6 minute read

Armoede en mentale gezondheid

Next Article
Hoe het beter kan

Hoe het beter kan

Arm maakt (psychisch) ziek, ziek maakt arm:

mensen met armoede-ervaring getuigen

Advertisement

Tekst en interview: Sil Popelier – Illustratie: evedesign.be Foto’s: Steven Van Hemelryck

De Zuidpoort vzw is een Vereniging Waar Armen Het Woord Nemen,

gevestigd in de Gentse sociale woonwijk Nieuw-Gent. Van 2015

tot vorig jaar was ik er kind aan huis. Op donderdag 16 september,

tijdens hun wekelijkse Open Ontmoeting, legde ik vier Zuidpoorters

volgende vraag voor:

Welke invloed heeft armoede op je mentale gezondheid?

Michèle en Viviane

Viviane: “Je wordt rapper ziek, je voelt je rapper moe, je voelt je niet goed.” Michèle: “Je geraakt rap uitgeput.” Viviane: “Door armoede raak je geïsoleerd, ben je rapper gefrustreerd, ben je rap down... en zo worden mensen ziek en krijgen ze een depressie, hè. Onbegrip ook, hè. De mensen begrijpen je niet: ‘Huh? Waarom ben je down?’ Als je in armoede leeft, kan je niet doen wat je wil. Je hebt geen echte vriendenkring.” Sil: “Geen vrienden die...” Viviane: “Geen vrienden die je steunen, laten we ’t zo zeggen. Je hebt wel vrienden die ook in armoede zitten, maar dat is niet hetzelfde. Je kunt elkaar wel eens moed inspreken, maar...” Michèle: “...je kan elkaar niet helpen door het feit dat het allemaal zo moeilijk is. Als je bijvoorbeeld hulp durft vragen, geven ze hulp die ze je willen opdringen, waardoor je ’t gevoel krijgt dat ze je gevangen zetten. Snap je het?” Sil: “Nee, je bedoelt het OCMW of andere instanties?” Michèle en Viviane: “Alles, alle diensten, alle instanties!” Michèle: “Allez, ik heb een voorbeeld van de ziekenkas. Milan zijn kindergeld stopt. Ik heb brieven gehad. Ik moest naar de ziekenkas gaan. Ze komen met twee bij mij thuis. Ze stellen mij de vraag: ‘Wat komen we hier doen?’. Ik antwoord hen: ‘Ik heb speciaal een matras gevraagd voor Milan. En zijn inkomen stopt.’ Die brief zijn ze daarbovenop zogezegd kwijt. Weet je hoe ze dan reageren? ‘Zou je niet beter gezinshulp krijgen?’ Twee uur in de week zouden ze eens met mij komen babbelen. (verontwaardigd) Allez...” Viviane: “Daarmee word je niet geholpen, want je hebt geen matras en geen inkomen meer voor Milan.” Michèle: “Voilà! (verbolgen) Allez, ik heb zoiets van: ‘Houden ze mij nu voor de gek?’. Ik heb ze op den duur bijna buiten gesmeten!” Viviane: “Daar word je depressief van.” Michèle: “Ja, mij moet je dat niet aandoen, hè!” Sil: “Dat is het onbegrip...” Michèle (fel geraakt): “Ja, dat is het onbegrip, ja.” Sil: “De hulpverleners hebben iets in gedachten waarmee ze jullie willen helpen, maar in feite worden jullie helemaal niet geholpen.” Viviane: “Nee, integendeel...” Michèle: “Ah nee, natuurlijk niet! Want ze zetten je dan twee uur in de week gevangen in je huis wanneer het hen goed uitkomt, terwijl je eigenlijk andere dingen kunt en móet doen.” Viviane: “Maar ook, je wordt niet echt financieel op de hoogte gehouden van welke stappen je moet ondernemen.” Michèle (beaamt): “Nee!” Viviane: “Je krijgt geen hulp. Je moet het zelf uitzoeken. Dat is frustrerend en vermoeiend en daar word je depressief van.” Michèle: “En dan word je op den duur agressief, inderdaad hè.” Sil (vat samen): “Hm, onbegrip en stigma in feite...” Michèle en Viviane: “Ja!” Sil: “...vanuit de hulpverlening.” Viviane: “Hm, hm. ‘k Zeg niet iedereen van de hulpverlening, maar...” Michèle (vult aan) : “De meesten wel.” Viviane: “Zeventig procent toch, vind ik.”

Inge: “De assistente besliste in mijn plaats dat ik niet meer naar de voedselbank mocht.”

Michèle: “Armoede put mij uit”

Koen “De collectieve schuldenregeling woog zwaar op mij”

Viviane: “Door armoede raak je geïsoleerd”

Koen en Inge

Inge: “Oei, dat is een moeilijke... Huh! (herpakt zich) Dat je niet kan doen wat je wil. Je kan geen grote uitstappen doen, want je hebt geen geld... Euh ja, dat is een moeilijke vraag, hoor.” Sil: “Voel je je beperkt? Voel je je misschien ook in de tang genomen?” Inge: “Eigenlijk beperkt. Je wil iets doen, maar je kan het niet. Je wil met de ‘grote mensen’ meegaan, maar je kan niet. Dus eerder beperkt.” Inge: “Koen is er ook. ’t Is op de computer te doen, Koen, Sil is op de computer.” (via Zoom, red.) Koen: “Ah ok! Ik zat buiten te wachten, ik dacht, ‘t zal buiten in groep zijn. Goeiemiddag, Sil.” Sil: “Dag Koen, goeiemiddag. Awel, de vraag die ik daarjuist aan Inge heb gesteld, was: ‘Welke invloed heeft armoede op je mentale gezondheid?’” Koen: “Ja, ik zou daar willen op antwoorden, maar ik weet niet of dat het goeie antwoord is. Armoe? Wat is armoe? Als ik thuis rondom mij kijk en ik zie wat ik allemaal heb van spullen: een tv, een draaitafel, eten, kleren, noem maar op, dan zeg ik bij mezelf: ‘Wij leven toch niet in armoe!?’ De arme mensen in het buitenland die in versleten tenten wonen en honger lijden: zij leven pas in armoede! Ik moet wel bekennen dat de collectieve (schuldenregeling, red.) acht jaar lang zwaar op mij gewogen heeft, omdat ik geen extra’s kreeg. Toen heb ik wel gevoeld wat armoede is. Maar daarvoor heb ik dat nooit gekend, want als ik iets extra nodig had, heb ik dat altijd van mijn (sociaal, red.) assistent gekregen. Dus, het is een beetje moeilijk om te verwoorden wat armoede precies is.” Inge: “Wat ik niet begrijp is dat er in mijn plaats beslist wordt of ik naar de voedselbank mag gaan of niet. Mijn assistente vraagt me: ‘Is het nodig dat je naar de voedselbank gaat of is het puur uit goesting dat je er naartoe gaat?’ Want ja, ze weet dat ik werk en dat ik er een beetje uit ben (uit de armoede, red.) en ja... Zíj beslist! Geen voedselbank meer, maar wel 100 euro extra per maand. En dat vind ik, allez... (verontwaardigd) Zij vindt dat ik niet meer naar de voedselbank hoef te gaan, terwijl ik er recht op heb. Maar ja, wat moest ik op haar vraag antwoorden? Zij beslist toch! Ik vind dat zij dat niet moet beslissen. Ja, ik heb het ook soms moeilijk, hoor, om rond te komen, (met een krop in de keel) want bij mij is ’t ook maar 75 euro per week. Dus, ik en mijn man, dus ja.” Sil: “Voor jou en je man samen? Dat is niet veel, hè.” Koen: “Bij mij is de situatie nu iets beter. Van mijn advocate krijg ik 10 euro extra per week. Ze heeft me beloofd dat ik vanaf oktober 85 euro per week zou krijgen. Ik kon mijn oren niet geloven! Dus, ik krijg meer en meer het gevoel dat mijn geldtekort zal opgelost geraken. Ik voel me nu goed, omdat dit probleem opgelost wordt. Ik sta ervan versteld dat ik die kansen gekregen heb, ik voel me goed in mijn vel. Nu kan ik weer zeggen: ‘Ik ga rondkomen’.” Sil: “Je kan weer ademen.” Koen: “Ja.” Sil: “Ja, dat wordt vaak onderschat, hè, door mensen die geld genoeg hebben. Zij denken: ‘Geld is niet belangrijk’, maar in feite is het wel superbelangrijk.” Inge: “Awel ja, want anders kan je niet leven of kleren kopen of eender wat doen.” Koen: “Het loopt sinds kort allemaal gesmeerd. Ik kan eigenlijk niet meer spreken van armoede.”

Dankjewel, Zuidpoorters, voor jullie moedige getuigenissen! Hierdoor begrijpen we nu beter tegen welke drempels jullie aanlopen.

This article is from: