
5 minute read
7.3 NPO-middelen: Onderzoek
Tenten tijdens de OWee
Achtergrond
Advertisement
De coronapandemie veroorzaakte in 2020 stagnatie in lopende activiteiten en uitstel, aanpassing, dan wel afstel van toekomstige projecten. Onderzoekers werkten zo veel mogelijk thuis, cruciale labs en onderzoeksfaciliteiten waren soms gesloten of in capaciteit sterk beperkt door de maatregelen en projecten in het buitenland werden bemoeilijkt. De fysieke beperkingen hadden veelal onderzoeksvertraging tot gevolg – het meest nijpend bij promovendi en postdocs met een tijdelijk contract. Ondanks dat in 2021 de beperkende maatregelen gedeeltelijk konden worden opgeheven, werkt de invloed van de pandemie op onderzoek en innovatie door.
Sinds het najaar van 2020 is het mogelijk voor onderzoekers die vertraging hebben opgelopen door de coronamaatregelen om een verlenging van hun arbeidsovereenkomst van gemiddeld drie maanden te krijgen. Deze regeling voor het verlengen van arbeidsovereenkomsten van onderzoekers (hierna: de coronaregeling) was gebaseerd op een afspraak in de cao 2020. Het budget voor deze verlengingen was op basis van een eenmalige reservering van 0,45% van de loonruimte 2020 (M€ 1,4). De coronaregeling is voortgezet na 2020. Vanaf 2021 heeft de financiering van de coronaregeling plaatsgevonden vanuit verschillende budgetten (op basis van volgtijdige uitnutting): 1. Voor 2021 kwam eerst extra financiële ruimte vanuit NWO voor het ondersteunen van onderzoekers met vertraging door de coronapandemie: M€ 1,6 voor de TU Delft; 2. Vervolgens zijn voor 2021 en 2022 de NPO-gelden beschikbaar gesteld voor onderwijs en onderzoek. Vanuit de NPO-onderzoeksmiddelen is voor de TU Delft voor zowel 2021 als 2022 M€ 5,3 beschikbaar gesteld (totaal M€ 10,6). Indien de
NPO-gelden niet in de kalenderjaren 2021 en 2022 volledig worden besteed, dan kunnen deze middelen alsnog in de kalenderjaren 2023 en 2024 worden ingezet.
Procesmatig
Het plan voor de besteding van de NPO-onderzoeksgelden is met input vanuit de faculteiten en directies opgesteld en op 8 december 2021 gedeeld met de Ondernemingsraad (OR) en lokale vakbonden. Op 16 december 2021 heeft de GV ingestemd met de voorgestelde invulling van de NPO-onderzoeksgelden. Vervolgens is op 18 januari 2022 een definitief besluit door het CvB genomen.
De centrale projectleider NPO onderzoek en de afdeling financiën hebben periodiek overleg over de bestedingen. Het budget wordt op een geconsolideerd, TU Delft-breed, niveau bewaakt.
Er zal minimaal tweejaarlijks een update verstuurd worden aan de medezeggenschap over de voortgang van de besteding van de NPO onderzoeksmiddelen. De eerste update zal zijn in mei/juni 2022. In de update wordt de medezeggenschap geïnformeerd over de voortgang van het aantal verzoeken tot verlenging en wordt een update gegeven over de plannen voor het besteden van de NPO-onderzoeksgelden aan andere maatregelen.
Medio 2022 zal worden bezien of er nog NPO-onderzoeksmiddelen over zijn en of de coronaregeling voor het verlengen van arbeidsovereenkomsten van onderzoekers kan worden voortgezet in 2023.
Inhoudelijk
Inzet NPO-gelden Het uitgangspunt van de TU Delft de afgelopen twee jaar is steeds geweest het te blijven sturen op het binnen de projecttermijn afronden van projecten en alles in het werk te zetten medewerkers daarin te faciliteren. Er dient eerst gekeken te worden naar oplossingsmogelijkheden waardoor het onderzoek binnen de huidige beschikbare middelen en termijn kan worden afgerond. Maar als er geen andere oplossing wordt gevonden en er is aan de criteria voldaan, dan kan een verzoek tot verlenging van de arbeidsovereenkomst worden ingediend.
Door de volgtijdige uitnutting van de verschillende budgetten voor de coronaregeling in 2021 zijn eerst de NWO-middelen aangesproken en daarna de NPO-middelen. Doordat de NWO-middelen meer stringente voorwaarden hebben en hieruit enkel brutoloon inclusief sociale lasten mochten worden besteed, is het merendeel van de verlengingen van onderzoekers in 2021 ten laste gekomen van de NWO-middelen. Het aantal geholpen onderzoekers ten laste van de NPO- onderzoeksgelden in 2021 (20) is dan ook niet representatief voor het totaal aantal geholpen onderzoekers in 2021 (143). Voor 2022 zijn alleen de NPO-onderzoeksgelden beschikbaar, zodat de besteding van de NPO-middelen in 2022 een stuk hoger zal zijn.
De allocatie van de NPO-onderzoeksgelden in 2022 zal in eerste instantie zoveel mogelijk ingezet blijven worden ten behoeve van de coronaregeling, waarbij dezelfde procedure wordt gevolgd als die sinds september 2020 is ingezet. Daarnaast zal worden onderzocht wat de mogelijkheden zijn om een deel van de NPO-gelden in te zetten voor andere maatregelen dan verlengingen van arbeidsovereenkomsten, om onderzoekers te faciliteren in het beperken van onderzoeksvertraging.
Inzet eigen middelen en financiële en niet–financiële maatregelen Er zijn sinds 2020 generieke maatregelen genomen om medewerkers te faciliteren in het beperken van onderzoeksvertraging. Deze maatregelen omvatten onder meer het helpen inrichten van een goede thuiswerkplek, verruimde openingstijden voor labs en onderzoeksinfrastructuur (enkele met 24-uurs rooster) en gespecialiseerde ICTondersteuning waarmee het op afstand gebruik maken van geavanceerde computing en onderzoeksapparatuur kon worden gefaciliteerd. Deze maatregelen hebben bijgedragen aan het helpen beperken van onderzoeksvertraging, maar enige vertraging in veel gevallen niet weg kunnen nemen.
Buiten de generieke maatregelen zijn op afdelingsniveau of binnen onderzoeksprojecten ook specifieke maatregelen genomen. Daarbij moet gedacht worden aan aanpassing van de onderzoeksopzet, waar mogelijk aanpassing van de onderzoeksplanning, verschuiving in projectbudgetten om extra ondersteuning of contractverlenging mogelijk te maken en ondersteuning bij of verlichting van onderwijstaken. Maar er zijn ook initiatieven geweest om extra aandacht te besteden aan de sociale randvoorwaarden:
bijeenkomsten/sociale contacten, extra persoonlijke aandacht voor PhD’s en postdocs vanuit de supervisoren en de Graduate School en extra coaching.
Het aantal met deze generieke en specifieke maatregelen geholpen onderzoekers is niet te kwantificeren. Voor de generieke maatregelen is dat gelegen aan het feit dat deze niet aan een specifieke groep waren voorbehouden maar het genoten profijt per onderzoeker uiteenloopt. Voor de specifieke maatregelen geldt dat deze veelal zijn toegepast op niveau van een individu of onderzoeksproject als onderdeel van afspraken tussen een begeleider/projectleider met promovendus of postdoc – de omvang van het aantal met specifieke afspraken geholpen onderzoekers is door dit maatwerk onmogelijk te herleiden.
NPO Steunprogramma voor herstel en perspectief onderzoekers
Eigen middelen en financiële en niet- financiële maatregelen (bij benadering)
Aantal geholpen onderzoekers Totale kosten
20 € 409.943
Niet te kwantificeren N.v.t.


