
2 minute read
Column: Banaan in je oor
Ik ben hoogsensitief, psychisch kwetsbaar en leerling-alchemist. Kijk je mee vanuit mijn perspectief?
Met dank aan de Grieken
Advertisement
Elk beestje zijn feestje. Tot voor kort speelde ik regelmatig ‘Civilization 1’, de moeder aller strategische computerspelletjes. Zoals zo vaak in het leven, verdoezelt de fraaie naam oorlog, plundering en het streven naar alleenheerschappij. Tijdens mijn recentste spelletje verkende ik een onbekend continent en stootte op een andere natie: de Grieken. Omdat we toffe jongens zijn, stuurde ik een fijnbesnaarde diplomaat om even dag te zeggen. Die maakten ze net geen kopje kleiner. Het was het begin van een eeuwenlange oorlog die mijn voortvarende natie compleet kelderde.
Waarom vertel ik dit? Wel, mijn poging om de Grieken weerwerk te bieden, stortte mezelf ook in het échte leven in het verderf. Tijdens het laatste spel ging ik namelijk zwaar in overdrive. Ik piekerde me suf over handenvol strategieën en raakte meer en meer in paniek. Mijn zachte kant fluisterde me toe om te rusten en om het spel te pauzeren. Maar ik onderdrukte dat signaal meedogenloos. Na een halfuur werd ik echter zo groggy dat ik niet anders kon dan stoppen.
Pas enkele uren later besefte ik de enorme persoonlijke ravage. Ik was compleet overprikkeld en kon bitter weinig van mijn gewoonlijke activiteiten aan. Het duurde bijna drie maanden eer ik weer wat rustige muziek kon beluisteren en eenvoudige gitaarliedjes kon spelen. Nadenken was een ramp, evenals lezen, computerwerk en sociaal contact.
Trouwe lezers weten dat ik een patent heb op dit type crisissen. Ik kom dan terecht in een soort stilte en leegte die tegelijk confronterend en mooi is. Waarin ik niet anders kan dan eerlijk kijken naar de brokken die ik heb gemaakt. Waarin ik deze brokken liefdevol probeer te lijmen met beverige vingers. Waarin ik poorten van mijn bewustzijn voorzichtig opnieuw laat ontsluiten, na deze jarenlang gebarricadeerd te hebben.
Zo dacht ik terug aan een ex-collega die bijna twintig jaar geleden op emotionele wijze haar ontslag aankondigde met de woorden: “Waarom zou ik met deze waanzin nog doorgaan?” Ze kampte net als ik met grote uitdagingen en een rotsfeer. In mij kwam toen een stemmetje op: “Ja, Bert, waarom eigenlijk? Waarom stop jij ook niet?” Ik heb dat stemmetje meteen onderdrukt. Ik kon me toch niet met zo’n zwakte inlaten, zeker? Poort gebarricadeerd. Ook dacht ik aan die keer op datzelfde werk toen mijn blaas twee uur lang op springen stond en ik mezelf geen plaspauze gunde alvorens ik iets ‘gepresteerd’ had. Poort dubbel gebarricadeerd.
Geen wonder dat ik mijn zachtheid moeilijk toeliet. En daardoor mijn grenzen niet goed aanvoelde. Ook tijdens het schrijven van deze column liet ik mij meermaals vangen door mijn blinde prestatiezucht. Maar dankzij deze crisis leerde ik meer te geven om de boom dan om zijn vruchten. Dus liet ik het forceren los en nam ik veel rust. Na enige tijd kreeg ik vanzelf weer werklust. Werd ik tijdens het werken moe, dan nam ik opnieuw afstand. Eigenlijk is het eenvoudig, maar moeilijk te implementeren in deze dolle maatschappij. Iedereen heeft tegenwoordig de mond vol over duurzaamheid, maar een duurzame wereld begint bij mensen die niet langer over hun grenzen gaan.
En de Grieken? Die mogen voor mijn part de virtuele wereld veroveren. Ik verover momenteel liever mijn plaatsje in de echte wereld. Want het leven smaakt steeds zoeter. Elk beestje zijn feestje.
Bert