2 minute read

Lijfrenten en kapitaalverzekeringen

Tot aan de AOW-leeftijd kunnen werkenden premie (verzekeringen) of inleg (bancaire lijfrenten) in aftrek brengen op hun belastbaar inkomen. Voorwaarde is dat zij een pensioentekort aantonen.

Jaarruimte tot 1 juli 2023

Advertisement

Het pensioentekort moet blijken uit de formule voor de jaarruimte:

Jaarruimte = 13,3% x (inkomen -/- AOW-franchise) -/- 6,27 x A -/- O

Inkomen = winst uit onderneming (voor ondernemingsaftrek of OR-dotatie) + belastbaar loon + belastbaar resultaat overige werkzaamheden + belastbare periodieke uitkeringen of verstrekkingen

Tot maximaal € 128.810 (daarboven: nettolijfrente mogelijk)

AOW-franchise = € 13.646

A = Pensioenaangroei

O = Dotatie oudedagsreserve (9,44% winst of maximaal € 9.632) over 2022. Dotatie aan de OR is na 2022 niet meer mogelijk. Vanaf 2024 verdwijnt de ‘O’ uit de jaarruimteformule.

De jaarruimte is maximaal € 15.317.

Reserveringsruimte n Maximale reserveringsruimte

Niet-benutte jaarruimte in de zeven voorafgaande jaren kan alsnog worden benut.

In 2023 geldt dit dus voor niet-benutte jaarruimte uit 2016 t/m 2022.

(op 1-1-2023 jonger dan 56 jaar en 10 maanden): € 8.065 maar nooit meer dan: 17% x premiegrondslag n Maximale reserveringsruimte

(op 1-1-2023 56 jaar en 10 maanden of ouder): € 15.922

Lijfrente-wetgeving na 1 juli 2023 (onder voorbehoud)

Indien de Wet toekomst pensioenen in werking treedt op 1 juli 2023, gelden met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2023 de volgende regels voor lijfrenten: n De jaarruimte wordt 30% van de premiegrondslag. n De AOW-franchise wordt € 16.322, waardoor de premiegrondslag daalt. n De maximale jaarruimte wordt € 33.747. n De factor A wordt vervangen door de echte pensioenpremies, zodra de pensioenuitvoerder overgaat op het nieuwe pensioenstelsel. n Lijfrentepremie kan afgetrokken worden tot AOW-leeftijd + 5 jaar (nu nog: tot AOW-leeftijd). n De reserveringsruimte wordt verlengd tot 10 jaar niet-benutte jaarruimtes. n De reserveringsruimte wordt leeftijdsonafhankelijk gemaximeerd op € 38.000 per jaar. n De minimale uitkeringsduur van een bancaire levenslange oudedagslijfrente wordt ingekort met het aantal jaren dat de AOW-leeftijd is verstreken op het moment van uitkeren.

Stakingslijfrenten

De maximale, fiscaal gefacilieerde omzetting van stakingswinst in lijfrente is:

Maximale stakingswinstlijfrente Voorwaarden

€ 510.970 n ondernemer is ten minste 61 jaar + 10 maanden; of n ondernemer is 45% of meer arbeidsongeschikt en lijfrente gaat direct in; of n staking vanwege overlijden ondernemer

€ 255.495 n ondernemer is tussen 51 + 10 maand en 61 + 10 maand oud; of n lijfrente-uitkering gaat direct in

€ 127.755 n in overige gevallen

Lijfrenten in de uitkeringsfase

Fiscaal toegestane lijfrenten in de uitkeringsfase zijn:

Lijfrente Eigenschap Verzekerd Bancair

Levenslange Uitkeringsduur Levenslang minimaal 20 jaar + oudedagslijfrente jaren voor AOW Hoogte uitkering Geen maximum Idem verzekerd Ingangsdatum Geen minimumleeftijd, uiterlijk Idem verzekerd AOW-leeftijd + 5 jaar

Tijdelijke Uitkeringsduur Minimaal 5 jaar Idem verzekerd oudedagslijfrente Hoogte uitkering Maximaal € 24.168 per jaar Idem verzekerd Ingangsdatum Niet eerder dan AOW-leeftijd; Idem verzekerd Niet later dan AOW-leeftijd + 5 jaar

Nabestaandenlijfrenten zijn ook fiscaal gefacilieerd. Daarvoor gelden verschillende regels, afhankelijk van de vraag of het een verzekerde of bancaire lijfrente is, en of de uitkeringen volgen uit een lijfrente in de opbouw- of uitkeringsfase.

Overgangsrecht n Een tijdelijke oudedagslijfrente mag ook ingaan op 65-jarige leeftijd, voor zover premies zijn betaald vóór 2014. Als daarna nog premies zijn betaald, geldt dit overgangsrecht slechts voor de waarde van de lijfrente op 31-12-2013. n Een overbruggingslijfrente (uitkering van vóór AOW-leeftijd tot AOW-leeftijd) is alleen mogelijk over verzekerde lijfrenten, voor zover premies zijn betaald vóór 2006.

Afkoop lijfrente

Bij een niet-reguliere afwikkeling van een lijfrente wordt de hele waarde belast. Daar komt revisierente (maximaal 20% van de afkoopwaarde) bovenop. Uitzonderingen zijn: n Afkoopwaarde is < € 4.898: waarde wel belast, geen revisierente n Uitkering in verband met arbeidsongeschiktheid: de uitkering is wel belast, maar er geldt geen revisierente, voor zover de uitkering niet hoger is dan € 45.722 of (indien hoger) het gemiddelde inkomen van de laatste twee jaar.

Pensioen

Pensioenopbouw in de tweede pijler is toegestaan tot een maximaal loon van € 128.810. Daarboven is nettopensioen mogelijk.

Bij lagere opbouw kunnen lagere franchises gelden. De maximale opbouw geldt bij een pensioenrichtleeftijd van 68 jaar. De afkoopgrens van ouderdomspensioen is € 594,89 per jaar.

Kapitaalverzekeringen n Vrijstelling KEW, SEW of BEW: € 184.500 per belastingplichtige n Vrijstelling Kapitaalverzekering van vóór 14-09-1999: € 123.428 per belastingplichtige

De vrijstelling in box 3 geldt tot 14-09-2029 (wordt niet geïndexeerd)

This article is from: