22 minute read

NP Onderwijs geeft impuls aan leerlingbegeleiding

IJsselcollege investeert in eigen medewerkers

NP Onderwijs geeft impuls aan leerlingbegeleiding op maat

De ondersteuning vanuit het Nationaal Programma Onderwijs (NP Onderwijs) zorgt op het IJsselcollege voor een impuls in de begeleiding op maat van leerlingen. De brede scholengemeenschap, van praktijkonderwijs tot en met vwo, kiest er bewust voor te investeren in de eigen medewerkers. Het extra budget van het NP Onderwijs maakt het mogelijk om tijd en ruimte te maken voor leraren, zodat ze zich verder kunnen professionaliseren. Dit heeft een langer termijn effect en gaat verder dan uurtjes erbij ‘regelen’, vinden Arnoud Katz en Yvonne Gerridzen van de scholengemeenschap in Capelle aan den IJssel. Ze vertellen over hun keuzes uit de menukaart van het NP Onderwijs. De focus ligt op zorg voor personeel, pedagogisch didactisch klimaat en maatwerk.

Tekst: Brigitte Bloem

‘We hebben de school tijdens de lockdown zo snel mogelijk weer opengezet, vooral voor de praktijkvakken van PrO en VMBO was dat noodzaak. Desondanks hebben veel leerlingen in coronatijd vertraging opgelopen’, vertelt onderwijsdirecteur Arnoud Katz. ‘Thuis was er vaak geen geschikte studieplek en misten leerlingen faciliteiten als goede wifi.’ Het team constateerde flinke verschillen tussen leerlingen. Een deel van hen bleek niet goed in staat om thuis de lesstof bij te houden. ‘Soms lag dat aan een gebrek aan studievaardigheden, soms aan gebrek aan support van het thuisfront. Vaak was het een combinatie van beiden’, legt Arnoud uit. De mentoren hebben op leerlingniveau de achter

stand geïnventariseerd. Vervolgens analyseerden ze waar per leerling de ondersteuningsbehoeften liggen. De vaksecties hebben op klasniveau gekeken waar bij welke onderdelen van een vak vertraging was opgelopen. ‘Onze conclusie was dat het op vakniveau uiteindelijk wel meeviel’, vertelt Arnoud. ‘Dat komt ook omdat we in coronatijd extra kritisch zijn gaan kijken naar de inhoud van de vakken. Alle overtollige stof was al geschrapt.’

Extra tijd en extra handen

Voor het IJsselcollege staat aandacht voor het eigen personeel nu voorop, en dat is echt heel hard nodig. ‘Leraren maken het verschil’, is de ervaring van Arnoud, ‘en na deze uitputtende periode willen we extra zorg aan ons team besteden. We geven onze leraren en mentoren extra tijd voor verdere professionalisering en zorgen voor extra handen op school door, waar mogelijk, de aanstellingen van onze eigen medewerkers uit te breiden. Een groep leraren is nu bezig de uitvoering op zich te nemen. Wat we nadrukkelijk communiceren is: extra werk vanwege het NP Onderwijs wordt met uitbreiding baanomvang betaald, dus niet vanuit taakuren. Het geld moet echt bij de leraren terecht komen. Tot nu hebben we aan deze gedachte kunnen vasthouden en hoeven we niet terug te vallen op externe huiswerkbureaus. Ook het opleiden van bijvoorbeeld de mentoren willen we zo veel mogelijk in eigen hand houden: samen van elkaar en met elkaar leren. De gedachte achter het maatwerkprogramma is dat de leraar zelf het beste weet wat leerlingen nodig hebben en dat zelf het beste kan aanbieden.’ ‘Maatwerk was overigens voor de coronatijd al een bekende aanpak op de school, met onder andere het DIMmodel en lesgeven op meerdere niveaus’, aldus Yvonne. Zij begeleidt het MT als transitieadviseur op verdere professionalisering. Naast toetsen worden verder ook persoonskenmerken van leerlingen meegenomen, zoals zelfstandigheid en motivatie. Op basis van de analyse volgt een persoonlijk programma per leerling, waarbij leerlingen onder begeleiding aan de slag gaan.

Yvonne Gerridzen Arnoud Katz

Positive Behavior Support

Ook op sociaalemotioneel gebied heeft de school nu extra mogelijkheden. ‘Elke ochtend heten we alle leerlingen welkom en vervolgens hebben de leerlingen uit de eerste en tweede klas de dagstart bij hun mentor’, vertelt Yvonne. ‘We waren daar al mee begonnen voor corona, maar dankzij NP Onderwijsgelden hebben we dit kunnen uitbreiden.’ Arnoud vult aan: ‘Alles wat we onze leerlingen aanleren in sociale omgang is afgeleid van onze drie kernwaarden: respect, veiligheid en verantwoordelijkheid. Leerlingen van verschillende niveaus werken samen in één gebouw. We zijn de maatschappij in het klein, met een mix van mensen en achtergronden.’ De school werkt vanuit het gedachtengoed van Positive Behavior Support (PBS). ‘Studievaardigheden krijgen ook een extra impuls door het NP Onderwijs. ‘Alle leerlingen werken met de Plenda’, vertelt Arnoud. ‘De mentor en de vakdocenten helpen leerlingen hun huiswerk en toetsen beter te plannen.’

In aansluiting op de intensieve begeleiding die de mentoren aan leerlingen bieden zijn er met NP Onderwijssteun leerlingcoördinatoren aangesteld. Yvonne: ‘Zowel de mentoren als de leerlingcoördinatoren zijn goed zichtbaar in de school, zodat leerlingen ze altijd gemakkelijk kunnen vinden. Verder hebben we extra conciërges aangetrokken en hebben we grote klassen gesplitst. En we denken nog steeds na over mogelijkheden die dit budget ons biedt, het is een proces dat nu gaande is. Soms is het ook op minder zichtbare plekken iets meer ruimte creëren, wat ook al lucht geeft, maar wat niet meteen erg opvalt’. Het IJsselcollege wil nog een aantal plannen ten uitvoer brengen. Zo zal de school stimuleren dat leerlingen veel meer van en met elkaar leren. Hierbij zal het studiecentrum van de school mooi van pas komen. Een ander concreet plan is leerlingen lifeskills op te laten doen op school. Denk aan weerbaarheidstraining, het oefenen van sociale vaardigheden, sporten en leren pitchen. ‘Maar eerlijk is eerlijk’, zeggen Arnoud en Yvonne, ‘het is de vraag of we het allemaal op korte termijn goed georganiseerd krijgen. Het aanstellen van leerlingcoördinatoren veroorzaakte nieuwe vacatures, het zijn leraren die minder of helemaal geen les meer zijn gaan geven en die de leerlingen goed kennen. We hebben net een verhuizing achter de rug met ook personele gevolgen. Al deze extra NP Onderwijsactiviteiten kunnen nieuwe druk veroorzaken op het rooster. Het is kortom al met al een complexe legpuzzel om met het extra geld de juiste dingen te doen en zodanig dat er niet meteen nieuwe druk ontstaat’. Ze zien beiden dat het in de klas gelukkig wel goed gaat: ‘Leerlingen en leraren doen ongelooflijk hun best en zijn blij dat ze weer naar school kunnen. De leerlingen worden aan alle kanten ondersteund door de leraren, mentoren en leerlingbegeleiders en dat waarderen ze!’ ◗

Kijk voor meer informatie over het NP Onderwijs en praktijkverhalen op www.nponderwijs.nl.

Hét digitale lespakket over Nederlands-Indië en WO2

Met hart en ziel werken aan de vooruitgang

Door de syntheseklas komen leerlingen beter tot leren op school

Kinderen ontwikkelen zich het beste in hun vertrouwde omgeving. Een omgeving - in het teken van rust en regelmaat - waar ze oprechte betrokkenheid ervaren. Vanuit die gedachte liep in het Midden-Limburgse Weert een pilot om basisschoolleerlingen de nodige extra begeleiding aan te bieden op hun eigen school. Dit in de vorm van een syntheseklas. Het principe is gebaseerd op de initiatiefklassen in het voortgezet onderwijs. Doorgewinterde leerkrachten, Frank Koolen (53) en Fridi van Laarhoven (40), maakten de vertaalslag naar basisschool Het Dal. En met veel succes!

‘ ‘Van de syntheseklas kan nu al ruim 80 procent op de eigen school blijven

De syntheseklas is bedoeld voor leerlingen waarvan leerkrachten en intern begeleiders denken dat zij in een grote groep onvoldoende zorg kunnen bieden. Doel is om deze kinderen met een dieperliggende problematiek te helpen in hun gedragsregulatie, zodat ze wel op hun reguliere basisschool kunnen blijven. ‘We willen de doorstroom naar speciaal (basis)onderwijs terugdringen. In het belang van de kinderen! Van de syntheseklas kan nu al ruim 80 procent op de eigen school blijven’, zegt Frank, die behalve leerkracht ook intern begeleider is bij basisschool Het Dal (stichting Eduquaat). ‘Deze leerlingen kampen vaak met omgevingsfactoren die niet helpend zijn. Het opbouwen van een vertrouwensband met zowel kinderen als ouders is essentieel en deze pilot geeft ons die ruimte.’

Op vaste momenten schakelen

De betreffende leerlingen schakelen op vaste momenten tussen het reguliere onderwijs en de syntheseklas. Daarvoor hebben ze een eigen klaslokaal binnen de school met vaste zitplaatsen waar ze in kleine, vaste groepjes samenkomen. ‘We plannen in de loop van de ochtend ook individuele gesprekken met leerlingen en

klasgenootjes als dat nodig is voor de groepsdynamiek’, zegt Fridi. Zij is sinds 2003 werkzaam bij de Aloysius Stichting (speciaal onderwijs) en werkt nu in het Kennis- en Expertisecentrum bij de Widdonck in Weert. ‘Ik haal mijn voldoening niet uit het voor de klas staan, maar uit het samen iets bereiken met én voor de kinderen.’

Gemiddeld brengt een leerling ‘s ochtends anderhalf uur door in de syntheseklas. ‘We werken gewoon aan de lesstof en besteden daarnaast aandacht aan gedrag in de breedste zin van het woord. De didactiek is niet leidend, er is altijd ruimte voor gesprekken’, legt Fridi uit. ‘De syntheseklas is een open, vaste time-outplek voor deze leerlingen. Samen bepalen we tevens enkele persoonlijke leerdoelen en samenwerkingsdoelen.’

In de middaguren kijken Frank en Fridi vaak mee in andere klassen. Zaken die daar opvallen, kunnen zij dan direct oppakken. ‘Verder begeleiden we de leerkrachten door heel gericht aandacht en begeleiding te geven die aansluit bij de ondersteuningsbehoeften. We coachen hen letterlijk in de praktijk’, aldus Frank. ‘Soms moeten we daarvoor een ‘fixed mindset’ ombuigen naar een ‘growth mindset’. Alles draait om maatwerk, om passend onderwijs binnen de eigen school te bevorderen.’

Krachtenbundeling

De bevlogen professionals vinden het fantastisch om samen een compleet nieuw concept te ontwikkelen. Fridi: ‘We zijn trots op onze syntheseklas, waarin we gaan voor eerlijke kansen. Kinderen voelen zich gezien, gehoord en erkend. Ze krijgen handvatten voor het leven, omdat we bij de basis beginnen.’ Frank knikt instemmend. ‘Aanvankelijk dachten we dat kinderen het als ‘straf’ zouden zien, maar het tegenovergestelde blijkt waar. Het is geweldig om kinderen, die niet soepel meegaan in de mainstream, te helpen bij het ontwikkelen van een stukje zelfredzaamheid.’

Geen twijfel over voortbestaan

De tweejarige pilot is voor de zomervakantie afgerond. Bij de initiatiefnemers bestaat geen twijfel over het voortbestaan van de syntheseklas. ‘Dit is broodnodig. Ik zie enkel voordelen. Kinderen boeken zichtbaar vooruitgang, raken minder snel overprikkeld en komen met meer plezier naar school. De reacties van ouders, collega’s en zelfs buiten de schoolgelederen zijn positief. Er is veel belangstelling voor deze opzet’, weet Frank te vertellen. ‘Collega’s ervaren meer rust. Dit resulteert in inzichten waarop wij feedback geven, zodat zij nog meer in hun kracht komen. Zo kunnen wij kennis en skills overdragen die de begeleiding van bijzondere leerlingen verbeteren. De bedoeling is dat alle leerlingen uiteindelijk volledig terugstromen naar de eigen groep.’

In totaal was een dertigtal kinderen betrokken bij de syntheseklaspilot. Afhankelijk van de hulpvraag en het ontwikkelingstempo zetten alle kinderen stappen vooruit op hun eigen niveau. Er is geen ambulante begeleiding meer nodig en slechts een enkeling is doorverwezen naar het speciaal onderwijs. ‘Het grootste compliment’, zegt Fridi zichtbaar geraakt. Ook Frank voelt zich dankbaar voor de geboekte vooruitgang. ‘Wij gunnen iedere school een syntheseklas, in welke vorm dan ook.’

De komende jaren wordt het concept in regio Weert verder uitgerold. Vanaf het nieuwe schooljaar continueert Frank samen met een teamlid de syntheseklas van basisschool Het Dal. Fridi is inmiddels al druk met nieuwe syntheseklassen op twee andere basisscholen. ◗

Stichting Eduquaat is een onderwijsbestuur met zeven basisscholen in de omgeving van Weert. De organisatie heeft de syntheseklaspilot gefinancierd, onder meer uit bovenschoolse middelen. Dit omdat ze gelooft in de meerwaarde van een aangepaste kleinschalige setting voor leerlingen met specifieke ondersteuningsbehoeften op sociaal, emotioneel en/of pedagogisch vlak. Het bestuur is verheugd over de resultaten. In het kader van het Nationaal Programma Onderwijs (NPO) is dit bij uitstek het moment om alle basisschoolleerlingen volwaardig onderwijs te bieden met zicht op een mooie toekomst. Daarom is een whitepaper beschikbaar om het concept over te dragen aan andere scholen binnen het primair onderwijs. Deze kun je aanvragen via: secretariaat@eduquaat.nl.

Vernieuwen=leerlingen uitdagen!

Als leraar ga je voor kwaliteit in je vak en het optimaal gedijen van je klas. De Onderwijsdesk helpt je met advies en cursussen.

Emmeliek Boost In deze editie deelt Emmeliek Boost, deskundige van de Onderwijsdesk, Gezondheidspsycholoog én auteur van het boek WIN-WIN Werk en Gezin, tips en adviezen over het motiveren van leerlingen en vernieuwen.

Hoe en met welke middelen kan ik de motivatie bij leerlingen vergroten?

Lucas, docent Nederlands VO, Doetinchem.

Maak je lesmateriaal relevant en actueel

Start niet bij leerdoelen en onderwijsprogramma’s maar begin met het vaststellen wat de drijfveren en interesses van de klas zijn. Bijna alles draait nu om kwalificatie en leer- of kerndoelen. Met het risico dat de leerstof in brokken wordt verdeeld en opdracht na opdracht getoetst wordt om zo het leerdoel te behalen. Het is begrijpelijk dat leerlingen dan gedemotiveerd in de klas hangen en in slaap vallen. Ze herkennen niets van hun wereld in de lesboeken. Deze tijd vraagt echt om een andere aanpak. Laat hen meedenken en geef hen een bepaalde autonomie en beloon ze voor hun inzet en inititiatieven om de les interessant te maken. TIP 1 Kijk op https://blink.nl/blink-nederlands-bovenbouw/ Hun lesprogramma’s zijn gebaseerd op recente wetenschappelijke inzichten uit de vakdidactiek en de neuropsychologie. Ze voldoen aan alle wettelijke eisen en dagen leerlingen vooral uit om de rijkheid en relevantie van het betreffende vak te ervaren. TIP 2 Ook staat op de website beeldengeluidopschool.nl een mooi educatief aanbod. Je vindt er een video met uitleg over de gehele collectie en instructies over hoe je het materiaal kunt gebruiken in je lessen. De rechten voor gebruik zijn geheel vrij. Het materiaal is vrij toegankelijk en ook herbruikbaar. Je kunt dus de volledige video-uitzending gebruiken, of een deel ervan.

Het online onderwijs heeft ons gestimuleerd om lessen te vernieuwen met digitale tools. Heb je nog tips?

Annemarie, groep 8 uit Drachten.

Ken je de bingokaart: dat was een succes!? Je kunt voor alle leerlingen een aparte kaart met verschillende termen uit je gegeven instructie maken, zodat die werkkaart op het spelletje Bingo lijkt. Je kunt ook leerlingen zelf een kaart laten maken met wat volgens hen de belangrijkste begrippen uit de les waren. Zo herhalen ze de lesstof spelenderwijs! Inmiddels kennen onderwijsprofessionals een variatie aan digitale leermiddelen en weten ze die ook creatief toe te passen.

TIP Dit soort innovatieve tools vind je ook terug in de 7-daagse Cursus Rekenspecialist PO begeleid door Marije van Oostendorp. Deze start weer op woensdag 26 januari a.s. bij de Onderwijsdesk. Een cursist zei: ‘Deze leerzame en uitdagende cursus biedt de mogelijkheid om direct in de praktijk als rekenspecialist aan de slag te gaan!’

Waarom hier ook een pleidooi voor het Bordwerk?

Instructie wint aan kracht als je hierbij op het bord schrijft. Maar hoe gebruik je het krijt, white-of smartboard optimaal? Met Marcel Schmeier maak je kennis met ‘slow teaching’ waarbij bordwerk zorgvuldig wordt opgebouwd en geordend, leerlingen aantekeningen maken en de leerstof stapsgewijs en grondig wordt onderwezen én geleerd. Ook ervaar je zelf in deze nascholing een les die door de cursusleider wordt gegeven en leer je om zelf een les met bordwerk te ontwerpen. Neem daarvoor de handleiding en leerlingboek van je zaakvakmethode mee! Heb je belangstelling, schrijf je dan in voor de 1-daagse cursus Bordwerk en aantekeningen voor het PO van Marcel Schmeier op di 7 december a.s. www.onderwijsdesk.nl

voor hulp bij leer- en gedragsproblemen in de klas!

Speciaal voor PrimaOnderwijs beantwoorden de deskundigen van de Onderwijsdesk vragen van onderwijsprofessionals werkzaam in het PO of VO uit het hele land. Deze tips (en cursussen) zorgen ervoor dat je klas (nog) beter floreert.

Heb jij een vraag voor de Onderwijsdesk? Mail dan naar info@onderwijsdesk.nl

Een greep uit de cursusladder 2021 - 2022

Online en RIVM-Coronaproof op onze locatie

Actief en Effectief leren

Executieve functies & effectieve leerstrategieën za. 13 november (VO & MBO) Annemieke Groeneveld

Expliciete Directe Instructie Kleuters

Klassenmanagement en spelbegeleiding wo. 24 november Sherrill Woldberg

Begrijp Gedragsproblemen

Agressief, brutaal, ongehoorzaam en ongemotiveerd gedrag di. 30 november (VO & MBO) dr. Annematt Collot D’Escury-Koenigs

Bordwerk en aantekeningen

Instructie wint aan kracht als je hierbij op het bord schrijft di. 7 december (PO) Marcel Schmeier

Onderpresteren

Voorkomen en terugdraaien met het 6-stappenplan di. 14 december (PO & VO) René Lous

Lees- en Taalspecialist

Lees- en spellingsproblemen, TOS, meertaligheid & meer! start ma. 17 januari (PO) drs. Marije van Oostendorp dr. Madelon van den Boer dr. Elise de Bree

Actief aan de slag met taal en rekenen voor groep 1, 2 en 3

Werkmap Gecijferd bewustzijn

Deze werkmap biedt leerkrachten in groep 1 en 2 naast theorie veel activiteiten en lessen om (voorbereidend) rekenen met kleuters vorm te geven en tijdig achterstanden te signaleren. Zo draagt u bij aan een goede rekenstart in groep 3. Onderzoek heeft uitgewezen dat vroegtijdig signaleren en interveniëren rekenproblemen kan voorkomen. Uitgangspunt voor de map zijn de in 2017 door SLO vastgestelde Tussendoelen Rekenen-Wiskunde eind groep 2.

Prijs: € 109,95 | Auteurs: Aafke Bouwman en Jarise Kaskens ISBN: 9789065081360 | Sector: po

Werkmap Begrijpend luisteren en woordenschat

Hoe zorgt u ervoor dat jonge kinderen (nog) beter worden in begrijpend luisteren? Het format in deze werkmap helpt u daarbij. Naast een theoretisch deel bevat de map ook aanwijzingen en tips voor de praktijk én 38 uitgewerkte activiteiten. Zo kunt u zonder al te veel voorbereiding direct in de praktijk oefenen. Bestemd voor pedagogisch medewerkers van peutercentra en leerkrachten van groep 1, 2 en 3 van het basisonderwijs.

Prijs: € 109,95 | Auteurs: Aafke Bouwman en Karin van de Mortel ISBN: 9789065086600 | Sector: po

Werkmap Fonemisch bewustzijn

Fonemisch bewustzijn staat voor ‘het bewustzijn van klanken in woorden’ en bestaat onder meer uit analyseren (hakken), synthetiseren (plakken) en vaardigheden rondom letters. De Werkmap Fonemisch bewustzijn vormt een vrijwel complete leerlijn voor het taalonderwijs in de groepen 1 en 2 van de basisschool. Het biedt talloze suggesties voor activiteiten met letters en klanken.

Prijs: € 109,95 | Auteurs: Susanne Huijbregts, Mariët Förrer en Monica de Wit ISBN: 9789065081636 | Sector: po

Toetspakket Beginnende geletterdheid

Met dit toetspakket kunnen leerkrachten van groep 1 tot en met 3 kinderen opsporen die uitvallen op het gebied van beginnende geletterdheid en actie ondernemen om hier iets aan te doen. Zij kunnen zodoende leesproblemen voorkomen, want beginnende geletterdheid is een belangrijke voorwaarde voor een goede leesstart.

Prijs: € 82,50 | Auteurs: Cor Aarnoutse, Joke Beernink en Wim Verhagen ISBN: 9789065081636 | Sector: po

Column #Daniëlle

Verbinding gezocht

Ik zie mezelf nog zitten. Met een hoedje op voor de camera. De kinderen lagen in een deuk. Net wakker, de haren amper gekamd en dan ineens je juf die een online verkleedpartij begint. Meteen haalden ze hoedjes, mutsen en andere attributen. De betrokkenheid voor de les was direct hoog, zullen we maar zeggen. Wat ze voor de rest hebben onthouden van de les die volgde zal ik nooit te weten komen, maar het plezier en de verbondenheid was er meteen.

Van beeldscherm naar live de kinderen ontmoeten. Om vervolgens weer achter een scherm te kruipen. Elke leerkracht heeft inmiddels wel online gewerkt en online contact gezocht met leerlingen in de afgelopen twee schooljaren. Met wisselend resultaat. Wellicht ook onwennig. Maar telkens op zoek naar verbinding en een goede leeromgeving. Wanneer ik het woord verbinding noemde, kreeg ik van een aantal grappenmakende pubers steevast de opmerking dat ‘de verbinding soms niet zo lukte’.

Het online lesgeven vroeg vaak veel, maar inmiddels kunnen we zeggen dat het ons ook aardig wat kan geven. Tijdens de lockdown kwam het proces van afstemming tussen fysiek en online lesgeven in een stroomversnelling. Waar de één blij van werd, voelde de ander weerstand. Waar de één energie van kreeg, kostte het de ander veel zonder dat het wat opleverde. Ondersteuning bij online lesgeven bleek al snel essentieel. En die kwam! Instructievideo’s, dagprogramma’s, coöperatieve werkvormen; leerkrachten bleken (nog) creatiever dan gedacht. Al snel bevonden leerkrachten en leerlingen zich in online klaslokalen. Ineens werden van leerkrachten en leerlingen andere vaardigheden gevraagd. Vernieuwing van onderwijs 2.0 zullen we maar zeggen. Binnenkort vindt de NOT

plaats. Een breed aanbod van sprekers, ideeën en sessielokalen. Volop interactie, online en ter plaatse. Ontwikkelingen en innovaties; de NOT lijkt weer interessant te zijn voor professionals werkzaam in de KO, het PO en VO. Sommige zaken veranderen nooit.

Ondertussen vragen mijn 21 kinderen zich af wat die grote bak achter in de klas te betekenen heeft. Ze hebben de verkleedkleren gezien. De hoedjes gaan weer op. ◗

Welke uitdagingen zijn er bij het werken met jonge kinderen?

Pedagogisch medewerkers en leerkrachten, de professionals die educatie en onderwijs verzorgen in de kinderopvang en kleutergroepen, staan voor een belangrijke opgave. Ze willen alle kinderen een goede start geven. Gäby van der Linde-Meijerink en Martin Klein Tank bespreken vijf uitdagingen bij het ontwikkelen van een curriculum voor de voor- en vroegschoolse educatie. Beiden zijn werkzaam bij SLO, het landelijk expertisecentrum voor het curriculum, en verbonden aan het project Het Jonge Kind.

Tekst: Brigitte Bloem

Uitdaging 1: Samen werken vanuit een gedragen visie

‘Uitgangspunt van elk leerplan is een gedragen visie’, aldus Martin. ‘Dat geldt ook voor de leeftijdsgroep 2 tot 7 jaar. Deze visie vormt de basis voor het geven van educatie aan jonge kinderen. Als de visie onduidelijk is, is de kans groot dat er onvoldoende samenhang in het onderwijs wordt gerealiseerd.’ SLO heeft een Visiespel ontwikkeld om onderwijsadviseurs van het jonge kind een handvat te geven om met een team te komen tot visievorming voor educatie en onderwijs aan jonge kinderen. De basis hiervoor is het curriculair spinnenweb (zie kader). Enerzijds kom je in beweging en anderzijds word je je bewust van overeenkomsten en verschillen van de visie in een team.

Uitdaging 2: Inspelen op ontwikkeling

Hoe goed je ook nadenkt over de activiteiten binnen je thema, de uitvoering kan soms minder goed uitpakken. De activiteit is bijvoorbeeld te moeilijk of te eenvoudig, waardoor kinderen afhaken. Of er is eerst extra toelichting nodig. Dit vraagt om formatief handelen. Formatief handelen draait om het zichtbaar maken van de ontwikkeling van het leren: voor het kind zelf én voor de leerkracht. Dat maakt duidelijk waar het kind staat ten opzichte van een doel. Door in gesprek te gaan, laat het kind zien wat het al geleerd heeft. Op basis hiervan kan de leerkracht de aanpak aanpassen en zo aansluiten bij de behoeften van het kind én de zone van de naaste ontwikkeling. ‘Dit maakt dat het kind invloed heeft op het eigen leerproces’, legt Gäby uit. ‘Werken met doelen helpt niet alleen leerkrachten, het stimuleert kinderen ook om te leren en te groeien. Dit vraagt uiteraard wel om het vinden van een balans tussen ontwikkelingslijn en leerlijn.’

Het Spinnenweb-visiespel

Het spinnenweb bevat de negen onderdelen van een leerplan. De visie is de centrale, verbindende schakel. Door met het team aan de slag te gaan met dit spel, komen jij en je team in beweging en maakt het jou en je collega’s bovendien bewust van overeenkomsten en verschillen in visie binnen het team. Kijk voor meer informatie op: http://jongekind.slo.nl

Uitdaging 3: In dialoog zijn met elkaar

Interactievaardigheden is een veel gehoorde term in de voor- en vroegschoolse educatie. In eerste instantie gaat het om de interactie van de professional met de kinderen, maar ook over het begeleiden van de interacties tussen kinderen. Daarbij speelt het respect voor de autonomie van een kind een belangrijke rol. ‘Hoe goed reageer je op de signalen die een peuter of kleuter geeft? Maar denk ook aan het ‘praten en uitleggen’ tijdens het geven van educatie of onderwijs’, benadrukt Gäby. ‘De interactie tussen professionals moet daarbij niet vergeten worden’, vult Martin aan. ‘Ook tussen de pedagogisch medewerkers en de leerkrachten van groep 1/2, of tussen de collega’s van de groepen 1/2 en groep 3.’ Gäby merkt daarbij op: ‘Daarom is het goed dat wij vanuit SLO met drie verschillende netwerken ook de interacties tussen de diverse professionals willen blijven stimuleren.’

Uitdaging 4: Thematiseren met een beredeneerd aanbod

Veel kleutergroepen en voorschoolse voorzieningen werken wel thematisch, maar moeten de stap naar thematiseren nog zetten, zegt Gäby. ‘Een thema als boodschappen doen lijkt simpel, maar kleine, actieve thema’s sluiten écht aan bij de belevingswereld van kinderen. In je onderwijs kun je er bovendien alle kanten mee op. Een mix van onderwijsactiviteiten, afgestemd op het thema, zorgt dat kinderen spelenderwijs leren. Voor scholen en instellingen die thematisch werken naar een hoger niveau willen brengen, hebben we de handreiking Thematiseren met jonge kinderen ontwikkeld.’ Martin stelt: ‘Spelend leren is prima, als dat inderdaad vanuit een visie gebeurt en er concrete doelen geformuleerd zijn. Een didactisch model, waarin duidelijk staat beschreven hoe het spelend leren is vormgegeven en wat eenduidig uitgevoerd wordt door een team professionals, draagt eraan bij dat kinderen weten wat er van hen wordt verwacht. De didactische aanpak wordt zichtbaar in de opdrachten die door professionals zijn geselecteerd of voor de kinderen zijn ontwikkeld. Het zijn de dragers van het leerplan.’

Uitdaging 5: Aansluiten op de kansen van elk kind

Martin pleit ervoor om vooral te kijken naar wat een jong kind allemaal al kan en niet naar wat het nog niet kan. ‘Jonge kinderen ontwikkelen zich sprongsgewijs. We moeten af van het vergelijken van kinderen met elkaar. De verschillen kunnen heel groot zijn en dat kan later bijtrekken.’ Inhoudskaarten met aanbodsdoelen helpen leerkrachten en pedagogisch medewerkers om de ontwikkeling van kinderen goed te volgen. ‘Bij jonge kinderen – kleuters en peuters – pendel je tussen de inhoudslijn - de doelen - en de ontwikkelingslijn’, zegt Gäby. ‘Deze laatste is deels afhankelijk van de leeftijd, maar niet helemaal. Naast het feit dat de ontwikkeling immers ook grillig en sprongsgewijs verloopt, speelt ook kansengelijkheid hierin een rol. Daarom is het van belang dat alle kinderen gezien worden en dat kinderen alle mogelijkheden krijgen om zich te ontwikkelen. Voor de ontwikkeling van kinderen is het cruciaal dat de professional voor de groep van elk kind hoge verwachtingen heeft. Ook al in de peuter- en kleuterfase.’

Naast tools en handreikingen voor het werkveld biedt SLO masterclasses om expertise, houding en vaardigheden op het gebied van het jonge kind verder te verbeteren. ◗

Meer weten over producten, diensten en de drie netwerken van SLO voor het jonge kind? Ga naar: http://jongekind.slo.nl ◗

This article is from: