxfam International lijkt een interessant evenwicht te hebben gevonden. Voor hun laatste

5

campagne, Behind the Brands, leert een korte reclameboodschap u de waarheid over vrouwen en chocolade. Een zoete en tegelijk bittere spot. Bekijk de video

© MACEO - FOTOLIA.COM

een andere kijk


een andere kijk

n’GO maart 2013

6

Aanpassingsvermogen Ontdek de serie artikelen gewijd aan veerkracht van irinnews.org

© LASSEDESIGNEN - FOTOLIA.COM

u 360° Voor gelezen Veerkracht kan omschreven worden als de weerstand tegen schokken van welke aard ook. Ze kan ook de capaciteit zijn om zich aan te passen aan risico’s en gevaren. Of om er zich op voor te bereiden. Anderen zien er het aantal veranderingen in die een systeem kan ondergaan alvorens zelf te veranderen. Het concept heeft vele betekenissen en het is niet altijd simpel om er je weg in te vinden. Gelukkig schept IRIN News klaarheid. Een reeks artikelen, nu eens theoretisch, dan weer exemplarisch, helpen vat te krijgen op deze populair geworden notie in het recente ontwikkelingsdenken. Wie meer wil weten, neemt snel een kijkje.


Ontwikkeling in woorden

Het Ewé-volk van Togo

n’GO maart 2013

7

Elke maand maakt Odile Tendeng een taalkundige analyse van de interpretatie van het woord ‘ontwikkeling’ in een Afrikaanse taal.

T

ogo is een kleine, langwerpige strook land tussen Benin en Ghana. Er wonen zes miljoen mensen verspreid over een veertigtal etnische groepen. Land geldt er als identiteitsgegeven. Men behoort toe tot zijn land net zoals het land hen toebehoort. Grond kan verkocht noch geschonken worden. Je land verliezen is je identiteit verliezen, verdwijnen. Zo wordt het land een essentiële component van het voortbestaan van de groep en heeft het zelfs een sacraal karakter: de grond maakt deel uit van de tellurische onderwereldgoden. Belangrijk om weten is dat de mensen van dit land erg gehecht zijn aan de onzichtbare wereld van de voorouders. Voor de Ewé is het land bewerken geen banale handeling. Je bewerkt het land niet enkel om te eten, maar je herhaalt er ook de handlingen van de voorouders mee, zij die ervoor gezorgd hebben dat je er bent. Volgens de overlevering komt het Ewé-

volk van Oyo in Nigeria. Deze migratiegolf uit Nigeria zou vervolgens door het huidige Benin getrokken zijn om zich ten slotte te vestigen, eerst in Tado in Zuidoost-Togo en later, rond 1720, in Notsé onder de heerschappij van koning Agokoli. Zij die in Tado bleven, stichtten het koninkrijk Aja met Tado als hoofdplaats. Zij die van Notsé hun woonplaats maakten, vormden het koninkrijk Ewé met Notsé als hoofdplaats. Aan het hoofd van elk koninkrijk staat een Koning, een heilige, van wie de voorspoed van het volk afhankelijk is. Hij vormt de meest complete uitdrukking en het hoogtepunt van de hele geschiedenis van dit volk. Vanuit deze twee koninkrijken hebben dan verschillende groepen zich verspreid over het hele zuiden van Togo. De maatschappelijke organisatie van het Ewé-volk berust op het hiërarchische principe en vooral op verwantschappen. Alle religieuze, economische en socio-culturele activiteiten worden daarrond georganiseerd.

| op de letter “Ontwikkeling”

in de Ewé-taal

Voor de Ewé betekent het woord dat zij gebruiken voor ontwikkeling letterlijk ‘vooruitgaan’. Maar hoe gaat men vooruit? Alleen? Als gemeenschap? Zoals vele of misschien wel alle Afrikaanse gemeenschappen veronderstelt vooruitgaan altijd dat het samen gebeurt. De Ewé-maatschappij heeft een soepele hiërarchie waarvan de centrale persoon een koning-priester is die waakt over: • het welzijn van zijn gemeenschap dankzij de occulte macht die hij heeft • de bescherming van het dorp tegen vijanden en allerlei rampen • de welvaart van het volk door een goede landbouwproductie dankzij zijn macht als ‘regenmaker’ Zo wordt ontwikkeling een proces, een tocht waarop de koning de hele gemeenschap meeneemt.

© GENTIL FRANCOIS - FOTOLIA.COM

Het Ewé-volk van Togo : “vooruitgaan”


portret

n’GO maart 2013

8

Hans Zomer CEO van de Ierse ngo-koepel Dóchas

“De wereld is maakbaar”


portret

n’GO maart 2013

9

Elke expat-ervaring liet een levensles na, elke markante ontmoeting verfijnde zijn visie. Hans Zomer is een vat vol overtuigingen, maar de lijn van zijn verhaal is helder en gerijpt. “Armoede is een politieke keuze. Wij als samenleving houden mensen arm, niet natuurrampen, cultuur of religie.”

1968

| bio

geboren in Leiden, Nederland

1992

diploma Politologie/ internationale betrekkingen - universiteit Amsterdam

1992-93

vrijwillgerswerk voor Europees ngo-netwerk en studie voor een Vlaamse MEP (Brussel)

1992-98

Policy officer bij APODEV (Protestantse ontwikkelingssamenwerking)

1997-98

Pakistan : consultant voor lokale ngo’s, medewerker Unicef en Nederlandse ambassade

1998-01

2001

Tjaad : Country Desk officer director voor voor Ierse ngo een Duitse ngo Concern (mensenrechten en conflictbeheersing)

2002

CEO van Ierse ngo-koepel Dóchas


portret

H

ans Zomer is Nederlander, maar zijn ouders werkten als ontwikkelingswerkers in Kameroen. Terug in Nederland kwamen Kameroenezen over de vloer, er hing Afrikaanse kunst aan de muur. En wanneer vader van zakenreis terugkeerde, lagen er mango’s in de schaal. Later studeerde hij internationale betrekkingen, was actief in de vredesbeweging en had zijn eerste werkervaringen in ontwikkelingssamenwerking. Maar pas toen zijn Ierse vriendin en huidige vrouw een job in Pakistan kreeg en hij haar volgde, begonnen de echte levenslessen.

Armoede is een menselijke daad

“Ik ben mij al heel snel bewust geworden van de politieke dimensie van armoede. Armoede is geen gebrek aan middelen, het is uitsluiting. Pakistan heeft rijkdommen en hoeft geen arm land te zijn. De boeren met wie ik werkte hadden toegang tot zaadgoed en de lokale markt, maar de landeigenaar beperkte hun toegang tot water. Mensen houden andere mensen arm. Heel wat anti-ontwikkelingspraktijken

n’GO maart 2013

10

| getuigenis

Helen Keogh, CEO van World Vision Ireland, oud-voorzitter van Dóchas

« Hans is heel gedreven en gefocust maar tegelijk zo vriendelijk dat hij bereikt wat hij wil en ook iedereen meekrijgt. Met de ‘Make Poverty History’ campagne sprak hij niet enkel de ngo’s maar de brede samenleving aan. Hij vocht voor het ontwikkelingsbudget van Ierland en haalde het binnen. Hans is erg gerespecteerd en geliefd door al wie met hem te maken heeft. Hij laat de sector samenwerken en heeft ongelooflijk bijgedragen tot de professionalisering van ontwikkelingssamenwerking, getuige daarvan de Code of Governance en de Code on Images die onder zijn aansturen nu gemeengoed zijn bij de leden. »

“Vanuit hun hotelkamers met airconditioning begrepen zij geen jota van de realiteit op het veld”


portret

n’GO maart 2013

worden verantwoord door religie, maar zijn niet meer dan lokale gebruiken en interpretaties. Later werkte ik in Tjaad, een gewelddadig land met weinig reden voor vreugde. Dit land zal nooit rijk worden, maar onze keuzes als samenleving bepalen of wij het aanwezige potentieel realiseren of niet. Mensen werken elkaar politiek en economisch tegen. Dat is de echte rem op ontwikkeling. Maar daar ligt ook de sleutel voor verandering.”

|O p de kar van het Iers EU-voorzitterschap

Goede wil en misverstanden

“Als jonge expat had ik een zekere schroom: ik wilde zo graag die ervaring op het terrein, maar hoe kon ik mijn aanwezigheid daar verantwoorden? In Tjaad heb ik een deel van het antwoord gevonden. Exxon en de Wereldbank hadden in de regio een grootschalige olieboring opgestart. De lokale bevolking was wantrouwig omdat de infrastructuurwerken, voor de ingenieurs business as usual, voor dit onaangeroerde land van een ongeziene schaal waren. Als ngo namen wij deel aan een campagne om de lokale boeren te mobiliseren en adviseren. Ik heb toen begrepen dat wij als ontwikkelingswerkers een brug konden slaan tussen de Westerse projectbeheerders en de lokale organisaties. Wij kon-

11

den vertalen, letterlijk en figuurlijk, want beide partijen begrepen elkaars functioneren niet. Nochtans deed iedereen erg zijn best. Exxon en de Wereldbank bouwden schooltjes en hospitalen. Ze begrepen de onvrede van de bewoners niet. Maar zij hadden de inwoners niet geconsulteerd! Bovendien hadden ze geen kaas gegeten van de politieke context. De president had een correcte omgang met de inkomsten van het project beloofd, maar kocht met het eerste geld gevechtshelikopters – een

De Ierse ontwikkelingssector grijpt het Ierse EU-voorzitterschap aan als een unieke kans om haar post-2015 doelstellingen in de verf te zetten. Met de campagne ‘The World We Want’ houden ze een stevig pleidooi voor een alternatief ontwikkelingsmodel dat universeel en duurzaam is. “Voor de armoedeproblematiek moeten de prioriteiten door de armen zelf aangegeven worden. Dóchas legde haar eigen zienswijze vast in een EU-voorzitterschapsmanifest, maar overlegt met gespecialiseerde armoede-organisaties om tot een algemeen aanvaard actieplan te komen. Plaatselijke armoedegroepen denken vaak lokaal, maar wij zetten hen aan om ons munitie te geven om de kansen die vandaag voorliggen te grijpen. Deze voorzittersperiode is cruciaal!”

“Mensen werken elkaar tegen. Dat is de echte rem op ontwikkeling”


© ISTOCKPHOTO - GEHRINGJ

portret

De Westerse rol in ontwikkelingshulp is vertalen, bemiddelen, netwerken en beïnvloeden.

n’GO maart 2013

risico dat door de Wereldbank volledig onderschat was. Wanneer het verslag van een vergadering, diezelfde avond nog doorgestuurd door de Wereldbankconsultants, de volgende dag niet gekopieerd en verdeeld was, was er diepe verontwaardiging. Vanuit hun hotelkamers met airconditioning begrepen zij geen jota van de realiteit op het veld, waar toegang tot elektriciteit slechts beperkt is. Heel veel goede wil dus, maar evenveel misverstanden. Daar heb ik mijn toegevoegde waarde gevonden: ik begreep de frustraties van de westerlingen en kende ook de grieven en beperkingen van de lokale bevolking. Ik geloof dat de Westerse rol in ontwikkelingshulp vertalen, bemiddelen, netwerken en beïnvloeden is. Expert in lokale geplogenheden zullen we toch nooit worden.”

Verantwoordelijkheid dragen

Netwerken. Geen rol die Hans Zomer beter afgaat. Toen hij na zijn Tjaad-ervaring naar Ierland terugkeerde, zou dit zijn verdere loopbaan typeren. Overtuigd van de politieke dimensie van onrecht wilde hij als westerling verantwoordelijkheid dragen. Want hoe wij hier leven, produceren en kopen heeft directe gevolgen voor het Zuiden. In 2002 werd Zomer de eerste CEO van de Ierse ngo-koepel Dóchas. “Na 10 jaar nog steeds een droomjob”, zegt hij. “Ik hoef zelf geen expert te zijn, ik moet ze kennen en met elkaar in contact brengen. Die bemiddelende rol speel ik ook tussen de sector en de politiek. De

12

soms te lange verhalen van ngo’s in een tienminutenstelling vatten en daarmee de beleidsprocessen beïnvloeden, dat vind ik erg stimulerend.”

Uitnodigen tot kritiek

In tien jaar tijd heeft Hans Zomers visie van de maakbare samenleving een duidelijke stempel gedrukt op het Ierse ontwikkelingswerk. Zomer ziet de rol van de koepel niet als vertegenwoordiging van de ledenbelangen. Hij wil met Dóchas de Ierse ontwikkelingssamenwerking verbeteren en de leden zijn daarvoor het vehikel. “Ik heb van bij het begin aangedrongen op accountability: een luisterende en actieve houding die de stakeholders uitnodigt tot kritiek. Ngo’s moeten meer facilitator dan doener zijn. Sommige ngo’s moeten af van hun arrogantie en voortbouwen op bestaande structuren op het terrein. Oorspronkelijk stootte dat op verzet, maar vandaag is deze houding de kern van onze werking, vertaald in de Codes of Conduct.”

Solidariteit in plaats van hulp

Ook in zijn boodschap naar het publiek heeft de Ierse ontwikkelingssector de laatste jaren een omslag gemaakt. Hans Zomer wil in de samenleving een draagvlak creëren, niet voor de werking van ngo's, maar voor internationale solidariteit en gerechtigheid. Hij wil mensen aanzetten om bewuste politieke en sociale keuzes te maken en zo bij te dragen tot een betere wereld. “Dat is vooral een


portret

communicatieve uitdaging. Met onze woorden- en beeldentaal sturen wij waarden en stereotypen onbewust aan. Dóchas en de ledenorganisaties spreken niet langer over ‘hulp geven’, met zijn negatieve connotaties van zwakte en morele superioriteit, maar over solidariteit of investeren, termen die positieve waarden oproepen. De voorbije tien jaar heb ik ook sterk aangedrongen op een meer strategische werking van de sector. Vandaag werken wij aan thema’s die nog ver voorbij de horizon lijken te liggen. Want alleen als je tijdig voorbereid bent, kan je invloed uitoefenen.”

Een ander model

Hans Zomer is ambitieus maar beseft als geen ander dat de uitdaging groot is. “Vandaag hebben we alle mogelijkheden om het verschil te maken, maar ik ben bang dat de crisis de appetijt voor solidariteit doodt. Onze economie is op hol geslagen, maar we zoeken de oplossing in nog meer vrije markt en groei. Er moet toch een ander model zijn van menselijk geluk, dat niet de nadruk legt op materiële welstand?” “Ik geloof sterk in de kracht van gemeenschapsinitiatieven. Ook Obama heeft zijn campagnemodel daarop geënt. Via community mobilisation gaf zijn enorme netwerk van vrijwilligers tijd en geld om een nieuw verhaal te schrijven. People power is een dynamiek waar ook ngo’s hun oorsprong in vinden en duidelijker hun inspiratie moeten zoeken. De sociale media bieden een enorm potentieel. Zij kunnen

n’GO maart 2013

mensen empoweren, stem geven aan wie geen stem heeft. Want op twitter heeft de gewone man evenveel te zeggen als een politiek leider. Kijk naar de Arabische Lente.”

Ngo’s 2.0

Hans Zomer houdt van evolutie. Ook onvermijdelijke verschuivingen in het ngolandschap schrikken hem niet af: “Ik zie een grote uitdaging in het fenomeen ‘disintermediation’, waarbij de tussenman irrelevant wordt. Vandaag is de ontwikkelingswerker de schakel tussen het publiek en de ‘arme’. Hij is de filter voor nieuws over het Zuiden en reikt met het geld van het publiek zijn eigen oplossingen aan. Maar steeds vaker zullen het publiek en de ‘arme’ elkaar van mens tot mens ontmoeten en rechtstreeks hulp uitwisselen. Dat gebeurt nu reeds. Over twintig jaar mogen we een fundamentele hertekening van de rol van de ngo’s verwachten: van uitvoeren naar sensibiliseren. Dat is niet erg, dat is een uitdaging!” SYLVIE WALRAEVENS

13

| getuigenissen

Conall O’Caoimh, Directeur van Value Added In Africa

« Hans bracht eerst de Ierse ngokoepel in de 21ste eeuw en nu tilt hij ook de individuele ngo’s op dat niveau. Zijn onophoudelijke energie zet ngo’s ertoe aan om te leren van good practices, resultaten voor te leggen en hun stem te verenigen. Hij is een krak in het uitzetten van een richting voor de sector. Individuele ngo’s port hij vriendelijk aan om steeds beter te worden en andere moedigt hij aan in hun innovatie. »

Ingrid Srinath, voormalig CEO van CIVICUS

« Hans combineert intelligentie, creativiteit, idealisme, pragmatisme, bedachtzaamheid en humor in een sector waar zo’n evenwicht zeldzaam is. Zijn energie en optimisme in een tijd waarin cynisme al te gemakkelijk bezit van je neemt, heeft mij sterk geïnspireerd. Hij is een grote ambassadeur voor Ierland en voor de burgermaatschappij. »


dossier

n’GO maart 2013

14

Voor de een is hij publieke vijand nummer één, voor de ander is hij de onschuldige weerspiegeling van de tijdsgeest. In ons betoog klagen wij hem aan voor simplificatie en poging tot discriminatie. We moeten enkel nog uitmaken of er voorbedachtheid in het spel is. Het proces tegen het vooroordeel is geopend!

© VLADIMIR CETINSKI - ISTOCKPHOTO

Vooroordelen, wees op uw hoede


dossier

— Jean-Jacques Rousseau

W

at kunnen ze toch traag zijn’ of ‘Ze zijn toch zo slecht georganiseerd’. Als je met partners in het Zuiden samenwerkt, hebben zulke gedachten vast en zeker je geest reeds doorkruist. Ben jij in dat geval, dan mag je je gelukkig prijzen: je bent een mens van vlees en bloed! Vooroordelen en de werking van de hersenen zijn sterk met elkaar verbonden. “Ons brein vereenvoudigt voortdurend wat we waarnemen” legt Patrick Scharnitzky, dokter in de sociale psychologie uit. “Met het vooroordeel komen we terecht bij een van de basisfuncties van onze hersenen: de klassering. Zij verbindt zaken die op elkaar lijken met elkaar. Zonder deze classifi-

15

© FOND-D-ECRAN-GRATUIT.ORG

“Wijsheid en oordelingsvermogen komen traag, vooroordelen razendsnel.”

n’GO maart 2013

Stereotype of vooroordeel? Stereotypen en vooroordelen zijn twee verschillende zaken. In de hersenmechanismen die zin geven aan de realiteit volgen ze elkaar op. Een stereotype is een verzameling van kenmerken en overtuigingen die we associëren met een groep. Bijvoorbeeld: communisten houden van rood, ze zijn voor de verdeling van de rijkdommen en tegen persoonlijk bezit. In dit stadium zijn het neutrale waarnemingen. We beginnen

pas te spreken van vooroordelen als we er een positieve of negatieve beoordeling aan geven. Voor sommigen is het communisme een aanval op de individuele rechten. Iedereen met een rode ster op z’n shirt vormt dan een bedreiging. Voor anderen staat een communist voor waarden als gelijkheid en elke aanhanger van het rode boekje krijgt automatisch de status van goede kameraad. Alles hangt af van je standpunt!


dossier

© VIKTOR KURYAN - FOTOLIA.COM

n’GO maart 2013

Van vooroordeel naar discriminatie Een vooroordeel is een houding, een opinie, een state of mind of een mentale instelling tegenover een ding, een gebeurtenis, een persoon, een groep… Het maakt mensen ook geneigd om een bepaald gedrag te stellen of een reactie te vertonen bij confrontatie met het voorwerp van het vooroordeel. En daarin schuilt het gevaar.

Wie niet leert om zijn vooroordelen te ontdekken en in vraag te stellen, maakt kans om recht in de val van de discriminatie te lopen. ‘Vrouwen zijn niet rationeel genoeg, je moet ze dus niet op verantwoordelijke posten plaatsen.’ ‘Ik heb gehoord dat Marokkanen de zoon van een vriendin hebben afgeperst, je kan er dus maar

beter niets mee te maken hebben.’ ‘Afrikanen zijn blijkbaar traag, je kan ze dus maar beter niet aanwerven.’ Natuurlijk belanden we daarmee nog niet bij apartheid of genocide (terwijl dit niets anders is dan een groep uitsluiten of uitroeien), maar we kunnen wel stellen dat elk van deze situaties zijn wortels heeft in vooroordelen.

16

“Elk woord is een vooroordeel” — Friedrich Nietzsche

catie zouden we niet kunnen communiceren. We creëren bijvoorbeeld categorieën om uit te maken wie we met de ‘u-’ of de ‘jij-vorm’aanspreken. Dankzij dit vermogen kunnen we ons correct gedragen in onze Patrick Scharnitzky sociale relaties of in het dagelijkse leven voorwerpen gebruiken als een mes of een computer.”

Ingeblikt

We ontwerpen dus dozen waarin we onze waarnemingen rangschikken. Deze dozen zijn echter niet alleen gevuld met ervaringen. “Het merendeel komt van buitenaf. Familie, vrienden, het land waarin men leeft, het politieke systeem, de religie, de media, de waarden, de reclame: al deze omgevingselementen bepalen welke kenmerken we gaan associëren met mensen en dingen. Door er een positief of negatief oordeel aan te verbinden


n’GO maart 2013

De manier waarop ontwikkelingswerk georganiseerd is versterkt de vooroordelen

komen we uit bij vooroordelen. We gebruiken ze dagelijks en onbewust. Op zich is het niet erg als je brein vooroordelen heeft. Je bent wel verant woordelijk voor wat je met die vooroordelen Maria Eriksson Baaz aanvangt. Je kan ze niet uitwissen, maar wel proberen er mee om te gaan.” Vooroordelen komen overal voor en we zijn geneigd ze op elk moment naar boven te halen. De sector van de ontwikkelingshulp ontsnapt niet aan de regel. “Ik zou zelfs zeggen dat er hier meer aanwezig zijn”, beweert Maria Eriksson Baaz, dokter in Peace and Development Research en onderzoeker aan het Instituut voor NoordAfrika van de universiteit van Uppsala in Zweden. “Het probleem is niet individueel maar structureel. De manier waarop ontwikkelingshulp wordt georganiseerd werkt vooroordelen in de hand, onafhan-

kelijk van de goede wil van de individuen die zich inzetten voor projecten.”

Frustraties…

Maria Eriksson Baaz voerde eind jaren 90 een studie uit bij ontwikkelingswerkers in Tanzania. Ze doorkruiste het land gedurende zes maanden en nam talrijke interviews af rond identiteit. “Vooroordelen zijn een mechanisme van verdediging en aanpassing. Verschillende elementen zorgen ervoor dat deze kwalen opduiken in ontwikkelingssamenwerking. Ten eerste, ondanks de inspanningen om de relatie in evenwicht te brengen, hebben Noord en Zuid nog altijd verschillende ideeën die soms botsen. Dat zorgt vaak voor frustraties. Om daar komaf mee te maken gaan we op zoek naar een gemakkelijke zondebok. Vooroordelen uitspreken helpt om van de frustraties af te geraken. Ten tweede speelt de context een belangrijke rol. In omstandigheden van extreme materiële armoede voelen Europeanen die een comfortabele omgeving gewoon zijn, zich vaak schuldig. Als reactie stellen ze onbewust de armen verantwoordelijk voor hun armoede: dat ze zich in

17 © YANLEV - ISTOCKPHOTO

dossier


dossier © LAURENT HAMELS - FOTOLIA.COM

n’GO maart 2013

“Het is moeilijker om een vooroordeel te vernietigen dan een atoom.” — Albert Einstein een dergelijke situatie bevinden is hun eigen fout. In het algemeen werken ontwikkelingswerkers in miskende en moeilijke situaties. Ze proberen om binnen dat gegeven toch inzicht te verwerven en zin te geven aan de dingen. Maar in stresssituaties of onder druk van resultaten wordt er al snel gesimplificeerd of gekarikaturiseerd.”

Sociaal oordeel de vakjes ‘bekwaam’ en ‘sympathiek’ plaatsen… SYMPATHIE K BEKWAAM

sociabiliteitniveau hangt af van de intenties die we een groep aanwrijven, van de schade die ze ons kunnen berokkenen of van de mogelijkheid om met ons te wedijveren voor grondstoffen. In het Westen, bijvoorbeeld, wordt subSaharisch Afrika gezien als minder bekwaam maar toch sympathiek, terwijl islamitische terroristen onbekwaam maar toch gevaarlijk zijn. Ik laat aan u over welke groep we in

ONBEKWAA M

Het sociale oordeel is gebaseerd op twee basisdimensies: bekwaamheid en sociabiliteit. Met deze zienswijze kunnen we vier vakken maken om groepen in te delen. Over het algemeen zijn dominante groepen bekwaam, intelligent, soms zelfs manipulatief, maar ze komen niet sympathiek over. We nemen het voorbeeld van de bankier. Bij gedomineerde groepen ontbreekt die bekwaamheid. Het

18

GEVAARLIJ K

Vastgeroeste perceptie

De manier waarop de realiteit op het terrein bekeken wordt beïnvloedt de manier van werken van de ngo’s. Als de partner in het Zuiden gezien wordt, als relatief onproductief, onbetrouwbaar en met beperkte middelen, zal de hulpprocedure afhangen van dat plaatje. “De controlemechanismen zijn daar het beste voorbeeld van. Ze dienen om te bevestigen dat de partners zouden sjoemelen als niet elke uitgave verantwoord wordt. Om dezelfde reden worden expats aan het hoofd van een project gezet. Ook al vergt het heel veel inspanningen vooraleer ze goed en wel aan het werk kunnen, toch worden zij gezien als de garantie voor resultaten.” Het is duidelijk: vooroordelen brengen ons in een vicieuze cirkel. Onze


dossier

Karen Rothmyer

waarneming versterkt onze denkbeelden, maar de diepe wortels van vooroordelen zitten in de cultuur. Voor Karen Rothmyer, news ombudsman in Nairobi en gastprofessor aan de universiteit van Cambridge, zijn we opgegroeid met de illusie van de vriendelijke blanke man die de arme zwarte komt redden. “Toen ik klein was, las ik vaak een verhaal van een missionaris die kinderen in Afrika ging helpen. Ik was verzot op dit meeslepende en exotische boek. In Europa hebben helden zoals Kuifje of Babar de dromen van generaties kinderen gekleurd. Een hele reeks beelden is op die manier al ingebakken nog voor de kinderen Afrika op een kaart kunnen situeren. Eens ter plaatse wordt de realiteit daardoor bepaald: we zien wat we verwachten te zien! De laatste decennia hebben heel wat internationale organisaties en grote ngo’s, nauw verbonden met de media, deze beelden nog versterkt. Deze instellingen hebben een grote geloofwaardigheid en hebben alle belang bij een negatief beeld. Hoe somberder het

19

© CHANTALS - FOTOLIA.COM

n’GO maart 2013

beeld, hoe groter de kans om overheden te overtuigen om geld te geven. Het gaat niet om een duivels complot maar gewoon om belangenverdediging: als de armoede morgen in één klap zou verdwijnen, zouden er veel jobs sneuvelen.”

Ieder z’n eigen groep

Laten we even terugkeren naar de hoger vermelde dozen, de categorieën waarin we mensen en dingen klasseren. We gaan zo ver in die logica dat we ook onszelf in dozen steken! Anders gezegd, we identificeren onszelf met een of meerdere groepen. Twee storingsmechanismen treden hier in werking: elke groep wordt gezien als homogeen en de verschillen tussen de groepen worden virtueel opgedreven. Maar dat is niet alles. “Zodra we ons bij een groep hebben aangesloten, hebben we de neiging om de eigen groep als belang-

rijker te zien dan de rest”, vertelt Vincent Yzerbyt, professor psychologie en prorector voor onderzoek aan de Université Catholique van Louvain-la-Neuve. “De eigen groep wordt altijd hoog ingeschat en die van de andere vaak onderschat. We proberen om de eigen positie te rechtvaardigen door te wijzen op de gebreken en zwakheden van de anderen. Dat verhoogt nog eens de voorliefde voor de eigen groep. Dit noemen we de neiging tot soci- Vincent Yzerbyt ale dominantie. Het fenomeen wijst niet op een individuele of doordachte wil om zich bovenaan de sociale ladder te situeren, maar eerder op de invloed die de context op ons gedrag kan hebben.” Voor de klassieke tegenstelling ‘Zij’ en ‘Wij’ zijn er verschillende alternatieven. “Aan de ene kant kunnen we de


dossier

© DJMA / 123RF

n’GO maart 2013

Hypothese van contact In 1954 vatte Gordon Allport de hypothese van contact samen in zijn boek La nature du préjugé: door mensen van verschillende rassen, kleuren, religies en nationaliteiten gewoon samen te brengen kunnen we stereotypen wegnemen en vriendschappelijke attitudes ontwikkelen. Als we toenadering zoeken tot het voorwerp van onze vooroordelen zullen de stereotypen stilaan verminderen. Beetje bij beetje hebben universitaire onderzoeken en wetenschappelijke proeven geleid tot een reeks voorwaarden om die hypothese te beoordelen. Vandaag is er een consensus over

ten minste twee voorwaarden. Mengen heeft alleen maar positieve effecten als het contact niet geforceerd is. Ten tweede komen deze positieve effecten niet naar boven als de twee groepen er geen belang bij hebben om zich te vermengen. Het draait hierbij allemaal rond samenwerking. Als de twee groepen een gemeenschappelijk doel hebben en bereid zijn om hun respectievelijke bekwaamheden ten dienste te stellen van dat gemeenschappelijk doel én als ze ook een gelijkaardige status hebben, dan is er een grote kans dat samenwerking een gedragsverandering teweegbrengt.

20

“Vooroordelen verdwijnen niet door ze voor het hoofd te stoten.” — Jean d’Alembert

groep minder restrictief bekijken. Ik noem het de Star Trekutopie, uit de serie waar mensen zich vermengen met buitenaardse intelligente wezens. Als we allemaal wereldburgers zijn is er maar één groep. Aan de andere kant kunnen we de verschillende identiteiten in de verf zetten. Als ik een hele reeks identiteiten bezit, dan heeft de andere dat natuurlijk ook en kan ik hem niet reduceren tot één enkel kenmerk. Het zijn twee complexe denkpistes. Het vergt het bewustzijn van tot een grote globale gemeenschap te behoren én de mogelijkheid om de verschillen duidelijk te onderscheiden. Ik denk dat we moeten beginnen met de anderen te waarderen en rekening te houden met hun kennis.” Het is niet makkelijk om zijn vooroordelen een plaats te geven: ze weg-

nemen is onmogelijk, ontkennen is gevaarlijk. Patrick Scharnitzky biedt een deel van de oplossing: “We kunnen ons brein niet deprogrammeren. Wat we wel kunnen is het kader aanpakken. We weten bijvoorbeeld dat moeheid of stress onze perceptie vertroebelt en ons een toevlucht doet nemen tot snelle beslissingen die deels gebaseerd zijn op vooroordelen. We kunnen brandgangen aanleggen om onze werkomstandigheden te verbeteren. Het belangrijkste is echter om zich niet schuldig te voelen. 80% van de bewustmaking bestaat erin de mensen te doen inzien dat wat ze denken de vrucht is van een collectief geheugen dat automatisch gevormd wordt.” RENAUD DEWORST


© A.DREAN - FOTOLIA.COM

Ze botsen met elkaar en vaker dan je denkt. De één stuurt je een boodschap in de stijl van “dit moet met een beetje afstand bekeken worden” of “een nuance zou hier wel op z’n plaats zijn…”, terwijl de ander reageert met “waar maak je je druk om” of nog “wees eens duidelijk, stop met van mening veranderen”. Het gaat hier niet om twee van je buren, maar om spelers die bijna dagelijks met elkaar communiceren binnen in je hersenen.

Je hersenen:

speel ermee!

hoe verander je...

de mentale modi

n’GO maart 2013

21


de mentale modi

© OLLY - FOTOLIA.COM

hoe verander je...

W

e vroegen ons af welk deel van de hersenen de overhand neemt bij een bepaald gedrag of een bepaalde beslissing. Zo begrepen we waarom de neolimbische gebieden, het centrum van het bewustzijn, daarbij van nature de leiding nemen. En dat niets is wat het lijkt als je het over de hersenen hebt. Toch is er in deze

22

Wanneer veranderen van mentale modus? 1. In geval van spanning

In ons vorige artikel (n’GO nr. 8) besloten we dat het belangrijk is om op regelmatige tijdstippen de controle over te laten aan de prefrontale neocortex, het deel van onze hersenen dat het geschiktst is om met verandering om te gaan en waarin zich de creativiteit bevindt, maar ook de fantasie en de anticipatie. Alleen... zo eenvoudig is het niet.

n’GO maart 2013

We kunnen naar analogie de automatische piloot in een vliegtuig bekijken: als alles goed gaat, vervult hij zijn taak heel nauwkeurig en spaart hij de energie van de piloot die zich minder moet concentreren. Als er zich echter iets voordoet dat buiten de controle valt van de automatische piloot – een incident, een defect apparaat, een stortbui, een onweer… – grijpt de echte piloot in. Op dit moment moet hij alert en geconcentreerd zijn. Hij moet vaak improviseren in onvoorziene omstandigheden. Als er zich in ons dagelijks leven een moment van spanning voordoet, is dit een teken dat onze automatische piloot de situatie niet alleen aankan. Hij weet niet hoe hij moet reageren en reageert op een onaangepaste manier. “Ik kan mijn standpunt niet duidelijk uitleggen aan een collega en dat ergert me”. Hoewel onze visie vanzelfsprekend lijkt, botst ze mogelijk op andere waarden en culturele codes die we nog niet kennen of die we onderschatten.

2. Oog in oog met een nieuwe situatie Als we te maken krijgen met iets nieuws, moeten we ons hier eerst van bewust

zijn en vervolgens aanvaarden dat die nieuwe situatie misschien wel op iets gekends lijkt, maar toch ongekende elementen kan bevatten waarvoor kanten-klare oplossingen nutteloos zijn. Dergelijke oplossingen werken soms, maar als dat niet zo is, heeft het geen zin om erin te volharden. Dan moet er een andere oplossing gevonden worden.

3. In complexe situaties Hoe complexer de omgeving, hoe groter de neiging om te vereenvoudigen. Het is een natuurlijke reflex, hoewel het complexe karakter van de situatie net vraagt om complexe oplossingen, omdat er anders altijd wel zaken over het hoofd worden gezien. Dat betekent echter niet dat er geen eenvoudige oplossingen voor complexe problemen bestaan (zie de gordiaanse knoop).

4. Als verandering onvermijdelijk is Het spreekt voor zich dat in geval van verandering de automatische modus de grootste vijand is. Deze modus kan immers enkel overweg met routine, bestaande recepten en betreden paden. Als er één situatie is waarin deze modus een stap opzij moet zetten, is het deze wel.


hoe verander je...

de mentale modi

n’GO maart 2013

23

© STEPHEN COBURN - FOTOLIA.COM

“Stress wijst doorgaans op een mentale modus die niet is aangepast aan de situatie”

| uitgeklaard Wat zegt het woordenboek

Automatisch

•  Wordt gezegd van een beweging die zich voordoet zonder wilsbeschikking, machinaal. •  Wat voortkomt uit vaste, vooropgestelde regels of wat een onvermijdelijk gevolg is van iets.

Zich aanpassen

•  Zijn denkwijze of gedrag veranderen om het af te stemmen op een nieuwe situatie, of iets veranderen in overeenstemming met iets anders.

complexe materie een lichtpuntje: als we van dichterbij kijken, zien we dat ons brein twee modi kent. De eerste is de automatische modus – voor de kenmerken, zie p. 25 –, een krak in het omgaan met routine en alles wat gekend is. De tegenhanger is de adaptieve modus. Het is een acrobaat, een koorddanser die zich kan aanpassen aan een complexe en veranderende wereld. Hij is inventief en creatief, met gevoel voor nuance. Deze twee mentale modi vullen elkaar aan en mits enige oefening kan er tussen de twee worden overgeschakeld.

Moeten we zwemmen in water?

Een interessante evenwichtsoefening? Deze vraag stellen is eigenlijk vragen of je beter loopt of zwemt in water… Elke omgeving heeft zo zijn eigen verplaatsingswijze. Maak ik gebruik van de adaptieve modus als ik de afwas doe? Als ik rijd? Als ik inkopen doe? Als ik mijn financiën regel? Niet echt… Ik kan dit allemaal vanzelf doen, zonder me te concentreren, op automatische piloot. Daarin ligt ook de waarde van de automatische modus. Als

ik daarentegen om economische redenen mijn plannen moet herzien, of als ik in een land ben met een totaal verschillende cultuur, dan is het beter om me aan te passen aan deze nieuwe omgeving. In theorie moeten we afhankelijk van de situatie kunnen switchen tussen de automatische modus, die het actiefst is, en de adaptieve modus. De moeilijkheid is echter dat de automatische modus de onbedwingbare neiging heeft om op de voorgrond te treden. Om de switch op het juiste moment te leren maken, kunnen we ons trainen aan de hand van enkele eenvoudige oefeningen.

Vijf oefeningen om te switchen

1. Oefening één: schrijf een halve bladzijde met je linkerhand als je rechtshandig bent en omgekeerd. Deze eenvoudige oefening zet de automatische modus buiten spel, omdat deze eenvoudigweg niet uitgerust is voor dit soort handelingen. Het brein plaatst zich in een aanlerende modus. 2. In een andere oefening probeer je je in een marsmannetje te ver-


hoe verander je...

de mentale modi

n’GO maart 2013

| meer lezen Boeken L’intelligence du stress Jacques Fradin. Eyrolles (2008).

De vergissing van Descartes Antonio Damasio. Wereldbibliotheek (1998).

Ik voel dus ik ben

Antonio Damasio. Wereldbibliotheek (2003).

Het gelijk van Spinoza

Antonio Damasio. Wereldbibliotheek (2008).

La légende des comportements

Web Les modes mentaux

http://www.neurocognitivism.be/ be-nl/ngm/index.php?doc_id=179

© TH. FACHAMPS - ATOME451

Henri Laborit. Flammarion (1994).

24

plaatsen. Excuseer?! Probeer je in te beelden dat je je in een toestand bevindt waarin je alles moet ontdekken: de lucht die je inademt, de kleur van de muren, de weerspiegeling van het licht, de straatgeluiden, de vorm van een stoel (waarvoor zou deze dienen?), de zandkorrels. Kortom, doe alsof je alles wat je omringt voor de eerste keer ziet. Het werkt verbazend goed. Door dit te doen zet het brein zich in een nieuwsgierige, ontdekkende modus. 3. Een derde oefening is even eenvoudig als geducht. Je zegt woorden na elkaar die niets met elkaar te maken hebben, alsof een woordenrivier voorbijstroomt en je de woorden enkel hoeft te noemen. Niet gemakkelijk in het begin, want de automatische modus probeert altijd om de woorden in een juiste volgorde te plaatsen, volgens de vertrouwde betekenis. Zodra de adaptieve modus het overneemt, is het kinderspel. 4. De eenvoudigste en bekendste oefening is de buikademhaling. Het is een afdoend middel tegen stress en als we ons concentreren, worden we ons bewust van ons lichaam. 5. Een volgende oefening maakt gebruik van verschillende zintuigen. Sluit je ogen en probeer je te concentreren

“De automatische modus heeft een sterke neiging om alles te beschouwen als gekend, zelfs wanneer dit niet zo is”


hoe verander je...

de mentale modi

n’GO maart 2013

25

“Iets doen waar we geen kaas van hebben gegeten, brengt de automatische modus in de war” op verschillende gewaarwordingen tegelijk: de vele straatgeluiden, de lucht die door onze neusgaten en mond stroomt, onze ledematen die koud of warm aanvoelen, de bewustwording van het uiteinde van je vingers, de smaken in je mond… Je moet proberen om niet automatisch van het ene in het andere gevoel over te gaan, maar om gelijktijdig de verschillende stimuli gewaar te worden. Normaal gezien kan de automatische modus niet meer dan drie stimuli tegelijkertijd opnemen. Lijkt dit op yoga-oefeningen? De mens is inderdaad al heel lang geleden achter deze inzichten gekomen. PIERRE BIÉLANDE

Kenmerken van… …de adaptieve modus Nieuwsgierigheid zich openstellen voor nieuwe dingen kan overkomen als een concentratiestoornis Soepelheid kunnen vertrekken vanuit de situatie zoals die zich voordoet de werkelijkheid aanvaarden, wat kan overkomen als fatalisme of gelatenheid Nuancering complexe en verborgen zaken kunnen herkennen kan gezien worden als onkunde om het groter geheel te zien

Relativiteit mijn realiteit is niet gelijk aan de realiteit van anderen te veel aandacht voor de visie van anderen waardoor je je eigen mening vergeet Reflectie begrip van de werking van zaken mogelijk onnodig zorgen maken Persoonlijke mening minder ontzag voor de visie van de groep mogelijk door de groep uitgestoten worden

…de automatische modus Routine efficiëntie bij gewoontes angst bij nieuwe situaties Volharding doorzettingsvermogen weerstand tegen verandering of zelfs de weigering ervan Vereenvoudiging herleiden tot de essentie stabiele kijk op de wereld en correct in de grote lijnen moeilijk om nuances te onderscheiden Zekerheid gegronde mening

iedereen denkt zoals ik verwarring van mening en realiteit Empirisme beproefde recepten verwerpen van complexiteit, verzet ondanks tegenslag Sociaal beeld delen van wat aanvaard is binnen een groep integratie in een groep zich verzetten uit principe: de adolescent conformisme

de voordelen van dit gedrag de nadelen van dit gedrag


n’GO maart 2013

Een Rwandese methode voor conflictbeheersing en vredesopbouw, bevrucht door de taoïstische filosofie. De combinatie is ongewoon, maar het huwelijk blijkt bijzonder vruchtbaar. De methode La Bonne Puissance breekt beperkende categorieën open en voert de mens terug naar de essentie. Een lange, maar bevrijdende tocht.

LaOpBonne Puissance zoek naar wat ons bindt

26

© GODFER - FOTOLIA.COM

instrument la bonne puissance


instrument la bonne puissance

© LUXPAINTER - FOTOLIA.COM

La Bonne Puissance integreert het energie-denken uit de traditionele Chinese geneeskunde.

A

an de wieg van La Bonne Puissance staat een opmerkelijk man. Laurien Ntezimana 1, een progressieve lekentheoloog, is een internationaal gelauwerd vredesactivist die zijn open spreekstijl en acties met gevangenschap bekocht en de dood al meermaals in de ogen keek. Hij betoogt dat uiterlijke vrede en materiële heropbouw pas mogelijk worden als mensen binnenin vrede vinden. “Er is een organische band tussen mijn eigen gezondheid en die van de samenleving.” In de nasleep van de Rwandese genocide werkte hij zijn aanpak verder uit tot een pluralistische methode die de wrange herinnering aan het conflict ombuigt naar een denkwijze die niet het

n’GO maart 2013

27

“Het volstaat niet om de dansers te vervangen, de hele melodie moet anders.’’ | het vormingsproces Het opleidingstraject in La Bonne Puissance, georganiseerd door de organisatie AMI, bestaat uit volgende etappes:

1. Identificatie van een probleemsituatie Een voorbeeld: Na de genocide werden de huizen van verdachten vernield. Dat zorgde voor heel wat spanning. De oplossing om het geleden leed te vergelden creëerde nieuwe problemen. De vicieuze slachtoffercirkel moest doorbroken worden.

2. Vorming van animatoren Uit de geïdentificeerde gemeenschappen of projectgroepen worden enkele individuën geselecteerd en gevormd in La Bonne Puissance.

3. Vorming van groepen De getrainde animatoren worden teruggestuurd naar hun groep, waar zij op hun beurt een vormingsproject opzetten om de andere groepsleden te leren in contact te komen met hun essentie (verticale ontwikkeling) en zo voor duurzame oplossingen te kiezen.

4. Verspreiding Via een sneeuwbaleffect worden andere gemeenschappen of projectgroepen in het proces opgenomen. De nieuwe kijk op mens en maatschappij verspreidt zich. Het uiteindelijke doel is een kritische massa te bereiken die anders omgaat met conflict. De opleidingssessies duren 3 dagen (ontdekkingssessie), één week (basis) of negen maanden (intensief).


instrument la bonne puissance

n’GO maart 2013

28

| getuigenis

Brieke Steenhof, Lokaal Vertegenwoordiger van Broederlijk Delen in Rwanda Laurien Ntezimana

verschil zoekt tussen mensen, maar het gemeenschappelijke. In nagedachtenis van zijn compagnons de route, Innocent Samusoni (gedood tijdens de genocide) en Modeste Mungwarareba (+1999) richtte hij in 2000 de Association Modeste et Innocent (AMI)2 op om hun verzoeningswerk gestructureerd verder te zetten. Hun methode, La Bonne Puissance, is een levenshouding die niet met een vingerknip verworven wordt, maar op het terrein reeds baanbrekend werk verrichtte.

| een anekdote

Verandering 1 en 2

Laurien Ntezimana stelde vast dat de oplossing voor geleden pijn al te vaak gezocht wordt in wraak of straf, met nieuw leed tot gevolg. Hij gooit het over een radicaal andere boeg. “Als je vergeet dat je broeders bent van elkaar, wordt je het slachtoffer van slachtoffers. Opdat een gruwel als de genocide niet meer zou gebeuren, volstaat het niet om de dansers te vervangen, de hele melodie moet anders. Een verandering van actoren of acties (verandering 1) is slechts oppervlakkig. Het hele systeem

« AMI is voor Broederlijk Delen een interessante partner omdat ze de cohesie van boerengroepen ondersteunt. Wanneer hun onderlinge verstandhouding verbetert, zijn de groepen sterker gemotiveerd om samen hun dagelijkse problemen zoals voedselzekerheid aan te pakken. Maar de ondersteuning werkt ook omgekeerd: boerengemeenschappen die reeds op landbouwvlak samenwerken versterken hun groepscohesie als ze ook over emoties en psycho-sociale thema’s kunnen praten. AMI werkt dus aan de innerlijke versterking van gemeenschappen zodat ze een goede basis hebben om een toekomstperspectief uit te bouwen. Ik heb groepen ontmoet

die werkten rond diverse thema’s: samenleven van genocide-overlevenden met teruggekeerde ex-gevangenen; vreedzame conflictbehandeling binnen het gezin; mentale gezondheidzorg door groepsgenoten zelf voor mensen met trauma's; geweldloze genoegdoening voor mensen die onmogelijk nog een fysieke teruggave kunnen verwachten van gestolen goederen tijdens de genocide. De deelnemers vertelden hoe de sessies een ware ondersteuning vormen voor hun verwerkingsproces. Ze vinden het jammer dat ze 20 jaar hebben moeten wachten om hun lijden op zo’n vreedzame wijze te kunnen verlichten. Naar eigen zeggen hebben ze in dit proces slechts de kleuterschool achter de rug; voor een volledige heling moet er nog lager onderwijs en universiteit volgen.»

in het aprilnummer van n’GO magazine brengen we het portret van Laurien Ntezimana (2) A MI is een partnerorganisatie van Broederlijk Delen

(1)

Laurien Ntezimana: “Tijdens de genocide stond ik oog in oog met een man die zijn geweer op mij richtte. Bij ieder normaal mens breekt dan het zweet uit, hij spant zijn lichaam op, er komt een waas voor zijn ogen en hij voelt zijn energie wegglijden. Maar ik opende mijn volledige lichaam, mijn handen, mijn billen, mijn ogen, zodat de energie vrijkwam en mij doorstroomde. Ik herwon mijn adem en begon te praten. Mijn angst vloeide weg

en ik was zo helder van geest dat ik mijn belager op een ander spoor kon zetten. Mijn innerlijke kracht heeft ervoor gezorgd dat de man de trekker niet heeft overgehaald. De angst zit in het ego omdat het ego steeds projecteert. De essentie bevindt zich steeds in het nu. De afstand tussen het ego en de essentie creëert stress. Wie in het heden blijft, roept de tijd een halt toe.”


instrument la bonne puissance

n’GO maart 2013

29

“Wie niet categoriseert ontwikkelt de mogelijkheid om te verwelkomen.” | de sterktes

moet herdacht worden. Dat noemen we ‘verandering 2’. Maar zo’n systeemverandering vraagt een bewustzijnsevolutie, die voeling heeft met de verticale dimensie van het leven, de essentie. Het systeem waarin we functioneren weerspiegelt het bewustzijnsniveau waarin we verkeren.”

La Bonne Puissance ––gaat verder dan de typisch Westerse personal development, die het ego versterkt. Ze geeft zin aan het leven als geheel en beoogt het welzijn van de collectiviteit.

Het menselijk bewustzijn evolueert naargelang we ouder worden, maar ook elke samenleving bevindt zich op een overheersend bewustzijnsniveau. Het socioculturele bewustzijn (normen, begrippen,...) hebben we meegekregen van onze ouders. Het is de fase van de onvrijheid. Het ego-individuele niveau manifesteert zich tijdens de adolescentie, wanneer we de eigen normen tegenover die van de maatschappij plaatsen. Deze tegen-afhankelijkheid geeft een gevoel van vrijheid en gaat gepaard met veel geweld. Op het niveau van het geïndividualiseerde individu worden we ons bewust dat onze eigen essentie of eigenheid de andere tot andere maakt. Ik en de andere hebben hetzelfde bestaansrecht. Op dit niveau stelt de mens zich in dienst van het gemeenschappelijke goed; hij begint te ‘geven’. Tot slot is er het uiteindelijk te bereiken bewustzijnsniveau, het transpersoonlijke. Op dat niveau overstijgen we de tekortkomingen om verbonden te worden met de bron van

© PICCAYA - FOTOLIA.COM

De vier bewustzijnsniveaus

––is geen oppervlakkige techniek, maar stuurt aan op een onomkeerbare, grondige gedragsverandering. ––werkt op alle dimensies van het menselijk zijn en erkent zo de complexiteit van het menselijk functioneren. ––put zowel uit de Afrikaanse traditie als het Oosterse gedachtengoed, waardoor ze universele waarde krijgt.

| de beperkingen –– De vorming in la Bonne Puissance is een langetermijntraject, waarbij mensen op weg zijn en niet precies weten waar ze zullen uitkomen. Logische Kaders en geldschieters kunnen daar

moeilijk mee overweg. –– De animatoren moeten zich steeds blijven vormen en zijn daardoor steeds in evolutie. Zij kunnen slechts hun bereikte niveau doorgeven.


het leven, de essentie. Net zoals een gloeilamp pas brandt als ze verbonden is met de bron, functioneert een mens pas optimaal als hij geconnecteerd is met het zijn. Die levensbron moet als een energetisch lichaam via de individuele ego’s doorschemeren in de geschiedenis, de fysieke wereld. Laurien Ntezimana: “Wanneer ik verbonden ben met de essentie, de levensbron, maak ik de juiste keuzes. Ik doorbreek de vicieuze cirkel van slachtofferschap. Dat willen we met La Bonne Puissance bereiken: dat mensen actoren worden van hun leven en geen slachtoffers. Als ik haat ontmoet, weet ik dat ik liefde moet aanboren. Als ik bang ben, is dat een provocatie van mijn moed. Net zoals je de friste opzoekt als je het warm hebt.” Een dergelijke levenshouding verwerft een mens niet vanzelf. Ntezimana verdiepte zich daarom jarenlang in Qigong, een Chinese leer die de lichamelijke en geestelijke gezondheid bevordert. “Qigong leert je om verbonden te blijven met de essentie. Onze animatoren komen op het terrein in contact met moordenaars. Om hen te wapenen tegen angst is Qigong een vast onderdeel van hun vorming. Het is een overlevingsskunst.”

n’GO maart 2013

Voedsel voor lichaam en geest

Om het bewustzijnsniveau te bereiken waarin we voeling hebben met de essentie, voorziet La Bonne Puissance in een omvattend programma dat lichaam en geest aanpakt. De fysieke training wordt ingevuld met Qigong-­ oefeningen. De emotionele training gaat aan de slag met het lijden en zet dit om in een versterkt bewustzijn. De mentale training maakt de geest leeg van concepten (‘een mens is geen Hutu of Tutsi maar vóór alles mens’). En de spirituele training leert om los te komen van beperkende zingeving of klassementen. Laurien Ntezimana: “Wie niet categoriseert ontwikkelt de mogelijkheid om te verwelkomen. Net zoals het neutrale blokje bij Scrabble alle betekenissen kan aannemen. Het uitgangspunt van La Bonne Puissance is dat wat ons verbindt belangrijker is dan wat ons scheidt. Elke oplossing moet die essentiële eenheid voor ogen houden. Het is de enige manier om niet telkens weer naar af te gaan.”

30

| de zes sleutels van La Bonne Puissance La Bonne Puissance heeft haar leer samengevat in zes sleutels. Het zijn als het ware de uitingsvormen van het verruimde bewustzijn. Voor elke sleutel is een eigen aanpak voorzien. –– Energie: via ademhalingstechnieken, voedingsgewoonten, stressbeheersing en zelfgenezing –– Maturiteit: via de evolutie in de bewustzijnsniveaus –– Harmonie: via de studie van de relaties (verticaal en horizontaal) –– Creativiteit: via training in de kunst van het toelaten

© FOTOPAK - FOTOLIA.COM

instrument la bonne puissance

–– Synergie: via methoden die visualiseren hoe een groep functioneert (Johari-venster, levensboom etc.) –– Vruchtbaarheid: via het train-the-trainer concept

SYLVIE WALRAEVENS

Zoals een gloeilamp pas brandt als ze verbonden is met de bron, functioneert een mens pas optimaal als hij geconnecteerd is met het zijn.

U kent een interessant werkinstrument dat waardevol is in een context van ontwikkelingssamenwerking? Laat het ons weten!


blog-notes

n’GO maart 2013

| stem van de expert

31

Pierre Vincke

Pierre Vincke werd geboren in 1953. Al snel voelde hij zich aangetrokken tot de planken. Hij regisseerde vijftien jaar lang zijn eigen theatergroep en werd vervolgens opvoeder en sociotherapeut. In 1997, op 44 jaar, beëindigde hij zijn rechtenstudies. In 1998 leidde hij de missie in Kigali voor Advocaten Zonder Grenzen. In deze maatschappij in opbouw ontdekte hij het belang van een goede verdediging bij de processen tegen veroordeelden wegens genocide. Van 1998 tot 2011 leidde hij RCN Justice & démocratie waar hij werkte aan de versterking van het juridisch apparaat en de grotere toegankelijkheid van justitie. Vandaag werkt hij als consulent voor de EU en verschillende organisaties in ontwikkelingssamenwerking.

Bestuur: op zoek naar rechtvaardige zielen

I

k leerde hem kennen door een boek over hem. Het heet “La Force du Bien”. De auteur, Marek Halter, beschrijft hierin het mysterie van de mannen en vrouwen die joden hadden geholpen tijdens de Duitse bezetting in ’39-45, met gevaar voor eigen leven en soms dat van hun naasten. Halter heeft het ook over de genocide in Rwanda en vermeldt een man die niet wil dat ik hem hier vermeld, omdat het zijn daden zijn die tellen, en niet zijn persoon. Ik wilde deze man absoluut ontmoeten en werd

uiteindelijk aan hem voorgesteld door een vriend. Vandaag zijn we bevriend en voeren we regelmatig gesprekken over vrede, rechtvaardigheid en verzoening. Ik leerde hem kennen in Rwanda. Hij was procureur. Als slachtoffer van de genocide kwam hij terug naar zijn land om de rechtspraak zo goed mogelijk te dienen. Een man van principes. Het kon hem niet schelen of alle verdachten van de genocide opgesloten werden, of ze Hutu waren of niet. Het belangrijkste voor hem was dat men verdacht werd op terechte gron-

den, met geloofwaardige aanwijzingen en dat men hierbij de termijnen respecteerde. Hij kon van alle kanten tegenwind verwachten. Hij wilde dat de wet als doel en niet als middel werd gebruikt, ook al had hij zich in een slachtofferrol kunnen plaatsten en kunnen redeneren dat er beter te veel onschuldigen achter de tralies zitten dan dat er moordenaars vrijuit gaan. Hij probeerde in naam van de wet en met onze hulp gevangenen vrij te krijgen die illegaal vastgehouden werden. Ik heb veel mensen gekend die leven vol-


blog-notes

n’GO maart 2013

32

gens het rechtvaardigheidsprincipe: een toneelschrijfster in Burundi, een filosoof in Cambodja... Waren ze aanwezig toen de Verklaring van Parijs werd opgesteld, of tijdens de Economische Partnerschapsakkoorden in Cotonou en Accra? Lagen hun acties aan de basis van deze projecten en lovenswaardige principes? Ik weet het niet. Ik vraag het me af, maar blijf het antwoord schuldig. Ik ben er wel van overtuigd dat de wetten en principes van ontwikkelingssamenwerking die in de akkoorden zijn opgenomen, pas tot uitvoering kunnen gebracht worden als er rekening gehouden wordt met dit soort eerlijke daden van de mensen voor wie de akkoorden bedoeld zijn.

Leerschool over bestuur

Ik heb er lang over gedaan om zin te geven aan het concept bestuur. Soms wordt er gesproken over goed bestuur. Wat een arme semantiek, wat een banaal adjectief! Een goede vrouw, een goede man, een goed bestuur. ‘Bestuur’, het is een substantief zonder energie. Wat wil het maskeren, wat wil het beloven? Het heeft even geduurd voor ik deze woorden kon schrijven en uitspreken zonder schaamte,

zonder dat ik zou klinken als een ‘goede’ leerling van het ontwikkelingswerk. Het zijn die hoger vermelde mannen en vrouwen die mij alles geleerd hebben. Ik besefte hoe onbeduidend ik was toen ik in hun land kwam na de genocide, na de slachtingen. Ik kende hun geschiedenis niet en kon niet weten hoe onmetelijk hun lijden was. Ik wilde geen medelijden hebben wanneer er stilte geboden was. Ik wilde geen standpunt innemen dat op dat moment misplaatst was. Ik kon enkel luisteren en alles in me opnemen. De razende stemmen van droefheid brachten de schreeuwen van de Trojanen van Aeschylos in gedachten. De wraakzuchtige woede deed aan de Atriden denken. De uitgedoofde vuren die nog naknetterden, de pijn die blootgesteld werd aan de hele wereld. Door dit alles te zien, begon ik te voelen wat er in de mensen omging. Hun zin voor rede hadden ze verloren tijdens de kolonisatie. Ze hadden gehoopt dat de onafhankelijkheid deze zou teruggeven. Decennialang hebben ze gevochten tegen de haat in hun scholen, kerken en families. Ze hoopten dat de wet de aanhoudende moorden zou stoppen.

© LAURENT HAMELS - FOTOLIA.COM

“Goed bestuur. Wat een banaal adjectief. Wat een energieloos substantief!”


blog-notes Dit alles heeft geleid tot een haat die alles op zijn weg meesleurde. Weldra zou er geen menselijkheid meer overblijven en zouden alle instanties verdwijnen. Geen solidariteit meer, geen wet. Alleen nog menselijke offers.

Een leven redden om het leven te redden

Wat hebben deze mensen dan gedaan? Door hun acties hebben ze het menselijk leven opnieuw vooropgesteld. Door anderen te redden hebben ze grote risico’s genomen en sommigen zijn hierbij gestorven. Wat telde was niet hun biologische leven, maar de waarde van hét leven. En hoe kan dit beter getoond worden dan door de onschuldigen uit het andere kamp te redden. Met een enkel gebaar belichaamden ze alle kapotgemaakte sociale waarden, alle ontaarde wetten, en uiteindelijk de menselijke rede die hun ouders hun hadden nagelaten, zoals ook onze ouders dat hebben gedaan. Door het leven en de toekomst te redden, respecteerden en eerden ze hun voorouders die hen hadden voortgebracht. Hun rechtvaardige daden werden heldendaden, de “laatste daden van de

33

mens”. Zoals M. Halter beschreef: door de omstandigheden ingegeven, niet door ambitie. De stemmen van deze mensen werden richtlijnen voor mij. Sindsdien kijk ik bij elk ontwikkelingsproject bij wie ik op de kar spring. Het is niet echt een methode. Het is eerder een vorm van ontmoetingen stimuleren, zowel actief als passief. Soms komen er geen ontmoetingen van. Maar als die er wel zijn, volgt er steevast een avontuur. Mijn werk is gestoeld op legitimiteit. Ik kan niet zeggen dat mijn collega dit of dat moet doen. Hij weet wat hij moet doen en ik stel mijn instrumenten ter beschikking, die ik zoals een ambachtsman heb leren gebruiken. Ik geef hem ook de zekerheid dat het project bijdraagt tot meer gerechtigheid. Ik ben de partner en hij is diegene die de waarde van mijn bijdrage zal beoordelen. Dan weet ik ook dat als ik niets «goeds» teweeg heb gebracht, ik me niets hoef te verwijten, want liever dat dan dat ik het niet zou geweten hebben. Op dat moment begin ik een beetje mezelf te besturen.

“Ik ben de partner en hij is diegene die de waarde van mijn bijdrage zal beoordelen”

n’GO maart 2013

Maandelijks e-zine uitgegeven door Ec hos Communication Rue Coleau, 30 1410 Waterloo België +32(0)2 387 53 55 Verantwoordelijke uitgever Miguel de Clerck miguel.declerck(at) echoscommunication.org Hoofdredacteur Pierre Biélande pierre.bielande(at) echoscommunication.org Redactie Renaud Deworst renaud.deworst(at) echoscommunication.org Sylvie Walraevens sylvie.walraevens(at) echoscommunication.org Vormgeving Bertrand Grousset Lay-out Thierry Fafchamps

Abonneer u gratis op het magazine. Klik hier! Vind Echos Communication op het Internet www.echoscommunication.org


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.