Bram Bogart
Schilder van formaat
Bloemen, oktober 1939 Olieverf op paneel, 27,5 × 36 cm Particuliere collectie
Zonder titel, oktober 1940 Olieverf op doek, 39,8 × 50 cm Particuliere collectie
4
Landschap, 1939 Olieverf op doek, 50 × 69 cm Particuliere collectie
5
Bloemen, maart 1948 Olieverf op doek, 50,2 × 40,2 cm Particuliere collectie
6
Landschap met molen, 1942 Olieverf op doek, gelijmd op board, 61 × 68 cm Particuliere collectie
7
Bram Bogart
Schilder van formaat
Museum Prinsenhof Delft Waanders Uitgevers, Zwolle
Voorwoord
Pasteus, kleurrijk, krachtig en zeer expressief en eigenzinnig. De imposante werken van de internationaal gerenommeerde kunstenaar Bram Bogart (1921-2012) maken indruk en hebben een heel eigen signatuur. Zijn unieke verfsamenstelling is een goed bewaard geheim: hoe krijgt de kunstenaar de textuur, een specie-achtige materie, zo krachtig? Als kijker krijg je de neiging om in zijn overweldigende sculpturale werk te duiken. Bij zijn werk bepaalt het materiaal en niet de kunstenaar de vorm. Dat maakt Bram Bogart de grondlegger van de Nederlandse informele kunst en een voorbeeld voor Delftse kunstenaars als Jan Schoonhoven en Jan Henderikse.
Het werk past hier. De Delftse Meesters uit de zeventiende en twintigste eeuw behoren immers naast Willem van Oranje en Delfts blauw tot de belangrijkste thema’s van Museum Prinsenhof Delft. En deze expositie over Bram Bogart maakt deel uit van een langer lopende reeks tentoonstellingen gewijd aan deze Delftse informele schilders en de Delftse Meesters van de Nulgroep. De tentoonstelling Bram Bogart. Schilder van Formaat en deze publicatie zijn tot stand gekomen in nauwe samenwerking met de familie Van den Boogaart, zijn echtgenote Leni van den Boogaart en zijn zoon Bram van den Boogaart. Zij hebben genereus de verhalen over Bram met ons gedeeld en zijn persoonlijk archief opengesteld. Dat is bijzonder en maakt het mogelijk om de wereld van Bram Bogart en zijn werk heel dicht te naderen. Wij zijn alle bruikleengevers (musea en particulieren) en de familie Van den Boogaart zeer erkentelijk voor het ruimhartig beschikbaar stellen van de werken. De tentoonstelling en publicatie zijn tot stand gekomen dankzij de steun van de Gemeente Delft, Fonds 21, Mondriaan Fonds, Prins Bernhard Cultuurfonds en De Laatste Eer. Tot slot dank ik de collega’s van Museum Prinsenhof Delft voor hun inspirerende inzet en betrokkenheid. Bram Bogart is terug in Delft en u kunt ervan genieten.
Janelle Moerman Directeur Museum Prinsenhof Delft
Bogart woont decennia in het buitenland en vergaart internationale roem. Hij heeft een sterke voorliefde voor historische gebouwen en woont en werkt het grootste deel van zijn leven in kastelen in België. Daar heeft hij letterlijk de ruimte om te werken. Maar de band met zijn geboortestad Delft is hecht en blijft terugkomen in zijn werk. Zowel in kleurgebruik, titel, materiaal als in voorstelling. Nu 100 jaar na zijn geboorte in Delft eert het museum Bram Bogart, deze belangrijke Delftse Meester, met een overzichtstentoonstelling. Drie werken komen uit eigen collectie; Hello Cornelia (1982) (p. 33, 51), Deyellowblue (1973) (p. 49) en Luchtweg (1963) (p. 46). Dit laatstgenoemde werk hangt tijdens de tentoonstelling op exact dezelfde plek boven de schouw in de historische zaal als in 1984 tijdens de expositie Les bleues de Delft. Over het museum zei Bogart toen: ‘Daar in Delft, in het oude Prinsenhof, kwam mijn werk heel goed uit.’ En nu is zijn kunst, van zijn vroege werk tot het allerlaatste schilderij en vele nooit eerder getoonde monumentale composities, opnieuw in Delft te zien.
≤ detail De Prins [≥ p. 52]
11
Bezeten van verf
Ontwikkeling van de schilderkunst van Bram Bogart Anita Jansen
De schilder In de jaren veertig schildert Bogart zijn eigen portret verschillende malen. In dit zelfportret uit 1948 presenteert hij zich heel klassiek; als de jonge meester voor zijn ezel. Voor de uitvoering kijkt hij vooral naar Jacob Smits, een nu ietwat vergeten kunstenaar die hij op dat moment zeer bewondert. Maar al snel gaat het figuratieve in het portret hem tegenstaan. Het moet soberder. Bogart laat het figuratieve in zijn werk meer en meer los.
Zelfportret, 1948 Olieverf op doek, 90 × 70 cm Particuliere collectie
Delft, april 1944 Olieverf op doek, 40 × 50 cm Particuliere collectie
34
Blauw Delft, 1950 Olieverf op doek, 105 × 89 cm Particuliere collectie
35
Rythme blanc, 1954 Gemengde techniek, 120 × 89 cm Particuliere collectie
36
Les blancs de Juin, 1955 Gemengde techniek, 180,7 × 225,6 cm Kunstmuseum Den Haag, SCH-1984-0010
37
Composition en Blanc, 1955 Gemengde techniek, 136,5 × 104 cm Particuliere collectie
38
Silence oriental, 1956 Gemengde techniek, 167 × 129 cm Centraal Museum Utrecht, 23892
39
Signe paysage, 1958 Gemengde techniek, 79 × 90 cm Collectie AMC/Amsterdam UMC
40
Écriture satirique, 1959 Gemengde techniek, 115 × 91 cm Museum Prinsenhof Delft, Collectie Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, schenking Piet Cleveringa
41
Dinkey Parade, 1960 Gemengde techniek, 102 × 132,5 cm Particuliere collectie [detail ≥ pp. 44-45]
42
Toile Tombé, 1960 Gemengde techniek, 113 × 149,5 cm Particuliere collectie
43
44
45