Moeder de Gans 34

Page 1

Berichten van Moeder de Gans Uitgave van het KinderBoekenHuis Winsum

Vaste gast A

driaan Plak is een vaste gast van het KinderBoekenHuis. Hij woont in Amsterdam maar reist een paar keer per jaar naar het noorden, neemt drie dagen een hotel in de buurt en komt die dagen bij ons ’iets doen’ met de boeken die hier in de kast staan. Maar wat?

Jaargang 22 - no. 1 - april 2020

In dit nummer Vaste gast Nieuws uit het KinderBoekenHuis Schenkingen Uit de Schatkamer Stormers in de branding Wat uit boeken valt Schaduwcollectie naar Bedum verhuisd Pietje Bell is weer aan de gang Maak kennis met de nieuwe bestuursleden Achter de rug Boekenzoeker

1 3 3 4 5 8 9 10 12 13 15

Waar bent u mee bezig? Na mijn pensioen, ik was conservator ‘kerkelijke collecties’ van de Universiteitsbibliotheek Amsterdam, ben ik onderzoek gaan doen naar uitgeverij Hecozet, een uitgeverij van zogenaamde fabrieksboeken. Hecozet was een onderneming van een Joodse handelaar die ooit begonnen is in Groningen, maar later naar Amsterdam verhuisde en daar steeds actiever werd. Van 1920 tot 1933 heeft Hecozet een grote hoeveelheid van dergelijke fabrieksboeken uitgegeven. Hij was overigens niet de enige. Frenzo bijvoorbeeld was ook zo’n uitgeverij. Wat is er zo specifiek aan dit soort uitgeverijen? Deze uitgeverijen behoorden niet tot het kartel van de boekverkopers. Hun boeken mochten dan ook niet in de officiële boekwinkels verkocht worden, op straffe van uitsluiting - dus moesten zij via andere kanalen hun boeken aan de man brengen. Doordat ze bijvoorbeeld ook prentbriefkaarten verkochten, hadden ze een netwerk waar ze hun boeken konden afzetten, zoals in de kantoorboekhandel. Hun boeken bevatten vaak reclame en kwalitatief hield het ook niet over. Ze waren dus een stuk goedkoper dan de reguliere boeken. Het is een beetje vergelijkbaar met wat nu Boekenvoordeel is, of de Witte Boekhandel. Hoe weet u dat een boek door Hecozet is uitgegeven? Ik beoordeel de boeken in eerste instantie op uiterlijke kenmerken, zoals een rode rug en dik papier. Of ik zoek op auteur en illustrator. Soms staat de naam Hecozet wel vermeld maar vaak ook niet. En soms werd een boek onder een andere titel opnieuw

uitgegeven - ‘Robin Hood’ blijkt dan hetzelfde te zijn als ‘De mannen in het woud’ - zo kan hetzelfde boek wel vier verschillende titels hebben. Verschillende drukken hebben dan ook nog verschillende illustratoren - Stemmer was een favoriet illustrator van Hecozet. Thuis heb ik zo’n zestien meter boeken staan van dit soort uitgeverij; het KinderBoekenHuis blijkt rond de tweehonderd “Hecozet-uitgaven” te hebben. Waar zoekt u zoal? Ik zoek bij de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag, de Universiteitsbibliotheek in Amsterdam en hier, in het KinderBoekenHuis. Ik vind dit de prettigste plek om te werken, onder meer doordat ik de boeken zelf uit de kast kan halen en vergelijken. Bij de KB moet ik ze eerst aanvragen. Hoe ver bent u met uw onderzoek? Laten we zeggen dat we voorlopig nog van elkaars aanwezigheid kunnen genieten… Maerian van der Heijden



Voorwoord

Een grote inspanning vergde in januari de verhuizing van ons depot met doubletten voor de verkoop naar een tijdelijke opslag in Bedum. Ook daarover leest u elders meer. Die confronteerde ons met de vraag of we het ons nog langer kunnen permitteren om een grote voorraad boeken, waarvoor er alles overziende een krimpende markt is, op te slaan, zeker als daar kosten mee gemoeid zijn. Vandaar dat we met Volken de Vlas, de kunstenaar en binnenhuisarchitect die eerder ons interieur fraai hielp vormgeven, gaan uitzoeken of er met boeken die we anders zouden afstoten kunstzinnige producties te maken zijn. U leest daar in een van de volgende nummers vast meer over. Romke Visser

V

oor het eerst schrijf ik dit voorwoord niet op het KinderBoekenHuis maar thuis. Ook wij zijn natuurlijk gesloten vanwege het coronavirus en dat zet een streep door diverse activiteiten, waarnaar we hebben uitgekeken. Zo moesten we de lezing van Tineke Steenmeijer-Wieringa over Nynke van Hichtum afgelasten. Die sloot zo mooi aan bij de boeiende voordracht van Jan Maliepaard over Chris van Abkoude, waarover u elders in dit blad geïnformeerd wordt, en de expositie van haar werk die al enige tijd te zien is. We hopen dat we de schade kunnen inhalen en houden u op de hoogte via onze website. Tijdens de nieuwjaarsbijeenkomst namen we afscheid van drie bestuurders die de stichting lang hebben gediend: Jan Kiewiet, Oldy Oldenburger en Edward Gerner (lid vanaf het eerste uur). Hun inzet is van onschatbare waarde geweest, ook als het gaat om de verhuizing naar ons prachtige pand enige jaren geleden. Gelukkig hebben we waardige vervangers weten te vinden, waardoor het stichtingsbestuur weer op sterkte is: Ilona Ebels (voorzitter), Jettie Noordam-Noorman en Rinus Michels.

Schenkingen S

inds enige tijd worden we overspoeld met schenkingen. Laat ik voorop stellen dat we er blij mee zijn, want we kunnen niet zonder. Zonder de schenkingen zou onze collectie niet meer groeien en kunnen we de gaten die erin zijn niet opvullen. Daarbij levert de verkoop van doubletten ons de nodige inkomsten op, waarmee we onze exploitatie mogelijk blijven maken. Maar u voelt het wel: er is een “maar”. Omdat de generatie van de eerste babyboom massaal aan het opruimen is geslagen, de vaak teder gekoesterde kinderboeken niet aan de eigen kinderen kwijt kan, die er vaak (nog) niet in geïnteresseerd zijn, komt er wel heel veel van hetzelfde op ons af. Dan lopen we tegen onze beperkingen op: we hebben gebrek aan opslagruimte en we onderkennen dat er steeds minder belangstelling is voor onze boeken in de verkoop. Dat komt eigenlijk omdat dezelfde generatie die haar boeken nu opruimt ook behoort tot ons trouwste koperspubliek…

Kris Veltman gaf een workshop illustreren.

Vandaar dat we vanaf nu het volgende beleid hanteren: heeft u boeken die u aan ons wilt schenken, probeert u ons dan via een beknopte lijst met auteur en titel of wat foto’s per mail aan te geven welke schatten u voor ons in huis heeft. Dan krijgt u van ons bericht welke boeken we graag zouden willen hebben en maken we een afspraak over hoe de boeken kunnen worden overgedragen. Liefst ontvangen we u dan in ons fraai KinderBoekenHuis, zodat u kunt zien wat we met uw gulle gaven doen. En wie weet gaat u dan toch weer met een in ons winkeltje aangeschaft boek weer naar huis.

Het schrijfatelier van Myriam Roelandt ging ook gestaag weer voort, gevolgd door een trouw publiek. Begin januari hadden we in dat kader Kris Veltman te gast, die de aanwezigen een boeiende workshop illustreren gaf, met soms fraaie resultaten tot gevolg. Kris is woonachtig in Toornwerd, niet ver van ons KinderBoekenHuis gelegen, en een opkomend talent. We zullen haar vaker bij onze activiteiten betrekken, want dankzij haar onderwijsachtergrond weet zij als geen ander wat er onder kinderen leeft en heeft een goede feeling voor het belang van de illustratie in het goede kinderboek.

Romke Visser 3


UIT DE SCHATKAMER W

at staat er zoal in de boekenkasten in het pand van het KinderBoekenHuis aan het Kerkpad? Op deze pagina proberen wij u een indruk te geven van de ‘schatten’ die de stichting in haar bezit heeft.

Onder Moeders Vleugels Vanaf begin februari draait in de bioscoop Little Women, een (nieuwe) verfilming van de 19deeeuwse roman ‘Onder moeders wieken’ van Louisa May Alcott (1832-1888) – reden voor mij dit boek nog eens van onze plank te pakken. Ik heb een mooi exemplaar voor me liggen, prachtig geïllustreerd door Harold Copping en vertaald door G.W. Elberts. Het boek is sinds 1868 nooit uit druk geweest.

meidenboek - ik smulde van ‘Schoolidyllen’ (1900) en ‘Joop ter Heul’ (1919). In 1876 werd het genre bakvisroman geboren!

De nieuwste filmversie is geregisseerd door Greta Gerwig, zij was van kinds af aan fan van dit boek. Het boek werd eerder verfilmd; in 1933, 1949 en 1994 met respectievelijk Katharine Hepburn, June Allyson en Winona Ryder in de rol van Jo. Maar Greta Gerwig wilde haar eigen ideeën als lezer van dit boek erin verwerken. Zo wilde zij niet alleen een film voor meiden maken, maar ook voor volwassenen.

Evelyne van der Heijden

Even ons geheugen opfrissen. Het verhaal draait om de vier zussen Meg, Jo, Beth en Amy March ten tijde van de Amerikaanse Burgeroorlog. Zij zijn, samen met hun moeder en de huishoudster, achtergebleven in hun huisje, omdat vader March actief was in het leger als predikant. De familie March was deftig-arm, het gezin van Louise Alcott straatarm. Bakvis Louise schreef dit boek, overigens zeer tegen haar zin, omdat ze de schulden van de familie moest aflossen. In haar eigen dagboekaantekeningen schreef zij dat zij niets moest hebben van jonge meisjes. ‘I never liked girls nor knew many, except my sisters’. Zo ontstond ‘Little women’, grotendeels gebaseerd op haar eigen jeugdervaringen met haar drie zussen. Het boek werd direct goed ontvangen. De levendige sfeer in het kleine huis vol vrouwen met hun verschillende persoonlijkheden en dromen sprak velen aan. Jo was vaak de lievelingsheldin voor vele meisjes met schrijversaspiraties. Ik las dat Simone de Beauvoir en J.K. Rowling Jo als hun grote voorbeeld zagen en ook voor Top Naeff en Cissy van Marxveld was Louise Alcott de moeder van het 4


Stormers in de branding of hoe een fout boek best goed zijn kan… E

Eeuw zijn sterk vaderlandslievend van karakter, verheerlijken het zeemanschap, de moed en de volharding van de Nederlandse zeelieden, maar zijn vlot geschreven en vallen bepaald niet uit de toon binnen het genre, waaraan menige kinderboekenschrijver zich voor, tijdens en ook na de bezettingsjaren waagden.4 Denk aan Johan Beens Paddeltje (1908), tot ver na de Tweede Wereldoorlog populair, en aan het grote oeuvre van K. Norel.5

en van de parels in onze collectie betreft de verzameling aan oorlogsdrukken die bij mij op de werkkamer staan. Het gaat overwegend over boeken met een zogeheten K-nummer, een nummer dat tijdens de bezetting aan uitgevers werd toegewezen, die dan met toestemming van de Kultuurkamer boeken konden uitgeven. Deze toestemming ging dan gepaard met de toewijzing van een bepaalde voorraad papier en drukinkt, gaandeweg de bezetting steeds schaarser wordend. Dat gaf natuurlijk ook mogelijkheden tot censuur en bevorderde bij uitgevers ook zelfcensuur bij uitgaven die als vijandig aan “de nieuw orde” konden worden beschouwd.1 Maar niet alle boeken uit de bezettingstijd beschikken over een dergelijk nummer, deels omdat ze verschenen voordat deze regels werden ingevoerd, deels omdat het clandestiene uitgaven betreft, maar soms gaat het ook werk van onvervalste NSB-snit, zoals het werk Stormers in de branding van Jac. Roelofs, verschenen in 1942.2 Gezien het tijdstip van verschijning betreft het een degelijke en royaal geïllustreerde uitgave. Het verscheen bij uitgeverij Roskam, wier directie het nationaalsocialistische gedachtengoed en de NSB was toegedaan. Naast sterk politiek getint werk, vaak ook vertalingen van oorspronkelijk Duits werk, verschenen er ook veel titels in de categorie ontspanningslectuur, waaronder nogal wat kinderboeken. Blijkbaar kon de uitgeverij niet zonder de inkomsten van het brede, de nieuwe orde minder toegenegen publiek.3

Stamheer Rijksma met zijn Stormers.

Eén boek van Roelofs, Met de Hollands Diep op avontuur uit 1939, beleefde nog een herdruk in 1947. Het is een vlot geschreven jongensboek passend in de sfeer van de tijd, met een boeiende plot, deels spelend in “ons Indië”. Het verhaald draait om een puberende hoofdpersoon die onderpresteert op de HBS, maar graag naar de zeevaartschool zou willen. Een bevriende kapitein op de grote vaart stimuleert hem om een spannende zeereis te gaan maken, zodat hij tot de juiste inzichten en motivatie kan komen. En dat komt natuurlijk helemaal goed: gemotiveerd en gedreven komt hij weer thuis en gaat zijn diploma halen, op naar de zeevaartschool. Met deze boodschap konden breder groeperingen in de Nederlandse samenleving uit de voeten, in de periode voorafgaande aan de Duitse bezetting tot en met de Wederopbouwperiode. Het sluit aan bij het genre “zeehelden”, waarin jongens van stavast per definitie staan voor vaderlandsliefde en taaie volharding in de traditie van Michiel de Ruyter en de andere grote vlotvoogden uit de Gouden Eeuw. En getuigt van de “beschavende missie” die wij Nederlanders in “De Oost” en in “De West” meenden te hebben en waarvan we, de dekolonisatie ten spijt, maar moeilijk afscheid konden nemen.6 Hoe zou dat zijn met Stormers in de branding vroeg ik me af. Hoe politiek geladen is dit werk?

De auteur van Stormers in de branding, Jac. Roelofs, was een Amsterdamse broodschrijver die voorafgaande, tijdens en vlak na de Duits bezetting enig succes genoot met zijn jeugdboeken in de categorie zeehelden (vroeger en nu). Het Kinderboekenhuis heeft er diverse van in bezit, verschenen bij Meulenhoff, een uitgeverij met een stevige reputatie. Deze boeken zijn bepaald niet onaardig, al is dat natuurlijk een kwestie van smaak. De titels die gewijd zijn aan zeehelden uit de Gouden 5


Dan is de zeilrace via allerlei spannende wederwaardigheden, waaronder een spectaculaire reddingsactie bij een in brand staande Noorse tanker, op het nippertje gewonnen. Onderling is het daarbij overigens niet steeds koek en ei, want de jeugdstormers zijn gewone, gezonde Hollandse jongens die wel eens (rot)streken uithalen of zelfs hun plicht wel eens verzaken. Maar Stamheer Rijksma weet hen steeds weer in het gareel te krijgen en door lastige fases heen te helpen. Een stormer, Louis van Gasteren (ik verzin dat niet), blijkt dan zijn plicht voorafgaande aan de race in de haven van Hoek van Holland tijdens zijn wachtronde te hebben verzaakt, waardoor de proletarische jeugd het schip heeft kunnen saboteren. Deze Louis krijgt onder uit de zak van de Stamheer, moet ook even “brommen” in het vooronder, maar dan gaat er een ferme streep onder. Louis zal zich later in het boek revancheren door Klaas Putjes van een gewisse verdrinkingsdood te redden, wanneer deze in een vliegende storm wegens een brutale stompzinnigheid overboord slaat. Nu, hierdoor is Klaas voorgoed genezen van zijn proletarische streken en zo komt steeds alles weer goed.

En is het een leesbaar, goed opgebouwd verhaal, ondanks of juist dankzij de thematiek van een groep jeugdstormers, NSB-jeugd, die aan een zeilrace naar de Noordkaap deelnemen? Laat ik meteen maar bekennen dat ik het met de nodige plezier heb gelezen. Toegegeven: ik ben als historicus gespecialiseerd in het fascisme wel het nodige gewend en lees dan zo’n boek ook vanuit wetenschappelijke belangstelling. Maar de eerlijkheid gebiedt om te zeggen dat het boek een sfeer ademt, die nauw aansluit bij de padvinderslectuur uit die jaren of bij de bekeringslectuur die voor de christelijke zuil werd geschreven, waarin dwalende heidenen of joden via de nodige wederwaardigheden zich tot God de Vader bekenden, nadat ze streng, rechtvaardig en liefdevol op het rechte pad waren gebracht door hun christelijke tegenvoeters.7 Stormers in de branding past namelijk uitstekend in het beeld van “bekeringslectuur”, zij het dan politiek geladen. Het gaat dan om twee “proletarische jongens” (waarmee socialistische of communistische jongens wordt bedoeld) die zich als verstekeling in het zeilschip “Viking” hebben verstopt, waarmee een groep jeugdstormers onder leiding van “Stamheer”8 Rijksma, voormalig officier op de grote vaart en reserveofficier bij de marine, deelnemen aan “De Grote Prijs voor de Noordkaap”.9

Het verhaal is zeker gekleurd door de nationaalsocialistische terminologie en retoriek. En die kleuring komt ook terug in de illustraties. Piet Kalker en Klaas Putjes worden duidelijk schlemieliger afgebeeld dan de stormers die strak in uniform zo model zouden hebben kunnen staan voor Arno Breker, Hitlers favoriete beeldhouwer. En de race kent alleen deelnemende landen die voldoen aan de “Arische” en Europese idealen van Hitler Duitsland. Maar de lezertjes wordt een surplus aan “hoera-retoriek” en overdreven politieke prietpraat bespaard, waardoor het verhaal leesbaar blijft en niet zwaarder leidt onder de ideologische boodschappen dan een gemiddeld verhaal van K. Norel getekend is door christelijke ideaaltypen en moraal. Zo beschouwd past het werk dus in het genre heldenverhalen met als boodschap de nationale trots en trouw aan de vaderlandse driekleur, ware het niet dat die ontegenzeggelijk overladen zijn met een NSB-sausje.10

De twee jongens, Piet Kalker en Klaas Putjes, hebben zich laten “vreemd sturen” door hun eigen jeugdbeweging en het zeilschip gesaboteerd. Ze worden met hun sabotage ontdekt, streng doch rechtvaardig behandeld, ook even in het vooronder opgesloten, maar krijgen een eerlijke kans om hun steentje bij te dragen aan het goedmaken van de achterstand die het schip dankzij hun sabotage heeft opgelopen. En passant wordt hen zeezeilen en mores geleerd, blijken ze te vallen voor de kameraadschap en de waarden van de jeugdstorm, waarvan zij lid wensen te worden aan het einde van het boek.

Deze restricties ten spijt, vind ik het een redelijk vlot geschreven boek, wat sfeer betreft echt passend bij het puberjongensboek uit de jaren rond de Tweede Wereldoorlogen en de jaren vijftig. Ondanks de nodige droge uiteenzettingen over navigatie en de edele zeilkunst, soms pagina’s achtereen in de mond van een van de jeugdleiders gelegd, is het plot behoorlijk boeiend, zelfs spannend op het eind, en het is kundig geïllustreerd door een van de weinige verdienstelijke reclametekenaars die zich voluit met de NSB en de nieuwe

Piet Kalker en Klaas Putjes 6


orde verbond: M.J.G. Thomassen, bijgenaamd Claudius.11

Propagandaposter uit 1942 van Claudius (M.J.G. Thomassen)

Over de schrijver is niet veel bekend. We weten dat hij een keer subsidie ontving van de Kultuurkamer en dat hij werd benoemd tot lector van dezelfde instantie, geacht een pensum boeken te beoordelen op correctheid in de leer van de nieuwe orde.12 Als broodschrijver met sterke banden met de NSB en het nationaalsocialisme (getuige ook een artikel over de jeugdstorm in)13 zal hij waarschijnlijk na de oorlog bij de perszuivering wel een publicatieverbod hebben gehad of in ieder geval uit de gratie zijn geraakt, want op de herdruk van Met de “Hollands Diep” op avontuur uit 1947 na is er geen publicatie meer van hem te vinden. Wel trof ik een rubrieksadvertentie uit De Telegraaf van 9 april 1981 aan, waarin hij aangeeft op zoek te zijn naar tweedehandsexemplaren van zijn werk voor vrouw en kinderen…14 Dat wekt het vermoeden van een persoonlijke tragiek, want hoe is de schrijver zijn eigen werk kwijt geraakt en waarom zoekt hij het op hogere leeftijd voor zijn kinderen en vrouw? Dat vraagt om verder speurwerk. En zo roepen vele titels en auteurs in onze collectie de meest uiteenlopende vragen op, juist als het gaat om in de vergetelheid geraakt werk, die bij beantwoording een bijzonder perspectief kunnen opleveren op de tijd waarin zij geschreven zijn. Een niet te onderschatten bron voor de cultuurhistoricus.

Jac. Roelofs in Die Deutsche Zeitung in den Niederlanden (1942).

Advertentie in Het Nationale Rubrieksadvertentie in Dagblad (1942) De Telegraaf (1981)

Noten 1Zie A. Venema, Schrijvers, uitgevers en hun collaboratie, deel I: Het systeem (Amsterdam : De Arbeiderspers, 1988), 68: “Begin 1942 werd de toezending [aan het Departement van Volksvoorlichting en Kunsten] verplicht in het kader van de papierbezuiniging, maar al eerder had het Departement geprobeerd de uitgevers op vrijwillige basis tot het opzenden van boeken en manuscripten te bewegen.” 2 Zie de advertentie in Het Nationale Dagblad, donderdag 3 Wintermaand (Dec.) 1942, 4, 3 Ik ontleen deze informatie aan www.hasufali.nl/uitgever-roskam 4 Het gaat over de volgende titels: Onder de geuzenvlag. De slag op de Zuiderzee (Amsterdam: Meulenhoff, [1941]); Val! Val! De overwintering van zeven Nederlandse walvisjagers op Smeerenburg (naar het Journael van Jacob van der Brugge aug. 1633-mei 1634) (Amsterdam : Meulenhoff, [1944]). Bij Gottmer verscheen van zijn hand: Blinde klippen (Haarlem: Gottmer, [1941]). Het werk werd door hemzelf als “roman” aangeduid (zie noot 14) en laat ik daarom buiten beschouwing. Het werk is ook niet in ons bezet, hetgeen voor de overige titels wel het geval is. 5 Cf. K. Norel, Dispereert niet (Leiden : Sijthoff, 1941). 6 Met de “Hollandsch-Diep” op Avontuur (Amsterdam : Meulenhoff, 1939). De tweede druk is dus van 1947. 7 Cfr. E.Sanders, Levi’s eerste kerstfeest. Jeugdverhalen over jodenbekering, 1792-2015 (Nijmegen: Vantilt, 2017). Ewoud Sanders hield in april 2018 een lezing op het KinderBoekenHuis over deze thematiek. Hij liet voorbeelden zien van jeugdboeken met duidelijke antisemitische tendensen uit het einde van de negentiende eeuw, die nog steeds herdrukt worden voor orthodox christelijk publiek. 8 Stamheer was een hogere rang binnen de leiding van de Jeugdstorm, naast rangen als (opper)hopman. Niet alleen de “rangen en standen” van de Jeugdstorm vertonen verwantschap met de Padvinderij of de Oranjegarde uit die dagen. Net als de protestantse tak van de Padvinderij en de Oranjegarde was de Jeugdstorm oorspronkelijk sterk vaderlandslievend, Oranjegezind en zelfs godsdienstig van karakter. Na mei 1940 veranderde dat: het Oranjehuis had door de “vaandelvlucht” van het koningshuis afgedaan; een virulent antisemitisme en de cultus van het Arische ras kwamen voorop te staan (joodse kinderen mochten evenals kinderen met “Indisch bloed” geen lid meer zijn). Zie voor meer informatie: www.hinkepink.nl/1630803 (lezenswaardige site waarin de diverse jeugdbewegingen (Padvinderij, de met de ARP gelieerde Oranjegarde, de met de SDAP verbonden AJC en de Jeugdstorm) met elkaar worden vergeleken. 9 Het is opvallend dat er verschillende (gewezen) zeeofficieren die ook officier bij de Koninklijke Marine zijn (geweest) in het boek voorkomen. Ze zijn allen openlijk lid van de NSB en in het boek mag dat gewoon in tegenstelling tot de vooroorlogse werkelijkheid, waarin ambtenaren en leden van de krijgsmacht geen lid van de NSB mochten zijn. Hier is de wens dus de vader van de gedachte geweest. Het boek speelt in een nieuwe, vreedzame orde, waarin Duitsland de spil is binnen een Europese gemeenschap met soevereine naties. 10 Om e.e.a. te illustreren geef ik het citaat n.a.v. het bereiken van de Noordkaap door de “Viking”, een mystieke ervaring: “Nu zochten zonen van het oude Europa hun weg naar de verre Noordkaap. Nu kwamen ook de afstammelingen van die helden uit het verre verleden naar deze gewijde plaats. Modern waren hun schepen. Van een nieuwe geest waren zij vervuld. Maar in hun ziel leefden de oude krachten, die hun voorvaderen voor honderden jaren tot grote daden hadden gebracht. Nederlanders, kinderen van de zee, wekten nu weer dát tot leven, wat in hun Volk was ingesluimerd. De band tussen een duizendjarig verleden en een daadkrachtig heden zou hier worden verstevigd. Hier in deze rustige atmosfeer, in de oneindigheid van kracht en water, voelde het kleine groepje Stormers, dat zwijgend aan dek van de “Viking” stond, hoe een snaar in hun wezen trilde, wier klank hun nieuw was en toch vol onbestemde vertrouwdheid. In de ban van de middernachtzon, hier vlak bij de Noordkaap, vielen vreemde invloeden, die hun wezen hadden overwoekerd, onbewust van hen af. Een niet te peilen gevoel van onbestemde klaarte maakte zich van hen meester. Het was als een kostbaar bezit, dat ze mee terug zouden nemen naar het vaderland” (Roelofs, Stormers… cit., 149-50) 11 Cfr. de diverse voorbeelden van posters van zijn hand in R. Kok, E. Somers, V=Victorie: Oorlogsaffiches 1940-1945 (Zwolle : Waanders, 2003). 12 Zie Venema, o.c., 94, 483 en 485. 13 Zie Jac. Roelofs, “Der Jeugdstorm”, Deutsche Zeitung in der Niederlanden, nr. 104 (16. September 1942). [5] 14 Zie de advertentie in De Telegraaf van 9 april 1981, 37. In deze advertentie kwalificeert Roelofs Blinde Klippen als roman: “Auteur Jac. Roelofs z.t.b.v. zijn kinderen en v. zijn uitverk. boeken over de zee: (…) Blinde Klippen (roman) (…).”

Romke Visser

7


ANNIE’S VOORUITZIENDE BLIK...

Het boek Abeltje van Annie M.G. Schmidt zou in deze tijd geschreven kunnen zijn. Dan was het reuze actueel geweest! Misschien had de schrijfster een vooruitziende blik. In 1953 verscheen Abeltje. Een van de vele boeken van Annie. Naast hoofdpersonen Abeltje, Laura en mevrouw Klaterhoen speelt meneer Tump een grote rol. Het boek werd in 19jongen in het mooie rode pak met eerder genoemde mensen in de lift

W

e hebben in de twee vorige afleveringen van Moeder de Gans aandacht geschonken aan Nynke / Nienke van Hichtum.

Onze wisseltentoonstelling over de boeken uit onze collectie - aangevuld met prachtige objecten uit de periode waarin de boeken spelen, heeft veel belangstelling van bezoekers gehad. Tenslotte hier nog een drietal artikelen die uit geschonken boeken zijn gevallen. Twee artikelen betreffen de grote biografie van Aukje Holtrop uit 2005: Nynke van Hichtum Leven en wereld van Sjoukje Troelstra-Bokma de Boer 1860 – 1939. Auteur Aukje Holtrop. Uitgeverij Contact, Amsterdam.

De Groene Amsterdammer 18 oktober 2005 Proefschrift of biografie.

De kritieken uit Trouw en De Groene Amsterdammer wijzen op Sjoukje als ‘gevoelssocialiste’: ‘emotioneel geraakt door het lijden van de arbeiders en hun kinderen’ naast haar ‘gebrek aan realiteitsbesef van het arbeidersbestaan’. Volgens de biografie romantiseerde en idealiseerde zij de gevolgen van de bittere armoede. Afkes tiental wordt zelfs ‘zoetelijk’ genoemd. Zie ook het artikel van Maerian van der Heijden in Moeder de Gans van september 2019.

Het derde artikel komt uit de Margriet. Daar is een serie geschreven over ‘Vrouwen die hun eigen weg kozen’. Ik kon de datum niet vinden. De titel: Nienke van Hichtum schrijfster van ‘Afkes tiental’ geeft te denken in het kader van het voorgaande. In dit artikel wordt uitgebreid aandacht geschonken aan haar slechte gezondheid en de gevolgen daarvan op haar leven en loopbaan. En aan het treurige verhaal van haar huwelijk. Martha Mol

Trouw 29 oktober 2005 Sjoukje haatte braaf moralisme. 8


‘SCHADUWCOLLECTIE’ NAAR BEDUM VERHUISD En weer is er een klus geklaard. Een jaar geleden

gold dat nog voor de reorganisatie van de totale boekencollectie in het KinderBoekenHuis. Nu betrof het de verhuizing van de zogeheten schaduwcollectie (meermaals dubbele boeken) van Winsum naar Bedum. Opnieuw een aanslag op vele ledematen, schrammen, blauwe plekken, soms ‘ontploffinkjes enz. van vier vrouwen en twee mannen. Voor een half jaar mag het KBH gebruik maken van een ruimte in een groot bedrijfspand naast de melkfabriek in Bedum. Duizenden boeken en een aantal ijzeren stellingen moesten worden overgebracht. Busje huren, boeken inpakken, stellingen demonteren. In Bedum het omgekeerde ritueel. Alles werkte mee, behalve de stellingen, die al meerdere verhuizingen hadden overleefd. Met harde hand uit elkaar halen, vervolgens met geen mogelijkheid meer in elkaar te krijgen. Alles verbogen! De een na de andere tegenslag volgde: boeken in dozen, optillen, bodem zakt er onderuit. Stellingen in elkaar, je omdraaien, de hele boel zakt als een kaartenhuis ineen. Het was kou lijden (geen cv), donker (geen licht), alles kwijt, honger (brood vergeten). De ellende duurde vele dagen. De loods in Bedum hebben we even de loods gelaten, maar de boeken zullen ook daar weer een goed plekje krijgen. De vermoeidheid werd na afloop in de kroeg weggedronken, de warmte kwam weer terug. De loods in Winsum is leeg. Het KBH mocht er zo’n vier jaar gebruik van maken. Het was fijn, overzichtelijk en vlakbij het KBH. Veel bezoekers hebben we blij kunnen maken met juist dat boek, dat ze al heel lang zochten en dat in de loods op de plank lag. Voor Romke’s aannemersbedrijf geldt onze eeuwige dank voor hun gastvrijheid!

Het gebeurt in de Hoogte!

Kleny de Jonge-Bimolt

Interesse naar nog meer mogelijkheden? info@dehoogte.nl 9


Pietje Bell is weer aan de gang, oftewel Jan Maliepaard pakt uit Pietje Bell zal eenzelfde lot beschoren zijn, vermoed ik. En dat is natuurlijk niet alleen dankzij de speelfilm, maar natuurlijk ook als symboolfiguur wier naam in de spreektaal is doorgedrongen. Pietje Bell staat immers voor de ondeugende, ondernemende jongen met een hart van goud, in staat tot domme streken. Maar schuldbewust als hij is, is hij ook altijd bereid om het weer goed te maken en op te komen voor de zwakkeren. Daarbij zijn er meer symboolfiguren die zich in het collectieve geheugen hebben gehecht: de drogist Geelman als verzuurde en bekrompen middenstander die in zijn onbeholpenheid niet alleen aanleiding geeft tot hilarische taferelen, maar ook voor de nodige ellende zorgt en ook wel wat deernis opwekt. Maar los van deze symboolfiguren en motieven die tot het collectieve geheugen zijn gaan behoren, moet ook gezegd worden dat de Pietje Bell-boeken zelf nog altijd heel leesbaar zijn, met vaart en in een verfrissend taalgebruik geschreven, en een glimlach blijven oproepen.

Na enige tijd pauze op het lezingenfront trapte Jan

Maliepaard op 26 januari j.l. een nieuwe serie af met een voordracht over Chris van Abkoude. Deze auteur is natuurlijk vooral bekend van zijn Pietje Bell-boeken die mede dankzij de verfilming nog altijd in beeld zijn bij jong en oud. Hetzelfde effect is te zien bij de Kameleon-boeken van Hotze de Roos. Misschien worden die nauwelijks meer gelezen door kinderen, vaak tot verdriet van hun ouders die er groot mee geworden zijn, maar de Kameleon-reeks maakt wel grote kans onderdeel te worden van de canon van de jeugdliteratuur en het collectieve geheugen, zoals Dik Trom van Kieviet dat ook geworden is. Zeer bekend als fenomeen dat de nodige associaties oproept, maar als hoofdpersoon van ooit veel gelezen boeken eigenlijk losgezongen van het oorspronkelijke, nauwelijks meer gelezen werk.

En dat na meer dan 100 jaar. Dat is een groot compliment aan de schrijver, Chris van Abkoude, die veel meer gepubliceerd heeft dan de Pietje Bellreeks en zijn prachtige werk Kruimeltje. Over hem was niet heel veel bekend, maar dankzij het noeste spit- en speurwerk van Jan Maliepaard ligt er nu al een tijdje een lijvig boekwerk dat hij samen met Jan Oudenaarden het licht heeft laten zien. Als een gedreven postzegelverzamelaar heeft Jan Maliepaard 10


vanaf het midden van de jaren negentig van de vorige eeuw alles wat hij kon vinden, profiterend van het zich gestaag uitdijende worldwideweb, op een rijtje gezet. Jan Oudenaarden droeg wezenlijk aan het werk bij door de stadsgeschiedenis en de couleur locale van Rotterdam in die jaren er pakkend in te verweven. Het is een leesbaar boek geworden, ondanks het feit dat je met de schrijvers het ontbreken van egodocumenten van Chris van Abkoude kan betreuren, waardoor het betoog soms wat aan de oppervlakte blijven moet. Maar er doken na verschijning van dit boek alsnog de nodige egodocumenten op, die op de een of andere manier met het reeds gepubliceerde betoog zullen worden verbonden. In een herdruk of in ieder geval in de verhalen die Jan Maliepaard veelvuldig in het land houdt.

had gehangen. Hij was daarmee zijn tijd ver vooruit: verhalen vertellend, poppenkast spelend, liedjes schrijvende en zingend. Hij maakte in wezen kindercabaret en werd in zijn tijd razend populair mee. Zo beschouwd kun je hem zien als voorloper van latere televisieprogramma’s als de Statenmakeropzeeshow of De Grote Meneer Kaktus Show, net zoals je zijn kinderboeken kunt beschouwen als een voorbode van de geest die het latere werk van toppers als Erich Kästner, Astrid Lindgren en onze eigen Annie M.G. Schmidt zou kenmerken. Het kind centraal, als autonome en vrije geest, prikkelend brutaal en ondernemend, behept met een sterk gevoel voor rechtvaardigheid, heel basaal opkomend voor de eigen ruimte en rechten, die van anderen in de knel verdedigend. Dankzij Jan Maliepaard en Jan Oudenaarden heeft Chris van Abkoude een monumentje in boekvorm gekregen, recht doende aan de betekenis van een auteur wiens levensverhaal zoveel blootlegt over de ontwikkelingen in zijn tijd. Min of meer moegestreden van de benepenheid vertrok Chris van Abkoude naar de Nieuwe Wereld, zoals velen in die periode, en bouwde daar een compleet nieuw bestaan op, ook weer vanuit de mix van schrijven en optreden. Hierdoor raakte hij als persoon letterlijk en figuurlijk buiten beeld, al schreef hij nog wel voor de Nederlandse markt en raakte Pietje Bell bepaald niet in het vergeetboek.

En dat hij er met smaak over vertellen kan, bemerkte het in een mooi aantal opgekomen publiek wat hij een kleine twee uur wist te boeien. Wat mij persoonlijk is bijgebleven over Chris van Abkoude is dat hij als een van de schoolmeesters of -juffen kan worden beschouwd, die een kei is in het overdragen aan jonge kinderen, maar ongeschikt is voor het onderwijs. Een rasverteller met een tomeloze fantasie voor wie het klaslokaal en het fnuikende klimaat van het reguliere onderwijs in zijn tijd, draaiend om orde, regelmaat en tucht, al gauw te klein was. Daarbij kwam hij zelf al gauw in aanvaring met de “powers that be” in het Rotterdamse onderwijs. Met zijn sociale inborst, wars van gezag, en eigenzinnige aard lag zijn hart op zijn tong. Hij zweeg niet als dat voor zijn loopbaan wellicht verstandiger zou zijn geweest en zijn teksten riepen soms ook felle weerstanden bij gezagsdragers en zedeprekers op, die voor ons nog maar moeilijk te begrijpen zijn.

De thuisblijvers op 26 januari j.l. hadden weer eens ongelijk, maar kunnen het boek natuurlijk zelf bestellen en lezen. Jan Maliepaard kwam niet met lege handen, overigens, en schonk ons een prachtige collectie kinderboeken, met zorg verzameld en in conditie gehouden, waarmee we erg verguld zijn. Menig boek ontbrak nog in onze collectie, vele boeken vervangen nu de mindere exemplaren die we zo weer in de verkoop kunnen doen. Onze Van Abkoude-verzameling is er fors completer van geworden. Romke Visser

Jan Maliepaard & Jan Oudenaarden, Dát is Pietje Bell! Het geheime leven van Chris van Abkoude, [Alkmaar]: Pepper Books, 2017 (nr. 199 van Historische Publicaties Rotterodanum). ISBN 9789020608571 € 24,99 Gouache (schilderij) gemaakt door kunstschilder Jan Maliepaard van Chris van Abkoude.

De teksten in druk leiden tot aanstoot, die niet aan de orde was bij de vele optreden die Chris van Abkoude voor grote groepen kinderen verzorgde en waarmee hij naast zijn schrijfsels in zijn onderhoud moest voorzien nadat hij de schooltas aan de wilgen 11


Maak kennis met de nieuwe bestuursleden Sinds begin dit jaar heeft het KinderBoekenHuis

ven. Ik vind veel interessant maar vooral historische literatuur lees ik graag.”

maar liefst drie nieuwe bestuursleden. Ilona Ebels is de nieuwe voorzitter maar zij komt in de volgende Moeder de Gans apart aan het woord. In deze Gans een gesprek met Rinus Michels en Jettie Noordam.

Jettie Noordam-Noorman (59) heeft een groot deel van haar jeugd in Winsum doorgebracht en is werkzaam bij de Universiteitsbibliotheek, afdeling Bijzondere Collecties - een ideale combinatie voor een bestuurslid van het KinderBoekenHuis.

Rinus Michels (65) is een van de nieuwe bestuursleden. Hij was tien jaar lang burgemeester van Winsum en kreeg na de gemeentelijke herindeling tijd voor andere activiteiten. Het KinderBoekenHuis is dolblij met een bestuurslid met zo’n uitgebreid netwerk.

Jettie had in 1979 een zaterdag-baantje als postbode in Winsum – ze was de eerste vrouwelijke postbode! – en stond bekend als ‘‘t wichje met ‘t steertje’. Na de middelbare school ging ze naar de Bibliotheek- en Documentatie Academie in Groningen en werkte als vrijwilliger in de openbare bibliotheek in Winsum. Ze studeerde nog een aantal jaren Pedagogiek aan de RUG. Jettie woont in Groningen, is getrouwd en heeft twee kinderen.

“Als burgemeester had ik onder meer Cultuur in mijn portefeuille en vanuit die positie was ik nauw betrokken bij het wel en wee van het KinderBoekenHuis. Ik ben op werkbezoek geweest op de oude locatie en kreeg de ontwikkeling naar het nieuwe pand mee. Ik ben gevraagd voor het bestuur vanwege mijn netwerk. Ik denk dat mijn rol dus vooral zal zijn om verbinding te leggen tussen de verschillende groepen.”

“Zo’n mooie voorziening als het KinderBoekenHuis verdient het om in stand te worden gehouden maar je moet het wel kunnen onderbouwen met argumenten en een visie op de toekomst. Ik zie het KinderBoekenHuis vooral als een geheugenplaats en niet als een museum. Een museum wordt geassocieerd met kijken naar dingen. Deze collectie boeken is juist bedoeld om bekeken en vooral gelezen (en dus aangeraakt) te worden. Daardoor kunnen wij ook een belangrijke rol spelen in het stimuleren van lezen - een van de redenen om bestuurslid te worden. Lezen heeft zo veel te bieden: taalontwikkeling, het leren kennen van andere culturen en reizen in de verbeelding.”

Hoe ziet de toekomst van het KinderBoekenHuis er voor u uit? “Laat ik voorop stellen dat het voor alle vrijwilligers leuk blijft om hier te werken en het bestuur moet dus volgens mij hierin faciliterend zijn. Dat gezegd hebbende, zie ik het voor de lange termijn als een uitdaging om het KinderBoekenHuis ook voor de nieuwe generatie interessant te maken en om het historisch bewustzijn vast te houden. Het KinderBoekenHuis kan een bijdrage leveren in het stimuleren van lezen, vooropgesteld dat we kwalitatief iets te bieden hebben.”

Waren er steekpenningen nodig om je over de streep te trekken? “Ha ha, nee hoor!. Met de directeur, Romke Visser, is het plezierig samenwerken, wij waren ooit collega’s bij de UB. Toen Romke mij vroeg of ik belangstelling had voor een bestuursfunctie heb ik meteen ingestemd. Boeken hebben in mijn leven een belangrijke rol. En Winsum is de plek waar ik ben opgegroeid en waar ik graag terugkom.”

Wat was uw favoriete kinderboek? “We hadden thuis niet veel boeken maar in Arendsoog waren we ruim voorzien. Die heb ik dan ook stuk gelezen. En ik was lid van de bibliotheek. Lopend door het KinderBoekenHuis herken ik vooral veel titels van vroeger. Ik ben wel een lezer geble12


Welke boeken hebben indruk op je gemaakt als kind? “Alleen op de wereld van Hector Malot. De hoofdmeester las er vrijdagmiddag uit voor. Ik vond het zo zielig en probeerde mijn tranen achter mijn handen te verbergen. En Afkes tiental van Nienke van Hichtum. Dat boek kreeg ik van Sinterklaas. Afke wist overal iets van te maken en bood ondanks de bittere armoede toch een warm nest voor haar

kinderen. Het gaf een goed beeld van arme, hardwerkende lieden in die tijd; de dingen die ze aten (roggebrood met boter en suiker), het kleine huisje waar ze woonden. Kleren werden op zaterdag gewassen, zodat ze zondag droog waren en weer gedragen konden worden. Dit boek heeft zeer veel indruk op mij gemaakt.” Maerian van der Heijden

Achter de rug Ria en Rens Strijbos uit Renkum zijn geregelde bezoekers van het KinderBoekenHuis. Een paar keer per jaar zijn ze met hun laptop bij ons een dag te gast. Wat komen ze doen?

Rens: ‘Door Ria’s werk als bibliothecaresse gingen we wel eens in antiquariaten snuffelen. Van een christelijk antiquariaat kregen we een lijst met aanbiedingen van boeken. Hierin was een aparte rubriek Rode Ruggetjes opgenomen. Dat waren voordelige boekjes van uitgeverij Callenbach. Met de kerst werden die uitgedeeld aan de kinderen van de zondagsschool en de kerk. In die verhalen gaat het vaak om bekeringsgeschiedenissen, genezing van ernstige ziekte of dronkenschap.” Ria: “Rens ging vervroegd met pensioen en kwam in contact met iemand die Libelle-boekjes van voor de oorlog verzamelde. Van het een kwam het ander en Rens vatte het plan op om een website te maken over christelijke kinderboeken. Hij gaf de website de naam Achter de rug, een verwijzing naar de Rode Ruggetjes en de inhoud, het verleden.” Op de website www.achterderug.nl staat, behalve de auteur, titel en uitgever, ook een plaatje van de omslag van het boek.

Aanvulling Op een gegeven moment hoorden Rens en Ria van de Stichting Kinderboek Cultuurbezit in Winsum, nu het KinderBoekenHuis. Ria: ‘Met een dochter die in Groningen woont, is een bezoekje aan Winsum gemakkelijk gemaakt. We werden heel hartelijk ontvangen en mochten overal kijken. We ontdekten drie planken vol oude zondagsschoolboekjes waarvan de meeste ons niet bekend waren. Bij wijze van uitzondering mochten we een plank boekjes mee naar huis nemen om de omslagen te scannen en op onze website te zetten. En na een poosje waren ook plank twee en drie verwerkt - dat waren prachtige aanvullingen.’ Inmiddels zijn we 25 jaar verder en komen ze nog steeds titels van boekjes tegen zonder plaatje van de omslag. Ria: ‘We gaan dan weer eens een dagje naar Winsum om de omslagen te scannen. Dat is altijd een inspannende maar gezellige dag. Mede dank zij jullie medewerking. Dank daarvoor!’ Maerian van der Heijden 13


Marenland recreatie Winsumerdiep 6 9951 CG Winsum Telefoon: 0595 442 750

www.marenland.nl

14


Van P. Nowee: Arendsoog en het frame-complot, nr 55.

BOEKENZOEKER

Van Charles Dickens: Nelly. Van Godfried Bomans: Het locomotiefje.

Gezocht

Van onbekende auteur: Wuzz of Wust de hommel (?)

Van Shirley Hughes: Knuffel, Alfie, Annie Rose.

Van Rie Cramer: Het Engeltjesboek

Van Rosemary Suthcliff: Omweg naar de keizer. Van Han Hollander: Hun grote sportdag. Van B. van Asinga: Een gelukkig jaar.

LEDEN COMITÉ VAN AANBEVELING

Van J. Blinxma: Jos en haar kano.

Dhr. Dhr. Dhr. Dhr. Dhr. Dhr.

Van Clemence Bauer: Kleine Sarina.

spar Gijzen Winsum

Harm de Jonge, Jan Jutte, Jaap Kramer, Dolf Verroen, Jean Pierre Rawie, Wim Daniëls.

SCHENKING U gaat wellicht verhuizen of opruimen en u wilt dat uw boeken een goede bestemming krijgen. Dan kunt u er zeker van zijn dat wij zorgvuldig met uw schenking om zullen gaan. Bent u zelf niet in de gelegenheid ze bij ons te brengen, dan kunt u contact opnemen met één van onze contactadressen. Deze zijn te vinden in Harkstede, Assen, Eelde, Almelo, Deventer, Hellendoorn, Amsterdam, Rotterdam, Velp (Noord-Brabant). Adressen en telefoonnummers zijn bij ons op te vragen. Wij kunnen u helpen te bemiddelen en samen zorgen we dan dat de boeken in Winsum komen.

HET VOLGENDE NUMMER Het eerstvolgende nummer van Moeder de Gans verschijnt in augustus 2020. Kopij voor de nieuwe editie kunt u ter attentie van de redactie aanleveren tot uiterlijk 1 augustus op e-mail: info@kinderboekenhuis.eu www.kinderboekenhuis.eu

Uitgave van het KinderBoekenHuis Winsum, verschijnt drie maal per jaar.

Openingstijden

Bijdrage voor donateurs € 20,- per jaar op rekening (IBAN): NL68ABNA0467316430. BIC ABNANL2A

Zaterdag van 12.00 tot 16.00 uur

KinderBoekenHuis Winsum, Kerkpad 2, 9951 EP Winsum (Gr.) Tel. 0595 - 44 36 63. E-mail: info@kinderboekenhuis.eu Website: www.kinderboekenhuis.eu

Dinsdag t/m vrijdag van 10.00 tot 16.00 uur

Redactie: Maerian van der Heijden, Kleny de Jonge-Bimolt, Martha Mol, Evelyne van der Heijden, Ubel Smid en Romke Visser.

Opmaak: Ubel Smid Vormgeving

15

-

www.ubelsmid.nl


directie vervoer

“Visser chauffeursdienst is meer dan rijden alleen”

chauffeursdiensten

Mobiel: 06 - 200 85 852

privé chauffeur

www.visserchauffeursdienst.nl

Romke’s Verbouw- en onderhoudsbedrijf Lombok 4 9951 SC Winsum Tel.: 0595 492 163 Mobiel 06 - 232 49 120


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.