Trajectum 15/16 #03

Page 1

| 08 03 2016 #03

TRAJECTUM

www.trajectum.hu.nl | magazine voor Hogeschool Utrecht


REDACTIONEEL Kop Tekst. Janny Ruardy janny.ruardy@hu.nl

10

2

TRAJECTUM#3 08032016

24

INTERVIEW

BEELDREPORTAGE

TRANSITIE

RETRO

Trendwatcher/filosoof Ruud Vel-

Niet iedereen laat zich gek maken

tenaar weet hoe de nieuwe we-

door nieuwe gadgets. Je hebt ze

reld eruit zal zien. Maar we

nog: studenten met een oldtimer,

moeten pijn lijden om daar te

zonder smartphone, een analoge

komen

camera en ouderwets gekleed


THEMANUMMER

De nieuwe economie

31��� REPORTAGE

Delen is hot: waarom een eigen auto, als je er een kunt delen, Airbnb, wie heeft z’n huis nog niet in de verhuur en een lage huur in ruil voor klusjes

4

19

36

ACHTERGROND

ACHTERGROND

ONDERWIJS

ZELF DOEN

Zora de zorgrobot rukt op als

Dat is de opvatting van ambiti-

collega en vriendin in de zorg.

euze studenten die al tijdens

Bij de Faculteit Gezondheids-

hun opleiding met een start-up

zorg heeft ze een plek verovert

beginnen

in het CareTechLab

ACHTERGROND Wat staat ons te wachten?

15

ENQUETE

41

UITTIPS

42

OPINIE

47

WINACTIES

Studenten over hun toekomst

Pleidooi voor echt contact

IEDERE DAG VERS trajectum.hu.nl twitter.com/trajectum facebook.com/trajectum

08032016 TRAJECTUM#3

3


4

TRAJECTUM#3 08032016


WAT STAAT ONS TE WACHTEN?

ROBOTISERING | VERDWIJNENDE BEROEPEN | ADIEU WELVAART | EIGEN BAAS ZIJN | WE GAAN DELEN 08032016 TRAJECTUM#3

5


We staan voor de grootste verandering ooit, onomkeerbaar en ingrijpend voor economie en samenleving. Technologie raakt verknoopt met productie, dienstverlening en de samenleving als geheel, zo schetsen de experts. De een ziet daarin volop kansen, terwijl de ander al het vertrouwde om zich heen ziet afbrokkelen. Wat betekenen alle veranderingen voor mensen en organisaties?

6

TRAJECTUM#3 08032016

| JANNY RUARDY


H

et is augustus 2030. Liam (vijftien jaar geleden nog de populairste jongensnaam) heeft net zijn middelbare school afgerond en wil graag leercoach worden. ‘Wat ze vroeger leraar noemden’, heeft hij aan zijn opa uitgelegd. Samen met een aantal andere studenten stelt hij zijn eigen curriculum samen en zoekt daarbij edu-ondernemers. ‘Ook zoiets als leraren, opa’, zucht hij in zichzelf. Toen Liam geboren werd, kwamen er in augustus duizenden studenten voor de UIT de Utrechtse Introductie Tijd - naar Utrecht om een week met elkaar door te brengen, lid te worden van een vereniging, de stad te leren kennen en vrienden voor het leven te maken. Maar dat was vijftien jaar geleden. Vandaag werkt Liam met zijn groepje in Utrecht, samen met wat Edu-ondernemers. Morgen en overmorgen vervolgt hij online zijn studie. Liam bepaalt zelf waar en hoe hij z’n opleiding invult. Als hij aan het einde van de studie maar voldoet aan de eisen die zijn gesteld om een diploma te krijgen. Liam weet nu al dat hij zijn leven lang moet leren en veel aan zijn competentieontwikkeling moet werken, om mee te blijven doen in deze maatschappij. REVOLUTIE Terug naar 2016. Een turbulente tijd, waarin veel op z’n kop staat, wat bij veel mensen tot onzekerheid leidt. Trendwatchers en wetenschappers buitelen over elkaar heen met voorspellingen over de toekomst van onze samenleving. De verzorgingsstaat is passé. We kantelen van een verticaal, centraal aangestuurde top-downmaatschappij naar een

horizontale, decentrale bottom-up samenleving, is de verwachting.

sociale en economische entrepreneurs, zeggen de experts. Bottom-up dus.

In januari 2016 vindt in Davos het jaarlijkse World Economic Forum plaats. Hoofdthema: de vierde industriële revolutie. 2500 deskundigen uit de hele wereld komen hier bijeen om te praten over de toekomst van de wereld. Organisator van het Forum, de Duitse wetenschapper Klaus Schwab (77), denkt dat alleen al door de technologische ontwikkeling en robotisering tot 2020 zeven miljoen banen verloren gaan in de administratieve sector, industriële productie en de bouw. Nieuwe banen worden gecreëerd in accountancy en sales. Volgens Schwab wordt het een klus om deze revolutie te beheersen.

De burgers zoeken nieuwe waarden en alternatieven, omdat ze minder vertrouwen hebben in overheid en politiek. De nieuwe macht is de koude, kille efficiencysamenleving - gericht op rendement – beu. De nieuwe macht organiseert zich op een andere wijze: in gemeenschappen, in sociale en fysieke netwerken. Er ontstaan burgercooperaties op het gebied van zorg, onderwijs, energie, voedsel, sociale zekerheid, ➤ financiën, kunst en cultuur. De deelecono-

De digitale revolutie waarin we zitten leidt ons naar de nieuwe economie. Maar dat gaat niet zonder slag of stoot. Zo’n kanteling brengt spanning met zich mee. Spanning tussen mensen die willen veranderen en mensen die het oude in stand willen houden en hun macht zien afbrokkelen. De middenklasse wordt op haar beurt vervangen door een nieuwe. Volgens hoogleraar duurzame transities Jan Rotmans heeft de oude orde van brancheorganisaties, belangenbehartigingsclubs, vakbonden en politieke partijen hun langste tijd gehad en trekken ze niet langer aan de touwtjes. In een eerder interview zei hij: ‘Politiek en organisaties roepen dat ze bezig zijn met hervormingen: in de praktijk zijn het vooral aanpassingen van bestaande systemen met dezelfde mensen en verhoudingen en geen vernieuwingen.’ In de nieuwe economie komt de macht in handen van ondernemende burgers, zzp’ers,

08032016 TRAJECTUM#3

7


mie wordt booming, een participatiemaatschappij in optima forma. Niet omdat de overheid dat vraagt, maar omdat burgers zichzelf organiseren. Of zoals hoogleraar futurologie Wim de Ridder van Universiteit Twente het verwoordt: de doe-het-zelver staat centraal. Mensen willen hun eigen producten maken, de consument wordt actief, het businessmodel van een bedrijf wordt gemaakt door de consument. Door technologische doorbraken als cloud-technologie, big data, robotisering en de 3D-printer wordt heel veel meer mogelijk. Individuen hebben mogelijkheden die tien jaar geleden alleen waren weggelegd voor professionals en bedrijven met kennis en middelen. Nu kan iedereen een boek publiceren met de prachtigste foto’s. Straks wordt de burger ook zelf een maakbedrijf dankzij de 3D-printer. In deze nieuwe economische werkelijkheid kopen mensen geen auto, maar mobiliteit, geen lamp maar licht. Duurzaamheid staat daarbij hoog in het vaandel, zegt Jan Rotmans. De voorhoede van de nieuwe macht heeft de oude heilige huisjes omvergeduwd. Niet langer wordt de macht bepaald door je grootte en je financieel vermogen. Het vermogen slim, snel en adequaat te organiseren en voortdurend inspringen op veranderingen, dat maakt machtig. Grote organisaties en de overheid gaan het moeilijk krijgen. De top-down geleide, controlerende organisatie past niet meer in de nieuwe tijd. Volgens hoogleraar Rotmans moeten bedrijven en instellingen tijdig anticiperen op de veranderingen in onze samenleving. Gaan ze te lang door met het oude concept, dan vallen ze om. Nu al zien

8

TRAJECTUM#3 08032016

we dagelijks de berichten over faillissementen: de ene keten na de andere moet de deuren sluiten. Organisaties die het redden hebben op tijd een heldere stip op de horizon ontwikkeld, zijn snel en slagvaardig en gaan op alle niveaus nieuwe coalities aan in horizontale netwerken. Strategisch denken is niet voorbehouden aan het hogere segment, maar zie je terug op alle niveaus. Daardoor ontstaat een organisatie waar ruimte is voor experimenten. De uitkomsten daarvan vormen de leidraad bij de beslissingen die op hoger niveau worden genomen. 2034 Als Liam is afgestudeerd als leercoach in 2034 is hij waarschijnlijk meer een kennismakelaar dan een kennisoverdrager. Kennis kan altijd en overal door iedereen worden gedeeld, daarom is zijn belangrijkste taak om de juiste mensen bij elkaar te brengen. Waarschijnlijk werkt hij als leercoach aan een zelfstandig instituut, in een team dat snel kan handelen en acteren op veranderende situaties. Officieel valt het instituut wellicht onder de Hogeschool Utrecht, vroeger een instelling met 40.000 studenten en 3500 medewerkers. |


COLUMN NINA JUFFERMANS, VIERDEJAARS JOURNALISTIEK

Voor het geval dat Zijn jullie ook wel eens bang? Bang dat het leven heel anders loopt dan je zou willen? Bang dat je eindigt als huismoeder met een abonnement op de Libelle en een kind onder het snot en spuug op de bank? Of dat je elke dag achterlijk vroeg opstaat om naar je ’niet super leuk, maar héé het is werk’-baan te gaan, met de trein want door die studieschuld is dat rijbewijs er nooit gekomen. En dat je dan toch elke keer tussen de andere forenzen in de trein tegen een vreemde wang geplakt staat en denkt: ‘Nee, zo had ik het me niet voorgesteld.’ Ik ben daar best bang voor. Ik vind het leuk om met de trein te reizen en van dat kind onder het snot zou ik ook best houden, maar het is zo anders dan ik hoop voor mezelf. En ik hoop op zoveel. Ik hoop op een fantastische baan, mooi huis, lieve man, leuke kinderen, hond, emigratie naar het buitenland, daar een huis met zwembad, een boek schrijven, nieuwe taal uitvinden (weet nog niet hoe), strandtent openen, nog maar een kind dan, iemand die een boek over mij schrijft, misschien toch een ezeltje in plaats van een kind, zonder problemen heel erg oud worden, Nobelprijs winnen (weet ook nog niet hoe), misschien nog een emigratie. En dat is slechts een kleine greep uit wat ik allemaal hoop voor mezelf. We dromen en hopen allemaal, maar allemaal alles waarmaken is onmogelijk. Het abonnement op de Libelle en een kind onder het snot. Een kort pittig kapsel, want dat is zo lekker makkelijk, en een eigenaardige obsessie voor het Viva-forum. Het is zoveel meer binnen handbereik dan al onze grote dromen. Zoveel makkelijker. Bah. Heeft iemand misschien een kind onder het snot en spuug dat ik zou mogen lenen om te oefenen? Gewoon voor het geval het leven heel anders loopt dan ik zou willen. 08032016 TRAJECTUM#3

9


INTERVIEW 10

TRAJECTUM#3 08032016


FILOSOOF & TRENDWATCHER

RUUD VELTENAAR is geen man van de ‘losse flodders’, wel van het coherente verhaal. Dat verhaal gaat over de crises die we eerst nog moeten doorlopen, voordat we in de volgende fase van onze beschaving aankomen: een van welzijn in plaats van welvaart.

| MARC JANSS E N


E

en transformatie, daar staan we voor. Een grote verandering naar een volgende fase van onze beschaving. En die is ‘noodzakelijk en onomkeerbaar en onvermijdelijk.’ Zegt Ruud Veltenaar, trendwatcher, filosoof en zeer veel gevraagd spreker. Hoe die volgende fase van de beschaving eruit zal zien? Een stuk beter dan nu, daarvan is Veltenaar overtuigd: ‘De focus gaat verschuiven van welvaart naar welzijn. Van ego naar eco, van ik naar wij, van profit en performance naar denken en handelen in meerwaarde.’ Het draait dus niet meer om winst, maar om geluk. En daarbij hoort een zoektocht naar de vraag wie je bent, wat je wil en wat je kunt bijdragen. Tot zover het goede nieuws. Want het kan nog even duren voor die volgende fase is bereikt. ‘Een generatie of vier, vijf’, zo schat Veltenaar. ‘Niet omdat het zo lang moet duren, maar gewoon omdat mensen niet zo bereid zijn om te veranderen. En dus moeten we wachten op meer onzekerheid, pijn, verdriet en angst om echt in beweging te komen en de wereld meer duurzaam en rechtvaardig te maken.’ Waarbij hij twee drijvende krachten onderscheidt: ‘Een aantal crises en een exponentieel technologische revolutie met ontelbare doorbraakinnovaties die ons leven en werk op radicale wijze zullen ontwrichten. Uiteraard hebben deze ontwikkelingen ook grote invloed op onderwijs.’ Wie Ruud Veltenaar hoort praten, wordt al snel meegesleept door zijn manier van vertellen. Met drieslagen, meanderende zinnen en ogenschijnlijk in zijn onderwerpen van de hak op de tak springend legt hij uiteindelijk een coherente en allesomvattende maatschappijvisie neer. Knap en inspirerend. Het is dus niet verbazingwekkend dat de man op alle continenten heeft gesproken. Naast een bijzonder hoogleraarschap in Londen geeft hij naar eigen zeggen meer dan tweehonderd lezingen per jaar. ‘Daar-

12

TRAJECTUM#3 08032016

van zijn er minstens 75 gerelateerd aan onderwijs. En dat varieert van basisschool de Klinker tot en met het college van bestuur van de Universiteit van Amsterdam. En alles wat ertussen zit.’ En dus heeft hij ook op bijna alle hogescholen in Nederland gesproken. ‘Ook voor de HU stond eind 2015 een lezing gepland, maar deze ging wegens persoonlijke omstandigheden niet door.’ Maar mede dankzij al die gesprekken en lezingen weet Veltenaar waar hij het over heeft. En heeft hij niet alleen een visie op de gehele maatschappij, maar zeker ook op het onderwijs. Zelf zegt hij: ‘Ik vind onderwijs het meest boeiende en inspirerende onderwerp om over te filosoferen en spreken.’ Maar voordat hij ingaat op ‘toekomst en technologisering van mensgericht leren’, wil Veltenaar eerst dat coherente verhaal neerzetten. Hij is niet de man van losse flodders. En oneliners gebruikt hij pas ter afsluiting van langere betogen. Zijn verhaal begint bij de wereld van nu: ‘We krijgen uit de media en van onze leiders een beeld voorgeschoteld dat de wereld in crisis is. Of het nou een Europese crisis, vluchtelingencrisis, huizencrisis of bankencrisis is. Terwijl het allemaal niet meer dan symptomen zijn van ernstige discrepanties in onze instituten en systemen, die samen een onderdeel vormen van de transformaties.’ Zelf onderscheidt Veltenaar ‘kort samengevat’ drie crisissen: een ecologische, een maatschappelijke-economische en een spiri-

‘Het draait niet meer om winst, maar geluk’ tuele. ‘In onze systemen zitten een aantal significante weeffouten met ernstige gevolgen voor mensen en onze planeet. Bij ecologie gaat het om klimaat , maar ook om de natuurlijke resources: die worden schaarser. Als iedereen in de wereld zo zou consume-


ren en produceren als wij Nederlanders, dan hebben we ruim vijf planeten nodig. Om één T-shirt te produceren, is 2.700 liter water nodig. Dagelijks sterven 6.000 mensen wegens gebrek aan schoon drinkwater. Zo ernstig is het. Dan kun je spreken van een ernstige weeffout in de omgang met onze resources.’ Om het nog ietsje pessimistischer te maken: ‘Als we het goed doen, is deze ecologische crisis pas ergens in de volgende eeuw omkeerbaar. ‘ Door naar de tweede crisis: ‘Die heeft alles te maken met hoe onze economie functioneert. 1 procent van de rijksten bezit 99 procent van alle assets. Bijna twee miljard mensen leven rond de armoedegrens . En als een extreem klein deel daarvan onze kant opkomt, sluiten we onze grenzen. We leven in een systeem, gebaseerd op grote ongelijkheid.’ Veltenaar heeft nog meer voorbeelden. Over de kloof in Nederland tussen de gemiddeld best betaalde CEO in loondienst, die 52 keer meer betaald krijgt dan de minst betaalde. Over de windhandel in ‘de speculatieve internationale valutahandel’. ‘We moeten onze studenten niet meegeven dat dit normaal is’, waarschuwt hij. Waarmee de brug is geslagen naar de spirituele crisis die, volgens Veltenaar ‘prominent aanwezig lijkt onder veel (jonge) mensen’. Hij somt daarbij nog wat cijfers op: een derde van de burn-outgevallen treft mensen jonger dan 30. Zelfdoding tussen 4- en 14-jarigen is in Nederland doodsoorzaak nummer 1. Meer dan de helft van de mensen die ziek thuiszitten, heeft geestelijke klachten. Veltenaar ziet het als ‘componenten van een spirituele crisis.’ Oorzaak volgens hem: ‘We zijn bezig met de korte termijn en kunnen vanuit onze spreadsheets niet beantwoorden waarom we er zijn en hoe we van meerwaarde kunnen zijn voor andere mensen.’ Tot zover het crises-verhaal. Belangrijk, want Veltenaar ziet het als ‘een enorme sti➤ mulans, die ons dwingt tot een andere ma-


nier van denken, leven, werken en consumeren.’ Daar bovenop komt de technologische revolutie, die volgens Veltenaar de transformatie versnelt. ONDERWIJS Een intrigerend verhaal. Voor Veltenaar is het slechts een noodzakelijk opstapje om zijn visie op het onderwijs te kunnen vertellen. Met als bijkomende vraag: wat betekent dit alles voor studenten en voor de hogeschool? Daarover is Veltenaar heel duidelijk: ‘Mijn stellige overtuiging is dat een grote onderwijsinstelling zoals de HU niet kan transformeren naar de gewenste vorm, die we nodig hebben. Dat geldt voor elke andere hogeschool of universiteit of basisschool. Het heeft te maken met de identiteit van de HU: die is heel complex. Het is beter om naast het bestaande, het nieuwe te creëren, aan de rand van de periferie en buiten het bereik van de macht van de zittende elite.’ Hoe het dan verder moet met de HU? Veltenaar ziet genoeg mogelijkheden. ‘De HU zou nu kunnen besluiten: we richten een tweede “virtuele” hogeschool op, naast de bestaande entiteit. Met de bestaande innovatieve breinen van onze hogeschool en in samenwerking met andere hogescholen. Want zo’n samenwerking is natuurlijk heel hard nodig. Neem bijvoorbeeld de HAN, die heeft volgens mij samen met de HU een uitstekend beeld van de toekomstige hogeschool. Dat zou een briljante partner zijn voor de HU.’ Die virtuele school kan volgens Veltenaar nog decennia naast de bestaande HU bestaan. ‘Uiteindelijk gaat het oude naadloos op in het nieuwe. Het is geen revolutie die wil breken met het oude, maar een transformatie naar een betere wereld, die het belang van het collectief weer centraal stelt.’ Wat die nieuwe hogeschool dan moet

14

TRAJECTUM#3 08032016

doen? Zich richten op een leven lang leren, ‘want we worden straks 110-plus en leren tot we erbij neervallen.’ En: ‘We moeten op zoek naar het echte meesterschap in mensen, alleen dan kunnen mensen maximaal van meerwaarde zijn en een betekenisvol en zinvol leven leiden. En als dat meesterschap nog niet ontdekt is, dan moet je als onderwijsinstelling, op alle niveaus, de maximale ruimte en tijd bieden om het meesterschap te vinden. Bij de HAN zijn ze al een heel eind op weg en krijgen eerstejaars studenten de mogelijkheid om faculteit-overschrijdend te ontdekken waar ze echt goed in zijn en wat een passie ontketent.’

TRENDWATCHER IN HET KORT • Ruud Veltenaar verzorgt jaarlijks meer dan tweehonderd lezingen en colleges over mondiale en nationale trends in leven en werk. Hij is filosoof, trendwatcher, spreker en bijzonder hoogleraar aan de London Business School. Noemt zichzelf ‘friskijker’ en ‘dwarsdenker’. Werkte als ondernemer en bestuurder bij (middel-)grote ondernemingen, zoals McKinsey, Volmac, Raet en Planet Internet. Leidde een investeringsfonds in o.a. groene technologie en duurzame energie. • Veltenaar studeerde filosofie aan de Universiteit van Amsterdam en Columbia University. Haalde zijn MBA aan Harvard Business School en studeerde ook nog aan IMD Business School en INSEAD. Woont en werkt nu in Londen en Antwerpen.

En wat leraren dan moeten doen? Voor hem is ook dat duidelijk. ‘We gaan van klassikaalcollectief naar gepersonaliseerd leren. Binnen je meesterschap wordt je naar het hoogste niveau getild. Dan zijn er rond het meesterschap zaken die je ook moet leren, maar niet direct tot je meesterschap behoren. Deze ontwikkeling en examinering doe je een niveautje lager. Onderwijzers, docenten en andere professionals transformeren naar regisseurs van meesterschap en passie. Zij werken in teamverband nauw samen met pedagogen, filosofen en psychologen om maximaal van meerwaarde te zijn voor studenten .‘ En zo zet Veltenaar een compleet verhaal neer, waarbij ogenschijnlijk losse stukjes van vluchtelingen, milieuproblemen en depressieve jongeren uiteindelijk leiden tot een compleet nieuwe hogeschool en andere manieren van studeren. Maar wanneer we dat bereiken? Veltenaar houdt een slag om de arm: de transformatie kan drie, vier vijf generaties in beslag nemen – maar nadien blijft alles in beweging. Onzekerheid blijft de belangrijkste stabiele factor. Veltenaar: ’In 2032 zullen we zeggen dat het nooit meer zo langzaam ging als vandaag.’ |


STUDENTEN OVER HUN TOEKOMST Optimistisch zijn ze. Zeer optimistisch zelfs. Over hun toekomst en over die van de maatschappij. En dat in het volle besef dat de toekomst veranderlijk is. Slechts over de bestendigheid van de eigen opleiding bestaan twijfels. Dat blijkt uit een onderzoek van Trajectum onder 247 studenten van de HU.

| MARC JANSSEN

08032016 TRAJECTUM#3

15


H BEROEPSKEUZE Naast alle stellingen hadden we nog een open vraag. Die luidde: wat wil je later worden? Een overgrote meerderheid nam niet eens de moeite om een antwoord in te vullen. Daarna volgde de groep die eerlijk antwoordde met ‘geen idee’, ‘weet niet’ of ‘weet ik nog niet zeker’. Pas dan komen de studenten die trouw het beroep invullen waarvoor ze worden opgeleid: docent, maatschappelijk werker, jurist, accountant enzovoort. En tot slot waren de enkelingen die durfden dromen: muzikant, prinses, astronaut. En slechts een vulde het enige goede antwoord in: gelukkig.

16

TRAJECTUM#3 08032016

et klinkt allemaal prachtig: al die trendwatchers en professoren die grote veranderingen voorspellen op de arbeidsmarkt en in de hele samenleving. Prachtige betogen kunnen ze daarbij houden, over technologische ontwikkelingen en maatschappelijke transities, de onvermijdelijkheid en noodzakelijkheid van dit alles en toch ook de schitterende toekomst, die (uiteindelijk) gloort aan de verre horizon. Lees in dit nummer alleen om de interviews met Klaas Mulder en Ruud Veltenaar om een indruk te krijgen van al die voorspellingen. Al die voorspellingen maakten ons vooral nieuwsgierig: hoe kijken studenten eigenlijk naar die toekomst? Beseffen ze dat we een tijd vol veranderingen tegemoet gaan? Denken ze daarop goed voorbereid te zijn met hun opleiding? En zien ze het allemaal een beetje zitten? Of denken ze juist deel uit te maken van een bij voorbaat verloren

generatie, opgeleid voor werkloosheid en gedoemd tot een angstig leven in een onveilige samenleving? De uitslagen waren, we kunnen niet anders zeggen, uiterst positief. En natuurlijk kunnen de methodologen het een en ander afdingen op de vragen, onderzoeksopzet en antwoordmogelijkheden. Zo is de enquête uitgevoerd onder 247 HU-studenten, van wie ruim 30 procent eerstejaars. De nadruk lag op de Faculteit Educatie en de Faculteit Maatschappij en Rechten. En bovendien kende het merendeel van de vragen maar twee antwoord-categorieën: ja of nee. Niet volledig representatief dus, en wel lekker zwart of wit. Bij stelling 1: ‘Ik verwacht dat onze samenleving de komende vijftien jaar heel erg gaat veranderen’ moet zelfs de zuurste statisticus toegeven dat deze kleine steekproef een heel eenduidig beeld geeft. 93 procent antwoordt namelijk met ja. Ook bij de volgende stelling is het raak.


‘Naar mijn mening volg ik een opleiding die futureproof is – me goed voorbereidt op de komende tien tot twintig jaar.’ Een overgrote meerderheid van 80 procent stemt daarmee in. Al valt daar toch nog een kanttekening bij te plaatsen. Op andere vragen zijn de meerderheden namelijk nog veel groter. Of het nou over de eigen kansen gaat, of die van deze generatie: meer dan

80 procent is positief gestemd. Onze tussen-conclusie: de grootste zorg zit ‘m in de eigen studiekeuze. Iets traditioneler zijn de antwoorden op andere vragen: de meerderheid wil later een vaste baan en een minderheid wordt lid van de vakbond. Maar tegelijk hoeft 25 procent die vaste aanstelling niet: liever worden ze ondernemer of zzp-er. En 40 pro-

cent zegt toch lid te willen worden van een vakbond. Als dat werkelijk gaat gebeuren, kunnen ze bij FNV en CNV de vlag uithangen. De grootste verdeeldheid lag bij de slotstelling: als je maar genoeg ideeën hebt, slaag je altijd. Ja, zegt 63 procent. Nog altijd een duidelijke meerderheid. Onze slotconclusie: het optimisme overheerst. |

MANNEN VERSUS VROUWEN Soms levert het saillante verschillen op: de uitsplitsing naar mannen en vrouwen. Blijken ze ineens compleet andere ideeen en meningen te hebben. Maar in dit geval valt het wel mee. Sterker nog: de verschillen zijn bij sommige vragen niet groter dan 1 procentpunt. Zo denken man en vrouw nagenoeg hetzelfde over de grote veranderingen in de komende vijftien jaar, de toekomstbestendigheid van de opleiding en het vertrouwen in de toekomst. Maar waar 83 procent van de vrouwen denkt dat deze generatie volop kansen heeft, daar loopt het bij mannen op tot 92 procent. Ook zitten mannen minder dan vrouwen te wachten op een vaste aanstelling (67 versus 80 procent), worden ze minder vaak vakbondslid (34 versus 45 procent) en geloven ze minder vaak in de kracht van ideeën (54 versus 67 procent). Kunnen we hieruit opmaken dat mannen optimistischer zijn dan vrouwen? Het zou een opmerkelijke generalisatie zijn. We houden het er maar op dat er nog verschillen zijn tussen man en vrouw. Maar groot zijn ze niet.

08032016 TRAJECTUM#3

17


COLUMN REINT JAN RENES, LECTOR CROSSMEDIALE COMMUNICATIE IN HET PUBLIEKE DOMEIN

Deadlines ‘I love deadlines. I like the whooshing sound they make as they fly by.’ (Douglas Adams). Vrijwel altijd lever ik mijn columns voor Trajectum te laat in. Ik noteer braaf in mijn agenda wanneer ze klaar moeten zijn en ga er steevast vanuit dat het deze keer wel gaat lukken. Maar steeds weer gaat het mis. Gelukkig ben ik niet de enige die moeite heeft met deadlines. Bij ieder vak dat ik geef, zijn er altijd studenten die hun opdracht niet op tijd afhebben en ik ken vrijwel geen aannemer die een klus volgens planning oplevert. Het rare is echter, dat er geen goede reden is om onrealistische beloften over deadlines te doen, aangezien je uiteindelijk die beloften gestand zult moeten doen door te leveren. Waarom dan niet gewoon op tijd? We beloven graag dingen die we niet waar kunnen maken en we zijn geneigd heel optimistisch te zijn over de tijd die we nodig hebben om een taak uit te voeren. Uit studies blijkt zelfs dat onze inschatting van de tijd die nodig is voor een taak direct afhankelijk is van het belang dat we hebben bij een tijdige voltooiing. Wanneer ik een opdrachtgever beloof om binnen twee weken een belangrijk rapport op te leveren, vindt mijn geest redenen om te geloven dat het analyseren van de onderzoeksgegevens en het opschrijven van de resultaten sneller zullen gaan dan ooit tevoren. En wanneer ik op mijn verjaardag voor twintig vrienden eten wil koken, weet ik mijzelf er van te overtuigen dat mijn kinderen voor het eerst in de geschiedenis zonder geharrewar in de keuken zullen helpen. Doordat we deze beslissingen nemen en oprecht geloven dat ze realistisch zijn, maken we allemaal regelmatig een te optimistische inschatting of iets in de toekomst gaat lukken. Deadlines niet halen is eigenlijk heel normaal. Uit berekeningen van de U.S. General Accountability Office bleek zelfs dat wapens met nieuwe technologie voor het Amerikaanse leger slechts in één procent van de gevallen op tijd en binnen het budget werden opgeleverd. Dan valt een column één dag te laat inleveren best nog wel mee.

18

TRAJECTUM#3 08032016


OPLEIDEN TOT...

In dit tweeluik zetten we de concrete acties bij de

Faculteit Gezondheidszorg tegenover de filosofische scepsis van docent Klaas Mulder. Over robots, nieuwe competenties en blijvende/verdwijnende* banen.

* doorhalen wat volgens jou niet van toepassing is

08032016 TRAJECTUM#3

19


1

Robot vervangt niet de zorgprofessional zegt de lector

20

TRAJECTUM#3 08032016


Bij de Faculteit Gezondheidszorg laten ze een robot het CareTechLab openen. Ze innoveren en zoeken naar nieuwe competenties voor studenten. Welke functies blijven, weet niemand. I GERARD RUTTEN

beeld: Marcel van den Bergh

Ontmoet Zora de zorgrobot. Ze lijkt een beetje op een mens en helpt mee in de ouderen- en verstandelijk gehandicaptenzorg. Zo komt ze wekelijks in verzorgingshuis Huize Elisabeth in Vught om een uurtje te zingen en te dansen met de bewoners. En Zora is niet alleen. Er zijn inmiddels zo’n honderd zorgrobots onder haar naam in omloop in Nederland. Zora werkt ook op de HU. Begin januari opende ze het CareTechLab van de Faculteit Gezondheidszorg (FG). In dat lab werken studenten en docenten samen met onderzoekers en de beroepspraktijk aan zorginnovatie. Robots zijn daarbij niet meer weg te denken. Net als andere technologische vernieuwingen, zoals Google Glass – inclusief een speciale app voor begeleiding van patiënten op afstand. En op elektronische tegels kunnen mensen oefeningen doen – de instructies komen via licht en geluid tot ze. ‘In het lab geven we demonstraties en houden we documentatie bij over technologische innovaties en onderzoek’, vertelt Helianthe Kort. Ze is hoogleraar aan de Technische Universiteit Eindhoven, maar aan de HU vooral bekend als lector Vraaggestuurde Zorg binnen het Kenniscentrum Innovatie van Zorgverlening. ‘Het is belangrijk, dat studenten tijdens de studie in aanraking komen met deze technologische hulpmiddelen’, zegt Kort, ‘Het kan niet zo zijn dat dergelijke toepassingen al in de praktijk gebruikt worden en wij ze hier in de hogeschool niet in huis hebben voor onze studenten.’ Nu kunnen studenten op projectbasis onderzoe-

ken wat er mogelijk is met de Zora-robot. Dat doen ze bijvoorbeeld in opdracht van de vereniging van zorgorganisaties IVVU in de regio Utrecht, waarbij zo’n vijfendertig regionale zorginstellingen zijn aangesloten. Vijftien van hen hebben al een Zora. In een ander project gebruiken ze de ‘slimme’ tegels om te kijken of die verveling kan tegengaan bij cliënten in de verslavingszorg. De voortschrijdende robotisering kan routinematig werk in de zorg overnemen, zegt de lector. ‘Tegelijkertijd heb ik de verwachting dat het tot andere taken, rollen en functies kan komen. Daarvan kunnen wij nu nog niet voorzien hoe die eruit zien. Het is dus onmogelijk om te voorzien hoe de werkzaamheden van de huidige studenten er in 2030 uitzien.’ Dat wil niet zeggen dat Kort met lege handen staat. Naast het CareTechlab wijst ze op internationaal onderzoek. Daarin zijn vijf noodzakelijke competenties gedestilleerd voor toekomstige zorgprofessionals. Kort: ‘Ze moeten onder meer inzicht hebben in de mogelijkheden van techniek, moeten data kunnen interpreteren en analyseren, en het een en ander afweten van privacy en ethiek.’

t

r

REDUCTIE Robots kunnen nog niet zelfstandig operaties uitvoeren, maar kunnen al wel zorgprofessionals en patiënten ondersteunen. In een recent rapport over de gezondheidszorg in 2030 staat dat ➤ door technologische ontwikkelingen zorgprofes-

08032016 TRAJECTUM#3

21

s


sionals een meer coachende, begeleidende en coördinerende rol krijgen. ‘Dit kan leiden tot reductie van het aantal specialisaties en beroepsgroepen’, aldus het rapport.

 Een reductie? Betekent het dat er dan banen gaan verdwijnen in de gezondheidszorg? Mieke Klootwijk is programmamanager Onderwijsinnovatie aan de Faculteit Gezondheidszorg. Ze denkt dat automatisering en robotisering nog een grote vlucht zullen nemen in de gezondheidszorg, maar ze verwacht niet dat de banen massaal opgeheven worden. ‘Complexe zorgvragen vereisen specifieke kennis en vaardigheden. En die complexe vragen blijven bestaan. Bovendien kun je de menselijke relatie tussen

2

patiënt en therapeut niet door een robot vervangen. De gesprekken van mens tot mens blijven in de gezondheidszorg een belangrijk element.’ Ook bij een recent verschijnsel als de wijkteams ziet ze dat er vooral goed opgeleide verpleegkundigen nodig zijn. ‘De vraag naar wijkverpleegkundigen zal groter worden’, verwacht zij. ‘Zij krijgen waarschijnlijk een belangrijke regiefunctie en zijn de spil in multidisciplinaire wijkteams. Dat kan een robot niet overnemen.’

MANTELZORG Een recent rapport van het ministerie van Volksgezondheid bevestigt dat er in de komende jaren veel behoefte is aan hoogopgeleide ver-

Meer opleiden werkt niet

denkt de filosoof

In de toekomst zal er minder werk zijn, ook voor hoger opgeleiden. Die somber klinkende waarschuwing komt van filosoof Klaas Mulder, docent bij het Instituut voor Social Work aan de HU. Tegelijkertijd biedt hij een oplossing: ‘Laat mensen uit verschillende opleidingen samen nadenken over nieuwe manieren om een waardevol leven te hebben.’

22

TRAJECTUM#3 08032016

pleegkundigen, naast bijvoorbeeld sociaalpedagogische hulpverleners en maatschappelijk werkers. Daar kan lector Helianthe Kort zich wel iets bij voorstellen: ‘Enerzijds zie je dat de overheid de meer routinematige zorg aan de familie en vrijwilligers overlaat, de mantelzorg. Tegelijkertijd is er de tendens dat patiënten eerder uit het ziekenhuis worden ontslagen. Met zo’n Google Glass kunnen mensen dan thuis gemonitord worden. En om dat van een afstand goed te kunnen doen, heb je mensen met een hoger opleidingsniveau nodig. Want wie op afstand communiceert, moet meer informatie ophalen bij de patiënt dan wanneer je fysiek aanwezig bent.’

Van Klaas Mulder verscheen in 2014 het boek ‘Pakkenproletariaat’. Daarin verzet hij zich tegen de afspraken die Europese regeringsleiders in 2000 in Lissabon maakten: vijftig procent van de Europese beroepsbevolking zou hoger opgeleid moeten zijn. Later is dit afgezwakt tot veertig procent, maar ook dat is hem te gortig. ‘We lopen om de toekomst heen’, meent Mulder. ‘Die afspraken stoelen op de gedachte dat werkloosheid te voorkomen is door scholing. Maar op elke vacature staan vijftig geschoolde kandidaten te trappelen. Dan heeft het geen zin om honderd mensen meer te gaan scholen.’


Want al te veel ambities leiden in zijn ogen tot een ‘pakkenproletariaat’: veel afgestudeerden kunnen geen baan in hun vakgebied vinden. De studies leiden tot een groeiend leger van werklozen die massaal onder hun niveau gaan werken. Mulder: ‘Bij de kinderopvang bijvoorbeeld verstoten de hbo’ers de mbo’ers. De opvang krijgt hbo-gekwalificeerde werknemers die ze op mboniveau betalen. Dat is dubbel zo triest voor mbo’ers die doorstromen naar de hogescholen en een hbo-diploma halen: zij krijgen na het afstuderen alsnog een baan en salaris op mboniveau.’

 Hij verwacht niet dat hoger opgeleiden de barricaden opgaan als er straks massale werkloos heerst. ‘Zij hebben altijd die escape dat ze een niveau lager kunnen werken’, stelt hij. En anders gaan ze wel vrijwilligerswerk doen, zo is zijn verwachting. ‘Zelf heb ik conservatorium gedaan en filosofie gestudeerd. Toen ik in de jaren tachtig enige tijd werkloos was, had ik veel lol met muziek maken en boeken lezen. Ik kwam mijn tijd wel door.’ Hoe moet een onderwijsinstelling als de HU anticiperen op deze ontwikkelingen? Mulder wijst

erop dat het curriculum bij het Instituut voor Social Work, waar hij werkt, momenteel drastisch wordt omgegooid. ‘Maar de discussie gaat vooral over de banen van gisteren’, moppert hij. ‘We moeten aan het beroepenveld vragen hoe de arbeidsmarkt eruit ziet en daar moet het onderwijs op aansluiten. Maar het werkveld heeft weinig sjoege van de arbeidsmarkt van 2025. Zij laten zich leiden door de hypes van nu. Zij zeggen dat toekomstige professionals moeten kunnen werken in zogenaamde wijkteams. Maar over drie jaar kijken we met weemoed naar die wijkteams. Die zijn dan weer passé.’ In 2015 verscheen de onderwijsvisie van de HU, getiteld ‘Onze wereld van morgen’. Daarin geeft de hogeschool aan op welke manier het wil inspelen op de onzekere toekomst. ‘Een deel van onze studenten komt in beroepen terecht die nu nog niet bestaan’, meldt het document. En: het onderwijs wordt flexibel en gepersonaliseerd. Centraal staan leven lang leren, met behulp van blended learning. Ict-vaardigheden en ondernemendheid staan hoog in het vaandel.

Mulder is sceptisch: ‘Het stoelt op de gedachte dat scholing de oplossing is van de problemen op de arbeidsmarkt. Dat gaat eraan voorbij dat er een kwantitatief probleem is. Er zijn gewoon steeds minder banen. Want op een gegeven moment zullen opleidingen op open dagen moeten uitleggen waarom tweehonderd van de vijfhonderd afgestudeerden geen baan hebben gevonden.’

WELZIJN Een fundamenteel debat over onderwijs en arbeidsmarkt is nodig, meent Mulder. ‘Ik denk dat de hogeschool een goede bijdrage kan leveren aan het ontwerp van een samenleving waarin werk en welzijn eerlijker verdeeld zijn’, zegt hij. ‘Je kunt onderwijs inzetten om individuen betere kansen te geven in de wedren voor de banen, maar Nederland heeft ook vernieuwende collectieve oplossingen nodig. Die kan je maken door mensen uit verschillende opleidingen samen te laten nadenken over nieuwe verdienmodellen voor de economie en over nieuwe manieren om een waardevol leven te hebben.’ |

08032016 TRAJECTUM#3

23


BEELDVERHAAL

RETRO Niet iedereen is gevoelig voor de nieuwste gadgets: Je hebt ze nog, de oldtimer-adept, de vinyl-liefhebber, de derdehands-minimalist, de analoge fotograaf en de vastelijnbeller. | ANDONNY DE BRUIJNE en NINA BOGOSAVAC | FOT OGRAFIE: KEES RUT T EN

24

TRAJECTUM#3 08032016


Wouter Stapel (23)

studeert aan Hotelschool The Hague Wat is jouw hang naar authenticiteit? ‘Auto’s. Dat is er met de paplepel ingegoten. Mijn opa had vroeger een Fiat-garage in Den Haag. De voorliefde voor oldtimers is van generatie op generatie gegaan. Mijn hele leven draait om deze auto’s. De techniek. Het uiterlijk. Alles eromheen vind ik bijzonder. Je zou het moeten proberen om het te ervaren. Alles is anders. Zo zit het gaspedaal in het midden, in plaats van rechts. Fantastisch.’ Rijd je dagelijks rond in een oldtimer? ‘De aanschafprijs voor een oldtimer is behoorlijk hoog. De duurste vooroorlogse Bugatti kan gerust 36 miljoen euro kosten. Dat heb ik natuurlijk niet. Het is mijn droom om binnen tien jaar een Alfa Romeo Giulia te rijden. Lekker licht van gewicht, rijdt geweldig. Tot die tijd ben ik zo gezegend dat ik in de oldtimers van mijn vader mag rijden. Niet om boodschappen mee te doen, hoor. Dat gaat een beetje te ver.’ Wat doe je er dan mee? ‘In de winter vooral sleutelen, zodat we er in de zomer mee kunnen rijden. Bijvoorbeeld bij Vintage Revival Zandvoort. Of het evenement Schloss Dyck in de buurt van Mönchengladbach, daar draait alles om het rijden met oldtimers. Compleet met gepaste kledij uit de jaren dertig. In mijn kast hangt het kostuum al klaar. Dat draag ik ook alleen tijdens 08032016 TRAJECTUM#3 25 ➤ zo’n evenement, hoor.’


Frans Pos (30) zesdejaars Journalistiek

Wat is jouw hang naar authenticiteit? ‘Ik ben dj bij Singlefeestje. Het is meer een hobby dan werk, we organiseren het met een stel vrienden. Twee daarvan werkten bij BNN toen daar op een gegeven moment de singeltjes van de radio werden weggedaan. Dit vonden zij zonde en bedachten Singlefeestje: een feest waarbij je in een bak met singeltjes kan uitkiezen welke plaat je wilt horen, waarvan veel van het genre guilty pleasure.’ En in je privéleven? ‘Laat ik duidelijk stellen dat mijn “professionele” muziek niet is wat ik thuis draai. Tijdens het studeren zet ik graag een goede bluesof jazz elpee op. Dat is relaxed en zap ik niet door, wat ik wel doe op Spotify of Soundcloud. Toch is internet ideaal voor het ontdekken van nieuwe muziek, ik ga hiervoor echt niet naar een winkel. Wel voor een aanvulling op mijn platencollectie. Ik ga graag naar De Grammophoonwinkel aan de Oudegracht. Hier werken alleen maar oude mannetjes en pinnen is er niet mogelijk.’ Waarom vinyl? ‘Het heeft bijna iets therapeutisch om met je vingers door platenbakken te gaan. Die muffe geur van het oude karton, heerlijk. Heel af en toe vind je echt een pareltje: van een goede elpee kan ik echt kippenvel krijgen.’

26

TRAJECTUM#3 08032016


Gerard Saurwalt (19)

student Russisch aan de Universiteit Leiden Wat is jouw hang naar authenticiteit? ‘Ik kleed me regelmatig heel klassiek. Ook draag ik kleding die veel mensen lelijk vinden, dingen die niet meer gewaardeerd worden. Niet omdat ik per se anders wil zijn, maar omdat ik wil laten zien dat het ook anders kan. Bijvoorbeeld door structureel twee verschillende sokken te dragen. Wie heeft ooit bedacht dat sokken altijd hetzelfde moeten zijn? Daarmee maak ik een statement. Anders is ook prima.’ Op welke andere terreinen ga jij niet mee in de mainstream? ‘Ik heb geen gsm. Ik denk gewoon niet dat ik zo’n ding nodig heb. Als mensen me willen bereiken, dan sturen ze me een e-mail of bellen ze op de huistelefoon. Ik hoef niet altijd bereikbaar te zijn. O ja, en ik schrijf geregeld brieven aan mensen. Gewoon met pen en papier.’ Ben je in de verkeerde tijd geboren? ‘Lastig te zeggen. Dat argument wordt vaak gebruikt, maar eigenlijk weet ik niet hoe het was in de sixties of seventies. Alleen van de verhalen. Mijn vrienden spotten soms met me. Bijvoorbeeld wanneer iets wordt besproken in de WhatsAppgroep. Ik heb dat niet, dus grappen ze 08032016 TRAJECTUM#3 27 altijd over een postduif. Daar kan ik geluk➤ kig tegen, ik kies er zelf voor.’


Jorim Koorevaar (21) derdejaars Sociaal Pedagogische Hulpverlening

Wat is jouw hang naar authenticiteit? ‘Ik hanteer een “derdehands-leefstijl”: zolang spullen werken en niet duur zijn, ben ik blij. Ik bezit een oude laptop met accu aan de buitenkant, bel met een oude Nokia mobiel en mijn kleding komt van de kringloopwinkel. Alles gaat tegenwoordig zo snel, ik hou juist van een rustig en sober leven. Daarnaast heb je als mens niet veel spullen nodig. In een notitieboekje schrijf ik al jaren op wat ik dagelijks uitgeef en ik woon lekker goedkoop bij mijn ouders. Mijn geld geef ik liever uit aan muziekfestivals.’ Waar komt dat vandaan? ‘Vroeger wilde ik ook de coole kleding die de rest droeg. Maar naarmate ik ouder werd, kreeg ik steeds meer schijt daaraan. Ik heb echt geen hekel aan digitale ontwikkelingen, maar ze maken je leven er niet altijd beter op. Mijn minimalistische leefstijl komt ook van pas in mijn opleiding: werken met mensen weegt voor mij zwaarder dan het verdienen van veel geld.’ Hoe ziet je toekomst eruit? ‘Ik had ooit een hippie-ideaal om zelfvoorzienend te leven. Daar kom ik van terug, dat is mij te moeilijk. Het wordt ook steeds lastiger om primitief te leven omdat er meer van je wordt verwacht als volwassene. Je moet met van alles 28 enTRAJECTUM#3 08032016 meedoen op de hoogte zijn. Dat lijkt me best moeilijk.’


Eza Doortmont (22) vijfdejaars Journalistiek

Wat is jouw hang naar authenticiteit? ‘Ik fotografeer met een camera uit begin jaren zeventig en een rolleicord uit 1939. Geen digitale fotografie dus, alleen analoog. Dus in plaats van een SD-kaart steek ik ouderwetse rolletjes in mijn camera. En die moeten in de winkel ontwikkeld worden. De negatieven scan ik in.’ Hoe kwam je erbij hiermee te beginnen? ‘Ik werd chagrijnig omdat iedereen overal honderdduizend foto’s van maakt. Analoge fotografie zorgt ervoor dat je beter nadenkt voordat je een foto maakt. Als ik een rolletje volschiet, is het nooit een samenraapsel. Nu ben ik er zoveel mee bezig dat het echt mijn leven is geworden. Ik zou niet anders meer willen.’ Dat klinkt omslachtig en duur. ‘Ik klik minder dan met een digitale camera, anders kost het me te veel geld. Het ontwikkelen van foto’s is duur. Ik doe het altijd bij een winkeltje in Utrecht dat maar drie dagen in de week open is. Over veertig jaar wil ik gewoon zeker weten dat al mijn jeugdfoto’s niet verloren zijn gegaan. En aangezien ik mezelf niet vertrouw met digitaal opslaan, is dit mijn enige uitweg.’ |

08032016 TRAJECTUM#3

29


COLUMN REMKO VAN BROEKHOVEN, DOCENT JOURNALISTIEK

Sorry Bijna 21 jaar werk ik nu op de School voor Journalistiek. In die tijd heb ik vaak mijn excuses gemaakt. Soms voor iets stoms dat ik zelf had gedaan. Soms voor iets van een ander, waarvan ik vond dat iemand sorry moest zeggen. Ik heb ook excuses aangeboden gekregen, van studenten en van collega’s. Van andere mensen in de organisatie heb ik in die 21 jaar nooit – ik herhaal: nooit – excuses gehoord. Dat is vreemd. Niet omdat ik excuses verwacht voor dingen die ik fout vind, maar anderen misschien niet. Zoals het feit dat we nomaden in ons eigen gebouw zijn geworden, omdat iemand ergens hogerop heeft besloten dat flexplekken the bomb zijn. Wat er bij mij echter niet ingaat, is dat docenten en studenten de enigen zijn die wel eens fouten maken, gemeten naar algemeen aanvaarde normen en waarden. Zo heb ik vaak meegemaakt dat roosters er niet op tijd waren, dat studenten en docenten werden aangesproken als ondergeschikten en speel ik in de nieuwe lokalen alweer een week of zes Russisch roulette met de techniek, die de ene les zomaar werkt en de volgende les totaal weer niet. Nooit een excuus van al die mensen die in dit alles de hand hebben gehad. Nu is het best mogelijke excuus dat de persoon in kwestie de zaak alsnog netjes regelt. Maar dat zij of hij daarbij een ‘sorry’ eruit perst, is toch ook mooi meegenomen. En vaak al genoeg om de teleurstelling bij mij te laten verdampen. Om de toekomst in te stappen, is het zaak het verleden netjes af te sluiten. Het dieptepunt maakte ik ooit met Trajectum mee. Een half jaar lang werd ik niet betaald voor mijn column. In die periode werd niet duidelijk wie daarvoor de verantwoording droeg, de redactie was het in elk geval niet. Uiteindelijk stopte ik met schrijven, in de verwachting dat nu wel iemand zou opstaan en zeggen: ‘Eeuh… lullig voor je, en by the way: het was mijn fout.’ Ik zal een lang verhaal kort maken: dat excuusje kwam er nooit. Sorry seems to be the hardest word.

30

TRAJECTUM#3 08032016


DE EL ECO NO MIE ➤

08032016 TRAJECTUM#3

31


Airbnb, Uber, Maaltijd aan Huis: we delen steeds meer in de nieuwe economie. Ook handig voor studenten met een smalle beurs.

32

TRAJECTUM#3 08032016

| ANDONNY DE BRUIJNE


ACHTERGROND

W

ie liever zelf achter het stuur kruipt zonder een auto te hoeven kopen, kiest tegenwoordig voor Greenwheels of Snappcar. In het Zweedse Göteborg kan dat al sinds 1988, via Bilkoop. Exclusief voor buurtbewoners. Bilkoop heeft geen personeel, maar zo’n driehonderd leden die samen 22 auto’s beheren. Via een roulatiesysteem onderhoudt elk lid geregeld een auto. Samen beslist de groep over verzekeringen, vervanging van auto’s en het toelaten van nieuwe leden. Gemiddeld besteedt een lid vijf tot tien uur per jaar aan werkzaamheden.

Delen is in, maar meer dan een hype. Volgens recent onderzoek van het Nederlandse kennis- en adviescentrum NCDO gaat de deeleconomie een zonnige toekomst in Nederland tegemoet. Jongeren zien het gemak van delen en dankzij online applicaties wordt het ook nog eens gemakkelijk gemaakt. Dat gemak verklaart ook de populariteit ervan: het internet verbindt mensen met elkaar. Sinds de komst van deelwebsites en apps geeft bijna één op de vijf ➤ jongeren aan meer te delen dan voorheen.

08032016 TRAJECTUM#3

33


‘Even het gevoel dat je een local bent’ Caitlyn Terra (22, vijfdejaars journalistiek) boekt via Airbnb. ‘Airbnb is stukken goedkoper dan wanneer ik naar een hotel zou gaan. Ik heb nu drie keer gebruikgemaakt van een kamer, alle drie de keren in Parijs. Ik wilde graag een weekendje weg, maar had weinig budget. Ik keek wat Airbnb precies inhield. Doodeng. Want je hebt geen idee waar of bij wie je terechtkomt. Maar dat is juist wat het zo aantrekkelijk maakt. De spanning. Het voelt alsof je op avontuur gaat. De eigenaar was niet thuis, toen ik de eerste keer bij een appartement kwam. Natuurlijk heb je van te voren wel contact en ik kreeg allerlei beveiligingscodes. Wat het zo bijzonder maakt is dat je even het gevoel hebt dat je een local bent. Je zit niet in een hotel tussen toeristen. Maar gewoon, in een normale wijk tussen bewoners. Het mooie is ook dat je makkelijker andere mensen ontmoet. Ik heb een keer bij iemand geslapen met wie ik de volgende ochtend gezellig aan het ontbijt zat. De overnachting kostte me 30 euro. Het ontbijt bracht ze niet in rekening. Ter vergelijking: in een hotel zou ik honderd euro meer hebben betaald.’

34

TRAJECTUM#3 08032016

Het idee van delen of ruilen is al oud. Jouw brood voor mijn krop sla. Anno 2016 gaat het wel anders. Voor de moderne deeleconomie zijn grofweg twee dingen belangrijk: een internetverbinding en andere mensen (om mee te delen). Ook wel peer-to-peer genoemd. Dus zonder tussenkomst van derden. De deeleconomie biedt een alternatief voor het bezitten van dingen. In plaats van iets te kopen, delen, ruilen, wisselen, huren of handelen mensen. Maarten ter Huurne, docent en onderzoeker bij het lectoraat crossmediale communicatie in het publieke domein aan de HU, doet promotieonderzoek naar verschillende aspecten van gedeelde consumptie en de motivatie van de deelnemers. AVONTUURLIJK Ter Huurne: ‘Delen is vaak goedkoper dan kopen. Zo blijkt uit onderzoek dat een auto kopen lang niet altijd zo voordelig is. Want de gemiddelde auto in Noord-Amerika en West-Europa wordt slechts 8 procent van de tijd gebruikt. Daarnaast moet de auto worden aangeschaft en onderhouden. Gedoe waar niet iedereen op zit te wachten. Daarnaast draait het bij het delen volgens de onderzoeker om de beleving en de ervaring die mensen ermee opdoen. ‘Wanneer iemand gebruikt maakt van Airbnb - de on-

DELEN OF RUILEN Voor de duidelijkheid: er is een onderscheid tussen ruilen en delen. In de wereld van de deeleconomie worden de termen ruil- en deeleconomie nog al eens door elkaar gebruikt. Meestal wordt hetzelfde bedoeld, maar er zijn verschillen. Niet alle initiatieven zijn even onbaatzuchtig. Op het internet is een oerwoud aan kreten en termen te vinden. Zie infographic.


line marktplaats voor verhuur en boeking van privé-accommodaties - is het toch hartstikke avontuurlijk om bij een wildvreemde een kamertje te huren. Ervaringen delen wordt vaak minstens zo belangrijk gevonden.’ Vijfdejaars journalistiekstudent en Airbnb’er Caitlyn Terra is het met Ter Huurne eens. ‘Je hebt geen idee waar of bij wie je terecht komt. Maar dat is misschien juist wat het zo aantrekkelijk maakt.’ MENS-ERGER-JE-NIETEN Deeleconomie heeft alles te maken met sociaal zijn. Ter Huurne vergelijkt het met altruïsme. Iets doen voor een ander, zonder dat je daar zelf beter van wordt. Puur onbaatzuchtig. Een voorbeeld is de deelwebsite Peerby – het online platform waar buren elkaar spullen uitlenen. Dat kan van alles zijn. Even gauw een ovenschaaltje nodig? Plaats een oproepje op Peerby. Zin in een spelletje. Binnen dertig minuten kun je een potje Mens-erger-je-nieten op het bord van een buurtgenoot. Eenmaal ingeschreven, ontvangen Peerby’ers geregeld oproepjes van buren in de e-mailbox. KAMERTEKORT Het idee van delen biedt ook een oplossing voor het chronische kamertekort in grote

steden. Wie het niet ziet zitten om voor vierhonderd euro per maand in een kamer te wonen die niet veel groter is dan een bezemkast, kan in ruil voor vrijwilligerswerk een riant appartement bewonen. Zoals derdejaars communicatiemanagementstudent Areg Sahakian. Via de Academie van de Stad – een organisatie die studenten laat bijdragen aan maatschappelijke uitdagingen – schreef hij zich in voor hen project Springlevende Wijk. In opdracht van gemeente Utrecht en woningcorporatie Mitros organiseert hij allerlei activiteiten voor de flatbewoners van het complex waarin hij woont in Overvecht. Doel is om beter met elkaar te samenwonen. In ruil daarvoor krijgt hij een woning en korting op de huur. ELKAAR HELPEN Een economie die voor het grootste gedeelte op delen is gebaseerd, brengt ook onzekerheid en risico met zich mee. Zonder eigendom van goederen, bouwen mensen ook geen vermogen op. En zonder vermogen, valt er niks te verpanden in tijden van geldnood. Uit het onderzoek van NCDO blijkt dat 82 % van de Nederlanders geregeld dingen met elkaar deelt. Met als belangrijkste reden om anderen te helpen. En dat is waar het binnen de deeleconomie tenslotte allemaal om draait. |

‘Anderen helpen is niet meer dan normaal’ Areg Sahakian (23, derdejaars communicatiemanagement) woont sinds een jaar in Overvecht. In ruil voor vrijwilligerswerk krijgt hij een fikse korting op de huur van zijn appartement. ‘Ik woon in een flatgebouw waar ik vrijwilligerswerk doe. Dat is nodig omdat veel mensen hier eenzaam zijn. Samen met nog drie andere studenten organiseren we activiteiten en proberen we ze uit hun isolement te trekken. Bijvoorbeeld met de feestdagen of gewoon door samen een spelletje spelen. Om dit werk te kunnen doen is het belangrijk dat je betrokken bent. Je moet feeling hebben met de wijk en met de mensen die er wonen. De flat is oorspronkelijk een seniorenflat, er wonen nog veel ouderen. In ruil voor vrijwilligerswerk krijg ik een eigen appartement en behoorlijke korting op de huur. Onderaan de streep betalen we minder dan de gemiddelde student aan een kamer betaalt. Voor een student is het best luxe om een eigen appartement te hebben. Alles erop en eraan. Daarom vind ik het ook helemaal niet erg om vrijwilligerswerk te doen. Gemiddeld zo’n acht uurtjes per week. Ik doe dit trouwens niet omdat het financieel aantrekkelijk is. Dan zou ik het nog geen maand volhouden. Als je in staat bent je omgeving te helpen, dan heb je ook die morele verplichting. Dat is voor mij niet meer dan normaal.’

08032016 TRAJECTUM#3

35


Gino Arendsz en Yoeri Rhemrev van Findwhatsleft. Zien hun startup als spelen in de zandbak. Gino droomt ervan later met een bakje koffie voor zijn eigen bedrijf te zitten. Dan doet hij precies wat hij leuk vindt. 36 TRAJECTUM#3 08032016


DOE HET LEKKER ZELF Werken onder één baas? Niet meer van deze tijd, is de opvatting van ambitieuze jongeren die een start-up hebben opgezet. Het gaat vooral om zelfontplooiing. En iedere ondernemer heeft de droom er een miljoenenbedrijf van te maken. ‘Als het concept maar klopt.’ | DO O R NI NA BOGOSAVAC EN ANDONNY DE BRUIJNE

➤ 08032016 TRAJECTUM#3

37


In het satirische tv-programma Koefnoen schetsen ze het fenomeen van start-ups in alle clichébeelden: twee vrienden – kek brilmontuur, knotje – in ‘een creatieve denk- en werkfabriek’, wachtend op ‘traffic’ voor hun website. Natuurlijk is de sfeer ‘wáánzinnig inspirerend’. ‘En ze hebben hier fantastische skinny lattes’. Het is een parodie, maar het typeert haarfijn het imago van jonge, ambitieuze ondernemers met oog voor hip en happening. ‘Het beeld is herkenbaar, start-ups zijn inderdaad een hype.’ Dat zegt voormalig HUstudent Internationale Bedrijfseconomie Nina Meiling (27). Ze bedacht met zakenpartner Marieke Spaan (28) twee jaar geleden CashWijzer, een IT-service voor het managen van vaste contracten, zoals die van energiemaatschappijen en verzekeringen. Meiling: ‘We hebben het hier weleens over start-up-bingo. Maar als die onzin aan de kant wordt geschoven, heeft een start-up veel voordelen. Met name de grenzeloosheid spreekt veel ondernemers aan.’

TOP-INCUBATOR UtrechtInc is één van Nederlands grootste spelers in start-up-incubators. Tussen 2009 en 2014 heeft het bedrijf in De Uithof 135 start-ups ondersteund. Het gaat daarbij om 39 miljoen euro omzet en 630 gecreëerde banen. De Utrechtse incubator kreeg eind 2015 de elfde plaats toegewezen in de top 25 van beste universiteitsincubators ter wereld. Alleen het Delftse Yes!Delft deed het in Nederland beter – zij eindigden op de negende plaats. 220 universiteitsincubators uit zestig verschillende landen zaten in de race om een plekje in de top 25 te bemachtigen. Deze lijst wordt niet voor niets samengesteld. ‘Startuppen’ is een wereldwijde trend waarin veel geld omgaat.

38

TRAJECTUM#3 08032016

MILJOENENBEDRIJF Meiling heeft het over de schaalbaarheid van de ondernemingsvorm: je begint met weinig geld, maar een goed concept heeft de potentie om gigantisch te worden. ‘Iedere ondernemer achter een start-up hier heeft de droom er minimaal een miljoenenbedrijf van te maken’, meent Meiling, die met haar jonge bedrijf is aangesloten bij incubator UtrechtInc in Utrecht Science Park. Zo’n incubator helpt start-ups met lage kantoorkosten en in-house kennis. Het is als het ware een gespreid bedje voor beginnende ondernemingen. Een ‘bedje’ waarvan Nina en Marieke slim gebruikmaakten. De twee zakenpartners begonnen in 2014 met Cashwijzer en kunnen er inmiddels van leven.

Bij een start-up is het helder: je ziet het effect van wat je doet.’

Voordat Nina en Marieke zich aansloten bij UtrechtInc, werkten ze allebei als freelancer. ‘Zoiets als een start-up kwam tijdens mijn bachelor en master niet in mij op. Het werd ook nooit als mogelijkheid geopperd door docenten. Nu zou ik niet anders willen. Je maakt continu dingen waar behoefte aan is en je bent heel dicht bij de kern van je bedrijf. Als consultant in een grote onderneming is je invloed minder transparant.

STUDENTEN Ook voor ondernemende studenten van de HU en Universiteit Utrecht is er een incubator: StudentsInc. Deze is er vooral om jongeren ondernemerschapscompetenties te leren, legt studentenvoorzitter Erik van Veen uit. ‘Bij StudentsInc draait het met name om het ontwikkelen van deze vaardigheden, en niet om start-ups uit de grond te knallen. Falen is hiervan een onderdeel, net


als samen met je team weer opstaan en doorgaan.’ Zo ging het ook bij zijn eigen start-up. Erik studeerde Communication & Multimedia Design aan de HU en leerde zakenpartner Mike Schaap kennen tijdens zijn afstudeerproject, uitgevoerd en begeleid door StudentsInc. Hun start-up Kollabo is de basis voor het webbureau dat ze nu runnen. Afgelopen jaar stonden ze ermee op een van de grootste tech/web-conferenties: The Next Web. Maar winstgevend is hun concept nog

niet. Daarom richtten ze afgelopen jaar ook webbureau We Seek Trouble op, om geld binnen te halen. Nu hebben we een betere balans tussen geld verdienen met ons bedrijf en innoveren met onze start-up Kollabo. Dat geeft rust en inzicht voor nieuwe ideeën.’ ZELFONTPLOOIING Ook Erik ziet de schaalbaarhied als het grootste verschil tussen een gewone onderneming en een start-up. Een normaal bedrijf ➤ heeft voor duizend nieuwe klanten mis-

Marieke Spaan en Nina Meiling van Cashwijzer. Willen er minimaal een miljoenenbedrijf van maken, kunnen er nu al van leven. Verbazen zich erover dat een start-up tijdens een studie niet als mogelijkheid langskomt.

08032016 TRAJECTUM#3

39


Erik van Veen, van Kollabo en WeSeekTrouble. Vindt de keuze voor een startup echt een generatieding. Falen hoort daarbij, maar ook een balans tussen innoveren en geld verdienen.

schien wel tweehonderd nieuwe werknemers nodig, terwijl een schaalbare start-up tienduizend nieuwe klanten kan bedienen zonder iemand extra in dienst te hoeven nemen. Zo kan een start-up exponentieel groeien zonder enorme hoeveelheden mensen aan te nemen of ruimtes te moeten huren/kopen. Erik: ‘We Seek Trouble is niet schaalbaar. Het bestaat uit een groep creatieve mensen. Een platform als Kollabo heeft die potentie wel.’ Voor zijn eindscriptie onderzocht Erik de vraag waarom generatiegenoten verschillende uitdagingen aan willen gaan en niet kiezen voor één werkgever. Zijn antwoord begint bij de wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog, toen de focus volledig lag op het herstel van de economie. Erik: ‘Je moest blij zijn met wat je had. Bij onze ouders kwam hierin al een kleine switch. En onze generatie gaat een stap verder: wij zijn alleen maar bezig met zelfontplooiing. En met dat in je achterhoofd is werken voor één baas niet te doen. Het is dus echt een generatieding.’

40

TRAJECTUM#3 08032016

DRIJFVEREN Je lijkt haast gek als je niet onderneemt, zo lijkt de boodschap. En zo ervaart ondernemer en student Gino Arendsz (25) dat ook. Hij zou het zelfs egoïstisch vinden als hij met alle mogelijkheden zijn kansen niet zou pakken. ‘Het voelt haast alsof ik het aan mezelf verplicht ben. Van generaties vóór ons werd verwacht dat ze kozen voor zekerheid en de gebaande paden, maar daar kijken we nu anders tegenaan.’ Vier dagen per week werkt hij op kantoor en op donderdagen boekt hij steevast zijn vrije dag voor zijn start-up in wording: Findwhatsleft. Een website en toekomstige app die voedselverspilling moet tegengaan. Heel eenvoudig: mensen melden via site of app dat ze eten of ingrediënten over hebben. Anderen kunnen dat dan ophalen. Gino en zijn zakenpartner Yoeri Rhemrev (24) zijn helemaal geen hyper bewuste foodies. ‘Dat hoeft ook niet, vindt Gino. ‘Ik vind het tof erachter te komen wat de drijfveren zijn van anderen. Daar speel ik op in met een onderneming. Veel initiatieven falen, maar dat is oké. Dat scheidt het kaf van het koren.’

Volgens Gino draait het vooral om uitproberen. ‘Ik vergelijk het opzetten van een startup met spelen in een zandbak. Je probeert iets uit en lukt het niet, dan begin je opnieuw.’ Volgens Gino is het nú de tijd om te ondernemen: door internet is elke drempel daarvoor weg. Je kunt zelfs al tijdens je studie actief ondernemer zijn. Zelf moet hij ook nog afstuderen, maar hij vond al tijdens zijn studie Muziekmanagement aan de HKU een baan. ‘Iets met onderwijs en ICT, super leuk, maar mij lag het niet zo. Ondernemen, dat ligt mij wel.’ De toekomstdroom van Gino en veel ondernemende leeftijdgenoten: later met een bakje koffie voor een eigen kantoor zitten. Maar dan op een meer realistische manier dan in Koefnoen. Gino: ‘Dat doel heb ik ook opgeschreven en daar wil ik keihard voor werken. Als ik dit altijd kan doen, doe ik precies wat ik leuk vind en “werk” ik geen dag van mijn leven.’ |


VANAF 1 APRIL FULL CONTACT Filmtheater ‘t Hoogt Full contact van de Nederlandse regisseur David Verbeek gaat over de psychische aftakeling van een dronepiloot. Hij is nooit in de landen geweest die hij nu aanvalt en heeft nog nooit het vliegtuig aangeraakt dat hij gebruikt om te doden. De moderne oorlogsvoering houdt hem veilig en losgekoppeld van zijn prooi. Dan bombardeert hij per ongeluk een school. Overmand door schuldgevoelens raakt hij in een existentiële crisis en gaat hij op zoek naar een nieuwe betekenis van zijn leven. Op zoek naar werkelijk contact. www.hoogt.nl

1 T/M 17 APRIL TWEETAKT Diverse locaties Het Utrechtse kunstenfestival Tweetakt biedt dit voorjaar weer een aanstekelijk programma met theater, dans, muziek en beeldende kunst van jonge, talentvolle en ervaren makers uit binnen- en buitenland. Het bruisende festivalhart van Tweetakt, een houten dorp met tijdelijk stadsrestaurant, muziekpodium en diverse special events, is op de Neude. Enkele namen uit de muzikale line-up zijn: Jacco Gardner, De Likt, Rats on Rafts, Sef en een speciale 3voor12avond. Tweetakt op Fort Ruigenhoek vindt plaats van 9 april t/m 29 mei in de weekenden. www.tweetakt.nl

beeld Monique Shaw

beeld: Anna van Kooij

UITTIPS

19 MEI DE STORM - NEDERLANDS KAMERKOOR MET HADEWYCH MINIS TivoliVredenburg Actrice en zangeres Hadewych Minis ontmoet de zangers van het Nederlands Kamerkoor. Samen bijten zich vast in Shakespeare’s wereldberoemde toneelstuk De Storm over dienstbaarheid en onderdrukking. Minis vertaalt Shakespeare’s thematiek naar het hier en nu. Maar is zij wel helemaal zichzelf? Of is ook zij een marionet ? Zijn we dat misschien allemaal? De teksten zijn van Spinvis. Is het dan een lezing of is het een concert? Één ding weten we zeker: ‘foul is fair, and fair is foul’. Niets is wat het lijkt. www.nederlandskamerkoor.nl

beeld: Kamerich & Budwilowitz EYES2 2 Arne Hauge

3X2 VRIJKAARTEN VOOR SPRING DOUBLE BILL SPRING is hét festival waar je vernieuwende theatermakers en choreografen uit binnen- en buitenland ontdekt. Op vrijdag 20 mei staat er een Double Bill op het programma met de Europese festivalhit Sons of Sissy waarbij het publiek op onverwachte manier kennis maakt met Alpenfolkore en 6: THE SQUARE waarin (square)dans, mode, beeldende kunst en Electrobeats samenkomen.

i.s.m.

Je krijgt het festivalgevoel helemaal te pakken door op één avond twee totaal uiteenlopende voorstellingen te zien. Je kan erbij zijn op 20 mei in de Stadsschouwburg! Reageren t/m 8 mei.

Winnen? Check www.trajectum.hu.nl/cultuur of www.uitagendautrecht.nl www.uitagendautrecht.nl 08032016 TRAJECTUM#3

41


Pleidooi voor echt contact Technologische vooruitgang brengt ons de meest geweldige apps en series. Maar het snoept ook tijd af van echt contact, ondervindt net afgestudeerd freelance-journalist Nina Bogosavac. De oplossing: een ouderwets (reallife) kopje koffie. | NINA BOGO SAVA C

42

TRAJECTUM#3 08032016


coffee to go stay coffee to

Jas aan, rugzak omgord en een ferme trap op mijn fiets: ik ben aan het afstuderen maar een dag studie is meer een oeverloze zoektocht waarbij ik van studentenkamer naar bibliotheek tijg en uiteindelijk neerstrijk in een hip koffiecafé. Op die laatste plek kom ik de afgelopen jaren vaker, en niet alleen omdat ik zo gek ben op het bruine goedje. Ik heb behoefte aan een fijne werkplek met mensen om mij heen, echte mensen. Vijf jaar geleden ben ik naar Utrecht verhuisd voor een studie waarbij ik veelal zelfstandig en op een laptop kan werken. En ja, dan is een kamer als werkplek soms best allenig. Daarom heb ik tijdens het werken digitaal contact via Facebook en WhatsApp. En bij wijze van pauze kijk ik een aflevering van mijn favoriete serie. Die snackjes van contact met de buitenwe-

reld zijn best leuk, merk ik. Leuk, maar niet echt bevredigend. Net zomin als het bingewatchen van series dat is, met een bord eten op je schoot. Oké, misschien prima als je wil herstellen van een heftige kater of een lange dag werken. Maar er komt altijd een moment dat je serie aan het laden is, je gezicht doemt op in de reflectie van het zwarte beeldscherm en je vraagt je af wat je in hemelsnaam aan het doen bent met je leven. FEEST Het dieet van contact-snacks en bingewatching zette ik zelfs door toen ik van een klein studentenhuis naar een stadspand met elf bewoners verhuisde. Het komt misschien doordat we geen gemeenschappelijke ruimte hebben, maar toch: de hoeveelheid onderling contact is niet wat je verwacht van

een huis vol studenten of starters op de arbeidsmarkt. Hoe individualistisch wij zijn, werd me pijnlijk duidelijk in gesprek met een 25 jaar oudere kennis. In zijn herinnering was ‘op kamers gaan’ één groot feest en werd ieder vrij moment doorgebracht met diepe gesprekken over het leven en een incidentele slok bier. Hoe anders is de situatie waarin ik en veel generatiegenoten verkeren: af en toe samen eten, vooruit. Maar verder is het druk-drukdruk en wordt een eigen schema gevolgd waarbij me-time vooral met een bordje op schoot wordt doorgebracht. Het lijkt mij ook best heftig, de hele tijd met andere mensen doorbrengen. Maar het is misschien nog slechter, besef ik nu, om te worden opge➤ slokt door alle technologische dingetjes. 08032016 TRAJECTUM#3

43


pauze tijdens het afstuderen

MIJN GENERATIE Deze situatie hoort bij de wereld wereld waarin we nog wel even zullen leven, ben ik bang. Flexwerken, nieuwe economie en talloze technologische innovaties: ze geven talloze mogelijkheden, maar we verliezen ook iets. Het is niet tof om in slaap te vallen met je mobiel aan je wang gekleefd. Of om last te hebben van een verhitte onderrug door de warme laptop die als een koalabeer in mijn rugzakbuidel vertoeft. Voor mij zijn deze dingen niet zo nieuw, maar vooral heel ‘gewoon’. En ik vrees dat ik voor heel mijn generatie spreek. Met mij gebruiken vrijwel alle jongeren sociale media, blijkt uit CBS-onderzoek. De meerderheid (51%) gebruikt het een één uur tot drie uur per dag, maar 8% zelfs vijf uur of langer. De helft zegt een negatieve invloed te ervaren van al dat socialmediagebruik. De meest genoemde redenen om ze wel te gebruiken zijn dat social media leuk zijn en dat je ermee in contact blijft met anderen. Dat geldt voor mbo-, hbo- en universitair studenten. En ook voor mij. Dat ik mijn ‘echte’ sociale leven daardoor een beetje vergeet is schandelijk, maar

44

TRAJECTUM#3 08032016

iend Netflix als beste vr

?

neem ik op de koop toe. Het is stiekem best makkelijk om niet de deur uit te gaan maar wel een paar vrije uurtjes door te brengen met hoofdrolspelers van een serie. Er moet al zoveel, laat mij maar even. Ik vermaak me wel. CONTROLE Die neiging om je terug te trekken in cocooning-gedrag komt volgens een onderzoek in opdracht van The New York Times niet voort uit gemakzucht, maar door een angst voor het gesprek. Een echt gesprek dus. Simpelweg omdat we gewend zijn geraakt aan een nieuwe manier van samen alleen zijn. Toegerust met technologie zijn we continu in contact met elkaar én honderd anderen. Doordat we de mobiele apparaten de hele dag meeslepen, verandert niet alleen wát we doen in ons leven, maar ook wie we zijn. We leiden steeds meer een leven dat is aangepast aan onze wensen, een leven waarbij we voortdurend zelf kunnen kiezen waar we onze aandacht op richten. We zijn in control. En wat doen we met deze felbegeerde positie? Ongeduldig als we zijn, kiezen we voor

me-tim e

de situaties waarin we alleen datgene hoeven te doen waar we zin in hebben. BARISTA En die keuze herken ik. Want ‘echt’ contact is niet altijd efficiënt en effectief. Het brengt ook frustratie, vermoeidheid en zelfs saaiheid met zich mee. Bij het inschakelen van een digitale vervanger heb je hier geen last van. We zijn dan ook, aldus het onderzoek, geneigd om te denken dat onze kleine ‘teugjes’ online communicatie via Twitter en Facebook bij elkaar opgeteld overeenkomen met een grote slok van een ‘echt gesprek’. Maar hoe waardevol ook, het biedt geen volwaardig alternatief voor een echt gesprek. Waar ik naar op zoek ben, is dat wat nu in het dagelijks leven iets te vaak wordt vermeden: een real-life community, met de negatieve en de mooie kanten van echt contact. En mogelijk is de 50 procent van jongeren die negatieve gevolgen ondervinden van sociale media er ook naar op zoek. We maken het onszelf knap lastig, getuige de volle koffietentjes met mensen die wel samen willen zitten maar naast een ‘let jij op mijn


koffiebar

laptop’ niet echt met elkaar praten. Al is de barista wel altijd in voor een praatje en herkent je na vijf keer latte-met-volle-melk-enkaneelpoeder wel. KOFFIECULTUUR In de mini-documentaire ‘Welkom’ over de rol van specialty coffee in Utrecht vertelt een eigenaar dat hij zijn minimalistische zaak oprichtte vanuit een behoefte om terug te gaan naar de essentie. Een plek waar het prettig is, waar je dingen kan loslaten, zegt hij. Zoiets als een modern buurthuis dus. En het werkt: de vaste klanten komen bij hen staan kletsen over het wel en wee in hun leven. Ze komen dus niet alleen voor de koffie. Mensen missen een vaste ontmoetingsplek en die rol wordt nu door hun zaak vervuld, aldus de eigenaren. Een inspiratie voor hoe ik mijn leven meer ‘offline’ sociaal kan inrichten vond ik niet in de Nederlandse koffiecultuur of mijn overbevolkte maar soms heel stille huis. Ik vond het in een ander land. Tijdens een reportagereis in Georgië verbleef ik in een hostel dat was aangekleed als een grote huiskamer, waar schoenen verboden waren en spelle-

spelletjes

avondje met vrienden

tjes werden gedaan op de met kleden en kussens bezaaide vloer. In de keuken was altijd een hostelganger of staff-medewerker aan het koken of een pot thee aan het zetten. ‘Eet je mee?’ was een doodnormale vraag en wee je gebeente als je aanbood mee te betalen. Voor en tijdens het eten voerden we diepe gesprekken over het leven terwijl een variant op borsjt wegpruttelde en de vriend van een medewerkster op zijn kop kreeg omdat hij veel te dure kip uit de supermarkt had gekocht. (‘Hoezo súpermarkt, we hebben een markt!’) Ik genoot en besloot sindsdien wat meer ‘samen’ te doen, wat meer echt contact te maken en te praten. Hoe verlokkelijk die Netflix-serie op mijn kamer ook is. Terug in Nederland haalden mijn huisgenoten en ik een verstoft filterkoffie-apparaat van iemands oma naar beneden in plaats van het ééncups-apparaat en sjorden als kers op de community-taart nog een groot fornuis met vijf pitten naar boven. Zittend aan mijn thuiswerkbureau bedacht ik mij dat flexwerken op deze manier zo gek nog niet. Zolang je maar weet dat er ergens een pannetje staat te pruttelen. |

08032016 TRAJECTUM#3

45


advertenties

JONGSTUT SPEELT

3 2 1 ... IK KOM!

WOON JE ALS STUDENT IN UTRECHT? HEB JE AL EEN HUISARTS IN UTRECHT? NEE? IS VERPLICHT! SCHRIJF JE NU GEMAKKELIJK ON-LINE IN! www.studentenarts.nl

JANSKERKHOF

Delft Academic Press

Voor Technische en Exacte Studieboeken

www.delftacademicpress.nl 015 2782124

U (i w D nte eig N at k rn en ee a at s m n ion tu vr bij aa die ijb on l) bo lij s! ui ek tg ve ev nd en co ? nt ac to p

Op 21/22/24 april 2016 in Cultuurhuis Stefanus. Meer informatie: www.stut.nl

dap@vssd.nl Leeghwaterstraat 42 2628 CA Delft

Wesselo & Partners is een executive search bureau voor de publieke sector. Toonaangevend in haar marktsegment. Wegens groei in de vraag naar onze dienstverlening zijn wij op zoek naar een ervaren en ambitieuze

Managementassistent(e)

(0,8 fte)

Het accent van de werkzaamheden ligt op het samen met de consultants verantwoordelijk zijn voor een perfecte uitvoering van onze opdrachten. Om deze uitdaging aan te kunnen moet je beschikken over een hoog ambitieniveau en proces- en projectmatig aantoonbaar stevig zijn. Je bent zelfstandig, accuraat, betrokken en proactief en vindt de administratieve ondersteuning die bij dit werk hoort vanzelfsprekend. We zijn op zoek naar kandidaten met HBO niveau die op het hoogste niveau weten te communiceren. Je houdt van dynamiek en hebt de ambitie om samen met ons mee te groeien. Op www.selectionasart.nl vind je het uitgebreide functieprofiel. Het salaris en de secundaire arbeidsvoorwaarden zijn uitstekend en worden in onderling overleg nader besproken. Spreekt jou dit aan en pas je uitstekend in het gevraagde profiel? Reageer uiterlijk 19 maart 2016 via onze website en richt jouw sollicitatie aan onze officemanager Mirjam Kool. Wij lezen in jouw motivatie graag terug waarom juist jij de meest geschikte kandidaat/kandidate voor ons bent.

Kijk op www.selectionasart.nl

46

TRAJECTUM#3 08032016


WINACTIES COLOFON Trajectum, het redactioneel onafhankelijke magazine van Hogeschool Utrecht verschijnt 4 maal per jaar.

FLOW YOGA

Redactieadres Bezoekersadres; Bolognalaan 101, 3584 CJ Utrecht Postadres: Postbus 8611, 3503 RP Utrecht Tel: 06-41621033 Email: trajectum@hu.nl www.trajectum.hu.nl facebook.com/trajectum

Gaat het leven je te snel? Heb je last van stress? En heb behoefte aan ontspanning en rust? Mail dan Flow Yoga naar trajectum@hu.nl. We mogen drie proeflessen weggeven. Wie weet, ga jij daarna weer Zen door het leven.

Redactie Janny Ruardy (hoofdredacteur; 0613581830; janny.ruardy@hu.nl) Marc Janssen (eindredacteur; 0651044062; marc.jassen@hu.nl) Gerard Rutten (redacteur; 0642246590; gerard.rutten@hu.nl) Maarten Nauw (webredacteur; maarten.nauw@hu.nl) Nettie Peters (redactieassistent; 0641621033; nettie.peters@hu.nl) Aan dit nummer werkten mee: Andonny de Bruijne (stagiair), Nina Bogosavac Columnisten Nina Juffermans, Reint Jan Renes, Remko van Broekhoven Fotografie & beeld Kees Rutten

SOLLICITEREN

OLYMPOS

Het boek ´Zou jij jezelf aannemen´ is geen doorsnee sollicitatieboek. Het boek leidt je naar een solide actieplan, dat je meeneemt in de wereld van het nieuwe solliciteren. 1 van de 5 boeken winnen? Mail Solliciteren naar trajectum@hu.nl. Op naar je nieuwe baan!

Ook sport helpt je om je mannetje te staan in de hectiek van deze nieuwe tijd. Olympos biedt 5 OlymPas maandkaarten aan om kennis te maken met hun gevarieerde aanbod. Je kunt alleen meedingen als je nog geen OlymPas maandkaart hebt! Winnen? Mail Olympos naar trajectum@hu.nl

Vormgeving Joyce Vanhommerig Advertenties Bureau van Vliet zandvoort@bureauvanvliet.com, tel 023-571 47 45 Abonnementen: €15,- per jaargang Druk BDU, Barneveld Redactieraad Aleid Truijens, Alex Beishuizen, Hendrien van de Weert, Reint Jan Renes, Sebastiaan Hameleers, Stef Verhoeven, Thianna Noordzij @Trajectum Auteursrecht voorbehouden. Het is verboden om zonder schriftelijke toestemming van de hoofdredacteur artikelen of illustraties geheel of gedeeltelijk over te nemen.

08032016 TRAJECTUM#3

47


STUDENT STYLE

Omschrijf je stijl: ‘Van alles. Vandaag een beetje hippie-achtig. Maar ik kan me morgen ook gerust compleet gothic kleden. Als ik voor de klas sta, kleed ik me neutraler. Gewoon een spijkerbroek met een vrolijk Desigual shirtje zonder provocerende tekst.’ Waar shop je? ‘Deze broek heb ik van de Elf Fantasy Fair. Ik ga ook graag naar psychedelische winkels in Amsterdam en maak soms zelf kleding. Vandaag draag ik zelfgebreide sokken.’ Muziek? ‘Metal, het liefst Nightwish en After Forever. En klassiek: Bach en Mozart.’ Laatste feest? ‘Nightwish. En Biodanza, daar ga ik elke maand heen. Dat is een soort hippiefeest. Je krijgt er opdrachten, bijvoorbeeld om elkaar alleen met elkaars pink aan te raken. Het gaat er vooral om met elkaar en met jezelf in contact te komen. Kijk maar geen video’s van Biodanza hoor, dan zie je oude mensen die raar bewegen, haha. Je moet het gewoon zelf ervaren.’ Film? ‘Alles van Tim Burton. Zolang er maar geen puppies in een film doodgaan.’ Boek? ‘Julia van Rhijnvis Feith, een negentiende-eeuwse schrijver. Iets van honderd pagina’s heerlijkheid. Dat taalgebruik!’ Politieke partij? ‘Links, maar ik verdiep me er pas in als er bijna verkiezingen zijn.’ Sport? ‘Ik doe aan downhill mountainbiken. Af en toe in het buitenland, maar het kan ook best in Nederland. In Zeist is er een mooie route. En sinds kort doe ik ook aan paaldansen. Ik kan inmiddels zelfs op m’n kop hangen.’ Belangrijkste les uit je opleiding? ‘Eén leraar geeft zo inspirerend les. Over protonen en al die hardcore scheikunde-shizzle. Het gebeurt wel eens dat hij een uur langer doorgaat en we maar door blijven vragen en leren.’ Hoe woon je? ‘Met m’n vriend in Amersfoort.’ Geloof je? ‘In mezelf en in vrolijk zijn tegen elkaar.’ Welk cijfer geef je je leven nu? ‘Een 9. Hooguit zou ik groter willen wonen.’ Wat wil je later worden? ‘Groot! Scheikundedocent is logisch, maar er kan nog van alles gebeuren. Als geld geen issue was, zou ik een asielkattencafé beginnen aan huis.’ | M A A RTE N NAUW

Meer Student Style? Check trajectum.hu.nl/dossier/studentstyle

PAULINE VAN DER MEULEN (21, TWEEDEJAARS LERARENOPLEIDING SCHEIKUNDE)


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.