waaijer
in kazachstan
Een Nederlandse kunstenaar in de voormalige Sovjet-Unie
titia voûte casper waaijer
in kazachstan
Een Nederlandse kunstenaar in de voormalige Sovjet-Unie
INSPIRATIE 15
waanders uitgevers , zwolle john & marine van vlissingen art foundation
voorwoord
Inspiratie is de kern van elke vorm van kunst. Het is de bron die kunst tot bloei brengt en kunstenaars aanspoort tot vernieuwing. Het is tevens de drijvende kracht achter onze missie: het ondersteunen van getalenteerde, startende, jonge Nederlandse hedendaagse kunstenaars door hen de erkenning en het zelfvertrouwen te geven om hun kunstenaarschap verder te ontwikkelen.
Vanuit dit gedachtegoed hebben wij in 2008 de John & Marine van Vlissingen Art Foundation opgericht. Elk jaar selecteert het bestuur van de Stichting een veelbelovende jonge kunstenaar. Deze kunstenaar gaat op reis naar een bestemming naar keuze, op zoek naar inspiratie voor nieuw werk. De reis en het creatieve proces worden gedocumenteerd in een boek, waarna de nieuwe werken tijdens een expositie aan een breed publiek worden gepresenteerd.
In 2024 vieren wij een bijzondere mijlpaal: de ondersteuning van onze vijftiende kunstenaar. Om dit te markeren, organiseren we een overzichtstentoonstelling op PAN Amsterdam, van 24 november tot en met 1 december 2024, waarin recent werk te zien is van de kunstenaars die de Stichting door de jaren heen heeft gesteund.
Deze vijftiende editie in de reeks Inspiratie beschrijft de reis van hedendaags kunstenaar Casper Waaijer. In mei van dit jaar koos hij Kazachstan als bestemming, een land op het kruispunt van Russische, Chinese en Centraal-Aziatische beschavingen. In dit fascinerende landschap, rijk aan contrasten, zocht Casper naar manieren om in zijn nieuwe werk de brutalistische architectuur van de steden te verenigen met de eindeloze, uitgestrekte natuur.
Wij danken het bestuur van de Stichting: Jop Ubbens, Charles Ruijgrok, Geertje van de Kamp, Jan Rudolph de Lorm en Titia Voûte. In het bijzonder willen we Titia Voûte bedanken voor het schrijven van dit boek. Daarnaast spreken wij onze waardering uit voor Ellen Doornebal, voor haar organisatorische inzet, het team van uitgeverij Waanders met speciale dank aan Gert Jan Slagter, Saskia Wildschut voor haar communicatie- en PR-ondersteuning, en allen die bijgedragen hebben aan de totstandkoming van dit boek.
Met veel enthousiasme kijken wij uit naar de tentoonstelling van Caspers nieuwe werk, te zien van 25 november 2024 tot en met 26 januari 2025 in Museum Singer Laren.
John en Marine Fentener van Vlissingen
EEN NEDERLANDSE KUNSTENAAR IN KAZACHSTAN
Casper Waaijer (1995), de winnaar van de John en Marine Van Vlissingen Art Foundation-prijs 2024, twijfelt geen moment. Hij wil naar Kazachstan om inspiratie op te doen. Het is een land dat hem al jaren intrigeert. Waarom?
Hij is gefascineerd door het ‘brutalisme’. Dit is een architectuurvorm uit de naoorlogse periode van de twintigste eeuw, toen de wereld zich geen dure gebouwen kon veroorloven. Het woord brutalisme komt van het Franse beton-brut, wat ‘ruw beton’ betekent. Er is geen andere stroming in de architectuur die zich zo snel over zo veel landen en continenten heeft verspreid. Met name in het Oostblok en de voormalige Sovjet-Unie, waar hele wijken in deze stijl uit de grond werden gestampt.
‘Na twee dagen zwerven door Almaty, genietend van de overweldigende architectuur en kleurrijke mozaïeken, doe ik nog wat inkopen ter voorbereiding van mijn reis door de natuur. Voldoende water, noten en bier staan op de boodschappenlijst. Het is zo’n twee uur rijden naar de yurt waar ik zal overnachten. Zodra ik de stad heb verlaten, waan ik me in een andere wereld.
Ik baan me een weg door wegen vol gaten en met Mercedessen uit de jaren vijftig die met tape aan elkaar zitten en met hoge snelheid voorbijscheuren. Een groot contrast met de Mercedes Maybachs G-klasse, Bentleys en Rolls Royces, die in Almaty meer te zien zijn dan de Volkswagen Golf. Na een bewogen maar mooie rit kom ik aan bij de yurt waar de paarden me grazend opwachten en de gastvrouw me vriendelijk verwelkomt. Zittend aan de voet van een berg drink ik mijn eerste “privaatje” (bier) en al snel barst de regen los. Ik ga de yurt in en beschrijf aan een laag tafeltje deze bijzondere dag. Ik steek het kacheltje aan en op deze serene plek heb ik een heerlijke nacht.’
I Fascinatie voor jaren-vijftig-architectuur
De eerste kennismaking met Casper vindt plaats in zijn atelier in Amsterdam-Zuidoost. Hij werkt in het oude hoofkantoor van de Blokker Holding, dat tegenwoordig een broedplaats voor kunstenaars is. Hoe toevallig dat zijn eerste expositie in november 2024 plaatsvindt in de Blokker-vleugel van het Museum Singer in Laren. Op de vraag wat hem inspireert, laat hij architectuurboeken zien die hij graag bekijkt. Het zijn de vaak grote, blokachtige structuren, het onafgewerkte metselwerk, de hoekige en repetitieve vormen en het min of meer monochrome gebruik van kleuren van de gebouwen uit de jaren vijftig en zestig die hem boeien. ‘Als ik naar de foto’s in het boek kijk, zie ik de grove lijnen, maar ook steeds terugkerende rondingen in de gefotografeerde gebouwen. De ronde vormen die combineren met de strakke geometrische lijnen versmelten in mijn hoofd tot een beeld dat ik wil verwerken in mijn kunst. Ik hou van die stenen kolossen uit de tijd van de wederopbouw. De eerlijkheid die de gebouwen uitstralen: what you see is what you get. De bouwmaterialen zijn in één oogopslag te herkennen, maar ook de manier waarop de constructie is opgebouwd. Ik probeer ook zo “eerlijk” mogelijk te werken. Bij tufting is de wol herkenbaar, bij het vlechtwerk kan je het canvas voelen en ruiken, en van de gebruikte spanbanden heb ik alleen de ijzerconstructies verwijderd’, aldus Casper.
KAZACHSTAN
De republiek Kazachstan ligt voor het grootste deel in Azië. Een klein stukje ten westen van de rivier de Oeral wordt tot Europa gerekend. Het is met een oppervlakte van zo’n 2.725.000 km2 het grootste land in Centraal-Azië; sinds 1991 is het een zelfstandige staat. Voorheen behoorde het land als een van de vijftien Sovjetrepublieken tot de Sovjet-Unie.
Hoofdstad: Astana
Taal: Kazachs en Russisch
Inwoners: ca. 20 miljoen
Religie: islam en christendom
II
Het atelier
Zijn atelier bevindt zich op de tweede verdieping van het verlaten kantoorpand. De riante ruimte heeft rondom ramen. Overal waar je kijkt zie je kantoorgebouwen, in de verte doemt de Johan Cruyff Arena op en aan de andere kant straalt de enorme blauw-gele Ikea-blokkendoos aan de Amsterdamse ring je tegemoet. Officieel mag Casper hier slechts een ruimte van 20 vierkante meter gebruiken, die hij deelt met een andere kunstenaar. Op zijn bureau ligt een iPad, er staan architectuur- en kunstboeken en de werktafel ligt vol met schetsen en aantekeningen.
Als hij hier ideeën uitwerkt, ligt labradoodle Bowie aan zijn voeten. Bowie verliest zijn baasje geen seconde uit het oog. Wanneer Casper naar een andere ruimte loopt, die hij semi-illegaal in gebruik heeft genomen, volgt de hond hem op de voet. In die ruimte, waar vroeger zeker tientallen bureaus hebben gestaan, is een aantal afsluitbare vergaderruimtes van een paar meter gebouwd. In deze glazen kubussen doet de kunstenaar het echte werk. In de één bewerkt hij de grote lappen canvas die hij aan de muur heeft gespijkerd, in een andere staat de zaagmachine waarmee hij de jute in banen zaagt. Overal staan, liggen en hangen werken die af, bijna af, nog lang niet af of in zijn ogen mislukt zijn. Hier en daar liggen spullen die hij aantrof op de route naar zijn atelier vanaf metrostation Bullewijk, zoals een bierkratje om op te zitten en een verweerd Albert Heijn-boodschappenmandje, waarin hij de gezaagde rollen verzamelt om mee te nemen naar de volgende ruimte waar het vlechtwerk plaatsvindt. Kortom, de verdieping wordt intensief gebruikt.
Casper: ‘We krijgen maandelijks controleurs over de vloer die checken of we de ruimte niet misbruiken. Gelukkig kondigen ze hun komst van tevoren aan, zodat ik tijd heb om het geheel in de oorspronkelijke staat terug te brengen. Dat is een behoorlijke klus, want door de materialen die ik gebruik komen er veel stof en andere restsubstanties vrij. Voordat alles weer toonbaar is, ben ik een paar uur verder.’
III
Van corpsstudent naar kunstenaar
Casper Waaijer werd geboren in Voorburg. Toen hij zes was, verhuisden zijn ouders naar Noordwijk, waar hij opgroeide. Zoals gebruikelijk in zijn familie ging hij na zijn middelbareschooltijd studeren in Amsterdam en werd hij lid van het studentencorps. Met een Nyenrode-diploma op zak kwam hij in een salesfunctie terecht bij een Zuid-Afrikaans bedrijf in frisdranken. Écht gelukkig werd hij daar niet van, zijn drang tot creëren was sterker. Van jongs af aan was hij al aan het tekenen; en hij had een fascinatie voor graffiti en verlaten gebouwen, die hij vaak samen met zijn broer bezocht. Dit urban exploring (ook wel urbex of UE genoemd) is een stroming waarbij mensen zwaar vervallen fabriekspanden, oude trein- en metrostations, voormalige ziekenhuizen, scholen, en kantoorgebouwen binnengaan. Vaak zijn deze gebouwen volledig verwaarloosd en bespoten met graffiti. Juist die graffiti is iets wat Casper van jongs af aan intrigeert.
De wortels van het op deze manier plekken ontdekken liggen voor Casper op het Spaanse eiland Mallorca, waar de familie Waaijer ’s zomers altijd in Santa Ponça vakantie vierde. Samen met zijn broer zat hij als jong ventje uren boven op een berg in een verlaten militair zendstation uit te kijken over het eiland en de kleurrijke letters te bestuderen die door graffitischrijvers waren achtergelaten. ‘Met name rijdende NS-treinen die van boven tot onder zijn bespoten vind ik te gek. Het intrigerende eraan vind ik mede het risico wat die gasten nemen om hun werk achter te laten. Wat mij als kind zo aantrok was de mysterie erachter. Anonieme schrijvers die in het holst van de nacht op missie gaan. Nog steeds kijk ik met veel enthousiasme naar de grote verscheidenheid aan graffiti in de stad, op (vracht)treinen en geluidswallen langs de snelweg. Het is de combinatie van oud beton en illegale kunst die het in mijn ogen poëzie maakt. Veel intrigerender dan gepolijste graffiti of street art zoals je in Lissabon of Rio de Janeiro ziet.’