6 minute read

Depotgebouw Boijmans Van Beuningen, Rotterdam Doolhof uit glas

Depotgebouw Boijmans Van Beuningen, Rotterdam

Doolhof uit GLAS

Advertisement

“ We monteerden zoveel mogelijk als er niemand in het gebouw liep – dus ’s avonds, ’s nachts en in het weekend, met een montageteam van zes man”

Aan de gevel van het depotgebouw van Museum Boijmans Van Beuningen weerspiegelen 1664 dubbelgebogen spiegelende glaspanelen de omgeving rondom. Ook binnen kreeg het depot bijzonder glas. Interior Glassolutions uit Veenendaal engineerde, produceerde en monteerde het glas van de vitrines, de trappen en de omlopen in het atrium – en bedacht samen met MVRDV de scharnieren voor de glazen vitrinedeuren. Het bedrijf monteerde ook het staal van de vitrines. Directeur Geurt Roelofsen van Interior Glassolutions: “We lieten een maquette maken om voor onszelf te visualiseren: waar is eigenlijk nog ruimte vrij voor onze monteurs?”

40 meter hoog, 28 meter breed, dat zijn de dimensies van het in grijs getoonzette atrium dat het hart vormt van het depotgebouw van Museum Boijmans Van Beuningen. Dat atrium, aan alle zijden begrensd door in het zicht gelaten beton, is ingevuld met trappen die kruiselings alle verdiepingen van het depot met elkaar verbinden en met veertien vitrines uit glas en staal waarin het museum delen van zijn collectie-in-depot exposeert. De inrichting van het atrium is het werk van een collectief met onder meer architectenbureau MVRDV, materiaal- en technisch adviseur Rolf van Gils en beeldend kunstenaar Marieke van Diemen. Van haar stammen de vitrines, stuk voor stuk verschillend in formaat en vorm, en op het oog losjes gepositioneerd in en aan het atrium. Een aantal van Van Diemens vitrines is beloopbaar en overbrugt de atriumruimte. De grootste vitrine die Van Diemen bedacht, is te vinden op de zesde verdieping en meet maar liefst 602 x 506 x 508 centimeter.

Streven naar eenheid

Het glas voor de vitrines is afkomstig van Interior Glassolutions uit Veenendaal, dat ook de glazen balustrades aan de trappen en de omlopen leverde. Directeur Geurt Roelofsen: “MVRDV benaderde ons om mee te denken over het ontwerp van de binnenruimte. Bij het tweede gesprek zat ook Marieke van Diemen aan tafel. Zij overlegde een schets: ‘Dit wil ik ongeveer hebben’. Vanaf dat moment zijn wij mee gaan schetsen – om uiteindelijk de engineering, productie en de montage van het glas en de staalconstructie te doen. Inzet: streven naar eenheid in de glasoplossingen.” Die eenheid werd gevonden in ontspiegeld glas, bij de vitrines voorlangs geschroefd aan de stalen profielen. Roelofsen. “De dikte van de profielen werd door de constructeur bepaald. Het glas moest niet alleen ontspiegeld zijn – een wens van MVRDV – maar ook stijf. Dat is gerealiseerd met een folie tussen de ruiten, een gezamenlijk product van Saint Gobain en DuPont. Al het glas in het depotgebouw is gehard en gelaagd, in de meeste gevallen 10.10. De beloopbare glaspanelen zijn dikker: 12.12.12.”

Voor de montage van de grote glaspanelen bleef in het depotgebouw weinig manoeuvreerruimte over.

Mock up

Bij de vitrines maakten verregaande eisen aan het glas en de scharnieren van de vitrinedeuren een mock up nodig. Die bouwde Interior Glassolutions op het eigen terrein in Veenendaal op. Roelofsen: “In de technische oplossingen waren we redelijk vrij. Wij gaven de voorkeur aan vitrinedeuren die op drie punten zouden scharnieren. MVRDV verlangde echter twee scharnieren. Aan de hand van de mock up onderzochten we of dat mogelijk was bij een glaspaneel van bijvoorbeeld 2,5 x 5 meter. Hoe beweegt een deur met 660 kilo glas erin, verzakt hij niet?” De mock up maakte inzichtelijk dat de wens van MVRDV technisch haalbaar was. “Maar het scharnier dat daarvoor vereist was, bestond nog niet”, aldus Roelofsen, “Dat moesten we nieuw ontwikkelen, samen met het architectenbureau. Onze insteek bij het engineren van dat scharnier: het moet honderd jaar mee. Dat mondde uit in een dubbelkonisch rvs scharnier dat gelagerd draait en nooit verzakt. Je kunt er een deur van 660 kilo met de pink mee openen en sluiten.” De scharnieren – 45 kilo elk – zijn in het depotgebouw standaard in alle vitrines toegepast.

Door het dak naar binnen

De allergrootste ruiten voor de vitrines pasten niet door de depotdeuren op de begane grond en werden tijdens de bouw door het open dak naar binnen gehesen. Dat was ver voordat de eigenlijke werkzaamheden in het atrium zelf van start gingen. Roelofsen: “Alle ruiten groter dan 5 meter hebben een jaar lang geconditioneerd opgeslagen gelegen in transportkisten in een van de zalen van het depot. Daaronder zaten bijvoorbeeld ook de beloopbare glasplaten van de vitrines die de hele breedte van het atrium overbruggen.”

Maquette voor de montage

Geurt Roelofsen noemt de montage van het glas een huzarenstuk: “De diagonaal geplaatste trappen, overal en nergens de staalprofielen van de vitrines, voor de montage van onze grote glaspanelen bleef in het atrium weinig manoeuvreerruimte over.”

De montage van het glas aan de staalprofielen gebeurde met 3D verstelbare rozetten. Voor de deuren van de vitrines werd een dubbelkonisch roestvrijstaal scharnier ontwikkeld dat gelagerd draait.

Veel van die ruimte werd in de bouwfase ook nog eens ingenomen door bouwvakkers die hun eigen werkzaamheden uitvoerden. Roelofsen: “We hebben zoveel mogelijk vooraf gemaakt wat vooraf gemaakt kon worden. De staalconstructie van de vitrines – in de fabriek gemaakt – hebben we op locatie geassembleerd. Daarnaast monteerden we zoveel mogelijk als er niemand anders meer in het gebouw liep – dus ’s avonds, ’s nachts en in het weekend, met een montageteam van zes man.” Plek voor steigers of een hoogwerker ontbrak in het depotgebouw, vertelt Roelofsen: “We konden alleen gebruikmaken van kraantjes op de smalle paden aan de randen van het depot. Dat betekende: monteren hangend aan kabels vanaf het dak. We lieten een maquette bouwen om de montage voor onszelf te visualiseren: waar kunnen we die kleine kranen kwijt, met al die trappen en vitrines kriskras in het atrium? Waar is ruimte vrij voor onze monteurs om hangend aan kabels ons glas te monteren?”

3D verstelbare rozetten

De montage van het glas aan de staalprofielen gebeurde met 3D verstelbare rozetten. Geurt Roelofsen: “Op locatie aan de staalconstructie werken was onmogelijk. We mochten niet lassen in verband met de dampen en we konden niet boren want stof was taboe in het depot. De vitrines kunnen namelijk niet apart geconditioneerd worden, dus de complete ruimte is een grote geconditioneerde vitrine.” De staalprofielen werden zodoende geplaatst met voorgeboorde gaten voor de rozetten. Roelofsen: “Dan heb je te maken met toleranties. Het staal werkt. De toleranties moesten in het glas worden opgevangen. Omdat een starre verbinding niet mogelijk was, zijn in het depot 3D instelbare rozetten gebruikt, met een kogel erin. Ons uitgangspunt voor het glas daarbij: de afmetingen van het glas kunnen nooit groter zijn dan de staalconstructie vereist – iets kleiner mag, anders past het niet.”

Atrium als 3D-doolhof

Foto’s: Ossip van Duivenbode / Depot Boijmans Van Beuningen

Een spectaculaire buitenkant vraagt om minstens evenzoveel spektakel binnen. Dat was het vertrekpunt van de inrichting van het atrium van het depotgebouw. Beeldend kunstenaar Marieke van Diemen koos voor een driedimensionaal doolhof van vitrines: The Maze. “Als het depot geen tentoonstellingsruimte moet worden dan is de vraag belangrijk: ‘hoe stel je niet tentoon?’, aldus Van Diemen over haar ontwerp. De beeldend kunstenaar kwam uit bij een tentoonstelling zonder de strakke regie waarvan normaal gesproken in musea sprake is. Van Diemen koos voor verschillende, ongedefinieerde en niet-hiërarchische routes. Bezoekers van het depot zijn vrij om te zwerven langs de zwevende vitrines en de glazen doorkijkjes naar kunstwerken in de depotzalen van Museum Boijmans Van Beuningen.

This article is from: