7 minute read
Freek Dicke op tour: van The Dickson Brothers tot Lenny Kuhr
Hij schreef, arrangeerde, produceerde en speelde samen met zangers als Paul de Leeuw, Benny Nijman en Rob de Nijs. Freek Dicke, hij is al 7 jaar met pensioen, maar heeft het naar eigen zeggen nog nooit zo druk gehad. Vanaf 19 augustus gaat hij weer op tour met Lenny Kuhr.
Hij woont in de Timorstraat, waar aan de wand van de zijkamer een grote verzameling bijzondere snaarinstrumenten hangt. Hij is onderdeel van die bekende Dordtse artistieke familie Dicke. “Mijn oom Otto, beeldend kunstenaar, speelde ook virtuoos klavecimbel”, weet Freek nog. “Als klein ventje kon ik daar ademloos naar luisteren. Vader Klaas, werkte als codeur bij Aviolande, maar speelde prachtig piano. Mijn moeder Corrie, Surinaamse, was vaak aan het zingen en dansen.”
De broers Dicke
“Ik was acht toen ik mezelf gitaar leerde spelen en elf toen ik voor het eerst op het podium stond. En ik ben er nooit meer vanaf gekomen, zeg ik wel eens. Ook mijn broers André, Dob en Rop waren muzikaal en speelden gitaar en toetsen. In 1963 hebben we ons bandje The Dickson Brothers opgericht. We maakten de nummers thuis in de Prinsenstraat en traden overal in Nederland op, met covers maar ook steeds meer eigen nummers. Van Postorderbedrijf Ter Meulen mochten we in 1969 ineens een LP maken. Voorwaarde was wel dat de nummers rechtenvrij zouden zijn. Daarmee kon Ter Meulen natuurlijk erg goedkope producties maken. In de Tony Dirne studio in Breda hebben we toen twaalf nummers opgenomen. Als band kregen we daar 700 gulden voor. Later hoorden we dat daar, ja onvoorstelbaar, 120.000 exemplaren van waren verkocht”, schaterlacht Freek.
“We maakten voornamelijk countryrock. Soms speelde ik ‘pedal steel guitar’ maar ook ritmisch snelle loopjes op de ‘five-string banjo’, kenmerkend voor die muziek. Begin jaren zeventig veranderden we onze naam naar The Dycke Brothers, en werd Ad Visser onze producent. Met de band hebben we heel veel jingles voor Radio Noordzee gemaakt. We hadden als broers een mooie meerstemmige samenzang. We klonken als Crosby, Stills, Nash & Young, zeiden mensen vaak. Dat viel op, en radiozenders en bedrijven, zoals Wrangler Jeans, vroegen ons jingles te maken. In 1975 hebben we, onder de naam Dyke Brothers Band, met BASF een grote productie gemaakt. Compleet met blaas- en strijkorkesten. Met als resultaat de LP ‘In for something better’. De single ‘Apple Judy’ van die LP stond zes weken in de tipparade van de Top 40. Maar BASF ging failliet en daarmee stopte de promotie. Het had dus zomaar heel anders kunnen lopen.”
Werken
“Na de middelbare school ben ik de conservatoriumopleiding gitaar klassiek gaan doen. Van wereldberoemd Uruguayaans gitarist Antonio Pareira-Arias heb ik alles geleerd. Ik kijk nog als een berg tegen hem op en heb zoveel aan hem te danken. In 1977 studeerde ik af als sologitarist klassiek. Maar daar was eigenlijk geen droog brood mee te verdienen. Ik gaf in één jaar zes concerten. Je studeerde je rot, er was veel spanning en je kreeg voor een optreden maar 250 gulden. En toen, ik weet het nog goed, werd ik in 1978 net voor mijn vakantie ineens gebeld door Lenny Kuhr. Ze was op zoek naar een goede gitarist. Ze heeft toen een hele serie nummers op een cassettebandje met haar zang en gitaarakkoorden naar mij toegestuurd en ik heb in mijn vakantie in Frankrijk daarvoor de gitaararrangementen zitten maken. Toen ik terugkwam hadden we nog één dag om te repeteren en zijn we samen gaan optreden. Van het eerste album dat we in 1980 opnamen was het nummer ‘Visite’ meteen goud. En vanaf dat moment gaan alle deuren voor je open. Ik heb met zo’n beetje de helft van alle goede Nederlandse muzikanten mogen spelen.”
Centrum voor Kunsten
“In 1982 ben ik gitaarles gaan geven bij Centrum voor Kunsten Spijkenisse en vanaf 1991 tot 2015 was ik er teamcoördinator afdeling muziek. We doen elk jaar een musicalproductie, waarvoor ik dan de muziek schrijf en dirigeer. Ik sta op een kleine verhoging in de orkestbak van de grote zaal van het prachtige theater ‘De Stoep‘. Ik heb zicht op het toneel en reageer op wat er daar gebeurt en dirigeer de muzikanten in de bak. Dat is echt topsport. Na afloop van zo’n repetitiedag ben ik helemaal versleten. Freek tovert een indrukwekkende stapel van een paar honderd dubbelzijdig geprinte A3 pagina’s tevoorschijn vol met bladmuziek van de musical Shrek van vorig jaar. Meer dan dertig musicals heb ik geschreven. Dit jaar ‘Nine to five’, mijn laatste. Ik zal het erg gaan missen, die samenwerking met cursisten en makers van zo’n productie.”
Altijd ‘on the road’
“Ik kon mijn werk in Spijkenisse altijd goed combineren met optredens. Ik heb 22 jaar met Benny Neyman gewerkt tot hij in 2008 overleed. We speelden met vijf of zeven muzikanten en ik maakte daarvoor de arrangementen. We traden op in kleine en grote zalen tot een uitverkocht Carré aan toe. Met Lenny Kuhr heb ik 18 jaar opgetreden. Ik arrangeerde al onze nummers en speelde samen met haar in studio’s en op toneel. Twee keer heb ik een album geproduceerd. Heilig Vuur in 1992 en Altijd Heimwee in 1994, die we maakten nadat ze anderhalf jaar lang haar stem kwijt was. Je maakt in die tijd zoveel met elkaar mee. Dat ga ik hier natuurlijk allemaal niet aan de grote klok hangen. Maar ik herinner me bijvoorbeeld een klein optreden in een, bleek achteraf, soort nachtclub in Den Haag. We zongen volkse liedjes als ‘Visite’, maar bijvoorbeeld ook een heel mooi teer liedje ‘Liefde voor de schemeruren’, met teksten als ‘stiekem vrijen tussen het koren’. En terwijl wij dat zongen werd er in die duistere club bijna openbaar de liefde bedreven. Je wist niet altijd waar je terecht kwam bij sommige uitnodigingen”, lacht Freek.
Weer op tour
“En binnenkort dus weer op tour met Lenny. De data voor 42 optredens tot en met mei volgend jaar staan al vast. Op 19 augustus beginnen we op een kunstfestival in Loosbroek. Ik ben vorige week op zolder geweest om te zoeken naar arrangementen die ik ooit voor Lenny en mij gemaakt heb. En dan vind ik ook zoveel andere arrangementen voor Paul de Leeuw, Rob de Nijs, Nico Haak, Bonnie St Claire. Maar ook voor minder bekenden namen als Renze Ferwerda, Arlinda Lima en Wendy Hoogendijk. Zij maakte een theatervoorstelling en cd over het overlijden van haar vader na een aanrijding door een dronken automobilist. Ik heb de muziek voor de liedjes geschreven en de productie gedaan. Dat was een zeer indrukwekkend project, ik heb dat hele proces, van verwerking over dat gemis, met haar meegemaakt. Ik ben niet zo iemand die van te voren muziek gaat zitten bedenken. Ik moet geïnspireerd worden door die ander. En ik hoef ook niet zo nodig in de spotlight, maar liefst een beetje aan de zijkant in de schaduw. Mijn grootste plezier en artistieke voldoening haal ik uit het arrangeren, soms produceren en natuurlijk uit het spelen zelf”. Bijna verontschuldigend zegt Freek: “Soms zou ik het wat rustiger aan moeten doen, maar telkens komt er weer wat op mijn pad.”
Tekst Gerard Zwinkels