7 minute read

“Vraag naar testen gaat alleen maar toenemen”

Next Article
Otto Chemie

Otto Chemie

Peutz bouwt nieuw Laboratorium voor Brandveiligheid

“Vraag naar testbewijs gaat alleen maar toenemen”

Advertisement

Op Bedrijvenpark Laarakker aan de A73 in Haps verrijst het nieuwe laboratorium voor brandveiligheid van ingenieursbureau Peutz.

Met de steeds strenger wordende regelgeving op het gebied van brandveiligheid en rookwerendheid is het ook voor fabrikanten in de ramen- en deurenindustrie belangrijk de prestaties van hun producten en systemen aan te tonen door middel van testbewijs. “Zeker de afgelopen vijf jaar is de vraag naar testcapaciteit in ons laboratorium enorm gegroeid en daaraan zal voorlopig geen einde komen”, zegt Harm Leenders, verantwoordelijk voor het Laboratorium voor Brandveiligheid van ingenieursbureau Peutz.

Reden voor het ingenieursbureau om op Bedrijvenpark Laarakker aan de A73 in Haps een nieuw Laboratorium voor Brandveiligheid te bouwen. “Om te voorkomen dat in ons bestaande laboratorium in Molenhoek de wachttijd voor testen te ver oploopt, willen we de testcapaciteit flink uitbreiden”, zegt David den Boer, binnen de directie van Peutz verantwoordelijk voor brandveiligheid. Naar verwachting wordt het nieuwe laboratorium in het eerste kwartaal van 2023 in gebruik genomen.

Logistiek als uitgangspunt

In het nieuwe laboratorium verwacht Peutz de testcapaciteit ‘minstens’ te kunnen verdubbelen. “Voor een groot deel zit die winst in het logistieke proces in het nieuwe laboratorium. Dat proces hebben we als uitgangspunt gebruikt voor het ontwerp en de inrichting van

de nieuwbouw. We gebruiken onze ervaringen van de huidige locatie in Molenhoek en optimaliseren die in Haps”, zegt Den Boer. In Haps gaan de te testen producten, constructies of systemen aan de ene kant het gebouw in en, na de test, aan de andere kant het pand als afval uit. “In ons laboratorium voeren we destructieve testen uit. Dat betekent dat alles wat getest is, als afval het gebouw verlaat”, verduidelijkt Den Boer.

Lange doorlooptijd

Voor die vloeiende doorloop is in de huidige locatie de ruimte te beperkt geworden. “Wat de situatie bovendien lastig maakt is de lange doorlooptijd van de brandtesten. Afhankelijk van het te testen systeem kan de voorbereiding nu tot wel twee weken duren. Terwijl de brandtest zelf in de meeste gevallen effectief niet langer dan een uur duurt.” Leenders vult aan: “Klanten die bijvoorbeeld een deursysteem willen testen, zijn zelf verantwoordelijk voor de opbouw van het systeem. Zij brengen alle materialen naar ons laboratorium en verzorgen de opbouw van het complete systeem. Daarbij doen wij een complete inventarisatie van alle details van de opbouw van het systeem en alle producten en materialen die zijn toegepast. Wij zijn verantwoordelijk voor test en classificatie van het systeem zoals het is getest, dus die inventarisatie is erg belangrijk en soms tijdrovend.”

Harmonisatie brandtesten

Had vijftien jaar geleden ieder land binnen Europa nog zijn eigen testnormen op het gebied van brandveiligheid, de afgelopen jaren zijn die normen meer en meer geharmoniseerd. “Binnen Europa gebruiken we nu voor brand- en rookwerendheid overal de classificatienorm EN 13501-2. De in Nederland veel geëiste classificaties EW 30, EW 60 of S200 komen voort uit die classificatienorm. We spreken met de Europese classificaties een gezamenlijke taal en door de Europese test- en classificatienormen kan een fabrikant van deuren en ramen nu ook makkelijker naar het buitenland exporteren. De testmethodes zijn geharmoniseerd en zijn in alle laboratoria in Europa hetzelfde. Het beschermingsniveau van de gebruiker van het gebouw verschilt wel per land en wordt vastgelegd in lokale wetgeving. Een test wordt dus meestal uitgevoerd met het toepassingsgebied van een specifieke lidstaat in het achterhoofd”, zegt Leenders, die toevoegt dat het doel van geharmoniseerd testen op Europees niveau moet bijdragen aan het verdwijnen van handelsbarrières.

Drie EN 1634-testen beschikbaar voor deursets

Om de brandwerendheid van deursets te classificeren, bestaan drie verschillende testen. Zo leidt een succesvolle systeemtest tot een EN 1634-1 testrapport. “Bij zo’n systeemtest wordt de deur in het kozijn getest, inclusief het hang- en sluitwerk, eventueel aanwezige glas, kit en andere aansluitingen.” Een deeltest kan aantonen of een valdorpel, scharnier of deurdranger voldoet aan de brandwerendheidseisen. “Als het geteste product voldoet, krijgt het een EN 1634-2 rapport”, vervolgt Leenders. De derde norm voor deursystemen is de EN 1634-3. “Daarbij wordt de rookdoorlatendheid van een deurset getest. De EN 1634-normen leiden tot een classificatie volgens EN 13501-2, bijvoorbeeld EW 30 of EW 60 voor brandwerendheid. Voor koude rook resulteert die in een SA-classificatie, voor middelwarme rook in een S200-classificatie.”

Concurrentieoverweging

Los van de strenger wordende regelgeving op het gebied van brand- en rookwerendheid van producten, zien Den Boer en Leenders een andere ontwikkeling waardoor de vraag naar brandtesten stijgt. “Tijdens een test wordt gekeken of aan geldende normen wordt voldaan. Bijvoorbeeld of een deurset 60 minuten brandwerend is. Als die norm wordt gehaald, voldoet de deurset aan de norm. Maar steeds vaker wil een fabrikant, mede uit concurrentieoverweging en uitbreiding van mogelijkheden, weten hoeveel langer dan die 60 minuten de deurset brandwerend is. Voor de classificatie maakt het niet uit of het 61 minuten of 89 minuten is, maar voor de verkoop van het product kan het zeker een toegevoegde waarde zijn als een product veel langer weerstand biedt.” Deze overwaarde kan worden gebruikt voor de uitbreiding van het toepassingsgebied middels een Extended Application, in het geval van deuren volgt die uitbreiding volgens de EN 15269-serie.

Meer gedetailleerde documentatie

Het strenger worden van de eisen op het gebied van brand- en rookwerendheid betekent dat ook aan de werkzaamheden die door het testlaboratorium worden uitgevoerd, zware eisen worden gesteld. “Vooral in het documenteren van het directe- en uitgebreide toepassingsgebied gaat steeds meer werk zitten. Zowel voorafgaand aan de test als na de test. Alles moet nauwkeuriger beschreven en gerapporteerd worden”, zegt Leenders.

Testen scheiden

Worden in het huidige laboratorium zowel de testen op brandgedrag, brandwerendheid en rookwerendheid uitgevoerd in één ruimte, in Haps worden de brandgedragtesten los van die op brand- en rookwerendheid gedaan. Door die scheiding ontstaat ook meer testcapaciteit

Slim testplan

Voordat het team van Peutz in opdracht van een klant een brandtest uitvoert, is het volgens Den Boer en Leenders belangrijk om een slim testplan op te stellen. “Door samen met ons een slim testplan op te stellen, kan een fabrikant uiteindelijk een aantal extra testen voorkomen”, zegt Leenders. “De fabrikant is uiteindelijk gebaat bij een test met een zo groot mogelijk toepassingsgebied”, vult Den Boer aan. “Dus door samen eerst goed de vraag, behoefte en de wens van de fabrikant te inventariseren, kunnen we een testvoorstel maken waarmee we de wensenlijst van die klant zo efficiënt en goed mogelijk kunnen vervullen.”

Harm Leenders: “Vooral in het documenteren van de resultaten en het schrijven van de testrapporten gaat steeds meer werk zitten omdat deze steeds uitgebreider beschreven moeten worden.” Klanten brengen alle materialen naar het laboratorium en verzorgen zelf de opbouw van het complete te testen systeem.

Naast brandgedrag en brandwerendheid wordt in het laboratorium voor brandveiligheid ook de rookwerendheid van systemen getest.

in het nieuwe laboratorium. Leenders: “Die groei is belangrijk voor ons, want daarmee kunnen we voor meer klanten testen uitvoeren en ook nieuwe testmethodes toevoegen aan onze scope.” Samen met Den Boer benadrukt hij dat die groei niet ten koste mag gaan van de kwaliteit van de testen. “De normen voor brandveiligheid zijn erg streng en ingewikkeld en vragen om nauwkeurige uitvoering van de testen. Als gecertificeerd laboratorium moeten wij opereren binnen strikte kaders en vastgestelde procedures.”

Niet zomaar een verhuizing

Dat maakt de verhuizing van de testapparatuur van Molenhoek naar Haps volgend jaar dan ook niet zomaar een verhuizing. Den Boer: “Het is niet een kwestie van oppakken, transporteren, plaatsen in de nieuwbouw en testen uitvoeren. Voordat we in ons nieuwe laboratorium daadwerkelijk kunnen testen, moeten we eerst zelf alles nauwgezet controleren en moet alle testapparatuur aan de eisen voldoen. Wij moeten bij de Raad van Accreditatie kunnen aantonen dat we in Haps ook volgens alle richtlijnen en kwaliteitsbepalingen kunnen testen. En het wordt nog wel eens onderschat welke protocollen en strikte kaders gelden voor de certificeringen die wij als Laboratorium voor Brandveiligheid hebben.” Volgens Leenders bieden die strenge accreditatierichtlijnen klanten wel de garantie dat de testresultaten geldig zijn in heel Europa. “Bovendien zijn de resultaten ook bruikbaar voor het verkrijgen van een CE-keurmerk.”

Zes laboratoria

Het Laboratorium voor Akoestiek van ingenieursbureau Peutz was al vele jaren een bekend adres voor fabrikanten van ramen en deuren voor het testen van producten en systemen. “Daar is de afgelopen tien jaar ons Laboratorium voor Brandveiligheid min of meer als vanzelfsprekend bijgekomen omdat het aantonen van de brandveiligheid van producten en systemen steeds meer prioriteit krijgt bij fabrikanten”, aldus Harm Leenders. Behalve de laboratoria voor brandveiligheid en akoestiek heeft Peutz ook een eigen laboratorium voor bouwfysica, een laboratorium voor pyrotechniek, een kalibratielaboratorium voor akoestische meetapparatuur en een windtunnel.

This article is from: