De preiteelt nader bekeken

Page 1

GROENTE MAGAZINE DIGITALE UITGAVE | NUMMER 3 | JANUARI 2014

IN DIT NUMMER Actualiteit | Teelttips | Bemesting | Bedrijfsnieuws | Preirassen | Onderzoek



INHOUD Groentemagazine januari 2014 Thema: De preiteelt nader bekeken 5 7 15 20 23 24 28 33 35 39 43 46 50 54 60 64 68 70 73 77 81 86 91 93 94 96

Prei is een zeer oud consumptiegewas Verschillende systemen van hergebruik preiwaswater PCG: partner in prei Winterprei voor elk wat wils Grote flexibiliteit in verpakking voor prei Vlaams mestrapport wijst op lichte verbetering waterkwaliteit IPM vanaf 1 januari 2014 Innovatieve voorverkoop een boost voor Flandria prei Duurzaam en veilig topprioriteiten van globalg.a.p.5 REO veiling doet marktprospecties in alle windrichtingen Gevaria is een zeer productief industrieras Vroege preiteelt: trayplanten alternatief voor losse planten Met Gevaria als zaaiprei oogst je een goed resultaat Een gewaarschuwd preiteler is er twee waard Steun voor quick-win projecten in de korte keten Growing Together Nunhems symposium industrie Groenbedekkers in het voorjaar Vlaams minister Bourgeois op werkbezoek in de REO veiling Ook het VABI kreeg de minister op bezoek Recepten met prei Meerwaarde preirassen creëren voor de hele keten De preiteelt in Vlaanderen Beloftevol 2014 voor promotie Flandria Agenda Inagro Landbouw en Visserij op Agro Expo Roeselare Valpartijen op een landbouwbedrijf

Werkten mee aan dit nummer: LAVA – PCG – Inagro – REO Veiling – TACO – Jan Baekelandt – Filip Soenens – Rejo Fresh – Enza Zaden – Syngenta – Verhoest Marc – Koppert – Plantenkwekerij Vermeulen – Baltussen preiplanten – Biemans preiplanten – Lauwers NV – Howitec – Marcade Plant – Basrijs – Nunhems – Vanhoucke Machinebouw – Bejo – Vermeulen Construct – Loonwerk Defour – NAC – Southern Vegetable Plants

COLOFON Groentemagazine nr 3 Digitaal vakblad voor de professionele groententeler REDACTIE EN VORMGEVING Agromedia – Tuinbouwnet - Marc Vanelslander Werviksestraat 10 8890 Moorslede ADVERTENTIES Vraag info via redactie@tuinbouwnet.be

VOORWOORD Met meer dan vierduizend hectare prei is Vlaanderen een heel belangrijke regio voor de productie van prei in Europa. Dit geldt zowel voor de versmarkt als voor de diepvriesgroentenindustrie. Een heel groot deel van deze preiproductie concentreert zich in West-Vlaanderen. De aanwezigheid van de REO veiling en diverse diepvriesgroentenfabrieken is hier zeker niet vreemd aan. De preiteelt is bijgevolg een heel belangrijke teelt en wij vonden het zeer de moeite waard om er een volledig nummer aan te wijden. Dit nummer bevat ook enkele algemene nieuwsberichten voor de tuinbouw. Heel wat instanties en bedrijven hebben een bijdrage geleverd aan dit magazine, waarvoor onze dank! Het magazine blijft continue raadpleegbaar via onze website tuinbouwnet.be. Het volgende nummer verschijnt op 17 februari 2014 en zal dan de glasgroenten behandelen. Wenst u een redactionele bijdrage te leveren of wenst u te adverteren, neem dan met ons contact op via redactie@tuinbouwnet.be. Veel leesgenot!



PREI IS EEN ZEER OUD CONSUMPTIEGEWAS De prei behoort tot de familie van de "Alliaceae" (de ui-achtigen), waartoe ook ui en knoflook behoren. Prei is een zeer oud consumptiegewas, zodat er geen wilde variant meer bekend is. Lava De Egyptenaren gebruikten reeds prei als groente en de Romeinen en de Grieken verwerkten prei in de soep. Het waren de Romeinen die prei verspreidden over geheel West-Europa. Omdat prei ook voor de minder begoede klasse een populaire groente was, werd er in de elitaire tuinbouwpers in de 19e eeuw weinig aandacht aan besteed. Prei is echter meer dan zomaar een soepgroente. Op het einde van de jaren zeventig verhief de "nouvelle cuisine" de prei als topgroente voor alle werk. Prei wordt uitsluitend in vollegrond geteeld. Prei wordt het best bewaard bij een temperatuur van 1 °C (min 0 - max 3 °C) met een relatieve vochtigheid van 95 à 100%. Bewaar prei op een zeer koele plaats, maar dek zeker af tegen tocht omdat prei anders uitdroogt en dan veel van zijn aroma verliest. In de koelkast is prei langere tijd te bewaren. Snij de wortelhals volledig weg. De meeste vitamines zitten in het groene bladgedeelte. Van de groene bladeren verwijder je dus alleen de buitenste bladeren en de verdroogde bladpunten. Prei dient grondig gewassen alvorens te bereiden. Een goede methode om het zand te verwijderen is de prei volledig doorsnijden in de lengte en dan goed spoelen onder stromend water. Energetische waarde : Vitamine A : Vitamine B1 : Vitamine B2 : Vitamine C : Calcium : Fosfor : Vezels :

28 Kj / 117 kcal 100 µg 0,12 mg 0,04 mg 20 mg 60 mg 30 mg 3,1 g

Bij prei dient een onderscheid gemaakt tussen de jonge prei die aangevoerd wordt in de maanden april tot augustus, de herfstprei met aanvoer in de maanden september tot november en de winterprei die aangevoerd wordt van december tot april. Prei is dus het hele jaar door in ruime mate verkrijgbaar.

5 | Tuinbouwnet | Groentemagazine nr 3 | De preiteelt nader bekeken | Januari 2014



VERSCHILLENDE SYSTEMEN VAN HERGEBRUIK PREIWASWATER Op groentebedrijven wordt veel water verbruikt: niet alleen voor irrigatie en gewasbescherming maar ook voor het reinigen van de groenten en het schoonmaken van de bedrijfsruimten. Het is voor u als teler niet altijd evident om voor al deze doeleinden voldoende water beschikbaar te hebben. S. Pollet, D. Huits en D. Callens, Inagro

Voor het marktklaar maken van 1 hectare prei hebt u afhankelijk van o.a. de grondsoort ongeveer 1200 mÂł water nodig! Voor een gemiddeld bedrijf met 8 ha prei loopt dit al snel op maar door efficiĂŤnt hergebruik kan tot 98 % van het waswater bespaard worden! Omdat water elk jaar duurder wordt, het gebruik ervan meer gereglementeerd (verplichte installatie debietsmeters) en de normen voor lozing van afvalwater steeds strenger worden, wordt hergebruik steeds belangrijker. Bovendien is water recirculeren in een vijver ook niet conform de wetgeving. Een goed overwogen investering in hergebruik van waswater door middel van een gesloten systeem verdient u daarom snel terug. Bovendien voldoet u op deze manier aan alle geldende water gerelateerde milieuwetgevingen. Let wel op dat u zoals de lastenboeken het vereisen het marktklaar product nog steeds naspoelt met drinkbaar water of met water waarvan de kwaliteit goedgekeurd is door de autoriteiten.

Verschillende stappen in hergebruik preiwaswater Voordat het waswater hergebruikt kan worden, moet het een aantal behandelingen ondergaan. Het waswater is immers belast met wortel-en plantenresten, aardedeeltjes en opgelost organisch materiaal die moeten worden afgescheiden. Bij hergebruik van preiwaswater wordt daarom meestal met 3 stappen gewerkt. 1. Verwijdering van plantenresten (organische belasting) De eerste belangrijke stap is het zo snel mogelijk verwijderen van de blad- en wortelresten. Zo wordt verhinderd dat plantenresten in het bezinkbassin terechtkomen en geurhinder veroorzaken. Bovendien wordt zo vroegtijdige slijtage van pompen en verstopping van wasdoppen voorkomen. Er zijn verschillende mogelijkheden om blad- en worteldeeltjes uit het water te halen.

7 | Tuinbouwnet | Groentemagazine nr 3 | De preiteelt nader bekeken | Januari 2014


Voor de verwijdering van plantenresten legt u bij voorkeur een fijn inox rooster onder de preiwasmachine. De diameter van de gaatjes in het rooster moet klein genoeg zijn om de fijne preiwortels volledig tegen te houden. Onder de goot waarin het sleepsysteem het preiafval wegsleept, wordt nog een goot gemaakt waarvan de lengte en de breedte aan het fijn rooster zijn aangepast. De goot onder het rooster helt om het water snel te laten wegstromen en de bezinking van zand in deze goot te beperken. De plaats waar het rooster in de goot wordt aangebracht is belangrijk voor een vlotte stroming van het water doorheen het rooster. Het beste resultaat wordt bekomen met een lang, smal rooster geplaatst in de lengterichting van de goot. Om het water niet extra te bevuilen, stroomt het water best weg in de andere richting dan de afgevoerde preibladeren. Indien u geen rooster kan plaatsen, is een zeefbocht een alternatief. Een zeefbocht is een fijn inox rooster met een bepaalde kromming zodat het preiafval er vanzelf afglijdt. De gleufjes van het rooster zijn op een speciale manier ontworpen zodat ze niet snel verstoppen. Uit een pompput (een afzonderlijke put of een eerste klein compartiment van het bezinkbassin), wordt met een gietijzeren dompelpomp (met vortexwaaier) het afvalwater naar de zeefbocht gepompt. Grof vuil en het grofste zand blijven achter op het rooster en het water stroomt door het rooster en wordt afgeleid naar het volgende compartiment van het bezinkbassin. Een zeefbocht brengt veel zuurstof in het water maar is wel relatief duur en vereist een extra pomp om het water over de zeefbocht te pompen. Probeer zoveel mogelijk gebruik te maken van natuurlijk verval om het gebruik van oppomppompen te vermijden. Aandachtspunten bij hergebruik ROOSTER - Let erop dat het inox rooster enkel onder het wasgedeelte ge誰nstalleerd wordt: zo is er veel minder kans op verstoppingen van de rooster door worteldeeltjes. - Zorg ervoor dat het rooster goed toegankelijk en makkelijk uit te nemen is om vlot te kunnen reinigen met een hogedrukreiniger, dit geldt ook voor de zeefbocht. Het periodiek reinigen met de hogedrukreiniger gebeurt van achteren uit. Op deze manier wordt verhinderd dat zandkorrels in het rooster vast geraken. - Kies een voldoende fijn rooster. Een rooster met gaatjes van 1 mm houdt aarde en worteldeeltjes voldoende tegen maar kan bij wassen van prei wel verstopt raken. Roosters met een fijne diameter moeten wel enkele keren per dag gereinigd worden met een vloertrekker. Bij veel bedrijven ligt een te grof rooster (= 3 mm) dat de wortel- en bladdeeltjes onvoldoende tegenhoudt. 8 | Tuinbouwnet | Groentemagazine nr 3 | De preiteelt nader bekeken | Januari 2014


- Zorg voor een voldoende helling van de afvoergoot zodat het waswater voldoende snel afgevoerd wordt.

Te grof rooster

ZEEFBOCHT  Zorg ervoor dat bij het gebruik van een zeefbocht de pompput niet te groot is en de pomp aan de hand van een vlotter goed is afgesteld op het debiet van de preipeller. Op die manier krijgt het zand in het water in dit eerste compartiment niet de tijd om te bezinken. Dit putje is namelijk te klein om het bezinksel met een kraan uit te scheppen en dit zou onnodige slijtage aan de pomp veroorzaken.  Voorzie voldoende aansluitingen/afvoeren zodat in de toekomst nog wijzigingen kunnen aangebracht worden. Zeefbocht voor de verwijdering van plantenresten

9 | Tuinbouwnet | Groentemagazine nr 3 | De preiteelt nader bekeken | Januari 2014


2. Bezinking van de aardedeeltjes in een bezinkbekken Het bezinkbassin bestaat meestal uit 3 compartimenten. Er zijn minstens 2 compartimenten nodig: 1 voor bezinking en 1 om terug water uit te pompen. In het eerste bezinkbekken stroomt het water bij voorkeur via een verdeelgoot over de volledige breedte zodat het geen woeling veroorzaakt, waardoor het slib terug omhoog kan gestuwd worden. Een verdeelgoot kan bestaan uit een halfopen buis waar het water uit overloopt. Een bezinkbekken wordt best gegoten (vloeistofdicht) en voorzien van overstortmuren. Gronddeeltjes die reeds een klein beetje bezonken zijn, komen zo niet terecht in het volgende compartiment. Het bezinken wordt ook niet verstoord door de woeling veroorzaakt door het oppompen naar de preipeller. Het hoogteverschil tussen de muurtjes die de verschillende compartimenten scheiden is ongeveer 5 cm. De bovenzijde van de muurtjes moet perfect horizontaal zijn om een egale overloop te verzekeren. In het laatste compartiment moet er een afvoer voorzien worden zodat het water bij grote neerslag snel genoeg kan wegvloeien. Deze overloop wordt iets lager dan de laatste overloopmuur aangebracht. Op die manier kan het water nooit terugstromen naar een vorig bekken.

Soms is het niet mogelijk om in het begin van het wascircuit een rooster of zeefbocht te installeren. De wortel- en bladresten kunnen dan in het bezinkbassin zelf over de verschillende compartimenten heen uit het water verwijderd worden samen met de gronddeeltjes. Dit gebeurt via ellebogen, balken of via gaten in de muren (doorstroom openingen) die de verschillende compartimenten scheiden. Beiden werken volgens het principe dat worteltjes drijven en zo niet in het volgende compartiment van het bezinkbassin terecht komen. Drijvende blad- en wortelresten moeten regelmatig weggeschept worden om rotting en geurhinder te vermijden. In tegenstelling tot zand- en leemdeeltjes kunnen kleideeltjes met hun zeer trage bezinksnelheid niet bezinken in een bezinkbassin. Kleideeltjes zullen rondgepompt worden en het waswater een bruine kleur geven die echter niet hinderlijk is voor het wasproces.

10 | Tuinbouwnet | Groentemagazine nr 3 | De preiteelt nader bekeken | Januari 2014


Bezinkbekken Inagro

Aandachtspunten bij hergebruik BEZINKBEKKEN - Voorkom ongewenste instroom (erfsappen, afstromend water akkerland, … ) in het bezinkbekken. Leg het bezinkbekken daarom niet aan op het laagste punt van het erf en voorzie voldoende hoge, waterdichte randen. - Voorkom insleep van organische belasting zoals bladeren: leg daarom geen bezinkbekken aan in de buurt van bomen. - Voorzie een voldoende groot oppompbekken (minstens 5 m³) zodat de voorraad water in dit bekken voldoende groot is om het circuit te vullen (toe- én afvoer) en het bekken niet leeggepompt wordt bij de start van een wasdag. - Voor een goede bezinking van de kleideeltjes is het bezinkbekken bij voorkeur lang en smal. - Reken op 5 m³ aarde per ha gewassen prei: voorzie het bezinkbekken dus voldoende groot maar ook niet te groot zodat water nog voldoende rond gepompt wordt (= extra zuurstof in water). - De waterhoogte in het bekken moet minimaal 1 m zijn. - Zorg dat afvoer vanuit het preiwaslokaal voldoende hoog zit zodat de capaciteit van het bekken goed kan benut worden. - Zorg dat het bekken gemakkelijk geruimd kan worden met een kraan (toegankelijkheid – breedte schepbak kraan). 11 | Tuinbouwnet | Groentemagazine nr 3 | De preiteelt nader bekeken | Januari 2014


- Voor de veiligheid voorzie je best een afsluiting rond het bekken. ZANDVANG - Voor een eerste bezinking van het zand uit het waswater kan optioneel een zandvang voor het bezinkbekken geplaatst worden. Hierdoor kan het bezinkbekken aanzienlijk verkleind worden. Deze zandvang moet regelmatig manueel geruimd worden. Kleine versie binnen: indien er voldoende plaats is in de loods kan geopteerd worden om binnen een kleine (1,5 à 3 m³) inox zandvang te plaatsen.

Zandvang voor de verwijdering van zand

Grotere versie buiten: bij plaatsgebrek binnen kan een zandvang buiten aangelegd worden. Deze zandvang kan groter gedimensioneerd worden maar moet op een gemakkelijke manier geruimd kunnen worden. 3.Verwijdering van zwevend opgeloste organisch materiaal Verwijderen van organische vervuiling gebeurt door materiaal te voorzien met een groot contactoppervlak waarop bacteriën zich kunnen nestelen om organisch materiaal om te zetten. Dit gebeurt door aërobe filters met kunststof of met lava als dragersmateriaal. Voor bedrijven die enkel in de wintermaanden prei wassen is het verwijderen van het zwevende opgelost organisch materiaal niet echt nodig. Door de lage temperaturen in de winter is er weinig kans op geurhinder. 12 | Tuinbouwnet | Groentemagazine nr 3 | De preiteelt nader bekeken | Januari 2014


De biorol bestaat uit een groot oppervlakte kunststof materiaal waarop het organisch materiaal uit het waswater zich vastzet. Bij continue werking vereist de biorol weinig onderhoud; bij inactiviteit moet de kunststof mat uit de houder gehaald worden om te reinigen, dit is behoorlijk arbeidsintensief. Een alternatief voor de biorol is de lavafilter. De lavafilter is een biofilter die bestaat uit een plastic container van ca. 1,25 m続 die gevuld is met lavastenen waarbij het te zuiveren water via een dompelpomp en een sproeisysteem over de stenen gestuurd wordt. Lava heeft het voordeel relatief goedkoop te zijn en de filter kan eenvoudig worden aangelegd op het bedrijf. Voor bedrijven met kleigronden is de lavafilter echter geen optie omdat de kleideeltjes de lavafilter verstoppen.

Biorol voor de verwijdering van zwevend opgelost organisch materiaal

Aandachtspunten bij hergebruik LAVAFILTER - Voor de dimensionering van de lavafilter rekent men een minimum van 1,25 m続 lava per 5000 kg verwerkte prei per week. De container moet vol zijn met lavastenen en de minimale hoogte bedraagt minstens 80 cm.

13 | Tuinbouwnet | Groentemagazine nr 3 | De preiteelt nader bekeken | Januari 2014



PCG: PARTNER IN PREI Vlaanderen is met meer dan 4000 hectare prei een heel belangrijke regio in Europa voor de preiproductie, zowel voor de versmarkt als voor de diepvriesindustrie. Ondanks het vele onderzoek komen er toch regelmatig problemen voor. Hieronder vatten we er enkele voor u samen. Vorstschade De voorbije winters vroor het erg hard. In bepaalde regio’s werd niet afgedekte prei daardoor op één nacht tijd zo goed als waardeloos. Telers die het gewas wel afdekten en konden oogsten, genoten van de goede prijsvorming. Door deze problematiek beslisten we proeven op te zetten met diverse afdekmaterialen op diverse tijdstippen. In 2012 haalden we goede resultaten met afdekken tijdens de vorst. Terwijl tijdig afdekken – vóór de sneeuwval – in 2013 duidelijk de boodschap was. De verschillen tussen de afdekmaterialen (vliesdoek, flodderfolie of Howicover) waren zeer gering. Wellicht door de isolerende sneeuwlaag die op de prei lag. Deze winter wordt een preiproef gedurende verschillende maanden afgedekt met de verschillende afdekmaterialen om zo de mogelijkheid van lange termijn afdekken verder te onderzoeken . Na de winter zal de prei beoordeeld worden op kwaliteit en ziekteaantasting en zullen wij beter weten of afdekken geen nadelen heeft gedurende een zachte winter.

Ziekten De moeilijkst aan te pakken ziektes zijn Fusarium, witrot (Sclerotium cepivorum) en Pseudomonas bladrot. Op het PCG wordt voor veel van deze ziekten onderzoek uitgevoerd. Duidelijke resultaten voor het voorkomen van Fusarium heeft men nog niet kunnen aantonen maar het kweken van een sterke plant en de prei goed aan de groei houden zijn heel belangrijke aspecten om rozerot te voorkomen. Er zijn de voorbije jaren diverse proeven opgezet en telkens was de efficiëntie van de gebruikte middelen heel gering. Enkel wanneer het tijdstip van aantasting en behandeling dicht bij elkaar liggen, bijvoorbeeld na een kunstmatige infectie, is het resultaat van een behandeling met Topsin M positief. De grondgebonden ziekte witrot breidt jaar na jaar uit. Op de wortelplaat zijn speldenkopvormige sclerotiën aanwezig waarrond een wit schimmelweefsel groeit. 15 | Tuinbouwnet | Groentemagazine nr 3 | De preiteelt nader bekeken | Januari 2014


Hierdoor stopt de prei met groeien en sterft de plant soms af. Er zijn tot op heden geen afdoende oplossingen gevonden om dit probleem aan te pakken. In 2014 zal hiervoor een proef opgezet worden op een besmet perceel.

Foto: aantasting van witrot

 Pseudomonas fluorescens Vanaf het late najaar kan Pseudomonas bladrot ernstige schade aanrichten in prei. De initiÍle symptomen die deze bacterie veroorzaakt, zijn moeilijk te onderscheiden van die van de papiervlekkenziekte. In een gevorderd stadium begint de bladoksel te verslijmen. Bij een ernstige aantasting spreidt de verslijming zich verder uit naar de schacht. Vaak gaat de aantasting gepaard met een schimmelaantasting door Fusarium of Phytophthora porri.

16 | Tuinbouwnet | Groentemagazine nr 3 | De preiteelt nader bekeken | Januari 2014


Foto: beginnende aantasting van Pseudomonas fluorescens in de bladoksel van prei

Pseudomonas bladrot wordt veroorzaakt door Pseudomonas fluorescens, een opportunistische bacterie die geen schade veroorzaakt op sterke en gezonde planten. De bacterie heeft een opening of een drager (zoals een schimmel) nodig om de prei binnen te dringen. De voorbije jaren werd de grootste schade steeds vastgesteld na een periode van vorst. De vorst verzwakt de plant en leidt tot openingen, waardoor de bacterie kan binnendringen. Aangetaste planten staan verspreid over het veld en komen niet plaatsgebonden voor, zoals bij Pseudomonas syringae pv. porri wel het geval is. Pseudomonas fluorescens veroorzaakt geen infectie op het zaaibed van prei. De bacterie groeit bij temperaturen van 4 tot 36°C; er zijn zelfs stammen die kunnen groeien bij 0°C. Zodra hij de prei is binnengedrongen, is hij heel agressief en kan hij binnen 48 uur grote schade aanrichten. De bacterie is alomtegenwoordig: in elke bodem, op onkruiden, er wordt zelfs beweerd dat hij uit de lucht kan vallen. Hij verspreidt zich door regenspat, wind, aÍrosolen (microscopisch kleine waterdruppeltjes), bespuitingen en alle andere manieren van contact.

17 | Tuinbouwnet | Groentemagazine nr 3 | De preiteelt nader bekeken | Januari 2014


De laatste jaren werd er veel schade vastgesteld die veroorzaakt werd door deze bacterie. Bijna een derde van de telers in Vlaanderen (vooral in West-Vlaanderen) kreeg ermee te maken. Schade werd vooral waargenomen op zware, rijpe prei op groeikrachtige gronden en bij snelgroeiende rassen. De beheersing van de bacterie moet preventief gebeuren. Chemische bestrijdingsmiddelen zijn niet beschikbaar. Om aantasting te vermijden, moet je de plant zo sterk mogelijk maken en de waslaag sparen. Deze winter zijn op het PCG bemestingsproeven opgezet waarbij getracht wordt de EC in de bodem gedurende het najaar en de winter te verhogen en de plant te versterken door een extra bemesting met potas.  Papiervlekkenziekte De papiervlekkenziekte kan zeker gedurende 4 jaar in de bodem overleven. Wanneer de temperatuur lager is dan 24°C en er water (door regen) in de bodem aanwezig is, kiemen de overlevingsstructuren en worden zoösporen vrijgesteld in het water op het preiveld. Bij een hevige regenbui worden ze op de preiplanten gespat, waar ze de infectie starten. Na een incubatieperiode (die temperatuursafhankelijk is) komen de typische waterachtige vlekken tevoorschijn.

Internationale Praktijkdag Prei 2014: zondag 12 oktober 2014 vanaf 10u00 Noteer dit evenement alvast in uw agenda!

Voorlopig programma     

Seminarie over de positionering en toekomst van de Vlaamse prei in Europa (en de rest van de wereld) Proefveldbezoeken en demo’s Demonstraties van diverse machines (oogst– en plantmachines) Beurs met belangrijke spelers op de preimarkt Contacten met de ganse keten, ...

Verdere informatie wordt in de volgende PCG Nieuwsbrieven meegedeeld. Meer info: Luc De Reycke via ldr@proefcentrum-kruishoutem.be of via tel. 09 381 86 80 - Locatie: PCG, Karreweg 6, B-9770 Kruishoutem

18 | Tuinbouwnet | Groentemagazine nr 3 | De preiteelt nader bekeken | Januari 2014



WINTERPREI VOOR ELK WAT WILS Winterprei is en blijft een natuurproduct, maar toch houden de LAVA-veilingen vast aan de strenge Flandria-normen. Het product is in volle ontwikkeling. Dat er héél veel mogelijk is met winterprei, bewijzen de veilingen en producenten die flexibel inspelen op nieuwe wensen in de markt. Lava Geen toegevingen op Flandria-kwaliteit Prei is en blijft ‘product nummer één’ op de REO Veiling en was in 2012 goed voor 18% van de omzet. Eind januari lagen de volumes wel iets lager dan vorig jaar en het winteroffensief van de voorbije weken had ook een weerslag op de kwaliteit. Gelukkig hebben afgedekte preiplanten minder schade opgelopen. “We willen op de strenge Flandriastandaardnormen zeker geen toegevingen doen”, beklemtoont Dominiek Keersebilck, commercieel directeur van de REO Veiling. “We geloven dat een deel van de preiplanten zich nog kan herstellen en aan kwaliteit winnen. Door de inzet en de vindingrijkheid van onze telers moet het lukken om voldoende Flandria-kwaliteit te leveren.” Binnenlandse markt in beweging “Onze commerciële afdeling probeert een pasklaar antwoord te bieden, zowel op vragen van de retail als van de consument”, aldus Dominiek Keersebilck. “Supermarkten werken graag met langetermijnafspraken om zeker te zijn dat ze continu hetzelfde betrouwbaar kwaliteitsproduct met lange houdbaarheid in het rayon kunnen aanbieden.” Er is ingekorte prei, een convenienceproduct dat perfect inspeelt op de behoeften van kleine gezinnen en tweeverdieners met weinig tijd. Sommige preitelers stappen flexibel mee in dit verhaal en investeren in machines om prei in te korten. Als een klant vandaag in het voorverkoopsysteem prei koopt, wordt in de gevraagde lengte en verpakking geleverd. Extra manipulatie wordt vermeden, zodat de verhandelde Flandria-prei zonder kwaliteitsverlies in de winkelrekken komt. Ingekorte Flandria-prei is nu in elke maat en in diverse verpakkingen in de winkel beschikbaar.” Anderzijds vragen kooktrends naar ingrediënten van topkwaliteit. “Het beste van het beste is de Flandria-Q prei, een product perfect geschikt voor verfijnde gerechten. Voor dit product leveren we onder andere garantie op de koude keten”, legt Keersebilck uit. “Er is héél veel mogelijk met prei en voor ieder wat wils. Voor de veilingen is het een kwestie van de mogelijkheden te zien en ze op de markt te brengen.” 20 | Tuinbouwnet | Groentemagazine nr 3 | De preiteelt nader bekeken | Januari 2014


Nieuwe exportmarkten In 2000 waren Duitsland en Frankrijk nog de belangrijkste importeurs van Flandria-prei. In 2012 was dit geen 50% meer. “We zien duidelijk een verschuiving en onze exporteurs zoeken ook bewust naar potentiële afzetmarkten”, bevestigt de commercieel directeur. “Er is vraag naar Belgische prei vanuit Nederland en Spanje en we zetten ook in op OostEuropa om de afzet van onze prei meer kansen te geven. Prei wordt populair als nieuwe smaakmaker in gerechten in Tsjechië en Polen. Op die nieuwe markten zien we nog veel groeimogelijkheden. Flandria-prei kent ook verre bestemmingen, zoals Japan en Canada, in de specifieke verpakkingen eigen aan die markten. Voor Canada hebben we de prei per stuk verpakt.” In volle ontwikkeling Ter gelegenheid van 25 jaar preiwerkgroep nodigde de REO Veiling op 1 maart 2013 haar grootste kopers uit voor een bezoek aan de modernste preiteeltbedrijven in WestVlaanderen. De bedrijfsleiders toonden de inspanningen die ze leveren op het vlak van duurzaamheid én flexibiliteit om te beantwoorden aan de wensen van de markt. “We willen af van het stereotiepe beeld van ‘prei met groen en wortel in blauwe kisten’ en onze afnemers bewijzen dat de preiteelt in volle ontwikkeling is”, verduidelijkt Dominiek Keersebilck.

21 | Tuinbouwnet | Groentemagazine nr 3 | De preiteelt nader bekeken | Januari 2014



GROTE FLEXIBILITEIT IN VERPAKKING VOOR PREI De verpakking wordt alsmaar belangrijker en gedifferentieerder, ook voor een basisproduct als prei. De vragen van de markt adequaat invullen, is een uitdaging. Een aantrekkelijke preiverpakking met moderne look vormt een extra verkoopfactor in de winkel en voor de export. Lava Marktvraag adequaat invullen Het aanbod standaardverpakkingen voor Flandria-prei blijft uniek in Europa. Bij de klokverkoop kan de handel al kiezen uit bussels met tape of met houten wissen, uit netzakken en uit Flandria-dozen of EPS-kisten voor diverse sorteringen. In voorverkoop, in bemiddelingsverkoop en bij seizoens- of jaarcontracten kan de klant alle verpakkingen vragen die technisch mogelijk zijn: houten kratten, EPS-klapkisten, IFCO, bussels met diverse tapes, netzakken, ingekorte prei in diverse maten, …. Bij seizoens- en jaarcontracten is er bovendien voldoende levertijd om in te gaan op speciale vragen. “We doen ons uiterste best om zoveel mogelijk de vragen van de markt adequaat in te vullen”, beklemtoont Dominiek Keersebilck, commercieel directeur van de REO Veiling. “Zo zoeken we altijd het meest aangewezen product bij telers die het product op de gewenste lengte en in de gewenste verpakking kunnen leveren. Er is héél veel mogelijk met prei en we willen dat aan de kopers en consumenten graag duidelijk maken.”

23 | Tuinbouwnet | Groentemagazine nr 3 | De preiteelt nader bekeken | Januari 2014


VLAAMS MESTRAPPORT WIJST OP LICHTE VERBETERING WATERKWALITEIT Voor het vijfde jaar op rij is de Vlaamse mestbalans (2012) in evenwicht. Dat blijkt uit het Voortgangsrapport 2013 van de Mestbank. De geleverde inspanningen monden alweer uit in een lichte verbetering van de waterkwaliteit al blijven in sommige regio’s inspanningen nodig om de Europese norm te halen. Naar jaarlijkse gewoonte werd het Voortgangsrapport van de Mestbank in het Vlaams Parlement toegelicht. Het Voortgangsrapport tekent de evolutie van de kwaliteit van water, bodem en lucht en biedt een overzicht van de opvolging van het Mestdecreet door de Mestbank.

De hoofdconclusie van het Voortgangsrapport 2013 is dat de Vlaamse mestbalans 2012 opnieuw in evenwicht is (sinds 2007). Daar zijn diverse redenen voor: 

De veestapel blijft onder controle: het aantal varkens (0,8%) en pluimvee (3,5%) stijgt lichtjes, terwijl de rundveestapel licht daalt (1,7%);

Het gebruik van eiwit- en fosforarme voeders resulteert in een reductie van de mestproductie met circa 10 miljoen kg stikstof en 8,8 miljoen kg fosfaat;

De mestverwerking en de export van ruwe mest buiten Vlaanderen blijven stijgen (+ 13% tov 2011). Dat staat gelijk aan een afvoer van circa 34,5 miljoen kg stikstof;

De toepassing van derogatie resulteert alweer in extra afzetruimte voor dierlijke mest (circa 6,6 miljoen kg stikstof meer af te zetten op derogatiepercelen).

Deze geleverde inspanningen hebben als resultaat dat de milieueffecten in 2012 gestaag blijven verbeteren. Alle vereiste parameters evolueren in alle regio’s echter niet op dezelfde wijze: 

Gemiddeld waren de gemeten nitraatresidu’s op de percelen in 2012 gunstig en veel lager dan de vorige jaren (gemiddelde van 52 kg nitraatstikstof/ha). Dat duidt er op dat de landbouwers meer aandacht schenken aan een duurzame bemesting op perceelsniveau; 24 | Tuinbouwnet | Groentemagazine nr 3 | De preiteelt nader bekeken | Januari 2014


De kwaliteit oppervlaktewater verbetert lichtjes maar niet snel genoeg in 6 van de 11 bekkens. Vooral in de bekkens van de Leie, de IJzer, de Maas en de Demer zijn extra inspanningen nodig;

De kwaliteit van het grondwater verbetert want de nitraatconcentratie vertoont globaal een aanhoudende, dalende trend.

Om de waterkwaliteit nog te verbeteren heeft Joke Schauvliege, Vlaams minister van Leefmilieu en Natuur, naast een strenger mestactieplan (MAP) 4 in 2011, zes flankerende acties uitgewerkt om de sector te stimuleren en te ondersteunen: 1. Het CVBB (Coördinatiecentrum Voorlichting en Begeleiding duurzame Bemesting) werd opgericht om op terrein, samen met de betrokken landbouwers, de plaatselijke waterkwaliteitsproblemen te analyseren en aan te pakken via een duurzame bemesting; 2. Het Onderzoeksplatform Duurzame Bemesting coördineert het vereiste wetenschappelijk onderzoek dat zal dienen ter onderbouwing van het nieuwe MAP5; 3. De mestcontroles werden milieu-efficiënter gemaakt door ze te heroriënteren van administratieve controles naar meer terreincontroles. In 2014 focussen de mestcontroles vooral op de duurzame bemesting op terrein, specifiek in die gebieden waar de waterkwaliteit nog niet voldoet; 4. Er werd ingezet op administratieve vereenvoudiging. Zo kunnen de landbouwers sinds 2012 hun mestbankaangifte online doen via een e-loket en werd verder gewerkt aan digitale dienstverlening zodat bijvoorbeeld de mestbalansen online raadpleegbaar zijn en de mestcertificaten online verhandelbaar; 5. De Mestbank werd in 2012 grondig gereorganiseerd met een duidelijke scheiding tussen de diensten van registratie en controle en van begeleiding van de landbouwers; 6. In 2012 ging de Opvolgingscommissie Mestactieplan (OMAP) van start, met vertegenwoordigers van de landbouw- en de milieuorganisaties, met als doel het huidige mestbeleid te evalueren en het toekomstige beleid voor te bereiden.

25 | Tuinbouwnet | Groentemagazine nr 3 | De preiteelt nader bekeken | Januari 2014


Naast dit flankerend beleid werd het mestbeleid vanaf 2011 gebiedsgerichter uitgewerkt: die gebieden waar de waterkwaliteit van oppervlakte- en grondwater onvoldoende is, worden afgebakend als ‘focusgebieden’. Daar zijn strengere nitraatresidudrempelwaarden van kracht. Om de land- en tuinbouwsector te stimuleren wordt gewerkt met een bonusmalus systeem. Elk jaar opnieuw worden de focusgebieden afgebakend. Dat areaal aan focusgebied daalt bestendig. Vlaams minister van Leefmilieu Schauvliege: “In 2014 zal ongeveer 280.000 ha afgebakend worden als focusgebied. In 2013 bedroeg dat nog circa 300.000 ha. Als de huidige verbeteringen van de waterkwaliteit zich volgend jaar doorzetten, zou zelfs ongeveer 46.000 ha in 2015 als focusgebied geschrapt kunnen worden. De gebiedsgerichte aanpak lijkt dan ook te renderen.”

26 | Tuinbouwnet | Groentemagazine nr 3 | De preiteelt nader bekeken | Januari 2014



IPM VANAF 1 JANUARI 2014 TACO helpt u met de praktische toepasbaarheid in de preiteelt Integrated Pest Management of ge誰ntegreerde gewasbescherming is een verplichting voor iedereen vanaf 1 januari 2014. IPM bestaat erin het toe te passen van vrijwillige richtsnoeren. Deze richtsnoeren bestaan uit 3 luiken: preventie, monitoring en interventie. L. Bruyneel, TACO TACO doet aan volledige teeltopvolging in de prei. Zowel voor de luiken preventie als monitoring biedt het teeltadvies een goede ondersteuning. De observaties die gebeuren tijdens de veldbezoeken zijn de basis voor het advies voor eventuele interventie. Zo kan de interventie op het juiste moment en met de juiste middelen gebeuren. Op deze manier wordt voldaan aan de vereisten van IPM. Hieronder volgen een aantal concrete voorbeelden.

Preventie Onder preventie valt teeltrotatie, teelttechniek en het bevorderen van nuttigen. Door een voldoende ruime teeltrotatie aan te houden kan de druk van Phytophthora porri of papiervlekkenziekte, maar ook van Fusarium en trips verminderd worden. Daarnaast is witrot of Sclerotium cepivorum een grondgebonden schimmel waarvan de rustsporen gedurende meer dan 25 jaar in de bodem kunnen overleven, en dit zonder de aanwezigheid van een waardplant. Percelen die besmet zijn met Sclerotium cepivorum dienen dan ook gemeden te worden voor het telen van prei. Ook voor bacterie, Pseudomonas syringae pv. porri is het handteren van een ruimere teeltrotatie van belang.

Pseudomonas syringae pv. Porri

28 | Tuinbouwnet | Groentemagazine nr 3 | De preiteelt nader bekeken | Januari 2014


Onder teelttechniek valt de rassenkeuze, bemesting, bodembewerking en irrigatie. Voor de preiteelt heeft de rassenkeuze een grote invloed op het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. Het is van uiterst belang om rassen te kiezen die sterk zijn op trips, roest en papiervlekken; aangezien voor deze belagers de meeste gewasbeschermingsmiddelen ingezet worden.

Roest

Papiervlekken

29 | Tuinbouwnet | Groentemagazine nr 3 | De preiteelt nader bekeken | Januari 2014


Daarnaast zijn er ook verschillen in Alternaria, Fusarium en Pseudomonas. TACO maakt jaarlijks rasadvieslijsten op waarin de sterktes en de zwaktes van de rassen weergegeven zijn. Deze rasadvieslijsten zijn de basis voor het opstellen van een teeltplanning.

Fusarium

Prei neemt kort na het planten weinig stikstof op, het is vooral van belang om 8 weken na het planten voldoende stikstof te voorzien. Om goed te kunnen inschatten hoeveel stikstof de prei nodig heeft wordt veelal 6 Ă 8 weken na het planten een N staal genomen. Maar ook na een periode van veel neerslag kan het interessant zijn te checken hoeveel stikstof nog aanwezig is. Een verzwakte plant die te weinig meststoffen voor handen heeft is ook gevoeliger voor ziektes. Ook de kali bemesting speelt hier een rol in. Om erosie en afspoeling te vermijden is het interessant om bij de teelt op ruggen na het planten de grond tussen de ruggen nog eens open te trekken. Zo zal ook de neerslag makkelijker in de grond dringen. Het bevorderen van nuttigen kan door een hele reeks aan, vaak heel eenvoudige, maatregelen. In prei is de belangrijkste belager trips. Deze zitten in de schacht van de plant, waar tot nu toe nog maar weinig of geen nuttigen aangetroffen werden. Er zijn echter wel natuurlijke vijanden van trips, maar over de invloed hiervan op Thrips tabaci in het veld is nog maar weinig gekend.

30 | Tuinbouwnet | Groentemagazine nr 3 | De preiteelt nader bekeken | Januari 2014


Monitoren Voor vele mensen zijn de waarschuwingsberichten de basis voor het monitoren. Deze waarschuwingen zijn gebaseerd op een wetenschappelijk temperatuursmodel en observaties op velden verspreid over gans Vlaanderen. Bij opvolging door TACO wordt per veld specifiek gekeken welke ziektes en plagen aanwezig zijn, dit in combinatie met de verwachte weersomstandigheden, druk op het veld en rasgevoeligheid bepalen mee de keuze en het moment van de volgende behandeling. Ook het gebruik van middelen met een verschillende werking is van belang voor het vermijden van resistentie. Dit brengt ons tot het luik interventie.

Interventie Een interventie dient gebaseerd te zijn op een waarneming. Dit kan door eigen veldobservaties, waarschuwingsberichten, systemen voor vroege diagnose of het advies van een gekwalificeerde beroepsadviseur. Na de veldbezoeken worden de observaties en het advies voor eventuele behandeling door TACO genoteerd in een verslag, wat ook bijdraagt tot het luik administratie.

31 | Tuinbouwnet | Groentemagazine nr 3 | De preiteelt nader bekeken | Januari 2014



INNOVATIEVE VOORVERKOOP EEN BOOST VOOR FLANDRIA PREI Deze herfst zette de REO Veiling in op grotere flexibiliteit in de voorverkoop van Flandria-prei. “Een nieuwe uitdaging, want we willen met Flandria-prei stevig in de markt blijven en antwoord bieden op nieuwe marktvragen. Daarbij is the sky the limit”, aldus Dominiek Keersebilck, commercieel directeur. Lava Belangrijkste product voor REO-Veiling West-Vlaanderen is de grootste preiregio in een groeiende, Europese markt. Niet verwonderlijk dus dat prei het belangrijkste product op de Roeselaarse veiling. Vorig jaar werd zo'n 60.000 ton aangevoerd, goed voor 19 % van het globale omzetcijfer en meteen ook de grootste omzet. Dit jaar stond de aanvoerteller eind augustus al op 32.000 ton. Gunstig teeltseizoen “Door de lichtrijke zomer in samenspel met een groeizame nazomer kende de herfstprei dit jaar een uitstekend teeltseizoen met weinig ziektedruk. Het koele, vochtige herfstweer zorgt nu voor een vertraging van de groei, waardoor de prei niet snel overrijp zal worden”, verklaart Nathalie Plovie, productmanager bij Veiling REO. “In de Flandria-preiteelt vertaalt Responsibly Fresh zich onder andere in duurzame productie. Zo wordt de toepassing van gewasbescherming gestuurd op basis van waarschuwingen aan de telers. Al deze factoren samen garanderen een mooi en gezond eindproduct op de veiling.” “Begin oktober kregen we een wekelijkse aanvoer van 1 miljoen kg herfstprei en die neemt in de tweede helft van oktober wellicht lichtjes toe. De grootste aanvoer op de klok is er in de sortering 3-4, echte stoofprei dus. Als in december de winterprei op de veiling komt, verwachten we nog grotere volumes.” Marktvraag adequaat invullen De REO Veiling streeft ernaar om het jaar rond stevig in de markt te blijven met haar belangrijkste product. De verpakking wordt alsmaar belangrijker en gedifferentieerder, ook voor een basisproduct als prei. Het aanbod standaardverpakkingen voor Flandria-prei blijft uniek in Europa. “Duitsland, een grote afnemer geeft de voorkeur aan meermaals te gebruiken verpakking, zoals groene klapkisten. Zuid-Europa verkiest houten kratten of kartonnen dozen. Die verscheidenheid in wensen noodzaakt dus een grote verscheidenheid in verpakkingsmateriaal.” Bij de klokverkoop kan de handel al kiezen uit bussels met tape of met houten wissen, uit 33 | Tuinbouwnet | Groentemagazine nr 3 | De preiteelt nader bekeken | Januari 2014


netzakken en uit Flandria-dozen of EPS-kisten voor diverse sorteringen. In voorverkoop, in bemiddelingsverkoop en bij seizoens- of jaarcontracten kan de klant alle verpakkingen vragen die technisch mogelijk zijn: houten kratten, EPS-klapkisten, IFCO, bussels, netzakken, ... Bij seizoens- en jaarcontracten is er bovendien voldoende levertijd om in te gaan op speciale vragen. Nieuwe uitdaging “We ervaren dat de voorverkoop steeds beter draait, ook dankzij het flexibel inspelen op wensen van onze kopers”, legt commercieel directeur Dominiek Keersebilck uit. “We streven ernaar om met zoveel mogelijk product in de juiste verpakking zoveel mogelijk klanten te beleveren. Om vooral grote afnemers tegemoet te komen, werd begin oktober, in samenspraak met de producenten, een innovatie in het voorverkoopsysteem geïntroduceerd. Een groep van preitelers heeft zich geëngageerd om alle verpakkingen op het bedrijf beschikbaar te hebben, zodat de koper onbeperkte keuze heeft hoe hij de aangekochte prei geleverd wil hebben. Bovendien kan dit in zowel 5 als in 10 kg-kisten. Door grotere flexibiliteit hopen we vraag en aanbod optimaal op elkaar af te stemmen. Verpakken op het bedrijf betekent alleszins tijdswinst en de verhandelde Flandria-prei komt zonder kwaliteitsverlies in de winkelrekken.” The sky is the limit “Met Flandria beschikken we over een sterk keurmerk dat binnen Europa goed gekend is. De vragen van de markt adequaat invullen, vormt evenwel een continue uitdaging. Onze commerciële afdeling probeert antwoord te geven op nieuwe marktvragen en onze telers zijn ook bereid daar extra inspanningen voor te leveren. Zo signaleerde de handel ons dat prei met lange wortels een moeilijker product was. Nu komt prei met bros, dit is maximaal 5 cm wortel, afzonderlijk op de klok met een aparte prijsvorming. Het geeft bovendien een bijkomend kwaliteitskenmerk aan de Flandria-prei. Sommige producenten leveren ook bewerkte prei zonder groen of wortels in een-op-eenrelatie met vaste afnemers.” Groeiende exportmarkt “Onze exporteurs zoeken bewust naar potentiële afzetmarkten. Op de Aziatische markt krijgt onze prei stilaan meer kansen. Opvallend dit jaar: Aziaten toonden interesse in Flandria-prei op de Asia Fruit Logistica in Hong Kong. We kijken ook richting Oost-Europa. In Rusland, Tsjechië en Polen wordt prei populair als smaakmaker in gerechten. Op die nieuwe markten zien we nog veel groeikansen”, besluit Dominiek Keersebilck.

34 | Tuinbouwnet | Groentemagazine nr 3 | De preiteelt nader bekeken | Januari 2014


DUURZAAM EN VEILIG TOPPRIORITEITEN VAN GLOBALG.A.P.5 GLOBALG.A.P., de internationale standaard voor de primaire productie, bereidt tegen 2016 een nieuw protocol voor. Alle schakels uit de keten worden hiervoor geconsulteerd. De eerste regionale conferentie België-Nederland op 21 november bij Veiling Hoogstraten bood een geschikt forum. Wereldwijd geaccepteerd GLOBALG.A.P. is een internationale standaard voor de primaire productie, gebaseerd op de principes van de goede agrarische praktijken. GLOBALG.A.P. is erkend door GFSI GLOBAL Food Safety Initiative - en wordt daardoor wereldwijd door retailers en foodservice geaccepteerd. Wereldwijd zijn er meer dan 130.000 primaire producenten met een GLOBALG.A.P.-certificaat. Voor België gaat het om ongeveer 3.100 - vooral bij producenten van groenten en fruit voor de versmarkt - en dit op vraag van hun nationale en internationale afnemers en distributeurs. Voedselveiligheid is een van de speerpunten van de retailer en GLOBALG.A.P. garandeert dat hieraan voldaan wordt. Het zorgt voor eenduidigheid van de certificatienormen voor de Belgische markt. Verwacht wordt dat het aantal certificeringen in Europa verder zal groeien. Meer lokale aanpak Jarenlang had de GLOBALG.A.P.-organisatie de traditie om belanghebbenden eenmaal per jaar samen te brengen op één wereldwijde bijeenkomst, afgewisseld met regionale conferenties. In 2013 wordt gekozen voor een nog meer lokale aanpak. De nationale technische werkgroepen - in de onderscheiden landen hét aanspreekpunt voor GLOBALG.A.P. - staan in voor de organisatie. Ad Klaassen (DPA) en Ann de Craene (VBT) maken deel uit respectievelijk van de Nederlandse en de Belgische Nationale Technische Werkgroepen. Zij vertalen de internationale richtlijnen op nationaal niveau en zoeken een draagvlak ook in andere agro-sectoren. Boeiende uitdaging De werkgroepen zetten hun schouders onder de eerste, gezamenlijke Nederlandstalige conferentie op 20 november 2013 bij Veiling Hoogstraten, een van de LAVA-veilingen. Het wordt een succesvol initiatief! Een 200-tal aanwezigen - vertegenwoordigers uit de 35 | Tuinbouwnet | Groentemagazine nr 3 | De preiteelt nader bekeken | Januari 2014


primaire productie, de toeleverende bedrijven, de handel en verwerkende industrie en de retail en foodservice - luisterden geïnteresseerd naar de laatste ontwikkelingen en visies op GLOBALG.A.P., de waarde van het certificaat en de uitdagingen voor de toekomst. “We kunnen spreken van een geslaagde conferentie”, beaamt Ann De Craene, lid van de Nationale Technische Werkgroep voor België. “Het was voor ons een boeiende uitdaging om Belgische en Nederlandse leden met elkaar in discussie te laten gaan, zeker ook tijdens de vele informele netwerkmomenten.” Waardevolle standaard De waarde van een mondiale standaard voor producenten die internationaal teeltarealen exploiteren, illustreerde Jan Zegwaard van GreenCo, een Nederlandse producent die ook in Spanje en Mexico produceert, tijdens zijn lezing. GLOBALG.A.P. maakt het mogelijk om overal ter wereld dezelfde teelt- en kwaliteitsnormen aan te houden en vlot op internationale schaal handel te kunnen drijven. “De inbreng van deze producent en de veilingen bood een tegengewicht voor de beperkte aanwezigheid van producenten. Wat onze veilingen zelf van de lezingen hebben opgestoken, levert bovendien interessante stof voor eerlijke communicatie met hun achterban. Zo bereiken we onze doelgroep, de producenten, toch op een indirecte manier”, meent Ann De Craene. Responsibly Fresh “Aandacht voor duurzaamheid is niet meer weg te denken uit ons maatschappelijke bestel. Ook de retail is er actief mee bezig en de consument laat het meespelen in zijn aankoopgedrag. Vanuit deze evolutie blijft GLOBALG.A.P. van essentiële waarde voor de sector. Onze producenten moeten voldoen aan de wensen en bezorgdheden van de andere schakels in de keten”, verzekert Ann De Craene. “De huidige versie, GLOBALG.A.P.4, legt al sterke klemtonen op duurzaamheid en geïntegreerde productiemethoden, in het kader van voedselveiligheid. Specifiek voor de primaire productie is dit gekoppeld aan actuele thema's als: microbiologie, verantwoord gebruik van grondstoffen en productiemiddelen, dierenwelzijn en sociaal verantwoorde tewerkstelling, integriteit en ketenbeheer en benchmarking van kwaliteitssystemen. Voor onze producenten vertaalt zich dit in een continu afwegen van People, Public en Profit. Ons duurzaamheidskeurmerk, Responsibly Fresh, symboliseert de inspanningen en het engagement dienaangaande van de Belgische groente- en fruitsector.” GLOBALG.A.P.5 Traditioneel wil GLOBALG.A.P. luisteren naar alle betrokkenen en hun opmerkingen voor aanpassingen en aanvullingen bij de standaard meenemen. Deze conferentie kaderde tevens in de voorbereiding van de GLOBALG.A.P.-Standaard versie 5. “Zoals elke kwaliteitsstandaard wordt ook GLOBALG.A.P. regelmatig geactualiseerd. Voor 2016 staat 36 | Tuinbouwnet | Groentemagazine nr 3 | De preiteelt nader bekeken | Januari 2014


een nieuw protocol op de planning”, legt Ann De Craene uit. “Duurzaamheid evolueert, het wordt nu anders ingevuld dan vroeger. Ik verwacht in de volgende versie blijvende aandacht voor voedselveiligheid én verhoogde aandacht voor duurzaamheid. Ook sociale aspecten, zoals omgang met personeel en ethisch verantwoord ondernemen, zullen een grotere rol spelen.” Sleutel tot internationale markt De nationale technische werkgroepen nemen de komende maanden actief deel aan het overleg binnen GLOBALG.A.P. en blijven nauw betrokken bij de verdere uitbouw van de standaardkwaliteitsvereisten. “Het is daarbij belangrijk om tot een hanteerbaar pakket van 'goede agrarische praktijken' te komen, met een realistische set van controlepunten. Het mag uitdagend zijn, maar we willen waakzaam blijven over de haalbaarheid”, beklemtoont Ann De Craene. “Onze producenten en veilingen werken steeds vaker voor de export. Het certificaat blijft een must om op internationale schaal handel te kunnen drijven. Het is een sleutel tot de toegang tot deze markten.” Voor meer informatie over GLOBALG.A.P.: www.globalgap.org Belgische Nationale Technische Werkgroep - Ann De Craene - 0032 478 764 98

37 | Tuinbouwnet | Groentemagazine nr 3 | De preiteelt nader bekeken | Januari 2014



REO VEILING DOET MARKTPROSPECTIES IN ALLE WINDRICHTINGEN Bruggen bouwen naar nieuwe afzetmarkten en de buitenlandse vraag naar onze verse producten ter plaatse ondersteunen door aan te geven wat de REO Veiling als partner kan betekenen en te luisteren naar de concrete noden van de markt. Om die redenen is onze veiling aanwezig op buitenlandse vakbeurzen en congressen. In de voorbije weken waren we op werkbezoek in Madrid, New Orleans, Hong Kong en Moskou. REO Veiling Madrid Fruit Attraction in de Spaanse hoofdstad Madrid werd voor de 5de keer georganiseerd en was de grootste editie in haar jonge geschiedenis met een kwart meer exposanten dan vorig jaar. Bij de start in 2009 waren er 353 standhouders. Met 670 standhouders was dit jaar sprake van bijna een verdubbeling van het deelnemersaantal op een beursoppervlakte die verdrievoudigde van 7.400 m² naar 21.000 m² verdeeld over 3 beurshallen. De toenemende aantrekkelijkheid van Fruit Attraction en de groeiende interesse in de beurs kwamen regelmatig ter sprake tijdens ons beursbezoek.

De open VLAM stand van 60 m² op Fruit Attraction 2013 toonde grote productfoto’s op zijn bovenstructuur en een overzichtelijke productpresentatie van Flandria groenten en fruit.

Spanje is één van de grootste producenten en exporteurs van groenten en fruit in Europa. Toch importeert het land ook bepaalde groenten en fruit. De handel tussen Spanje en ons land is vrij stabiel. België exporteerde vorig jaar 53.330 ton vers fruit richting Spanje. Dat waren hoofdzakelijk Conférence-peren en appels. In 2012 werd vanuit België 16.121 ton verse groenten naar Spanje uitgevoerd. Kropsla en tomaten zijn populaire Belgische groenten in Spanje. Ons land is bovendien de belangrijkste preileverancier voor Spanje. Op 39 | Tuinbouwnet | Groentemagazine nr 3 | De preiteelt nader bekeken | Januari 2014


Fruit Attraction hoorden we eveneens over een lichte stijging in de export van witloof naar Spanje. New Orleans De Produce and Marketing Association (PMA), zeg maar de vertegenwoordigers van de Amerikaanse handelsketen van groenten en fruit, organiseerde naar jaarlijkse gewoonte haar vakbeurs Fresh Summit. Voor het eerst sinds 11 jaar streek de beurs opnieuw neer in het in 2005 door de orkaan Katrina geteisterde New Orleans. Er kwamen meer dan 18.000 bezoekers uit ruim 60 landen over de vloer, waaronder een 3.000-tal aankopers. Dat maakte de beurs tot de grootste van haar soort in Amerika. Productinnovatie en marketing naar kinderen waren twee belangrijke thema’s op Fresh Summit. We ontdekten deze hot topics zowel tijdens de seminaries als in de beurshal. Twee opvallende voorbeelden waren de presentatie van hardfruit op maat van kinderen en communicatie aan de hand van kleurrijke cartoonfiguren. De aanwezigheid van VLAM viel op door haar attractieve beursstand waarin de kookdemo’s van een meester-kok de smaakpapillen van de talrijke voorbijgangers duidelijk maakten wat Belgische toppers zoals prei, witloof, paprika en aardbeien in hun mars hebben. Tevens had er een Belgische avond plaats waarop Amerikaanse invoerders en retailers meer toelichting kregen over de Belgische groente- en fruitsector. Ze konden er eveneens proeven van uitgelezen hapjes met de klemtoon op onze groenten in combinatie met Belgische bieren.

Tijdens onze winkelbezoeken in New Orleans stelden we vast dat de kwaliteit van de geëtaleerde groenten en fruit over het algemeen goed was.

We maakten van onze aanwezigheid op Fresh Summit gebruik om ter plaatse ook een 10tal supermarkten te bezoeken. We zagen er dat de kwaliteit van de geëtaleerde groenten en fruit over het algemeen goed was. We ontdekten er ook een ruim gamma van biologisch geteelde groenten en fruit. Van groenten van Belgische oorsprong, troffen we enkel witloof aan. Witloof blijft trouwens de meest geëxporteerde groente van België naar Amerika. Ondanks de vele hindernissen die overwonnen moeten worden, zoals de grote afstand, blijft Amerika voor ons product een afzetmarkt waar kansen liggen. 40 | Tuinbouwnet | Groentemagazine nr 3 | De preiteelt nader bekeken | Januari 2014


Hong Kong De grote afstand is ook een lastige barrière voor de export van ons product richting China. Anderzijds heeft China een enorm koperspotentieel, om van de rest van de regio nog maar te zwijgen. We willen deze markten, die op momenten van overaanbod op de eigen Europese markt voor wat ontlasting kunnen zorgen, niet uit het oog verliezen. We waren daarom aanwezig op Fruit Logistica Asia in Hong Kong. De vakbeurs lokte ruim 6.500 professionele bezoekers uit de wereld van groenten en fruit, een stijging met 14% ten opzichte van de vorige editie. De aankopers die we er ontmoetten, bleken erg geïnteresseerd in wat voor hen als nicheproducten worden beschouwd. In de toekomst zullen evenwel veel inspanningen nodig zijn om deze afzetmarkt te bedienen. Moskou Om de vinger aan de pols te houden wat betreft de export naar Rusland brachten we een werkbezoek aan de 21ste editie van World Food Moscow. Deze voedingsvakbeurs is de grootste van Rusland en lokt jaarlijks tienduizenden bezoekers. Ook bezochten we diverse supermarkten in Moskou. Het viel ons op dat het aantal referenties in de groenterayons er de laatste jaren spectaculair is gestegen. Waar een gemiddelde Rus vroeger kon kiezen uit een 10-tal producten, heeft hij vandaag de keuze uit zowat alle gekende groente – en fruitsoorten die bovendien van goede kwaliteit zijn. Supermarktketens winnen aan belang in Rusland. Desondanks blijft de verkoop via de groothandelsmarkt een belangrijk distributiekanaal voor het leveren van groenten en fruit aan de Russische eindconsument. Deze eindconsument, ze zijn met meer dan 140 miljoen in Rusland, beschikt meer en meer over genoeg koopkracht om ook producten uit het buitenland te betalen. Zo opent deze markt nieuwe opportuniteiten voor onze Belgische producten. Tijdens onze winkelbezoeken zagen we bijvoorbeeld Flandria prei verkocht worden. Weliswaar met mondjesmaat.

41 | Tuinbouwnet | Groentemagazine nr 3 | De preiteelt nader bekeken | Januari 2014



GEVARIA IS EEN ZEER PRODUCTIEF INDUSTRIERAS Frederick Claerhout (25) uit Ardooie neemt binnenkort het bedrijf over van zijn vader. Op dit bedrijf worden hoofdzakelijk industriegroenten zoals bloemkool, prei, knolselderij en sluitkool geteeld. Bij de familie Claerhout is de preiteelt een teelt naar hun hart. “We staan steeds open voor nieuwe rassen,” zegt Frederick.

Sinds het bezoek aan het proefveld van Gevaria in 2011, staat dit ras in het teeltplan voor oogst eind nov-dec. Uit de voorbije twee teeltjaren komt Gevaria als een betrouwbaar ras naar voren. “Het is een ideaal ras voor de 70/30 contracten, goed productief en slijtvast.” Teeltkosten drukken Frederick: “Wij telen prei vooral op nieuwe akkers. Een goede vruchtafwisseling is de basis voor een gezonde, productieve preiteelt. Voor een contractteelt is een goede opbrengst essentieel, geen productie is geen inkomen. De preiteelt is immers een dure teelt. We kweken ons plantgoed zelf op. Op die manier kunnen we beter het planten organiseren, want je hebt steeds vers plantgoed dat vlot weg groeit en ook worden de teeltkosten gedrukt.”

43 | Tuinbouwnet | Groentemagazine nr 3 | De preiteelt nader bekeken | Januari 2014


Bemesting “We bemesten met 35 ton effluent een vijftal weken voor het ploegen. Op de strooien we een 250 kg ammoniak-nitraat als basisgift. Planten doen we met een Gregoirplanter. We planten onze prei 70 cm tussen de rij en 9 cm in de rij. Verder schoffelen we de prei en we aarden tweemaal aan. Tijdens deze laatste arbeidsgang wordt er bij bemest volgens de bemestingsanalyse. Bovendien sproeien we ook zelf. We trachten ons werk te doen met zo weinig mogelijk vreemde arbeid.” Contracten “Tijdens de oogst, wanneer de prei op zijn mooist staat in het najaar, is het soms moeilijk om voldoende product te mogen aanleveren bij de industrie. Om toch regelmatig te kunnen oogsten, proberen we contracten af te sluiten bij diverse afnemers. We streven ernaar om met kerstmis klaar te zijn met de herfstprei. Na nieuwjaar heb je alleen maar meer sleet, productieverlies en extra arbeid door de vorst of wateroverlast.” aldus Frederick.

U bent welkom op onze stand op AGRO – EXPO Vlaanderen 25 & 26 & 27 januari Schiervelde Hallen ROESELARE 44 | Tuinbouwnet | Groentemagazine nr 3 | De preiteelt nader bekeken | Januari 2014



VROEGE PREITEELT: TRAYPLANTEN ALTERNATIEF VOOR LOSSE PLANTEN Voor vroege preiteelten wordt in Vlaanderen, naast binnenlandse serreplanten, al meerdere jaren gebruik gemaakt van losse planten opgekweekt in Portugal en Marokko. Op het PCG werden in 2012 en 2013 verschillende proeven aangelegd waarin plantmateriaal vergeleken werd. In deze proeven werden losse buitenlandse planten vergeleken met losse binnenlandse planten en superseedlings. Openluchtteam PCG Bij de teelt van de vroege prei is een snelle weggroei met een goede productie en een goede schottolerantie van belang. Het plantmateriaal kan vanaf de start van de teelt een belangrijk verschil maken bij de weggroei en zo de vervroeging stimuleren.

Resultaat proeven 2012 PCG De Spaanse trayplanten gaven in het moeilijke teeltjaar 2012 een uitstekend resultaat. Ook de Marokaanse losse planten scoorden in de gegeven teeltomstandigheden beter dan de serreplanten. De trayplanten waren vroeger oogstklaar dan de losse planten waardoor er in de toekomst meer aandacht dient te gaan naar een goede teeltplanning. De grootste traymaat is niet gemakkelijk te planten in normale ponsgaten van 28-32 mm. Indien de prei geplant wordt in ponsgaten is het wenselijk om ponspinnen met een grotere diameter of een kleinere traymaat te gebruiken. In de vroege teelt gaven de trayplanten het beste resultaat. Ze zorgden voor de snelste groei en de hoogste productie. De serreplanten waren bij het planten nog zeer fijn en gaven uiteindelijk de laagste opbrengst. Het resultaat van de Marokkaanse en Portugese losse planten lag er tussenin zowel naar opbrengst als naar kwaliteit. Er waren geen verschillen in lengte wit maar de buitenlandse planten vertoonden een langere schacht. Het buitenlands plantmateriaal – zowel de losse planten als de trayplanten - was duidelijk groter en steviger en had een groot wortelvolume. De wortels van de buitenlandse losse planten waren redelijk lang terwijl de in tray opgekweekte planten vooral dikke wortels hadden.

46 | Tuinbouwnet | Groentemagazine nr 3 | De preiteelt nader bekeken | Januari 2014


In een volgende proef bleek dat Spaanse trayplanten, in vergelijking met Belgische serreplanten, ook voor een zomerteelt voordelen kunnen opleveren. De vervroeging, of productieverhoging op dezelfde oogstdatum, en het uniformer gewas zijn ondermeer een gevolg van de snelle weggroei na het planten. De grootste traymaat gaf een hogere opbrengst en een grovere sortering dan de kleinere traymaat. ton/ha

Opbrengst en maatsortering proef 2012

50 45 40 35 30 25 20

+4cm

15

3-4cm 2-3cm

10

-2cm

5 0

Megaton trayplanten

Megaton serreplanten losse wortel

Krypton trayplanten

Krypton Marrokaanse losse planten

Krypton binnenlandse serreplanten

Resultaat proeven 2013 PCG Ook in 2013 werden op het PCG te Kruishoutem in twee teeltperiodes proeven aangelegd om het plantmateriaal te vergelijken. Diverse plantekwekers.werkten mee aan dit onderzoek en stelden plantmateriaal ter beschikking. Vooral de vroegste planting heeft hinder ondervonden van het lange koude voorjaar. In het algemeen scoren de trayplanten of seedlings op diverse criteria iets beter dan de losse planten. De planten zijn iets uniformer, donkerder van kleur, gemakkelijker te schonen en hebben kortere internodiĂŤn. Alle planten hebben een vergelijkbare schachtlengte. De teelt met trayplanten gaf een iets hogere opbrengst met een hoger aandeel verkoopbare planten door minder afval en minder schot. Bij de trayplanten komen er meer planten voor in de grovere maatsortering (3-4cm) en er komen minder planten voor in de maatsorteing <2 cm. Bij de kwaliteitssortering scoren de losse planten dan weer net iets beter dan de trayplanten. 47 | Tuinbouwnet | Groentemagazine nr 3 | De preiteelt nader bekeken | Januari 2014


De ponsdiepte werd in tegenstelling met de proeven van 2012 aangepast: voor het planten van de trays werden de gaten 2 cm dieper geponst. Het planten van superseedlings verloopt in ponsgaten van 28 mm minder vlot, zeker met de grotere traymaten. Een dikkere ponspin van 32 tot 35 mm is hiervoor meer geschikt. In de toekomst zal nagegaan worden wat het resultaat is als er geplant wordt met een schijven- of een klembandplanter. Tabel: Resultaten proef planting april 2013: Opbrengstgegevens en pitlengte

De resultaten van deze proeven zijn reeds verschenen in Proeftuinnieuws jg23 nr 1-2 en nr19, waarbij ook de gegevens van andere proefcentra werden verwerkt. Op www.proefcentrum-kruishoutem zijn de volledige verslagen van de proeven van 2012 te vinden. Het definitieve verslag van 2013 volgt binnenkort.

48 | Tuinbouwnet | Groentemagazine nr 3 | De preiteelt nader bekeken | Januari 2014



MET GEVARIA ALS ZAAIPREI OOGST JE EEN GOED RESULTAAT Het zaaien van prei ter plaatse in vollegrond is in Nederland de gewoonste zaak van de wereld. Hier in België is dit eerder een uitzondering. Loonwerker Dries Defour uit Ardooie en industrieteler Marnix Snaet uit Torhout vertellen over hun ervaringen bij deze teelttechniek. Al meer dan 15 jaar zaait Marnix prei ter plaatse en Dries zaait al 25 jaar prei vollevelds.

Dries vertelt dat hij in de loop van die 25 jaar een duidelijke evolutie in het zaaien ziet. “In de begin jaren zaaiden we in een geultje van 7 cm diep, nu wordt alle industrieprei vlak gezaaid. De rassen zijn van een korte schacht naar een lange schacht type gegaan. Vroeger hadden we die diepte nodig om schachtlengte te maken. Die langere schachten maken schoffelen en aanaarden nu veel gemakkelijker tijdens de teelt.” Arbeidspiek Marnix heeft voor deze teelttechniek gekozen om zijn arbeidspiek van juni te verschuiven naar april. “Het is keuzes maken,” zegt hij. “Ofwel kiezen voor vreemde arbeidskrachten om in juni prei te planten, ofwel om de prei volleveld te zaaien in april. Tot op vandaag heb ik steeds de juiste keuze gemaakt voor mijn preiteelt.”

50 | Tuinbouwnet | Groentemagazine nr 3 | De preiteelt nader bekeken | Januari 2014


Plannen Marnix: “Voor het ploegen neem ik steeds contact op met mijn loonwerker Defour zodat wij beiden goed kunnen plannen wanneer er gezaaid kan worden. Ik houd rekening met de weersverwachtingen, zodat mijn land kan witdrogen na het zaaien. Na het inbrengen van de drijfmest en diepwoelen van de grond wordt er geploegd. Het zaaibed wordt fijn gelegd met de rotoreg. De zwaardere stukken grond worden tweemaal bewerkt. Er wordt gezaaid op de rotoreg van de zaaimachine.” “Om goed de zaaidiepte te kunnen houden, moet er op een vast zaaibed gezaaid worden,” voegt Dries eraan toe.

Zaaibed Het zaaibed mag niet uit knorretjes of kluitjes bestaan. De opkomsten zijn op de zwaardere gronden in Houthulst net zo goed als op de lichtere gronden in Torhout. Het stuk land ligt best bol of vlak, een bak of zak in het perceel vraagt om problemen bij hevige regen. Stuifgronden zijn minder geschikt, bij hevige wind kan het zaad wegwaaien of de zandkorrels schuren langs de jonge plantjes waardoor de groei stilvalt. Zaaimachine De zaaimachine is als volgt afgesteld: de zaaipijpen staan 70 cm van elkaar en in de rij komen de zaden tussen de 6 à 8 cm te liggen. De zaaidiepte is 1 tot 1,2 cm diep. Van groot 51 | Tuinbouwnet | Groentemagazine nr 3 | De preiteelt nader bekeken | Januari 2014


belang is de kiemenergie van het zaaizaad. Marnix: “Bij Enza Zaden streven ze naar partijen waar kiemenergie en kiemkracht zo dicht mogelijk bij elkaar liggen. Deze zaden geven de meest uniforme opkomsten en dus de beste resultaten.” Rassenkeuze Voor de rassenkeuze geeft Marnix twee criteria aan. “Eerst en vooral moet de variëteit een lange schacht maken en ten tweede moet het ras, doordat er in april nog veel koude nachten en dagen kunnen zijn, een hoge schottolerantie hebben. Gevaria van Enza Zaden voldoet heel goed aan deze voorwaarden en is dan ook mijn hoofdras geworden.” Sproeistof Om het gewas zuiver, onkruid vrij, te houden werkt Marnix nauw samen met zijn sproeistofhandelaar. Als teler moet je frequent lage doseringen spuiten en is een goede teeltopvolging vereist. Zodra de planten uit hun kramstadium zijn, is de meest risicovolste fase van de teelt voorbij. Tijdens de teelt wordt er geschoffeld en aangeaard. In deze arbeidsgang wordt er ook stikstof mee gestrooid volgens het bemestingsadvies. Groeikrachtiger Zaaiprei is veel groeikrachtiger en wilder van groei dan geplante prei. Zaaiprei bezit een veel sterker wortelgestel, hierdoor is zaaiprei duidelijk sterker tegen ziektes en droogteresistenter dan de geplante prei. Dit sterk ontwikkeld wortelgestel kan vertragend werken in de oogst. Producties en preikwaliteiten zijn zeker niet minder. “Ik kan moeiteloos mijn 70/30 contracten leveren

52 | Tuinbouwnet | Groentemagazine nr 3 | De preiteelt nader bekeken | Januari 2014



EEN GEWAARSCHUWD PREITELER IS ER TWEE WAARD De voorbije twee winters waren heel koud. Eind januari 2012 zakte de temperatuur in het weerstation van Rumbeke-Beitem tot -15째C. Op vele plaatsen in Vlaanderen zakte de nachttemperatuur zelfs nog lager. De temperatuur bleef gedurende 2 weken extreem laag. Bijna alle prei die niet afgedekt werd, was verloren. Enkel de late winterprei vertoonde nog enige hergroei en kon soms nog aangeleverd worden naar de Veiling. Inagro

Op deze foto zie je duidelijk waar de prei afgedekt was. Deze foto werd genomen door Mieke Brusselle na de winter 2012-2013

Halverwege januari dit jaar was er eenzelfde scenario. Het begon met enkele centimeters sneeuw. Door de afdekking van de bodem met sneeuw was er veel meer afkoeling dan voorspeld en opnieuw zakten de nachttemperaturen lager dan -10째C (15 januari 2013) gedurende meerdere dagen. Opnieuw was de niet afgedekte prei bovengronds zwaar aangetast door de vorst en veelal helemaal verloren. Bovendien kwam de hergroei in het voorjaar pas zeer laat op gang.

54 | Tuinbouwnet | Groentemagazine nr 3 | De preiteelt nader bekeken | Januari 2014


Na deze winters bleven telers met vele vragen zitten. Wanneer is het optimale ogenblik om af te dekken? Wat kost afdekken? Of wat kan het mij opbrengen? Welk risico lopen we als we niet afdekken? Wat met de gewasbescherming als de prei afgedekt is? Inagro zocht samen met de REO Veiling naar een antwoord op deze veelgestelde vragen. Nieuwe tool kostprijsberekening afdekken van prei Een zeer belangrijk factor in het verhaal is de kostprijs van prei. Deze kostprijs is voor iedereen verschillend naargelang de investeringen die gedaan werden en de hoeveelheid (al of niet externe) arbeid. Toch moet er gesteld worden dat telers vaak niet realiseren hoe duur een hectare prei is. Daarom loont het vaak de moeite om vroeg te gaan afdekken en het risico op een verloren oogst te vermijden. Om dit visueel voor te stellen, ontwikkelde Inagro een tool die het punt berekent waarbij er moet afgedekt worden. Verschillende parameters die voor elke bedrijf verschillen, kunnen aangepast worden. Opmerkelijk is dat de kostprijs van het afdekken heel snel lager is dan de mogelijke schade. Er dient dan eigenlijk ook vrij vroeg afgedekt te worden indien er geen risico gewenst is. Meer info vindt u op www.prei-info.be. 10 tips voor de winter 1) Volg vanaf nu meerdere weersberichten intensief op. Begin dit jaar waren er maar weinig weersberichten die de nachtvorst juist ingeschat hadden. 2) Zorg dat de koelcellen in orde zijn, zodat deze kunnen gevuld worden zodra er nachtvorst voorspeld wordt. 3) Reken nu al uit hoeveel hectare prei er kan (zal moeten) afgedekt worden bij vorst. Zorg dat er voldoende afdekmateriaal beschikbaar is. Indien er gebruik gemaakt wordt van zandzakjes, zorg dat deze nu al gevuld worden en klaar staan om snel naar het veld te brengen indien nodig. Wanneer er grond op het afdekmateriaal wordt gelegd, is deze vaak lastiger te verwijderen bij vorst. 4) Zodra nachtvorst lager dan -5째C voorspeld wordt, is het aangeraden om af te dekken. Zeker wanneer sneeuw voorspeld wordt voor een periode van nachtvorst, is het nodig om voor de sneeuw af dekken. Wanneer de bodem bedekt is met sneeuw is deze niet meer in staat om de warmte, die nog in de bodem zit, af te geven. Op die manier kan de temperatuur lokaal veel dieper wegzakken dan de minimum temperatuur die voorspeld werd en vriest al het blad boven de sneeuw kapot. 5) Wanneer de nachttemperatuur lager dan -10째C zakt dan is oogstrijpe prei heel gevoelig en vaak is deze prei verloren indien deze niet afgedekt werd.

55 | Tuinbouwnet | Groentemagazine nr 3 | De preiteelt nader bekeken | Januari 2014


6) Late winterprei kan meer vorst verdragen dan oogstrijpe prei. Deze prei zal wel witte bladeren vertonen, maar kan zeer snel hergroeien zodra de temperaturen stijgen in het voorjaar. 7) In het verleden kwam het wel voor dat sneeuw op afdekkingmateriaal witte bladtippen gaf. Deze schade is echter nooit zo groot dan de schade die strenge nachtvorst kan veroorzaken. 8) Het is best om de prei nog optimaal te beschermen tegen ziekten vooraleer het afdekkingmateriaal aan te brengen. 9) Tijdens verschillende proeven werden er geen grote verschillen tussen de verschillende afdekmaterialen waargenomen. 10) Het is belangrijk om geen scheuren of gaten te hebben in het afdekmateriaal, want dan kan de prei alsnog op deze plaatsen bevriezen.

Vorstmodule prei 1) Surf naar www.prei-info.be

2) Klik op ‘nieuwe producent registreren’ Vul alle gevraagde gegevens in. Voor West-Vlaamse telers is het moderatiecentrum Inagro. Vergeet niet om het selectieveld ‘ik heb de voorwaarden gelezen en ik ga akkoord’ aan te vinken.

56 | Tuinbouwnet | Groentemagazine nr 3 | De preiteelt nader bekeken | Januari 2014


3) Nu zou u een mail moeten ontvangen op het ingegeven mailadres. Hierop klikt u om te bevestigen dat alle informatie correct is. 4) Klik op ‘afdekadvies bij voorspelde koude’

5) U komt op het onderstaande scherm. Vul uw verwachte opbrengst prei in kg/ha in of u neemt een voorgeprogrammeerde waarde uit de dropbox rechts. U vult uw geschatte kostprijs in om 1 kg prei te produceren of u klikt een voorgeprogrammeerde waarde in uit de dropbox. Daarna klikt u aan met welk afdekkingmateriaal u zou afdekken. Dan wordt automatisch een kostprijs toegekend aan het afdekken van 1 ha prei. Indien u zelf een bedrag wenst in te geven voor uw afdekking en het aantal uren dat u eraan werkt, dan kan dat ook. U kan een teruggave van GMO invullen indien er een GMO toelage is op het afdekmateriaal. Daarna moet de weersvoorspelling voor de komende dagen ingevuld worden. U kan hiervoor eerst rechts een tiental weerberichten consulteren. Daarna kan u links de weersvoorspelling voor de komende dagen aanklikken. Vinkt aan of het al dan niet zal sneeuwen de komende dagen. 57 | Tuinbouwnet | Groentemagazine nr 3 | De preiteelt nader bekeken | Januari 2014


6) Klik nu op: Geef mij advies.

Het advies geeft een mogelijk verlies weer indien u niet afdekt. Het blijkt dat de schade door vorst vaak onderschat wordt. Voor de meeste producten zal er veel sneller advies gegeven worden om af te dekken dan gedacht. De werkuren om bij het schonen vorstvlekken uit te snijden lopen ook heel snel op. Daarom zal bij veel telers bij meerdere dagen nachttemperaturen tot -5°C het al zin hebben om af te dekken. Deze webapplicatie werd ontwikkeld door Inagro met de financiÍle steun van de REO veiling. Een speciale dank ook aan de Belgische boerenbond voor de hulp.

58 | Tuinbouwnet | Groentemagazine nr 3 | De preiteelt nader bekeken | Januari 2014



STEUN VOOR QUICK-WIN PROJECTEN IN DE KORTE KETEN De minister-president Kris Peeters geeft steun aan tien nieuwe quick-winprojecten in de korte keten. Hiervoor wordt een budget van € 70.000 vrijgemaakt. De afgelopen jaren werden reeds 14 projecten ondersteund, goed voor een budget van € 100.000. De projecten starten in 2014, zijn praktijkgericht en dragen bij aan het realiseren van het strategische plan korte keten. Dit plan werd in 2011 ontwikkeld samen met alle betrokken actoren, zoals ABS, BioForum Vlaanderen, Boerenbond, het Innovatiesteunpunt, het Steunpunt Hoeveproducten, VLAM, Voedselteams, het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie en de 5 Vlaamse provincies. Dit strategische plan werkt rond verschillende doelstellingen om de korte keten in Vlaanderen verder uit te bouwen. De korte keten biedt immers ontwikkelingskansen voor de Vlaamse landbouwbedrijven, versterkt het duurzame karakter van de Vlaamse landbouw en zorgt ervoor dat er opnieuw meer verbondenheid ontstaat tussen producent en consument, wat resulteert in een hogere waardering voor landbouw.

De goedgekeurde quick-win-projecten 1. Lokale Hoeveproducten @ school van Inagro vzw De scholen in West-Vlaanderen zullen via een scholenwedstrijd gestimuleerd worden om hoeveproducten te gebruiken binnen het schoolgebeuren. Er is ook communicatie voorzien naar de ouders zodat zowel de leerlingen, de ouders als de leerkrachten geïnformeerd worden over de korte keten. Voor de korte-keten-producenten kunnen scholen een interessant afzetkanaal vormen. 2. Een order administratiesysteem helpt consument en producent in een korte keten van De Lochting vzw De Lochting ontwikkelde een eigen order administratiesysteem om de administratieve verwerking van bestellingen via het internet te vereenvoudigen en te automatiseren. Dit systeem willen ze delen met andere producenten. Het systeem wordt daarom aangepast zodat het generiek kan worden ingezet en wordt ter beschikking gesteld aan geïnteresseerde producenten.

60 | Tuinbouwnet | Groentemagazine nr 3 | De preiteelt nader bekeken | Januari 2014


3. Startergids marketing en communicatie in de korte keten van VLAM vzw Er bestaat al heel wat informatie rond marketing en communicatie. VLAM zal samen met het Innovatiesteunpunt deze informatie bundelen in verschillende fiches per communicatiemiddel. Er worden ook 3 workshops georganiseerd waarin de verschillende communicatiemiddelen worden toegelicht. 4. Ondersteuning en stimulans bij samenwerking in de korte keten van BioForum Vlaanderen vzw BioForum zal de knelpunten onderzoeken bij verschillende vormen van samenwerking en ook praktijkgerichte oplossingen formuleren. Er gaat bijzondere aandacht naar samenwerkingsvormen met consumenten en hoe samenwerkingen moeten geformaliseerd worden. De resultaten zullen gebundeld worden in een brochure. 5. Handleiding Etikettering van hoeveproducten van Steunpunt Hoeveproducten In 2014 wijzigt de wetgeving rond de etikettering van levensmiddelen. Het Steunpunt Hoeveproducten zal de wettelijke vereisten voor de korte-keten-producenten vertalen naar een praktische handleiding. 6. Food Innovation Academy On Tour van BB projecten vzw Korte-keten-producenten worden ge誰nspireerd om in te zetten op innovatie en productontwikkeling door een studiereis te organiseren naar de UK. Tijdens deze studiereis zullen de deelnemende producenten zelf 2 concepten bedenken die nadien uitgewerkt zullen worden onder begeleiding van het Innovatiesteunpunt. De resultaten zullen verspreid worden om andere producenten warm te maken voor nieuwe marktontwikkelingen en het concept zal ter beschikking gesteld worden aan ge誰nteresseerden. 7. Il campanilismo van het Vlaams Agrarisch Centrum vzw De allochtone bevolking wordt via de korte keten onvoldoende bereikt. Het project wil deze doelgroep bereiken door de korte-keten-producenten tools aan te bieden om op deze doelgroep in te spelen. Er zal een brochure opgemaakt worden met het consumentengedrag en voedingspatroon van bepaalde allochtone bevolkingsgroepen. Er worden ook teeltfiches opgesteld van diverse gewassen. Daarnaast worden er netwerkmomenten georganiseerd tussen producenten en lokale allochtonen. 8. Korte Keten Koken in Provincie Limburg van Voedselteams vzw Er zal een kookboek aangemaakt worden met seizoensgebonden recepten van lokale hoeveproducten. Daarnaast zullen er in samenwerking met VormingPlus kookworkshops 61 | Tuinbouwnet | Groentemagazine nr 3 | De preiteelt nader bekeken | Januari 2014


georganiseerd worden met de hoeveproducten en wordt er een dynamisch platform via de sociale media opgericht om ervaringen en recepten te bundelen. 9. Dagelijkse Boerenkost van Inagro vzw Inagro zal korte-keten-producenten begeleiden bij het organiseren van kookworkshops met hoeveproducten op hun bedrijf. Er wordt ook een receptengadget gemaakt om te verspreiden. Daarnaast worden er kookworkshops voor producenten georganiseerd om vernieuwende verwerkingstechnieken en recepten aan te reiken aan de producenten. 10. EfficiĂŤnte en duurzame samenwerking van biologische groenteboeren in VlaamsBrabant van Boerderij de Brabander Hartenboer is een distributiesysteem van een 20-tal landbouwers waar ook boerderij de Brabander in actief is. Hartenboer wil via dit project de biologische groenteboeren in de streek betrekken bij het distributiesysteem. Hiervoor zullen bijeenkomsten en themawerkgroepen georganiseerd worden met de boeren om nieuwe partnerschappen op te bouwen.

62 | Tuinbouwnet | Groentemagazine nr 3 | De preiteelt nader bekeken | Januari 2014



GROWING TOGETHER NUNHEMS SYMPOSIUM INDUSTRIE Nunhems heeft 2014 alvast goed ingezet! Op vrijdag 3 januari gaf het groentezaadbedrijf de kick-off met een symposium voor de industrietelers van prei en knolselderij.

Growing together Onder het motto ‘Growing together’ organiseerde Nunhems voor haar klanten een interessante avond waar alle stappen in de keten vertegenwoordigd waren, van het veredelen van rassen voor de industrie tot het commercialiseren richting de consument. Colruyt De start werd gemaakt met het einde van de keten. Jean Charles Verhaeghe van Colruyt nam het woord en lichtte op een heel gevatte manier toe wat er door het hoofd van een consument gaat als hij een diepvriesproduct koopt en hoe de consument beïnvloed kan worden. O.a. aanbiedingen, het boodschappenlijstje, uitleg over hoe een gerecht moet worden klaargemaakt en aantrekkelijkheid van een product spelen een rol. Maar wat vooral bleef hangen, was dat ook het weer een belangrijke factor blijkt te zijn! Wanneer 64 | Tuinbouwnet | Groentemagazine nr 3 | De preiteelt nader bekeken | Januari 2014


het vriest, stijgt de consumptie van diepvriesgroenten aanzienlijk! Opmerkelijk was de stelling “We willen dat onze klanten zo weinig mogelijk langskomen in onze winkel”. Hiermee wordt bedoeld dat Colruyt wil dat klanten zo veel mogelijk boodschappen in één keer doen om een langere periode te overbruggen. Daarin spelen diepvriesproducten uiteraard een belangrijke rol. Colruyt mikt op gezinnen die over een grote diepvries beschikken. Volgens Colruyt is de diepvriesklant heel prijsbewust. Colruyt verwacht van zijn leveranciers niet alleen ‘de laagste prijs’, maar ook een goede prijs-kwaliteitverhouding. De supermarktketen werkt graag met leveranciers waarmee een langetermijnrelatie kan worden opgebouwd en die meedenken en inspelen op nieuwe tendensen en zo waarde toevoegen aan een product. Ardo Heidi Goovaerts van Ardo vervolgde het verhaal en legde uit hoe Ardo zijn producten commercialiseert, hoe prei en knolselderij precies versneden worden en op welke nieuwe trends op dit moment kan worden ingespeeld.

Zo blijkt de biomarkt een stijgende markt te zijn. Ardo gaf ook aan dat grover versneden groenten een nieuwe trend zijn waarop ingespeeld wordt. Prei en knolselderij worden vaak verwerkt in groentemixen, die heel populair zijn. Knolselderijpuree blijkt rond de feestdagen erg in trek. Alle aanwezigen in de zaal kregen een boekje met leuke receptideeën met diepvriesprei en -knolselderij. Vervolgens gaf Heidi aan wat Ardo precies verwacht van zijn leveranciers, met name de telers van prei en knolselderij. Als afsluiter lichtte Ardo hun MIMOSA-project toe, waaruit gebleken is dat duurzaamheid heel belangrijk is. Nunhems speelt hier als zaadbedrijf ook op in door te selecteren op rassen met een hogere resistentie tegen ziektes. Nunhems 65 | Tuinbouwnet | Groentemagazine nr 3 | De preiteelt nader bekeken | Januari 2014


Geëindigd werd met de start van de keten, met name de selectie van rassen en de teelt van prei en knolselderij. Ellen Verhelle, Sales Specialist Prei Nunhems, lichtte kort toe wat het veredelingsproces van prei precies inhoudt, hoe Nunhems al jaren selecteert op rassen met een hogere resistentie tegen ziektes en hoeveel tijd het precies in beslag neemt om een nieuw ras op de markt te brengen. Deze avond was een uitgelezen kans voor de telers om ook hun input te geven met betrekking tot de eigenschappen waarover een industrieras moet beschikken om aan de langetermijnverwachtingen te voldoen.

Verder werd het sterke Nunhems-assortiment prei toegelicht, waarna tot slot nog werd uitgelegd wat een gepersonaliseerd teeltplan inhoudt. ‘Growing Together’ betekent namelijk dat Nunhems rekening houdt met de specifieke eisen van de klant, om zo de productie te optimaliseren voor een rendabel gewas. Ann Demeulenaere, Sales Specialist Knolselderij Nunhems, eindigde het verhaal in schoonheid met een toelichting bij Nunhems’ sterk schotresistente assortiment knolselderij, Prinz en Rex, en een presentatie van de hoogproductieve knolselderijhybride Nun 00908 CEC F1.

66 | Tuinbouwnet | Groentemagazine nr 3 | De preiteelt nader bekeken | Januari 2014



GROENBEDEKKERS IN HET VOORJAAR Dit jaar focust de dienst Bedrijfsadvies van de VLM specifiek op het inzaaien van groenbedekkers in het najaar én in het voorjaar.

Een goed ontwikkelde groenbedekker na de hoofdteelt is zeer efficiënt om nitraatuitspoeling te verminderen in het najaar. Maar ook een groenbedekker inzaaien in het voorjaar heeft zijn nut, vooral op groentepercelen die pas laat in het groeiseizoen beteeld worden. De groenbedekker vermindert in het voorjaar de uitspoeling van nitraat naar de diepere bodemlagen en stelt de opgenomen stikstof opnieuw vrij voor de volgteelt. De bemesting van de volgteelt kan op die manier worden verminderd zonder opbrengstverlies. Dit betekent een voordeel voor zowel de landbouwer als het milieu. Het inzaaien van groenbedekkers in het najaar of het voorjaar helpt niet enkel de nitraatuitspoeling te verminderen, en biedt ook andere voordelen. Zo verbeteren groenbedekkers de bodemstructuur en beperken ze het risico op erosie en het dichtslaan van de bodem. Groenbedekkers remmen door hun snelle bodembedekking ook de ontwikkeling van onkruid en dragen bij tot het verbeteren van het organischestofgehalte van de bodem.       

Men kan bij de dienst Bedrijfsadvies ook terecht voor een antwoord op vragen zoals: Hoe lees ik het resultaat van een bodemstaalname? Welke conclusies trek ik er uit? Hoeveel stikstof komt er vrij uit groentenoogstresten ? Hoe kan ik het organische stofgehalte in de bodem op peil houden ? Wat is het belang van de verschillende voedingselementen voor mijn teelten ? Hoe beperk ik mijn nitraatresidu? Hoe beperk ik de kosten voor kunstmest zonder in te boeten aan de kwaliteit en hoeveelheid van mijn gewas?  Hoe maak ik mijn bemestingsplan op? 68 | Tuinbouwnet | Groentemagazine nr 3 | De preiteelt nader bekeken | Januari 2014



VLAAMS MINISTER BOURGEOIS OP WERKBEZOEK IN DE REO VEILING Op maandag 20 januari bracht Vlaams minister Geert Bourgeois een werkbezoek aan de REO Veiling. Tijdens een ontbijtvergadering met de voorzitter en de directeurs van de REO Veiling werd ingegaan op de werking van de REO veilingcoรถperatie.

Aan de hand van een aantal kerncijfers werd het belang van de tuinbouw in WestVlaanderen als exportgerichte sector geschetst. Tevens werden de grote krachtlijnen op het niveau van de individuele tuinbouwbedrijven alsook op het collectieve niveau van de REO Veiling toegelicht. Hierbij werd het belang onderlijnd van de groei van de tuinbouwproductie in onze provincie met een belangrijke grensoverschrijdende activiteit in Noord-Frankrijk. Daarnaast betekent de daling van het aantal tuinbouwbedrijven tijdens de voorbije 10 jaar dat een duidelijke schaalvergroting plaats vindt. Deze schaalvergroting brengt meteen de nood aan gespecialiseerde managementvorming in de tuinbouwsector met zich mee. Bij de bespreking van de missie van de REO Veiling werd vooral toelichting gegeven over de horizontale en verticale integratie waarvoor de REO Veiling staat. Tevens werd het belang aangestipt van de samenwerking met coรถperatieve producentenorganisaties over de grenzen heen, om zo een stabiele markt te ontwikkelen voor het hoogstaande product uit West-Vlaanderen. Na deze bedrijfsvoorstelling van de REO Veiling werd ingezoomd op twee belangrijke en actuele dossiers. In de eerste plaats werd ingegaan op de ontwikkeling van de site Vuylsteke binnen de logistieke activiteiten van de REO Veiling. De uitwerking van een 70 | Tuinbouwnet | Groentemagazine nr 3 | De preiteelt nader bekeken | Januari 2014


brownfield convenant met de Vlaamse overheid laat toe, in nauw overleg met OVAM, de geplande bodemsanering op het terrein efficiënt en kostenbeheersend uit te voeren. Anderzijds maakt dit convenant het mogelijk op korte termijn te investeren in een geïntegreerd en vernieuwd logistiek centrum voor éénmalige verpakkingen voor groenten en fruit. Vervolgens werd de laatste stand van zaken meegegeven over de ontwikkeling van een duurzame glastuinbouwzone langs de Roeselaarse ringbaan ter hoogte van de REO Veiling. De geplande glastuinbouwzone zal gebruik maken van de restwarmte van de afvalverwerkingsintercommunale MIROM naast de glastuinbouwzone. Vlaams minister Bourgeois kreeg een duidelijk algemeen beeld over de REO Veiling, die hij beschouwt als een eigentijdse coöperatie. “We ontmoetten vandaag een heel moderne en vitale zeventiger met een erg vernieuwende visie”, aldus minister Bourgeois, die voornamelijk de stielkennis en verdere ontwikkelingen als speerpunt voor de REO Veiling, die in 2012 zijn 70ste verjaardag vierde, beklemtoont. Ook het merkenbeleid van de REO Veiling, opgebouwd rond Flandria, Fine Fleur en Tomabel, boeide de minister. Hij looft bovendien de inspanningen die de REO Veiling doet om haar steentje bij te dragen voor de werkgelegenheid en de welvaart in de eigen streek. “De inspanningen die de REO Veiling doet om ook haar sociale rol op te nemen, doen deugd om te zien. Ik denk aan de samenwerking met coöperanten, het inzetten op sociale tewerkstelling via ‘een enclave’ van Mariasteen en de samenwerking met onderzoeksinstellingen. De REO Veiling vervult haar centrumfunctie uitstekend”, aldus minister Bourgeois die spreekt van “een deugddoend gesprek, een ware revelatie”. Na de werkvergadering werd de minister rondgeleid in de neerzetloods van de REO Veiling en kreeg hij ook een korte toelichting bij de simultane klokverkoop en het thuiskoopsysteem. In 2013 investeerden de groente- en fruitveilingen vertegenwoordigd in het VBT in nieuwe technologie die het mogelijk maakt onze Vlaamse groenten optimaal aan te bieden aan de ganse Europese versmarkt. Op de REO Veiling waren in 2013 de aankopen via het thuiskoopsysteem trouwens voor het eerst groter dan de aankopen via de eigen veilzaal. Zestig procent van de productie vindt zijn weg richting buitenlandse afnemers. De REO Veiling spreekt dan ook rechtstreeks met alle schakels in de keten, van de producent tot de Europese retail. Het neemt de rol op van de bewaking van de voedselveiligheid en kwaliteit, begeleidt producenten in het marktklaar maken van hun groenten en fruit en speelt via onderzoek en innovatie in op nieuwe vragen vanuit de markt. “De REO Veiling is een schoolvoorbeeld van hoe kwaliteit en technologie hand in hand gaan”, stelde Vlaams minister Bourgeois Geert Bourgeois met zijn eigen ogen vast

71 | Tuinbouwnet | Groentemagazine nr 3 | De preiteelt nader bekeken | Januari 2014



OOK HET VABI KREEG DE MINISTER OP BEZOEK Ook het VABI kreeg op maandag 20 januari Vlaams minister Geert Bourgeois op bezoek. Na een rondleiding in de serres van de tuinbouwafdeling nam de minister de tijd om op vragen van de leerlingen van de landbouwafdeling te antwoorden. Hij luisterde naar de bezorgdheden van de jongeren over de toekomst van de landbouwsector. De minister was onder de indruk van de werking van de school. Nadien volgde nog een bezoek aan het Motehof in Hooglede, het melkveebedrijf van de familie Rammant. Enkele sfeerbeelden

73 | Tuinbouwnet | Groentemagazine nr 3 | De preiteelt nader bekeken | Januari 2014


74 | Tuinbouwnet | Groentemagazine nr 3 | De preiteelt nader bekeken | Januari 2014


75 | Tuinbouwnet | Groentemagazine nr 3 | De preiteelt nader bekeken | Januari 2014



RECEPTEN MET PREI Zalm met dille en preirisotto IngrediĂŤnten per persoon 1 moot zalm (ong. 120 g) 1 Flandria Prunella tomaat (pruimvormige tomaat) 3 takjes dille 1 eetlepel citroensap 1 eetlepel droge witte wijn 1 stengel Flandria-prei 1 sjalot 1 eetlepel olijfolie 60 g volle rijst 200 ml magere visbouillon peper en zout

Bereidingswijze Spoel de moot vis en leg hem op een vel aluminiumfolie. Kruid hem met peper en zout en beleg de bovenkant met de in schijfjes gesneden tomaat en de fijngehakte dille. Besprenkel met het citroensap en de witte wijn. Vouw de aluminiumfolie dicht tot een papillot en laat 20 minuten garen in een voorverwarmde oven van 180 °C. Maak ondertussen de risotto. Maak de prei schoon (behoud een deel van het loof) en snijd ze in stukjes. Fruit de gesnipperde sjalot in de olijfolie tot ze glazig wordt. Voeg de rijst toe en laat enkele minuten al roerend mee fruiten. Voeg de stukjes prei, 100 ml visbouillon, peper en zout toe. Laat al het vocht op een vrij hoog vuur verdampen terwijl u blijft roeren. Zet het vuur lager en voeg geregeld een scheut bouillon toe. Laat zachtjes koken tot alle bouillon is opgeslorpt en de rijst beetgaar is. Schep de rijst op een bord en maak in het midden een opening. Leg hierin de opengevouwen papillot.

77 | Tuinbouwnet | Groentemagazine nr 3 | De preiteelt nader bekeken | Januari 2014


Preisoep met garnalen Ingrediënten voor 4 personen (1,5 l soep) 1 kg Flandria-prei 1 stengel groene Flandria-selder 8 aardappelen 1,5 l magere visbouillon (3 blokjes + water) 1 koffielepel boter 2 eetlepels (light)room 160 g gepelde grijze garnaaltjes 5 takjes kervel 5 steeltjes bieslook peper en zout

Bereidingswijze Maak de preistengels schoon en behoud daarbij een deel van het groen. Houd één stengel apart en snijd deze in zeer fijne reepjes. Snijd de rest van de prei in kleine stukjes. Hak de selder fijn. Schil de aardappelen en snijd ze in blokjes. Doe de stukjes prei, de selderij en de aardappelen met de visbouillon in een grote pan. Breng aan de kook en laat 30 minuten zachtjes koken met het deksel op de pan. Laat de boter smelten in een pan met een antiaanbaklaag en laat hierin de reepjes prei stoven op een zacht vuurtje. Mix de soep, voeg de (light)room toe en roer goed. Breng op smaak met peper en zout. Roer de garnaaltjes en de reepjes prei door de soep. Schep ze in diepe borden en versier met de fijngehakte kervel en bieslook.

78 | Tuinbouwnet | Groentemagazine nr 3 | De preiteelt nader bekeken | Januari 2014


Pikante preilinten met kalkoen IngrediĂŤnten voor 4 personen: 200 g volle rijst 4 stengels prei 12 kerstomaatjes 4 kalkoenlapjes 50 g wokmie 2 eetlepels olijfolie 1 theelepel cayennepeper 1 stukje verse gember peper en zout.

Bereidingswijze Laat de rijst gedurende 25 minuten koken in gezouten water. Snijd de worteltjes en de helft van het loof van de preistengel weg. Snijd de preistengel dan verder in lange, fijne repen. Spoel ze en dep ze droog. Snijd de kerstomaatjes doormidden, snijd de kalkoenlapjes in dunne plakjes. Verhit de olijfolie in een wokpan tot ze begint te walmen. Voeg de preirepen toe en roerbak ze gedurende 3 minuten. Schep ze uit de pan. Leg vervolgens de plakjes kalkoen in de pan en roerbak ze 1 minuut. Voeg de prei weer toe en roer. Voeg vervolgens de wokmie en 1,5 dl warm water toe. Laat alles nog 3 minuten bakken terwijl u goed blijft roeren. Kruid met de cayennepeper, de geraspte gember, peper en zout. Meng goed. Roer de halve tomaatjes en de sesamolie onder de bereiding, laat nog even al roerend bakken en dien meteen op met de uitgelekte rijst.

79 | Tuinbouwnet | Groentemagazine nr 3 | De preiteelt nader bekeken | Januari 2014



MEERWAARDE PREIRASSEN CREEREN VOOR DE HELE KETEN Telers zoeken het meest geschikte ras voor hun grond en het gebruiksdoel. Bejo Zaden, specialist in de veredeling van groentezaden voor de vollegrond, ontwikkelt preirassen voor alle markten en verschillende klimaatzones. Zo vertaalt Bejo Zaden marktwensen naar genetische eigenschappen, verbetert zij hiermee bestaande rassen en creëert daardoor meerwaarde voor de hele keten. Vanuit de groenteveredeling worden steeds nieuwe innovaties verwacht. De vertegenwoordigers van Bejo Zaden zijn dan ook continu in gesprek met telers en afnemers. Ook Koen Verbruggen en Dirk Vanparys, vertegenwoordigers van Bejo Zaden Belgium spreken met hun klanten over de gewenste eigenschappen en de prestaties van Bejo’s rassen. “Deze informatie koppelen wij terug naar onze veredelaars en bepalen zij mede op basis van onze informatie de veredelingsdoelen voor de toekomst”, aldus Dirk.

Koen Verbruggen toont Bejo’s prei ras Surfer 81 | Tuinbouwnet | Groentemagazine nr 3 | De preiteelt nader bekeken | Januari 2014


Nieuw veredelingsstation Kessel De veredeling van preirassen vindt bij Bejo Zaden plaats op het nieuwe veredelingsstation in Kessel, welke gelegen is in het zuiden van Nederland. Het veredelingsstation is hier gesitueerd vanwege de grondsoorten en de centrale ligging in het teeltgebied van Europa. De locatie biedt goede mogelijkheden om te kunnen selecteren op ziekteresistenties en andere eigenschappen. Opbrengsten en veredelingsdoelen Vroeger waren de opbrengsten van de toenmalige landrassen van prei zeer laag, deze kwamen niet hoger uit dan 10 ton per ha. Door eenvoudige veredelingsmethodes werden de jaren daarna opbrengsten gehaald van 25 ton per ha. Wel waren er verschillen tussen de herfst- en winterrassen. In 1995 kwamen vervolgens de eerste preihybriden op de markt en gingen de opbrengsten naar 45 ton per ha. Nu worden zelfs opbrengsten gehaald van meer dan 50 ton per ha, afhankelijk van de periode. Volgens Bejo Zaden’s veredelaar prei Hans Bongers kunnen we in de toekomst nog hogere opbrengsten verwachten. Echter in ons prei veredelingsprogramma heeft ook de kwaliteit en uniformiteit van toekomstige rassen veel aandacht. De uniformiteit van prei zal in de productie en verwerking een belangrijk onderdeel vormen. Dit kan namelijk leiden tot vermindering van het aantal arbeidsuren, minder afval bij het schonen en een uniforme sortering van het eindproduct. Een ander veredelingsdoel is dat we rassen ontwikkelen die een vaste schacht hebben met een niet te grove diameter, welke toch een goede opbrengst per ha hebben. Kwaliteitsrassen voor verse markt en industrie Een kwaliteitsproduct als Flandria is erg geliefd op de Europese markt. Flandria kwaliteit met eigenschappen als een donkere bladkleur, opstaand type, korte overgang van groen naar wit en ziekte resistenties hebben daarom hoge prioriteit in ons veredelingsprogramma. Deze hogere resistenties zoals trips en Phytophthora porri zijn terug te vinden in onze nieuwste rassen, waaronder Curling. Volgens Koen Verbruggen is Curling een echte herfst/late herfstprei met een goede veldhoudbaarheid. Curling is ook sterk tegen rode schachtstrepen en heeft een hoge schoningsprestatie.

82 | Tuinbouwnet | Groentemagazine nr 3 | De preiteelt nader bekeken | Januari 2014


“Curling, echte Flandria kwaliteitsprei”

Voor de diepvriesindustrie en groentesnijderijen ontwikkelt Bejo Zaden rassen met een langere schacht en met een hoog soortelijk gewicht. Deze prei rassen zijn uitstekend geschikt voor de machinale verwerking. Ook worden er robuuste prei rassen ontwikkeld die minder afhankelijk zijn van input zoals bemesting en bestrijdingsmiddelen.

Rally, het nieuwe Bejo ras voor de industriële verwerking

83 | Tuinbouwnet | Groentemagazine nr 3 | De preiteelt nader bekeken | Januari 2014


Langdurige programma’s in ziekteresistentie Bij prei werken we volop aan de resistentie tegen trips maar dat zijn langdurige programma`s. Helaas is er geen absolute resistentie aanwezig in cultuurmateriaal maar wel is er resistentie gevonden in wilde prei. De volgende stap is om prei te kruisen met deze wilde variant. Enkele van de nieuwere betere rassen tegen trips zijn Jumper en Surfer. Jumper is een donkere, productieve zomerprei met kwaliteit, die sterk is tegen schot en trips. Surfer daarentegen is een vroege herfstprei met een donkere bladkleur met een hoog soortelijk gewicht. Surfer heeft een korte overgang van wit naar groen. Net als Jumper is Surfer sterk tegen trips. Daarnaast is Surfer sterk tegen roest en is het een groeikrachtig gewas met een sterk wortelgestel.

Veredeling in het kort De veredelaar wil graag een nieuwe resistentie toevoegen aan een kwaliteitsouderlijn, bijvoorbeeld trips. Deze resistentie haalt de veredelaar uit bijvoorbeeld ‘wilde’ prei. Vervolgens kruist de veredelaar de wilde prei en de ouder met elkaar. Daarna gaat hij de plant intelen of terugkruisen. Dit houdt in dat de bloem wordt bestoven met zijn eigen stuifmeel. Intelen wordt gedaan om ervoor te zorgen dat trips als eigenschap wordt behouden en er een homogene ouderlijn ontstaat. Prei is een tetraploid gewas. De ontwikkeling van uniforme ouderlijnen is moeilijk omdat er zeer snel verzwakking van vitaliteit optreedt na intelen. Dit heeft ook gevolgen voor bepaalde eigenschappen zoals zaadteelt. Na jaren van kruisen en inteelt worden de nieuwe proefkruisingen getest onder verschillende klimaten om zo de waarden van de verschillende eigenschappen te bepalen. De beste hybriden worden meerdere jaren gescreend, waarna grootschalige zaadproductie wordt opgestart. Uiteindelijk duurt het 10 tot 15 jaar voordat een nieuw ras kan worden geïntroduceerd in de markt. Veredelaar Hans Bongers van Bejo controleert de nieuwe kruisingen

84 | Tuinbouwnet | Groentemagazine nr 3 | De preiteelt nader bekeken | Januari 2014



DE PREITEELT IN VLAANDEREN Dit artikel werd geschreven door Jan Espeel. Jan is via ADE voor Syngenta de exclusieve verkoper van preizaden in België en een stuk van Nederland. De auteur schetst een beeld van de preiteelt in Vlaanderen en gaat daarbij een aantal kritische vragen niet uit de weg.

ADE herinneringen 1 januari 1989 Ons vader had Tadorna en Arkansas gezaaid, en daar zouden wij nu de komende 4 maanden op ONS bedrijf de rest van oogsten. Méér dan 1.2 hectare nog …. 1 augustus 2002 Die 5 hectare prei staan allemaal mooi in de groei. De helft is blinkende Apollo waar ik ongelooflijk trots op ben. Voor de winter staat Prospecta, en die groeit ook heel netjes op die ‘verse’ grond … De Apollo voor de hergroei heeft zich al meerdere jaren bewezen. 1 januari 2014 Onze preiteelt is stopgezet nu de Mercurian vanaf 2014 het verhoopte succes lijkt te kunnen invullen. Het werd ook eens tijd … 86 | Tuinbouwnet | Groentemagazine nr 3 | De preiteelt nader bekeken | Januari 2014


ADE bedenkingen seizoen 2013-2014 Ondertussen is het op nogal wat bedrijven nog niet duidelijk wat het areaal voor het komende seizoen zal worden. Onrustig komen vragen naar wat de komende winterperiode nog kan brengen. … Het moet vriezen!? Op veelal ietwat rijpere prei zal dit echter niet meteen een goed effect hebben! Na de twee voorbije winters, is het dan ook logisch dat op nogal wat bedrijven voldoende materiaal voorhanden is om prei af te dekken. Waardoor een verhoopt tekort aan prei op de Europese markt misschien niet, of toch minder zal optreden. Niet meteen het nieuws wat je van uw vertegenwoordiger/adviseur wil horen !! Toch? Wat dan wel meteen leidt tot de punten waar ik IEDERE teler wil doen over nadenken : Is de beste regio, die Vlaanderen klimatologisch gezien heel lang was, nog steeds de beste regio? Na de twee voorbije winters, met de koudste temperaturen van gans België in WestVlaanderen, kan je hier wel een boom over opzetten …. Telen niet meer landen voor een groot deel zelf de prei die ze gedurende het ganse jaar willen eten? Welke oppervlaktes gaan we in de toekomst telen? In welke periodes? Welk type prei? Welke sortering is gewenst door handel en consument? Hoe kan ik in de huidige situatie het hoofd financieel boven water houden? Kosten drukken door uitbreiding? Rendement verhogen : hoe? Antwoorden ?? 1 + 1 = 2 !! Op geen enkel van de hoger gestelde vragen, is het antwoord zo simpel als die 1+1=2. Is de beste regio, die Vlaanderen klimatologisch gezien heel lang was, nog steeds de beste regio? Voorspellen op korte en vooral langere termijn is op het gebied van klimaatomstandigheden nog steeds koffiedik kijken. Sommigen onder ons hebben wel al enkele besluiten getrokken uit de ervaringen van enkele jaren, en weerleggen dat de gemiddelden op het eind van het jaar aantonen dat heel veel jaren “normaal” zijn.

87 | Tuinbouwnet | Groentemagazine nr 3 | De preiteelt nader bekeken | Januari 2014


Die gemiddelden geven inderdaad niet het juiste beeld van de extremen die meer en meer optreden. Extremen die in de land- en tuinbouw veelal niet zonder inspanningen opgevangen worden. Denken we maar aan de relatief korte periode waarin we onze prei moeten planten. In 2012 waren nagenoeg de helft van het aantal normaal benodigde plantdagen, totaal verregende dagen. Beregenen in de warmste periodes kost niet alleen handenvol geld, maar water is ook niet zomaar overal beschikbaar. Prei wordt immers ook geteeld op bodems die er niet voor geschikt zijn, en die dus ook meer afhankelijk zijn van externe zaken. -17.4 ° C was de koudste temperatuur die in 2013 gemeten werd. In West-Vlaanderen !! In Duitsland, alwaar we voorheen veel prei naar exporteerden, was het op dat moment toch enkele graden minder koud. En dat maakt wel degelijk een verschil ! Afdekken dan maar! Logisch gevolg is dit, maar ook een extra kost waar in het verleden in West-Vlaanderen weinig of geen aandacht aan geschonken werd. Een extra kost die er op het eind van de rit kan voor zorgen dat we gedurende een ganse winterperiode met voldoende kwalitatief goed product kunnen werken. Heel belangrijk voor zowel afnemer als consument, maar wellicht niet meteen de beste impuls voor een betere prijsvorming. Telen niet meer landen voor een groot deel zelf de prei die ze gedurende het ganse jaar willen eten? In zoverre dat het hoger beschreven onderwerp geen al te grote invloed heeft op de productie van prei in sommige EU-landen, zal er wel een neiging voor veel producten zijn om ‘lokaal geteeld’ te kunnen opspelden. Daarnaast is de lokaal geteelde kwaliteit veelal die kwaliteit die het dichtst aanleunt bij de gewenste norm in dat land. Tevens wijzen studies uit dat een lokaal geteeld product de beste voedingsstoffen bevat die de inwoners van die bepaalde regio of land nodig hebben. Lokale productie met een kortere keten is voor iedereen van belang, en wordt soms terecht of ten onrechte gebruikt door politieke strekkingen die de totale impact van zo’n uitspraak niet vatten ! Positief nieuws is dat prei al meerdere jaren in de keuken thuis hoort als basisingrediënt. En die Europese keuken wordt alsmaar groter, ja tot zelfs de wereld … De oppervlakte prei die we in de toekomst gaan telen zal steeds afhankelijk blijven van verschillende factoren. 88 | Tuinbouwnet | Groentemagazine nr 3 | De preiteelt nader bekeken | Januari 2014


    

Welke prei gaan we telen? Wat is de te verwachten opbrengst? Of moeten we niet beter eerst kijken welke sortering of vorm onze afnemer wil? ‘Korte of lange’ prei? Uiterst uniforme prei van een bepaalde sortering of gewicht maakt de verkoop per steel aantrekkelijk.  Wellicht zou de smaak ook in prei nog een parameter kunnen worden … Dit alles zou moeten kunnen leiden tot een beredeneerde keuze van types en oppervlaktes die iedere (groep van) teler(s) gaat uitplanten. Met correct berekende opbrengsten van top kwaliteit!

Hoe kan ik in de huidige situatie het hoofd financieel boven water houden? In de praktijk stellen we jammer genoeg vast dat weinig tuinders de correcte kostprijs van hun product kennen. Moeilijke basis om een beredeneerd bedrijfsplan te gaan opmaken. Wanneer op het einde van het boekjaar het financieel nieuws vanuit de boekhouding bekend raakt, is het weer tijd om alle parameters uit de teelt te overlopen. Veelal worden in dit onderzoek nog niet alle zaken correct bekeken, maar het is een start. Goed zo!! Van de eerste bodembewerking, over meststoffen, plantmateriaal en fyto, maar heel zeker ook met alle werkzaamheden voor en tijdens de teelt, tot en met de oogst, transport en verkoopkosten. Het schonen van de prei moet onder alle beding, als de grootste kost voor de ganse teelt, ook juist berekend worden. Dit houdt dus in dat naast de vreemde 89 | Tuinbouwnet | Groentemagazine nr 3 | De preiteelt nader bekeken | Januari 2014


arbeidskrachten, ook voor de tuinder, partner en eventuele familieleden een correct loon moet aangerekend worden. Kleine aanpassingen kunnen voor nogal wat bedrijven een rendementsverhoging met zich meebrengen, wat de kostprijs ten goede komt. Je leert deze zaken door er met collega’s over te spreken, of ook door bij elkaar op bezoek te gaan. De praktijk vergelijken leert beide/meerdere deelnemers meestal wel iets, zolang iedereen open en eerlijk zijn verhaal brengt. Vanuit deze kennis kunnen de keuzes voor verder groeien, inkrimpen of zelfs stoppen, in een totaal ander daglicht komen te staan. Kennis maakt macht !! “Reeds 25 jaar ben ik onder jullie als preiteler. Reeds 18 jaar ook als promotor van Syngenta prei, waarvan ondertussen al 3 jaar als distributeur van Syngenta producten. Graag wil ik met jullie verder helpen denken over de aangehaalde zaken. Laat ons er samen voor gaan.”

90 | Tuinbouwnet | Groentemagazine nr 3 | De preiteelt nader bekeken | Januari 2014


BELOFTEVOL 2014 VOOR PROMOTIE FLANDRIA Televisiespots, wokacties, de Week van Groenten en Fruit, beurzen en manifestaties in binnen- en buitenland, ... 2014 wordt weer een jaar boordevol acties voor Flandria. En, Flandria loopt alvast warm voor zijn 20ste verjaardag in het feestjaar 2015. LAVA Mediacampagne 2014 wordt het laatste jaar van de Flandria-campagne 'We hebben allemaal iets met Flandria' met de gekende beelden in tv-spots in het voor- en najaar. Verder: b2badvertenties in vakbladen, nieuwsbrieven online, ... Wokacties in F1's De wokdemo's zetten tussen mei en eind oktober weer prachtige Flandria-producten in de kijker. De wokacties vinden elk weekend (vrijdag-zaterdag) plaats in de Belgische F1's. Eenvoudige bereidingen, het gebruik van seizoensgroenten en receptenfolders blijven de klassieke ingrediĂŤnten. Flandria, frisgroene verschijning op Tavola Tavola, de tweejaarlijkse voedingsbeurs voor winkeliers, horeca en cateraars vindt dit jaar plaats op zondag 16, maandag 17 en dinsdag 18 maart 2014 in Kortrijk Xpo (www.tavolaxpo.be). Tavola is een onbetwist topevent in het segment van de fijne en verse voeding. Voor Flandria-marketing biedt deze beurs heel wat kansen voor netwerking met aankopers uit de voedingsbranche in de Benelux en de omringende landen. Flandria op zoek naar 'De Groentevakman' Voor de tweede keer op rij lanceert Flandria de wedstrijd voor de beste 'Groentevakman'. Het mooiste Flandria-groente- en fruitrayon creĂŤren, dat is de uitdaging van deze wedstrijd. Het Belgische kwaliteitslabel wil zo de aandacht vestigen op het belang van zorg dragen voor onberispelijke Flandria-kwaliteitsproducten op de winkelvloer. Dag van de Klant Flandria verleent opnieuw zijn medewerking aan deze actie in de zelfstandige groente- en fruitwinkels op zaterdag 27 september.

91 | Tuinbouwnet | Groentemagazine nr 3 | De preiteelt nader bekeken | Januari 2014


mijnflandria.be: met wekelijks de Groenteman met een consumentgericht overzicht van interessante groenten en fruit van het seizoen aan consumentvriendelijke prijzen en regelmatige updates van de website en de facebookpagina. Slacongres: staat in september op het programma. Feestjaar 2015: dit jaar start ook de voorbereiding van '20 jaar Flandria'. In 2015, een feestjaar, wordt een nieuwe reclamecampagne gelanceerd.

92 | Tuinbouwnet | Groentemagazine nr 3 | De preiteelt nader bekeken | Januari 2014


AGENDA INAGRO AGRO-EXPO ROESELARE Wat: 2-jaarlijkse vakbeurs voor land- en tuinbouw Waar: Expo Roeselare, Diksmuidsesteenweg 374, 8800 Schiervelde Wanneer: 25 januari 2014 van 13u00 tot 19u00 26-27 januari 2014 van 10u tot 19u Meer info op de website: www.inagro.be > Agenda > AGRO-EXPO AGROCLEANTECH EVENT Wat: Jaarlijkse ontmoetingsplaats voor land- en tuinbouwers, toeleverende bedrijven en kennisinstellingen Waar: Avowest, Schipvaartweg 10, 8970 Poperinge Wanneer: woensdag 12 februari 2014 om 13u Meer info op de website: www.inagro.be > Agenda > Agrocleantech Event STUDIEAVOND COURGETTE Wat: jaarlijkse studieavond over rassen, teelttechniek, onderzoeksresultaten Waar: Inagro, Ieperseweg 87, 8800 Rumbeke-Beitem Wanneer: vrijdag 28 februari 2014 van 16u40 tot 21u Meer info op de website: www.inagro.be > Agenda > Studieavond courgette BEZOEKNAMIDDAG IKV INTEGRAAL WATERBEHEER Wat: bezoeknamiddag over pijlgestuurde drainage, vulplaatsen, waterbeheer en stuwen Waar: Oostkamp Wanneer: dinsdag 13 maart 2014 Meer info op de website: www.inagro.be > Agenda > Bezoeknamiddag integraal waterbeheer

93 | Tuinbouwnet | Groentemagazine nr 3 | De preiteelt nader bekeken | Januari 2014


LANDBOUW EN VISSERIJ OP AGRO EXPO ROESELARE Van 25 tot 27 januari staat het beleidsdomein Landbouw en Visserij op de Agroexpo in Roeselare. Op onze stand krijgt u meer uitleg over de nieuwe regelgeving gewasbescherming, de praktijkgids water, het e-loket en arbeidsveiligheid. Ge誰ntegreerde gewasbescherming (IPM) Integrated Pest Management (IPM) of ge誰ntegreerde gewasbescherming is volgens een Europese richtlijn verplicht vanaf 1 januari 2014. Het is een bestrijdingsmethode waarbij alle mogelijke bestrijdingstechnieken ge誰ntegreerd toegepast worden zodat schade aan uw teelt onder de economische schadedrempel wordt gehouden. Daarbij wordt de voorkeur gegeven aan niet-chemische methoden, zoals mechanische onkruidbestrijding, het inzetten van natuurlijke vijanden en andere duurzame technieken. Vraag ernaar op onze stand. Praktijkgids water In de praktijkgids Water in de land- en tuinbouw leest u online hoe u duurzaam kunt omgaan met water. Als landbouwer speelt u, net als de industrie en de gezinnen, een belangrijke rol bij de bescherming van de watervoorraden en bij de realisatie van een goede kwaliteit van het oppervlakte- en grondwater. In de online praktijkgids vindt u naast de bestaande verplichtingen ook nuttige tips en praktische technieken om effici谷nt en verstandig om te gaan met water. Erosie vermijden De Vlaamse Regering heeft een aantal maatregelen aangekondigd om erosie op landbouwpercelen te bestrijden. Deze moeten er vooral op het vlak van teelt en teelttechniek toe bijdragen dat de kwaliteit van de bouwlaag behouden blijft. Wateroverlast en modderstromen worden hierdoor vermeden. Via een aanpassing van de randvoorwaarden worden maatregelen opgelegd op de zeer hoog en hoog erosiegevoelige percelen. Deze strengere randvoorwaarden worden gefaseerd ingevoerd vanaf 2014 tot 2018. Naast de aangepaste randvoorwaarden wordt vanuit het beleidsdomein Landbouw en Visserij ook ingezet op sensibilisering en voorlichting in het vermijden van erosie. 94 | Tuinbouwnet | Groentemagazine nr 3 | De preiteelt nader bekeken | Januari 2014


E-loket Vanaf 2014 kunt u uw verzamelaanvraag alleen nog via het e-loket indienen. Ook bepaalde VLIF-steun kunt u nu via deze weg aanvragen. Heeft u vragen of problemen met het eloket? Bezoek onze stand en we helpen u verder. Meer info: www.landbouwvlaanderen.be Landbouw zonder kleerscheuren: uw veiligheid is uw inkomen! Volgens de statistieken gebeuren er in de Vlaamse landbouw jammer genoeg teveel arbeidsongevallen. 21 doden in 2012: dat is meer dan een cijfer. En dan hebben we het nog niet eens gehad over de talrijke niet-dodelijke ongevallen.

Zo maakt u 1 kans op 8 om het komende jaar een ongeval met lichamelijk letsel te hebben. Of erger. Tenzij u meer nadenkt over risico’s en meer aandacht besteedt aan veiligheid. Werk mee aan een bewustere arbeidsveiligheid en zorg zo voor een toekomst met minder of geen kleerscheuren. Met de veiligheidscampagne PreventAgri willen we u ervan overtuigen dat voldoende veiligheid een noodzaak is. Kijk alvast naar het filmpje. Meer info vindt u op www.ilvopreventagri.be

95 | Tuinbouwnet | Groentemagazine nr 3 | De preiteelt nader bekeken | Januari 2014


VALPARTIJEN OP EEN LANDBOUWBEDRIJF Al eens nagedacht of er op uw landbouwbedrijf plaatsen zijn met een potentieel risico op vallen of struikelen? Misschien gebruikt u regelmatig een oude ladder waarvan enkele sporten ontbreken? Al last gehad van rugpijn na een valpartij? Of –letterlijk- kopzorgen gehad door een vallend voorwerp? Een artikel van Preventagri

Eén van de belangrijkste oorzaken van arbeidsongevallen in de landbouwsector zijn valpartijen. Één derde van alle dodelijke ongevallen is te wijten aan een (banale) valpartij (2012). Valpartijen kunnen ingedeeld worden naar gelang de plaats en oorzaak. Valpartijen met en valpartijen zonder niveauverschil, struikelen en uitglijden… Daarenboven kunnen het ook voorwerpen zijn die op de land- of tuinbouwer vallen. Reden genoeg dus om in dit artikel dieper in te gaan op deze valpartijen en welke maatregelen er genomen kunnen worden door de landbouwer om vallen, struikelen, uitglijden en vallende voorwerpen te voorkomen?

Vallen zonder niveauverschil Uitglijden Van “hoog” vallen is geen must om ernstige verwondingen op te lopen. Dikwijls is een vuile of gladde vloer met waterplassen en modder (bv een oneffen erfverharding) of olie (in het atelier), reeds voldoende om uit te glijden. Daarom is het aangewezen om steeds leidingen op gebreken te controleren en een afvoerputje te voorzien voor opvang van gebruikt water. Plaats olievaten in opvangbakken om olievlekken te vermijden. Gemorste olie dient onmiddellijk met absorberende korrels of zand bestrooid te worden en met een geschikt schoonmaakmiddel verwijderd te worden. Een te gladde vloer kan niet alleen leiden tot personen die uitglijden, maar ook tot productie- en economische verliezen. Opruwen of een antislipvloer met speciale coating zorgen voor meer veiligheid. Ook uzelf kan maatregelen nemen door het dragen van veiligheidsschoenen met een goede antislipzool. Schoenzolen die volhangen met mest of modder geven risico op uitglijden. Door schoenen en laarzen te reinigen, kan een landbouwer dit risico dus vermijden. Een eenvoudig kraantje met water om de schoenen te reinigen of schoenborstels voorzien aan de in- en uitgang van de bedrijfsgebouwen, zijn geen 96 | Tuinbouwnet | Groentemagazine nr 3 | De preiteelt nader bekeken | Januari 2014


overbodige luxe. In regenachtige periodes kunnen sommige onverharde paden op het erf veranderen in een modderpoel. De enige oplossing hiervoor is het verharden van het terrein. Dit kan gebeuren met beton of asfalt, maar kan evengoed met steenslag. Struikelen Om struikelen te vermijden, moeten alle materialen, werktuigen, gereedschappen en toestellen ordelijk opgeslagen worden. Handgereedschappen zoals een borstel, spade of riek hangen bij voorkeur op aan een rek aan de muur. Dit is niet alleen veiliger, maar men zal het gereedschap ook sneller terugvinden, waardoor tijd wordt bespaard. Dit rek kan gemakkelijk zelf gemaakt worden: bevestig gewoon een rij haken aan een muur. Om rondslingerende waterslangen te vermijden kan er een haspel geplaatst worden. Dit hoeft geen dure investering te zijn, een oude velg of 2 muurhaken vervullen deze taak ook met glans.

Vallen met niveauverschil Vele valpartijen (bijvoorbeeld in putten, vijvers, silo’s of waterbassins) zijn te vermijden door op deze plaatsen een afsluiting en signalisatie te voorzien. Leg het deksel van een regenwaterput of mestkelder steeds dicht na werkzaamheden of tijdens (korte) onderbrekingen. Leg, zelfs tijdens de werkzaamheden, het putdeksel zoveel mogelijk dicht, zodanig dat enkel de aanzuigslang door de opening kan. Vallen van een hoger gelegen niveau is eveneens een belangrijke doodsoorzaak. Op een landbouwbedrijf komen vaak zolders voor boven de stalruimte of het atelier. Hierop wordt hooi, stro of voorraadmateriaal opgeslagen. Op regelmatige basis moet men zich op deze zolder begeven om de voorraad aan te spreken. Het risico op valpartijen is bij deze handeling groot. De plaatsing van een wegneembare balustrade is daarom sterk aan te raden. In het ideale geval bestaat deze uit twee horizontale balken (één op 100 cm en één op 50 cm hoogte) en een plint. Deze plint is enkel nodig als er kleine werktuigen of voorwerpen naar beneden kunnen vallen. Een wegneembare balustrade laat toe dat er nog gemakkelijk balen stro/hooi of materialen op de zolder kunnen geplaatst worden. De dwarsbalken kunnen met haken, pinnen of sleuven vastgezet worden aan de horizontale stijlen, zodat ook deze gemakkelijk verwijderd kunnen worden indien nodig. Gebruik van ladders Ladders zijn arbeidsmiddelen die vaak gebruikt worden om werkzaamheden op hoogte uit te voeren. Wettelijk gezien dient een ladder enkel om een hoogteverschil te overbruggen en mag men er geen langdurige of wederkerende arbeid op uitvoeren. Een rolstelling is 97 | Tuinbouwnet | Groentemagazine nr 3 | De preiteelt nader bekeken | Januari 2014


hiervoor wel toegelaten en vermindert sterk het risico op ongevallen. Gebruik dan ook steeds een stelling om langdurig werk op hoogte uit te voeren. Neem steeds de nodige preventiemaatregelen bij het gebruik van een ladder. Let er op dat de ladder stabiel geplaatst is en voorzien van antislipvoeten zodat ze niet uitschuift op een gladde ondergrond. Gebruik steeds het juiste type ladders voor elke ondergrond: zachte bodems vragen ladderbomen met pinnen, inzakkende ondergronden vereisen ladders met een verbrede basis met horizontale steunlat. Het zijdelings wegglijden van een ladder kan men voorkomen door op de bovenste steunpunten van de ladder antislipstroken aan te brengen. Op plaatsen met frequent gebruik van een ladder, kunnen haken gemonteerd worden waarin men de ladder kan vasthaken. Een ladder van 25 sporten of meer moet bovenaan steeds vastgemaakt worden met haken. Deze zijn verkrijgbaar in de handel, maar kunnen ook vrij eenvoudig zelf gemaakt worden. Een ladder moet minstens één meter boven het te bereiken oppervlak uitsteken. De ideale opstellingshoek is 75 graden. Er is een eenvoudig hulpmiddeltje om snel een ladder goed op te stellen: sta met het gezicht naar de ladder toe en zet de tippen van je schoenen tegen de ladderbomen. Bij een correcte opstelling kan je met gestrekte arm de sport vastnemen op armhoogte. Houten en aluminium ladders worden al lang gebruikt. De laatste jaren worden er meer en meer kunststofladders gebruikt. Belangrijk is dat een houten ladder nooit mag geschilderd worden, omdat men daardoor eventuele fouten (bv. barsten) kan camoufleren. De ladder oliën of vernissen is wel toegelaten. Volgens de wetgeving mag men enkel een ladder gebruiken als er een veilige steun en houvast aanwezig is. Het dragen van lasten op een ladder is beperkt tot lichte lasten en mag een veilig houvast niet belemmeren. Een ladder mag nooit door meer dan één persoon tegelijk beklommen worden. Bij het beklimmen en afdalen houdt men de sporten vast, niet de ladderbomen. De ene hand mag je pas loslaten wanneer de andere al de volgende sport vastheeft. Spring nooit van een ladder, zelfs niet wanneer je nog maar enkele sporten moet afdalen. Verplaats geen uitgeschoven ladder, breng ze eerst terug tot haar kleinste lengte. Plaats bij het ineenschuiven van een uitschuifbare ladder de handen opzij van de bomen zodat ze buiten het bereik van het neerglijdend deel blijven. Ladders moeten regelmatig nagekeken worden. Geef alle ladders een nummer en houd de gegevens ervan bij (aankoopjaar, herstellingen…). Een defecte ladder dient onmiddellijk van het bedrijf verwijderd te worden.

98 | Tuinbouwnet | Groentemagazine nr 3 | De preiteelt nader bekeken | Januari 2014


Het is ook sterk aanbevolen om ladders na gebruik op een veilige manier op te bergen. Dit gebeurt bij voorkeur door een ladder horizontaal op manshoogte op te hangen. Zo kan niemand erop klimmen en zijn ze toch gemakkelijk bereikbaar voor gebruik. Als er niet voldoende plaats is om de ladders horizontaal aan een muur op te hangen, hang ze dan vertikaal aan haken op. Vallende voorwerpen Vallende voorwerpen kunnen -letterlijk- voor de nodige kopzorgen zorgen. Op veel landen tuinbouwbedrijven staan heel wat zaken hoog op elkaar of tegen muren van stallen en loodsen gestapeld. Voorbeelden zijn tractorbanden, houten balken of ijzeren staven. Eenvoudigweg een ketting bevestigen rondom vertikaal opgestapelde banden of een bandenrek zorgt onmiddellijk voor een veiligere situatie. Lange voorwerpen kunt u best horizontaal op een rek plaatsen. Besluit Werken op een land- en tuinbouwbedrijf houdt heel wat risico’s in. Zich bewust zijn van de grootste risico’s en geschikte preventiemaatregelen nemen zijn een waardevolle investering in een veiligere en gezondere toekomst. Aangezien de meeste ongevallen in de land- en tuinbouwsector valpartijen zijn, zijn orde en netheid om uitglijden en struikelen te vermijden, naast een correcte opslag van voorwerpen of materialen essentieel, om de risico’s zoveel mogelijk te beperken. Daarenboven is de juiste keuze van én correct gebruik en onderhoud van ladders noodzakelijk om de veiligheid te verhogen. Deze beperkte aandachtspunten kunnen ook voor uw bedrijf een wereld van verschil maken.

99 | Tuinbouwnet | Groentemagazine nr 3 | De preiteelt nader bekeken | Januari 2014



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.