6 minute read

Aan de onderkant ligt de lat altijd hoger

Aan de onderkant ligt de lat altijd hoger – vooroordelen over armoede

Tekst: Lynn De Pelsmaeker – Illustratie: evedesign.be

Advertisement

All Together for Dignity (ATD) Vierde Wereld ondersteunt wereldwijd én in België mensen in armoede in hun dagelijkse strijd voor een menswaardig leven.

Armoede betekent niet alleen financiële hindernissen. Het is ook een gevecht tegen onterechte vooroordelen. Als persoon in armoede word je niet volledig

erkend in onze maatschappij. Het boek ‘Aan de onderkant ligt de lat altijd hoger’

schetst de onrechtvaardigheden die mensen in armoede ervaren en hoe ATD Vierde Wereld hen probeert bij te staan. Ik ging in gesprek met Marijke Decuy-

pere, één van de auteurs. Waarom ben jij je voor mensen in armoede gaan inzetten?

‘Op een bepaald moment begon ik met andere ogen naar armoede te kijken door de boeken die ik las en door mijn werk. Als leerkracht beroepsonderwijs merkte ik op dat bijna al mijn leerlingen uit de lagere sociale klasse kwamen. Sommigen hadden voldoende capaciteiten om TSO of ASO te doen, maar omdat ze uit een arm gezin kwamen, werden ze naar het BSO gestuurd. Hetzelfde patroon zag ik in de lees- en schrijfgroepen voor volwassenen die ik begeleidde. Waarom waren die studenten ongeletterd? Omdat ze arm waren en hen kansen ontnomen werden puur op die basis.

Voor mij hangt armoede dus enorm samen met onrechtvaardigheid. Toen ik ATD ontdekte, kwam ik tot het besef dat armoede een schending is van de mensenrechten.’

Wat doet ATD Vierde Wereld voor mensen in armoede?

‘Voor alle duidelijkheid: wij zijn geen hulpverlening. Onze organisatie werkt rond drie pijlers. Ten eerste proberen we mensen in armoede te bereiken en samen met hen op zoek te gaan naar oplossingen. We nemen hen geen zaken uit handen, maar zetten samen stappen naar een beter leven waarin ze gezien, gehoord en erkend worden. Ten tweede verbinden we onze doelgroep, bijvoorbeeld via onze straatbibliotheek, praatgroepen voor volwassenen op regionaal niveau en de Volksuniversiteit.

‘De derde pijler is maatschappelijke verandering teweegbrengen zodat niemand nog achtergelaten wordt. We doen dit met behulp van de kennis die we opdoen van mensen in armoede en laten hen ook meedenken over oplossingen. Ook het stimuleren van onderzoek valt hieronder. Daar betrekken we opnieuw ervaringskennis. Omdat we een internationale organisatie zijn geeft ons dat wat kracht bij onderhandelingen met partners of politici. Onze Vlaamse tak is echter niet erg groot. We werken momenteel met drie medewerkers en vooral heel veel vrijwilligers.’

Hoe belanden mensen in armoede?

‘De meeste mensen die wij kennen zijn opgegroeid in armoede. Maar je kan ook in armoede belanden door pech. Denk bijvoorbeeld aan de financiële gevolgen van een echtscheiding of ziekte. Als je moet leven van een uitkering of terugvallen op één inkomen, dan mag er niet veel misgaan. Een gepeperde medische factuur, dure medicatie, een kapotte auto... Er is soms niet veel nodig om je over de rand te duwen. Het is eigenlijk een schande dat uitkeringen mensen vaak niet in staat stellen om menswaardig te leven. De schuldenindustrie profiteert daar van. Een schuld van 1000 euro loopt al snel torenhoog op, je betaalt immers niet je schuld af, maar de deurwaarders.’

Kunnen mensen uit armoede ontsnappen?

‘Het lukt niet voor iedereen, maar voor sommigen kan het wel. De cruciale factor hierin is dat ze mensen ontmoeten die in hen geloven en hen helpen groeien. Mensen die naast hen gaan staan en met hen stappen zetten. De trauma’s die een leven of opgroeien in armoede met zich meebrengt, verdwijnen echter niet. Die kwetsuren blijven ze meedragen. Geluk speelt met andere woorden een grote rol. Niemand kan er alleen uit ontsnappen. Wie roept dat je dit altijd met hard werken bereikt, weet niet waarover hij spreekt.’

We kennen allemaal de uitspraak ‘ze zijn arm, maar hebben toch een smartphone’. Tegen welke vooroordelen moeten mensen in armoede nog opboksen?

‘Het grootste vooroordeel is dat men de schuld constant bij de mensen zelf legt. Ze hebben geen werk, want ze zoeken niet. Ze zijn arm want ze werken niet hard genoeg of ze kunnen niet met hun geld omgaan. Dat soort uitspraken hoor je vaak.

Zeggen dat iemand zonder smartphone kan, getuigt vandaag van weinig realiteitszin rond wat je nodig hebt om te kunnen meedraaien in onze huidige maatschappij. Vaak is het hun enige digitale hulpmiddel. Dankzij de smartphone konden talloze kinderen in armoede toch onderwijs volgen tijdens de covidpandemie. Alles is digitaal tegenwoordig, ongeacht of iemand ermee kan werken: solliciteren, afspraken met de vakbond, facturen, documenten van de mutualiteit, enzovoort.’ Het boek ‘Aan de onderkant ligt de lat altijd hoger’ is een echte aanrader voor wie vooroordelen rond armoede wil doorprikken, voor wie graag meer weet over de hindernissen die met armoede gepaard gaan of voor wie geboeid is door levensverhalen. Ik was oprecht geraakt door de getuigenissen in het boek, de moed van die mensen en hoe ze elkaar blijven helpen ondanks hun eigen miserie. Ook de website www.aandeonderkant.be is een schatkamer aan informatie die tegengewicht biedt aan het idee dat mensen in armoede lui, dom of frauduleus zijn.

Wat kunnen we doen om die misverstanden uit de wereld te helpen?

‘Een eerste stap is jezelf informeren. Wat is de realiteit? Als je naar onderzoek kijkt, weet je dat niet iedereen een smartphone of internet heeft thuis. Daarmee is het eerste populaire vooroordeel al doorprikt. Daarnaast liggen de arbeidskansen van mensen met hoogstens een middelbaar diploma zeer laag. Probeer maar eens in een industriezone te raken als je geen auto hebt. Het werk waarvoor mensen in armoede in aanmerking komen, moet vaak ’s ochtends vroeg of ’s avonds laat gepresteerd worden. Dan is het openbaar vervoer niet beschikbaar.’ Meer dan voldoende onderzoek weerlegt dit soort vooroordelen en wijst erop dat het niet enkel om doorzettingsvermogen gaat. De knoop ligt vaak bij maatschappelijke structuren die de weg uit armoede bemoeilijken.’

‘Een tweede stap is mensen corrigeren die deze verkeerde info verspreiden. Dat vraagt natuurlijk moed. Ons boek, de website www. aandeonderkant.be en onze lezingen dragen ook bij aan het correct informeren van het brede publiek.’

Mensen met een psychische kwetsbaarheid leven ook vaak in armoede. Welke boodschap zou je aan hen willen geven?

Welke rechten zijn het minst gekend bij mensen in armoede?

‘De beste manier om je rechten te kennen, is je informeren en/of laten begeleiden door een dienst zoals een armoedeorganisatie, OCMW, CAW... Het is één ding om je rechten te kennen. Er ook gebruik van durven maken is een heel andere kwestie. Vakantie, rust en vrije tijd zijn een mensenrecht. Ook als je arm bent, heb je recht om er eens tussenuit te gaan. Vaak zetten ze die stap toch niet uit schrik. Want wat gaan de mensen zeggen? Een huursubsidie vraagt men niet aan uit schrik dat de woonst onbewoonbaar verklaard zal worden. En er wordt geen beroep gedaan op een pro-Deoadvocaat, want het zal toch geen goede zijn.’

‘Wat men vaak ook onvoldoende weet, is dat financiële moeilijkheden niet per se hopeloos zijn, áls je maar de stap naar hulp zet. Je wordt bij huurachterstal niet zomaar op straat gezet als er hulpverlening betrokken werd om het probleem op te lossen. Gezondheidsschulden worden na een tijd kwijtgescholden, op voorwaarde dat je NIET begon met betalen. Het sociaal tarief voor telefonie is vaak gekend, maar dat van TV en internet veel minder. Net zoals het recht op een referentieadres bij het OCMW als je geen vaste verblijfplaats hebt. Vaak doen ze daar moeilijk over, maar geef niet op. Zet je adres nooit bij vrienden of familie als je schulden hebt of als iemand een uitkering krijgt, want dan raken die mensen in de problemen.’

‘Kom samen met lotgenoten en doorbreek het alleen zijn. Durf hulp te vragen en spreek een dienst aan. Dat is een zeer moeilijke stap omdat je je schaamte moet overwinnen. Er werken vaak – niet altijd – geëngageerde mensen die hemel en aarde verzetten om te helpen. Kom samen met lotgenoten op voor je rechten. Schaam je niet omwille van je situatie. Het is niet je eigen schuld. Niet mensen in armoede zijn het probleem, wel de maatschappij die hen geen plaats wil geven.’

This article is from: