6 minute read

Dakloos en psychisch kwetsbaar

Inleiding

Verschillende studies bevestigen het verband tussen

Advertisement

armoede en psychische problemen. Geldzorgen dragen

in belangrijke mate bij tot stress en verhogen daardoor

de kans op psychische aandoeningen. Omgekeerd

hebben mensen die chronisch psychisch lijden een

groot risico om in de armoede te belanden. Zo komen

veel mensen met een psychische kwetsbaarheid tegen

wil en dank in een vicieuze cirkel terecht. In dit dossier

gaan we met verschillende artikels dieper in op dit

thema.

Dakloos en psychisch kwetsbaar

Tekst: Sil Popelier – Illustratie: evedesign.be – Foto: www.pxhere.com

In oktober 2020 werd er in enkele Vlaamse en Waalse steden en gemeenten voor het eerst een wetenschappelijk onder-

bouwde telling van de dak- en thuislozen georganiseerd. De Koning Boudewijnstichting, KU Leuven en Université de

Liège (ULiège) voerden deze telling uit in de steden Luik, Aarlen, Gent en de provincie Limburg1. De resultaten van deze

studie kan je nalezen op de website van de Koning Boudewijnstichting2 .

Wat opvalt in de telling van dak- en thuislozen

Slechts een minderheid van de personen zou geen onderliggend gezondheidsprobleem hebben. > Voor 35 tot 45 % van de getelde personen is er een vermoeden van een verslaving (met uitzondering van Gent: minder dan 25%);

> Ook het vermoeden van mentale gezondheidsproblemen valt op, dit varieert tussen 20 en 40% (met uitzondering van Aarlen: 12,8%)3 .

Verder lezen we in deze studie dat psychiatrie globaal gezien de belangrijkste vorm van instellingsverleden is bij dak- en thuislozen, gevolgd door gevangenis en jeugdhulp4 . Mensen met een psychische kwetsbaarheid én een psychiatrisch verleden zijn bijgevolg extra kwetsbaar en belanden vaker dan de doorsnee mens in dak- of thuisloosheid.

De mens achter het etiket

Wie de psychische kwetsbaarheid van daklozen goed aanvoelt en verwoordt, is Peter Dierinck. In zijn boek ‘Hoop verlenen’ legt hij helder en aan de hand van praktijkvoorbeelden uit hoe hij en zijn team te werk gaan. In het tweede hoofdstuk van dit boek, ‘Dakloos en psychisch kwetsbaar’, lezen we hoe hij daklozen op de psychiatrische afdeling benadert, maar ook hoe hij hen begeleidt van zodra ze een woning gevonden hebben. ling REHAB. Dat is het team dat aan de slag gaat met dak -en thuislozen, een groep die vaak als onbehandelbaar opzij wordt gezet.

Volgens hem zijn een groot deel van de daklozen psychisch kwetsbaar. “De vraag naar oorzaak en gevolg doet er niet toe. Zijn ze psychisch kwetsbaar omdat ze lang op straat leven of leven ze op straat omdat ze psychisch kwetsbaar zijn? Hun sociale problematiek is vervlochten met hun psychische kwetsbaarheid. Het heeft dan ook weinig zin om enkel te werken aan hun psychische problemen. Je moet met hen altijd op zoek gaan naar een woning, naar werk of een sociaal netwerk. Door met patiënten op te trekken, ontdek je sterktes die ze zelf niet meer zien. Mensen zijn soms ver afgedwaald van hun mogelijkheden en talenten.

Dat kan je hen teruggeven, daarrond kan je werken. Zo geef je mensen weer hoop.” 5

Dierinck pleit voor een menselijke benadering van daklozen met een psychische kwetsbaarheid. Hij ontmoet de mens ‘achter het etiket’, gaat samen met hem of haar op weg en zoekt via een intensieve begeleiding de juiste oplossing voor hun dakloosheid: dit kan zelfstandig wonen zijn, wonen met thuisbegeleiding of beschut wonen.

Stigma, ontmenselijking en armoede

Toen ik het hoofdstuk ‘Dakloos en psychisch kwetsbaar’ las, kwamen een aantal passages niet vreemd op mij over. Mensen met een psychische kwetsbaarheid kunnen in een negatieve spiraal terechtkomen, als ze juist door hun kwetsbaarheid problemen krijgen met hun buren en bijgevolg hun woning verliezen door een uithuiszetting. Dit is een gerechtelijke procedure bij het vredegerecht, waarbij een bewoner uit het huis gezet wordt door een gerechtsdeurwaarder. Vorig jaar ben ik zelf op het nippertje aan zo’n doemscenario ontsnapt. De daklozen op straat of op de psychiatrische afdeling hebben simpelweg iets minder geluk gehad dan ik.

Een citaat uit Dierincks boek ‘Hoop verlenen’:

“Het contact met Leo leert me veel over tijd en over het verval van woningen. Leo wordt gedwongen opgenomen. Zijn buren dienen klacht in omdat hun huis schade oploopt door het verval van het huis van Leo. De politiemensen die bij Leo binnendringen doen een akelige ontdekking: overal zijn er schimmels, rotte muren, ... Het hele huis is volledig onbewoonbaar geworden. Leo betaalt al een hele tijd geen elektriciteit en water meer en wordt daarvan afgesloten. Bij gebrek aan water voor het toilet doet hij zijn behoeften in de kelder. Alle papieren en documenten die de postbode in de loop der jaren bij hem in de bus heeft gedaan worden keurig bijgehouden en opgestapeld. Leo wordt na een kort verblijf op de gesloten afdeling overgebracht naar de rehabilitatieafdeling. Teamleden proberen hem vruchteloos te doen inzien dat hij zijn huis moet laten herstellen. Dit lukt niet en er wordt een bewindvoerder aangesteld. De woning kan alleen nog worden afgebroken. Leo wijst elk voorstel om elders te wonen, eventueel in beschut wonen, af. Niets gaat boven de plaats waar hij thuis was, zijn eigendom. Hij is heel kwaad om wat zijn buren hem hebben aangedaan en zijn enige vraag in de dagelijkse gesprekken is naar huis te mogen terugkeren. Hij is vaak zo radeloos met onze antwoorden dat we vrezen voor zelfmoordpogingen. Na heel wat gesprekken, die er eerst alleen in bestaan naar zijn vraag tot ontslag te luisteren, komen we meer te weten over wat hem drijft. Zijn buur, die politieagent is, zou hem ooit bedreigd hebben met zijn wapen. Leo voelde dat deze man hem door allerlei vreemde krachten wilde beïnvloeden. Hij zegt te weten dat zijn buur plannen had om hem te vermoorden. Het afsluiten van water en elektriciteit wordt ook als een vijandige daad van zijn buurman geïnterpreteerd. Hierdoor heeft Leo zich steeds meer afgezonderd. Hij ontkent dat zijn huis vervallen is, volgens hem scheelt er niets mee, want in al die jaren heeft er niemand aan geprutst en heeft hij het in de oorspronkelijke toestand bewaard. Zo ook bewaarde hij alles wat de postbode bracht, ook de rekeningen. Hij gooide niets weg. Als je alles bewaart, dan moet het wel oké zijn.” 6 De situatie geschetst in het bovenstaande citaat lijkt extreem, maar er is niet veel voor nodig om een psychisch kwetsbare mens te ontmenselijken. Het stigma waaraan we blootstaan is vaak al genoeg om ons neer te zetten als onverantwoordelijk, lui en gemeen: exact dezelfde vooroordelen waar ook andere minderheden in onze verziekte samenleving mee te maken krijgen. Mensen met psychische problemen krijgen een stempel mee, een onzichtbaar brandmerk, een stigma, dat onbegrip tussen hen en hun buren in de hand werkt. En dit onbegrip kan schrijnende gevolgen hebben: uithuiszetting, gedwongen opname, dakloosheid, financiële onzekerheid, schuldenbemiddeling, enz.

Peter Dierinck: Zo komen veel mensen met een psychische kwetsbaarheid tegen wil en dank in de ar-

“De sociale moede en in een vicieuze cirkel terecht en worden hun problemen een onontwarbaar problematiek van kluwen, een doolhof waar ze zonder hulp dakloze mensen van de ‘juiste’ mensen nooit uit geraken.

is vervlochten met hun psychische kwetsbaarheid”

1 https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2021/03/16/ resultaten-daklozentelling/ 2 https://www.kbs-frb.be/nl/Activities/

Publications/2021/20210316NT1 3 Idem; p. 50 van deze publicatie 4 Idem; p. 52 van deze publicatie 5 https://sociaal.net/verhaal/kwartiermakersverleggen-grenzen/ 6 Peter Dierinck, Hoop verlenen. Pleidooi voor meer vermaatschappelijking van de geestelijke gezondheidszorg, 2017, Witsand Uitgevers; pp. 56 en 57.

This article is from: