3 minute read
Ik woon hier al een tijdje... Jarig
Nu ik al meer dan een halve eeuw in hetzelfde huis woon kijk ik terug op heel wat verjaardagen op deze plek. Eerst met mijn ouders en later met ons eigen gezin.
Als enig kind en met een moeder die niet kon lopen had ik al jong de regie over de ontvangst en de bediening van de visite. Koffie en thee schenken en taartjes uitdelen, het ging gesmeerd. Tweede kopje koffie. Afruimen. Borrel. Bier. Glaasje fris. En laat ik de advocaatjes niet vergeten. En dit alles geserveerd op glazen onderzettertjes. Borrelnootjes op tafel plaatsen. Met blokjes kaas en plakjes worst rondgaan. De aanwezige tantes en ooms stelden dit alles op prijs en kwamen steevast allemaal om de beurt met de vraag: ”En Ans, hoe is het op school?” Als tiener vond ik dat het minst boeiende in de wereld. Dus antwoordde ik even steevast: ”goed” en ging voort.
Wanneer iedereen voorzien was van een glas droeg ik het werk over aan mijn vader en ging via de achterdeur door de brandgang naar de buurvrouw. Zij was halverwege de twintig, haar man werkte ‘s avonds. Ze vond het gezellig dat ik bij haar kwam met een schaal hapjes en een fles limonade. Ze luisterde naar me en had meer gespreksstof dan uitsluitend mijn school. Ze is nu ver in de tachtig en we halen deze herinnering nog wel eens op, allebei met een brede glimlach. Jaren later woonde ik er nog steeds en kwamen mijn ouders op het verjaardagsfeest van hun kleinkinderen, in hun eigen vroegere huis. Mijn vader bracht dan altijd een zelfgebakken cake mee, ik zie die weer zo voor me, in een zachtgroene Tupperwaredoos. Een beetje natte cake, de bovenzijde opengebarsten. Verrukkelijk! En zelf zorgden we ook voor taart. Meestal zelfgebakken en heel soms van de bakker, met een foto van de jarige erop of een honkbaltaart.
Verder werd er ook flink gekookt voor de gasten. Omdat er veel familieleden en vrienden van buiten de stad kwamen werd de zondagmiddag afgesloten met een maaltijd. Met twintig tot dertig mensen aten we dan nasi of hutspot. Toen de kinderen het huis uit waren werd het rustiger. Toch zijn er uit die thuistradities weer nieuwe geboren. Bij het vieren van de geboortedagen krijgen ze een taart van thuis. De vader bakt zalige appeltaart, ik doe de kokosdadeltaart en ik heb al jaren plezier in het maken van cijfertaarten. Het begon met een taart voor de kleine hummel in de vorm van het cijfer één. Die traditie is gebleven. Bij de tiende verjaardag zijn we overgestapt op twee cijfertaarten. En nu is het zo: eentje voor bij de jarige thuis, en het andere cijfer is om te trakteren op het werk. Die cijfertaart is een snij-en plakwerk van cake, bedropen met gesmolten chocolade (au bain-marie) waar de snoepjes ingeplakt worden. Het doet me altijd denken aan de taarten van Abel, net zo kleurrijk en vrolijk.