![](https://assets.isu.pub/document-structure/250211090040-f1cf502ba304576423461bbb80b24998/v1/f3e9528a89f407163301f2e621f36242.jpeg)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/250211090040-f1cf502ba304576423461bbb80b24998/v1/f3e9528a89f407163301f2e621f36242.jpeg)
EN GLASHELDER GECOMPLICEERD
![](https://assets.isu.pub/document-structure/250211090040-f1cf502ba304576423461bbb80b24998/v1/9ccab050babb0bc4b2a20a4b0de10238.jpeg)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/250211090040-f1cf502ba304576423461bbb80b24998/v1/1ce775f6f2cd0a2e7f564bf64c077f14.jpeg)
SANDRA VAN BERKUM EN MARJOLEIN DE BOER
EN GLASHELDER GECOMPLICEERD
Inhouds opgave
Woord vooraf 6
Sam 10
Koopmansgeest 12
Helpt mee – met blijden zin! 22
Echte heertjes 32
Terug in Hoogezand 40
Opklimmen 48
Valentine 58
Thuis in de oost 60
Naar Bali verbannen 70
Mee met tante Jeanne 80
Veel lui gaan hier weg 90
Een eigen plek 104
Sam en Vally 118
Nadenken over ‘ons’ 120
Dingen van schoonheid 130
Een emotionele achtbaan 146
Functietje 166
Gedachten in glas 186
Niet alles gaat verloren 204
Collectie 214
Verbonden in glas (door Titus Eliëns) 216
Keuze uit de collectie van de Stichting Modern Glas 220
Met dank aan 232
Bronnen en literatuur 236
Fotoverantwoording 238
Ondersteund door de Stichting Modern Glas 239
Colofon 240
![](https://assets.isu.pub/document-structure/250211090040-f1cf502ba304576423461bbb80b24998/v1/a25c5cf160d83f721a5b8c6579fa4d75.jpeg)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/250211090040-f1cf502ba304576423461bbb80b24998/v1/61c36da8d7f416fe487a331e6f6ffce6.jpeg)
Woord vooraf
![](https://assets.isu.pub/document-structure/250211090040-f1cf502ba304576423461bbb80b24998/v1/d5277ee6e7b12bfc6cf536771bedea20.jpeg)
Dit boek is op een bijzondere manier tot stand gekomen. Sam Jonker en Valentine Zaremba zijn in kleine kring bekend als het paar dat een schitterende glascollectie bijeenbracht, maar minstens zo belangrijk waren ze als de steun en toeverlaat voor een hele generatie Tsjechische en Slowaakse glaskunstenaars. De open en ruimhartige manier waarop ze in het leven stonden, inspireert ook nu nog.
Kort na Valentines overlijden in 2017 ontstond het idee voor dit boek. Het bestuur van de Stichting Modern Glas – toen Eric Fischer, Hero de Boer en Titus Eliëns – vroeg Sandra van Berkum om te schetsen wie Sam en Valentine waren, als mens en als mecenas. Waar kwamen ze vandaan? Wat heeft hen gevormd?
Het antwoord op die vragen lag verborgen in de vele dozen en mappen die allengs de werkkamer van Sandra bevolkten. Poëziealbums kwamen tevoorschijn, reisdagboeken, handgeschreven brieven en kaarten, oude familie-bijbels en zelfs een boterhamzakje met sieraden van een dierbare nicht. Van de oude familiefoto’s ging Sandra’s historische hart harder kloppen. Langzamerhand begon ze gezichten en handschriften te herkennen, gegevens en gebeurtenissen met elkaar te combineren.
In de vier jaren daarna pluisde ze archieven uit en wist via Facebook in contact te komen met verre familie van Valentine in Indonesië. Ze voerde urenlange gesprekken met goede vrienden en bekenden van het paar. Met volle teugen genoot ze van hun levendige herinneringen, het bracht Sam en Valentine dichterbij.
Het boek moest heel veel afbeeldingen bevatten, vond ze, met bij elke foto een tekst die geheel op zichzelf mocht staan. Ze zou ze – als parels aan een snoer – aan elkaar rijgen tot een boek. Foto’s van Sam en Valentine stonden op Sandra’s bureau. Vaak heeft ze hen ‘gevraagd’ of ze iets goed begreep.
Het besef dat zij zelf ongeneeslijk ziek was en het boek niet zou kunnen voltooi-
![](https://assets.isu.pub/document-structure/250211090040-f1cf502ba304576423461bbb80b24998/v1/80d23eaf8a72faf6e812712ebf24c5b9.jpeg)
en, kwam als een grote schok. Nadat ze voorzichtig had gepolst of ik haar werk wilde voortzetten, bereidde ze minutieus de overdracht voor. Dat hielp: als ze werkte, verdween de ziekte naar de achtergrond.
In maart 2023, een half jaar na Sandra’s overlijden, droeg haar familie het materiaal aan mij over. Naast een geordend digitaal archief liet ze de keurigste ordners na die ik ooit heb gezien. Ik zag hoeveel plezier ze had in sfeertekening en details en hoe zorgvuldig ze fonkelende monumentjes oprichtte. Haar teksten heb ik dankbaar verwerkt in de eerste drie hoofdstukken. Langzamerhand ontdekte ik ook onderwerpen die ze had vermeden, omdat ze nog niet wist wat ze ermee wilde of omdat ze pijnlijk waren – voor Sam, voor Valentine of voor haarzelf.
Fascinerend vond ik tijdsgewricht en het milieu waarin Sam en Valentine leefden. Gaandeweg voelde ik steeds meer vrijheid om ook de schrijnende onderwerpen te belichten en soms wat meer context toe te voegen. Die insteek kostte behoorlijk wat tijd, maar geheel in de stijl van Sam heeft het bestuur van de Stichting Modern Glas al die jaren uitgestraald dat het wel ging lukken.
Deel 1 van dit boek is gewijd aan Sams leven voordat hij een relatie kreeg met Valentine. Zijn jeugd, de familieverbanden en zijn carrière waren goed te volgen, mede dankzij de plakboeken van zijn moeder. Deel 2 gaat over de jonge jaren van Valentine. Haar vroegste jeugd kon alleen gereconstrueerd worden aan de hand van verhalen van vrienden en verre verwanten. Een belangrijke bron waren de brieven en foto’s van Jeanne Perquin, die zich jarenlang over Valentine heeft ontfermd. Heel geleidelijk vielen de meeste puzzelstukjes op hun plaats, maar nog steeds zijn er hiaten – en misschien is dat ook niet erg. In deel 3 hebben Sam en ‘Vally’ elkaar gevonden.
Veel bijzondere mensen van over de hele wereld droegen bij aan dit boek. Oude bekenden die Sam en Valentine hebben meegemaakt, in alle fasen van hun leven. Vaak ben ik gewaarschuwd voor de onbetrouwbaarheid van herinneringen. Verhalen heb ik inderdaad pas opgenomen als ze door tenminste één andere bron werden bevestigd. Maar eigenlijk werd ik vaak juist getroffen doordat iemand zich precies bleek te herinneren waar een vage kennis in 1950 werkte of wat de naam was van een slagerij waar je zelf nooit kwam. Al pratend kwam er bij veel mensen weer van alles boven wat verbazingwekkend correct bleek.
Het was ontroerend hoeveel mensen na al die jaren nog dolgraag over hun oude vrienden wilden praten. In herinneringen leven goede mensen lang door. Ik ben Sam, Valentine en Sandra dankbaar dat ik de afgelopen jaren in hun gezelschap heb mogen doorbrengen.
Marjolein de Boer
![](https://assets.isu.pub/document-structure/250211090040-f1cf502ba304576423461bbb80b24998/v1/9978afaa18d12fae3708ee9e1d4e0d86.jpeg)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/250211090040-f1cf502ba304576423461bbb80b24998/v1/03ef40dd75ac54ef5c3ca218f596512e.jpeg)
Sam
Koop mans geest
‘Een échte Groninger’, zo noemden veel mensen Sam. Een man van weinig woorden, een nuchtere, harde werker. Iemand die heeft geleerd dat je niet mag ‘snakken’ (opscheppen), maar wel trots is op wat hij heeft bereikt. Typisch een product van de Groninger veenkoloniën, waar ondernemende mensen uit alle windstreken naartoe waren getrokken voor de turfwinning.
![](https://assets.isu.pub/document-structure/250211090040-f1cf502ba304576423461bbb80b24998/v1/8bd3730375f587d692413c559d3d6809.jpeg)
De winkel van Sams grootouders in de Kerkstraat in Muntendam. Hier werd in 1903 zijn moeder Marchien geboren. Haar wieg heeft ze met een pijltje aangegeven.
In de hoogtijdagen hadden de Groninger veenkoloniën heel Nederland van turf voorzien. Er werd zelfs geëxporteerd naar de Baltische landen. Veenbazen hadden als projectontwikkelaars gefungeerd en stukken moeras opgekocht. Arbeiders hadden de zware stukken turf uitgestoken. Schippers hadden de brandstof vervoerd over kanalen als het Winschoterdiep, aangelegd door grote groepen gravers. Al die families die oorspronkelijk hadden gepionierd kenden elkaar inmiddels generaties lang. In Sams jeugd wist iedereen ‘wie er eentje was van wie’.
Ook nu het veen allang was afgegraven en een nieuw landschap was ontstaan – met landbouwgrond, fabrieken, scheepswerven en lintbebouwing langs kaarsrechte kanalen – waren er nog steeds grote sociale verschillen, met de bijbehorende rangen en standen. Consequent gebruikte Sams moeder de volledige voornamen van haar zoon. Samuël Jacob: generatie op generatie werden de namen doorgegeven in de rijke familie van zijn overgrootmoeder Elisa Meihuizen. De Meihuizens waren als wederdopers vanwege hun geloof uit Zwitserland verdreven, maar als harde werkers bleken zij – net als veel hugenoten – goed aan te sluiten bij de Groningers. Sam vond het prachtig dat hij van deze succesvolle ondernemers afstamde.
Een overzichtelijke wereld
Met zorg bewaarde Sam de jeugdverhalen die zijn moeder Marchien optekende. Ze beschreef een overzichtelijke wereld die we alleen nog kennen uit oude jeugdboeken.
Een bewaarschool, strafregels, de paardentram die op je bleef wachten voor de deur. Een heus fenomeen waren de venters in haar geboortedorp Muntendam. Om vier uur ’s ochtends vertrokken ze. Grote groepen mannen, vrouwen en soms zelfs kinderen die van deur tot deur gingen met kruiwagens vol bokking, sinaasappels of citroenen. Op maandag gingen ze naar Veendam, op dinsdag naar Hoogezand, en zo hadden ze elke dag een andere bestemming. Pas als hun karren leeg waren, keerden ze naar huis terug – als ze tenminste niet eerst hun geld in de kroeg hadden verbrast. Om die reden werd Muntendam het dorp van de ‘messentrekkers en dronken mannen’ genoemd. Wanneer Marchien uit school kwam, lagen de mannen onder de bomen hun roes uit te slapen. Rustig stapte ze dan over ze heen. Soms werd er flink gevochten, maar kinderen deden ze niets.
Marchien Wolters had goede herinneringen aan het harmonieuze gezin waarin ze opgroeide. Het stond model voor het ‘nest’ dat ze later voor Sam en zijn oudere broer Henk inrichtte. Zelf had Marchien geen broers of zussen meer – een ouder broertje overleed aan een longontsteking vlak voor zijn eerste verjaardag. Toch voelde ze zich nooit alleen, zo schreef ze in haar jeugdverhalen. Er was altijd iemand in huis, omdat personeel inwoonde. Vaak kwamen vriendjes, neefjes en nichtjes spelen in de tuin met de grote zandbak en het prieel, en er was altijd reuring in de winkel die haar ouders runden. De zaak had een zeer divers assortiment. Er waren mooie stoffen met bijpassende knopen en garens, maar je kon er
ook terecht voor granen als boekweit, gort en haver. Kruiden en specerijen kreeg je in kleine papieren zakjes mee. De winkel was hét adres voor levertraan – een belangrijk middel om de botziekte rachitis (Engelse ziekte) bij kleine kinderen te voorkomen.
Naar Martenshoek
In 1913 verruilden Sams grootouders Muntendam voor Martenshoek, nu een wijk in Hoogezand. Zijn grootvader was er geboren en zijn familie had er verschillende panden in de zogeheten Drukke Buurt. Ooit was dat een perfecte locatie, want alle scheepsverkeer uit de veenkoloniën moest door de sluis in het Winschoterdiep. Terwijl de schepen lagen te wachten, dronken de schippers en scheepsjagers een borreltje in de cafés. Intussen deden de schippers-
vrouwen hun inkopen. Het moet een levendige bedoening zijn geweest: als de schippers bonje kregen wie het eerste door de sluis mocht, bekogelden ze elkaar met aardappels of turf.
Inmiddels waren de tijden veranderd. Begin twintigste eeuw was de scheepvaart afgenomen, het vrachtverkeer toe. Met vooruitziende blik besloten Sams grootouders zich toe te leggen op meubilair en woninginrichting, maar het vertrek uit Muntendam viel ze zwaar. De hele buurt huilde toen de volle verhuiswagen wegreed en het gezin in een open koets stapte. Vooral Sams oma moet in het begin veel heimwee
Sams vader en moeder, Klaas Jonker en Marchien Wolters, 1921.
![](https://assets.isu.pub/document-structure/250211090040-f1cf502ba304576423461bbb80b24998/v1/8ec2fe3ac3871c98bc04acc9397521c9.jpeg)
hebben gehad. Als ze een scheepsjager of een bodekar uit Muntendam zag rende ze ernaartoe, herinnerde Sams moeder Marchien zich.
Marchien en Klaas
Marchien was zeventien toen ze zich verloofde met de drie jaar oudere Klaas Jonker, een jongensachtige man met een gezicht met verfijnde trekken. Omgang met de enige dochter van een succesvolle winkelier betekende dat Klaas wel werd
![](https://assets.isu.pub/document-structure/250211090040-f1cf502ba304576423461bbb80b24998/v1/02f05a7dbc10722f8bea5fa96811d68a.jpeg)
Sams grootmoeder
Derkina Wolters-Mulder.
geacht mee te werken in het familiebedrijf. Zijn hart lag echter niet bij het ondernemen of het runnen van een winkel. Hij stamde uit een familie van zeevaarders, schippers en beurtvaarders, hun schepen lagen in het Winschoterdiep. Klaas was een man van het water. Net als zijn vader en grootvader wilde hij naar zee, maar Klaas en Marchien waren stapelgek op elkaar. Er zat niets anders op: Klaas zette de Zeevaartschool uit zijn hoofd en ging in de zaak van Wolters.
Ze trouwden op 5 oktober 1925. Opa Wolters was net overleden, Sams ondernemende grootmoeder bestierde de winkel zelf. Op een mooi perceel aan de Verlengde Hoofdstraat liet ze een dubbel landhuis bouwen. Het lag op stand, tussen het statige pand van het belastingkantoor en de woning van burgemeester Derk Bartels. Huize Elisa werd het genoemd, naar degene aan wie ze het familiekapitaal dankten. Zelf zou oma Wolters de rechtervleugel betrekken. De linkerkant was bestemd voor Klaas en Marchien.
De Concurrent
Toen Sam op 26 april 1930 werd geboren, was Huize Elisa al klaar. Zijn ouders woonden er met zijn oudere broer Henk (voluit Hendrik Samuël) en de zaken ging goed. Woninginrichting was de specialiteit. ‘Wij kunnen u geheel installeren’, adverteerde zijn grootmoeder – en dat was ook zo. De rechterkant van het winkelpand bood ruimte aan een toonzaal voor meubelen, aan de linkerzijde was de winkel in luxe en huishoudelijke artikelen. Ze kocht groot in,
![](https://assets.isu.pub/document-structure/250211090040-f1cf502ba304576423461bbb80b24998/v1/4eda64ac77630f19724af147510de3cd.jpeg)
van een grote collectie sierlijke kinderwagens met soepele vering tot zo’n honderd theeserviezen van dun porselein of een partij kookkachels. De winkel heette voluit Wolters’ Meubelhandel De Concurrent en stond bekend om zijn gunstige prijzen: ‘De prijzen zijn zoo gesteld dat concurrentie onmogelijk is’.
Uit de vele wervende advertenties blijkt hoe klantvriendelijk en bereikbaar De Concurrent was. Klanten konden gratis met de auto worden opgehaald – daarvoor moesten ze alleen even een briefkaartje sturen – en de autobussen van de Groninger Busdienst Onderneming stopten bij de winkel voor de deur. De Concurrent genoot bekendheid in de wijde omgeving en had een goede reputatie. In 1934, midden in de crisisjaren, opende een tweede vestiging aan de Noorderstraat in Sappemeer.
‘Huize Elisa’, Verlengde Hoofdstraat 62 (huidige Meint Veningastraat 23).
Ondanks haar handelsgeest en zakelijke succes raakte Sams grootmoeder nooit echt ingeburgerd. Gelukkig beschikte
Sams vader Klaas over fantastische sociale vaardigheden. Hij kon met iedereen goed overweg. Toen oma Wolters in de jaren dertig wat begon te kwakkelen, kreeg Klaas een steeds grotere rol in de zaak.
Hij onderhield de contacten, bezocht mensen die meubels op zicht wilden en ging ‘beuren’ bij klanten die op krediet hadden gekocht. Trouw – en soms wat zorgelijk –noteerde hij de ‘inbeuringen’ en de winkelomzet per dag: ‘Wekglazen gaan op het oogenblik goed, er schijnen veel vruchten te zijn.’
![](https://assets.isu.pub/document-structure/250211090040-f1cf502ba304576423461bbb80b24998/v1/48f5b06ac0ecf56a0be35e91836178e3.jpeg)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/250211090040-f1cf502ba304576423461bbb80b24998/v1/1b91d5c4f21f3ec4dc22516e78dfb0b9.jpeg)
Het personeel van De Concurrent, 1935.
Klaas was muzikaal, hij speelde viool, maar was ook een fervent schrijver. Liedjes, speeches, korte verhaaltjes, zeil- en vakantieverslagen. Hij schreef met humor, vaak in het Gronings en op rijm. Zelfs een brief aan het gemeentebestuur van Zuidlaren, over de noordelijke toegangsweg tot het dorp die zo hobbelig was voor auto’s, stelde hij op in dichtvorm.
De mooiste stand
Op Ameland bezat Sams grootmoeder maar liefs drie zomerhuizen, die ze als
‘landhuisjes’ verhuurde. Met veel houtwerk, rieten kappen en veranda’s ademden ze een romantische sfeer, maar ze beschikten ook over elektrisch licht, een goede inrichting en heerlijke bedden. Ze lagen op de ‘mooiste stand’: direct aan zee, aan het einde van de vroegere Duinweg bij badhuis Paviljoen Scheltema, vlak bij het Nesserbos.
Fotoalbums tonen vrolijke kiekjes van het gezin Jonker op Ameland. Altijd was oma van de partij, onberispelijk gekleed, soms met een bontje om de hals. Statig en met zichtbare trots poseerde zij met het gezin van haar dochter. Liefdevol legde Klaas op camera vast hoe Sam er zijn eerste stapjes zette en speelde aan het strand.
![](https://assets.isu.pub/document-structure/250211090040-f1cf502ba304576423461bbb80b24998/v1/b3f1e9ddcdb88102d7a6413aa3d63b18.jpeg)
Op Ameland, voor ‘Derma’, een samentrekking van Derkina en Marchien.
> Het gezin Jonker op Ameland, ca. 1932.
Sam doet een kruipwedstrijd tegen zijn nichtje Diny Mulder, 1935.
![](https://assets.isu.pub/document-structure/250211090040-f1cf502ba304576423461bbb80b24998/v1/17c6cfa75d680bafa2c7476d3c478d43.jpeg)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/250211090040-f1cf502ba304576423461bbb80b24998/v1/d82a5bf83bc0d0f3d3f1c57b99bd7a22.jpeg)