9 minute read
Anticiperen op tekorten en kostenverhogingen
Tekst: Vakbeurs GrootGroenPlus ANTICIPEREN OP TEKORTEN EN KOSTENVERHOGINGEN
Zowel de coronaperiode als de oorlog in de Oekraïne hebben een flinke impact op het bedrijfsleven, ook in de boomkwekerijsector. Hoe gaan boomkwekers om met de prijsstijgingen, oplopende levertijden van grondstoffen en tekort aan productiemiddelen? En wat doet droogte met boomkwekerijgewassen in de verschillende gebieden? Om een antwoord op die vragen te krijgen, sprak GrootGroenPlus met diverse kwekers en andere betrokkenen.
Verschillende strategieën
Zo stelden wij deze vraag aan Emilie Carré, directrice van de Franse kwekerij La Foret Jeunes Plants. “Covid-19 en vervolgens de oorlog in Oekraïne hebben ons in een economisch systeem gebracht waarin de te importeren producten minder gemakkelijk beschikbaar zijn, veel duurder zijn en de levertijden langer duren. Als producent moeten wij flexibel zijn om de productiecycli te kunnen aanhouden en de kosten te beheersen. Ons doel is om een commerciële dynamiek met redelijke verkoopprijzen in stand te houden”, aldus Emilie Carré. Bij La Foret zijn verschillende strategieën ontwikkeld om deze beperkingen zo goed mogelijk op te vangen. Carré: “Dit betekent zoveel mogelijk anticiperen op de leveringstermijnen van potten, diversifiëring van leveranciers, vermindering van het aantal leveringen door meer voorraad aan te houden, ontwikkeling van onze potgrondsamenstellingen (minder turf), betrokkenheid van onze zeer gemotiveerde teams om verspilling te voorkomen en alles wat hergebruikt kan worden, te hergebruiken.” Het volgende probleem is de beschikbaarheid van water. “Naast de moeilijkheden in de sector hebben wij, zoals het grootste deel van Europa, te kampen met een tekort aan waterreserves. Wij proberen deze hulpbron al enkele jaren optimaal te benutten: recuperatie van drainagewater, zonwering op de teeltzones, mulching van de teelten, voorkeur voor nachtelijke besproeiing en opleiding van onze medewerkers om de irrigatie beter te controleren naargelang de behoeften van de planten.” “Ook op het gebied van marketing zijn maatregelen genomen”, zegt Carré. “Tenslotte ontwikkelen wij, vanuit het oogpunt van de ‘markt’, ook het assortiment door het aanbieden van aangepaste variëteiten zoals de aanplant van Phillyrea-hagen (Phillyrea angustifolia Green Quick®), de uitbreiding van ons assortiment mediterrane planten (heesters en vaste planten), het voorstellen van Mexicaanse tuin- of droog collecties en door het lef te hebben om tijm of kamille te gebruiken ter vervanging van gazons. Hiervoor hebben wij ons AlterGazon®-concept.”
Qua prijsvorming is het goed uitkijken
Mart Peeters is samen met zijn collega Stijn van Os directeur en eigenaar van heesterkwekerij Smart Plants Potcultuur. De heesters komen als stek bij het bedrijf binnen en worden dan een jaar lang opgekweekt. Vervolgens gaan de producten voor een verdere opkweek naar kwekerijen en handel in binnen- en buitenland en komen ze onder meer via tuincentra uiteindelijk bij de eindgebruiker terecht. Hoe ziet hij de huidige situatie? “We hebben te maken met een sector-breed probleem”, zegt Peeters. “De bedrijven in de pot- en containerteelt zullen wel harder worden getroffen door de prijsstijgingen en het gebrek aan grondstoffen dan de vollegrondstelers, voor wie vooral de droogte een probleem zal zijn”. In zijn bedrijf merkt hij het probleem van grondstoftekort en gestegen prijzen wel degelijk. “Neem nu de potgrond,” zegt hij, “een deel van de grondstoffen voor bijvoorbeeld de potgrond komt uit het gebied dat nu getroffen is door de oorlog tussen Rusland en de Oekraïne. De potgrond heeft daardoor nu een andere samenstelling. Gelukkig zijn de eigenschappen in grote lijnen wel hetzelfde gebleven, maar je merkt het wel.” Peeters is blij dat hij geen
Emilie Carré.
Water is een levensvoorwaarde
Door klimaatverandering hebben we vaker te maken met weersextremen, waarbij extreme neerslag wordt afgewisseld met lange periodes van droogte. Het is dan ook van groot belang om de waterhuishouding op peil te houden. Water is een levensvoorwaarde, dat geldt zeker ook voor de boomkwekerijsector. Een zeer belangrijke speler in de waterhuishouding is waterschap Brabantse Delta. Hoe zien zij de situatie? “Dit is inderdaad een extreem jaar”, zegt René Rijken, accountmanager agrarisch bij het waterschap. “Bij aanhoudende droogte doen we zoveel mogelijk om de watergebruikers, waaronder dus ook de boomkwekers, van voldoende water te voorzien. Aan de andere kant is het dan ook van het grootste belang om het water vast te houden en daar de juiste maatregelen toe te nemen.”
Het waterschap kan het natuurlijk niet alleen. Goede samenwerking is dus een must. “Wat betreft de boomkwekerijsector hebben we bij de zorg voor een goede waterkwaliteit en het terugdringen van emissie een uitstekende partner in Treeport. Ze denken ook mee over welke inbreng de sector kan hebben bij het beperken van de gevolgen van de klimaatverandering.” In de extreem droge zomer van 2018 werden we al geconfronteerd met problemen rond de beschikbaarheid van water en werd er al een onttrekkingsverbod vanuit het oppervlaktewater ingesteld. Als bij langdurige droogte het waterpeil in sloten en beken zakt, kan het waterschap verbieden om water uit deze sloten en beken te halen om bijvoorbeeld de kwekerijen te beregenen. In sommige gebieden heeft het waterschap nu al weer een onttrekkingsverbod moeten uitvaardigen. “In tegenstelling tot andere boomkwekerijgebieden, hebben we hier geen grote rivieren vanwaar we water uit kunnen inlaten”, zegt Rijken. “Het peil in onze watergangen is laag en de grondwaterstand is zorgwekkend. Het staat echt in het rood.” Er moet dus wat gebeuren. Rijken noemt het verminderen van de beregeningsbehoefte een belangrijke stap. “Het kan effectiever, bijvoorbeeld door druppelbevloeiing en pleksgewijs, in plaats van alles van bovenaf. En daar zien je nu al goede voorbeelden van. Wanneer er water valt, moet je het opslaan in de grond en niet weg laten lopen. Als je een stuw plaatst in de sloot voorkom je dat het water direct weg loopt naar de hoofdwatergang. We moeten ons ook afvragen of we wel zoveel sloten nodig hebben. In dit gebied dienen de sloten niet als waterbuffer. Je kunt het systeem vergelijken met de snelweg. Daar wordt het druk door de toestroom vanuit al die toegangswegen, sluit je er daar een paar van af, dan wordt het beeld direct rustiger.” Rijken noemt ook het verbeteren van de bodemkwaliteit een belangrijk punt. “Zorg voor een goed doorlatende grond. Ik kan dat niet genoeg benadrukken.” Door samen de juiste maatregelen te nemen, kunnen we de extreme weersomstandigheden het hoofd bieden.
SMART PLANTS POTCULTUUR
problemen heeft met de aanlevering van de grond. “Onze leverancier heeft dat wel goed voor elkaar. Die heeft ook geen nieuwe klanten aangenomen om zo de bestaande van voldoende voorraad te kunnen voorzien. Ik hoor van collega’s dat die toch wel problemen hebben. Het zal per leverancier verschillen. Ook de potten krijgen wij nog steeds tijdig geleverd, maar de partijen zijn wel kleiner. Er is echt een probleem met de verkrijgbaarheid van grondstoffen en gestegen prijzen. Wij moeten rekening houden met dagprijzen voor de potten en ook de kosten voor de palletboxen zijn fors gestegen. Waar je eerst nog 20 euro betaalde, is dat inmiddels toch al 35 euro geworden. Als ik onze leveranciers zo hoor, dan zal dit voorlopig nog wel even aanhouden en de transportkosten worden er ook niet minder op.” In het productieproces van Smart Plants kan het tot nu toe nog goed worden ingepast. Peeters vervolgt: “We bestellen wat we nodig hebben. Qua prijsvorming is het goed uitkijken. Wat kun je doorberekenen? Het moet wel rendabel blijven. Op sommige producten kun je wat meer opslag zetten. Wij moeten onze kosten er zo veel mogelijk uit hebben, maar moeten altijd redelijk en correct blijven naar onze afnemers.”
Ook in Vlaanderen
“In Vlaanderen heeft men net zo hard te kampen met gestegen prijzen en gebrek aan grondstoffen als in Nederland”, zegt Didier Hermans van Herplant. “Ik heb de indruk dat men in andere sectoren de gestegen kosten makkelijker kan doorberekenen dan in de land- en tuinbouw. Veel kwekers krijgen het moeilijk. Niet verwonderlijk, als je ziet dat de meststoffen al 40% duurder zijn geworden, gas en elektra al 3 of 4 maal zoveel kost, de potgrond al zo’n 15% in prijs is gestegen en ga zo maar door. Ook de kosten van het transport zijn aanzienlijk toegenomen en daarbij komt nog dat de personeelskosten door indexering de laatste twee jaar ook al met zo’n 10 % omhoog zijn gegaan. Gelukkig hebben wij een jarenlange relatie met onze pottenleverancier, dus het tekort daaraan hebben we behoorlijk op kunnen vangen. Je ziet wel dat niet alle maten meer verkrijgbaar zijn.” Wat het water betreft heeft Herplant al in 2018 maatregelen genomen. “Je kon zien dat we steeds meer met droogte te maken zouden krijgen. We hebben toen al twee grote bassins aangelegd en percelen die we niet konden bevloeien, afgestoten. Maar ja, als er zoals deze maand maar 60 liter water valt, helpen die bassins ook niet veel.” Hermans ergert zich wel aan de ‘willekeur’ waarmee met het oppompverbod wordt omgesprongen. “Hebben we net een contract voor 30 dagen afgesloten, horen we al na één dag dat de gouverneur een oppompverbod heeft uitgevaardigd. We kennen hier geen overleg. Het zou beter zijn dat we, net als in Nederland, tijdig met de waterschappen mee konden praten. Maar in Vlaanderen opteert men voor een gedicteerd beleid vanuit de ambtenarij. Wat inspraak en overleg zouden echt beter zijn.”
Uiteraard hebben we ook gesproken met een toeleverancier. Marco Wilschut is mede-eigenaar/directeur van Van Krimpen BV, toeleverancier van kunststofproducten voor de professionele tuinbouw. “De hectiek van het coronatijdperk is er nu wel uit, dus de situatie is iets rustiger geworden”, zegt Wilschut. “Maar dat betekent niet dat de rust is weergekeerd. Er is nog steeds een tekort aan producten en we kunnen niet snel opschalen. Er is ook een groot tekort aan grondstoffen. Dat is extreem opgelopen en dat blijft helaas voorlopig ook nog wel zo.” De oorzaken voor het tekort aan grondstoffen wordt al gauw toegeschreven aan corona en aan de oorlog in de Oekraïne. Wilschut ziet dat anders; hij wijst naar de Europese Commissie. “Daar is bepaald dat met ingang van 2023 elk kunststofproduct minstens 1/3 gerecycled materiaal moet bevatten. Zo niet, dan moet je een toeslag van enkele honderden euro’s per 1.000 kg betalen. Naar mijn mening een onbegrijpelijke maatregel, want die capaciteit is er voorlopig helemaal niet. En dat kan nog jaren gaan duren. Wat je nu gaat krijgen is dat de grote recyclingbedrijven proactief worden en gaan speculeren. Dit drijft de prijs op. Bij de petflessen is het al zover en bij de bloempotten bijna. We gaan er zo naar toe dat gerecycled materiaal duurder gaat worden dan nieuw, en dat is bezopen.” Wilschut constateert dat de toeleveringsbedrijven op deze manier constant achter de feiten aanhollen. “Maandelijks worden we geconfronteerd met nieuwe prijsverhogingen. Een of twee procent kunnen we nog wel slikken, maar je kunt niet aan de gang blijven, dus moeten we dat blijven doorberekenen. En daar worden onze afnemers ook niet blijer van. Grondstoffen maken meer dan 50% uit van de kostprijs, tel daar nog de energiekosten, de productie en het transport bij op. We zien nu dat grote internationale ondernemingen zich op de recycling hebben gestort. Daar is winst te maken. En die bedrijven hebben weer vertakkingen naar de consumentenmarkt. Een keten heeft nu al aangekondigd voortaan te eisen dat niet 1/3 maar 1/2 gerecycled materiaal in kunststofproducten moet worden verwerkt, wil het product voor levering in aanmerking komen. En dat allemaal voor de consument die kiest voor milieuvriendelijke producten… of zou het toch vestzak-broekzak zijn? Mag ik het onparlementair zeggen: ‘het grote geld zit met zijn klauwen in de recycling’. Wij zullen zelf nog meer onze afvalstromen moeten gaan inkopen”, aldus Wilschut.
Namens Vakbeurs GrootGroenPlus: Frans van Wanrooij, secretaris.
“Door tal van externe oorzaken ziet de boomkwekerijsector zich geconfronteerd met prijsstijgingen en leveringsproblemen. Het is goed om te zien dat onze deelnemers, zowel kwekers als toeleveranciers, er inventief mee omgaan en begrip hebben voor elkaars situatie.”