Mirjam Völker Falsche Flagge
Falsche Flagge
2023 | Acryl op doek | Acrylic on canvas | 210 x 160 cm
Voorwoord
Harry Tupan
Algemeen directeur Drents Museum
Wanneer ik in november 2016 de grote tentoonstellingszaal van Galerie EIGEN + ART in Leipzig binnenloop, word ik visueel overvallen door een grote installatie die op een schuine vloerplaat in wankel evenwicht staat te schitteren: een jachthut. Zo’n bouwsel dat jagers gebruiken als uitkijktoren voor het bespieden van wild. Op mijn reis naar Leipzig heb ik in het oostelijke deel van Duitsland veel van deze hutten aan de rand van een open veld zien staan. In de zomer van 2016 waren twee van die jachthutten geplaatst in KiNK (Kunst in de Nieuwe Kolk) in Assen, als onderdeel van de kunstroute Into Nature. Het Drents Museum was medeorganisator en presenteerde er het werk van de Amerikaanse kunstenaar Mark Dion. Zijn hutten gaven een kijkje in het leven van de jager-verzamelaar. De installatie in de galerie in Leipzig blijkt van de Leipziger kunstenaar Mirjam Völker te zijn. Achter haar hut is een grote onheilspellende schaduw te zien. Deze is door Völker op de muur geschilderd en verandert dus niet mee met het licht. Het versterkt de surrealistische sfeer van het geheel. De installatie wordt omringd door schilderijen van soortgelijke hutten. Allemaal met dezelfde expressieve lijnen en felle kleuren geschilderd. Op dat moment neem ik me al voor om haar werk naar het Drents Museum te halen. We kopen een van haar schilderijen en een miniatuurmodel van een hut aan en presenteren deze onder meer in de tentoonstelling Minerva meets Leipzig in 2021.
De wens om de eerste Nederlandse solotentoonstelling van deze steengoede kunstenaar te organiseren, gaat nu in vervulling. De titel van dit project Falsche Flagge verwijst naar een van haar bijzondere schilderijen. In deze tentoonstelling
staat het thema van de hut centraal, met als centrale middelpunt een enorme installatie van een hut. Völker werkte de afgelopen jaren aan deze hut die alle anderen overtreft in omvang en uitvoering. Tijdens meerdere bezoeken aan Leipzig gaf ze ons een kijkje achter de schermen bij de bouw ervan. Daarvoor betraden we een donkere werkplaats in de omgeving van de Spinnerei, het oude fabrieksterrein waar de kunstenaars van de Neue Leipziger Schule hun centrale verzamelplek hebben. Het is een hut die betreden kan worden. In de hut zijn video’s van de kunstenaar te zien waarin – hoe kan het ook anders – verschillende hutten de hoofdrol spelen.
Deze installatie met de naam HABITAT heeft zijn primeur in de Abdijzaal van het Drents Museum én in deze catalogus. De hut wordt omringd door schilderijen, tekeningen en video’s, en samen laten ze de bijzondere artistieke visie van Mirjam Völker zien. Kunsthistoricus Larissa Kikol neemt ons in haar essay in dit boek mee in de betekenislagen die de kunstenaar in haar hutten legt. Albertine Dijkema zorgde voor het ontwerp van deze catalogus en uitgeverij Waanders verzorgde de uitgave. Het boek verschijnt als deel 11 in de serie ‘Hedendaagse kunstenaars in het Drents Museum’. Galerie EIGEN + ART was nauw betrokken bij de totstandkoming van dit project en wij waarderen de prettige samenwerking zeer. Onze bijzondere dank gaat natuurlijk uit naar Mirjam Völker zelf. Wij hopen dat haar hutten bij de bezoeker en lezer net zo’n onuitwisbare indruk achterlaten als ze dat bij ons deden.
Armada
2017 | Acryl op doek | Acrylic on canvas | 150 x 120 cm particuliere collectie | private collection | Zwitserland | Switzerland
Foreword
Harry Tupan General director Drents Museum
When I entered the main exhibition hall of the gallery EIGEN + ART in Leipzig in November 2016, I was visually overwhelmed by a large installation that stood shimmering in precarious balance on a sloping floor plate: a hunting lodge. One of those structures that hunters use as a lookout tower for spying on game. On my journey to Leipzig, I saw many of these huts on the edge of open fields in the eastern part of Germany. In the summer of 2016, two of these hunting lodges were placed in KiNK (Art in the Nieuwe Kolk) in Assen, as part of the art route Into Nature. The Drents Museum was co-organiser and presented the work of the American artist Mark Dion. His huts provided a glimpse into the life of the hunter-gatherer. The installation in the gallery in Leipzig turned out to be by the Leipzig artist Mirjam Völker. A large ominous shadow could be seen behind her hut. This shadow was painted on the wall by Völker and therefore did not change with the light, enhancing the surreal atmosphere of the whole installation. The installation is surrounded by paintings of similar huts, all painted with the same expressive lines and bright colours. At that moment, I resolved to bring her work to the Drents Museum. We purchased one of her paintings and a miniature model of a hut, and presented them, among other works, in the exhibition Minerva meets Leipzig in 2021.
The wish to organise the first Dutch solo exhibition of this outstanding artist is now being fulfilled. The title of this project, False Flag, refers to one of her remarkable paintings. This exhibition focuses on the theme of the hut, with a huge installation of a hut as its central focus. Völker has been working on this hut for the past few years, which surpasses
all others in size and execution. During several visits to Leipzig, she gave us a behind-the-scenes look at its construction. For this, we entered a dark workshop near the Spinnerei, the old factory site where the artists of the Neue Leipziger Schule have their central gathering place. It is a hut that can be entered. The artist’s videos can be seen in the hut, in which – how could it be otherwise – various huts play the leading role.
This installation, named HABITAT, has its premiere in the Abbey Hall of the Drents Museum and in this catalog. The hut is surrounded by paintings, drawings, and videos, all showcasing the unique artistic vision of Mirjam Völker. In her essay in this book, art historian Larissa Kikol guides us through the layers of meaning the artist places in her huts. Albertine Dijkema was responsible for the design of this catalogue, and Waanders publishers handled its publication. The book is released as part 11 in the series ‘Contemporary Artists in the Drents Museum’. Galerie EIGEN + ART was closely involved in the realisation of this project, and we greatly appreciate the pleasant collaboration. Our special thanks naturally go to Mirjam Völker herself. We hope that her huts leave as indelible an impression on the visitors and readers as they did on us.
Installatie Installation
| Installatie | Installation view
HABITAT
2024 | Toegankelijke installatie | Accesible installation
Inclusief 3 video’s | including 3 video works „Sumpf I - III“, totale lengte | total length: 11:36 min
Ze houden zich staande
Nog steeds
Weer
Of niet? De hut als laatste plan
Larissa Kikol
De hut is het plan B van de mens. Als je alles verliest, als je aan het einde van je Latijn bent, dan hoop je dat je tenminste nog ergens een hut kunt bouwen. De hut is het laatste redmiddel, de laatste hoop. De hut betekent alles. En daar zijn duizenden scenario’s voor. Mensen die hun huis kwijtraken door overstromingen of brand en die zich niet in een bevoorrecht land in een bevoorrechte positie bevinden, bouwen een hut om zich te beschermen. Daklozen maken hutten zolang de stad en de locatie dat toelaten. Arme mensen in arme landen wonen in hutten. Maar ook activisten die vertwijfeld voor of tegen iets strijden, bouwen hutten op de plek die het nieuwe middelpunt van hun leven vormt. Familieleden van mensen die spoorloos vermist zijn, van wie geen stoffelijke resten zijn gevonden, hopen ze terug te vinden in een geheime hut in het bos, aan zee of waar dan ook. Kinderen bouwen hutten voor hun dromen en zelfontplooiing. Overlevenden doen er alles aan om een hut te kunnen bouwen. De hut is niet de eerste keuze van mensen. Althans, voor de meeste niet. Ze zien een hut pas zitten als ze geen andere uitweg meer zien.
Mirjam Völker schildert, bouwt en fotografeert hutten. Daarbij laat ze de mens achterwege. ‘Mijn hutten zijn de figuren in mijn werken. Ze hebben iets weg van levende wezens’, aldus Völker. De toeschouwer heeft niet veel tijd nodig om dit zelf ook te voelen. Völker creëert levende hutten, in welk medium dan ook. Ze bewegen, ademen, houden zich staande. De gammele golfplaten, het wapperende zeildoek, de muf ruikende stoffen bekleding, de houten latten die nog hun uiterste best doen. Alles bij elkaar: de hut. Ze proberen overeind te blijven. Gewoon nu niet omvallen, niet omkieperen. Wie weet wie ze nog kan gebruiken. Wie weet wie bescherming nodig heeft. En toch kan het elk moment gebeuren. Het omvallen. Het instorten. Het zijn die kantelmomenten die Völker in haar werken vangt. Niemand weet hoe het verdergaat met hen. Met de mensen. Met de hutten dus.
Ins Blaue (detail)
2021 | Acryl op doek | Acrylic on canvas | 180 x 220 cm
Pleisterplaatsen
In de filosofie zie je veel hutten terug. Een van de beroemdste hutten in de geschiedenis van de Duitse filosofie staat in Todtnau in het Zwarte Woud en was van Martin Heidegger. Als antisemiet en NSDAP-lid wees hij een aanstelling in Berlijn af. In de verstedelijking zag hij als vertegenwoordiger van het antimodernisme over het algemeen niets goeds. In plaats daarvan gaf hij de voorkeur aan een eenzame boshut om in te werken. De hut staat bij hem voor een mix van nabijheid tot de natuur en conservatisme. In het licht van wat we weten over zijn moraal (met name door de publicatie van zijn Schwarze Hefte, ook wel aangeduid als ‘denkdagboeken’), straalt de hut niet langer vrijheid uit, zoals men vroeger in de romantische traditie wel dacht, maar eerder beklemming en een gevoel van verstikking.
De hutten van Mirjam Völker lijken hierop te reageren, ze vormen een groot contrast. Vooral door de grote hoeveelheid stadsafval, het stedelijke dat ze staande houdt. Het is ook dit stedelijke karakter dat het liefdevol chaotische toelaat, het wanordelijke, het antiautoritaire dat zich manifesteert in hun uiterlijke verschijning. Hun gelijkenis met levende wezens, hun vergankelijkheid die empathie oproept en hun inspanning om het toch vol te houden – het maakt de hutten des te menselijker. Heidegger zou in die hutten niet hebben kunnen denken, hij zou waarschijnlijk meteen de benen hebben genomen. Kortom: Völker ontwerpt de anti-Heideggerhut. Hutten zijn pleisterplaatsen, zo blijkt telkens weer uit de geschiedenis. Ze konden staan voor de beschuldigende vinger en straf van God, of voor het gevolg van armoede. Maar het waren ook veilige toevluchtsoorden, ze boden gezelschap, hielpen op belangrijke reizen, bij het zoeken en aankomen. Dergelijke connotaties hebben hutten vandaag de dag nog steeds, zowel in negatieve als positieve zin. In de populaire cultuur wordt de gezelligheid van de après-skihut bejubeld – vaak als rijkversierd decor in de schlagermuziek. Ook in de wereld van
het interieurdesign heeft de trend van de elegante jagershut zich als stijl een plek veroverd. De actuele betekenis van de hut in ons medialandschap wordt waarschijnlijk vooral bepaald door de hedendaagse activistencultuur. Op foto’s van huttenkampen, bijvoorbeeld onlangs in Lützerath en het naburige dorp Keyenberg, zijn houten boomhutten te zien, voorzien van plastic dekzeilen en met teksten bespoten of met beschilderde spandoeken omhangen. Dit was een klimaatprotest, namelijk om te voorkomen dat het gebied zou worden afgegraven voor de dagbouw van bruinkool in Garzweiler II. De hutten van de demonstranten riepen de bijzondere charme op van punkanarchie en het streven naar huiselijkheid. En toen het kamp uiteindelijk door de politie werd ontruimd, kwamen er nieuwe foto’s van naar beneden gehaalde, te pletter geslagen en vernielde hutten.
De behuizingen van Mirjam Völker kunnen zonder meer met tal van politieke en sociale thema’s in verband worden gebracht. Ze schildert niet alleen hutten, maar ook schepen, caravans, uitkijkposten en wachttorens. De meest voor de hand liggende verwijzingen naar onze tijd zijn migratie, vluchtelingen en oorlogen. Völker accepteert deze verwijzingen, maar blijft in haar schilderkunst zelf apolitiek. Ze wil geen politieke voorstellingen schilderen, ze schildert sfeervolle beeldwerelden. Eenduidige interpretaties zijn er dus niet. Concrete verhalen zijn niet te achterhalen. Völker creëert droomscenario’s, metamorfoses, meerduidige toekomstvoorstellingen. De natuur doet in haar werken vaak denken aan een jungle. Ook als de achtergrond open is en de dichtheid van een oerwoud dus ontbreekt, doen de liaanachtige, verstrengelde, chaotisch groeiende planten oerwoudachtig aan. Hoewel ze eerder ogen als een jungle in het noorden dan een tropisch oerwoud in het zuiden. In tegenstelling tot de bergen, die levenloos maar ook groots en verheven overkomen, vertoont de
jungle andere kenmerken. Het oerwoud staat voor een dichte, geheime biotoop van leven dat zich verstopt, observeert, springt en rent. ‘De strijd in de jungle is doorgaans niet heroïsch, zoals op de berg, maar smerig. De jungle is geen waardige, maar een laffe tegenstander, achterbaks, onvoorspelbaar en onzichtbaar.’ Zo staat te lezen in de cultuurwetenschappelijke publicatie Sehnsucht nach Natur. Deze kenmerken vinden we later ook in de video’s terug. Vooral de onzichtbare vijanden, het onberekenbare, dat zich misschien sluw verstopt tussen het gras en daar verlokkend ritselt. Over de films later meer. Het tweede aspect, naast de natuur, is het stedelijke. Daarbij gaat het om materialen, overblijfselen die afkomstig zouden kunnen zijn van braakliggende terreinen in de stad. Ook deze stedelijke plekken hebben iets van een wildernis. Ze herbergen meestal mensen die geen alledaags standaardleven leiden. Kinderen, tieners, vrijers, graffitispuiters, jointrokers, stadsavonturiers, daklozen. De reputatie van dergelijke plekken is slecht. Gevaar, verdorvenheid, criminaliteit, armoede – dat zijn de vooroordelen. In werkelijkheid zijn deze stedelijke woestenijen ook de geboortegrond van subculturen, kunst, verliefdheden en democratische vrijplaatsen. De resten die zich hier in de loop der tijd ophopen, gebruikt Völker voor haar hutten. Ze verstevigt de buitenwanden ermee en beschut ze zo tegen regen en sneeuw. De natuur wordt dus nooit geïsoleerd bezien. Völker verwijst niet naar een romantiek van de natuur zoals in de achttiende of negentiende eeuw. Of hooguit om deze vervolgens direct te doorbreken.
Een van de belangrijkste thema’s in Mirjam Völkers werelden is de wisselwerking tussen natuur, door de mens gemaakte bouwsels en de afwezigheid van de mens. Toeschouwers reageren meestal op twee manieren, vertelt ze. Er zijn mensen die genieten van hoe de natuur alles terugverovert na het verdwijnen van de mens. Dit gedachte-experiment houdt zeer verschillende wetenschappelijke, ethische en filosofische disciplines bezig. Hoe reageren onze gebouwen, onze technologie, onze kerncen-
trales? Er bestaan met de computer gegenereerde films over dergelijke scenario’s en iedereen die ze ooit heeft gezien zal ze nooit meer vergeten, zo indringend zijn de beelden waarin de natuur metropolen als New York of Berlijn herovert. Deze kracht van de natuur kan een intense gemoedsrust geven, kan nederigheid en bescheidenheid versterken. Zo kan de natuur vreedzaam als de hoogste macht worden erkend. Anderen zien in de beeldwerelden van Völker gevaren en catastrofes, doemscenario’s waarin we alleen maar kunnen verliezen. Voor beide perspectieven is wel iets te zeggen, beide kanten zijn intrinsiek aanwezig in haar werken. De kunstenares biedt geen oplossing.
De hut en de wachttoren
Om bij de sfeer te blijven, deze zelfs beter te begrijpen, loont het de moeite om haar videowerken te bekijken. Ze zijn niet virtueel gemaakt. Het gaat om echte modellen en echte modelcoulissen die in de loop van een heel jaar zijn opgebouwd en gefoto-grafeerd. Er zijn geen cuts in de films, maar wel camerabewegingen die over elkaar heen zijn gelegd om veranderingen, metamorfoses of optrekkende mistflarden te verbeelden. In de drie films, Sumpf I-III, spelen twee figuren de hoofdrol: de hut en de wachttoren – als tegenstanders die leven en handelen in betoverde, oerwoudachtige moeraslandschappen. Duisternis, vocht, mist, daartussen dood hout en beschimmelde uitkijkposten. De wachttoren verspreidt een helder zoeklicht, maar ook ‘duistere magie die het lot van de hut beïnvloedt’, aldus Völker.
In de eerste film duikt schuim op. Het lijkt op glinsterend badschuim, dromerig en speels. Er vloeit hier iets kinderlijks in de sfeer, goede magie. De hut steekt met haar bonte, stralende kleuren af tegen de rest van het landschap. Zij herbergt kleur en schept hoop. De camerashots over het moeraslandschap zijn meestal gefilmd vanuit een laag standpunt. Kruipt de toeschouwer in de huid van
een dier en moet hij er rekening mee houden dat elk moment een groter, gevaarlijker dier uit de bosjungle kan springen? Of een dinosaurus?
Net als in haar schilderijen zijn de werelden niet eenduidig goed of kwaad, hoopvol of duister. In de video’s wordt deze ambivalentie nog versterkt. Sommige momenten kunnen betoverend en dromerig zijn, met sprookjesachtige vonken, lichtspelingen en prachtige torens met huttenmagie. Maar er rijst ook wantrouwen. Vergissen we ons niet? Is het toch niet allemaal een valstrik? Gaat het misschien om flikkerende elektronica die in het water dreigt te vallen? Zijn er schaduwen en voetstappen die voor gevaar vluchten of misschien zelf een gevaar vormen? Gedachten aan Steven Spielbergs Jurassic Park zijn allesbehalve vreemd. Ik geef toe dat ik Mirjam Völker ook al eens een Disney-regisseur heb genoemd. Idyllische fabeltjeswerelden creeert ze echter niet. Als ik voor een van die twee associaties zou moeten kiezen, dan zou ik nu gaan
voor Jurassic Park bij nacht. Zonder dinosaurussen. Althans, zonder zichtbare. Maar aangezien de wezens worden gespeeld door de gebouwen, zal het drama zich tussen hen afspelen. En nu de spoiler. Mirjam Völker heeft alle scènes van haar drie films aan mij beschreven in persoonlijke, online verstuurde brieven. Het einde van de laatste film wil ik graag in haar woorden weergeven:
‘Op het moment van stilstand valt een boom om en opnieuw tekent zich deze gebeurtenis als schimmenspel af op de wand van de hut. De camera zwenkt omhoog, boven de scène torent de wachttoren als een cycloop uit. Door zijn raam is een lichtbron te zien en om hem heen breidt zich mist uit. Licht en mist pulseren, worden eerst sterker, om vervolgens te vervagen en op te lossen. De blik keert weer terug, omlaag naar de hut. Binnen knettert en flikkert een elektrisch licht onheilspellend. Plotseling breekt een inferno uit. Er vliegen vonken