Korea

Page 1


elin e van d en b erg k er a miek museum pr incessehof wa a n der s uitgever s


inhoud Voorwoorden

6

Tijdlijn

12

Inleiding

17

Ontwikkeling van Koreaanse keramiek

21

Blik naar buiten

38

Eigenzinnig Korea

48

Elite- en schoonheidscultuur

70

Eetcultuur

92

Ceremonies en rituelen 106 Woordenlijst 134 Noten 140 Literatuur & websites 142 Verantwoording objecten 143


contents

6

Forewords

14

Timeline

17

Introduction

21

Development of Korean ceramics

38

Looking outward

48

Korea, an ideosyncratic country

70

Elite culture & beauty culture

92

Food culture

106 Ceremonies and rituals 134 Glossary 140 Notes 142 Bibliography & websites 143 Credit line objects


voorwoord

foreword

Door k ris callens D irecteur Ke ramiekmuseum Princessehof

By kris callens Director Princessehof National Museum of Ceramics

The year 2021 marks the sixtieth anniversary of diplomatic relations between the Netherlands and South Korea. Sixty has traditionally been an important number in Korea, and reaching this age was celebrated lavishly in the past. For the Princessehof National Museum of Ceramics, this anniversary provides the perfect occasion to put Korean culture in the spotlight. In both the Korea exhibition and publication, Korean ceramics serve as the guide to the long cultural history of this country, providing insight into the many stories that Korea has to offer. The Korean peninsula was divided into North and South Korea in the twentieth century. The Dutch football coach Guus Hiddink became ‘world famous’ in South Korea in 2002. Earlier in history, another Dutchman managed to leave his mark in Korea: Hendrik Hamel. This seventeenth-century castaway was one of the first Westerners to spend time in the country. Thanks to the account he wrote of his stay, he is now a national celebrity in South Korea: everyone from young to old has heard of him. Korea aims to acquaint the Dutch public with the rich culture of Korea at least to the extent that Hamel and Hiddink are known to Koreans. Never before has such a large exhibition on Korean art and cultural history been organised in the Netherlands. The Princessehof was able to bring together a high-quality selection of ceramics and other objects from various international collections for the exhibition. For this we would especially like to thank the National Museum of Korea in Seoul: their generous

Het jaar 2021 markeert het zestigjarig bestaan van de diplomatieke relaties tussen Nederland en Zuid-Korea. Zestig is van oudsher een belangrijk getal in Korea en het bereiken van deze leeftijd werd in het verleden groots gevierd. Voor het nationale Keramiekmuseum Princessehof vormt dit jaar een perfecte aanleiding om de Koreaanse cultuur onder de aandacht te brengen. Met de tentoonstelling en de publicatie Korea gidst de Koreaanse keramiek ons door de lange cultuurgeschiedenis van dit land en geeft ons inzicht in de vele verhalen die Korea rijk is. In de twintigste eeuw raakte het Koreaanse schiereiland verdeeld in Noord- en Zuid-Korea. De Nederlandse voetbalcoach Guus Hiddink werd in 2002 ‘wereldberoemd’ in Zuid-Korea. Al eerder in de geschiedenis wist een andere Nederlander zijn sporen in Korea achter te laten: Hendrik Hamel. Deze zeventiende-eeuwse schipbreukeling was een van de eerste westerlingen in het land. Dankzij het verslag dat hij schreef over zijn verblijf is hij tegenwoordig een nationale bekendheid in Zuid-Korea; van jong tot oud, iedereen kent hem. Korea heeft als doel om de rijke Koreaanse cultuur onder het Nederlandse publiek minstens zo bekend te maken als Hamel en Hiddink bij de Koreanen zijn. Niet eerder is in Nederland zo’n grote tentoonstelling over de Koreaanse kunst- en cultuurgeschiedenis georganiseerd. Voor de presentatie kon het Princessehof een hoogwaardige selectie keramiek en andere objecten bij elkaar bren6


loan of a trove of Korean ceramics made this exhibition possible. We are proud that our collection is in turn included in the long-term World Ceramics exhibition in Seoul. This exchange is a result of the cooperation agreement that Princessehof and the National Museum of Korea signed with each other in 2018. We are grateful to the Mondriaan Fund, the Korea Foundation, the Prins Bernhard Culture Fund and its Angela E. Fund for supporting the exhibition. We are beholden to the Ottema-Kingma Foundation for their financial contribution to this publication. Finally, we thank the Embassy of South Korea for their mediation, and all those involved, including all the lenders and the sounding board group, who have helped to realise the exhibition and this book. We hope you enjoy discovering Korean culture.

gen uit verschillende internationale collecties. Hiervoor willen wij in het bijzonder het National Museum of Korea in Seoul bedanken. Het is dankzij hun ruimhartige bruikleen van een weelde aan Koreaanse keramiek dat deze tentoonstelling mogelijk is gemaakt. We zijn trots dat onze collectie op haar beurt onderdeel is van de langlopende tentoonstelling World Ceramics in Seoul. Deze uitwisseling maakt deel uit van de samenwerkingsovereenkomst die Keramiekmuseum Princessehof en het National Museum of Korea in 2018 met elkaar sloten. Wij zijn het Mondriaan Fonds, de Korea Foundation, het Prins Bernhard Cultuurfonds en zijn Fonds Angela E. dankbaar voor de steun aan de tentoonstelling. De Ottema-Kingma Stichting zijn we zeer erkentelijk voor hun financiële bijdrage aan deze publicatie. Tot slot bedanken wij de ambassade van Zuid-Korea voor hun bemiddeling, en alle betrokkenen, waaronder alle bruikleengevers en de klankbordgroep, voor hun hulp bij het realiseren van de tentoonstelling en dit boek. Wij wensen u veel plezier bij het ontdekken van de Koreaanse cultuur.

Schildering van koninklijk protocol voor het huwelijk van koning Yeongjo en koningin Jeogsun, Joseon-dynastie, 1759. Painting of royal protocol for the wedding of King Yeongjo and Queen Consort Jeongsun, Joseon dynasty, 1759.

7


voorwoord

foreword By m.i.n. byoungchan General director National Museum of Korea

Door m.i.n. byoungch an Alge mee n directeur National Museum of Korea

The National Museum of Korea is very pleased to join with the Princessehof National Museum of Ceramics, one of the leading cultural institutions of the Netherlands, in hosting the special exhibition Korea, the latest result of the friendly relations that the two institutions have been building over recent years. In 2019, the Princessehof held a special exhibition entitled Sunken Treasures. The National Museum of Korea lent ceramic items from its collection that had been excavated from the Sinan shipwreck, laying a foundation for future collaboration. In 2021, the National Museum of Korea again joined forces with the Princessehof for the opening of its World Ceramics Gallery, which shows how the cultures of the world interacted and developed through the exchange of ceramics. Displaying Asian trade ceramics and early European ceramics from the Princessehof, this gallery presents the centuries-long exchanges between the East and West over its two-year exhibition period. Encouraged by these achievements, the Princessehof is hosting the Korea exhibition to showcase the culture and history of Korea. It will offer a glimpse into diverse aspects of Korea, both past and present, through a display of Korean ceramics, including ancient earthenware, celadon from the Goryeo kingdom, white porcelain and buncheong ware from the Joseon period, and earthenware onggi pots for storing kimchi. The year 2021 marks the 60th anniversary of diplomatic relations between the Republic of Korea and the Kingdom of the Netherlands. This exhibition will strengthen

Het National Museum of Korea is zeer verheugd over de samenwerking met het Keramiekmuseum Princessehof die heeft geleid tot de bijzondere tentoonstelling Korea, het jongste resultaat van de vriendschappelijke relatie die de twee instellingen de laatste jaren hebben opgebouwd. In 2019 opende in het Princessehof de bijzondere tentoonstelling Gezonken schatten. Het National Museum of Korea gaf het museum hiervoor keramiek uit de eigen collectie in bruikleen dat was opgedoken uit het Sinan-scheepswrak, en dit legde de basis voor verdere samenwerking. In 2021 bundelden het National Museum of Korea en het Princessehof opnieuw hun krachten voor de semipermanente tentoonstelling Van Oost en West, die laat zien hoe culturen van over de hele wereld elkaar hebben beïnvloed en zich ontwikkelden als gevolg van de handel in keramiek. Aan de hand van Aziatische keramiek voor de export en vroege Europese keramiek uit de Princessehof-collectie belicht deze twee jaar durende tentoonstelling in het National Museum of Korea de eeuwenlange uitwisseling tussen Oost en West. Aangemoedigd door dit succes presenteert het Princessehof nu de tentoonstelling en het bijbehorende boek Korea, die zich specifiek richten op de cultuur en geschiedenis van Korea. Er komen verschillende, historische en eigentijdse aspecten van Korea aan bod, uitgelicht met behulp van Koreaanse keramiek, zoals eeuwenoud steengoed, celadon uit het Goryeo-rijk, wit 8


porselein en buncheong-steengoed uit de Joseon-periode en aardewerken onggi-potten voor het bewaren van kimchi. Het jaar 2021 markeert de zestigste verjaardag van de diplomatieke relaties tussen de Republiek Korea en het Koninkrijk der Nederlanden. We zijn ervan overtuigd dat deze tentoonstelling de goede banden en samenwerking tussen de twee musea verder versterkt en daarmee een brug kan slaan tussen Korea en Nederland in een tijd waarin de covid-19-pandemie de contacten tussen mensen aanzienlijk belemmert. Graag wil ik mijn bijzondere dank betuigen aan directeur Kris Callens, conservator Aziatische keramiek Eline van den Berg en al hun collega’s van het Princessehof die met hun onvermoeibare inzet, ondanks vele uitdagingen, deze tentoonstelling mogelijk hebben gemaakt.

the existing cooperation between the two museums and provide a bridge connecting Korea and the Netherlands in these days when the global COVID-19 pandemic has made direct communication between people more difficult. I would like to express my deepest gratitude to Director Kris Callens, Asian Ceramics Curator Eline van den Berg, and their colleagues at the Princessehof for their sincere efforts at successfully opening this exhibition despite the many difficulties.

Voorgaande pagina’s: Seoul gezien vanuit de tradionele wijk Bukchon Hanok, 2017 Previous pages: Seoul seen from Bukchon Hanok Village, 2017

Schildering van een vrouw gemaakt door Kim Hong-do, 18de eeuw Painting of a woman by Kim Hong-do, 18th century

9


10


11Zesdelig kamerscherm met daarop de zon, maan en vijf bergen, 19de-begin 20ste eeuw Six-fold screen of the sun, moon and five peaks, 19th century-early 20th century


tijdlijn circa 10de eeuw v. chr.1ste eeuw v. chr.

1ste eeuw v. chr.-668

668-918

918-1392

2333 v. Chr.: oorsprongsmythe van het Gojoseonrijk, het eerste Koreaanse rijk

Drie koninkrijken: Silla, Baekje en Goguryeo

Verenigd Silla

Goryeo

668: Silla verenigt de drie koninkrijken

918: Wang Geon sticht Goryeodynastie

circa 372: oprichting eerste confucianistische academie

751: ’s werelds oudste drukwerk gemaakt met de houtdruktechniek

958: invoering staatsexamens volgens Chinees model

4de eeuw: boeddhisme wordt geïntroduceerd in Korea

9de eeuw: ontwikkeling van celadon komt op gang in Korea

circa 1500 v. Chr.: Koreaanse boeren verbouwen voor het eerst rijst 10de eeuw v. Chr.: oudst bekende aardewerk in Korea

3de eeuw: eerste vermelding gefermenteerd eten

632-647: regeerperiode koningin Seondeok van Silla, eerste vrouwelijk heerser van Korea midden 7de eeuw: bouw cheomseongdae, astronomietoren

11de eeuw: ontwikkeling jadegroene kleur celadon (bisaek) 12de eeuw: ontwikkeling sanggam-inlegtechniek op keramiek 1145: publicatie Samguk Sagi: Kronieken van de Drie Koninkrijken 12de eeuw: poëet Yi Gyubo schrijft een gedicht over gefermenteerd eten 1234: uitvinding druktechniek met behulp van losse metalen letters 13de - 14de eeuw: Mongolen vallen Goryeo verschillende keren aan midden 14de eeuw: Japanse piraten vallen kustgebieden aan, achteruitgang celadon-productie 1388: staatsgreep onder leiding van generaal Yi Seong-gye


1392-1910

1910-1946

1946-heden

Joseon

Koloniaal Korea

Verdeeld Korea

1392: Yi Seong-gye sticht Joseon

1910: Japan annexeert Korea

1446: koning Sejong ‘de Grote’ introduceert Hangeul, het Koreaanse schrift

1945: Japan trekt zich terug uit Korea

1948: splitsing van Korea in Noord- en Zuid-Korea

circa 1460: Bunwon-ovens toegewezen als hofovens voor porselein 15de - 16de eeuw: productie buncheongsteengoed midden 16de eeuw: Koreaanse keramiek wordt populair in Japanse theeceremonies 1592 - 1598: inval door Japan onder leiding van krijgsheer Toyotomi Hideyoshi 1594: Nederlander Petrus Plancius maakt oudste Europese landkaart waar Korea op wordt genoemd begin 17de eeuw: aanvallen door de Manchu 1653: Hendrik Hamel spoelt aan op Jeju-eiland 1668: publicatie Journael geschreven door Hamel, eerste verslag over Korea in de Westerse wereld 17de eeuw: tekort kobaltblauw. IJzerbruin en ijzerrood pigment als alternatief voor decoratie van porselein 1876: openstelling Koreaanse havens voor handel met Westen 1884: privatisering Bunwon-hofovens 1897: koning Gojong kroont zichzelf tot keizer 1907: keizer Gojong stuurt drie diplomaten naar de Internationale Vredesconferentie in Den Haag om dreigende Japanse bezetting te stoppen 1909: opening Imperial Household Museum, voorloper National Museum of Korea

1945: opening National Museum of Korea in Seoul

1950 - 1953: Koreaanse oorlog 1980: ontwikkeling BB cream in Zuid-Korea 1988: Noord- en Zuid-Korea sluiten zich aan bij Unesco 2000: eerste politieke ontmoeting Noord- en Zuid-Korea 2002: Zuid-Koreaanse voetbalteam bereikt halve finale wk met bondscoach Guus Hiddink 2012: Gangnam Style wereldwijde hit 2005: opening nieuwe National Museum of Korea in Yongsan, Seoul 2018: start Olympische Winterspelen in Pyeongchang met aansteken van olympisch vuur in een maanvaas


elite- en schoonheids c u lt u u r

e l i t e c u lt u r e & beauty c u lt u r e

Korean society has always been stratified and, for a long time, strictly hierarchical. Background determined what you could become and scaling the social ladder was therefore difficult. Influential families intermarried as much as possible to maintain their monopoly on power. They had control over the administration of the country through the positions they held in the civil service or military apparatus. From the Joseon dynasty onwards, this group was referred to as yangban. It was crucial for men of this class to study classical Confucian texts, as they formed the basis of the state examination that had to be passed in order to qualify for a job as an official. Confucian principles were the most important values for yangban, with a great emphasis on piety and ancestor worship through the performance of rituals. In addition to their daily work, this elite group had the time and money to engage in other pursuits, such as writing poetry, practising calligraphy or philosophising about art with like-minded friends. This lifestyle required refined objects to augment these activities, from a celadon wine pot for drinking rice wine to endearing water droppers and brush holders. The most important place in the yangban’s house

De Koreaanse maatschappij is van oudsher gelaagd en was lange tijd streng hiërarchisch. Afkomst bepaalde wat je kon worden en stijgen op de sociale ladder was vrijwel onmogelijk. Invloedrijke families trouwden zo veel mogelijk onderling om de macht binnen de eigen kring te houden. Via de functies die zij uitoefenden in het ambtelijke of militaire apparaat, hadden ze controle over het bestuur van het land. Vanaf de Joseon-dynastie werd aan deze groep gerefereerd als yangban. Voor mannen in die klasse was de bestudering van de klassieke confucianistische teksten van groot belang. Ze dienden als basis voor het staatsexamen dat afgelegd moest worden om een baan als ambtenaar te krijgen. De confucianistische principes vormden voor de yangban de belangrijkste waarden, met een grote nadruk op piëteit en voorouderverering door middel van rituelen. Deze elite had tijd en geld om zich naast het dagelijks werk bezig te houden met andere zaken, zoals het schrijven van poëzie, het beoefenen van kalligrafie of het met gelijkgestemden filosoferen over kunst. Bij die activiteiten hoorden verfijnde objecten, van een celadon-wijnpot om rijstwijn uit te drinken tot aandoenlijke waterdruppelaars en penseelhouders. De belangrijkste plek in het huis van de yangban was de sarangbang, ofwel de studeerkamer, met centraal daarin het bureau van de geleerde, waaraan hij teksten bestudeerde, kalligrafeerde

Schildering van een geleerde, liggend op een rots aan het water, gemaakt door Kang Hui-an, 15de eeuw. ‘A Lofty Scholar Contemplating Water’, calligraphy painting by Kang Hui-an, 15th century.

70


71


72


of schilderde. Sommige geleerden hadden een uitzonderlijk schildertalent, zoals Kang Hui-an (1417-1464), van wie enkele werken bewaard zijn gebleven (zie p. 71). Aan de muren van de sarangbang hingen schilderingen met decoraties als bamboe, pioenrozen en chrysanten, vaak in relatie tot de verschillende seizoenen. De man des huizes gebruikte de kamer ook om belangrijke gasten te ontvangen, waarbij hij zijn intellect kon tonen aan de hand van de voorwerpen die daarin waren opgesteld.1 Yangban waardeerden de versieringen en vormen van deze objecten vanwege hun symbolische betekenis. Ze werden gekoesterd en van generatie op generatie doorgegeven. Hierdoor zijn ze relatief goed bewaard gebleven in vergelijking met gewonere gebruiksvoorwerpen. De vrouwen in deze klasse werden niet geacht zich met dit soort zaken bezig te houden. Zeker vanaf de periode van de Joseon-dynastie werd de bewegingsvrijheid van vrouwen beperkter; hun leven speelde zich vooral binnenshuis af. Huizen waren onderverdeeld in aparte gedeeltes voor mannen en vrouwen; de ruimtes voor de vrouwen lagen aan de binnenzijde van het huis. Onder de gewone bevolking was deze indeling minder strikt en bovendien moesten veel van deze vrouwen zich wel buitenshuis begeven om geld te verdienen om het gezin te onderhouden. Ondanks de beperkte bewegingsvrijheid van yangban-vrouwen was het voor hen van belang om goed voor de dag te komen. Vooral een egale huid was belangrijk en vrouwen hechtten dan ook grote waarde aan een uitgebreid schoonheidsritueel. Speciale make-updoosjes van lakwerk of keramiek dienden om pigmenten in te bewaren en haaraccessoires fungeerden om het haar elegant op te steken. Ook mannen gebruikten dit soort kammen en pinnen om hun haar vast te zetten, al waren deze dan simpeler van vorm. Uit de Goryeo-dynastie en de periodes daarvoor zijn weinig schilderingen bekend die een indruk geven van het

Wassende vrouwen aan de rivier, die door een man worden bespied. Uit het album met genreschilderingen van Kim Hong-do, 18de eeuw. Women washing by the river while being spied on by a man. From the album of genre paintings by Kim Hong-do, 18th century.

was the sarangbang, or study, with the scholar’s desk as the centrepiece, where he studied texts, practiced calligraphy or painted. Several scholars had an exceptional talent for painting, such as Kang Hui-an (1417-64), some of whose works have been preserved (see p. 71). The walls of the sarangbang were hung with paintings of decorative motifs such as bamboo, peonies and chrysanthemums, often relating to the different seasons. The man of the house also used the room to receive important guests, where the objects displayed there testified to his intelligence and sophistication.1 Yangban valued the shapes of and the decorations on these objects for their symbolic meaning. They were cherished and passed down from generation to generation. This is why they are relatively well preserved compared to more ordinary utility wares. Women of this class were not expected to concern themselves with such pursuits. Especially from the Joseon dynasty onwards, women’s freedom of movement became more restricted, and they lived mostly indoor lives. Houses were divided into separate areas for men and women, with the women’s areas located on the inside of the house. This division was less strict among the

Schildering van een landschap met een vrouw in een draagstoel en haar bedienden terwijl zij een man passeren, gemaakt door Shin Yunbo, 18de eeuw. Painting of a landscape with a woman on a sedan chair and her servants as they pass a man by Shin Yun-bo, 18th century.

73


commoners and besides, many of these women had to earn money to support the family, which meant leaving their homes. Despite the restriction on their freedom of movement, it was very important for yangban women to maintain their appearance. Having a smooth skin was essential, and women therefore attached great significance to an elaborate beauty ritual. Special lacquer or ceramic make-up boxes were used to store pigments, and their elegant coiffures were held in place with accessories such as combs and pins. Men also used combs and pins to style their hair, although these were less elaborate. We know of only a few paintings from the Goryeo dynasty and earlier periods that convey an impression of daily life at the time. Formal portraiture became more prominent during the Joseon dynasty due to the introduction of Neo-Confucianism. For example, a portrait would be made when a man was decorated for a commend­able achievement. These portraits give an idea of the hair and clothing of high-ranking men in formal situations. An impression of how women dressed emerged during the eighteenth century with the development of genre paintings. The best-known artists who focused on this were Kim Hong-do (1745-after 1806) and Shin Yun-bok (1758-1813). A painting of a woman from the Joseon dynasty by the latter is a famous work. A blue skirt combined with a white jacket can be seen in other genre paintings from the late Joseon period. Depending on a woman’s status, the jacket was decorated with coloured piping around the collar and sleeves, and small ornaments were attached to embellish the style.2 The combination of a jacket and skirt with trousers underneath was also depicted on wall paintings from the Goguryeo kingdom.3 The lengths, colours and patterns changed during the different periods and obviously differed per class, but these paintings demonstrate how old this tradition is.

Schildering van een vrouw uit de Joseon-dynastie gemaakt door Shin Yun-bok, 18de eeuw. Painting of a woman from the Joseon dynasty by Shin Yun-bok, 18th century.

74


dagelijks leven. Tijdens de Joseon-dynastie werd, vanwege de invoering van het neoconfucianisme, belang gehecht aan het vervaardigen van formele portretten. Dit gebeurde bijvoorbeeld als een man werd onderscheiden voor een belangrijke prestatie. Deze portretten geven een idee van de haar- en kledingdracht van mannen van hoge komaf in formele situaties. Een indruk van hoe vrouwen zich kleedden ontstaat vanaf de achttiende eeuw met de ontwikkeling van genreschilderingen. De bekendste kunstenaars die zich hierop richtten waren Kim Hong-do (1745-na 1806) en Shin Yun-bok (1758-1813). Van laatstgenoemde is een schildering van een vrouw uit de Joseon-dynastie een beroemd werk. De blauwe rok in combinatie met het witte jasje is terug te zien in andere genreschilderingen uit de late Joseon-periode. Afhankelijk van de status van een vrouw werd het jasje versierd met gekleurde biezen rond de kraag en mouwen. Daarnaast werden er kleine ornamenten aan gehangen om de stijl te verfraaien.2 De combinatie van een jasje en rok met daaronder een broek werd ook al afgebeeld op wandschilderingen uit het Goguryeo-koninkrijk.3 De lengte, kleuren en patronen veranderden gedurende de verschillende periodes en verschilden uiteraard per klasse, maar deze afbeeldingen laten wel zien hoever deze traditie al teruggaat.

Zwarte hoed van paardenhaar die werd gedragen door mannen van de yangban-klasse, 19de eeuw Black hat made of horsehair worn by men from the yangban class,19th century

75



Waterdruppelaar in de vorm van een mythisch dier Joseon-dynastie, 19de eeuw porselein, kobaltblauw, h. 8,5 cm, b. 13,6 cm

Water dropper shaped as a mythical animal Joseon dynasty, 19th century porcelain, cobalt blue, h. 8.5 cm, b. 13.6 cm A water dropper was an indispensable item on the desk in a scholar’s study (sarangbang). It held the water that was used to dilute the ink for writing and painting. During the late Joseon period, water droppers were made in the most original forms, such as this playful one shaped as a haetae. This mythical animal most closely resembled a lion, but it was covered with scales and had a horn on its forehead. Stone statues of haetae were placed in front of palaces, because the animal offered protection against fire and disruptive changes.4 The dropper was filled through the hole in the top, and the water dripped from the hole in the animal’s mouth. Demand for this type of accessory increased from the late eighteenth century onwards, due to the rise of the increasingly wealthy merchant class, who wanted to adopt the yangban lifestyle.5

Een waterdruppelaar was een onmisbaar item op het bureau van een geleerde in zijn studeerkamer (sarangbang). Hij diende om de inkt te verdunnen die werd gebruikt om mee te schrijven en te schilderen. In de late Joseon-periode werden waterdruppelaars in de meest originele vormen gemaakt, zoals dit speelse exemplaar in de vorm van een haetae. Dit mythische dier lijkt nog het meest op een leeuw, maar zijn huid was bedekt met schubben en hij had een hoorn op zijn voorhoofd. Stenen beelden van haetae werden geplaatst voor paleizen, omdat het dier vuur kon afweren en bescherming gaf tegen ontwrichtende veranderingen.4 Het gaatje boven in de kop diende om de druppelaar te vullen, en het gaatje in de bek om het water eruit te laten druppelen. Vanaf de late achttiende eeuw nam de vraag naar dit soort accessoires toe. Dat was een gevolg van de opkomst van de steeds rijkere handelaarsklasse, die zich de levensstijl van de yangban eigen wilde maken.5

77


Penseelhouder in de vorm van een gebergte Joseon-dynastie, 19de eeuw porselein, kobaltblauw, h. 23 cm

Brush holder shaped as a mountain Joseon dynasty, 19th century porcelain, cobalt blue, h. 23 cm Mountains were popular locations for temples or pilgrimage sites. Here, away from the distractions of everyday life, all attention could be focused on freeing the mind. The holiest mountain range is known as the Diamond Mountains, and is located in present-day North Korea. The towering peaks of these mountains were revered in Shamanism for their resemblance to human and animal figures. In Buddhism and Taoism, mountains were also important because of their association with paradise and eternal life respectively.6 Mountains were a popular subject in landscape paintings, as can be seen in the works by Jeong Seon (1676-1759), for example. These paintings were celebrated for their beauty and mysticism. Because of all these associations, objects shaped as mountains, such as this brush holder, were very suitable attributes for a scholar’s study. The maker has deftly reproduced the capricious shapes of the rocks. The pair of temples are a nice detail. The blueish tint of the glaze is characteristic of porcelain from the nineteenth century.

Bergen waren geliefd als locatie voor een tempel of pelgrimsoord. Weg van de afleiding van het dagelijks leven kon hier alle aandacht uitgaan naar het vrijmaken van de geest. Het heiligste gebergte staat bekend als het Diamantgebergte, in het huidige Noord-Korea. De enorme pieken van deze bergen werden in het sjamanisme vereerd vanwege hun gelijkenis met menselijke en dierlijke figuren. Ook in het boeddhisme en taoïsme waren bergen belangrijk vanwege de associatie met respectievelijk het paradijs en het eeuwige leven.6 In landschapsschilderingen waren bergen een populair onderwerp, zoals te zien is in de schilderingen van bijvoorbeeld Jeong Seon (1676-1759). Deze werden geprezen vanwege hun schoonheid en mystiek. Objecten in de vorm van bergen, zoals deze penseelhouder, waren vanwege al deze associaties zeer geschikt om dienst te doen in de studeerkamer van een geleerde. De maker heeft de grillige vormen van de rotsen treffend weergegeven. Een leuk detail zijn de twee tempels die in de berg zijn aangebracht. De enigszins blauwe tint van het glazuur is karakteristiek voor porselein uit de negentiende eeuw.

Schildering van de Geumgangsan-berg in het huidige Noord-Korea, gemaakt door Jeong Seon, 18de eeuw. Painting of Geumgangsan Mountain located in present-day North Korea by Jeong Seon, 18th century.

78




Meloenvormige wijnpot met decoratie van lotussen Goryeo-dynastie, 12de eeuw steengoed, celadon, h. 18,5 cm

Melon-shaped wine jar with a decoration of lotuses Goryeo dynasty, 12th century stoneware, celadon, h. 18.5 cm This celadon wine jar is a wonderful example of how a functional object can also be pleasing to the eye. The melon-shaped body combined with the subtly incised decoration of lotus flowers exemplifies the superb craftsmanship of ceramists during the Goryeo dynasty. A popular pastime among the elite was to gather with friends to practise calligraphy and recite poetry while imbibing rice wine. Wine and poetry go well together, as evidenced by a game that Silla-period kings played with their ladies in court. A wine cup was placed in a stream of water and the person sitting closest to the cup when it stopped had to spontaneously invent a line of poetry.7 This wine jar was found in Gaesong, the city that the founder of the Goryeo dynasty, Wang Geon (877-943), chose as his centre of power. Large quantities of ceramics with celadon glaze were produced for the capital. Moreover, this glaze was not only used on functional objects like this, but also on the roof tiles that embellished palaces and temples.

Deze celadon-wijnpot is een prachtig voorbeeld van hoe een functioneel object ook een lust voor het oog kan zijn. Het meloenvormige lichaam in combinatie met de subtiel ingesneden decoratie van lotusbloemen laat het grote vakmanschap zien van de keramisten tijdens de Goryeo-dynastie. Een populair tijdverdrijf voor de elite was het samenkomen met vrienden voor het beoefenen van kalligrafie en het reciteren van poëzie onder het genot van rijstwijn. Dat wijn en poëzie goed samengaan blijkt ook uit een spelletje dat Silla-koningen speelden met hun hofdames. Daarin werd een wijnkopje in een waterstroompje geplaatst. De persoon die het dichtst bij het kopje zat als dat tot stilstand kwam, moest ter plekke een dichtregel verzinnen.7 Deze wijnpot is gevonden in Gaesong, de stad die stichter Wang Geon (877-943) van de Goryeo-dynastie koos als centrum van de macht. Grote hoeveelheden keramiek met celadonglazuur werden voor de hoofdstad geproduceerd. Overigens werd dit glazuur niet alleen toegepast op gebruiksvoorwerpen zoals dit, maar ook op dakpannen, om paleizen en tempels mee te verfraaien.

81


Stempel in de vorm van een aap Goryeo-dynastie, 12de eeuw steengoed, celadon, h. 5 cm

Seal stamp shaped as a monkey Goryeo dynasty, 12th century stoneware, celadon, h. 5 cm Seals were used in two ways: for signing official documents within the civil service and personal letters among friends and family, and for approving comments made in the margins of paintings. The latter use was intended as a tribute to the artist and his style. A person could own several types of seal stamps and they were also exchanged as gifts. Stamps were usually made of wood or bronze; jade, silver or gold versions were even more exclusive. Important specimens were kept in an accompanying box. This stamp shaped as a monkey sitting on lotus leaves is made of stoneware covered with a celadon glaze. The monkey is not native to Korea, but was introduced during the Unified Silla period as one of the twelve animals of the Chinese zodiac. As such, the monkey was associated with protection and good fortune. This seal stamp was used for personal affairs. The exact meaning of the characters on the seal face is not yet known.

Zegels werden op twee manieren gebruikt: enerzijds voor het signeren van officiële documenten in de ambtenarij en persoonlijke brieven voor vrienden en familie, anderzijds voor het signeren van commentaar dat in de zijlijn van schilderingen werd gegeven. Dit laatste gebruik was bedoeld als eerbetoon aan de kunstenaar en zijn stijl. Iemand kon meerdere zegelstempels bezitten en ze werden ook als cadeau gegeven. Meestal werden stempels gemaakt van hout of brons; nog exclusiever waren die van jade, zilver of goud. Belangrijke exemplaren werden in een bijbehorende doos bewaard. Dit stempel van een aapje, zittend op lotusbladeren, is gemaakt van steengoed met een celadonglazuur. De aap komt van oorsprong niet voor in Korea, maar raakte tijdens de Verenigde Silla-periode bekend als een van de twaalf dieren van de Chinese zodiac. Als zodanig werd de aap geassocieerd met bescherming en geluk. Dit stempel werd gebruikt voor persoonlijke zaken. Van de karakters op de onderkant is vooralsnog niet bekend wat ze precies betekenen.

82


83


ceremonies en rituelen

ceremonies and rituals

Nature plays an important role in the aforementioned origin myth of Hwanung (see p. 21), for example, when Hwanung descended to earth and alighted on Baekdu Mountain. Tradition has it that during Hwanung’s stay on earth, a bear and a tiger came to him expressing the desire to change into human beings. He ordered them to spend one hundred days in a cave without sunlight and to eat only garlic and mugwort.1 If they succeeded they would be rewarded. The tiger’s patience soon ran out and it fled from the cave. But the bear persisted and was transformed into a woman. Hwanung married her, and she bore him a son, who became the founder of Korea. The story is intimately intertwined with the oldest belief system in Korea, Shamanism, and underscores the importance of animals and nature. With the introduction of Buddhism and Confucianism, these natural elements became intertwined with the various ideologies. For example, the tiger, as the god of mountains, was included as one of the patron saints of the Buddha. The prominent role of mountains as sacred places in direct contact with heaven was also incorporated. This made them ideal locations to build temples and other shrines. Buddhism was introduced to Korea via China around the fourth century. This religion became very influential during the Three Kingdoms period, both among the elite and the wider population. During the Unified Silla period, Buddhism was therefore an important means of uniting the empire and the newly conquered territories.

In de eerdergenoemde stichtingsmythe van Hwanung (zie p. 21) speelt de natuur een belangrijke rol. Zo belandde Hwanung bij zijn komst naar de aarde op de Baekduberg. Volgens de overlevering kwamen tijdens zijn verblijf een beer en een tijger naar hem toe met de wens om in een mens te veranderen. Hij beval ze honderd dagen in een grot door te brengen zonder zonlicht en met als enige voedsel knoflook en bijvoet.1 Als ze daarin slaagden zouden ze beloond worden. De tijger werd al snel ongeduldig en liep weg uit de grot. De beer hield echter vol en veranderde vervolgens in een vrouw. Met haar kreeg Hwanung een zoon, die de grondlegger van Korea werd. Het verhaal is innig verweven met de oudste religie in Korea, het sjamanisme, en toont het belang van dieren en de natuur. Met de introductie van het boeddhisme en het confucianisme raakten deze natuurlijke elementen verweven met de verschillende stromingen. Zo werd de tijger als god van de bergen opgenomen als een van de beschermheiligen van de Boeddha. De prominente rol van bergen als heilige plekken die in contact stonden met de hemel, werd ook geïncorporeerd. Het waren ideale plekken voor tempels en andere heiligdommen. Het boeddhisme werd omstreeks de vierde eeuw via China in Korea geïntroduceerd. In de tijd van de Drie Koninkrijken werd dit geloof zeer invloedrijk, zowel bij de elite als bij de gewone bevolking. Tijdens de Verenigde Silla-periode was het boeddhisme daarom een belangrijk middel om het rijk en de nieuw veroverde ge106


Large temples were built throughout the country.2 Most of these temples no longer exist, but the tiles that covered the roofs have been found in large numbers during archaeological excavations, giving an idea of how imposing these structures must have been. Korean scholars went to China during this period to study Buddhism and returned with important texts. In order to be able to distribute these texts more widely and thus share their teachings, the characters were incised into woodblocks. The oldest known book made with this printing technique is a copy of a Buddhist text from 751.3 The influence of Buddhism grew even more during the Goryeo period. The royal family and the elite spent large sums of money on building temples and commissioning statues and extravagant devotional objects. This annoyed the adepts of Confucianism, who gained an ever-increasing following. A new era began with the introduction of Neo-Confucianism as the official state doctrine during the Joseon dynasty. The power of the Buddhist clergy was severely curtailed, as were the enormous landholdings of the many temples. Within Neo-Confucianism, the role of the ruler as upholder of order in the country became the focus. Of great importance here was the veneration of the forefathers.4 Under King Sejong (r. 1418-50), a start was made on the ‘manual of the five state rituals’, which was eventually finalised in 1474. It described how all five types of rituals should be prepared and performed, such as a king’s funeral or official state banquets for diplomatic guests, mostly from China. For each of these state events, a temporary committee (dogam) was appointed to deal with the arrangements.5 The king, queen or crown prince played central roles in the numerous ceremonies performed throughout the year. Scroll paintings (uigwe) from the Joseon dynasty offer a unique insight into how these ceremonies were conducted. These paintings were made immediately

bieden te verenigen. Er werden door het hele land grote tempels gebouwd.2 De meeste van deze tempels bestaan niet meer, maar de dakpannen die de daken bedekten zijn in grote aantallen gevonden tijdens archeologische opgravingen en geven daarmee een beeld van hoe imposant deze bouwwerken moeten zijn geweest. Koreaanse geleerden gingen in deze periode naar China om daar het boeddhisme te bestuderen en zij brachten belangrijke teksten mee naar huis. Om deze teksten in grotere oplages te kunnen verspreiden en zo de kennis te delen, werden houten blokken gebruikt waarin de karakters waren uitgesneden. Het oudst bekende boek dat met deze boekdruktechniek is gemaakt, is een kopie van een boeddhistische tekst uit 751.3 Tijdens de Goryeo-periode werd de invloed van het boeddhisme nog groter. De koninklijke familie en de elite gaven grote bedragen uit voor het bouwen van tempels en het vervaardigen van beelden en luxe voorwerpen voor devotie. Dit tot ergernis van de adepten van het confucianisme, die een steeds grotere aanhang kregen. Met de invoering van het neoconfucianisme als officiële staatsdoctrine ten tijde van de Joseon-dynastie brak er een nieuw tijdperk aan. De macht van de boeddhistische geestelijken werd flink ingeperkt, inclusief het enorme landbezit van de vele tempels. In het neoconfucianisme kwam de rol van de heerser als degene die de orde in het land moest bewaren, centraler te staan. Van groot belang daarbij was de verering van de (voor)-ouders.4 Onder koning Sejong (r. 1418-1450) werd begonnen aan de ‘handleiding van de vijf staatsrituelen’, die uiteindelijk in 1474 haar definitieve vorm kreeg. Hierin stond voor alle vijf de rituelen beschreven hoe ze voorbereid en uitgevoerd dienden te worden, zoals die voor een begrafenis van de koning of het organiseren van officiële staatsbanketten voor diplomatieke gasten, meestal uit China. Voor elk van deze staatsevenementen werd een tijdelijke commissie (dogam) aangesteld, die zich bezighield met de uitvoering.5 In de talloze ceremonies die door het jaar heen werden uitgevoerd, was er een centrale rol weggelegd voor de koning, koningin of kroonprins. Rolschilderingen (uigwe) uit de Joseon-tijd geven een uniek beeld van hoe deze ceremonies verliepen. Deze schilderingen werden direct

Volgende pagina’s: Ceremoniële scène uit een schildering gemaakt ter gelegenheid van het welkomstbanket van de gouverneur van Pyeongan, 18de eeuw. Following pages: Ceremonial scene from a painting made on the occasion of the welcoming banquet for the governor of Pyeongan, 18th century.

107


108


109


after a ceremony to record who was present and how the various procedures were carried out. They served as ‘manuals’ for future ceremonies.6 These paintings also show which ceramics were chosen and how they were used, for example, for offering food, displaying flowers or burning incense. The performance of ceremonies has played an important role throughout Korea’s history, both at the court and among the population. Customary important events were celebrating a child’s first birthday, the 60th birthday, marriage and commemorating the ancestors. The utilitarian aspect of ceramics made it an ideal material to use in all these different rituals, the quality of which, of course, depended on how much a person could spend. The decorations and shapes that were widely used in each period offer a rich perspective on Korean symbolism through the ages.

na afloop van een ceremonie vervaardigd, om op te tekenen wie er aanwezig waren en hoe de verschillende procedures uitgevoerd werden. Dit diende als ‘handleiding’ voor toekomstige ceremonies.6 Op deze schilderingen is ook te zien wat voor keramiek er werd gebruikt en hoe, zoals voor het offeren van voedsel, het presenteren van bloemen of het branden van wierook. Ceremonies speelden gedurende de hele geschiedenis van Korea een belangrijke rol in de maatschappij, zowel aan het hof als onder de bevolking. Prominente algemene gebeurtenissen waren de eerste verjaardag van een kind, de zestigste verjaardag, het huwelijksfeest en de herdenking van de voorouders. De praktische aard van keramiek maakte het een ideaal materiaal om bij al deze verschillende rituelen te gebruiken, waarbij de kwaliteit uiteraard afhankelijk was van wat iemand had te besteden. De decoraties en vormen die in elke periode gangbaar waren, geven een rijk beeld van de symboliek door de eeuwen heen.

110


Lotusvormige dakversiering Baekje-koninkrijk, 6de eeuw aardewerk, d. 16,5 cm

Lotus-shaped roof ornament Baekje kingdom, 6th century earthenware, d. 16.5 cm Under the influence of Buddhism, the lotus became a widely used decorative pattern in Korean art and architecture, as can be seen in the many lotus-shaped roof ornaments from the Goguryeo, Baekje and Silla kingdoms. These were used to decorate temples, tombs and palaces. Many roof tiles and ornaments have been found during archaeological excavations since the twentieth century. In 1975, for example, more than 500 types of roof tile were found in the Donggung palace complex in the ancient Silla capital of Gyeongju. The Sumguk yusa states that during the halcyon days of this city, there were more than 178,936 houses, spread over many streets in 1360 districts. There was ample room for entertainment in special places where the elite spent their time.7 Most of these structures had earthenware roof tiles in various shapes. Besides the lotus, ornaments shaped as monster masks were often placed facing the four compass directions on the corners of the roof to ward off evil spirits.

Onder invloed van het boeddhisme werd de lotus een veelgebruikt decoratiepatroon in de Koreaanse kunst en architectuur, zoals te zien is in de vele lotusvormige dak-ornamenten uit de Goguryeo-, Baekje- en Silla-periode. Deze werden gebruikt om de daken van tempels, graven en paleizen mee te versieren. Sinds de twintigste eeuw zijn bij archeologische opgravingen heel wat dakpannen en ornamenten gevonden. Zo werden in 1975 in de oude Silla-hoofdstad Gyeongju meer dan vijfhonderd soorten dakpannen gevonden in het Donggung-paleiscomplex. In de Sumguk yusa wordt beschreven dat er in de bloeitijd van deze stad meer dan 178.936 huizen waren, verdeeld over vele straten in 1360 wijken. In speciale gelegenheden waar de elite zijn tijd doorbracht, was veel ruimte voor vermaak.7 De meeste van deze bouwwerken waren voorzien van aardewerken dakpannen in allerlei vormen. Behalve de lotus werden op de hoeken van het dak in de vier windrichtingen ook vaak ornamenten in de vorm van monstermaskers geplaatst om de kwade geesten af te weren. 111


Bord met gestempelde decoratie en inscriptie 長興 Joseon-dynastie, 15de eeuw steengoed, buncheong, h. 18,4 cm

Plate with a stamped decoration and the inscription 長興 Joseon dynasty, 15th century stoneware, buncheong, h. 18.4 cm In 1417, King Taejong (r. 1400-18) issued a decree making it compulsory for ceramics produced for the court to bear the name of the office for which they were made. Buncheong was in great demand among the elite, and it was not uncommon for pieces to vanish after the ceremonies in which they were used. The court hoped that these inscriptions would prevent this. Buncheong with the inscription ‘Jangheung’ or ‘Jangheunggo’ is the most widespread. This bureau was responsible for supplying mats, paper, ceramics and other practical items to the various departments at the court. Sometimes objects were marked with the place of production or the name of the maker. The latter was likely done as a form of quality control. Special inspectors were appointed to visit the various production sites to assess the quality of the work.8 The shapes and decorations of buncheong ceramics for the court were fairly standardised. Stamped or incised decorations often covered the entire object, as can also be seen on this bowl.

In 1417 vaardigde koning Taejong (r. 1400-1418) een wet uit die het verplicht stelde om keramiek die was geproduceerd voor het hof, te voorzien van de naam van het ministerie waarvoor ze werd gemaakt. Buncheong was enorm in trek bij de elite en het kwam regelmatig voor dat stukken verdwenen na afloop van de ceremonies waarvoor ze waren gebruikt. Door de inscriptie hoopte het hof dit tegen te gaan. Buncheong met de inscriptie Jangheung of Jangheunggo komt het meest voor. Dit ministerie was verantwoordelijk voor de levering van matten, papier, keramiek en andere praktische zaken die door de verschillende afdelingen aan het hof werden gebruikt. Soms werd ook de productieplaats of naam van de maker aangebracht. Dit laatste gebeurde waarschijnlijk als een vorm van kwaliteitscontrole. Er waren speciale controleurs aangesteld die de verschillende productieplaatsen moesten bezoeken om hun werk op kwaliteit te beoordelen.8 De vormen en decoraties van buncheong-keramiek voor het hof waren vrij gestandaardiseerd. Gestempelde of ingesneden decoraties bedekten vaak het hele object, zoals ook te zien is op deze kom.

112




Kundika Goryeo-dynastie, 12de eeuw steengoed, celadon, h. 36,6 cm

Kundika Goryeo dynasty, 12th century stoneware, celadon, h. 36.6 cm This type of water jug is known as a kundika. This word is derived from Sanskrit, a language from India that was used for sacred Hindu and Buddhist texts. With the spread of Buddhism throughout Asia, monks travelled with all kinds of objects for performing rituals. One of these was the kundika. The opening on the side was used to fill it with water, which was then poured through the narrow spout at the top during a ritual. Originally, kundika were made of gold, silver or bronze, but in both China and Korea they were also made of ceramics. Buddhism was the dominant religion in the Goryeo kingdom. The numerous temples and monasteries greatly stimulated the production of ceremonial attributes such as the kundika. The production of these objects came to an end when the power and influence of the Buddhists were curbed during the subsequent Joseon dynasty. This shape is thus a typical product of the Goryeo kingdom.9

Dit soort waterkannen staat bekend als kundika. Dat woord heeft zijn oorsprong in het Sanskriet, een taal uit India die werd gebruikt voor de heilige teksten van het hindoeïsme en boeddhisme. Met de verspreiding van het boeddhisme door heel Azië brachten monniken ook allerlei objecten met zich mee voor het uitvoeren van de rituelen. Een daarvan was de kundika. Via de opening aan de zijkant werd de kan met water gevuld, dat vervolgens tijdens een ritueel werd uitgeschonken door de smalle tuit aan de bovenkant. Oorspronkelijk werden kundika uitgevoerd in goud, zilver of brons, maar zowel in China als Korea werden ze ook in keramiek gemaakt. Tijdens de Goryeo-dynastie was het boeddhisme de dominante religie. De vele tempels en kloosters leidden ertoe dat de productie van attributen die nodig waren bij de ceremonies, zoals de kundika, enorm werd gestimuleerd. Met de inperking van de macht en invloed van het boeddhisme tijdens de daaropvolgende Joseon-dynastie kwam ook een einde aan de productie van deze objecten. De vorm is daarmee een typisch product van de Goryeo-periode.9

115


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.