6 minute read
VAN
VAN EXCELLENCE TALK
REMARKETING VAN LCV’S: EEN KUNST OP ZICH
Net zoals een goede begeleiding bij het aankoopproces van een bestelwagen van belang is, kan je ook aan het einde van zijn gebruiksduur rekenen op professionals om de verkoop in goede banen te leiden. De remarketing van voertuigen is immers een vak apart, en dat geldt eens te meer voor bestelwagens.
Arnaud Henckaerts - arnaud.henckaerts@transportmedia.be
Aan de ronde tafel van deze ‘Van Excellence Talk’ over Remarketing schuiven drie experten virtueel aan: Lars Agten, Country Manager van wereldwijd remarketing-specialist ADESA, David van Horenbeeck, Remarketing Manager België bij International Car Lease Holding waartoe ook J&T Autolease behoort, en Patrick Jaspers, LCV Manager bij J&T Autolease.
CORONA-EFFECT
VAN Management: het afgelopen jaar was uitzonderlijk. Geldt dat ook op het vlak van remarketing?
David van Horenbeeck: Terwijl de coronacrisis op heel wat sectoren een negatieve invloed heeft, geeft de pandemie de remarketing-wereld net een boost. Vertraagde leveringen van nieuwe voertuigen zorgen voor een boom in de vraag naar tweedehands bedrijfsvoertuigen. Lars Agten: Dat klopt. De e-commerce piekte tijdens de coronacrisis, en al die pakjes moeten ook geleverd worden, waardoor de vraag naar meteen leverbare bestelwagens steeg. Daardoor zien we dat de verkoop en ook de prijzen voor voertuigen op de remarketing-markt hoge toppen scheren. David van Horenbeeck: Dat is uiteraard mooi meegenomen, maar we zijn ons ervan bewust dat dit prijsniveau van uitzonderlijke aard is.
Bij remarketing van lichte bedrijfsvoertuigen komt heel wat expertise kijken.
SPECIFIEKE AANPAK
VM: Wat zijn de specifieke uitdagingen voor de remarketing van lichte bedrijfsvoertuigen?
Patrick Jaspers: Bij J&T is grofweg 20 % van de leasingcontracten er één voor een bestelwagen. Meer dan bij personenwagens worden bedrijfsvoertuigen besteld op maat van de activiteiten van een bedrijf. Zo zit je vaak met een specifieke op- of ombouw, inrichting of speciale uitrusting zoals een kraan of een koelcel, met hun specifieke vereisten rond draaiuren, keuringen die verschillen per land en dergelijke, of die zelfs mee verhuizen naar de volgende bestelwagen van het bedrijf in kwestie. Dat heb je bij personenwagens niet. Lars Agten: Daarnaast is het schadebeeld bij lichte bedrijfsvoertuigen ook anders. Ze worden intensief gebruikt, dus in de laadruimte zelf zijn zo goed als altijd krassen en beschadigingen, maar de kans bestaat ook dat de lading van binnenuit ook schade veroorzaakt aan het koetswerk vanbuiten. Een aangepaste inspectieprocedure is dus nodig. David van Horenbeeck: Er zijn ook nog de praktische aspecten: bij het inplannen van transport zijn de meer aspecten van belang, zoals de uitvoering, de lengte en de hoogte, specifieke opties als een dakrek, … noem maar op. Die dingen hebben ook een invloed op de transport- en algemene remarketingkost. Om nog te zwijgen van het verwijderen van bijvoorbeeld belettering voor het voertuig verkocht wordt. Je hebt dus een meer gespecialiseerd team nodig om de praktische zaken te regelen. Lars Agten: Ook de juiste omschrijving van een voertuig is cruciaal: lengte- en hoogte, het aantal zitplaatsen, de aangedreven as, versnellingsbak en asverhouding, … zoveel keuzes als er bij de aankoop zijn, zoveel zaken zijn er om te vermelden bij de verkoop.
RESTWAARDE MAXIMALISEREN
VM: Zijn er concrete tips voor wagenparkbeheerders om van bij de aankoop de herverkoopwaarde te maximaliseren?
Patrick Jaspers: Voor bestelwagens raden we klanten altijd aan om te kiezen voor laadvloer- en wandbescherming, om zo schade aan het koetswerk maximaal te vermijden. Wat krassen binnenin zijn onvermijdelijk, maar met laadruimtebescherming vermijd je grotere beschadigingen aan het koetswerk die een invloed kunnen hebben op de restwaarde. En een bestelwagen zonder schade is ook nog eens goed voor het imago van je bedrijf. Zorg zeker voor een degelijke car policy op dat vlak. David van Horenbeeck: Het komt er als bedrijf op aan om het voertuig te kiezen dat je nodig hebt. Echte don’ts zijn er niet, tenzij vreemde combinaties die geen steek houden. Varianten zoals een L3 of L4, maar dan met een verlaagd dak, daar is weinig vraag naar. Dus tenzij dat een must is, bestel je dat beter niet of moet je bereid zijn een lage herverkoopprijs en dus een hogere leaseprijs te slikken. Lars Agten: En denk eraan: onverkoopbare voertuigen bestaan niet, alleen is er in sommige gevallen een discrepantie tussen wat de verkoper verwacht te krijgen en wat de markt wil geven. Qua kleuren moet je ook niet bij traditioneel wit blijven, maar kies wel voor een neutrale kleur. Patrick Jaspers: En vergeet niet dat je geen schrik moet hebben voor ‘speciale’ uitvoeringen. Sommige ‘zeldzame’ uitvoeringen, bijvoorbeeld met een kraan of een kipbak zijn meteen weg. We zien ook dat de vraag naar voertuigen met automaat toeneemt, ook omdat het schade aan de koppeling en de motor vermijdt. Ook dat is dus een optie die je zonder twijfelen kan aankruisen. HET EINDE VAN DE DIESEL?
VM: Een grote onbekende om mee af te sluiten: hoe zit het met elektrisch rijden en welke invloed op de restwaarde heeft de vergroening van het wagenpark?
Lars Agten: Op dit moment zien we dat diesel nog altijd de keuze bij uitstek is voor bedrijfsvoertuigen. Zelfs in Scandinavië, waar het aandeel elektrische personenwagens hoog is door fiscale stimuli, zijn de lichte bedrijfsvoertuigen voor het grootste deel diesels. En de restwaarde? Misschien ontstaat er een tekort aan diesels en blijven de restwaardes torenhoog, ook al omdat in sommige exportlanden de focus minder ligt op elektrificatie. Patrick Jaspers: Ik wacht trouwens af om te zien of de onderhoudskost van elektrische voertuigen zoveel lager zal liggen. Er zijn minder slijtage-onderdelen, maar gespecialiseerd personeel en infrastructuur voor onderhoud en herstellingen zijn duurder. David van Hoorenbeeck: Ik zou bedrijven vooral aanraden om een aandrijving te kiezen die bij de noden past. Misschien elektrisch voor stadsgebruik, maar LCV-rijders zijn veelrijders, dus diesel blijft relevant. Patrick Jaspers: Trouwens, de diesels die nu op de markt komen zijn proper en mogen nog tot na hun contracteinde overal rondrijden. Over Euro 7 weten we nog niet veel, dus kies nu gewoon het voertuig dat pas bij je noden, en je zit altijd goed.
Lars Agten: “Onverkoopbare voertuigen bestaan niet, alleen is er in sommige gevallen een discrepantie tussen wat de verkoper verwacht te krijgen en wat de markt wil geven.” Door hun intensieve gebruik is het schadebeeld bij bestelwagens anders dan bij personenwagens.
EXPORTMARKT
Wat remarketing betreft is België een echte exportmarkt. Dat geldt sowieso voor personenwagens, maar voor lichte bedrijfsvoertuigen ligt de exportgraad op ongeveer 95%. “Voor personenwagens is het voor voertuigen met een tellerstand tot 120.000 km interessant om ze hier te verkopen, maar lichte bedrijfsvoertuigen zitten daar zo goed als altijd over. De leasecontracten zijn langer en ze worden intensiever gebruikt, en zijn dus ouder en hebben een hoge kilometerstand. Belgische klanten zitten amper te wachten op voertuigen met dat profiel,” besluit Patrick Jaspers.
Maximale ruimte. Maximale luxe.
Maxus Deliver9. Machtig krachtig.
Ruimte voor de vracht en luxe voor de bestuurder. Dat zij n de grote troeven van de Maxus Deliver9. Ergonomie, zitcomfort en afwerking staan op een hoog niveau. Als je op weg bent met de Deliver9, ervaar je hetzelfde comfort als in een ruime personenwagen. De krachtige dieselmotor levert 163 pk en is opvallend stil. Maar ook praktisch scoort de Deliver9 sterk. Met een laadruimte van maar liefst 11 m3 en een maximaal bruto laadvermogen tot 1.270 kg biedt de Deliver9 ruimte te over. Kortom: met de Deliver9 kies je voor een machtige, krachtige bestelwagen.