Berichten van Moeder de Gans Uitgave van Stichting Kinderboek Cultuurbezit Winsum
Jaargang 12 - no. 3 - December 2011
UIT HET PAND AAN DE WINSUMER HOOFDSTRAAT
S
porters spreken van een postolympisch jaar ofwel van hun prestaties moet je niet te veel verwachten in het jaar dat volgt na een belangrijk toernooi. Zet dat om naar de Stichting Kinderboek Cultuurbezit en dan had 2011 - na de schitterende viering van het 25-jarig bestaan in 2010 - een rustig jaar moeten zijn. Het tegendeel is waar. Het afgelopen jaar was een jaar zoals we dat (inmiddels) gewend zijn: boordevol activiteiten, terwijl medewerkers van de stichting ook weer tijdens tal van manifestaties lieten merken - in de vorm van bijvoorbeeld het uitdelen van folders en boekjes - dat er vanuit Winsum een wel heel bijzondere stichting actief is. Het meest opmerkelijk in dat ‘publiciteitsoffensief’ was wel de tientallen keren dat in de Ster-cultuurblokken op de zenders van de Publieke Omroep gewezen werd op de aanwezigheid van de stichting in het Groninger Winsum. Die landelijk ‘exposure’ heeft inmiddels haar vruchten afgeworpen; tientallen keren werd de stichting gebeld en gemaild met bijvoorbeeld de vraag of er meer informatie beschikbaar was en of ‘er ook een bepaald boek in Winsum op de planken staat.’
Woensdag 14 december was de afronding van het uitstekende jaar 2011. Medewerkster Bouwina Hellinga kreeg die dag een koninklijke onderscheiding voor haar inzet voor de stichting in de afgelopen 25 jaar. Vorig jaar viel Annemiek Boekschoten die eer te beurt, terwijl eerder al Jenny van Huis hoorde dat het ‘hare majesteit had behaagd’ haar een onderscheiding uit te reiken. Ook 2012 ‘dreigt’ geen rustig jaar te worden. De verhuizing naar de kerk in Obergum lijkt steeds dichterbij te komen en dit betekent dat opnieuw een beroep zal (moeten) worden gedaan op de inzet van de medewerkers en vele anderen die het werk van de stichting een goed hart toedragen. Het wordt een Olympisch jaar waarin topprestaties zullen worden gevraagd! Rest mij nog, namens bestuur, directeur en medewerkers u een goed en (vooral) gezond 2012 toe te wensen. Jan Kiewiet, Voorzitter SKC
GELUKKIGE MENSEN OP VIJFDE BOEKENMARKT
Van heinde (Winsum) en verre (Enschede, Amster-
Opvallend was, dat - op één bezoeker na - niemand zonder boeken de deur uitging; en daarbij ging het veelal om hele stapels. Dat het om echt kenners ging, bleek onder meer uit het feit dat het tafeltje met actuele literaire thrillers, zo goed als ongemoeid werd gelaten. In totaal werden er bijna 600 boeken verkocht; er is weer een klein beetje ruimte op de planken. Maar die zijn inmiddels al wel weer opgevuld.
dam, Kampen, Utrecht, Leiden) waren ze weer gekomen. Naar de boekenmarkt van de Stichting Kinderboek Cultuurbezit. Voor de vijfde keer alweer en ook voor de vijfde keer in de Obergumer- of St. Nicolaaskerk in het Noord-Groninger Winsum. Daar lagen zo’n 4000 oude, maar fraaie kinderboeken uitgestald op lange rijen tafels. Het blijkt nog altijd een succesformule te zijn volgens directeur Greetje Nijburg. Dusdanig succesvol dat op een gegeven moment het voltallige bestuur en - op één na, maar dat had hij al aangegeven - het hele team van vrijwilligers aanwezig was. Nog nooit eerder vertoond! Maar behalve in de kerk, was er dit jaar een boekenverkoop in het ‘filiaal’, de aula. Daar werden boeken aan de man gebracht waarbij men plastic zakken kon vullen voor maar € 5,-. Veel tevreden mensen dus die zaterdag, de 26ste november. Zo was er iemand die al twintig jaar op zoek was naar een bepaald boek - hij vond hem dus in Winsum. En fotograaf Koos Boertjens was al net zo gelukkig. Hij had graag 25 euro over voor ‘De Bijbelse Geschiedenissen’ (In vertelling van W.G. van de Hulst en in tekening door Isings). Boertjens: “Ik ben met dit boek groot geworden. Het is door mijn moeder van voor naar achter en van achter naar voor voorgelezen. Ik weet niet hoe vaak. Dit is voor mij vandaag een piekmoment!” SKC-bestuurslid Harm - ‘de Havenbaron’ - Post toonde zich deze dag van zijn allerbeste kant. Er kon geen bezoeker binnenkomen, of hij werd door Post in de kraag gevat. Dat leverde niet alleen extra boekenverkoop op, maar ook nieuwe donateurs.
Wim Jassies
De drukbezochte boekenmarkt in de Obergumer kerk. De vrijwilligers van de SKC.
2
JUBILEUMBOEK Tijdens de viering van het 25-jarig bestaan van de stichting op 6 no-
vember 2010 is een jubileumboek verschenen, waarin 25 bekende en minder bekende Nederlanders onder andere vertellen over hun favoriete kinderboek. Ook wordt in het boek een (kort) overzicht gegeven van de geschiedenis van de stichting. Donateurs kunnen gratis in het bezit komen van het boek door het zelf op te halen in Winsum of een mail te sturen naar: info@kinderboekcultuurbezit.nl Bent u (nog) geen donateur dan kunt u het boek kopen voor € 10,Wanneer u toch donateur wilt worden, dan krijgt u het boek gratis. Bij bestelling wel graag uw naam en adres vermelden. Telefonisch bestellen kan ook (Tel. 0595-443663) tijdens de openingsuren van de stichting, zoals die vermeld staan op de laatste pagina van deze Moeder de Gans.
NIEUWE KAARTEN KINDERBOEK CULTUURBEzIT De 8 nieuwe kaarten die we lieten drukken, om de
Als u het kinderboekenmuseum wilt steunen kunt u de kaarten en boekenleggers ook kopen voor € 0,50 per stuk of 6 stuks voor € 2,50.
mensen te bedanken voor de dozen vol schenkingen die we mochten ontvangen, zijn een groot succes. Bij de ontvangst van een schenking kunt u een kaart naar keuze uitzoeken.
3
WAT LEES JIJ NOU? Peter Kouwenhoven Er wordt steeds minder gelezen in Nederland. Boekwinkels slaan alarm, mensen worden ontslagen… En jongeren lezen al helemaal niet meer! Maar is dat ook zo? In Moeder de Gans komt in ieder nummer een jonge lezer (v/m) aan het woord. Dit keer is dat Lotte de Boer, 16 lentes en vanwege haar drukke vakantiebaan bij grootgrutter AH nauwelijks tijd voor dit interview. Lotte kun je eigenlijk geen lezer meer noemen maar een echte leesSTER! Volgens haar eigen zeggen is ze altijd al een ‘hongerige lezer’ (prachtige uitdrukking trouwens!) geweest. Lezen en lezen blijkt twee: lezen voor school omdat het moet, hoe mooi en interessant de boeken ook zijn, leveren Lotte niet dat lekkere leesgevoel op dat ze heeft bij de boeken die ze zelf mag kiezen. Gelukkig was er de zomervakantie waarin ze tijd had om boeken naar eigen keuze te lezen.
waar ze kan leren met haar speciale gaven om te gaan. Het begin van dat schooljaar is vreselijk, er gaat van alles fout, maar later redt ze de school van een zekere ondergang.” Hoe ben je zo’n veellezer geworden? Ben je veel voorgelezen? Lotte: “Ik weet nog dat mijn vader mijn zus en mij iedere avond voorlas. Ik herinner me ook nog mijn tante, die me voorlas als ze bij ons oppaste. Ze liet me ook stukken hardop lezen, ook al wilde ik dat helemaal niet. Voorgelezen worden was fijner en het ging sneller, maar ik denk dat dat hardop lezen er wel voor zorgde dat ik beter ging lezen. Ik weet nog dat ik op school stukken tekst moest lezen, verhaaltjes over een luchtballon en andere dingen, terwijl de leesjuf met een tikkend klokje tegenover me zat. Ik had zo’n hekel aan dat tikkende klokje, het maakte me helemaal zenuwachtig!” School, dat blijkt veel vaker tijdens gesprekken over boeken en lezen, heeft niet vaak stimulerend gewerkt op het leesgedrag of beter gezegd, de lol om te lezen.
Lotte: ”Ik heb o.a. ‘Wolvenjacht’ van Jim Butcher gelezen. Het is een detective maar dan volgestopt met weerwolven en allerlei magische praktijken. Op dit moment ben ik bezig in ‘Dromenvanger’ van Stephen King. Het gaat over een aliëninvasie en over vijf vrienden met bijzondere gaven. Van die vrienden zijn er overigens al twee dood! Mijn favoriete boek is ‘School voor magisch begaafden’ van E. Rose Sabin. Misschien ben ik iets te oud voor dat boek, maar het blijft een geweldig verhaal. Het gaat over een boerenmeisje, dat eindelijk de moed vindt om, met behulp van haar moeder, bij haar vader weg te gaan . Ze gaat naar een school,
Veranderen de onderwerpen als je ouder wordt? Lotte:”Er zit wel een verschil in wat ik vroeger las en nu lees. Ik lees nog steeds boeken over monsters, tovenaars en meer van dat soort dingen, maar de simpelheid is er van af. Er is geen duidelijke grens meer tussen goed en slecht zoals in Harry Potter. De boeken die ik nu lees zitten vol bloed en moord, soms gaat het over mensen, die knettergek worden. Stephen King, om een voorbeeld te noemen, brengt alles op zo’n manier, dat je die knettergekke mensen nog gaat begrijpen ook. Ik vind detectives ook leuk, vroeger had ik daar een hekel aan. En wat 4
Waarom lees je eigenlijk?
ik vroeger las? Ik ben absoluut geen kampioen in het onthouden van titels en schrijvers maar ik zal een poging wagen. Ik heb de hele serie ‘Twilight’ van Stephenie Meyer gelezen. Het gaat over een min of meer onmogelijke liefde tussen een mens en een vegetarische vampier, maar het gaat ook over vriendschap, vertrouwen, moed en lef hebben. Ik vond ook de serie ‘Stravaganza’ van Mary Hoffman
Lotte: “Ik vind lezen leuk omdat boeken je even weg kunnen trekken uit de normale wereld. Als je problemen hebt vergeet je ze even en als je je verveelt heb je wat te doen. Verder kun je veel leren uit verhalen. Ik weet nu ongeveer hoe je van een boze krokodil afkomt! Niet dat ik ooit een krokodil met honger tegen ga komen maar het is wel grappig om te weten. Wat ik ook leuk vind is dat boeken een enorme invloed kunnen hebben op de manier waarop je denkt. Dat kan ik vooral merken aan wat ik teken. Ik teken graag en veel. Toen ik Harry Potter las kwamen er als vanzelf tovenaars, slangen en centaurs op mijn papier, bij ‘Twilight’ waren dat vampieren en nu zijn het geheimzinnige mensen met detectivehoedjes of vleugels en weerwolven. “ Ik begreep dat je zelf ook schrijft? Lotte: “Ja, ik schrijf zelf ook wel eens wat, meestal over mensen met magische gaven. Soms gaan mijn verhalen over kinderen, die op zoek zijn naar hun echte ouders maar toch meestal over magie. Ik zou best schrijfster willen worden maar ik ben bang dat er niet veel toekomst in zit. Je moet behoorlijk goed zijn om er een beetje aan te verdienen en de kans dat je boeken beroemd worden is minimaal. Ik heb geen idee wat ik wel ga doen, schrijver worden is een soort nood-optie. En als ik het al zou worden, dan zou ik science-fictionschrijfster willen worden.”
helemaal geweldig, vooral het eerste boek: ‘Stad van maskers’. Het gaat over een jongen die kanker heeft. Hij krijgt zo’n last van zijn keel dat hij moeite heeft met praten. Daarom geeft zijn vader hem een notitieboekje, waarin hij alles kan opschrijven. Het boekje blijkt echter ook een talisman te zijn waarmee de jongen naar een totaal andere tijd en plaats kan gaan waar hij bovendien niet ziek is! Zo leeft hij in twee werelden: overdag ziek in bed en ’s nachts kerngezond in Italië. Ik heb alle boeken van Harry Potter vier keer gelezen en ik ga mijn best doen om ze nog een keer te lezen als ik 70 ben! Het boek ‘13 Enveloppen en 1 rugzak’ van Maureen Johnson vond ik ook heel leuk. In dat boek zit overigens niets dat met magie te maken heeft. Het gaat over een meisje dat een brief krijgt van haar overleden tante. Uiteindelijk blijkt dat een vriend van haar tante die opgestuurd heeft, net als een pakketje met 13 enveloppen. In iedere enveloppe zit een opdracht en die opdrachten voeren de hoofdpersoon door heel Europa. Later komt ze erachter dat ze niet alleen een reis door Europa maakt, maar ook een reis door haar tantes verleden en juist dat gegeven maakt het boek zo leuk.”
Ben je zo langzamerhand niet een keertje uitgelezen? Lotte: “Nooit! Natuurlijk blijf ik in de toekomst lezen, zeker in vakanties. Lezen is voor mij bijna wat het notitieboek voor de jongen uit ‘Stad van maskers’ is: een toegang tot een andere wereld.” Boek of e-reader? Lotte:” Ik heb veel liever een boek dan een e-reader. Het lijkt me behoorlijk irritant om steeds naar zo’n vierkant schermpje te staren en het haalt het hele idee van midden - in - een - strenge - winter - in - een - hoop - kussens - met - een - kop - chocolademelk naast - je - zitten - en - lezen weg!” En zo is het maar net! Peter Kouwenhoven
Het wordt zo langzamerhand wel duidelijk van wat voor boeken Lotte houdt. Maar wat voor boeken vindt ze helemaal niks? Lotte: “Tuttenboeken. Ik heb een enorme afkeer van boeken die ik ‘tuttenboeken’ noem. Het zijn boeken die alleen maar gaan over het hebben van een vriendje, over het treiteren van het groepje meisjes dat je haat en over mooi en knap zijn.” 5
RECTIFICATIE ARTIKEL CLINGE DOORENBOS Marcus van der Heide Klokkenboeken werden steeds luxer uitgevoerd, als wandklok bijvoorbeeld en Mijn autoboek [No.1791 z.j.] heeft als No.1675 [1953/54] beweegbare lichtgevende ogen en koplampen. De rijmpjes beperken zich tot twee, vier en zes regels. Soms is er sprake van een heel verhaal in rijmvom (de even regels rijmen dan), zoals bij het Muizenboek [1950]. Een collectors-item is een Dieren-ABC met prentjes van Klaas Pijlman [No.1238; 1951]. Mijn leukste platenboek [1960/61] is “speciaal voor kleuters”. Eind jaren zestig verschijnen bijzondere series: “ 5 jonge/kleine dieren-/indiaantjes-boeken, die uitgestanst werden en een gespiraliseerde rug kregen, en de vervolgserie 10 kleine/vrolijke hondjes-/poesjes-/mooie vlinders-/leuke vogeltjes-enz. boeken. De laatste Mulderboeken zijn voor de jongste leeftijd bedoeld. No.7501 [1968/69], Ontdek je plekje is voor kleuters en No.2513 [1969/70], Mijn leukste/ mooiste platenboek is voor “onze kleintjes”.
In het artikel over Clinge Doorenbos van Marcus
van der Heide van de vorige “Moeder de Gans” is een hinderlijke lacune geslopen. De hele tekst onder de kop Mulder & Zoon is namelijk weggevallen. Na lezing hiervan wordt de inleidende zin van het volgende hoofdstukje “Tot in de jaren negentig heeft Clinge een bestseller in de Mulderboeken gehad, Het Muizenboek” duidelijk. Excuses voor deze omissie. De redactie
Een bijzondere schenking
Mulder & Zoon Daarna wordt Clinge een van de productiefste auteurs van drukker/uitgever Mulder & Zoon in Amsterdam, die nog steeds de bekende kartonboeken, ‘ogenboeken’ en puzzels uitgeeft. De Mulderboeken zijn alleen voorzien van een nummer en ongedateerd. Het Letterkundig Museum in Den Haag heeft echter fondscatalogi van 1951/1952 t/m 1987, zodat een datering toch mogelijk is. Het is ondoenlijk om een volledige lijst ervan aan te leggen. Vanaf 1957/1958 wordt soms de auteursnaam niet meer vermeld. De boeken verschenen vaak in serie’s van 2, 3 of 4 delen (zgn. dessins; A/B/C/D/ genummerd), in elk deel een eigen onderwerp. Soms wordt bij één deel de naam Clinge Doorenbos genoemd. Het doorwerken van de catalogi levert een lijst van meer dan 100 boeken op. De Stichting Kinderboek Cultuurbezit Winsum komt met ettelijke aanvullingen op mijn inventaris Mulderboeken. Speciale uitgaven van Mulder zijn de leporello’s waarvan de pagina’s uit te vouwen zijn (harmonicaboek), zoals Spelende kinderen en Leuke dieren (No.41) en Poesjes met vacantie en Top & Oom Bob (No.42; 1951/1952). Ook ‘aankleedboeken’ zijn gewild: No.1800 A en B [1952/52], Janny voor de meisjes en Ernst voor de jongens. Catalogus 1952/1953 komt met drie ‘ogenboeken’, No.1600/1625/1650, getekend door Rie Reinderhof. Legio zijn de boeken met draaibare schijf of wijzer, zoals No.1750 [1952/53] Reken je mee, No.1570 [1953/54] Mijn klokkenboek en Telefoonboek [No.1766, 1954/55].
LS, hierbij stuur ik U een paar boeken die mijn Vader (1879 geb.) in mijn Jeugd heeft gelezen. Ik hoop dat U er wat mee kunt doen of een bestemming weet. Graag hoor ik van U nog eens over mijn email. Veel succes gewenst met Uw werk. Met vriendelijke groeten, Mevr. C. Swaan, Amersfoort
6
BIBLIOGRAFIE VAN AB VISSER (1913-1982) Marcus van der Heide
(1936) gaf hij in eigen beheer uit. Ook zijn romandebuut De mensch wikt… (1938) ademt nog christelijke signatuur. Het honorarium van 500 gulden stelde hem in staat een half jaar in Engeland en Schotland te verblijven. Als pseudoniem gaat hij in deze tijd ook de naam van zijn moeder, A. Ferwerda, gebruiken voor een feuilleton in De Spiegel en een roman Het gevloekte landhuis (1941). In de mobilisatiewinter 1939 richtte hij om het kwijnende Groningse kunstleven nieuw leven in te blazen met Ferdinand Langen de Kunstkring Het Drieluik op, symbolisch voor literatuur, muziek en schilderkunst. Het uitbreken van de oorlog maakte een einde aan het turbulente bestaan ervan en aan de koude oorlog tussen ‘enfant terrible’ Marja en Visser. Deze tijd stelde Visser aan de orde in ‘t Peerd van Ome Loeks (1970). In de oorlog ontmoette hij Edith Jeanette Josepha Bongers (1923-2003), met wie hij op 1 november 1945 in het huwelijk trad. De kantonrechter moest er aan te pas komen, omdat haar roomskatholieke ouders geen toestemming voor een protestants huwelijk gaven. Het stel woonde in bij de ouders van Ab Visser en vertrok eind 1945 naar Amsterdam. Hier woonden ze vanwege de grote woningnood op verschillende adressen, tot ze ruim tien jaar later een eigen woning aan de Nieuwe Herengracht kregen. In 1957 verhuisden ze naar Amstel 328. Edith werd een bekend fotografe, die foto’s bij hun reisverslagen maakte, maar ook letterkundigen op de plaat vastlegde (Foto’s Schrijversportretten uit de jaren vijftig, Letterkundig Museum 1994). Eveneens in de oorlog openbaarden zich bij Ab ernstige klachten aan de wervelkolom, de ziekte van Bechterev, chronische verstening van de ruggegraat, die op den duur krom gaat staan. Een warmer klimaat bood verlichting bij deze gezondheidsproblemen. Door subsidies van de Vereniging van Letterkundigen werd het stel van 1946 tot en met 1953 in de gelegenheid gesteld langer of korter te reizen naar Algerije, Frankrijk, Portugal, Italië en Marokko. Zo verbleven ze jaarlijks een aantal maanden in Cagnes sur Mer. De verhalen over de artiestenkolonie daar verschenen in de vele bladen waarvoor hij schreef, zoals Mandril. Zijn roman God in Frankrijk (1958, waarin Edith optreedt als Jeanette), speelt in Cagnes. Het is deel 3 van de autobiografische ‘Jo Rutgers-serie’, waarvan deel 1, De buurt, Kroniek van jeugdherinneringen (aan het Westerhavenkwartier waar hij opgroeide) in 1953 verscheen. Vanaf oktober 1947 verbleven Ab en Edith Visser na terugkeer van de buitenlandse reizen regelmatig op De Pauwhof te Wassenaar, het ‘internationaal werk- en recreatieoord voor beoefenaars van kunsten en wetenschappen’. De turbulente wederwaardigheden daar legde Visser vast in Het Klooster van Sint Jurriaan (1974).
Dit portret van Ab uit 1961 gebruikte Hugh Jans voor de omslag van Leven van de pen (1965).
Ab Visser op 13 februari 1913 geboren in Groningen, werd op de 14e aangegeven bij de burgerlijke stand, omdat het geboortejaar ook al op 13 eindigde. Hij was de jongste van vijf kinderen in een gezin van hervormde huize. Zijn vader, evenals zijn moeder van Friese afkomst, was aanvankelijk schipper en later brugwachter in Groningen. Na de 3-jarige opleiding aan de ambachtsschool, waar zijn novellenbundel Meubelmaken III (1937) speelt, ging hij naar de Kweekschool met de Bijbel in de Folkingestraat. Hij behaalde geen diploma (twee maal gezakt), en schreef in die tijd onder pseudoniem A. van Rees voor ondermeer het blad van de Chr. Jeugd Organisatie de eerste gedichten. Op 22-jarige leeftijd besloot hij om van de pen te gaan leven.
Als ‘Jong Protestants’ dichter publiceerde hij tot de oorlog in maandbladen als Opwaartse Wegen, De Werkplaats en Vriend des Huizes. Deze poëzie zag in drie dichtbundeltjes het licht; het eerste, Facetten 7
In 1958 kreeg hij de Groningse Hendrik de Vriesprijs, de enige prijs die hem ooit is uitgereikt. Vasalis memoreerde in haar rede bij de uitreiking: “na het lezen van zijn werk beseft men ook zijn volledigheid, de hele menselijke conditie is zijn terrein […] en ten opzichte van dit alles vindt hij eigenlijk steeds weer dezelfde-zijn-eigen-toon”. Als brood-, lees: veelschrijver, werd Vissers specialisme het schrijven van korte verhalen, die in tientallen dag-, week- en maandbladen gepubliceerd werden. Een selectie ervan verscheen in Achterdeurtje (1955), De oostganger (1958) en in Leven van de pen (1965). Daarnaast werd hij de onvermoeibare strijder voor het “stiefkind van de literatuur”, de detective en het detectiveverhaal. Hij schreef zelf ook een aantal detectives, waaronder Uitnodiging tot moord (1953) en De chanteur en andere misdaadverhalen (1970) en begaf zich ook op het theoretische gebied ervan, van Kaïn sloeg Abel, Een handleiding voor
In 1980 scheidde Visser officieel van Edith Bongers; beginjaren zestig was hij al op zich zelf gaan wonen met de vertaalster en latere schrijfster van detectives Margreet Hirs (*1941).
de detectivelezer (1963) tot De mythe van de Mafia (1974). Onder pseudoniem Carel J. Bicker recenseerde hij in de jaren zestig detectives voor Het Vrije Volk, zelfs eigen detectives. Hij redigeerde van 1968-1974 het detectivemagazine PULP, en daarna PLOT, Spannende verhalen, van 1979-1982. In mijn Groningse studententijd kocht ik bij de opheffingsuitverkoop van Rube’s leesbibliotheek Prinsesseweg 37 een aantal boeken van Visser, die mij direct aanspraken, zoals Rudolf de Mepse, Het Monsterproces van Faan (1945), Galg en rad (1946) en De man zonder hoofd (1947). Ik verzamelde zijn (omvangrijk!) oeuvre en had zoals later bleek bijna dagelijks door zijn buurt, de Westerhaven, gefietst. Op zijn 65ste verjaardag in 1978 overhandigde ik Visser een Bibliografie, waarin ook verspreide publicaties een grote plaats innamen.
Zijn gezondheid liet langzamerhand te wensen over, vanwege zijn kwaal kreeg hij chronisch ademtekort en zeulde, ook op de buitenlandse reizen die hij met Margreet bleef maken, de zuurstoffles mee. Op 9 mei 1982 stierf hij in het Prinsengrachtziekenhuis in Amsterdam. Het motto van de rouwkaart was: “Zalig is hij die leest” (Openbaring 1,3). Hij werd begraven op de Nieuwe Oosterbegraafplaats. Postuum verscheen Tegendraads (1985), een selectie kritieken uit de Leeuwarder Courant, waaraan hij de laatste tien jaar van zijn leven als recensent verbonden was.
Het tweede deel in het volgende nummer van “Moeder de Gans”. 8
VOETSTAPPEN UIT HET LIMBURGSE MERGELHEUVELLAND A
l jaren was ik op zoek naar mijn favoriete jeugdpocket:’’de speurtocht van Angela en Berto.” Ik kon me nog herinneren dat het over een meisje en jongen ging, die spannende avonturen beleefden ergens ver weg in een land…. Door te googelen kwam ik op de site: Stichting Kinderboek Cultuurbezit. Voor mij nog onbekend in Zuid-Limburg als bibliothecaresse. Erg nieuwsgierig maak ik een afspraak om de lange reis naar Winsum te maken. Op een stralende zonnige dag kom ik in oktober bij het museum aan. “Wat een hoeveelheid aan kinderboeken!!”. Keurig geordend in de kasten en op de computer. Mooie zeldzame uitgaven: Centsprenten had ik nog nooit gezien! Rond de lunch worden ervaringen met SKC-medewerkers enthousiast uitgewisseld. Ik blijf maar rondlopen door de 30.000 kinderboeken. Bij het verlaten van het gebouw denk ik nog even aan de oprichtster: Toos Saal-Zuurveen met de gedachte:
Sommige mensen hebben een boek in zich anderen een bibliotheek Nog enigszins onder de indruk van alle oude kinderboeken in alle vormen en maten, met een hartelijke ontvangst van de SKC-medewerkers stap ik de trein in… Zo heb ik toch eens een ander jeugdboekverhaal bij thuiskomst. Petra van den Beuken
9
SKC HEEFT DERDE KONINKLIJKE ONDERSCHEIDING ‘BINNEN’ alleen maar verdiend, “omdat anderen u dat voluit gunnen, omdat wij als samenleving op deze manier onze waardering kunnen en willen uitspreken.” Na een opsomming van de activiteiten van mevrouw Hellinga binnen de SKC, memoreerde de burgemeester ook het feit dat ze actief is binnen de protestantse gemeente en als gastouder. Wim Jassies
De ”smoes” van het bestuur van de Stichting Kinderboek Cultuurbezit aan haar legertje van vrijwilligers om woensdagmiddag 14 december naar het gebouw De Hoogte in Winsum te komen, maakte alleen maar nieuwsgierig. De indruk bestond dat er positieve mededelingen zouden worden gedaan over de toekomstige verhuizing naar de Obergumerkerk en de aula. Die verhuizing, zo liet burgemeester Rinus Michels weten zit inderdaad mooi op schema. Alle betrokkenen werken er hard aan, maar er moeten nog een hoop hobbels worden genomen. Nou, dat was dan de ‘smoes’. De sfeer werd anders toen de burgemeester andermaal het woord voerde, dit keer met het ambtsketen om. En al gauw werd duidelijk, waarom de zaal ineens was volgestroomd met de welhaast voltallige familie van Bouwina Hellinga-Schuitema. Zij werd door burgemeester Michels koninklijk in het zonnetje gezet. Zijn toespraak mondde uiteindelijk uit in haar benoeming tot Lid in de Orde van Oranje Nassau; na Annemiek Boekschoten en Jenny van Huis is zij de derde SKC-medewerkster die deze onderscheiding mag dragen. ‘De samenleving,” zo lichtte Michels de benoeming toe, “kan niet zonder een actieve betrokkenheid van haar inwoners. U heeft die betrokkenheid op meerdere wijze zichtbaar gemaakt.” Dat de schijnwerpers deze middag op haar waren gericht, noemde hij
SKC in de culturele sterreclame zijn Greetje Nijburg en Ubel Smid naar Amsterdam gegaan. Na een hartelijke ontvangst werd door middel van een speciaal computerprogramma de verschillende volgordes met de beelden uitgeprobeerd. Het spotje (7 seconden) was snel gevuld. De verschillende mogelijkheden werden bekeken en de uiteindelijke Sterspot werd daarna geproduceerd op het uiteindelijke beeldformaat. Na een overvloedige lunch gingen we enthousiast huiswaarts en hopende op een spoedige uitzending. Een week later was dit inderdaad al het geval en konden we een week lang (3x per dag) genieten van onze culturele Sterreclame en de enthousiaste reacties. De Sterspot is uitgezonden op de netten van de publieke omroep op verschillende tijden. U kunt de Sterspot op onze website nogmaals bewonderen onder het kopje Menu/culturele Sterreclame. We wachten rustig af of deze uitzending nog een vervolg heeft. De enthousiaste reacties voor aanvragen van boeken en de schenkingen zien we dan ook weer tegemoet. Ubel Smid
Op uitnodiging van Cultuur Enzovoort, het bedrijf dat de culturele Sterreclame produceert, hebben we de mogelijkheid gekregen om ook onze Sterreclame te mogen maken. Nadat de uitnodiging binnenkwam is er enthousiast gereageerd door het bestuur. Ubel Smid, onze grafisch vormgever, is bereid gevonden om afbeeldingen uit te zoeken die in beeld zouden komen. Na telefonisch overleg is de uiteindelijke cd richting Amsterdam gegaan. Toen er ook nog de mogelijkheid was om de echte productie bij te wonen,
10
UIT DE SCHATKAMER
PAULUS DE BOSKABOUTER GOES GRONINGEN
Wat staat er zoal in de boekenkasten in het pand aan de Winsumer Hoofdstraat? Op deze pagina proberen wij u een indruk te geven van de ‘schatten’ die de stichting in haar bezit heeft.
Voor velen is Paulus geen onbekende. De dappere kabouter woont in het bos in een grote holle kabouterboom. Hij kan het goed met iedereen vinden behalve met Eucalypta de heks. Zij is altijd bezig Paulus en de dieren in het bos te betoveren met haar poedertjes, smeerseltjes, pilletjes en toverspreukjes. Maar Paulus is haar vaak te slim af. Auteur Jean Dulieu (een pseudoniem van Jan van Oort) maakte veertig jaar lang de verhalen over het wel en wee van Paulus. Dankzij poppenkastvoorstellingen en een langlopende strip in Het Vrije Volk, kregen Paulus en zijn vrienden al snel landelijke bekendheid. Die groeide toen de verhalen in hoorspelvorm op de radio kwamen, waarbij de auteur alle stemmen zelf deed. Na de radio volgde een marionettenserie op de televisie. Dulieu bleef tekenen en schrijven en maakte duizenden stripafleveringen, honderden tijdschriftverhalen met prachtige aquarellen en tientallen boeken. Expositie in Groningen In Het Nederlands Stripmuseum Groningen is een grote expositie met werken van Jean Dulieu. De kunstenaar maakte duizenden (!) pentekeningen en aquarellen. Ook creëerde hij een bijna even grote hoeveelheid vrij werk - reistekeningen, natuur, portretten en fantasieën - waarvan nauwelijks iets gepubliceerd is. De bijzondere tentoonstelling omvat honderden werken en is tot en met 9 april 2012 te bezichtigen.
Eelke de Jong werd in 1975 schaapherder op de Veluwe. Hij was journalist en schreef onder ander voor de Haagse Post. Hij schreef en bewerkte eind jaren zeventig oude en nieuwe verhalen uit bestaande bundels uit het nederlands taalgebied tot Sagen en legenden van de lage landen. Eerder had hij met Hans Sleutelaar drie bundels met sprookjes uit de Lage Landen gepubliceerd. De illustraties van Piet Klaasse brengen sfeer en mysterie samen, bij de vaak somber indrukwekkende verhalen. De boeken hebben prachtige platen en zijn het lezen en bekijken zeker waard.
2D CODE Deze barcode doet het meest denken aan een variant op de streepjescode, die we allemaal kennen, bijvoorbeeld van de productverpakkingen. De streepjescode werd in het midden van de jaren zeventig ontwikkeld, de 2Dcode is een tweedimensionale variant van de bekende streepjescode. Met een moderne telefoon met aansluiting op internet (android toestel) kunt u met het programma NeoReader de streepjescode scannen en komt u automatisch op onze internetsite www.kinderboekcultuurbezit.nl.
Kom dus eens naar de Stichting Kinderboek Cultuurbezit in Winsum om meer mooie sprookjesboeken te zien. Jenny van Huis
11
OPSPORING VERzOCHT Olletje Nolletje Toverkolletje door: Jo Kalmijn-Spierenburg
LEDEN COMITÉ VAN AANBEVELING Mevrouw Els van Eijck van Heslinga, Dhr. Jan Jutte, Dhr. Jaap Kramer, Dhr. Dolf Verroen, Dhr. Jean Pierre Rawie
BESCHERMVROUWE Tobias zoekt plezier (Een gouden boekje) door: Han G. Hoekstra
Mevrouw L. Vonhoff-Luyendijk, voormalig lid Eerste Kamer
VRIENDEN VAN DE STICHTING De Stichting Kinderboek Cultuurbezit (SKC) wordt gesteund door een aantal bedrijven en organisaties. Deze vrienden maken het werk van de stichting mede mogelijk. Een overzicht: VCD Automatisering, Investeringsmaatschappij CEG, Seaports Delfzijl.
Ook heeft u de mogelijkheid ons boeken te schenken. U gaat wellicht verhuizen of opruimen en u wilt dat uw boeken een goede bestemming krijgen. Dan kunt u er zeker van zijn dat wij zorgvuldig met uw schenking om zullen gaan. Bent u zelf niet in de gelegenheid ze bij ons te brengen, dan kunt u contact opnemen met één van onze contactadressen. Deze zijn te vinden in Almelo, Amsterdam, Deventer, Hellendoorn, Leeuwarden, Mook, Oostburg, Roden, Schagen, Sneek, Utrecht, Velp (Gld.), Velp (N.B.), Vlissingen en Zoetermeer. Adressen en telefoonnummers zijn bij ons op te vragen. Wij kunnen u helpen te bemiddelen en samen zorgen we dan dat de boeken in Winsum komen. Wanneer u niet ver bij ons vandaan woont, kunnen we de boeken zelf bij u ophalen. Even een telefoontje of mailtje en het wordt geregeld. Het allermooiste zou zijn, wanneer u zelf in de gelegenheid bent bij ons te komen, dan kunt u ook zien waar uw boeken terecht komen en wat we zoal doen in het Kinderboekenmuseum. Telefoonnummer en e-mailadres kunt u hieronder vinden.
HET VOLGENDE NUMMER Het eerstvolgende nummer van Moeder de Gans verschijnt in april 2012. Kopij voor de nieuwe editie kunt u t.a.v. de redactie aanleveren tot uiterlijk 31 maart a.s. op e-mail: info@kinderboekcultuurbezit.nl
Uitgave van Stichting Kinderboek Cultuurbezit, verschijnt drie maal per jaar.
Openingstijden Dinsdag t/m vrijdag van 10.00 tot 16.00 uur
Bijdrage voor donateurs minimaal € 20,- per jaar op rekening: ABN/AMROBANK 46 73 16 430.
Redactie Jan Kiewiet, Bouwina Hellinga, Wim Jassies, Greetje Nijburg en Ubel Smid.
SKC Winsum, Hoofdstraat W 4, 9951 AB Winsum (Gr.) Tel. 0595 - 44 36 63 E-mail: info@kinderboekcultuurbezit.nl Website: www.kinderboekcultuurbezit.nl
Aan dit nummer werkten verder mee: Jenny van Huis, Marcus van der Heide, Petra van den Beuken en Peter Kouwenhoven.
Vormgeving: Ubel Smid Vormgeving | Druk: Farmprint Roden
SCHENKING