Tekst: Roeland Verbist Fotografie: Jeroen Hanselaer
Salute! Op wijnreis door de Italiaanse laars
Het verhaal van twee generaties Licata Vini
‘Ik voel mij nog helemaal Siciliaans. Niet Italiaans, nee. Sicilië, dat is eigenlijk een ander land.’ Calogero Licata
236
Sicilia
S
icilië is de grootste regio van Italië en komt ook op de eerste plaats qua wijngaardgrootte. In het verleden was het eiland niet altijd een uitblinker op het vlak van evenwichtige, verfijnde wijnen, maar anno 2014 kan Sicilië bogen op sublieme frisse witte wijnen vol zalvend pitfruit en minerale rode wijnen die bulken van de fruitenergie. Voor de toeristische lezers: nu nam ik nog de veerboot om de oversteek van Calabrië naar Sicilië te maken, maar in 2016 zou de langste hangbrug ter wereld klaar moeten zijn voor gebruik. Ongetwijfeld een indrukwekkend resultaat.
238
Druivenrassen
Sicilië kan prat gaan op vele autochtone druivenrassen, zowel witte als blauwe. Bij de witte val ik meteen met het allerbelangrijkste en meest aangeplante ras in huis: de catarratto bianco. Trouwens ook meteen de tweede meest aangeplante druif in heel Italië. Tot 2007 dacht men soms dat er twee verschillende soorten catarratto bestonden: de bianco commune en de bianco lucido. Dat blijken nu gewoon twee klonen te zijn van exact dezelfde druif. Daarom spreekt men nu algemeen over catarratto bianco. Dit ras vinden we eigenlijk hoofdzakelijk in het westen van het eiland, rond Trapani, maar het wordt ook over heel het eiland geteeld, als basis van vele witte IGT Sicilia-wijnen (nu DOC Sicilia). Telkens wanneer ik bij een blinddegustatie mijn medewijnliefhebbers catarrattowijn voorschotel, verkneukel ik me in het feit dat niemand dit als een witte wijn uit een warm klimaat typeert. Friskrokant fruit met voldoende zuren zorgen nu eenmaal voor elegantie in het glas. Een ander belangrijk wit ras is grillo, waarvan een DNA-onderzoek in 2008 heeft uitgewezen dat het afkomstig is uit een kruising van catarratto en moscato d’alessandria (ook wel zibibbo genoemd). Grillo was lange tijd de sterkhouder achter de populaire versterkte wijn Marsala, maar haar succes op dit vlak nam af ten voordele van de productievere rassen catarratto en inzolia. Deze laatste is eveneens een oud Siciliaans ras dat reeds in de 17de eeuw vernoemd werd in geschriften. Vroeger was haar hoofdbestaansreden eveneens de Marsalawijn, tegenwoordig is het een vaste blendpartner voor veel droge witte wijnen in talrijke DOC’s, samen met catarratto en inzolia. De beste wijnen op basis van inzolia hebben naast een uitgesproken fruitig aroma (witte perzik) ook iets nootachtigs.
Op het vlak van blauwe druivenrassen is ook één ras heer en meester: de nero d’avola, genoemd naar en vermoedelijk ontstaan in het stadje Avola, in het zuidoosten van Sicilië. De populariteit blijkt duidelijk uit het feit dat dit met ruime voorsprong de meest aangeplante blauwe druif op het eiland is. We onderscheiden drie soorten liefhebbers van deze druif. Sommige producenten zweren bij een pure (niet-geblende) nero d’avola, anderen blenden graag met internationale rassen zoals cabernet sauvignon, en een laatste groep acht de vaste band met frappato optimaal. Als solozanger vinden we de kruidige (denk aan syrah) maar fruitige nero d’avola in tal van appellaties zoals Eloro, Erice en Vittoria. De reden waarom frappato door velen als perfecte aanvulling wordt gezien, ligt voor de hand. Hoewel dit ras delicate wijn geeft, brengt het geparfumeerde florale en zachtfruitige toetsen met zich mee (in de aard van gamay), wat een perfecte aanvulling vormt op het wilde karakter van nero d’avola. Nerello mascalese en nerello cappuccio (ook gekend onder het synoniem nerello mantellato) zijn ook twee aromatische rassen. De eerste is krachtiger, voller en ook beter dan de tweede, maar de beide rassen floreren zij aan zij op de flanken van de Etna in de gelijknamige appellatie. Ook in de DOC Faro vind je ze terug, hoewel het aandeel van de nerello mascalese in beide appellaties groter is. Beide rassen geven lichtgekleurde rode wijnen met frisse aciditeit en een geparfumeerd floraal karakter, ondersteund door zacht aardbeifruit. De jonge wijnen kunnen nog wel eens getekend zijn door stroeve tannine, maar na enkele jaren flesrijping zijn het net deze wijnen die evolueren tot echt ongezien complexe, geparfumeerde pareltjes. Ten slotte is ook nog de zeldzamere druif perricone (of haar synoniem pignatello) het vermelden waard. Dit is een tanninerijke druif met donkere schil, die vaker met nero d’avola geblend wordt dan ze solo in de fles zit. Als blenddruif kan je ze wel eens tegenkomen in de DOC’s Alcamo, Contea di Sclafani en Eloro.
SICILIA
Appellaties
Anno 2013 telt Sicilië 24 herkomstbenamingen waarvan er één DOCG-status verworven heeft: Cerasuolo di Vittoria. Deze herkomstbenaming (die als territorium het gebied rond het stadje Vittoria in het zuiden van het eiland heeft) werd in 1973 al tot DOC gekroond en promoveerde in 2005 tot DOCG. Het is altijd een verplichte blend van nero d’avola (50-70%) en frappato (30-50%). Voor de nieuwsgierigen: het topdomein Cos toont jaar na jaar met haar fantastische ‘Cerasuolo’ tot welk vuurwerk dergelijke blend in staat is. Daarnaast zijn er 23 DOC’s, een aanzienlijk aantal waarbij ik toch de wenkbrauwen frons, wetende dat er zo weinig DOC-wijn gemaakt wordt… Allicht in een poging om net dit te veranderen, is er eind 2011eenbelangrijkewijziginggebeurdenwerdeennieuwe DOC gecreëerd, wel een hele rare vogel trouwens: de IGT Sicilia werd afgeschaft en omgezet in een DOC Sicilia. Bij de nieuwe status geldt – net zoals dat het geval was voor de toenmalige IGT Sicilia – dat het territorium de hele regio Sicilië kan omvatten. Het lijkt me duidelijk dat deze maatregel enkel genomen werd om het aandeel van Sicilië in de lijsten over aantal hectoliters geproduceerde DOC-wijn op te krikken. De productievoorschriften zijn minstens heel bizar te noemen: maar liefst 26 (!) verschillende druivenrassen mogen gebruikt worden, solo of zelfs in combinatie onderling, wat een onoverzichtelijke regenboog aan wijnstijlen geeft. Gelukkig is zo’n bizarre druivenkeuze (of net het totale gebrek aan keuze) niet terug te vinden in andere DOC’s. De oude maar niet onbelangrijke herkomstbenaming DOC Alcamo (°1972) in het noordwesten van het eiland, bijvoorbeeld, laat naast nero d’avola wel nog andere blendpartners toe, maar de king of Sicilian grapes moet toch minimaal 60% aanwezig zijn in de rode wijnen en catarratto idem dito in de witte wijnen. Ook de nog
steeds aan belang winnende DOC Etna, op de noordoostelijke flanken van de gelijknamige vulkaan, is zeker het vermelden waard. Los van de prachtige ligging van de wijngaarden, op de glooiende vulkaanhellingen, zijn ook de druivenrassen bijzonder. Hier vinden we de beide nerellobroertjes terug: nerello mascalese (minimaal 80%) die eventueel kan aangevuld worden met de zachtere en lichtere nerello cappuccio (maximaal 20%). Deze druivenrassen verlenen de rode Etnawijnen hun zacht, delicaat parfum, floraal getint met fris rood fruit. De witte Etnawijnen zijn dan weer hoofdzakelijk gebaseerd op de carricantedruif. Ik herinner me nog goed mijn allereerste kennismaking met de rode Etnawijnen van Terre Nere; omwille van hun prachtig, bijna etherisch parfum kon ik bijna niet geloven dat dit Siciliaanse wijn was. Verder is er nog een herkomstbenaming die ik evenmin in de schaduw mag laten, en dat is de DOC Faro in het uiterste noordoosten van het eiland. Deze herkomstbenaming was zo goed als uitgestorven toen in 1985 Salvatore Geraci, eigenaar van Azienda Agricola Palari, dit domein overkocht met de ambitie om de faam van Faro opnieuw wereldwijd te laten klinken. Hij was de grote herbronner van deze appellatie, die gebaseerd is op nerelloblends. Tot slot vermeld ik uiteraard ook nog even de fantastische maar eerder zeldzame zoete wijnen van de DOC Malvasia delle Lipari (gemaakt van de witte malvasia) op de Liparische eilanden ten noorden van het grote eiland, en van de DOC Moscato di Pantelleria van het gelijknamige piepkleine eilandje, ver ten zuiden van Sicilië maar er wel toe behorend. Zoals de naam aangeeft, is deze laatste wijn gemaakt van een van de vele soorten muskaatdruiven (zibibbo in dit geval, wat een synoniem is voor moscato d’alessandria).
239
242
PALARI www.palari.it Producenten
MOR G A N T E www.morgantevini.it Gesteund door het enthousiasme van zijn zonen Carmelo en Giovanni, begon Antonio Morgante in 1994 ten noordoosten van Agrigento met de productie van de gelijknamige wijnen. In 1997 vond Morgante in topoenoloog Ricardo Cotarella de juiste partner voor de productie van grote rode wijnen van de plaatselijke nero d’avola. Op enkele tientallen kilometers van de historische tempels van Agrigento liggen de 200 hectare wijnstokken en amandelbomen, op een hoogte tussen 350 en 500 meter. Aangezien er geen appellatie bestaat in de regio van Agrigento zijn de vier wijnen van het domein IGT’s, hoewel ze alle vier met enkel nero d’avola gemaakt zijn. De hypermoderne winery produceert twee fruitige nero d’avolawijnen (‘Scinthilì’ en de gewone ‘Nero d’Avola’) met geen of beperkte houtrijping, en daarnaast een krachtige houtgerijpte versie (‘Don Antonio’), waarvan de naam verwijst naar de stichter. Ten slotte maken ze ook nog een witte wijn ‘Bianco di Morgante’ die ook van nero d’avola gemaakt is. Een bijzondere smaakervaring omwille van de combinatie tussen de gestructureerde kracht van een rode wijn en de fruitige frisheid van een witte wijn.
Het domein Palari is de meest bekende naam binnen de miniscule DOC Faro, die slechts 21 hectare aan wijngaarden bevat, verdeeld over 17 domeinen in het noordelijke puntje van Sicilië, in de buurt van Messina. De wijnen van Faro hadden een stevige reputatie in de 14de eeuw en waren dan ook het voorwerp van handel in en rond Messina. Enkele wijngaarden die aan het begin van de 20ste eeuw waren overgebleven, hebben intussen geschiedenis geschreven in de wijnwereld. In 1985 kocht Salvatore Geraci, eigenaar van Azienda Agricola Palari, deze immers op, met de ambitie om de naam Faro op de lijst van grote Italiaanse wijnen te plaatsen. Hij was en blijft de herbronner van deze appellatie. De gebruikte druiven zijn nerello nascalese (45-60%) en nerello cappuccio (15%-30%) zoals bij de buren op de Etna, maar hier vinden we ook nog nocera (5-10%) en de gaglioppo, de sangiovese en andere lokale druiven. Het domein strekt zich uit over 6 hectare en beschikt ook over 1,5 hectare in de DOC Faro. De rest valt onder de nieuwe DOC Sicilia. De wijnstokken zijn los van elkaar (d.w.z. niet-geleid) aangeplant, op erg steile hellingen met een zuid/zuidoostelijke richting. De opbrengsten zijn laag en alles in deze piepkleine wijngaarden gebeurt handmatig. In de kelder maakt men gebruik van moderne technieken en de allerbeste Franse eiken vaten (Tronçais en Allier), hoewel men de laatste jaren minder nieuw hout gebruikt om het fruit zoveel mogelijk te laten spreken. In totaal worden drie wijnen geproduceerd, waarvan twee onder de overkoepelende DOC Sicilia – de instapwijn ‘Rosso del Soprano’ en het moderne vlaggenschip ‘Santa Nè’ – en één onder de DOC Faro.
SICILIA
CAL A T R A S I – TE R R E D I G I N E S T R A www.calatrasi.it De familie Miccichè is in het noordwesten van Sicilië al sinds de 18de eeuw bezig met wijnmaken. In San Cipirello, vlakbij Palermo en de thuishaven van Cantine Calatrasi, leidt Maurizio Miccichè de onderneming sinds 1981 over het pad van internationale innovatie. Met de Verenigde Staten en Europa als belangrijkste afzetmarkten – in totaal wordt geëxporteerd naar maar liefst 29 landen – ligt de focus op fruitige speelse en moderne wijnen van enerzijds de autochtone witte rassen catarratto en grillo en anderzijds de blauwe nero d’avola en de internationale succesdruif syrah. De combinaties van moderne vinificatietechnieken en traditionele variëteiten worden gebotteld onder de labels ‘Terre di Ginestra’ en ‘Terrale’. Aangezien Calatrasi ook wijnmaakprojecten in Apulië en Tunesië leidt, werd in 2010 beslist om al de activiteiten overzichtelijk onder te brengen onder ‘Calatrasi – Mediterranean Domains Holding’, waarbij de 230 hectare moderne – sinds 1998 aangeplante – wijngaarden in Sicilië nog steeds het zwaartepunt vormen. TER R E N E R E www.tenutaterrenere.com Op de noordelijke flanken van de Etna, tussen de dorpen Solicchiata en Randazzo, op 600 tot 1000 meter boven de Middellandse Zee, ligt het stukje land waar de dromen van Marco de Grazia waarheid werden. Marco runde al vele jaren een bijzonder succesvol mondiaal exportbedrijf van de fijnste Italiaanse wijnen, en realiseerde in 2002 uiteindelijk zijn ultieme droom: een eigen wijndomein. Ongeveer 15 van de 23 hectare is beplant met autochtone wijnstokken waarvan de leeftijd sterk varieert. De ‘jongste’ zijn een goede 45 jaar oud, de oudste stonden reeds in 1870 in de vul-
kanische bodem en wisten de destructieve druifluis te verschalken, vandaar ook de naam van de beste cuvée: ‘Pre-phylloxera’. In totaal worden negen wijnen geproduceerd, allemaal onder de appellatie DOC Etna: twee witte, één rosato en zes rode wijnen. De niet-houtgerijpte Etna bianco is een field blend van oude stokken carricante, catarratto, grecanico en inzolia. Vanaf de jaargang 2007 wordt er ook een houtgerijpte witte topwijn ‘Vigne Niche’ – wat ‘kleine perceeltjes’ betekent – gemaakt, op basis van oude carricante alleen. De zes rosso’s op basis van hoofdzakelijk nerello mascalese, aangevuld met nerello cappuccio, blinken uit door hun elegante textuur en complexe karakter. Deze wijnen zijn zo geparfumeerd dat ze voor mij absoluut niet onderdoen voor een mooie fruitgedreven rode Bourgogne. NANFRO www.nanfro.com Op circa tachtig kilometer ten zuidwesten van Catania ligt het dorp Caltagirone, de thuishaven van Tenuta Nanfro. Dit wijndomein kwam pas in 1989 op de wijnkaart, nadat de broers Lo Certo het domein van hun vader erfden. Rond het domein liggen 37 hectare wijngaarden binnen de grenzen van de bekende appellatie Cerasuolo di Vittoria en 7 hectare olijfboomgaarden. Sinds 1998 gelden hier de strikte regels van de biologische landbouw, een duidelijk teken van het engagement van de broers. De productie bedraagt vandaag zo’n 200.000 flessen. Men werkt bijna uitsluitend met lokale druivenrassen: nero d’avola en frappato voor de rode wijnen en insolia voor de witte wijnen. Alle wijnen worden gekenmerkt door een mooie finesse en een opmerkelijke aromatische expressie.
243
244 SETTEPORTE Het biologisch gecertificeerde domein Setteporte heeft een uitzonderlijke ligging op de zuidwestelijke hellingen van de vulkaan Etna (SiciliĂŤ) in het dorp Biancavilla. De wijnbouw maakt hier sinds de oudheid deel uit van het lokale leven. De familie Portale, eigenaar van het domein, heeft haar kennis gedurende verschillende generaties doorgegeven. De eerste stappen naar de moderne wijnbouw werden door Ferdinando Portale genomen. In 2002 besliste Piero Portale het project van zijn vader verder te zetten en breidde hij het domein uit van 12 naar 27 hectare, waarvan 16,5 hectare wijngaarden zijn. Deze zijn in terrasvorm aangelegd en hebben een zuidelijke ligging op een hoogte tussen 650 en 800 meter. Dankzij de vulkanische ondergrond en het typisch mediterrane klimaat hebben deze wijnen een unieke minerale elegantie.
246
Terroir GEOGRAFIE
• Klimaat: hangt sterk af van de hoogte en de ligging; ten noorden van de Etna is het gematigd fris, ten zuiden is het bijna sub tropisch door invloed van de Sahara, het westen is mediterraan • Bodem: rond de Etna vulkanisch, elders kalk en klei • Ligging: van zeeniveau tot 1000 meter hoogte, zowel op de noordelijke als zuidelijke flanken REGIONALE SPECIALITEITEN
• In de 4de eeuw voor onze jaartelling schreef Archestratos zijn Gastronomia als ode aan de Siciliaanse keuken. Aan regionale en traditionele specialiteiten geen gebrek. • Niet minder dan zes olijfoliesoorten zijn beschermd, waarvan de Monte Etna misschien wel de meest levendige is van smaak en heerlijk is als basis voor de Siciliaanse pesto ericino. • Sicilië levert ongetwijfeld de beste pistache noten die vooral op de lage flanken van de Etna groeien, samen met cactusvijgen en bloedsinaasappelen. • Gelato di bergamotto met in chocolade gedrenkte schil van citroen uit Sorrento.
SICILIA
D . O . C . G. 22. Cerasuolo di Vittoria
D.O.C. 1. Alcamo 2. Vittoria 3. Contea di Sclafani 4. Contessa Entellina 5. Delia Nivolelli 6. Eloro 7. Etna 8. Faro 9. Malvasia delle Lipari 10. Marsala 11. Menfi 12. Monreale 13. Noto
14. Moscato di Pantelleria, Passito di Pantelleria e Pantelleria 15. Siracusa 16. Sambuca di Sicilia 17. Santa Margherita di Belice 18. Sciacca 19. Riesi 20. Mamertino o Mamertino di Milazzo 21. Erice 23. Salaparuta 24. Sicilia (su tutto il territorio regionale)
247