6 minute read

Timmerbedrijf Berendijk: familie onderneming met een sociaal gezicht

Timmerbedrijf Berendijk: familieonderneming met een sociaal gezicht

Met veel plezier de producten maken

Advertisement

Het ondernemersleven is een avontuurlijk bestaan. Daar hebben we in deze reeks over familiebedrijven al talloze varianten van gezien. Maar deze nog niet: werknemer wordt ondernemer en richt zijn bedrijf zo in, dat er plaats is voor mensen met afstand tot de arbeidsmarkt. Brendan Berendijk vertelt hoe het ondernemersballetje voor hem en zijn vader Johan rolde. Een bijzonder verhaal met een sociale component.

Ooit was Johan Berendijk chef werkplaats bij een mkb-bouwbedrijf in Nijverdal. Hij stuurde een kleine ploeg vakmensen aan die houten kozijnen, ramen en deuren maakte voor de eigen projecten. Dat beviel hem bijzonder goed. De situatie veranderde echter toen een grote werkmaatschappij het bedrijf overnam. Het roer ging drastisch om en na korte tijd kreeg Johan te horen dat er voor hem geen plaats meer was in de machinehal. Johan kon een functie krijgen bij de materieeldienst, maar dat was voor hem uitgesloten. Wat moest hij nu? Stoppen met werken was evenmin een optie. Met een hoofd vol gedachten liet hij – net als altijd – op een avond in 2011 zijn hond uit en hield hij zoals wel vaker een praatje met de buurman. Hij legde hem zijn dilemma voor en deelde met hem zijn nog vage plan om op kleine schaal voor zichzelf te beginnen. Het probleem was echter de financiering. De buurman, zelf een ondernemer, wilde wel wat investeren en kwam met ondernemersadviezen. Van het een kwam het ander. Er kwam een ondernemersplan en de eerste jaren kon Johan de werkplaats huren. Later, toen het bedrijfsconcept aansloeg en er ook geld verdiend werd, is het pand aangekocht. Zoon Brendan: “Zo doen we dat met alle investeringen. Eerst verdienen dan uitgeven.” De zoon van Johan is vanaf het begin betrokken bij het ondernemersavontuur van zijn vader. Hij was sportleraar met een voorlopig contract en hielp zijn vader op zaterdagen in de werkplaats. Brendan: “De school waar ik werkte bood me een vaste baan aan. Dat heb ik afgeslagen om fulltime in de werkplaats van mijn vader aan de slag te gaan. Met de machines kon ik al aardig overweg. Wat wil je ook met zo’n ervaren leermeester.”

Werknemers met rugzakje

Brendan is na acht jaar mede-eigenaar geworden. Zijn vader deed en doet nog steeds wat hij altijd gedaan heeft: leiding geven aan de mensen in de werkplaats. Brendan zelf zit op kantoor – maar altijd in werkkleding. Zijn outfit staat symbool voor de sfeer in het bedrijf. “We hebben een heel platte organisatie. Elke medewerker kan op ieder moment bij me aankloppen met een vraag of opmerking. Dat zit diep verankerd in onze bedrijfscultuur. Wij vinden een klimaat waarin onze medewerkers zich op hun gemak voelen erg belangrijk, vooral ook omdat een deel van hen een zogeheten rugzakje heeft. We hebben autistische medewerkers en ook enkele met een verslavingsverleden. Voor deze mensen met een zekere afstand tot de reguliere arbeidsmarkt is een vertrouwde werkomgeving in een platte organisatie erg belangrijk.”

Goede werksfeer

Brendan is nog niet uitgesproken of een van hen komt het kantoor binnen. Hij zegt dat de opdracht die hij gekregen heeft dezelfde is

Begin volgend jaar moeten veel van de oude machines plaatsmaken voor een splinternieuw bewerkingscentrum.

Johan Berendijk (l) is in de werkplaats het aanspreekpunt en is vliegende kiep in de productielijn. Brendan is de man op kantoor. Foto Dick Ruumpol

Timmerbedrijf Berendijk levert prefab wanden, dakkapellen en erkers aan houtskeletbouwers.

als die van twee maanden geleden. Hij wil graag weten of er sprake is van een misverstand. Brendan legt uit dat dezelfde opdrachtgever het product nog een keer wil hebben. Als de medewerker weer weg is, vervolgt Brendan zijn verhaal. “Zaken die wij allang vergeten zijn weet iemand met een autistische aandoening zich tot in detail te herinneren. We hebben ze er graag bij en krijgen er ook veel voor terug. Ze komen met een lach en gaan met een lach en dragen echt bij aan een goede werksfeer. Doordat we willen werken met deze mensen, moeten onze overige medewerkers die doorgaans een normale vakopleiding hebben gevolgd, wel over bepaalde eigenschappen beschikken. Ze moeten met hen kunnen omgaan en dat betekent dat je soms geduldig moet zijn en bereid bent af en toe iets twee of drie keer uit te leggen. Ik vind het nog altijd mooi om te zien dat we door die mix heel goed ons gezamenlijk doel weten te bereiken: met veel plezier onze producten maken op een manier zoals wij dat willen. Dat betekent dat mensen de tijd krijgen om in hun eigen tempo te werken. Daar ontvangen we wel wat geld voor, maar daar gaat het ons niet om. Onze manier van werken heeft wel gevolgen. We moeten ons geld niet willen verdienen met massaproductie in een vechtmarkt. Als er aan het eind van het jaar voldoende overblijft om van te leven en voor een investering in een machine die past bij onze mensen, dan zijn we dik tevreden. En dat lukt aardig met het klantenbestand dat we hebben opgebouwd.”

Repetitief werk past goed bij die medewerkers die een aanstelling kregen via een traject voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt.

Geen hybride varianten

In de productiehal in Nijverdal maken Johan en Brendan samen met hun diverse medewerkersteam uiteenlopende producten voor de zakelijke markt. Deze producten passen bij de capaciteiten van de mensen. Het repeterende karakter is een belangrijke eigenschap en het moet ook niet te ingewikkeld worden. Brendan: “Dus wel vurenhouten stelkozijnen, binnendeurkozijnen van gelamineerd en gevingerlast meranti en doorsnee gevingerlaste mahoniehouten kozijnen ramen en deuren met Komo-keur voor in de gevel; maar geen kozijnen met allerlei hybride varianten en aluminium afdeklijsten of kozijnen opgebouwd uit twee verschillende houtsoorten. Verder maken we verpakkingsmateriaal voor de industrie. Dan moet je denken aan houten kratten, kisten en pallets. Ook producenten van betonnen producten rekenen we tot onze klanten. Voor hen maken we eenvoudige bekistingen voor onder meer putdeksels en raamdorpels. En ten slotte maken we houten wanden, dakkapellen en erkers voor bedrijven in de prefab houtskeletbouw. Op onderdelen zijn we flink aan het groeien en we verwachten dat deze groei doorzet, met name voor de binnendeurkozijnen, de houtskeletbouw en de verpakkingsproducten.”

De vraag naar verpakkingskratten voor transport groeit.

Nieuw bewerkingscentrum

De investeringsplannen voor de nabije toekomst zijn geënt op de genoemde groei. Brendan: “Tot op heden maken we onze houten kozijnen op de traditionele manier: afkorten, schaven, pennen aanslaan op de pennenbank, profileringen, de noodzakelijke inkrozingen aanbrengen, opsluiten en een keer spuiten. Als de lak is uitgehard komt de aannemer ze ophalen. De meeste machines stonden er al toen mijn vader zelfstandig werd. Daar is een nieuwe formaatzaag, automatisch afkortzaag en een freesmachine bijgekomen. Al die afzonderlijke machines nemen veel ruimte in beslag waardoor er te weinig ruimte is om te groeien zonder een dure uitbreiding. Daarom zal per 1 januari volgend jaar een bewerkingscentrum operationeel zijn, een Biesse Winline. Voor de productie van de kozijnen kunnen we dan met minder ruimte toe – dus meer plaats voor de overige activiteiten. Een uitbreiding is dan voorlopig niet nodig.”

Vrijdagmiddagbespreking

De medewerkers hebben een stem in de koers van het moderniseringsbeleid. Zij nemen net als Johan en Brendan waar dat instromers

This article is from: