11 minute read
Lessen over geld in het mbo
Wees geen (geld)ezel, leen nooit je bankpas uit
Snel geld verdienen, wie wil dat nou niet? Maar let op, want voor je het weet zit je als geldezel in een crimineel netwerk. Jongeren wassen geld wit voor criminelen, maar beseffen dat vaak niet. Met flinke gevolgen.
Tekst: Heleen de Bruijn
De verleiding is groot. Jongeren willen graag de nieuwste iPhone, mooie sneakers of een coole scooter. Met een bijbaantje kunnen ze ervoor sparen, maar wat als ze het geld bijna in hun schoot geworpen krijgen? Zo werkt het vaak bij geldezels. Die lenen op verzoek van criminelen hun bankpas uit, om geld op hun rekening te laten storten. Een deel ervan mogen ze houden voor de moeite. Om jongeren bewust te maken van het fenomeen geldezel, proberen politie en banken via voorlichting zoveel mogelijk jongeren te bereiken. Ook Wijzer in geldzaken ziet dat dit thema leeft op scholen. Daarom ontwikkelde zij een online les over dit fenomeen. Op geldlessen.nl vind je de gratis interactieve les over geldezels. Daarnaast is er een docentenhandleiding en een presentatie, waarmee je als docent gemakkelijk een les over geldezels geeft. Er komen bijvoorbeeld casussen voorbij om met de klas te bespreken: wat zou jij doen als…?
Grote behoefte aan geldezels
‘We zien een toename aan cybercriminaliteit en dus een grote behoefte aan geldezels’, vertelt Caroline Sander van de Electronic Crimes Taskforce, een samenwerkingsverband tussen politie en banken om cybercriminaliteit te bestrijden. ‘Criminelen stelen geld van hun slachtoffers via bijvoorbeeld phishing of WhatsAppfraude. Het geld wassen ze wit via de bankrekeningen van geldezels. Criminelen blijven zo zelf buiten schot, maar de geldezel is de pineut. Die wordt geronseld via sociale media als Snapchat en Instagram, waar advertenties voorbij komen om snel geld te verdienen. Exacte cijfers over het aantal geldezels hebben we niet, maar ter illustratie: tussen april vorig jaar en februari van dit jaar heeft de politie bij WhatsAppfraude zo’n 4500 geldezels geïdentificeerd.’
Niet bewust
‘Geldezels, ook wel moneymules genoemd, zijn zich er niet altijd van bewust dat ze met criminelen in zee gaan’, zegt Moniek de Nooij, van de fraudeafdeling bij Triodos bank. ‘Ze vragen zich af wat het voor kwaad kan als ze iemand geld op hun rekening laten storten. Sommigen weten wat ze doen,
anderen vermoeden dat het niet helemaal oké is, maar overzien de gevolgen niet. En soms hebben jongeren echt niet door dat ze iets verkeerds doen. Getuige het verhaal van Veerle (niet haar echte naam):
Veerle is een meisje van 17 uit Amsterdam. Ze gaat naar de kroeg en heeft contact met een jongen van school, die drie klassen hoger zit dan zij. Hij stelt haar voor aan een vriend en die voegt ze toe op Snapchat. Via Snapchat vertelt die jongen dat zijn vader 50 wordt en dat hij graag een cadeau voor hem wil kopen. Echter, er is iets mis met zijn bankpas. ‘Mag ik jouw pas even gebruiken’ vraagt hij aan haar. Veerle zegt ja en vervolgens wordt er geld op haar rekening gestort. Een dag later al wordt ze gebeld door de bank. Ze wordt ervan beschuldigd een geldezel te zijn.
Alarmbel
Moniek de Nooij: ‘Wij zeggen: ga op je onderbuikgevoel af. Als iets te mooi lijkt om waar te zijn - veel geld verdienen en daar bijna niets voor hoeven doen - dan is dat meestal ook zo. En let wel: als moneymule ben je geen slachtoffer omdat je naïef was, je bent verdachte.’ Veerle werkte volgens De Nooij meteen goed mee aan het onderzoek van de bank en de politie. ‘Maar toch, het slachtoffer in deze zaak, de persoon van wie geld is gestolen, spande een civiele procedure tegen haar aan om zijn geld terug te krijgen.’
Ingrijpende gevolgen
Het is een van de gevolgen waarmee je als geldezel te maken kunt krijgen. Moniek de Nooij ziet in haar werk de geldezels wekelijks voorbij komen. ‘Een slachtoffer van bijvoorbeeld phishing doet aangifte bij de politie en neemt contact op met de bank. Wij kunnen direct zien naar wiens rekening het geld is gegaan. Jij als geldezel bent de ‘begunstigde’ – het geld gaat tenslotte naar jouw rekening – waardoor je de eerste verdachte bent. Je rekening wordt direct geblokkeerd en je kan voor maximaal acht jaar worden geregistreerd als moneymule. Bij deze bank ben je vervolgens niet meer welkom. En omdat je op zo’n lijst staat, krijg je ook bij andere banken voor jaren geen lening, geen hypotheek, geen creditcard. Bovendien mag de bank tegenwoordig jouw gegevens delen met het slachtoffer, die, in het geval van Veerle, een civiele procedure kan starten om zijn geld terug te krijgen. En vergeet niet dat je niet alleen de bank en de politie achter je aan krijgt. Moneymules krijgen ook te maken met bedreiging vanuit het criminele circuit.’
Les over geld in mbo is hard nodig, zeggen docenten
Wijzer in geldzaken deed in september onderzoek onder mbo-docenten over financiële educatie op het mbo. Onder meer om inzicht te krijgen in wat mbodocenten burgerschap verstaan onder financiële vaardigheden en hoeveel aandacht daaraan op de opleiding wordt besteed. 97% van de docenten vindt aandacht voor de financiële vaardigheden noodzakelijk. De meerderheid van de docenten (63%) besteedt daar in een vaste periode van het schooljaar aandacht aan. Gemiddeld 11 uur per klas per schooljaar. Om studenten beter te kunnen doceren, willen docenten graag meer weten over onderwerpen als ‘belasting terugvragen’ (39%), ‘geldezels’ (37%) en ‘veilig (online) aankopen doen’ (31%).
Bekijk de gratis interactieve les over geldezels op
www.geldlessen.nl Of scan de QR code.
JOB over Loopbaanoriëntatie- en begeleiding
JOB staat voor Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs. Wij zijn de belangenbehartiger voor alle mbo-studenten in Nederland. Dit doen we onder andere door studenten en studentenraden te informeren over hun rechten, mbo’ers te vertegenwoordigen richting media en politiek en door verschillende activiteiten te organiseren. Het bestuur van JOB bestaat uit vijf enthousiaste mbo-studenten.
JOB-monitor
Elke twee jaar voert JOB een groot onderzoek uit onder alle mbo-studenten: de JOB-monitor. Dit onderzoek kent een hele hoge respons, omdat bijna elke mbo-school meewerkt aan het invullen ervan. Afgelopen editie (2020) vulden 260.000 mbo-studenten het onderzoek in. Zo krijgen we een goed beeld van hoe het landelijk is gesteld met het mbo. In de JOB-monitor staan ook twee vragen gerelateerd aan LOB. De meest directe is ‘Na je opleiding moet je kiezen: verder leren of gaan werken. Hoe helpt school je bij deze keuze?’. Daar zien we dat 32% van de studenten positief oordeelt, 27% negatief en 41% neutraal. Vanuit JOB vinden we dat deze cijfers laten zien dat nog wel verbetering nodig is. Nu vindt nog ruim een kwart van de studenten dat hij of zij niet goed wordt begeleid bij de keuze tussen verder leren of werken.
JOB-tour met als thema LOB
Elk jaar houdt JOB een JOB-tour: we gaan dan op bezoek bij een aantal mbo-scholen en gaan in gesprek met studenten. Deze tour heeft altijd een thema en in 2019 was dit LOB. We zijn bij zes scholen langsgegaan om met studenten te praten over hoe zij de toekomst zien. Ook hebben 607 studenten een enquête ingevuld met vragen over LOB. Uit de enquête kwam naar voren dat de studenten aardig tevreden zijn over de hulp van de school. Studenten gaven aan dat het contact met oud-studenten van de opleiding beter kon om ervaringen uit te wisselen. Daarna kwam het organiseren van activiteiten, zoals bedrijfsbezoeken.
Positief 32% Negatief 27%
Neutraal 41%
Verder hebben we ook gevraagd aan studenten wat voor hen de drie belangrijkste dingen zijn bij het maken van een keuze voor de toekomst (werken of verder studeren). Hier kwam de volgende top drie uit voort:
1. Stage-ervaring 2. Kans op werk 3. Geld (verdienen met werken, of kosten maken voor studie)
LOB-checklist
Naast het vertegenwoordigen van mbo-studenten, biedt JOB ook ondersteuning aan studentenraden. We geven hen handvatten om hun taken zo goed mogelijk uit te kunnen voeren. Aan de hand van de LOB ambitieagenda hebben we daarom een checklist gemaakt voor studentenraden. Zo kunnen de studentenraden nagaan waar het al goed gaat op school, en op welke punten er nog verbetering mogelijk is.
Praat jij al mee over LOB? Heeft de school een duidelijk idee bij LOB? Zijn er goede loopbaangesprekken? Doen studenten ook ervaringen op? Is er een netwerk van oud-studenten (ervaringsdeskundigen)? Zijn er goede LOB-docenten? Worden LOB-ontwikkelingen bijgehouden tijdens de studie? Is er een centraal punt waar je informatie over de arbeidsmarkt en vervolgopleidingen kunt vinden? Is LOB een vast onderdeel in het jaarplan van de school? Weet jij wat je medestudenten op school vinden van LOB?
Studenten aan het woord:
Interactie geeft de juiste reactie
Wat vinden studenten van loopbaan en burgerschap en hoe houd je studenten betrokken bij je les? Wij gingen met drie studenten van verschillende mbo-instellingen in gesprek over hun ervaringen.
Tekst: Laura Richter
‘Het vak burgerschap vond ik een leuk vak op school, mede door de docente. Zij gaf de klas energie en motivatie door hoe ze het vak vorm had gegeven voor de studenten. Eigenlijk werd het door de verschillende interacties in de klas pas een interessant vak. Boeken werken niet altijd bij alle vakken, bij het vak burgerschap is interactie tussen de studenten en de docent een belangrijke succesfactor. Momenteel heb ik vrijstelling gekregen voor het vak burgerschap, omdat ik voor dit vak op mijn vorige opleiding al heb voldaan aan de inspanningsplicht.’ Dit is belangrijk: ‘Momenteel speelt er veel in de wereld. Als je studenten betrokken wilt houden bij je lessen, moet je de actualiteit in de les doorvoeren. Onderwerpen zoals omgang met elkaar en voeding spelen bij elke student. Vegan en vegetarische gerechten zijn bijvoorbeeld momenteel een opkomende en blijvende trend, veel studenten verdiepen zich hierin maar ook een groot aantal niet. Daarnaast denk ik dat het belangrijk is als er ook wordt geleerd hoe je met elkaar om moet gaan. Tip: ‘Om het vak interessant te houden, is het afwisselen van thema’s per blok belangrijk. Op deze manier houd je de aandacht van de student er meer bij. Daarnaast moet je de student tijd geven om zelf aan de opdracht te werken en de student ruimte geven voor het huiswerk.’
Jorick Ritsema (24) derdejaarsstudent op het Drenthe College, opleiding manager ondernemer in de horeca
Roos Stevens (19) derdejaarsstudent op het Grafisch Lyceum Utrecht, richting marketing en communicatie
‘Ik heb alleen in het eerste jaar van mijn mbo-opleiding burgerschap gehad, nu loop ik stage. Het vak leek me veelbelovend, maar door de invulling van het vak werd het heel erg saai. De docent was eigenlijk alleen maar aan het woord, de studenten waren de gehele les aan het luisteren. Deze manier van lesgeven is totaal niet effectief, de concentratie was na tien minuten eigenlijk altijd al weg.’ Waarom deze vakken? ‘Het doel van de vakken is nooit concreet gecommuniceerd naar de studenten. Ik heb er zelf invulling aan gegeven. Het doel van het vak loopbaan is mij helemaal onduidelijk. Dit is vaak een uurtje nietsdoen of een kort gesprekje met je loopbaanbegeleider. Ik denk dat dit vak bedoeld is om contact te houden met de studenten, hun te motiveren en de studenten zichzelf te laten verbeteren. Ik zie niet in hoe dit vak verder een bijdrage levert aan mijn opleiding. Ik weet daardoor ook niet hoe een gemiddelde les van loopbaan eruit zou moeten zien. Tip: ‘Houd de instructie zo kort mogelijk en breng meer interactie in de les. Bedenk een leuke opdracht en laat studenten niet alleen uit boeken werken. Laat bijvoorbeeld een video zien en zorg dat de klas in discussie gaat. Of maak bij het thema iets beeldends, zodat je op een creatieve manier met het onderwerp bezig bent.’
‘Ik volg in het derde jaar nog steeds de vakken loopbaan en burgerschap. Persoonlijk vind ik burgerschap een leuk vak, nu zijn we bijvoorbeeld bezig met debatteren. Deze vorm van interactie vind ik zelf heel leuk. Bij loopbaan hoef ik eigenlijk niet eens aanwezig te zijn, dit is meer een mentoruurtje waar je naartoe kunt gaan als je het nodig hebt. Ik denk dat het vak loopbaan wordt gegeven om de klas meer samen te brengen. Het vak burgerschap wordt gegeven om de studenten te informeren over de maatschappij en te leren hoe het allemaal werkt. Inrichting van het vak: ‘Hoe de vakken gegeven worden, is heel erg afhankelijk van de docent. De docent laat bij ons bijvoorbeeld veel zien. Aan de hand van foto’s of video’s gaan we in gesprek met elkaar of gaan we debatteren. We gebruiken verder geen boeken, interactie in de les staat heel erg centraal. We behandelen onderwerpen zoals politiek en de maatschappij in de les. Elke periode wordt er een ander onderwerp behandeld, zo blijft het vak heel divers. Studenten zijn door deze methode veel met elkaar in gesprek, hierdoor leren we ook hoe we onze meningen kunnen vormen. Tip: ‘Geef aan het begin van de les een korte en snelle uitleg, gevolgd door een opdracht met leuke filmpjes. Ik vind het belangrijk dat de docent bezig is met de klas en niet alleen maar zelf staat te praten. Laat de studenten vooral in gesprek gaan en vraag naar hun meningen. Op die manier kunnen we veel van het vak leren.’
Timo Frederiks (18) derdejaarsstudent op het ROC Midden Nederland, sportcollege