3 minute read
Relatiebreuk
Uit onderzoek blijkt dat de financiële risico’s van een relatiebreuk te weinig worden besproken tijdens adviesgesprekken. De feiten en risico’s over relatiebreuk zijn reden dat wel te doen – en die bespreking bovendien goed in uw adviesdossier vast te leggen.
Burgerlijke
Advertisement
Van de bijna 8,0 miljoen huishoudens (17,4 miljoen inwoners), zijn er: n 3,23 miljoen gehuwden/geregistreerd partner n 3,08 miljoen alleenstaand n 1,10 miljoen ongehuwd samenwonend n 0,59 miljoen overig (o.a. alleenstaande ouders, mensen in zorginstelling, etc)
Kans op relatiebreuk
CBS houdt cijfers bij over echtscheiding van gehuwden (inclusief geregistreerd partners).
Er is een dalende trend: n 2000: 9,8 van de 1.000 huwelijken is geëindigd in echtscheiding n 2010: 9,5 van de 1.000 huwelijken is geëindigd in echtscheiding n 2020: 8,6 van de 1.000 huwelijken is geëindigd in echtscheiding n De gemiddelde huwelijksduur bij echtscheiding is 15,0 jaar. n Gemiddelde leeftijd bij scheiding: 44,9 jaar (vrouwen) en 48,2 jaar (mannen) n Hoe langer een huwelijk duurt, hoe kleiner de kans op een scheiding wordt. Dit verklaart de dalende trend. Steeds minder mensen huwen, maar wonen ongehuwd samen. n Van de ongehuwd samenwonende twintigers ging 23% binnen 5 jaar uit elkaar. Bijna de helft van de samenwoners trouwt later alsnog.
Van alle huwelijken die in 1990 zijn gesloten, is in 2021 al 37% uitgedraaid op een scheiding.
Inventarisatie ter analyse financiële risico’s van relatiebeëindiging
De belangrijkste vraag is of de klant zich realiseert wat de gevolgen zijn als de relatie zou stuklopen. Om daar als adviseur een antwoord op te kunnen geven, moeten de volgende zaken worden geïnventariseerd (niet limitatief): n Wat is de samenlevingsvorm? n Zijn er huwelijkse voorwaarden, partnerschapsvoorwaarden of is er een samenlevingscontract? En zo ja, wat is de inhoud daarvan? n Brengt één partner meer in dan de ander? n Is inbreng (mede) betaald door schenking of erfenis onder uitsluitingsclausule? n Wordt het eigenwoningverleden vermengd of niet? n Zijn er kinderen, i.v.m. alimentatieverplichtingen en toewijzing woning na een scheiding? n Wat wordt de eigendomsverhouding (en waarom, indien afwijkend)? n Worden beide partners 100% hoofdelijk aansprakelijk? n Wat is de leencapaciteit per persoon (naast gezamenlijk)?
Analyse financiële risico’s van relatiebeëindiging
Afhankelijk van de antwoorden op de inventarisatievragen, bestaan er in het algemeen de volgende risico’s, specifiek bij relatiebeëindiging: n Woning kan niet op één inkomen behouden blijven met gedwongen verkoop tot gevolg.
De mogelijke gevolgen daarvan zijn: l een restschuld l geen mogelijkheid om andere betaalbare woonruimte te vinden n Woning kan niet op één inkomen behouden blijven, maar ook geen verkoop.
De mogelijke gevolgen zijn dan: l geen ontslag hoofdelijke aansprakelijkheid vertrokken ex-partner l gedwongen afkoop KEW, SEW, BEW: deel hypotheek wordt niet afgelost n Onenigheid over diverse aspecten: l Wie in het huis mag blijven wonen l Wie recht heeft op welk deel van de over- of onderwaarde l Vergoedingsrechten en zo ja, hoe hoog (nominaliteits- of beleggingsleer) l Verrekening inbreng eigen vermogen (voor extra aflossing of verbouwing) l Hoogte alimentatieverplichtingen
Specifiek fiscale gevolgen
Specifiek fiscale risico’s van een relatiebreuk zijn: n Ex-partners kunnen (onbedoeld) een deel van het eigenwoningverleden krijgen van de ander n Vertrekkende partner kan een niet-liquide eigenwoningreserve krijgen n Blijvende partner kan niet de hele lening voortzetten onder overgangsrecht n Vertrekkende partner krijgt aflossingsstand n Vertrekkende partner kan na 2 jaar de rente niet meer aftrekken
Mogelijkheden risico’s te beperken
Er zijn op voorhand risico’s te beperken, bijvoorbeeld door: n Huwelijkse voorwaarden/samenlevingsovereenkomst opstellen of herzien n Vastleggen wie wat inbrengt aan eigen vermogen n Een interne draagplichtovereenkomst aangaan (ongehuwden) n Lening met NHG aangaan
Werkloosheid
In Nederland zijn er bijna 3,7 miljoen mensen tussen de 15 en 75 jaar die niet werken. Dat is veel meer dan het officiële aantal werklozen van circa 372.000. Dat komt door de definitie van ‘werklozen’. Dat zijn alle mensen tussen de 15 en 75 jaar (de ‘beroepsbevolking’) die geen werk hebben maar wel op zoek zijn en binnen twee weken beschikbaar zijn.
1. Kans op ontslag
Iemand heeft een kans van ongeveer 35% om tijdens diens werkzame leven ooit eens ontslagen te worden. Vaak wordt juist in de periode van het werkzame leven een hypotheek afgesloten met een duur van 30 jaar.
2. Kans op werk
Tegenover 100 werklozen staan 143 vacatures. Het aantal vacatures verschilt per beroepsgroep.
3. Wel uitkering, niet werkloos
Iemand met een WW-uitkering wordt lang niet altijd tot de werklozen gerekend. Iemand die na ontslag uit een voltijdbaan in deeltijd gaat werken, heeft recht op een gedeeltelijke WW-aanvulling. Ook zijn er WW’ers die niet recent naar werk hebben gezocht of niet onmiddellijk weer aan de slag kunnen, bijvoorbeeld door ziekte. En steeds meer mensen kiezen ervoor om als zzp’er aan de slag te gaan tijdens hun uitkering. Ook zij zijn officieel niet werkloos.
4. Geen uitkering, wel (deels) werkloos
Ongeveer 50% van de werklozen heeft geen uitkering. Bijvoorbeeld zelfstandigen die geen werk meer hebben. Maar ook iedereen wiens WW is afgelopen maar niet in aanmerking komt voor een bijstandsuitkering: vanwege inkomsten van een partner of vanwege vermogen. Daarnaast zijn er 521.000 mensen die wel werken, maar meer uren zouden willen werken.
5. WW-uitkering
Zie voor maximale duur en hoogte WW-uitkering: Kerncijfers sociale zekerheid (zie pagina 73).
Mogelijk verzachtende factoren bij werkloosheid:
a. Kans op werk: de kans dat iemand opnieuw werk vindt na ontslag is sterk afhankelijk van werkervaring, opleiding en bedrijfstak. Houd daarmee rekening in uw advies.
b. Transitievergoeding: sinds 2020 is de transitievergoeding 1/3e maandsalaris per gewerkt jaar, met een maximum van een heel jaarsalaris of € 89.000 (2023).
c. Aanwezigheid van een buffer: is er genoeg eigen geld om een periode van werkloosheid te overbruggen, en zo ja voor hoe lang?
d. Cao: in cao’s van werkgevers zijn vaak afspraken gemaakt over ontslag, zoals een opleidingstraject of aanvullende uitkering. Denk daarbij ook aan de SPAWW.