Jaarverslag 2010 Trimbos-instituut

Page 1

Verder met Zelfmanagement Jaarverslag 2010


Voorwoord Nieuwe samenwerkingsverbanden Internationaal Bijzondere projecten Mensen met LVG Mentaal vermogen E-mental health Alcohol en drugs Prijzen en toppers Bijzondere publicaties Suïcide Organisatie Financieel Jaarverslag

2 4 6 8 10 14 16 18+20 22 24 28 32 34

Interviews Ireen de Graaf/Rianne van der Zanden Léon van Halder Christina van der Feltz Brigitte Boon Leonard Witkamp Linda Bolier Peter van Splunteren Katherina Martin Abello Martin Bontje Wilma Boevink Anne Margriet Pot Marjan ter Avest Hans Kroon Hedda van ‘t Land

5 7 9 11 13 15 17 19 21 23 25 27 29 30

Scan met uw mobiele telefoon de code hiernaast. Deze verwijst u direct naar de website van het Jaarverslag 2010. Nog geen qr-reader op uw mobiel? Download deze gratis via www.qrcode.nu


kent voor mensen die zich niet of nauwelijks kunnen redden door een kluwen aan sociale, psychische en financiële problemen. Léon van Halder van het ministerie van VWS vindt zelfmanagement vooral noodzakelijk om de zorg toegankelijk te houden. Peter van Splunteren zegt dat zelfmanagement is gestoeld op het vertrouwen dat je het leven aan kunt, mét je beperking. HEE-boegbeeld Wilma Boevink vraagt zich ondertussen af of zelfmanagement niet teveel een nieuwe behandelmethodiek wordt. Patiënten worden wederom object, stelt zij, wat haaks staat op de uitgangspunten van empowerment en herstel.

Zelfmanagement is een onderwerp dat steeds meer in de aandacht staat. Soms als onderdeel van een ideologie waarbij een patiënt zelf verantwoordelijk is voor diens ziekte. Soms als verhuld bezuinigingsbeleid: wat de patiënt zelf kan doen aan diens ziekte, betaalt die ook zelf. Het thema is relevant om het wat al te grote optimisme over wat de zorg kan als het gaat om behandeling in een juister perspectief te plaatsen. Niet alleen de dokter geneest de patiënt, die geneest zichzelf net zo goed. Niet alleen medicatie doet zijn genezende werk, maar ook de leefstijl van de patiënt. Aan de hand van veertien interviews met collega’s en met externen verkennen we het onderwerp in het algemeen, maar vooral ook in de betekenis voor de ggz. Al die verhalen over eigen regie klinken heel erg leuk, stelt bijvoorbeeld Trimbos-collega Hans Kroon. Maar hij vraagt zich af wat zelfmanagement bete-

2

Zelfmanagement is niet zomaar af te kondigen, dat is duidelijk. Wel zal het de klassieke verhouding tussen patiënt en hulpverlener veranderen. Simpelweg omdat zelfmanagement gebaseerd is op het principe dat bij de aanpak van ziekte en gezondheid twee partijen kennis en verantwoordelijkheden hebben die gelijk gewaardeerd worden. De kennis van de professional over ziektebeelden en behandeling én de kennis van de patiënt over zijn eigen lijf, geest en veerkracht. In die zin kan zelfmanagement dus nooit onderdeel zijn van de behandelstrategie: een goed gesprek, wat medicatie en wat zelfmanagement. Zelfmanagement is gebaseerd op het principe van gelijke verantwoordelijkheden voor het onderhouden van gezondheid, herstel bij ziekte en behoud van kwaliteit van leven bij chroniciteit. De huisarts Leonard Witkamp, die ook in het jaarverslag aan het woord komt, gebruikt denk ik het juiste woord daarbij: de huisarts als coach.

‘Zelfmanagement is niet zomaar af te kondigen, dat is duidelijk’

Zelfmanagement gaat niet alleen over het op tijd innemen van de voorgeschreven medicatie maar vooral over het onderhouden van de kwaliteit van leven. Aandacht voor de ziekte, zeker, maar ook voor wat allemaal nog mogelijk is en de positieve ontwikkelingen naast het beloop van de ziekte. E-mental health is een goed voorbeeld van zelfmanagement die werkt. Deze ervaring passen we graag toe om mensen te ondersteunen in het zelf aanpakken van hun ziekte zoals hun leefstijl. Het is daarbij goed om zelfmanagement zorgvuldig tot ontwikkeling te brengen en om te weten wat wel en wat niet werkt. In ieder geval hebben we binnen het Trimbos-instituut het onderwerp zelfmanagement als een van de belangrijke kennisspeerpunten benoemd waarmee we hulpverleners en patiënten willen ondersteunen. Een jaarverslag is ook een terugblik. Naast de interviews met medewerkers van het Trimbos-instituut en externen over het thema, hebben we verschillende nieuwe diensten ontwikkeld en projecten afgerond, die we de moeite waard vinden nog eens extra te laten zien. Het is slechts een greep uit de vele projecten, onderzoeken en nieuwe samenwerkingsverbanden. De medewerkers van het Trimbosinstituut hebben het afgelopen jaar met plezier gewerkt aan onderzoek waarvan wij weten dat de kennis die daaruit voortkomt gebruikt moet kunnen worden. Kennis ontwikkelen is ons vak, kennis toepassen onze passie.

JAN WALBURG voorzitter Raad van Bestuur

Die coachende rol staat op de achtergrond bij het onderhouden van een gezonde leefstijl, wordt meer prominent bij ziekte en raakt sterk geprofileerd bij ernstige ziekte. Maar altijd is er de principiële gelijkheid in verantwoordelijkheid. De patiënt heeft een grote deskundigheid over zichzelf en heeft veel impliciete kennis over het verlichten of aanpakken van symptomen. De hulpverlener kent de ziekte door en door, hanteert richtlijnen en probeert die te laten passen bij wat een patiënt zelf kan ondernemen in de omgang met de ziekte.

3


Nieuwe samenwerkingsverbanden Jaaroverzicht

Geestelijk gezonde gemeente De jaarlijkse Kennisdag die het Trimbos-instituut in samenwerking met GGZ Nederland en ZonMw organiseert staat in het teken van de ‘Geestelijk Gezonde Gemeente’. Veel gemeenten bereiden in 2010 de derde generatie lokale gezondheidsnota’s voor. Psychische gezondheid en welbevinden verdienen hierin een prominente plaats. Tijdens de Kennisdag worden de eerste resultaten van NEMESIS II gepresenteerd, een bevolkingsonderzoek naar de psychische gezondheidstoestand onder de Nederlandse bevolking van 18 tot 65 jaar.

Convenant met Coronel Instituut Het Trimbos-instituut en het Coronel Insituut werken sinds juni samen aan het project mentalvitality@work, een onderzoek naar mentale gezondheid bij personeel van het AMC. Gezamenlijk worden hiervoor onder andere online screeningsinstrumenten ontwikkeld en de inzet van e-health interventies getoetst. Het project wordt eind 2012 afgerond. In oktober tekenen beide instituten een convenant om de ‘strategische alliantie’ te bezegelen. Het doel van het convenant is samenwerken bij het ontwikkelen van evidence-based mental health voor op het werk. De expertise van het Coronel Instituut, gericht op gezondheid op het werk, en die van het Trimbos-instituut op het gebied van mentale gezondheid en vitaliteit, vullen elkaar goed aan. De twee instituten willen gezamenlijk onderzoeks-

4

projecten opzetten en (wetenschappelijke) kennis verspreiden.

Alliantie Gezondheidsvaardigheden In september is het Trimbosinstituut toegetreden tot de Alliantie Gezondheidsvaardigheden, die onder meer door uitwisseling van kennis en ervaring de gezondheidsvaardigheden bij laaggeletterden wil verbeteren. Daarnaast wordt gewerkt aan een gezamenlijke agenda, waardoor de aandacht voor gezondheidsvaardigheden op alle fronten wordt versterkt. Initiatiefnemers zijn o.a. Gezondheidsinstituut NIGZ, Academisch Medisch Centrum Amsterdam, RIVM, Nederlands Huisartsen Genootschap, LVG, Landelijke Huisartsen Vereniging, Stichting Lezen & Schrijven, CBO, Nederlandse Patiënten en Consumenten Federatie, Stichting Pharos, NIVEL en GGD Nederland.

Centrum Veilig en Gezond Uitgaan Het Trimbos-instituut en het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV) hebben eind november het Centrum Veilig en Gezond Uitgaan (CVGU) opgericht. Dit samenwerkingsverband heeft als doel gemeenten te ondersteunen bij de aanpak van uitgaansproblemen, zowel vanuit veiligheids- als gezondheidsperspectief. Deze integrale aanpak is er nu nog te weinig. De nieuwe aanpak moet leiden tot minder geweldsincidenten en overlast, minder jongeren die op de eerste hulp belanden tijdens een stapavond en minder hier-

mee samenhangende hoge kosten. Voor meer info www.veiligengezonduitgaan.nl

Kenniscentrum Persoonlijkheidsstoornissen Begin december is het Kenniscentrum Persoonlijkheidsstoornissen (Kenniscentrum PS) opgericht om het onderzoek naar persoonlijkheidsstoornissen (PS) te stimuleren en de zorg voor mensen met PS te verbeteren. Het Kenniscentrum PS is een samenwerking tussen het Trimbos-instituut, de Viersprong, het Pieter Baan Centrum en Altrecht. Het Kenniscentrum PS wil expertise uit diverse instellingen en universiteiten samenbrengen, kennis actief helpen ontsluiten in de praktijk, onderzoek genereren en zorginnovaties stimuleren.

Convenant voor vergroten weerbaarheid jongeren Op 14 december bundelen het Trimbos-instituut, Hi en Hyves, de GGD Amsterdam, Nibud, NISB, Rutgers Nisso Groep, STIVORO, SOA AIDS en het Voedingscentrum hun krachten door ondertekening van het Convenant ‘Weerbaarheid Jongeren’. Hi en Hyves zetten expertise en eigen middelen in om bereik onder jongeren te vergroten. De publieke partners bieden toegang tot betrouwbare, publieke hulpbronnen. Bereik en publieke voorlichting komen samen in het jongerenplatform www.ondertussen.nl dat dagelijks nieuws over, voor en door jongeren publiceert. Door de koppeling aan nieuws, krijgt voorlichting een actueel en relevant karakter.

Focus op de kracht van jongeren en ouders. En versterk het vertrouwen in hun eigen mogelijkheden. Deze uitgangspunten zijn essentieel om het zelfsturend vermogen te vergroten, aldus IREEN DE GRAAF en RIANNE VAN DER ZANDEN, wetenschappelijk medewerkers bij het programma Psychische Gezondheid Jeugd. Uit onderzoek wordt steeds duidelijker dat jongeren moeite hebben met plannen, omdat hun brein nog niet is uitgerijpt. Kun je dan wel verwachten dat zij met nieuwe online interventies zelfstandig hun psychische of sociale problemen oplossen? “Met filmpjes en andere digitale noviteiten kunnen jongeren zelfstandig aan de slag. Dat is winst. Maar,” benadrukt Rianne van der Zanden, “cruciaal is welke extra ondersteuning jongeren hierbij krijgen. Via internet, telefoon of face to face. Ook bij nieuwe online interventies houdt de hulpverlener dus een belangrijke rol in het aansturen, controleren en stimuleren van jongeren.” Ter illustratie noemt zij www.gripopjedip.nl, bedoeld voor jongeren met psychische problemen die daarmee niet naar een hulpverlener (durven) gaan. “Die interventie bestaat uit een website met tips tegen een dip, filmpjes en een e-mail-service waar je vragen kunt stellen aan een deskundige. Daarnaast kun je meedoen aan een begeleide online groepscursus, waarbij je negatieve denkpatronen leert veranderen en zelf aan de slag kunt. Bijvoorbeeld

met een eigen toekomstplan. Die aanpak blijkt – ook op langere termijn – heel effectief.” Triple P is een goed voorbeeld van effectieve opvoedingsondersteuning, waarbij opvoeders in vier tot zes sessies intensief worden getraind om gezinsproblemen zelfstandig op te lossen. In Nederland wordt op steeds meer plekken met dit programma gewerkt. “Het programma is sterk gericht op zelfregulatie, zodat ouders meer ver trouwen krijgen in hun eigen beoordelingsvermogen”, vertelt Ireen de Graaf. Daarbij leren zij allerlei probleemoplossende vaardigheden om moeilijke opvoedingssituaties beter te hanteren en hun eigen doelen te realiseren.

‘Het is heel stimulerend als jongeren en ouders ontdekken dat hun eigen oplossingen werken’ “Uiteindelijk gaat het erom dat ouders zelf verantwoordelijkheid durven nemen in opvoedingssituaties, leiding durven geven, grenzen kunnen stellen, en daar consequent in zijn. Om dat te bereiken, is het nodig dat zij met hun kinderen succeservaringen opdoen. Daarnaast leren zij ook hun eigen gedrag en dat van hun kind te evalueren: wat ging goed en wat kan beter? Zo kunnen zij thuis monitoren hoe het gaat en gericht aan eigen oplossingen van problemen werken. Leuk is dat ouders ook het advies krijgen goed voor zichzelf te zorgen en tijdig te ontspannen. Want dat maakt de kans dat je een aardige en succesvolle opvoeder wordt een stuk groter!”

5


Internationaal Jaaroverzicht

Trimbos-instituut Collaborating Centre WHO De World Health Organization (WHO) kiest in september het Trimbos-instituut als WHO Collaborating Centre voor het verspreiden van ‘good practices’ in de ggz. De WHO selecteert organisaties met wie zij een samenwerkingsverband aangaat. Deze organisaties helpen de WHO om zo kosteneffectief mogelijk zijn strategische doelen op lokaal en mondiaal niveau te bereiken. Tegelijkertijd wordt de wetenschappelijke validiteit van de WHO activiteiten vergroot en wordt een impuls gegeven aan het ontwikkelen en versterken van de invloed en slagvaardigheid van instituten op landelijk en regionaal niveau.

Economische modelleringsstudie voor WHO In opdracht van de WHO Genève wordt een economische modelleringsstudie uitgevoerd om na te gaan of de kosteneffectiviteit van het gezondheidszorgsysteem voor alcoholmisbruik verandert wanneer e-mental health interventies op nationaal niveau meer substantieel worden ingevoerd. De resultaten van de studie laten zien dat de Return On Investment (ROI) van het huidige Nederlandse zorgsysteem iets meer dan één euro voor elke geïnvesteerde euro bedraagt. Na brede implementatie van e-health interventies verbetert de ROI aanzienlijk en levert elke geïnvesteerde euro 1.65 euro op in termen van gezondheidswinst.

6

Healthy Nightlife Toolbox Op het Club Health congres over veilig en gezond uitgaan – 7 en 8 juni in Zürich – wordt de Healthy Nightlife Toolbox (HNT) gelanceerd. De HNT is een internationale database die professionals die actief zijn in het uitgaanscircuit kennis biedt over effectieve manieren om uitgaan voor jongeren gezonder en veiliger te maken. Het Trimbos-instituut is projectleider van de Healthy Nightlife Toolbox en medeorganisator van het Club Health congres. Voor meer info: www.hnt-info.eu.

Internationaal netwerk ICASA opgericht Met de lancering van de website www.adhdandsubstanceabuse.org begin september is het Internationale Netwerk ADHD en Verslaving (ICASA - International Collaboration on ADHD and Substance Abuse) officieel een internationale stichting. “Een grote stap vooruit in het onderzoek naar ADHD en verslaving”, aldus ICASA-directeur Geurt van de Glind van het Trimbosinstituut. ICASA is een netwerk van meer dan 40 wetenschappers uit elf EU-landen, de Verenigde Staten, Australië, Zuid-Afrika en Brazilië met één gemeenschappelijk doel: zorgen dat minder mensen met ADHD verslaafd raken door een betere herkenning, diagnose en behandeling van zowel ADHD als verslaving.

Drugspreventie in Bulgarije Vanaf 2008 is in samenwerking met de Bulgaarse organisatie ‘Solidarnost’ een Drugs en Alcohol Informatie Lijn opgezet. Door middel van telefoon, chat, website en een forum wordt informatie over drugs en alcohol gegeven en indien nodig doorverwezen naar professionele hulp. Het project is eind 2010 afgerond. Drugsgebruik en daaraan gerelateerde problemen zijn een taboe in Bulgarije. Er zijn weinig voorzieningen voor drugsgebruikers en er staan strenge straffen op drugsgebruik en -bezit, waarbij geen onderscheid gemaakt wordt tussen ‘hard’ en ‘soft’ drugs. Dit bemoeilijkt de bespreekbaarheid en het bieden van hulp. De Informatielijn is laagdrempelig en anoniem. De Informatielijn heeft al een centrale rol binnen de voorzieningen op het gebied van drugsinformatie, preventie, onderwijs en behandeling in Bulgarije. Voor meer info: www.drugsinfo-bg.org/en

Tegenover de stijgende zorgvraag staat een steeds groter tekort aan professionals in de zorg. Daarom is het noodzaak dat mensen meer zelf doen om gezond te blijven of van hun ziekte te herstellen. Online interventies zijn hiervoor bij uitstek geschikt, aldus LÉON VAN HALDER, directeur-generaal Curatieve Zorg op het ministerie van VWS.

trouwen volgens hem een sleutelwoord. “Patiënten moeten vertrouwen hebben in hun eigen kunnen. Daarnaast moeten zij erop kunnen vertrouwen dat zij alsnog bij de zorgverlener terecht kunnen wanneer ze online vastlopen. Daarom is het belangrijk dat patiënt en zorgverlener samen een zorgplan opstellen, zodat de online hulp goed is ingekaderd.”

Online aan je gezondheid of herstel werken. Met instructies en gerichte oefeningen. Geheel zelfstandig of met feedback van een hulpverlener op de achtergrond. Steeds meer zorgaanbieders realiseren zich dat zij niet langer om online interventies heen kunnen. Online behandelingen zijn gemakkelijk en tijdsbesparend voor cliënten. Bovendien winnen zorg-aanbieders hiermee kostbare tijd, die ze kunnen inzetten voor patiënten die wél een intensieve face to face behandeling nodig hebben. Maar dat niet alleen. Maatschappelijk gezien levert e-health noodzakelijke kostenbesparingen op en vergroot het de inzetbaarheid van burgers op de steeds krappere arbeidsmarkt. Redenen genoeg voor de overheid om de ontwikkeling van e-health en zelfmanagement actief te bevorderen. “Bij zelfmanagement gaat het erom dat patiënten meer leren hoe zij hun ziekte kunnen inpassen in hun dagelijkse leven. Daarbij ontkom je niet aan e-health en laagdrempelige programma’s zoals www.psyfit.nl en www.mentaalvitaal.nl”, zegt Léon van Halder. Bij de verdere ontwikkeling van e-health is ver-

‘E-mental health is bij uitstek geschikt om zelfmanagement te bevorderen’ Om de kwaliteit van de zorg ondanks de personeelstekorten op peil te houden, hamert Van Halder op innovatie. De ontwikkeling van e-health gebeurt nu nog te ad hoc, vindt hij. “Het lijkt mij wenselijk dat we vergelijkbare initiatieven beter stroomlijnen en structureren. Daarnaast moeten we succesvolle projecten meer als best practices gaan profileren. Bijvoorbeeld door middel van een centraal loket waar geïnteresseerden kunnen zien wat er zoal ontwikkeld wordt.” Een keurmerk voor bewezen effectieve online interventies zou wat Van Halder betreft het sluitstuk kunnen vormen van deze innovatieslag. “Belangrijk, want daarmee is duidelijk dat een bepaalde interventie deugt en effectief is.” Het is aan de partijen in het veld om deze ontwikkeling door te zetten, aldus Van Halder. “Gelukkig zie je nu al dat zorgverzekeraars bij hun inkoop afspraken maken over online behandelingen. Hopelijk ontstaat zo een vliegwieleffect waardoor e-health nog veel breder wordt toegepast!”

7


Bijzondere projecten Jaaroverzicht

Kieswijzer Kies voor GGZ Voorafgaand aan de Tweede Kamerverkiezingen van juni is de website www.kiesvoorggz.nl gelanceerd. De site geeft een overzicht van de plannen met betrekking tot de ggz van politieke partijen. De site is ontwikkeld door het Trimbos-instituut in samenwerking met het Fonds Psychische Gezondheid, GGZ Nederland, Landelijk Platform GGz en de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie. De site is bijna drie weken in de lucht en krijgt in die periode ruim 5000 unieke bezoekers. De meest bekeken vraag is “Wat is het belang van de ggz voor onze samenleving?” Meer dan 25 websites over ggz plaatsen een link naar de kieswijzer.

Platform Opvoedingsondersteuning van start Op 23 juni is het Platform Opvoedingsondersteuning Psychische Gezondheid en Verslaving gestart. Het Platform wil bijdragen aan een kwalitatief goed aanbod van opvoedingsondersteuning vanuit de expertise van verslavingszorg, ggz en GGD. Met het Platform biedt het Trimbos-instituut professionals gelegenheid tot informatieuitwisseling en vergroten van de eigen deskundigheid, het ontwikkelen van een kwalitatief goed en eenduidig aanbod en integratie van thema’s in de Psychische gezondheid en Verslaving. Daarnaast kan het Platform ‘witte plekken’ in het preventie aanbod signaleren. Gemiddeld nemen 40 vertegenwoordigers van instellingen deel. Het Platform wordt drie keer per jaar georganiseerd.

8

Panel Psychisch Gezien Begin 2010 is het panel Psychisch Gezien gelanceerd: een groot, landelijk panel van en voor mensen met psychische aandoeningen. Doel van het panel is meer zicht krijgen op het maatschappelijk functioneren en de zorg- en leefsituatie van mensen met aanhoudende psychische aandoeningen. Daarnaast wil het panel mensen met psychische problemen een duidelijker stem geven in maatschappelijke debatten over de ggz. In juni 2010 is begonnen met de werving van panelleden via de website www.psychischgezien.nl en via ggz-instellingen. In december hadden al 700 mensen zich aangemeld als lid, in maart 2011 al 800. De jongste deelnemer is 19, de oudste 87. Het Trimbos-instituut coördineert het panel en werkt in de uitvoering samen met Kenniscentrum Phrenos, het Landelijk Platform GGz en NIVEL. Het ministerie van VWS subsidieert het panel voor het startjaar.

Manifest voor geestelijke gezondheid Op 7 december is het ‘Manifest voor een breed gedragen inspanning voor geestelijke gezondheid. Investeren in mentaal functioneren is essentieel voor behoud van welvaart en welzijn' gepresenteerd. Het ggz-manifest is opgesteld door vier ambassadeurs die door ZonMw, GGZ Nederland en het Trimbos-instiuut zijn gevraagd hun visie te geven op het kennisbeleid in de ggz. De vier ambassadeurs voerden gesprekken met vertegenwoordigers van cliënten, beroepsgroepen, verzekeraars, de arbeidssector, onderwijs, jeugd en justitie, wetenschap, beleid en overheden. Hun conclusie: er wordt in Nederland onvoldoende geïnvesteerd in het mentaal kapitaal van burgers. Dit draagt bij aan schooluitval, krapte op de arbeidsmarkt, (onnodig) ziekteverzuim en behelst het gevaar van toenemende uitsluiting, onvrede en maatschappelijke onrust. Burgers, overheid, instituties en bedrijfsleven moeten gezamenlijk verantwoordelijkheid nemen en acties opzetten voor meer kennis over het versterken van het mentaal kapitaal.

Via deze qr-code kunt u direct het ggz-manifest downloaden.

Een behandeling wint aan kwaliteit wanneer cliënt en zorgverlener gezamenlijk de behandeling vormgeven. In de ggz worden de principes van collaborating care en shared decision making echter nog lang niet altijd toegepast, aldus psychiater CHRISTINA VAN DER FELTZ, programmahoofd Diagnostiek en Behandeling bij het Trimbosinstituut, en sinds vorig jaar bijzonder hoogleraar Sociale Psychiatrie aan de Universiteit van Tilburg (UvT). Wel of geen psychotherapie? Wel of geen medicatie? Het zijn dilemma’s waar veel cliënten in de ggz mee te maken krijgen. Om een weloverwogen keuze te maken tussen de verschillende behandelopties, moeten zij goed worden geïnformeerd over alle pro’s en contra’s. Daarbij is het de taak van de dokter, therapeut of hulpverlener om vanuit de eigen expertise actief mee te denken en waar nodig richting te bieden, benadrukt Van der Feltz. “Dit is van groot belang, omdat cliënten die zelf kunnen kiezen gemotiveerder zijn. Dat vergroot de therapietrouw en de kans op een succesvolle afronding van de behandeling.” Als er eenmaal een behandelplan ligt, dienen cliënten zoveel mogelijk actief betrokken te worden bij de monitoring van het verdere verloop van hun behandeling. Door het invullen van vragenlijstjes kunnen ze zien of het herstel vordert. Dat biedt weer

input voor het gesprek met de behandelaar over het vervolg. “Het gaat er dus steeds om dat de cliënt een actieve gesprekspartner is die zoveel mogelijk zelf keuzes maakt en de behandeling mede vorm geeft.” In het kader van het landelijke Depressie Initiatief geeft Van der Feltz leiding aan een onderzoeksproject, waarin deze collaborating care-principes worden toegepast. Daarnaast werkt ze aan de UvT aan een vergelijkbaar project, maar dan bij patiënten met lichamelijk onverklaarbare klachten. “Bij de laatste categorie is onduidelijk wat er precies speelt. Dan is uitleg over mogelijke oorzaken nog belangrijker, zodat er uiteindelijk een gezamenlijk besluit wordt genomen over een bepaalde aanpak.”

‘In de ggz is gezamenlijk besluiten nemen over de behandeling nog lang niet gangbaar’ In de oncologie is de meeste ervaring opgedaan met het nemen van gezamenlijke besluiten over de behandeling. “De ggz kan nog veel van deze aanpak leren, omdat het daar nog lang geen gangbare manier van werken is”, stelt Van der Feltz. “Weliswaar wordt binnen de ggz volop geïnvesteerd in routine outcome management. Maar van tussentijdse terugkoppeling van behandelresultaten is vaak nog geen sprake. Daar valt dus nog een slag te maken.”

9


Mensen met LVG Jaaroverzicht

Mensen met een lichte verstandelijke beperking (LVG) zijn extra kwetsbaar voor psychische stoornissen en problemen met alcohol en drugsgebruik. In 2010 zijn verschillende projecten en onderzoeken uitgevoerd rond deze doelgroep.

LVG-ers in de ggz Onder ggz-cliënten bevindt zich een substantiële groep licht verstandelijk gehandicapten. Dat blijkt uit het onderzoeksrapport ‘Licht verstandelijk gehandicapten (LVG) in de gzz’, dat in het najaar is verschenen. In de reguliere gzz worden cliënten niet standaard gescreend of onderzocht op lichte verstandelijke beperkingen. Als gevolg daarvan ontbreekt het aan betrouwbare cijfers over de omvang van de doelgroep. Om de zorg voor LVG-ers in de (reguliere) ggz te verbeteren is een betere herkenning van de doelgroep nodig alsmede specifieke scholing van hulpverleners. Wetenschappelijk onderzoek naar de effectiviteit van verschillende behandelmethodes en begeleidingsmethodieken kan bijdragen aan meer ‘evidence based practices’.

Alcohol- en drugsgebruik LVG-ers Welke volwassenen met een lichte verstandelijke beperking gebruiken alcohol en drugs? Wat is de omvang van dit middelengebruik en in hoeverre leidt het tot problemen? Op deze vragen geeft het rapport ‘Middelengebruik bij volwassenen met een lichte verstandelijke beperking’ antwoord. Naar schatting is bij 10-30% van

10

de doelgroep sprake van problematisch middelengebruik. De meeste LVG-professionals zijn onvoldoende deskundig op het gebied van alcohol en drugsgebruik, professionals in de algemene zorg hebben vaak onvoldoende kennis over mensen met een verstandelijke beperking. Meer samenwerking tussen beide disciplines is nodig om te voorkomen dat volwassenen met LVG en alcohol- of drugsproblemen tussen wal en schip vallen. Instellingen voor LVG-zorg die een alcohol- en drugsbeleid willen ontwikkelen in de LVG en de deskundigheid van hun medewerkers op dit gebied willen vergroten, kunnen gebruik maken van Open en Alert. Dit alcohol- en drugspreventieprogramma is in 2010 door het Centrum Gezond Leven erkend als theoretisch goed onderbouwde leefstijlinterventie voor de LVG-zorg.

LVG-zorg op basis van ACT/FACT principes Het Trimbos-instituut ontwikkelt in kader van het project Modelontwikkeling ACT/FACT voor nieuwe doelgroepen, een modelbeschrijving en kwaliteitscriteria voor intensieve ambulante (bemoei)zorg voor mensen met een licht verstandelijke beperking. Mensen met een licht verstandelijke beperking hebben vaak complexe en langdurende gedrags- en/of psychiatrische problematiek. Met het opstellen van kwaliteitscriteria wil het Trimbos-instituut de ontwikkeling van intensieve ambulante zorg gestoeld op ACT/FACT principes voor deze doelgroep

ondersteunen en stimuleren. Het project Modelontwikkeling ACT/FACT voor nieuwe doelgroepen maakt deel uit van het Transitieprogramma in de Langdurende Zorg. Het project loopt tot 1 april 2011.

LVG-ers en infectieziekten Volwassenen met LVG zijn extra kwetsbaar voor infectieziekten door onveilige seks en onveilig drugsgebruik. Om meer zicht te krijgen op risicogedrag en het risico op infectieziekten zijn sleutelfiguren uit de LVG-zorg geïnterviewd. Het gaat om de verstandelijk gehandicaptenzorg, sociale werkvoorzieningen en maatschappelijke opvang, psychiatrische penitentiaire centra en de verslavingszorg. "Onze cliënten met een lichte verstandelijke beperking zijn allemaal wel eens misbruikt, seksueel of financieel" is een typerende uitspraak van een van de geïnterviewden. Naar aanleiding van dit onderzoek zijn de met de doelgroep ontwikkelde brochures ‘Alcohol zonder flauwekul’, ‘Hasj en Wiet zonder flauwekul’, en ‘XTC, Cocaïne en Speed zonder flauwekul’ breed verspreid.

Met het preventiewerk richt het Trimbos-instituut zich in toenemende mate op de eerstelijn. Dat is immers de meest aangewezen plek om beginnende psychische problemen tijdig te verhelpen, benadrukt BRIGITTE BOON, programmahoofd Publieke Geestelijke Gezondheid. “Naast huisartsen en eerstelijnspsychologen richten we ons bijvoorbeeld ook op werkgevers en thuiszorgmedewerkers. Die partijen vangen immers als eerste signalen op van mensen met lichte psychische klachten”, zegt Boon. Haar advies aan deze eerstelijns-professionals luidt: wijs mensen op websites als www.mentaalvitaal.nl en www.psyfit.nl. Met dit online aanbod kan namelijk iedereen direct aan de slag. “Hoe eerder men dat doet, hoe beter!”, benadrukt Boon. “Hopelijk leidt deze benadering tot een nieuw bewustzijn, waarbij het normaal wordt dat je niet alleen op je fysieke gezondheid let, maar ook aan je mentale conditie werkt.” Ook al zijn huisartsen druk bezet, toch blijkt uit gesprekken met het Nederlands Huisartsen Genootschap dat zij preventiewerk als onderdeel van hun takenpakket zien: met name het signaleren van beginnende klachten en het toeleiden naar laagdrempelige interventies, die vervolgens door praktijkondersteuners of eerstelijns psychologen worden uitgevoerd. “Bij aandoeningen als diabetes of COPD gebeurt dat al. Daarom lijkt nu de tijd rijp om begeleiding bij psychische klachten beter in de eerstelijn te positioneren”, aldus Boon. Deze focus op de eerstelijn komt overeen met het

huidige regeringsbeleid om de zorg dichterbij te brengen en de vraag naar duurdere tweedelijns zorg terug te dringen. “Welbeschouwd is de eerstelijn een logische plek voor preventie die voorkomt dat klachten uitmonden in een psychische stoornis”, zegt Boon. “Historisch gezien is de rangschikking in de tweedelijn echter goed verklaarbaar, daar beschikt men over de inhoudelijke expertise. Daarom zitten we met ggz- en verslavingszorginstellingen om de tafel om nieuwe goed onderbouwde interventies te ontwikkelen en die op effectiviteit te toetsen.”

‘Hopelijk ontstaat het bewustzijn dat het normaal is om in je mentale conditie te investeren’ Dankzij kosteneffectiviteit-analyses van het Trimbosinstituut is de winst van preventieactiviteiten steeds gemakkelijker in geld uit te drukken. “Het is evident dat mensen die aan hun mentale conditie werken langer kunnen doorwerken als dat maatschappelijk gezien noodzakelijk wordt”, licht Boon toe. “Bovendien gaat de productie van mentaal fitte werknemers met sprongen omhoog, omdat ze minder verzuimen en beter presteren. Met onze nieuwe rekenmodellen is dat steeds beter te becijferen. Deze modellen zijn overigens niet alleen interessant voor werkgevers; ook gemeenten die de keuze voor bepaalde preventieve interventies willen baseren op een deugdelijke kosten-/batenanalyse kunnen hier hun voordeel mee doen!”

11


Veel patiënten kampen met heftige emoties. Daardoor zijn zij nauwelijks in staat om hun klachten te beoordelen en sturing te geven aan hun herstel. Een goede huisarts fungeert daarom vooral als coach, vindt LEONARD WITKAMP. ‘Meneer dokter’. Toen hij in 1977 als huisarts begon in Tilburg, werd Leonard Witkamp regelmatig zo aangesproken. Maar dat is allang verleden tijd. Door jarenlang lief en leed te delen, wordt hij nu soms zelfs getutoyeerd door zijn patiënten. Zeker in persoonlijke gesprekken vat hij dat op als compliment en uiting van vertrouwen. Bij zijn patiënten onderscheidt Witkamp drie energie verslindende basisemoties: angst, boosheid en verdriet. Hierdoor zijn zij hun probleem niet de baas. Zij piekeren, slapen slecht, raken vermoeid en ontwikkelen allerlei lichamelijke klachten. Dat voedt vervolgens de angst voor ernstige aandoeningen, zoals kanker.

12

“Ik probeer steeds aan te sluiten bij die basisemoties”, benadrukt Witkamp. “Want een patiënt moet zich eerst herkend voelen, voordat je samen het probleem in kaart kunt brengen en naar oplossingen kunt zoeken. Hierbij probeer ik patiënten ook gereedschap mee te geven, zodat ze een meer realistische kijk op hun probleem krijgen. Met die steun hoop ik dat het geluk vindbaar blijft en het leven kwaliteit houdt, zelfs bij patiënten die lijden aan een ernstige ziekte.” Op zoek naar nieuw perspectief laat Witkamp zijn patiënten vaak als huiswerk een SWOT-diagram maken. Zo ontdekken zij hun sterke en zwakke kanten plus alle mogelijke kansen en bedreigingen. “Heel verhelderend! Patiënten zien zo waar het fout zit, en waaraan ze moeten werken. Op deze manier probeer ik te voorkomen dat patiënten onnodig aan de pillen gaan. Het uitschrijven van recepten leidt immers vrijwel nooit tot een oplossing van het probleem. Coaching en begeleiding blijven het allerbelangrijkst” In de kaartenbak van Witkamp zitten relatief veel laagopgeleide Tilburgers. Afkomstig uit grote katholieke gezinnen. En vroeger vaak veroordeeld tot slecht betaald werk in de plaatselijke textielindustrie. Velen kregen hierdoor nooit de kans zich te ontplooien. Zeker bij zijn oudere patiënten werkt dat ‘oude verdriet’ nog altijd door, merkt Witkamp.

‘Zolang je gestuurd wordt door emoties, is zelfmanagement onmogelijk’ “Zij hebben nooit geleerd om zelf na te denken over mogelijke oplossingen. Voor hen is zelfsturing dan ook een utopie. Ze hebben geen idee wat ze zelf zouden kunnen doen en zijn geneigd hun probleem bij mij neer te leggen. Daardoor blijft die patiëntengroep, hoe graag je het ook anders zou willen, altijd afhankelijk van je.”

13


Mentaal Vermogen Jaaroverzicht

Lancering mentaalvitaal.nl en psyfit.nl Geen sportschool voor het lichaam, maar voor het hoofd. Op 8 oktober is een portal gelanceerd waar alle informatie over mentale gezondheid samenkomt: www.mentaalvitaal.nl. Mentaal Vitaal is er voor iedereen die meer wil weten over mentale gezondheid en daar zelf mee aan de slag wil. Op mentaalvitaal.nl vindt de bezoeker informatie, mentale fitness tips en oefeningen, online cursussen en therapie en verwijzing naar hulp. In het eerste kwartaal weten al 77.000 bezoekers de weg naar de portal te vinden. Mentaal Vitaal is een gezamenlijk project van het Trimbos-instituut en het Fonds Psychische Gezondheid. www.psyfit.nl is één van de interventies van het Trimbos-instituut op mentaalvitaal.nl en is in november officieel gelanceerd. Psyfit.nl is een internetcursus die helpt bij het verbeteren van mentale fitheid door oefeningen, tests en tips. Mensen die het programma volgen leren wat mentale fitheid is en hoe ze gelukkiger en meer ontspannen in het leven kunnen staan. De principes van Psyfit.nl vormen tevens de grondslag voor het boek 'Mental Fitness – verbeter je mentale conditie' van Linda Bolier, Merel Haverman en Jan Walburg, dat eveneens in november verschijnt. De televisieomroep NTR (voorheen Teleac) heeft op basis van het boek en de website een vierdelige tv-serie gemaakt over mensen met alledaagse problemen en stress, die aan de slag gaan met de principes van mental fitness. De tv-serie is in

14

november uitgezonden. Website, boek en tv-serie zijn gebaseerd op onderzoek vanuit de positieve psychologie, de cognitieve gedragstherapie, mindfulness en leefstijladviezen.

Jong van geest Op zaterdag 6 november presenteert Trimbos-directeur Jan Walburg zijn nieuwe boek ‘Jong van geest. Optimistisch ouder worden is geen kunst’ op het jaarcongres van de ouderenbond PCOB in Utrecht. In ‘Jong van geest’ rekent Walburg af met de mythes over ouder worden. Veel ouderen hebben na hun pensionering nog zo’n twintig jaar in goede gezondheid voor zich, hebben veel meer vrijheid dan vroeger en vaak voldoende levenservaring om verstandige keuzes te maken. Alle reden om goed na te denken over een zinvolle invulling van hun tijd. In dagbladen en tijdschriften verschijnen interviews met Jan Walburg en hij is te gast in landelijke en regionale radio- en tv-programma's. ‘Jong van geest’ is uitgegeven door uitgeverij Nieuw Amsterdam en verkrijgbaar in de webshop van het Trimbos-instituut en in de boekhandel.

Via deze qr-code kunt u ‘Jong van geest’ direct bestellen.

Als je je goed voelt, houd je meer greep op je leven. Daarom is het belangrijk regelmatig aandacht te besteden aan je mentale conditie. In het vorig jaar verschenen boek ‘Mental Fitness’ van Linda Bolier, Merel Haverman en Jan Walburg van het Trimbos-instituut staan oefeningen voor een gelukkig leven. Wetenschappelijk medewerker LINDA BOLIER aan het woord. Optimistisch denken. Je veerkracht versterken. Constructief omgaan met problemen. In het boekje Mental Fitness worden in totaal zeven basisvaardigheden uitgewerkt, die iedereen nodig heeft voor een zinvol bestaan. “We willen hiermee het mentaal vermogen van mensen versterken, of ze nu gezond zijn of ziek” licht Linda Bolier toe. De zeven uitgangspunten van mental fitness zijn volgens haar toepasbaar in de gehele zorgketen, van preventie tot nazorg. “Het boekje – een praktische gids vol oefeningen en tips – is hiertoe een eerste aanzet. Het is met name bedoeld voor mensen die niet lekker in hun vel zitten, piekeren of last hebben van stress. Inmiddels zijn er ook hulpverleners in de ggz die de oefeningen gebruiken bij kwetsbare cliëntengroepen. Maar voor dat doel willen we graag nog een aparte training ontwikkelen.” Mensen die kampen met een fikse depressie of een andere psychische stoornis, komen daar met mental fitness niet van af. Zij hebben een deugdelijke behandeling of therapie nodig. Maar tijdens

hun herstel kunnen zij volgens Bolier wel baat hebben bij de zeven mental fitness-principes. “We bewerken die principes nu bijvoorbeeld voor mensen met schizofrenie. Omdat bekend is dat zij kunnen verzanden in passiviteit, is het goed wanneer zij vriendschappen ontwikkelen, actief zijn en leuke dingen doen. Omdat dat soms best ingewikkeld is, hebben ze hierbij ondersteuning nodig van een hulpverlener of coach. Hopelijk krijgen zij zo meer grip op hun leven, en kunnen ze op zoek naar oplossingen die passen bij hun eigen doelen.”

‘Mental fitness biedt geen garantie op rimpelloos levensgeluk’ “Het managen van jezelf is eigenlijk het lastigste dat er is”, zegt Bolier. “Dat vergt namelijk een duurzame gedragsverandering, waarbij je bepaalde zaken anders gaat doen en moet inpassen in je leven. Dat vergt oefening, tijd en discipline. Vaak zijn we immers geneigd terug te grijpen naar bekende oplossingen.” Mental fitness biedt geen garantie op een rimpelloos levensgeluk, waarschuwt Bolier. Daar is het bestaan te weerbarstig voor. “Uiteindelijk word je niet gelukkiger als je alle ellende wegstopt of ontkent. Het gaat erom hoe je met de werkelijkheid omgaat. Soms zal je daarbij onder ogen moeten zien dat niet alles loopt zoals je wilt. Dat hoort er nu eenmaal bij.”

15


E-mental health Jaaroverzicht 16

GPS en dementie Mantelzorgers van mensen met dementie zijn enthousiast over een GPS-systeem waarmee ze op een beveiligde internetsite hun naaste met dementie kunnen traceren en telefonisch contact kunnen maken. 75% van hen zegt dat het GPS-systeem hen een veiliger gevoel geeft en 61% geeft dankzij de nieuwe techniek zijn of haar naaste meer zelfstandigheid. Wel moet de traceertechniek verder verfijnd worden voor het systeem op grote schaal gebruikt kan worden. Dit blijkt uit de in april gepresenteerde onderzoeksresultaten van het Programma Ouderen. Het GPS-systeem biedt verschillende mogelijkheden. Het verstuurt coördinaten naar een beveiligde website, waarop de mantelzorger kan zien waar de persoon zich bevindt en welke route hij of zij afgelegd heeft. Ook kan de persoon met dementie door middel van één druk op de knop contact leggen met zijn of haar mantelzorger. De mantelzorger kan ook naar het GPSsysteem bellen, waarbij middels een luidspreker direct contact mogelijk is zonder dat de persoon met dementie op hoeft te nemen.

Terugval voorkomen met Depressievrij.nl

Online keuzehulp schizofrenie en depressie

Is zelfhulp via internet een goede manier om terugval naar een depressie te voorkomen? Dat is de centrale vraag in het onderzoek naar www.depressievrij.nl van de Rijksuniversiteit Groningen (RUG), het Trimbosinstituut, VU medisch centrum en Arkin. Depressievrij is een internettraining gebaseerd op een effectief bewezen groepsbehandeling van de RUG. De behandeling is in samenwerking met het Trimbos-instituut – in het kader van het innovatieprogramma Mentaal Vitaal – aangepast voor internet. De interventie kan thuis in eigen tijd en tempo worden gevolgd, eventueel met telefonische of e-mail ondersteuning van een therapeut. Een manier om de betrokkenheid bij de training te vergroten, is het sturen van sms’jes. Mensen in de herstelfase van een depressie ontvangen twee keer per maand een sms met de vraag hoe het met ze gaat. De antwoorden worden verwerkt in een grafiek. Hierdoor ontstaat een overzicht van de stemming en kan gerichte feedback worden gegeven. Terugkeer van depressieve klachten kan zo sneller worden herkend.

Via www.kiesbeter.nl is vanaf medio 2011 online keuzehulp beschikbaar voor schizofrenie. De keuzehulp geeft informatie over een specifieke stoornis en de verschillende zorgalternatieven, inclusief alle voor- en nadelen. In het ‘Mijn keuze’ deel wordt de gebruiker gestimuleerd helder te krijgen wat voor hem of haar belangrijk is bij een behandeling: bijvoorbeeld privacy, snelheid van effecten of vermijden van bijverschijnselen. De inhoud van een keuzehulp is gebaseerd op multidisciplinaire richtlijnen. Het Trimbos-instituut heeft de ontwikkeling van de interculturele keuzehulpen voor schizofrenie en depressie ondersteund. De effecten van de keuzehulp depressie worden momenteel onderzocht.

Hoe houd je de regie over je leven wanneer je kampt met een ernstige psychische stoornis als schizofrenie? En hoe vind je daarbij je eigen weg naar herstel? Met de nieuwe portal ‘Eigen Regie’ moet dat een stuk makkelijker worden, aldus Trimbos-medewerker PETER VAN SPLUNTEREN. “Zelfmanagement is gestoeld op het vertrouwen dat je het leven aan kunt. En dat met je beperking. Want helemaal herstellen zit er vaak niet in bij cliënten met een verhoogde psychotische kwetsbaarheid”, zegt projectleider Peter van Splunteren van het Trimbos-instituut. “Zij voelen zich vaak moe en onzeker, en vinden het moeilijk om prikkels te verwerken. Bovendien klopt hun beleving van de werkelijkheid en eigen situatie niet altijd. Hierdoor hebben zij een beperkter vermogen om relaties te onderhouden, gewoon mee te doen en de regie over hun leven te nemen.” De zorg voor deze cliëntengroep betitelt Van Splunteren als “uiterst karig”. “Meestal krijgen ze alleen een onderhoudsdosis: een gesprekje, wat gedragstherapie, voorlichting of hulp. Meer niet.” Betere zorg vergt extra personele inzet en is dus duurder. Om die reden zijn er maar weinig zorginstellingen die hiervoor kiezen. “We weten dat Assertive Community Treatment (ACT) werkt. Maar die intensieve behandeling is zo kostbaar, dat er vaak gekozen wordt voor de afgeleide, minder dure FACT-variant. Daarmee worden op dit moment zo’n 30 tot 40% van de in totaal 150.000 mensen met

schizofrenie bereikt”, schat Van Splunteren. Via www.eigen-regie.nl word informatie gegeven over de portal ‘Eigen Regie’. De portal is alleen te gebruiken door instellingen en cliënten en is vooral gericht op het verbeteren van de monitoring, informatievoorziening en communicatie tussen cliënten, mantelzorgers en hulpverleners. Cliënten kunnen via internet op elk gewenst moment met een vragenlijstje aangeven hoe het met hen gaat. Zo kan de hulpverlener sneller inspringen op zorgelijke signalen. En om zoveel mogelijk aan te sluiten bij eigen herstelwensen, staat in de portal bij negen belangrijke levensdomeinen aangegeven welk hulpaanbod mogelijk is. Als de cliënt iets aanvinkt, komt het automatisch ter sprake tijdens het volgende hulpverleningsgesprek.

‘In de portal staat bij negen belangrijke levensdomeinen welk hulpaanbod mogelijk is’ De feedback van de vijftig cliënten en de hulpverleners die met dit instrument experimenteren verschilt. De kortere lijnen en directe contactmogelijkheden tussen cliënt, hulpverlener en mantelzorger zijn het grootste pluspunt. ‘Eigen Regie’ wordt komend jaar uitgebreid met extra applicaties, zoals een webcam voor ‘ingeblikte’ face to face gesprekken, een sms-alertfunctie en een instrument waarmee de cliënt – in overleg met hulpverlener en/of mantelzorger – aangeeft aan welke doelen hij de komende periode specifiek wil werken.

17


Alcohol & drugs Jaaroverzicht

De gezonde school en genotmiddelen Twee nieuwe interventies zijn toegevoegd aan De gezonde school en genotmiddelen, een integraal onderwijs preventieprogramma voor schoolgaande jongeren en hun ouders. In de PAS-interventie maken ouders afspraken over het alcoholgebruik van hun kinderen. PAS is door de Erkenningscommissie van het Centrum Gezond Leven als ‘waarschijnlijk effectief’ beoordeeld. Tevens is een e-learning module voor het MBO gelanceerd (www.-mbo-rokendrinkendrugs.nl). Door middel van een interactief verhaal worden leerlingen uitgedaagd na te denken over het gebruik van alcohol en drugs.

Spijbelen versus alcoholen cannabisgebruik Frequent alcoholgebruik en cannabisgebruik zijn risicofactoren voor spijbelen, een geringere schoolmotivatie, verminderde schoolprestaties en schooluitval. Dit blijkt uit het rapport ‘Middelengebruik en voortijdig schoolverlaten’ van het Trimbos-instituut in samenwerking met de Universiteit Utrecht. Staatssecretaris Van Bijsterveldt van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap neemt op 22 januari het eerste exemplaar in ontvangst. Middelengebruik blijkt voor alle jongeren gerelateerd aan problemen met school, maar voor meisjes meer dan jongens, voor jongere adolescenten meer dan voor oudere, en voor hoger opgeleiden meer dan voor laagopgeleiden. VMBO- en MBO-scholen hebben

18

behoefte aan meer ondersteuning op het gebied van middelengebruik in relatie tot schoolverzuim. Het ter sprake brengen van problematisch gebruik en verslaving onder leerlingen is voor docenten en leerlingen vaak een taboe. Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van het ministerie OC&W en het ministerie van VWS.

Pleidooi voor alcoholleeftijdsgrens 18 jaar Begin mei stuurt het Trimbosinstituut, samen met GGD Nederland en STAP, een open brief aan de Tweede Kamer om te pleiten voor de invoering van een leeftijdsgrens van 18 jaar bij de verkoop van alcohol. Aanleiding is het Kamerdebat op 12 mei over de nieuwe Drank- en Horecawet. Het aantal spoedeisende hulpbehandelingen voor jongeren van 15-19 jaar in verband met een alcoholvergiftiging steeg tussen 2003 en 2008 met 280 procent. Het invoeren van een leeftijdsgrens van 18 jaar is een van de meest effectieve maatregelen om schadelijk alcoholgebruik door jongeren aan te pakken, blijkt overtuigend uit verschillende wetenschappelijke studies.

Nieuw: Monitor DrugsIncidenten Het aantal incidenten met GHB blijkt relatief hoog, terwijl het gebruik van GHB juist laag is. Bij één vijfde van de gemelde gezondheidsincidenten is GHB gebruikt, waarbij het ook nog vaker dan gemiddeld gaat om ernstiger vormen van intoxicatie. Dit zijn opvallende resultaten van de Monitor DrugsIncidenten.

Met de Monitor houdt het Trimbos-instituut sinds 2009 actuele gegevens bij over aard en omvang van drugsgerelateerde gezondheidsincidenten in Nederland. De gegevens worden verzameld door een netwerk van aangesloten ‘peilstations’ uit verschillende delen van het land: spoedeisende hulp afdelingen van ziekenhuizen, ambulancediensten, politieartsen en EHBO-organisaties op grote evenementen. In 2010 is het aantal peilstations verder uitgebreid. De gegevens van de monitor worden gebruikt voor preventie en schadebeperking.

Chat over alcohol en drugs Sinds november 2010 biedt het programma Publieksinformatie een nieuwe dienst aan: chatten over alcohol en drugs. De chatservice is een aanvulling op bestaande kanalen als de Drugs Infolijn ( 0900 1995), Alcohol Infolijn ( 0900 5002021) en de mailservice (vraagbaak@drugsinfo.nl, vraagbaak@alcoholinfo.nl). De chatservice is een samenwerkingsverband van het Trimbos-instituut met alle reguliere instellingen voor verslavingszorg. Op werkdagen wordt de chat tussen 15.00 en 18.00 uur door een medewerker van Publieksinformatie of een preventie-afdeling van een verslavingszorginstelling verzorgd. De chatservice is een pilot. Medio 2011 wordt de service geëvalueerd.

Dankzij de laatste computertechnologie kunnen cliënten optimaal de regie houden over hun behandeling. Dat maakt de verdere ontwikkeling van Web 3.0 noodzakelijk, vindt KATHERINA MARTIN ABELLO, programmahoofd I.COM, Innovation Centre for Mental Health & Technology, van het Trimbos-instituut. De technologie is er klaar voor. Ook aan de consument/cliënt ligt het niet. Die zoekt bij gezondheidsklachten eerst op internet naar informatie, en is inmiddels gewend om allerlei persoonlijke zaken via internet te regelen en te delen. Toch investeert slechts een kwart van de ggz-instellingen in internetbehandelingen. Dat een doorbraak uitblijft, heeft volgens Katherina Martin Abello ondermeer te maken met fundamentele veranderingen die instellingen moeten doorvoeren wanneer zij de cliënt daadwerkelijk centraal stellen. Behalve deze verschuiving zijn er ook praktische, juridische en financieringsaspecten die de doorbraak van e-health vooralsnog belemmeren. De ontwikkeling verloopt zonder de nodige centrale coördinatie en een gemeenschappelijke visie. “Vanuit cliëntperspectief is dat een gemiste kans”, vindt zij. “E-health biedt de cliënt namelijk bij uitstek de mogelijkheid om tijdens de behandeling eigen doelen te stellen en controle te houden over het verloop. Daarmee kan echt co-creatie ontstaan bij het opstellen en uitvoeren van het behandelplan.” Essentiële voorwaarde voor zelfmanagement is de directe toegang tot een eigen online dossier. Dat

stelt cliënten in staat om alle medische gegevens te overzien, en waar nodig uit te wisselen met behandelaars. “Met de applicaties van de huidige Web 3.0-technologie kunnen cliënten zelf de privacy van hun gegevens bepalen”, zegt het programmahoofd. In het verlengde hiervan kunnen cliënten online toegang krijgen tot screeningsinstrumenten en behandelingen. Daarmee kunnen zij – zelfstandig of ondersteund door hun behandelaar – aan de slag om persoonlijke doelen te realiseren. En nog een voordeel: online is er veel meer informatie op maat beschikbaar. “Uiteindelijk vergroot dit de toegang tot de beste zorg voor een grote groep cliënten”, aldus Martin Abello.

‘Een eigen online patiëntendossier is een noodzakelijke voorwaarde voor zelfmanagement’ Om deze nieuwe mogelijkheden te bevorderen, werkt I.COM aan de doorontwikkeling van Web 3.0. Dat moet resulteren in nieuwe gebruiksvriendelijke applicaties en bijbehorende software (api’s) waarmee verschillende toepassingen creatief worden gecombineerd. “Dat leidt tot allerlei nieuwe oplossingen, zoals e-health-toepassingen in social media waardoor online interventies nog dichterbij de cliënt komen”, licht Martin Abello toe. “Met I.COM investeren we in dit soort innovaties, zodat de laatste technologie direct kan worden ingezet zodra e-mental health écht doorbreekt binnen de ggz.”

19


Alcohol & drugs Jaaroverzicht

Vakantie en drinkende jongeren Jongens die zonder ouders op vakantie gaan, drinken gemiddeld 17 glazen alcohol per vakantiedag, meisjes 7 glazen. Dat is meer dan thuis. Ook is de kans groter dat ze roken. Reden voor het Trimbos-instituut en STIVORO om in de zomer een regionale en landelijke campagne te starten. Het is voor het eerst dat het Trimbos-instituut en STIVORO de krachten bundelen om ouders te wijzen op de risico's voor jongeren tijdens de vakantie. De samenwerking is de opmaat van een nieuwe gezamenlijke campagne voor ouders over roken-, alcohol- en cannabisopvoeding in 2011 met als doel jongeren weerbaarder te maken tegen de verleidingen van genotsmiddelen.

Happy drinks Een manier om te voorkomen dat jongeren alcohol drinken, is het bieden van een goed alternatief. Zoals de Happy Drinks die topkok/kokoloog Pierre Wind in opdracht van het Trimbosinstituut ontwikkelde. Cocktails als The Battery (alsof je een batterij inslikt) en Caipirinhee (met de kick van sushi-azijn) zijn in juni op het schoolfeest van het Dalton Lyceum in Dordrecht een groot succes. Een spetterend feest, zonder één druppel alcohol. De Happy Drinks zijn ook ingezet in de Nuchtere Fries campagne. Deze door verschillende partijen uitgevoerde campagne is in april gestart om jongeren te wijzen op de risico's van overmatig alcoholgebruik. De Happy Drinks worden hier door de horeca als alternatief voor alcohol geboden. De Happy Drinks moeten het imago van alcoholvrije dranken versterken en het aanbod van alcoholvrij tijdens het uitgaan vergroten. Happy Drinks maakt in 2011 onderdeel uit van de weerbaarheidcampagne gericht op jongeren die in samenwerking met STIVORO wordt uitgevoerd.

Via deze qr-code kunt u de Happy Drinks recepten downloaden.

20

Boete of kanskaart In 2010 is de interventie Haltafdoening Alcohol erkend als ‘wetenschappelijk goed onderbouwd’ door het Centrum voor Gezond Leven. De interventie is bedoeld om overmatig alcoholgebruik onder jongeren een halt toe te roepen. Sinds 2009 wordt de interventie in opdracht van het ministerie van Veiligheid en Justitie landelijk aangeboden. De Haltafdoening Alcohol heeft daarbij diverse namen gekregen, zoals Boete of Kanskaart, Alcohalt, Heldere Taal en Meer dan een Biertje. In 2010 is een procesevaluatie uitgevoerd. Op basis van de uitkomsten wordt de interventie aangepast ter voorbereiding op een effectevaluatie, waarvan de resultaten in 2012 bekend worden. De Tweede Kamer wil dat bij de invoering van de nieuwe Dranken Horecawet, waarbij bezit van alcohol bij jongeren onder de 16 jaar strafbaar wordt gesteld, de Haltafdoening Alcohol als interventie wordt aangeboden.

1.

6.

4.

Steeds meer zorgverzekeraars bieden preventieve online programma’s waarmee verzekerden aan hun fysieke en mentale gezondheid kunnen werken. Bestuurder MARTIN BONTJE van Univé-VGZ-IZATrias (UVIT) verwacht dat verzekerden die investeren in hun leefstijl straks een lagere eigen bijdrage gaan betalen. De afgelopen jaren hebben zorgverzekeraars zich een nieuwe rol aangemeten. Ze functioneren niet langer alleen als betaalkantoren, maar willen hun verzekerden ook ‘gidsen’ om zo gezond2.mogelijk te leven. Hierbij maken ze steeds vaker gebruik van online trainingen en coachingprogramma’s om hun klanten tegen relatief lage kosten fit te houden. Zo kun je bij de meeste verzekeraars online begeleiding krijgen bij afvallen en stoppen met roken. Voor mensen die last hebben van beginnende psychische klachten – stress, depressieve gevoelens of angst – hebben zorgverzekeraars inmiddels ook tal van online behandelmodules. Verzekerden kunnen hiermee thuis – al dan niet in combinatie met face to face gesprekken met een therapeut – zelfstandig werken aan hun klachten. “Dit soort zelfhulpmodules dwingt mensen om actief over zichzelf en hun situatie na te denken. Dat leidt tot duidelijke, persoonlijke doelen, waardoor de behandeling effectiever is”, benadrukt Martin Bontje. “Het vereist wel dat verzekerden over een minimum aan zelfinzicht beschikken, plus de wil om echt iets aan hun gedrag te veranderen.”

Bontje verwacht het5.meest van hybride behandelingen waarbij een therapeut de online behandeling ondersteunt. De klinische 7. blik waarborgt namelijk 3. een deugdelijke diagnose. Bovendien leidt persoonlijk contact tot een hogere therapietrouw. “Het verhoogt de discipline bij verzekerden om hun module helemaal af te ronden. Dat is hard nodig, want de meeste mensen lukt het niet om hun leefstijl op eigen kracht te veranderen”, zegt Bontje. “De hulpverlener fungeert zo dus niet alleen als behandelaar, maar steeds meer als coach.”

‘De meeste mensen lukt het niet om hun leefstijl op eigen kracht te veranderen’ Nu wordt in de premies nog niet doorberekend of verzekerden kiezen voor een klassieke face to face behandeling of een veel goedkopere hybride behandeling. Bontje verwacht dat dit de komende jaren verandert, zodat er een extra financiële prikkel ontstaat voor verzekerden. Ook verdergaande bezuinigingen op het aantal therapiesessies zullen volgens Bontje leiden tot meer zelfwerkzaamheid. “We zien dat nu al bij bezuinigingen op fysiotherapie. Naarmate er minder sessies worden vergoed, stimuleert dat cliënten om meer zelf te oefenen. Ik kan me goed voorstellen dat hetzelfde ook in de lichtere ggzsferen gebeurt. Daar is niks mis mee, want mensen kunnen nog veel meer zelf doen dan nu het geval is.”

21


Prijzen en toppers Jaaroverzicht

Parel van ZonMw voor Wilma Boevink van HEE Tijdens de GGZ Kennisdag op 21 januari krijgt Wilma Boevink, initiatiefnemer van HEE, de Parel van ZonMw uitgereikt. HEE staat voor Herstel, Empowerment en Ervaringsdeskundigheid. De prijs is bedoeld voor door ZonMw gefinancierde projecten die goed aansluiten bij de actuele ontwikkelingen in de gezondheidszorg. In HEE-groepen verkennen cliënten met ernstig en langdurig psychisch lijden hun eigen kracht en mogelijkheden. Zij leren hun pijnlijke ervaringen te zien als bron van kennis die kan bijdragen aan hun herstel. HEE organiseert studiedagen en cursussen over herstel voor andere cliënten van de ggz en voor professionals. Aandacht voor herstel betekent een andere manier van werken voor zorgverleners: met respect voor de ervaringsdeskundigheid van cliënten. Die manier van werken sluit aan bij visies rond rehabilitatie binnen de ggz.

Dementiedebaas.nl wint internationale prijs www.dementiedebaas.nl – ontwikkeld voor mantelzorgers van een partner of familielid met dementie – wint een internationale prijs als ‘meest veelbelovende psychosociale interventie’. Anne Margriet Pot, programmahoofd Ouderen bij het Trimbosinstituut, neemt begin maart – mede namens Stichting Geriant en Alzheimer Nederland – de prijs in ontvangst tijdens het 25ste jaarlijkse Internationale Alzheimer Conferentie in Thessaloniki, Griekenland. De jury van de internationale prijs, bestaande uit onder andere

22

vertegenwoordigers van Alzheimer’s Disease International en Fondation Médéric Alzheimer, geven aan onder de indruk te zijn van doel, opzet en eerste resultaten van dementiedebaas.nl. Met de prijs is een internationale demo ontwikkeld: www.masteryoverdementia.com.

Minderdrinken.nl wereldwijd best onderzochte webinterventie www.minderdrinken.nl is wereldwijd de best onderzochte webinterventie voor zelfhulpprogramma’s voor problematisch alcoholgebruik. Dat blijkt in mei uit het rapport van de Effectiveness Bank Alert. De EBA baseert zich op eerder uitgevoerde onderzoeken naar minderdrinken.nl en heeft deze in internationaal perspectief vergeleken met andere onderzoeken naar e-health interventies voor problematisch alcoholgebruik. Minderdrinken.nl is met dit onderzoek opgenomen in de internationale Effectiveness Bank Alert. Het Trimbos-instituut werkt met de WHO aan wereldwijde verspreiding van het programma.

Psychogeriatrieprijs voor Jacomine de Lange Jacomine de Lange, senior onderzoeker bij het Programma Ouderen van het Trimbosinstituut en lector Kenniskring Transities in Zorg, Hogeschool Rotterdam, ontvangt op 14 oktober de jaarlijkse prijs van de Vereniging voor Psychogeriatrie (VPG) op het VPG congres ‘Professioneel werken in de ouderenzorg’. Het VPG prijst De Lange voor haar voortdurende nieuwsgierigheid naar datgene wat ouderen met dementie in hun leven beweegt, welke ingrijpende veranderingen zij doormaken en hoe deze ouderen geholpen kunnen worden.

Christina van der Feltz-Cornelis hoogleraar Op 19 november houdt Christina van der Feltz-Cornelis haar inaugurele rede: ‘Sociale Psychiatrie: heel de mens in beeld’ in het kader van de aanvaarding van de leerstoel Sociale Psychiatrie. Zij stelt dat ggzinstellingen bij de behandeling van psychiatrische patiënten een integrale aanpak moeten nastreven. De leerstoel valt onder het departement van Ontwikkelings-, Klinische en Crossculturele Psychologie van de Universiteit van Tilburg en is mede ingesteld door GGZ Breburg. Van der FeltzCornelis is bij het Trimbosinstituut Programmahoofd Diagnostiek en Behandeling.

Als boegbeeld van de herstelbeweging en als ervaringsdeskundige kent Trimbos-medewerker WILMA BOEVINK de hardcore psychiatrie van binnenuit. Hierdoor weet zij als geen ander hoe moeilijk het is om in die context sturing te geven aan het eigen herstel. Dertig jaar kampt Wilma Boevink al met psychische klachten. Desondanks probeert ze haar leven te leven. Dat gaat met ups en downs. Met keihard werken, veel schrijven en onderzoeken, houdt ze lange tijd alles onder controle. Maar anderhalf jaar terug loopt ze vast. “Ik heb voortdurend geprobeerd om voor alle ellende van vroeger – waarin ik ernstig beschadigd ben door agressie en geweld – uit te blijven lopen”, zegt ze terugkijkend. “Na perioden van knetterhard werken, was ik vaak helemaal op. Dan zakte ik door de bodem en werd ik af en toe psychotisch. Dat patroon wil ik niet meer.” Van haar geloof in de maakbaarheid van de menselijke psyche is ze inmiddels teruggekomen. Dat heeft haar denken over zelfmanagement gerelativeerd. “Uiteindelijk komt het erop neer dat je jezelf aan je eigen haren uit de shit trekt. Dat is knap ingewikkeld. Eigenlijk lukt dat alleen met goede steunpilaren: vrienden en professionals die je volgen en goed luisteren naar wat je nodig hebt. Bovendien vereist het een herstelbevorderende context, terwijl de vieze, gesloten opname-units waarin je terecht komt juist ontmenselijkend werken. Echt stuitend! Maar de discussies over zelfmanagement gaan daar

meestal niet over. Vaak gaan die alleen over alles wat patiënten moeten doen. Hierdoor lijkt zelfmanagement wel een nieuwe behandelmethodiek te zijn geworden, die je op patiënten kunt toepassen. Daarmee worden patiënten wederom object; en dat staat haaks op de uitgangspunten van empowerment en herstel.”

‘Uiteindelijk staat of valt zelfmanagement met de bereidheid om te zoeken naar wat patiënten meebrengen aan kennis, ideeën en ervaring’ Goede voorlichting over de ziekte wordt doorgaans als voorwaarde gezien voor zelfmanagement. Maar patiënten hebben vaak meer aan ervaringsverhalen en onderlinge steun, benadrukt Boevink. “Zodra je een glossy farmaceutenfolder krijgt toegestopt met een diagnose, heb je nauwelijks meer de mogelijkheid om zelf betekenis te geven aan wat je overkomt. Je moet het doen met die ene interpretatie van de werkelijkheid uit de folder. Empowerment en zelfmanagement beginnen echter bij het betekenis kunnen geven aan wat je overkomt. Daarbij heb je als patiënt vooral verhalen nodig van anderen die hetzelfde hebben doorgemaakt en inmiddels al een paar stappen verder zijn. Zulke verhalen zijn ontzettend belangrijk om jezelf in zo’n situatie te kunnen managen. Ze bieden niet alleen herkenning, maar ook de hoop dat als je dit overleeft, weer beter kunt worden.”

23


Bijzondere publicaties Jaaroverzicht

In 2010 werken Trimbosmedewerkers mee aan bijna 300 publicaties; 100 meer dan in 2009. De publicaties variëren van peer reviewed artikelen in nationale en internationale tijdschriften tot onderzoeksrapporten en proefschriften. Daarnaast zijn er zo’n 300 presentaties, trainingen en inleidingen verzorgd in binnen- en buitenland. Voor de complete literatuurlijst zie www.trimbos.nl/jaarverslag.

Met sporten minder kans op psychische stoornis Mensen die sporten hebben vijftig procent minder kans om een psychische stoornis te ontwikkelen dan mensen die niet sporten. Dat blijkt uit een studie op basis van NEMESIS-1 data die is uitgevoerd in opdracht van het ministerie van VWS. Minister Klink van het ministerie van VWS neemt op 19 januari het eerste exemplaar van de bijbehorende publicatie ‘Sporten en psychische gezondheid’ in ontvangst. Mensen die sporten hebben minder vaak psychische stoornissen, zoals depressies, fobieën, andere angststoornissen en alcoholverslaving, dan mensen die niet sporten. Ook ontwikkelen mensen die sporten minder vaak een depressie, fobie, andere angststoornis of drugsverslaving.

NEMESIS-2: Nieuwe cijfers psychische gezondheid Uitkomsten van de tweede NEMESIS-bevolkingsstudie geven nieuwe cijfers over het vóórkomen van psychische stoornissen in Nederland. Zo komt ADHD in de kindertijd of vroege adolescentie bij 2,9 procent van de bevolking voor en 72 procent van

24

hen heeft als volwassene nog steeds ADHD. De Netherlands Mental Health Survey and Incidence Study-2 (NEMESIS-2) is een representatief onderzoek bij 6.646 volwassenen van 18-64 jaar in de algemene bevolking. De studie wordt uitgevoerd met financiering van het ministerie van VWS. Op 23 maart is de studie aangeboden aan de Tweede Kamer. In november is de eerste vervolgmeting gestart.

Monitor Woonvormen Dementie Voor kleinschalige zorg voor mensen met dementie is niet altijd meer personeel nodig dan in grootschalige verpleeghuiszorg, zo blijkt uit het rapport ‘Monitor Woonvormen Dementie’. Bovendien heeft kleinschalige zorg een positieve invloed op de kwaliteit van leven van de bewoners, onder meer omdat ze bijvoorbeeld vaker worden betrokken bij activiteiten. Medewerkers in kleinschalige zorg hebben meer plezier in hun werk. Aan de Monitor Woonvormen Dementie hebben 136 woonvoorzieningen meegedaan. Van grootschalige verpleeghuizen tot verschillende typen kleinschalige woonvoorzieningen. Behalve in kleinschalige woonvoorzieningen in de wijk, wordt ook kleinschalige zorg binnen grootschalige verpleeghuizen geleverd.

drinken. Dat blijkt uit het landelijke HBSC-onderzoek (Health Behaviour in School-aged Children) onder 11- tot 16-jarige scholieren. Het rapport van de Universiteit Utrecht, Trimbosinstituut en het SCP is in december gepresenteerd aan minister Schippers van het ministerie van VWS. In vergelijking met eerdere meetmomenten (2001 en 2005) hebben jongeren iets gezondere eetgewoonten, worden ze minder gepest op school en zijn de jongste groepen minder gaan drinken en roken. Als jongeren echter eenmaal beginnen met drinken, ontwikkelen ze snel een stevig drinkgedrag.

Bordspel Trip voor LVG jongeren Jongeren met een licht verstandelijke beperking spelenderwijs voorlichten over alcohol en drugs. Dat is het doel van het bordspel TRIP, dat door het Trimbosinstituut en Brijder Verslavingszorg is uitgegeven. TRIP is een bordspel met pionnen, dobbelstenen en vragenkaartjes. De vragen zijn onderverdeeld in vier categorieën: Wat weet jij?, Wat zou je doen?, Wat vind jij? en stellingen Waar of Niet waar. Het spel kan gespeeld worden tijdens voorlichtingsbijeenkomsten over alcohol en drugs op scholen of in de leefgroep, met als spelleider bijvoorbeeld een preventiewerker van de verslavingszorg.

HBSC-studie: Nederlandse jeugd doet het goed Jongeren in Nederland voelen zich goed, beoordelen hun sociale situatie positief en vinden dat ze een aangenaam leven leiden. Wel vertonen zij nog altijd veel risicogedrag zoals roken en

Deze qr-code leidt naar de webwinkel van het Trimbos-instituut.

Ouderen die lijden aan dementie verliezen langzamerhand de greep op hun leven. Tijdens dat proces is het van belang te letten op de basale keuzes die zij nog wel kunnen maken. Tegelijkertijd hebben ook oudere mantelzorgers ondersteuning nodig om te voorkomen dat zij bezwijken onder de druk van hun zorgtaken, stelt ANNE MARGRIET POT. Uit de Trimbos-Monitor Woonvormen Dementie blijkt dat oog voor de menselijke maat binnen zorginstellingen – of die nu groot of klein zijn – een belangrijke indicator is voor de kwaliteit van leven en de kwaliteit van zorg. Begrijpelijk, want persoonlijke aandacht vergroot de kans dat zorgverleners kunnen inspringen op de behoeften van ouderen. “Ouderen met dementie kunnen hun omgeving steeds moeilijker duidelijk maken wat ze willen. Daarom hebben zij hulp nodig bij het maken van alledaagse keuzen en het oplossen van problemen”, benadrukt Anne Margriet Pot, programmahoofd Ouderen bij het Trimbos-instituut en hoogleraar Ouderenpsychologie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. “Naarmate de dementie vordert, gaat het om steeds basalere keuzen. Bij het aankleden gaat het bijvoorbeeld om de keuze voor die rode of blauwe broek. Het is belangrijk dit soort eigen wensen of voorkeuren boven tafel te krijgen en te honoreren. Ook dat raakt namelijk aan het behoud van regie over het eigen leven. Dat vergt een respectvolle

benadering, waarbij je ouderen erkenning en vertrouwen biedt en rekening houdt met hun kwetsbaarheden.” Voor oudere mantelzorgers is dit lang niet altijd een eenvoudige opgave. Vaak gaan zij gebukt onder de permanente zorg die zij moeten leveren. Dat kan zo gaan overheersen, dat er van hun eigen bestaan weinig overblijft. Met alle risico’s van dien op een burnout. “Daarom dienen ook mantelzorgers gericht te worden ondersteund in het zo effectief mogelijk bieden van zorg en het zo goed mogelijk vormgeven van hun eigen leven”, benadrukt Pot. “Alleen dan houden zij het op langere termijn vol om zorg te blijven verlenen.”

‘Vergeet oudere mantelzorgers niet. Ook zij hebben ondersteuning nodig om het vol te houden’ De online cursus www.dementiedebaas.nl is hierop gericht met informatie, oefeningen en huiswerkopdrachten. “Mantelzorgers leren zo hun persoonlijke effectiviteit te verhogen, beter met gedragsproblemen van de persoon met dementie om te gaan, en tijd voor zichzelf vrij te maken om ook leuke dingen te blijven doen.” Vorig jaar werd deze cursus onderscheiden met een prijs van Alzheimer Disease International en Fondation Médéric Alzheimer. En minstens zo belangrijk: de cursus wordt inmiddels vergoed door een zorgverzekeraar.

25


In het Landelijk Actieprogramma Zelfmanagment wordt in zeven ziektespecifieke werkgroepen gewerkt aan de bevordering van zelfmanagement. Het Landelijk Platform GGz (LPGGz) neemt depressie onder de loep. Algemeen directeur MARJAN TER AVEST vertelt hoe. “Voordeel van deze gezamenlijke aanpak is dat de deelnemende cliëntenorganisaties van elkaar kunnen leren op het terrein van zelfmanagement. We delen namelijk tal van algemene uitgangspunten, zoals het vergroten van het zelfvertrouwen en de kennis over de eigen aandoening om een terugval te voorkomen”, zegt Marjan ter Avest. “Daarnaast zoeken we echter ook naar specifieke aspecten voor zelfmanagement bij depressie en ervaringskennis hierover. Op dat terrein lopen we in Nederland namelijk sterk achter bij landen als Australië, Canada, Nieuw-Zeeland.” Om grip te houden op hun dagelijks bestaan, is het juist voor mensen met psychische problemen belangrijk dat zij zoveel mogelijk blijven deelnemen aan het sociale en maatschappelijke leven. “Cliënten zijn er bij gebaat dat zij hun werk of studie zo snel mogelijk weer oppakken tijdens de behandeling”, benadrukt Ter Avest. “Anders krijgen zij dat ‘grote leven’ maanden later ineens weer op hun schouders. Dat geeft onnodig extra druk en vergroot het risico op een terugval. Bovendien doet het gewone leven doorgaans een beroep op degezonde kanten van cliënten, waardoor hun herstel wordt bevorderd. Ook op dit terrein zoeken we naar erva-

26

ringskennis. Want op welke manier kun je na een depressie weer op een goede manier (gedeeltelijk) aan de slag?”

‘Cliënten moeten zelf kunnen kiezen; zelfs voor opties die de psychiater medisch gezien niet het beste vindt’ Belangrijk uitgangspunt voor het LPGGz is: ‘cliënten zijn mensen met een leven en niet alleen een ziekte’. “Dat betekent dat de behandeling in een breder (levens-)perspectief staat en geen op zichzelf staande ingreep is”, licht Ter Avest toe. “Tegen die achtergrond vergt zelfmanagement de bereidheid van cliënten zich grondig te informeren over hun ziekte en verschillende behandelmogelijkheden. Dat kan alleen als er voldoende betrouwbare informatie over de diverse behandelingen beschikbaar is, zodat zij zorgvuldige afwegingen kunnen maken. Maar daar ontbreekt het vooralsnog aan.” Professionals staan voor de uitdaging de behandeling meer samen vorm te geven op basis van de feedback van cliënten. “Ook al zijn psychiaters eindverantwoordelijk voor de behandeling, toch moeten zij de wensen van cliënten zoveel mogelijk honoreren”, onderstreept Ter Avest. “Zolang cliënten niet tegen zichzelf beschermd hoeven worden, is het de taak van een psychiater hen verschillende opties voor te leggen. Cliënten moeten uiteindelijk zelf kunnen kiezen; zelfs voor opties die de psychiater medisch gezien niet het beste vindt.”

27


Suïcide Jaaroverzicht

Nabestaandenonderzoek 113online Nabestaanden van iemand die zelfmoord heeft gepleegd, lopen grotere kans in een sociaal isolement te raken, hebben vaker gezondheidsklachten en hebben meer problemen met rouw dan bij andere doodsoorzaken het geval is. Om deze nabestaanden beter te kunnen helpen, onderzoekt het Trimbos-instituut of het helpt om lotgenoten te ontmoeten op het forum van www.113Online.nl. Deze website richt zich op suïcidale mensen, maar ook op hun naasten en nabestaanden. Zo kunnen nabestaanden op de site terecht voor informatie, krijgen ze informatie over wat zelfmoord betekent voor nabestaanden en is er een forum voor lotgenotencontact. Het onderzoek richt zich op nabestaanden van 18 jaar en ouder die een kind, partner, ouder of andere dierbare hebben verloren aan zelfmoord. Zowel mensen die recent een familielid hebben verloren als mensen bij wie het al langer geleden is, kunnen meedoen. Het onderzoek is 1 maart gestart. De resultaten worden in 2011 verwacht.

Regionale aanpak suïcidepreventie In Nederland zijn grote regionale verschillen in de aanpak van suïcidepreventie. Een gezamenlijke aanpak van de regionale GGD en organisaties in de GGZ onder regie van gemeenten biedt de meeste kans op succes, blijkt uit onderzoeken van het Trimbos-instituut en het RIVM. De studie ‘Regionale aanpak van suïcidepreventie. Een kader voor opzet en voorbeelden’ richt zich op suïcidepreventie in Amsterdam, West-Friesland en Friesland. Zinvolle interventies van GGD’en zijn: risicogroepen in kaart brengen met gezondheidsenquêtes; publieksvoorlichting; trainen van leerkrachten om psychische problemen vroeg te signaleren; vaardigheidstrainingen voor jongeren en begeleiden van kwetsbare mensen zoals nabestaanden.

Verbeteren (na)zorg bij suïcidaal gedrag In juli is het ‘Kwaliteitsdocument Ketenzorg bij suïcidaliteit’ gepresenteerd. Bij suïcidale mensen is continuïteit van zorg cruciaal. Dit is op lokaal en regionaal niveau niet altijd goed geregeld. Het Kwaliteitsdocument biedt handvatten om dit wel te doen. Op lokaal niveau hebben vier zorgpartijen te maken met mensen die suïcide plegen of overwegen te plegen: de huisarts, de spoedeisende hulp (SEH), de acute en consultatieve psychiatrie en de reguliere ggz. Er zijn niet altijd goede afspraken tussen deze partijen over wie wanneer verantwoordelijk is voor mensen met suïcidaal gedrag. Met name in de overdracht van de ene zorgverlener of instelling naar de andere, doen zich problemen voor. Het ‘Kwaliteitsdocument Ketenzorg bij Suïcidaliteit’ is opgesteld door het Trimbosinstituut en GGZ Nederland, in samenwerking met het Nederlandse Huisartsen Genootschap (NHG) en met financiering van het ministerie van VWS.

Via deze qr-code kunt u het ‘Kwaliteitsdocument Ketenzorg bij suïcidaliteit’ downloaden.

28

Je ziekte de baas worden… Voor mensen met een ernstige psychische beperking is dat een voorwaarde voor nog iets veel belangrijkers: meer regie over hun eigen leven. Dat staat dan ook voorop bij veel herstel- en rehabilitatieprojecten, vertelt programmahoofd Reïntegratie HANS KROON. Al die verhalen over meer eigen regie klinken leuk. Maar hoe haalbaar is zelfmanagement voor mensen die zich niet of nauwelijks kunnen redden door een kluwen aan sociale, psychische en financiële problemen? “Er zijn zeer kwetsbare cliëntengroepen bij wie dat nauwelijks mogelijk is”, beaamt Hans Kroon. “Als die volledig de regie krijgen, verkommeren ze of gebeurt er niets. Voor die cliënten moet je daarom vooral goed zorgen, waarbij je natuurlijk luistert naar wat zij zelf het liefste willen. Om te voorkomen dat we daarbij wellicht toch teveel in ggz-oplossingen denken, houden we momenteel interviews met mensen met een psychose die zonder ggz-contact een prettig leven leiden. Hopelijk leren we van hun zelfmanagementstrategieën.” Bij herstel en rehabilitatie staan hulpverleners voor lastige dilem-ma’s. Want wat kan de cliënt zelf en wat (nog) niet? Welke interventie biedt perspectief? En wat leidt juist tot extra afhankelijkheid? “Dat is een ingewikkeld ‘spel’ tussen hulpverlener en cliënt”, zegt Kroon. “Bij bemoeizorg moet je in het begin soms zaken overnemen. Maar gebeurt dat te gefaseerd, dan bestaat het risico dat cliënten en hulpverleners daaraan gewend raken en niet verder

komen. Daarom is het belangrijk dat collega’s in ACT-teams met elkaar meedenken om hierin de goede keuzen te maken.” Bij het activeren van cliënten kan een iets andere aanpak al verschil maken. Bijvoorbeeld het stellen van positieve doelen. Of het samen voorbereiden van een behandelplan, zodat deze werkelijk wordt gedragen door de cliënt. “Om dit te vergemakkelijken, ontwikkelen we instrumenten zoals webvideo’s met motiverende ervaringsverhalen en digitale keuzehulpen”, licht Kroon toe. “Dat nodigt cliënten uit te reflecteren over hun leven en wat ze willen bereiken.”

‘Zelfmanagement is veel meer dan het zelf kunnen managen van je ziekte’ Ter bevordering van zelfmanagement wordt ook op andere terreinen geëxperimenteerd. Zo is er voor cliënten in de psychiatrie een nieuwe training ‘Cognitieve Fitness’ ontwikkeld. Onderzoek moet uitwijzen of deelnemers hierdoor beter in staat zijn om de problemen in hun dagelijks bestaan op te lossen. “Daarnaast proberen we de inzet van ervaringsdeskundigen een impuls te geven”, zegt Kroon. “Dat doen we met het Live-project, waarbij we ggz-instellingen ondersteunen die ervaringsdeskundigen in verschillende rollen willen inzetten: niet alleen als hulpverlener, maar ook als beleidsadviseur of luis in de pels.”

29


Begin maart is het Trimbos-instituut gestart met het nieuwe Kennisforum Zelfmanagement. Voorzitter HEDDA VAN ’T LAND raakte het afgelopen jaar bij de University of California San Francisco (UCSF) onder de indruk van de nieuwste mogelijkheden op dit gebied, met name voor chronisch zieken. Tijdens haar eenjarig verblijf in de VS zag senior wetenschappelijk medewerker Hedda van ’t Land allerlei nieuwe interventies. Enthousiast vertelt ze over een online interventie met een uitgebreid chat- en discussieplatform, waarop patiënten elkaar dagelijks voorzien van adviezen en support. Het maakte haar duidelijk dat zelfmanagement-tools niet alleen geschikt zijn voor het uitwisselen en monitoren van medische informatie, maar ook kansen bieden voor het delen van ervaringen door lotgenoten. Dat ICT en e-health het komende decennium onmisbaar zijn voor meer zelfmanagement staat vast voor Van ’t Land. Hetzelfde geldt voor de financiële noodzaak om hierop in te zetten. Maar daarnaast wijst ze ook op een ideëel motief. “Patiënten zijn mondiger geworden en beter geïnformeerd. Bovendien zijn met name chronisch zieken gebaat bij instrumenten waarmee zij hun aandoening permanent kunnen managen en aan hun mentale conditie kunnen werken. Die tools willen we met ons nieuwe kennisforum verder ontwikkelen, implementeren en onderzoeken op effectiviteit.”

groepen wél kunnen bereiken en activeren. In de VS wordt bijvoorbeeld veel gewerkt met cultuursensitieve online interventies om depressie te voorkomen bij kwetsbare groepen binnen de Latino gemeenschap. Dat kan hier ook.” Chronische ziekten zoals hart- en vaatziekten en diabetes gaan vaak gepaard met depressie. Voor patiënten die hiermee kampen, heeft het Trimbosinstituut inmiddels goede online behandelmodules ontwikkeld. “Daarmee kunnen deze patiënten hun mentale conditie op peil brengen, zodat ze vervolgens beter in staat zijn om hun ziekte actief te managen”, zegt Van ‘t Land. “We willen de inzet van dezeonline interventies verbreden om zo de verdere ontwikkeling van zelfmanagement een impuls te bieden.”

‘Patiënten die elkaar dagelijks voorzien van adviezen en support, ook dat is zelfmanagement' De actieve patiënt die zelf sturing geeft aan zijn herstel, betekent een radicale verandering in de zorg, aldus Van ’t Land. Zij erkent dat er tal van groepen zijn, die niet zomaar mee kunnen gaan in deze ontwikkeling. Allochtonen die minder assertief zijn, mensen met cognitieve beperkingen of patiënten die zo ziek zijn dat ze er eenvoudigweg geen energie voor hebben. “Bij deze specifieke doelgroepen stuiten we op de grenzen van zelfmanagement”, zegt ze. “Daarom zoekt het Trimbos naar tools waarmee we deze

30

Alle geïnterviewden is gevraagd welk symbool of beeld zij associëren met zelfmanagement. Deze beelden zijn verwerkt in de verschillende illustraties. Dit is de compilatie van alle genoemde beelden door de geïnterviewden. Het geeft de gevarieerdheid weer van de opvattingen over zelfmanagement. Maar ook de rijkheid en vele mogelijkheden.

31


Organisatie Jaaroverzicht

De organisatie past zich zowel met haar extern gerichte activiteiten als met de interne ontwikkelingen aan op veranderende omstandigheden. De economische crisis en de politieke verschuivingen leiden tot veranderende vraagstukken bij onze stakeholders. Het Trimbos-instituut wil haar kennis zo effectief mogelijk inzetten en daarmee een bijdrage leveren aan het oplossen van deze vraagstukken. Duurzaam personeelsbeleid Intern wordt ingezet op een duurzaam personeelsbeleid. Door de dynamiek van de omgeving wordt het steeds belangrijker dat onze medewerkers breed inzetbaar zijn en zich kunnen aanpassen aan de veranderende omgeving. Dit heeft geleid tot een brede discussie over het profiel van onze medewerkers, gevolgd door een herziening van de functieprofielen. Het gehele functiehuis is na 9 jaar opnieuw neergezet.

Medewerkertevredenheid Om de werkbeleving van de medewerkers te meten is in november een Monitor@Work onderzoek uitgevoerd. Hierin is voor het eerst ook de leefstijl van de medewerkers meegenomen, de uitkomst hiervan is aan de medewerkers teruggekoppeld. Trimbos-medewerkers blijken er een gezonde leefstijl op na te houden. De tevredenheid over de eigen functie en de organisatie is over het geheel toegenomen ten opzichte van 2008. De vitaliteit, zoals energie tijdens het werk, scoort lager dan de referentiegroep. Dit sluit aan bij de bevindingen uit de in december uitgevoerde Investors in People audit, waarmee het certificaat is verlengd. Als sterke punten worden onder andere genoemd de persoonlijke en groepsontwikkeling en de vrijheid die medewerkers wordt geboden bij het behalen van hun resultaatsdoelstellingen. Een ontwikkelingspunt is de beheersing van de werkdruk. In dit kader wordt er gewerkt aan de verdere ontwikkeling van ons vitaliteitsbeleid en worden trainingen ontwikkeld voor energiemanagement.

32

Milieu De gemeente heeft een milieucontrole uitgevoerd die heeft uitgewezen dat het Trimbosinstituut op de goede weg is met het uitvoeren van haar milieubeleid. Het instituut is beoordeeld op afvalverwerking, CO2-uitstoot en energiebesparende maatregelen. Er is veel waardering uitgesproken voor de getroffen maatregelen, waaronder het beschikbaar hebben van een ‘legionella-’ en ‘asbestcertificaat’, een rapportage van een onderzoek naar het bevorderen van zuinig energiegebruik en het hanteren van milieucriteria voor leveranciers.

Mentaal Alert vervangt acht e-zines In september verschijnt de eerste Mentaal Alert, de nieuwe ggz-nieuwsbrief van het Trimbos-instituut. De Mentaal Alert is een nieuwsbrief op maat die de acht thematische nieuwsbrieven vervangt. In de Mentaal Alert kan de abonnee kiezen voor de thema’s jeugd, ouderen, preventie, e-mental health, empowerment, depressie, verslaving en psychose. Abonnees ontvangen tweewekelijks één nieuwsbrief met items die gebaseerd zijn op een combinatie van de interessegebieden waarvoor de abonnee zich heeft opgegeven. Mentaal Alert heeft op alle thema’s samen circa 15.000 abonnees.

‘Trimbos deelt kennis’ dag Donderdag 30 september staat in het teken van de ‘Trimbos deelt kennis’ dag. Medewerkers gaan in kleine groepjes naar verschillende organisaties in het land om hen te helpen met een probleem of knelpunt op het gebied van de geestelijke gezondheid. Voor de dag melden 60 organisaties zich aan, 30 zijn geselecteerd. De gestelde vragen variëren van implementatie, evaluatie, preventie, e-health tot alcoholbeleid en doorstroom van patiënten. De werkbezoeken zijn zowel intern als met de deelnemende organisaties geëvalueerd. De dag heeft bij Trimbos-collega’s geleid tot meer inzicht, kennis en ervaring rond maatschappelijke problemen. De deelnemende organisaties tonen waardering voor de inzet van de Trimbos-collega’s, de bereidheid mee te denken en de open sfeer tijdens de dag zelf. De ‘Trimbos deelt kennis dag’ krijgt volgend jaar een vervolg.

Meld u hier direct aan voor een abonnement op de Mentaal Alert.

P&O: feiten en cijfers De formatie van het instituut is stabiel gebleven in 2010; er zijn 2 fte minder dan in 2009. Er is een toename van het aantal medewerkers met een dienstverband korter dan 5 jaar, het aantal medewerkers met een dienstverband van 5 jaar of langer is afgenomen. Per 31 december 2010 gelden de volgende kengetallen: • 228 medewerkers (186 fte) in dienst, waarvan 70% vrouwen en 30% mannen. • 74,5% van de medewerkers in vaste dienst, 25,5% in tijdelijke dienst. • De gemiddelde leeftijd is 43 jaar. De gemiddelde leeftijd van de mannen is 46 jaar, van de vrouwen 40 jaar. • 89 vrouwen en 29 mannen 0-4 jaar in dienst. • 31 vrouwen en 13 mannen 5-9 jaar in dienst. • 26 vrouwen en 15 mannen 10-14 jaar in dienst. • 16 vrouwen en 11 mannen meer dan 15 jaar in dienst. • Er zijn 65 stagiairs in dienst geweest, waarvan 50 vrouwen en 15 mannen. • Er zijn 10 vrijwilligers, waarvan 9 vrouwen en 1 man. Het gemiddelde ziekteverzuim bedraagt in 2010 3,8%.

33


Financieel Jaarverslag Jaaroverzicht

Na een aantal jaren van forse groei die in 2009 is gestabiliseerd , is het afgelopen jaar de omvang van de exploitatie afgenomen ten opzichte van vorig jaar. Het bedrijfsresultaat is 117. 000 euro lager dan begroot. De uitkomst past binnen de kaders van de prognose die halverwege het boekjaar is opgesteld. De opbrengsten in 2010 zijn hoger dan begroot. Dat geldt helaas ook voor de stijging van de externe productiekosten. Hierdoor zijn de netto opbrengsten, de baten minus de uitbestede kosten, lager dan begroot. Dit is met name te relateren aan de lagere bezetting van declarabele medewerkers. Door het halverwege

het jaar ingezette bezuinigingsplan zijn de effecten van de lagere declarabiliteit, dus lagere netto opbrengsten, gedempt. De vooruitzichten voor 2011 zijn gematigd positief. De orderportefeuille voor 2011 is goed gevuld, maar de verwachting is dat de economische crisis vooral vanaf 2012 gevolgen heeft voor de subsidiering van onderzoek. In 2011 worden de in 2009 gestarte investeringen in het opbouwen van kennis over belangrijke stakeholders, doelgroepen en thema’s voortgezet om zodoende nieuwe acquisitiekansen te creëren.

Exploitatierekening over 2010

BATEN

Realisatie 2010

Begroot 2010

Realisatie 2009

(Project)subsidie VWS Projectsubsidies derden Overige opbrengsten

10.047.187 11.107.479 433.542

10.465.000 9.171.000 421.000

10.878.800 12.830.805 325.566

21.588.208

20.057.000

24.035.171

7.355.196 9.731.889 2.109.418 729.044 1.813.831

4.978.000 10.208.000 2.210.000 792.000 1.899.000

9.742.241 10.604.766 1.159.800 680.677 2.192.300

21.739.378

20.087.000

24.379.784

34.559 46

30.000 -

58.526 -

-116.657

-

-286.087

Resultaat deelneming

59.425

-

-223.730

NETTORESULTAAT

-57.232

-

-509.817

TOTAAL BATEN LASTEN Kosten uitbesteed werk en andere externe kosten Lonen en salarissen Sociale lasten Afschrijvingen op materiële vaste activa Overige bedrijfskosten SOM DER BEDRIJFSLASTEN

Balans per 31 december 2010, na verwerking resultaat (in Euro’s)

Rentebaten Rentelasten

ACTIVA Vaste Activa Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa

2010 151.860 3.789.376 85.509

260.397 4.264.827

4.026.745 Vlottende Activa Vorderingen en overlopende activa Liquide middelen

TOTAAL ACTIVA

2009

1.996.998 3.589.822

BEDRIJFSRESULTAAT

4.525.224 2.541.027 4.037.373

5.586.820

6.578.400

9.613.565

11.103.624

PASSIVA Eigen vermogen Risicoreserve VWS Overige reserves

249.442 1.682.521 1.874.731

1.931.963

633.199

851.148

1.053.136

1.099.828

Kortlopende schulden en overlopende passiva

6.052.499

7.220.685

TOTAAL PASSIVA

9.613.565

11.103.624

Voorzieningen Langlopende schulden

34

253.148 1.621.583

35


1.

6.

4.

Dit is een uitgave van het Trimbos-instituut, Netherlands Institute of Mental Health and Addiction, Utrecht. Tekst Wybo Vons Journalistieke Producties BV, Hilversum Projectleiding Marjan Heuving en Laila Zaghdoudi Redactie Angita Peterse en Monique van Gemert (literatuurlijst) Peter Stark Ontwerp Jessica Ottersberg O&D BV, Baarn Illustraties Anka Kresse Druk Advadi Drukkerij, Westervoort Oplage 1000 exemplaren – bestelnummer AF 1048 Met dank aan allen die bij hebben gedragen aan de totstandkoming van dit jaarverslag. Een uitgebreide versie van dit jaarverslag is te vinden op www.trimbos.nl/jaarverslag. Voor vragen of opmerkingen naar aanleiding van dit jaarverslag kunt u contact opnemen via 030 29711 00 of via info@trimbos.nl

36

2.


‘In de ggz is gezamenlijk besluiten nemen over de behandeling nog lang niet gangbaar’

‘Zolang je gestuurd wordt door emoties, is zelfmanagement onmogelijk’

‘Cliënten moeten zelf kunnen kiezen; zelfs voor opties die de psychiater medisch gezien niet het beste vindt’

‘Vergeet oudere mantelzorgers niet. Ook zij hebben ondersteuning nodig om het vol te houden’

Trimbos-instituut Da Costakade 45 3521 VS Utrecht

Postbus 725 3500 AS Utrecht

T +31 (0)30 297 1 1 00 F +31 (0)30 297 1 1 1 1

E info@trimbos.nl I www.trimbos.nl


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.