6
CO2
Mavo & ik STEMBUS
Tom Defrijn Elke Verkinder
Je les in eigen handen
Mavo & ik
Ontdek het onlineleerplatform iDiddit! Vooraan in dit boek vind je de activatiecode. Activeer snel je account op www.ididdit.be en maak er een geweldig schooljaar van!
vanin.be
6
© N
VA IN
© N
VA IN
Via www.ididdit.be heb je toegang tot het onlineleerplatform bij Mavo & ik 6. Activeer je account aan de hand van de onderstaande code en accepteer de gebruiksvoorwaarden. Kies je ervoor om je aan te melden met je Smartschool-account, zorg er dan zeker voor dat je e-mailadres aan dat account gekoppeld is. Zo kunnen we je optimaal ondersteunen.
!
VA
N
IN
LET OP: DEZE LICENTIE IS UNIEK, EENMALIG TE ACTIVEREN EN GELDIG VOOR EEN PERIODE VAN 1 SCHOOLJAAR. INDIEN JE DE LICENTIE NIET KUNT ACTIVEREN, NEEM DAN CONTACT OP MET ONZE KLANTENDIENST.
©
Fotokopieerapparaten zijn algemeen verspreid en vele mensen maken er haast onnadenkend gebruik van voor allerlei doeleinden. Jammer genoeg ontstaan boeken niet met hetzelfde gemak als kopieën. Boeken samenstellen kost veel inzet, tijd en geld. De vergoeding van de auteurs en van iedereen die bij het maken en verhandelen van boeken betrokken is, komt voort uit de verkoop van die boeken. In België beschermt de auteurswet de rechten van deze mensen. Wanneer u van boeken of van gedeelten eruit zonder toestemming kopieën maakt, buiten de uitdrukkelijk bij wet bepaalde uitzonderingen, ontneemt u hen dus een stuk van die vergoeding. Daarom vragen auteurs en uitgevers u beschermde teksten niet zonder schriftelijke toestemming te kopiëren buiten de uitdrukkelijk bij wet bepaalde uitzonderingen. Verdere informatie over kopieerrechten en de wetgeving met betrekking tot reproductie vindt u op www.reprobel.be. Ook voor het digitale lesmateriaal gelden deze voorwaarden. De licentie die toegang verleent tot dat materiaal is persoonlijk. Bij vermoeden van misbruik kan die gedeactiveerd worden. Meer informatie over de gebruiksvoorwaarden leest u op www.ididdit.be. © Uitgeverij VAN IN, Wommelgem, 2024 De uitgever heeft ernaar gestreefd de relevante auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Wie desondanks meent zekere rechten te kunnen doen gelden, wordt verzocht zich tot de uitgever te wenden. Eerste druk 2024 ISBN 978-94-647-0472-3 D/2024/0078/149 Art. 605774/01 NUR 130
Vormgeving en opmaak: Banananas.net Ontwerp cover + tekeningen: Tumbleweed
INHOUD HOOFDSTUK 1: Duurzaam ruimtegebruik
9
HOOFDSTUK 2: SOS Mijn geld!
31
HOOFDSTUK 3: Erfelijkheid en evolutie
61
HOOFDSTUK 4:
WOORDENLIJST KAARTEN
123 127
130
©
VA
N
TIJDLIJN
90
IN
Opgroeien in een democratische rechtsstaat
INHOUD | 3
Mavo & ik
© N
VA IN
STARTEN MET
Mavo & ik Welkom bij Mavo & ik. We leggen graag even uit hoe je met dit leerwerkboek aan de slag gaat.
1
Op weg met Mavo & ik Het leerwerkboek bestaat uit vier hoofdstukken. Deze spilfiguren nemen je mee op weg.
IN
In hoofdstuk 1: Duurzaam ruimtegebruik bestudeer je eerst het ruimtegebruik in België. Zal er in de toekomst nog wel voldoende plaats voor iedereen zijn om in België te wonen? En hoe kunnen we duurzaam omgaan met die ruimte? Je ontdekt hoe we voor een duurzaam ruimtegebruik kunnen zorgen en hoe jij daar persoonlijk een rol in kunt spelen. Dat passen we toe op jouw eigen schoolomgeving, waarbij we aan de hand van een gis-viewer bewuste keuzes voor een duurzame schoolomgeving proberen te maken.
VA
N
In hoofdstuk 2: SOS Mijn geld! bereiden we je voor op het moment dat je de school verlaat en je de eerste stappen op de arbeidsmarkt zet. Voor velen onder jullie betekent dat de eerste echte job, het eerste contract, het eerste spaargeld, de eerste belastingbrief ... Of toch maar een jaartje langer verder studeren? Je ontdekt waarom een arbeidscontract belangrijk is en welke rechten en plichten je hebt als werknemer. Je bestudeert waarom je eigenlijk belastingen op je loon betaalt en wat de overheid daar allemaal mee doet. Vervolgens leer je welke mogelijkheden er allemaal zijn om je spaargeld te laten groeien, maar ook welke risico’s dat inhoudt. Termen als ‘intrest’ en ‘inflatie’ hebben geen geheimen meer voor jou na dit hoofdstuk. Je leert ook wat te doen bij een schadegeval na een ongeluk en welke voorwaarden er aan een verzekeringspolis verbonden zijn.
©
Lotte
Anouar
Waarom zijn bepaalde lichamelijke eigenschappen erfelijk en andere niet? Hoe kan de wetenschap ingrijpen op de erfelijkheid bij mensen, dieren en planten? Mag dat allemaal zomaar of zijn daar regels voor? Dat alles leer je in hoofdstuk 3: Erfelijkheid en evolutie.
Adila STARTEN MET Mavo & ik | 5
Mavo & ik
In hoofdstuk 4 leer je hoe opgroeien in een democratische rechtsstaat je dagelijkse leven bepaalt en hoe je er gaandeweg steeds meer deel van uitmaakt en er steeds meer inspraak in krijgt. Je leert waarom de drie machten in een democratie niet zonder reden onafhankelijk van elkaar moeten kunnen functioneren. Je ontdekt waarom fake news een gevaar kan zijn voor de werking van een democratie. Als kers op de taart krijg je een snelcursus ‘geldig stemmen bij verkiezingen’. Op het einde van dit hoofdstuk ben je helemaal klaar om voluit je persoonlijke rol te spelen in onze democratische rechtsstaat.
O riënteren Een inleidende oefening over het onderwerp
IN
Een brainstormsessie
Jack
Voorkennis activeren
V oorbereiden
De noodzakelijke kennis en vaardigheden voor het U-gedeelte worden hier aangeleerd en aangereikt. Werkvormen worden aangeleerd.
N
U itvoeren Pas wat je aangeleerd hebt toe op een nieuwe oefening of situatie.
R eflecteren
VA
Elk hoofdstuk is ingedeeld in opdrachten. De kleur van de opdracht geeft aan welke stap binnen OVUR aan bod komt. Bij de laatste opdracht (reflecteren) ga je na in hoeverre je een lesdoel bereikt hebt.
Checklist
Ik kan een geldige stem uitbrengen.
Hier kan ik nog groeien.
¨
¨
Ik kan uitleggen waarom een stem ongeldig is.
¨
¨
Ik kan uitleggen wat een coalitie is.
¨
¨
Ik kan de kenmerken van een rechtsstaat met een voorbeeld uitleggen.
¨
¨
Ik kan uitleggen dat ik op verschillende niveaus in mijn dagelijks leven inspraak heb.
¨
¨
Ik weet wie er in België stemrecht heeft voor welke specifieke verkiezingen.
¨
¨
Ik kan technieken benoemen om fake news te herkennen.
¨
¨
Ik kan uitleggen wat rechtszekerheid betekent.
¨
¨
Ik kan uitleggen wat rechtsgelijkheid betekent.
¨
¨
Ik kan met een voorbeeld aantonen dat ik in een democratische rechtsstaat leef.
¨
¨
Ik houd rekening met de mening van anderen.
¨
¨
Ik kan vlot informatie opzoeken.
¨
¨
Ik kan zelfstandig opdrachten uitvoeren.
¨
¨
Ik kan vlot samenwerken met anderen.
¨
¨
© Mavo & ik
Ik kan het.
6 | STARTEN MET Mavo & ik
Vraag feedback aan je klasgenoten. Bespreek de samenwerking in groep. Evalueer jezelf.
We willen graag dat je vorderingen maakt en dat je reflecteert op je taken en leert uit feedback. Elk hoofdstuk eindigt met een checklist. Het is een hulpmiddel om zelf zicht te krijgen of je de doelen, waaraan je in het hoofdstuk gewerkt hebt, al dan niet onder de knie hebt.
2
Handig voor onderweg In de loop van elk hoofdstuk word je ondersteund door een aantal hulpmiddelen. In de woordenlijst vind je alle onderstreepte woorden terug, alfabetisch gerangschikt per hoofdstuk. In de laatste kolom kun je ook nog in je eigen woorden de begrippen verklaren.
Woordenlijst
Hoofdstuk 1 Verklaring Het Bijzonder Plan van Aanleg, plannen die in het verleden gemaakt werden om het gewestplan te verfijnen
het gewestplan
Een ruimtelijk plan waarin een exacte functiebestemming is toegekend aan heel het grondgebied van Vlaanderen
de infrastructuur
Alle voorzieningen die noodzakelijk zijn om verplaatsing van mensen en goederen mogelijk te maken, zoals wegen, spoorlijnen en kanalen
de open ruimte
Alle ruimte gelegen buiten stads- en dorpskernen voor landbouw, bos of natuur.
het ruimtegebruik
de functie die een stuk grond krijgt
het RUP
Het Ruimtelijk Uitvoeringsplan, de opvolger van het BPA. Dat is een plan waarmee de overheid in een bepaald gebied de bestemming en inrichting ervan vastlegt.
In je eigen woorden
In een chatbox voer je in groepjes of met de hele klas een gesprek over een bepaalde stelling. Het is de bedoeling dat je luistert naar elkaars mening en leert hoe anderen denken.
Hoofdstuk 2 Verklaring Verantwoordelijk gesteld worden voor de schade en de schade betalen
het arbeidscontract
De overeenkomst tussen werknemer en werkgever, waarin werkafspraken staan (synoniem: arbeidsovereenkomst)
het arbeids reglement
Daarin staan de rechten en plichten van werkgever en werknemer.
het contract van bepaalde duur
De overeenkomst die automatisch eindigt op een vooraf vastgelegde datum
het contract van onbepaalde duur
De overeenkomst waarbij geen einddatum is vastgelegd
de enkelvoudige intrest
De rentevergoeding is elk jaar gelijk. De intrest wordt berekend op het startkapitaal.
fiscaal
Wat te maken heeft met belastingen
de fraude
Een vorm van bedrog waarbij iemand je misleidt om er zelf financieel beter van te worden (synoniem: oplichting)
In je eigen woorden
CHATBOX
Woord aansprakelijk gesteld worden
a
123
Dit icoon geeft aan dat er aanvullend lesmateriaal of een extra opdracht op iDiddit staat.
N
Woordenlijst
Als wij zorgen voor een duurzaam ruimtegebruik, zullen ook onze kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen een leuke plek hebben om te wonen. Maar dan zal er iets moeten veranderen in hoe we onze open ruimte nu indelen. Hoe kunnen we het beter doen? Wat moet anders? Deel je ideeën!
IN
Woord het BPA
Bekijk de video en leg in je eigen woorden uit wat de mobiscore precies inhoudt.
VA
Deze opdrachten zijn een extra verdieping of bieden een extra uitdaging.
©
VAN IN PLUS
Soms is het handig dat je extra lesinformatie of een video- of audiofragment zelf kunt bekijken of beluisteren op je smartphone. Als je dit icoon ziet, open dan de VAN IN Plus-app en scan de pagina.
STARTEN MET Mavo & ik | 7
Mavo & ik
Het onlineleerplatform bij Mavo & ik Mijn lesmateriaal Hier vind je alle inhouden uit het boek, maar ook meer, zoals filmpjes, audiofragmenten, werkwijzers ...
IN
Extra materiaal Bij bepaalde stukken theorie of oefeningen kun je extra materiaal openen. Dat kan een bijkomend audio- of videofragment zijn, een woorden- of begrippenlijst, een extra bron of een leestekst. Kortom, dit is materiaal dat je helpt om de leerstof onder de knie te krijgen. Opdrachten Hier vind je de opdrachten die de leerkracht voor jou heeft klaargezet.
N
Evalueren Hier kan de leerkracht toetsen voor jou klaarzetten.
VA
Resultaten Wil je weten hoever je al staat met oefenen, opdrachten en toetsen? Hier vind je een helder overzicht van al je resultaten.
©
Notities Heb je aantekeningen gemaakt bij een bepaalde inhoud? Via je notities kun je ze makkelijk terug oproepen.
Meer weten? Ga naar www.ididdit.be
Mavo & ik
8 | IDIDDIT: HET ONLINELEERPLATFORM BIJ MAVO & IK
HOOFDSTUK 1 DUURZAAM RUIMTEGEBRUIK Inleiding
N
O OPDRACHT 1: Mijn eigen keuzes
IN
In dit hoofdstuk denk je eerst na over jouw toekomst. Welke keuzes ga je maken als je alleen gaat wonen? Je gaat op onderzoek. - Zal er in België altijd plaats genoeg zijn voor iedereen om er te wonen? - Waarom mag je niet zomaar overal bouwen? - Hoe kun je duurzaam omgaan met de beschikbare ruimte? Kun jij mee helpen aan een duurzaam ruimtegebruik? - Waarom moet er meer groen en blauw in een stad komen? - Hoe ziet jouw woon- en schoolomgeving eruit vanuit je luie zetel? En hoe fietsveilig is jouw schoolomgeving?
VA
Ik hou van het leven in een stad. Ik kan met mijn skateboard naar school en als paps iets vergeten is, kan ik snel even naar de winkel om de hoek.
Ik vind het superleuk om te shoppen in een grote stad, maar ’s avonds ben ik toch blij om weer thuis te zijn en rustig in de tuin te zitten.
Hier woon ik.
©
1
Beantwoord mondeling deze vragen. Waar woon jij? In een stad, in de stadsrand of op het platteland? Is het er leuk wonen? Waarom wel/niet?
Woon je ver van school?
Hoe kom je naar school? Hoe verplaats je je meestal?
Hoofdstuk 1 DUURZAAM RUIMTEGEBRUIK
9
2
Alleen wonen Nu zit je nog op de schoolbanken, maar binnen een paar jaar ga je waarschijnlijk alleen wonen. Hoe denk je dat jouw leven er dan zal uitzien? Maak deze opdracht in kleine groepen.
Stap 1: Stap 2: Stap 3: Stap 4:
Lees om de beurt een tegenstelling voor. Kies het antwoord dat jouw voorkeur draagt. Leg je keuze uit. Er zijn geen slechte antwoorden. Iedereen kiest datgene waar die zich het beste bij voelt. Verzin ten slotte met je groep zelf een tegenstelling. Die tegenstelling mag je straks voorleggen aan de andere groepen.
Tegenstelling 1 Ik wil een kleine woning of een appartement in een stad of de stadsrand.
IN
Ik wil in een (groot) huis met een tuin op het platteland wonen.
Tegenstelling 2
Later wil ik een grote tuin met gras en veel bloemen, planten en bomen.
N
Later wil ik een balkon of kleine tuin. Liefst niet met veel bloemen of planten, want ik werk niet graag in de tuin.
VA
Tegenstelling 3
Het maakt niet uit waar ik zal werken, zolang ik het graag doe en er gemakkelijk met de auto naartoe kan.
Ik zal een job kiezen waar ik probleemloos te voet, met de fiets of met het openbaar vervoer geraak.
©
Tegenstelling 4
Liefst wil ik zo weinig mogelijk de auto gebruiken. Ik zal er dan ook voor zorgen dat alles op wandelafstand van mijn huis ligt.
Ik wil wonen waar het rustig is. Het maakt niet uit of er winkels in de buurt zijn of niet. Met de elektrische fiets geraak ik overal. En om zware boodschappen te doen of op stap te gaan, neem ik de auto wel.
Tegenstelling 5
10
Hoofdstuk 1 DUURZAAM RUIMTEGEBRUIK
O OPDRACHT 2: Open ruimte Ik kan overal te voet of met de fiets naartoe. Dat vind ik leuk! Mijn broer woont op een ranch in Canada en hij moet al een uur rijden om naar de winkel te gaan. Zijn naaste buurman woont vijf kilometer verder. Dat kan ik me bij ons niet voorstellen!
Op deze kaarten zie je de evolutie van de open ruimte in Vlaanderen. De kaarten dateren uit verschillende periodes en staan nog niet in chronologische volgorde. Evolutie van de open ruimte
IN
1
N
Bekijk aandachtig de kaartjes en de legende. Uit welk jaar dateert elke kaart volgens jou? Kies uit: 1976 – 1988 – 2000 – 2050.
©
VA
Legende bebouwde grond landbouwgrond weiland
Poelmans Lien (2010). Modelling urban expansion and its hydrological impacts. Doctoraatsthesis. Katholieke Universiteit Leuven.
bos water Bron: www.bondbeterleefmilieu.be
Hoofdstuk 1 DUURZAAM RUIMTEGEBRUIK
11
2
Open ruimte Beantwoord de vragen. a
Wat is volgens jou ‘open ruimte’? De legende uit de vorige opdracht kan je helpen.
b
Welke kleur(en) krijgt de open ruimte op de kaart? ¨ rood ¨ wit ¨ groen ¨ zwart ¨ blauw
c
Wat valt op als je de evolutie van vroeger tot nu bekijkt?
d
Hoe noem je de andere ruimte op de kaart?
3
Verdwijnen van open ruimte
IN
N
Lees het artikel en markeer de oorzaak van het verdwijnen van de open ruimte. Kaarten tonen aan dat open ruimte in de stad en ook daarbuiten erg onder druk staat. Open, ononderbroken ruimte groter dan 1 000 hectare, in 1976 nog ruim aanwezig, is vandaag zeldzaam. De grote boosdoener is de baksteen die Vlamingen in de maag hebben. Dagelijks verdwijnt zes hectare
VA
aan open ruimte, vier daarvan alleen voor nieuwe woningen. Als Vlaanderen aan hetzelfde tempo open ruimte blijft innemen dan zal in 2050 41,5 % van de beschikbare ruimte volgebouwd zijn. In 1976 was dat nog 7,2 %. Dat blijkt uit een studie aan de KU Leuven.
Bron: www.standaard.be
V OPDRACHT 3: Wat zegt het plan?
©
Inleiding
België is een klein land, en toch wordt er nog altijd heel veel (bij)gebouwd. Om de beschikbare ruimte in onze omgeving goed in te richten, heeft de overheid een concreet plan opgemaakt. Elk stuk grond heeft een bestemming. Je mag dus niet zomaar overal bouwen. 1
Bestemming De bestemming van een stuk grond noem je ook het ruimtegebruik. Je kijkt in dat geval naar de functie die een stuk grond krijgt. Dat ligt vast in plannen. In het gewestplan bijvoorbeeld staat waar de woonzones liggen, waar industrie of landbouw mag komen, welke gebieden voorbehouden zijn voor groen of recreatie. Het is een gedetailleerde kaart waarop kleuren de bestemmingen van de terreinen aangeven. Ter verfijning van het gewestplan werd door de gemeenten een Bijzonder Plan van Aanleg (BPA) opgemaakt. Tegenwoordig worden geen gewestplannen of BPA’s meer opgesteld, maar worden ze geleidelijk aan vervangen door Ruimtelijke Uitvoeringsplannen (RUP). Zo wordt het duidelijk wat kan en wat niet kan met de ruimte in Vlaanderen.
12
Hoofdstuk 1 DUURZAAM RUIMTEGEBRUIK
a
Als je een stuk grond wilt kopen, moet je kijken wat je ermee kunt doen. Geef twee mogelijkheden hoe je kunt controleren welke bestemming aan een perceel werd gegeven.
b
Bekijk het instructiefilmpje. Zoek op welke bestemming jouw school kreeg in het gewestplan. Mijn school kreeg deze bestemming in het gewestplan:
INSTRUCTIEFILMPJE: GEOPUNT
Sommige dingen mag je zomaar doen, andere dan weer niet. Zoek online een antwoord op deze vragen. Mag ik zonder vergunning een zwembad in mijn tuin aanleggen?
-
JA
NEE
IN
-
Mag ik zonder vergunning een blokhut van 50 m² en 3 meter hoog plaatsen in mijn tuin? Leg uit. JA
NEE
VA
N
c
.
©
Je mag dus niet zomaar doen wat je wilt, ook al is het jouw perceel.
Hoofdstuk 1 DUURZAAM RUIMTEGEBRUIK
13
2
Gevolgen van slecht ruimtegebruik België is een klein land. Het is er leuk om te wonen, er staan mooie huizen en appartementen, het is goed gelegen, alles is goed bereikbaar dankzij een goed infrastructuurnetwerk. Dat zijn allemaal pluspunten. Maar doordat er de laatste jaren zoveel gebouwd werd, hebben we nu helaas met enkele problemen te maken.
IN
In Vlaanderen verdwijnt elke dag zes hectare open ruimte. Dat zijn ongeveer twaalf voetbalvelden.
a
N
Bekijk de video. Beantwoord daarna de vragen.
Wat betekent ‘ondoordacht ruimtegebruik’?
VA
VIDEO: RUIMTELIJK BEWUSTZIJN
Het ondoordacht ruimtegebruik heeft vijf grote gevolgen. Noteer die in de mindmap op de volgende bladzijde. De icoontjes kunnen je helpen. Tip: maak eerst een kladversie op een apart blad.
©
b
c
Staan die gevolgen los van elkaar? Leg uit aan de hand van een voorbeeld.
Voorbeeld:
d
Wat betekenen die gevolgen van het slecht ruimtegebruik nu concreet? Bedenk bij elk gevolg twee voorbeelden. Haal inspiratie uit het filmpje of bedenk zelf een voorbeeld. Noteer de voorbeelden in de mindmap.
e
Welk advies wil de professor nog meegeven aan jongeren?
14
Hoofdstuk 1 DUURZAAM RUIMTEGEBRUIK
Hoofdstuk 1 DUURZAAM RUIMTEGEBRUIK
15
IN
N
GEVOLGEN VAN ONDOORDACHT RUIMTEGEBRUIK
VA
©
V OPDRACHT 4: Mijn keuzes voor een duurzame omgeving Inleiding Ruimte is een schaars goed geworden. De gevolgen van slecht ruimtegebruik zijn nu al duidelijk voelbaar, maar ze zullen nog verergeren als we zo blijven voortdoen. We moeten er dus dringend iets aan veranderen! 1
Duurzaam ruimtegebruik Je weet ondertussen wat ruimtegebruik is. Je weet ook wat duurzaam betekent. Maar wat zou ‘duurzaam ruimtegebruik’ dan betekenen? Leg in je eigen woorden uit.
CHATBOX
IN
Als wij zorgen voor een duurzaam ruimtegebruik, zullen ook onze kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen een leuke plek hebben om te wonen. Maar dan zal er iets moeten veranderen in hoe we onze open ruimte nu indelen. Hoe kunnen we het beter doen? Wat moet anders? Deel je ideeën!
Tijd voor actie!
N
2
VA
Om te zorgen voor een duurzaam ruimtegebruik moeten we enerzijds de gebruikte ruimte verstandig gebruiken of herinrichten, en moeten we anderzijds de open ruimte die er nu is, zo goed mogelijk behouden en beschermen. Daarvoor moeten we rekening houden met een aantal zaken. Lees de tekst. Beantwoord daarna de vragen.
©
Er mag geen extra verharding komen. Dat wil zeggen dat er geen extra grond mag worden bedekt met gebouwen, asfalt of beton. Vlaanderen is nu al de meest verharde regio van Europa. Daardoor kan regen veel moeilijker in de bodem doordringen. Meer nog: we moeten ontharden door asfalt, beton of stenen weg te halen. Zo kan water ook in dorpen en steden in de bodem sijpelen. Omdat veel regenwater nu via de rioleringen rechtstreeks wordt afgevoerd naar rivieren en de zee, droogt onze bodem uit. Het aantal inwoners van Vlaanderen neemt toe. Om al die mensen een woning te geven zonder meer ruimte te gebruiken, moeten inwoners in de bestaande dorpen en steden dichter bij elkaar wonen. Daarnaast is er extra plaats nodig voor bedrijven, diensten ... Het is een absolute must om te verdichten. Dat wil zeggen dat alle functies (wonen, werken, recreatie, voorzieningen ...) meer geconcentreerd moeten worden.
Door de versnippering van functies liggen alle plaatsen waar we komen ver uit elkaar. Daarom zijn mensen lang onderweg naar al hun activiteiten en verliezen ze veel tijd. Het is beter om functies zo veel mogelijk te verweven. Dat kan door in dezelfde buurt of hetzelfde gebouw woningen, winkels, ontspanningsruimte en werkplaatsen (zoals een kantoor of fietsherstelplaats) samen te brengen in plaats van ze ver van elkaar te scheiden.
16
Hoofdstuk 1 DUURZAAM RUIMTEGEBRUIK
De huishoudens worden steeds kleiner. Niet iedereen heeft dus een vrijstaand huis met tuin of drie slaapkamers nodig. Bovendien zoeken mensen tijdens hun leven niet altijd dezelfde soort woning. Jonge mensen hebben misschien genoeg aan een appartement, terwijl ouders met kinderen net wel een tuin willen. Oude mensen wonen dan weer liefst in de buurt van wat ze nodig hebben. We voorzien daarom best verschillende soorten woningen in dorpskernen en steden. De ruimte waarvan iedereen gebruikmaakt, noemen we de publieke ruimte. Het gaat om parken, pleinen en straten. Die moeten we zo aangenaam mogelijk ontwerpen. We houden daarbij best rekening met zo veel mogelijk mensen: rustige en schaduwrijke plekjes om te zitten voor ouderen, een speelruimte of hangplek voor jongeren, niet te veel trappen voor mensen in een rolstoel of met een kinderwagen. En de ruimte voor auto’s moeten we soms kunnen vervangen door ruimte voor wandelaars en fietsers.
IN
Meer groen in steden en gemeenten (zoals bomen, parkjes en gemeenschappelijke tuinen) beschermt tegen de hitte, zorgt voor meer rust en is goed voor de gezondheid. Maar ook buiten de centra moeten we zorg dragen voor de natuur, want dat is goed voor de biodiversiteit. Dat kan door bossen en vijvers te beschermen en ze beter met elkaar te verbinden. Of we kunnen rivieren meer plaats geven, zodat het niet erg is als ze overstromen. Zo maken we Vlaanderen klaar voor extreme regen als gevolg van de klimaatverandering.
Hoe zorg je voor een duurzaam ruimtegebruik? Noteer de zes mogelijkheden in de eerste kolom van de tabel. Gebruik kernwoorden. Hoe zorg je voor een duurzaam ruimtegebruik?
Artikel
1
2
3
4
©
VA
a
N
Bron: EDUbox Ruimtelijk Bewustzijn, www.vrt.be
b
5
6
Lees de vijf artikels op de volgende bladzijden. Op welke manier zorgt het voorbeeld uit het artikel voor een duurzaam ruimtegebruik? Noteer het nummer van elk artikel in de tweede kolom van de bovenstaande tabel.
Hoofdstuk 1 DUURZAAM RUIMTEGEBRUIK
17
1
Beleef de markt van morgen De nieuwe Grote Markt van Sint-Niklaas wordt een prettige plek om te verblijven. Het plein is vrij van drempels en hindernissen. Rond de centrale open ruimte ligt een brede groene rand, met grote terrassen en water. Het is het echte hart van de stad: een gezellige ontmoetingsplaats en een trefpunt waar altijd iets te beleven valt. Bron: www.sint-niklaas.be
21
Er groeit iets ... produceerde
Akzo
Nobel
decoratieve verf in Vilvoorde. Na de sluiting verkommerde de site, beter bekend als ‘De Levis’. Hoog tijd dus dat het terrein in de Faubourg-wijk weer op een positieve manier kleur geeft aan de buurt. De Limburgse projectontwikkelaar Kolmont wil op de 1,5 hectare grote site ‘De Perken’
IN
Jarenlang
realiseren, een nieuwbouwproject met
N
een mix van functies. De grote fabriekssite
verandert in een plek waar wonen, werken
en winkelen samenvloeien. Het project wil een meerwaarde zijn voor bewoners én omwonenden. Zo komen er groene buitenruimtes die mensen samenbrengen, een authentiek buurtgevoel creëren
VA
en de omgeving opwaarderen. Er is ook veel aandacht voor mobiliteit. In afwachting van de goedkeuring van het project door de stad Vilvoorde werden de fabrieksterreinen ingezaaid met meer dan honderdduizend hennepplanten. Eens die volgroeid zijn, maken Kolmont Bron: www.projectdeperken-vilvoorde.com
3
Waar wonen en bewegen elkaar ontmoeten in Rotterdam
©
MIX is een project in Rotterdam in de wijk Het Lage Land (Prins Alexander). Op deze plek komt een woonomgeving met circa 250 appartementen met een collectieve binnentuin, waar gezond en vitaal leven centraal staan.
Iedereen is welkom in MIX: van starters, actieve
ouderen,
singles,
koppels
tot
gezinnen. De mix van woningen zorgt voor een mix van bewoners. Ook komt er parkeerfaciliteit in het gebouw voor zowel auto’s als (bak)fietsen van de bewoners. De gemeente Rotterdam ziet verder kansen voor een nieuwe inrichting van het sportterrein en de openbare ruimte eromheen. Vandaar dat MIX ook een mooie combinatie wordt tussen bewegen en wonen! Het bouwproject MIX grenst direct aan een winkelcentrum. Er bevinden zich een supermarkt, kinderdagverblijven, scholen, sportvoorzieningen; alles ligt op loopafstand. Met de metro ben je binnen enkele minuten in het centrum van Rotterdam. Bron: www.woneninrotterdam.nl
18
Hoofdstuk 1 DUURZAAM RUIMTEGEBRUIK
Impressie: HD architecten (concept binnentuin nieuwbouwontwikkeling Wonen in MIX, Rotterdam)
en ReLife er natuurlijk isolatiemateriaal van.
4
Het groenste gebouw van het land In de Antwerpse wijk Nieuw Zuid zorgt Palazzo Verde op verschillende manieren voor een primeur in ons land. Het gebouw is niet enkel het eerste Belgische ontwerp van de bekende Italiaanse architect Stefano Boeri, het is wellicht ook het groenste gebouw in ons land en het eerste dat een belangrijke bijdrage levert in het zuiveren van de stadslucht. Het appartementsgebouw telt verschillende daktuinen en groene terrassen. In totaal zijn er 86 bomen, 1 000 struiken en 1 200 planten voorzien.
IN
Bron: www.nieuwzuid-antwerpen.be
5
Welkom in de buurt van morgen Nieuw Zuid is een nieuw stuk stad naast
het Zuid in Antwerpen, gebouwd op maat
van het leven. Een gezellige buurt, waar gewoond, gewerkt, geleefd en beleefd
N
wordt. Een architecturaal divers palet van gebouwen, ontworpen door de besten
in hun vak. Een groene buurt ook, waar mensen genieten van het uitgestrekte park
VA
en het zicht op de Schelde.
Hier krijgt de stad weer zuurstof, wordt er
slim omgesprongen met regenwater en zuinig met energie.
Stadswonen en groen, Nieuw Zuid bewijst
dat ze het uitstekend met elkaar kunnen vinden. Meer nog, het groene karakter geeft de buurt een ontspannen sfeer en een buitengewone levenskwaliteit die uniek is in een stadslandschap. Zestig procent van de terreinen is voorbehouden voor aanplantingen, wadi’s, een uitgestrekt park, speelzones en binnentuinen.
©
Bron: www.nieuwzuid-antwerpen.be
c
Aan de bovenstaande projecten wordt nog volop gewerkt. Maar gelukkig zijn er ook al heel wat projecten afgewerkt. Volg het stappenplan om enkele afgewerkte projecten van dichterbij te bekijken.
Stap 1:
Bekijk eerst project 1 op de volgende bladzijde. Noteer de naam van het project in de tweede kolom.
Stap 2:
In welke stad werd het project gerealiseerd? Noteer het volledige adres in de derde kolom.
Stap 3: Stap 4: Stap 5: Stap 6:
Omschrijf daarna kort wat het project nu inhoudt. Duid vervolgens aan waarvoor de ruimte vroeger werd gebruikt. Ga naar het volgende project en herhaal stap 1 tot en met 4. Ga naar het laatste project en herhaal stap 1 tot en met 4.
Hoofdstuk 1 DUURZAAM RUIMTEGEBRUIK
19
Stap 7:
20
Bekijk eerst het instructiefilmpje. Volg daarna het stappenplan om elk project te bekijken via Google Street View of via de Street View foto’s. Ontdek zelf hoe de omgeving veranderd is door de jaren heen.
Hoofdstuk 1 DUURZAAM RUIMTEGEBRUIK
INSTRUCTIE- STAPPENPLAN: FILMPJE: GOOGLE MAPS GOOGLE MAPS
PROJECT 3
PROJECT 2
PROJECT 1
Project
©
Nu
N
VA
Adres
Naam project
IN
¨ een drukke stadsautostrade ¨ oude pakhuizen ¨ een oude gewestweg, alles in functie van de auto
¨ een drukke stadsautostrade ¨ oude pakhuizen ¨ een oude gewestweg, alles in functie van de auto
¨ een drukke stadsautostrade ¨ oude pakhuizen ¨ een oude gewestweg, alles in functie van de auto
Vroeger
Acties op verschillende niveaus
3
a
1
Zoals je al ontdekt hebt, zijn er verschillende acties mogelijk om te streven naar een meer duurzaam ruimtegebruik. Die actie kan gekozen zijn door de overheid, door de school, door jezelf ... Door wie werden de onderstaande acties gekozen? Schrijf het nummer van elke actie op de passende plaats in de tabel. Sommige acties kun je op verschillende plaatsen noteren. Bespreek daarna jouw keuzes met een klasgenoot.
2
De hoogte in voor nieuwe woningen
3
"Meer dan één op de drie jongeren wil véél dichter bij werk wonen"
4
IN
LEEFBARE STAD DANKZIJ GROENBLAUW NETWERK 5
6
7
LAATS VAN GRIJZE SPEELP NAAR GROENE OASE
N
9
oten
veltuintjes prom
Anzegem gaat ge
8
VA
10
Grote vraag naar ‘schoolstraten’
Vlaamse regering bereikt akkoord
over betonstop
©
12
13
11
PASSIEF WONEN IS UITDAGEND EN NIET ALLEDAAGS
EEN AUTOLUWE STAD ZORGT VOOR RUST OP STRAAT EN IN HET HOOFD VAN DE STEDELING
Acties door een gemeente, stad, overheid:
b
Acties door een individu:
Acties door een school:
Wat is een schoolstraat? ¨ een straat met een schoolingang waar gemotoriseerd verkeer aan het begin en einde van de schooldag gedurende een half uur wordt geweerd ¨ een straat waar je enkel in mag als je naar school gaat ¨ een straat voorbehouden voor spelende kinderen Hoofdstuk 1 DUURZAAM RUIMTEGEBRUIK
21
4
Ik ga met de fiets!
©
VA
N
IN
Marieke en Julan fietsen vaak samen naar school. Ze houden van de natuur en van de vrijheid om probleemloos overal naartoe te kunnen gaan. Maar soms gaat het niet zo vlotjes ...
a
Eerst haalt Marieke de buitenband van de velg. Dat doet ze met een bandenlichter. Waarom doet ze dat en hoe werkt het? Markeer in de tekst. Een bandenlichter maakt het een stuk makkelijker om je buitenband los te maken van de velg. Door de bandenlichter tussen de velg van het wiel en de fietsband te plaatsen, vorm je een hefboom waardoor je meer kracht kunt zetten en de buitenband loskomt van de velg. Hefbomen worden gebruikt om je kracht te vergroten. Een hefboom heeft twee kanten. De lange kant is de kant waar je vaak een kleine spierkracht op uitoefent. Op de korte kant komt dan een grotere werkkracht te staan. Verschillende soorten gereedschap hebben een hefboomwerking. Denk aan een schaar of een nijptang.
22
Hoofdstuk 1 DUURZAAM RUIMTEGEBRUIK
b
Marieke pompt vervolgens de binnenband op. Ze zorgt ervoor dat de band niet te zacht, maar ook niet te hard opgepompt is. Dat doet ze door rekening te houden met de bandendruk of bandenspanning, uitgedrukt in bar (of psi). Zoek op. 1
Hoe bepaal je de juiste bandenspanning van je fiets?
2
Welke factoren bepalen mee de ideale bandendruk?
Waar of niet waar? Leg uit waarom (niet).
IN
3
Waar
1
Niet waar
Als de spanning te laag is, kost het trappen extra moeite.
2
N
Hoe hoger het lichaamsgewicht, hoe hoger de bandendruk.
VA
3
Als je over hobbelige wegen rijdt, zorgt een hogere bandendruk voor meer comfort.
©
4
Hardere banden geven je meer controle over je fiets.
4
Wat gebeurt er wanneer je een binnenband zonder buitenband eromheen blijft oppompen?
Kun je uitleggen waarom?
Hoofdstuk 1 DUURZAAM RUIMTEGEBRUIK
23
5
Mobiscore a
Bekijk de video en leg in je eigen woorden uit wat de mobiscore precies inhoudt.
VIDEO: MOBISCORE
b
Benieuwd naar de score van jouw buurt? Doe dan nu de test! 10 Zoek de mobiscore op van jouw woonplaats.
c
Met welke vijf voorzieningen houdt de mobiscore rekening? Mobiscore.be is een officiële website van de Vlaamse overheid uitgegeven door Departement Omgeving
IN
N
VA
V OPDRACHT 5: Groenblauwe netwerken Inleiding
©
Het wordt een uitdaging om de steden en onze planeet leefbaar, veilig, gezond en aantrekkelijk te houden. Door klimaatverandering wordt het warmer en verandert het neerslagpatroon. In veel steden in de wereld wordt actief gewerkt om meer natuur (groen) en water (blauw) in de stad te halen. De natuurlijke elementen in de stad zijn van onschatbare waarde. 1
Meer groen en blauw in de stad a
Bekijk de kennisclip. Wat is het probleem?
b
24
Geef enkele voorbeelden van -
groene landschapselementen:
-
blauwe landschapselementen:
Hoofdstuk 1 DUURZAAM RUIMTEGEBRUIK
KENNISCLIP: GROEN EN BLAUW
2
Maatregelen voor een groenblauwe stad Maak drie groepen. Elke groep krijgt een van de vragen toegewezen. Bedenk eerst samen enkele oplossingen. Zoek daarna nog extra tips op de website van Blauw Groen Vlaanderen. 1
Hoe kun je de speelplaats op een duurzame manier inrichten?
WEBSITE: SCHOLEN
2
IN
Welke maatregelen kun je nemen om jouw dak, gevel, oprit of tuin klimaatbestendig te maken?
N
VA
3
WEBSITE: BEWONERS
Hoe kun je de publieke ruimte groen en klimaatbestendig inrichten?
WEBSITE: PROFESSIONALS
©
Ontharding en vergroening gaan dus hand in hand.
Hoofdstuk 1 DUURZAAM RUIMTEGEBRUIK
25
V OPDRACHT 6: Gis-viewers Inleiding Dankzij digitale kaarten kun je vanuit je luie zetel je eigen omgeving ontdekken. Dat kan via een gis-viewer. GIS – geografisch informatiesysteem – is de verzamelnaam voor digitale kaarten over gebouwen, bossen, waterlopen … . Je kunt trouwens ook verschillende kaartlagen bekijken om extra informatie te weten te komen. Virtueel op stap Bekijk eerst het instructiefilmpje. Open daarna de gis-viewer. Geef in de zoekbalk linksboven het adres van je school in. Klik rechtsonder op ‘Lagen’. Klik op ‘Lagen toevoegen’.
Tussentijdse feedback van de leerkracht
INSTRUCTIEFILMPJE: GEOPUNT KAARTLAGEN
IN
Stap 1: Stap 2: Stap 3: Stap 4:
GIS-VIEWER
Klik op ‘Basiskaart, luchtfoto en adres’. Klik verder op ‘Luchtfoto’s’.
Kies een middenschalige zomeropname en klik door op een luchtfoto in kleur van ongeveer 10 jaar geleden.
VA
Stap 5: Stap 6: Stap 7:
N
Tussentijdse feedback van de leerkracht
Bekijk de schoolomgeving. Is er veel veranderd aan de huidige schoolomgeving? Sluit nadien de lagen door op het kruisje in de rechterhoek te klikken.
©
Stap 8:
Stap 9: Klik opnieuw op ‘Lagen’ en vervolgens op ‘Lagen toevoegen’. Stap 10: Klik op ‘Onderwijs’ en vervolgens op ‘Basisonderwijs’ en daarna op ‘Gewoon lager onderwijs’. Waar ligt de dichtstbijzijnde lagere school? Zoom eventueel uit om een grotere kaart te krijgen. Klik op het bolletje. Links verschijnt het adres.
Stap 11: Sluit de lagen. Klik opnieuw op ‘Lagen’ en vervolgens op ‘Lagen toevoegen’. Stap 12: Klik op ‘Cultuur, sport en toerisme’, vervolgens op ‘Sportaccommodaties’ en daarna op ‘Overdekt zwembad’. Zoom eventueel uit om een grotere kaart te krijgen. Waar ligt het dichtstbijzijnde overdekt zwembad? Klik op het bolletje. Links verschijnt het adres.
Stap 13: Ga op verkenning in jouw schoolomgeving en ontdek nog andere nuttige weetjes. Waar ligt de bibliotheek? Is er een camping of hotel in de buurt? ...
26
Hoofdstuk 1 DUURZAAM RUIMTEGEBRUIK
U OPDRACHT 7: Mijn keuzes voor een duurzame schoolomgeving Inleiding Je weet nu wat je kunt doen om te zorgen voor een duurzaam ruimtegebruik. Maar wat kunnen jullie zelf doen om de schoolomgeving duurzamer in te richten? Een duurzame schoolomgeving
Stap 1: Stap 2:
Kies vijf vragen uit de onderstaande lijst. Zet er een kruisje bij. Geef een antwoord op de vragen. Bedenk creatieve oplossingen.
IN
Welke veranderingen kun je doorvoeren om de speelplaats te ontharden? Kun je ergens regenwater opvangen? Wat ontbreekt op de speelplaats of op school om het voor iedereen aangenaam te maken? Hoe kan de speelplaats na de schooluren gebruikt worden door buurtbewoners? Welke andere activiteiten kunnen tijdens de schooluren gebeuren door andere gebruikers? Wie zou nog van de school kunnen gebruikmaken? Wanneer? Hoe kun je voor meer groen en natuur zorgen op school? Is het mogelijk om op het terrein een ontspanningsruimte, werkruimte, winkels ... te zetten? Waar zouden die moeten komen?
Duid de aanpassingen op jouw schets aan in een andere kleur. Stel je ideeën voor aan de klas.
VA
Stap 3: Stap 4:
N
¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨ ¨
Maak een ruwe schets van de speelplaats in de huidige toestand.
U OPDRACHT 8: Hoe fietsveilig is jouw schoolomgeving? Inleiding
©
Voor deze opdracht krijg je alle nodige informatie en documenten van je leerkracht. Fietsbarometer is een project van de universiteit van Gent om meer betrokken te geraken bij de fietsveiligheid in jouw schoolomgeving. 1
Fietsbarometer
Stap 1: Stap 2: Stap 3:
Duid je eigen fietsroute aan. Beoordeel de fietsveiligheid. Ga ermee aan de slag in een gis-viewer.
Hoofdstuk 1 DUURZAAM RUIMTEGEBRUIK
27
2
Conclusie Stel dat je een beleid moet uitstippelen in (de gemeente van) jouw school. a
Welke punten en wegen zou je dan prioritair aanpakken?
b
Welke oplossingen zouden er kunnen werken volgens jou op het vlak van: - aanleg en onderhoud (bv. afgescheiden fietspad, meer verlichting, fietsenstalling ...), - betere signalisatie (bv. wegmarkering, verkeersborden ...), - sensibilisatie en educatie (bv. verkeerscampagnes, autoloze schooldag, leren fietsen ...), - handhaving en reglementering (bv. snelheidsbeperking, meer controles ...), - ...
IN
VA
N
©
28
Hoofdstuk 1 DUURZAAM RUIMTEGEBRUIK
R OPDRACHT 9: Evalueer jezelf Duid aan of je de volgende vaardigheden goed beheerst of dat het nog beter kan. Ik kan het.
Hier kan ik nog groeien.
Ik kan uitleggen wat open ruimte is.
¨
¨
Ik kan de evolutie van de open ruimte beschrijven.
¨
¨
Ik kan het begrip ‘ruimtegebruik’ uitleggen.
¨
¨
Ik kan enkele gevolgen van een ondoordacht ruimtegebruik geven.
¨
¨
Ik kan enkele voorbeelden bij de gevolgen van een ondoordacht ruimtegebruik geven.
¨
¨
IN
Checklist
¨
¨
Ik kan uitleggen waarom duurzaam ruimtegebruik erg belangrijk is.
¨
¨
Ik kan tips geven om te werken aan een duurzaam ruimtegebruik.
¨
¨
Ik begrijp het principe van een hefboom.
¨
¨
Ik kan aan de hand van een voorbeeld uitleggen waarom de correcte bandenspanning belangrijk is.
¨
¨
Ik kan uitleggen wat een groenblauw netwerk is.
¨
¨
Ik kan een gis-viewer gebruiken om meer informatie te vinden over een bepaalde locatie.
¨
¨
Ik kan voorbeelden geven om mijn schoolomgeving duurzamer in te richten.
¨
¨
Ik kan voorbeelden geven om mijn schoolomgeving fietsveiliger te maken.
¨
¨
Ik kan mijn mening respectvol uiten.
¨
¨
Ik kan zelfstandig opdrachten uitvoeren.
¨
¨
Ik kan vlot samenwerken met anderen.
¨
¨
©
VA
N
Ik kan met behulp van een gis-viewer de bestemming van een perceel opzoeken.
Hoofdstuk 1 DUURZAAM RUIMTEGEBRUIK
29
30
© N
VA IN
HOOFDSTUK 2 SOS MIJN GELD! Inleiding
O OPDRACHT 1: Afgestudeerd, en nu? 1
Wat na het zesde jaar?
Met welke spilfiguur komt jouw situatie het best overeen? Duid aan.
©
VA
N
a
IN
Binnenkort verlaat je de school en begeef je je op de arbeidsmarkt. Voor velen onder jullie betekent dat de eerste echte job, het eerste contract, het eerste spaargeld, de eerste belastingbrief … Er zullen heel wat nieuwe elementen je pad kruisen. In dit hoofdstuk zoek je antwoorden op deze en nog veel meer vragen: - Wat na het zesde jaar? - Waarom moet je een arbeidscontract tekenen? - Welke rechten en plichten heb je als werknemer? - Waarom moet je zoveel belastingen betalen? - Wat kun je met je spaargeld doen? - Welke invloed heeft inflatie op jouw (spaar)geld?
¨ Marieke
¨ Julan
¨ Anouar
¨ Lotte
¨ ander
Hoofdstuk 2 SOS MIJN GELD!
31
b
Leg je keuze uit.
2
De juiste job Als schoolverlater is het niet makkelijk om meteen een job te vinden waarin je je thuis voelt. Ook al ben je ervoor opgeleid, of net níét. Misschien wil je eerst wel enkele jobs uitproberen om te ontdekken wat je écht boeit? Dat is exact wat schoolverlater Brecht deed. Voor het tv-programma ‘Iedereen beroemd’ voerde hij een heel jaar lang elke week een ander beroep uit.
1 2 3 4
Waarom spreken die jobs jou aan? Maak een top vijf van elementen die voor jou belangrijk zijn bij een job.
VA
b
IN
Bekijk vier filmpjes over Brecht naar keuze. Kies de filmpjes over jobs die jij ook wel zou zien zitten. Noteer hier voor welke jobs jij koos.
N
a
VIDEO’S: BRECHT WORDT…
CHATBOX
©
1 2 3 4 5
32
Dilemma: kies je voor een job die je eigenlijk niet zo leuk vindt, maar waarmee je wel erg goed verdient? Of kies je voor een leuke job waarmee je minder verdient?
Hoofdstuk 2 SOS MIJN GELD!
O OPDRACHT 2: Je eerste spaargeld
Man gooit schoenendoos, gevuld met spaargeld, in afvalbak Sorteren om daarna te kunnen recycleren. Dat had een Amerikaanse man eind vorige week alvast goed begrepen toen hij een gevulde schoenendoos in een afvalbak van een afvalverwerkings- en recyclagebedrijf gooide. Alleen besefte de man te laat dat de doos niet gevuld was met recycleerbaar materiaal, maar wel met het geld dat hij zijn leven lang bij elkaar gespaard had, een totaal van ruim 23 000 dollar (20 500 euro). In paniek belde hij naar het afvalverwerkingsbedrijf, maar daar kon men hem niet garanderen dat de schoenendoos nog teruggevonden zou worden. Bron: www.vrt.be
Je kunt je spaargeld in een doos bewaren, maar waarom is dat eigenlijk niet zo’n goed idee?
IN
a
b
Welke andere manieren bestaan er nog om te sparen?
N
V OPDRACHT 3: Job gevonden!
VA
Inleiding
Wanneer je de school verlaat en gaat werken, onderteken je een contract. Maar het ene contract is het andere niet. En waarom is een contract belangrijk? Is het een risico om te werken zonder contract? Het arbeidscontract
Je hebt je eerste job te pakken! Nu moet je nog jouw arbeidscontract of arbeidsovereenkomst afsluiten.
©
1
a
Wat is een arbeidscontract? Zoek het eventueel op en omschrijf in je eigen woorden.
Hoofdstuk 2 SOS MIJN GELD!
33
b
Er zijn verschillende soorten arbeidscontracten. Dit zijn de meest voorkomende: - contract van onbepaalde duur - contract van bepaalde duur - interimcontract - vervangingscontract - startbaanovereenkomst Noteer het passende contract bij elke omschrijving.
Dit contract wordt afgesloten tussen een interimkantoor en een werknemer. Je bent in dienst van het interimkantoor en niet van het bedrijf waarvoor je werkt. Dit soort contract is vaak een contract van een week dat telkens verlengd wordt door het interimkantoor.
IN
Dit contract heeft een begindatum én een einddatum. Het wordt vaak gebruikt bij een tijdelijke opdracht. Je weet dus op voorhand wanneer het stopt. De job kan bijvoorbeeld voor één dag of voor zes maanden zijn.
N
Je vervangt een andere werknemer tijdens zijn afwezigheid.
VA
Dit contract heeft wel een begindatum, maar geen einddatum. Het contract eindigt als jij of je werkgever beslissen om het contract stop te zetten. Als je een vaste job hebt, heb je zo’n contract ondertekend.
©
Je bent jonger dan 26 jaar en je bent ingeschreven als werkzoekende. Dan kun je werken in een startbaan. Voor de werkgever is dat positief, want hij krijgt een korting als hij jou aanwerft.
c
Waarom is een arbeidscontract belangrijk?
d
Wat is het risico van werken zonder arbeidscontract? Verduidelijk het met een voorbeeld.
34
Hoofdstuk 2 SOS MIJN GELD!
2
Wat staat er in een arbeidscontract? Je weet nu dat er verschillende soorten arbeidscontracten zijn. In elk arbeidscontract staat ongeveer hetzelfde. Bekijk een voorbeeld van zo’n contract van dichterbij.
Voltijdse arbeidsovereenkomst voor arbeiders voor bepaalde duur Tussen de ondergetekenden: de werkgever: Ovam enerzijds adres: Luistervinkenlaan 14, 2204 Mavogem vertegenwoordigd door: M. Brilliant
IN
en de werknemer: Tuur Devos anderzijds adres: Noorwegenstraat 24 2204 Mavogem rijksregisternummer: 990222 188 23 Is het volgende overeengekomen:
De werkgever werft de werknemer aan in de hoedanigheid van arbeider vanaf 7 september 2024. De prestaties van de werknemer bestaan hoofdzakelijk uit logistieke ondersteuning van het team; verantwoordelijk voor het picken van orders, het opslaan van inkomende goederen, het verpakken van goederen, goederen verzendklaar maken, het laden en lossen van vrachtverkeer.
N
1
De plaats waar het werk uitgevoerd zal worden, is gelegen op het volgende adres: Luistervinkenlaan 14 te Mavogem.
VA
De modaliteiten die van toepassing zijn als er geen vaste plaats van tewerkstelling is, worden vermeld in het arbeidsreglement.
2
De huidige overeenkomst is gesloten voor bepaalde tijd van 7/9/2024 tot en met 6/12/2024.
3
De wekelijkse arbeidsduur van de werknemer zal 38 uur bedragen, verdeeld volgens het hierna volgend uurrooster:
©
van 7u 7u 7u 7u 7u
Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag Zaterdag Zondag
tot 12u 12u 12u 12u 13u
en
van 12u30 12u30 12u30 12u30
tot 15u30 15u30 15u30 15u30
De algemene informatie over de uurroosters is in het arbeidsreglement opgenomen. 4
De bruto bezoldiging is vastgesteld op 13 euro per uur. Wanneer een gedeelte van het loon in natura wordt uitbetaald, omvat dit gedeelte volgende bestanddelen die als volgt worden geschat: Bovendien heeft de werknemer recht op de volgende voordelen: maaltijdcheques, elektrische fiets, groepsverzekering.
Hoofdstuk 2 SOS MIJN GELD!
35
IN
Indien een werknemer jonger is dan 21 jaar en geen werkervaring heeft, wordt zijn loon als volgt verminderd: - met 6 % tijdens de maanden waarin de werknemer 20 jaar is en de maand waarin de werknemer op de laatste dag 20 jaar oud is; - met 12 % tijdens de maanden waarin de werknemer 19 jaar is en de maand waarin de werknemer op de laatste dag 19 jaar oud is; - met 18 % tijdens de maanden waarin de werknemer 18 jaar is en de maand waarin de werknemer op de laatste dag van de maand 18 jaar oud is. en dit op basis van de bepalingen uit artikel 33bis van de wet van 24 december 1999 ter bevordering van de werkgelegenheid. In dit geval is de werkgever de werknemer een compenserende toeslag bovenop het loon verschuldigd voor elke maand waarin het loon verminderd wordt. Deze toeslag is gelijk aan het verschil tussen het nettoloon berekend op het niet-verminderde brutoloon en het nettoloon berekend op het verminderde brutoloon. Deze toeslag wordt verhoogd met een percentage berekend op het verminderde brutoloon voor de werknemers waarvan het vakantiegeld betaald wordt door de Rijksdienst voor jaarlijkse vakantie of een vakantiefonds. Dit percentage bedraagt 0,82 % bij een loonsvermindering van 6 %, 1,75 % bij een loonsvermindering van 12 % en 2,82 % bij een loonsvermindering van 18 %. De werknemer verklaart zich akkoord met de betaling van zijn loon op de financiële rekening: IBAN BE22 0123 4567 8910 BIC AAAA
6
De werknemer erkent kennisgenomen te hebben van het arbeidsreglement in voege in de onderneming waarvan hij een exemplaar heeft ontvangen.
7
Deze overeenkomst neemt automatisch een einde bij het verstrijken van de termijn zoals voorzien in artikel 2. In geval van beëindiging van de overeenkomst vóór het verstrijken van de termijn is een vergoeding verschuldigd overeenkomstig artikel 40 §1 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten.
VA
N
5
Indien het om de eerste arbeidsovereenkomst voor bepaalde duur gaat, is de volgende paragraaf van toepassing: Tijdens de eerste helft van de overeenkomst kan de overeenkomst verbroken worden via de betekening van een opzeg overeenkomstig bovenvermelde wet.
©
Deze overeenkomst kan eveneens verbroken worden vóór de einddatum wegens een dringende reden of wegens overmacht zonder vergoeding of opzegtermijn.
8
Bovendien is nog uitdrukkelijk overeengekomen: De verwerking van deze persoonsgegevens in het kader van onderhavige overeenkomst is onderworpen aan de Verordening 2016/679 van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en aan de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens.
Opgemaakt in dubbel te Mavogem, op 30 augustus 2024
Tuur Devos
Ovam
Handtekening van de werknemer
Handtekening van de werkgever Naar: securex.be
36
Hoofdstuk 2 SOS MIJN GELD!
a
Over welk soort contract gaat het?
De onderstaande gegevens moeten in een contract staan. Zoek ze op in het contract en noteer er het passende nummer bij.
c
d
Naam en adres van de werkgever Naam en adres van de werknemer Soort contract Soort werk (functie en functieomschrijving) Loon Startdatum en einddatum Plaats waar je gaat werken Werkrooster Andere voordelen Handtekening van werkgever en werknemer
Zorg dat jouw contract in tweevoud getekend is vooraleer je begint te werken.
IN
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Je ondertekent altijd twee exemplaren van een contract. Voor wie zijn de twee documenten bedoeld? -
een exemplaar voor
-
een exemplaar voor
Waarom moet je een contract in tweevoud opstellen?
Een arbeidscontract bevat veel kleine lettertjes. Lees zowel de kleine als de grote letters grondig voordat je het ondertekent. Zo kom je niet voor onaangename verrassingen te staan.
VA
N
b
In het zwart
©
3
Hoofdstuk 2 SOS MIJN GELD!
37
a
Wat zou jij antwoorden op de vraag van Jack?
b
Het is niet zo slim om zwartwerk te doen. Waarom niet? Lees eerst het artikel en beantwoord daarna de vragen.
Wat doe ik wanneer mijn baas mij zwartwerk aanbiedt? Je baas is tevreden over je prestaties en wil je zelfs meer laten werken! Hij wil graag dat je extra uren presteert, maar enkel in het zwart omdat hij je zo ‘wat extra kan betalen en het voordeliger uitkomt voor jou en voor hem’. Wat doe je daarmee? -
Laten we beginnen bij het begin: wat is zwartwerk nu weer? Zwartwerk of niet-aangegeven
IN
arbeid is een vorm van sociale en fiscale fraude. Bij deze vorm van fraude betalen jij en je werkgever geen sociale bijdragen en belastingen. Een van de grootste nadelen aan zwartwerk is dat je, doordat de overheid niet weet dat je aan het werken bent, niet verzekerd bent! Als er een ongeval op het werk gebeurt en je niet verzekerd bent, zul je ook niet vergoed worden en zul je de medische kosten zelf moeten betalen. -
Bovendien bouw je bij zwartwerk ook geen sociale rechten op. Zo zullen de dagen die je in het zwart werkt, niet meetellen voor je pensioen.
Als je zwartwerkt en je werkgever betaalt je niet uit, sta je machteloos. Het werk is niet
N
-
aangegeven en dus heb je geen enkel bewijs van je gepresteerde uren. Als je werkgever je niet uitbetaalt, werk je in feite gratis voor hem. Dat kan natuurlijk niet de bedoeling zijn! -
Je werkgever kan zware straffen krijgen voor het aanbieden van zwartwerk, maar ook jij kunt gestraft worden. Je riskeert een tijdelijke schorsing van de werkloosheidsuitkering. Als
VA
je dus geen werk meer hebt, maak je geen kans op een uitkering. Daarnaast kun je ook een boete tot wel € 2 000 oplopen.
-
Bron: interiminfo.be
Wat is zwartwerk?
©
-
Waarom zou een werkgever dat voorstellen?
CHATBOX
-
38
Markeer de nadelen van zwartwerk in de tekst.
Stel: je vindt een job die heel goed betaald wordt, maar het is in het zwart. Zou je de job dan aannemen, of niet?
Hoofdstuk 2 SOS MIJN GELD!
Weetje Flexi-jobs Om zwartwerk tegen te gaan, heeft de Belgische overheid in een aantal sectoren het systeem van flexijobs ingevoerd: o.a. in de horeca, de cultuur- en zorgsector en het onderwijs. Een flexi-job stelt werknemers in staat om op een flexibele basis te werken, meestal als aanvulling op hun hoofdinkomen. Werknemers moeten minstens 4/5e of voltijds werken bij een andere werkgever om in aanmerking te komen voor een flexi-job. Bovendien betalen flexi-jobbers nauwelijks sociale bijdragen of belastingen op dat loon. Ze hoeven dus zo goed als niets af te staan van het loon dat ze met hun flexi-job verdienen. Eigenlijk net zoals bij zwartwerk, maar dan legaal!
4
Naar: myflexijob.be
Rechten en plichten
a
IN
In het arbeidscontract op p. 35-36 werd een aantal keer verwezen naar een ander document, namelijk het arbeidsreglement. Wat is precies het verschil tussen een arbeidscontract en een arbeidsreglement? Denk aan school. Duid de juiste antwoorden aan.
Jij (of een van je ouders of voogd) heeft een schoolcontract / een schoolreglement moeten tekenen voor jouw school.
N
Wat staat daarin? ¨ de rechten en plichten van de leerkrachten ¨ de rechten en plichten van de leerlingen ¨ de wederzijdse rechten en plichten van de leerlingen, de ouders en de school
VA
Het is ¨ voor iedereen gelijk. ¨ verschillend van persoon tot persoon.
b
Wat is dan een arbeidsreglement?
©
c
Wie krijgt een identiek exemplaar van deze documenten? -
arbeidsreglement:
-
arbeidscontract of -overeenkomst:
Hoofdstuk 2 SOS MIJN GELD!
39
d
Bijna niemand leest het arbeidsreglement omdat het zo’n lijvig document is. Vroeg of laat krijg je er ook eentje voor je neus geschoven. Toch is het erg belangrijk om het te lezen voordat je het tekent, want daarin staan o.a. de verplichtingen die een werknemer en een werkgever hebben. Bedenk met een klasgenoot twee verplichtingen die een werknemer heeft en twee verplichtingen die een werkgever heeft. Verplichtingen Werkgever
Werknemer
IN
N
VA
Bespreek de verplichtingen die je noteerde klassikaal en vul de tabel met verplichtingen aan. Jouw leerkracht bezorgt je de inhoudstafel van een arbeidsreglement. Bekijk het aandachtig. In welk deel of in welke bijlage vind je iets meer over de onderstaande onderwerpen?
©
e
Onderwerp
Deel/Bijlage
jaarlijkse vakantie drugs en alcohol op het werk controle bij ziekte beëindiging van de arbeidsovereenkomst gegevensbescherming van de werknemer
f
40
. Controleer of de verplichtingen uit opdracht d Bekijk nu het volledige arbeidsreglement op daar ook in staan. Gebruik de inhoudstafel of de zoekfunctie om gericht te zoeken.
Hoofdstuk 2 SOS MIJN GELD!
g
In welk deel van het arbeidsreglement vind je een antwoord op deze vragen? Noteer zowel het deel/ de bijlage als de pagina. Gebruik de inhoudstafel of de zoekfunctie. Noteer ook het antwoord op de vraag. Situatie 1
Deel/ Bijlage
Pagina
Bob heeft ’s middags altijd een half uur pauze, maar eigenlijk wil hij liever doorwerken. Hij kan tussendoor wel zijn boterhammen opeten. Dan kan hij een half uur vroeger stoppen. Mag dat zomaar?
2
Sina wil drie opeenvolgende dagen thuisblijven om schilderwerken in huis te doen. Hoelang op voorhand moet ze dat aanvragen?
Michaël weigert een opdracht uit te voeren die tot de uit te oefenen taak behoort. Mag hij die zomaar weigeren?
4
Marie is ziek en kan niet gaan werken. Ze maakt meteen een afspraak bij de dokter, want zonder doktersbriefje verliest ze haar loon. Klopt dat?
Andrea is afgelopen weekend gevallen en kan niet gaan werken door hevige rugpijn. Omdat Andrea toch wel vaak afwezig is, wil men een medische controle laten uitvoeren. Maar Andrea weigert de controle. Mag dat zomaar?
VA
5
N
3
IN
Omdat Andrea de medische controle weigert, wordt ze om dringende reden ontslagen. Kan dat?
©
6
7
Stan heeft op kantoor per ongeluk in zijn vinger gesneden met een mesje. Hij vraagt zich af waar de EHBO-koffer staat.
Hoofdstuk 2 SOS MIJN GELD!
41
V OPDRACHT 4: Sociale zekerheid Inleiding Wanneer je je eerste loonbrief ontvangt, zul je merken dat je een brutoloon en een nettoloon hebt. Wat is het verschil? En waarom is er een verschil tussen die twee lonen? Heeft België een goede sociale zekerheid? 1
Bruto – netto a
Bekijk het eerste filmpje. Hoeveel denk jij later te verdienen?
b
Leg het verschil tussen bruto en netto uit in je eigen woorden.
VIDEO’S: DE TOEKOMST
Stel dat je € 5 000 bruto verdient. Hoeveel denk je dat je netto zult ontvangen?
d
Bekijk nu het tweede filmpje. Vul daarna het schema aan.
IN
c
brutoloon – nettoloon – bedrijfsvoorheffing – sociale bijdragen (RSZ)
N
VA
©
Tussen bruto en netto ‘verdwijnt’ er een pak geld. De bijdrage voor de sociale zekerheid (RSZ) is het eerste wat van het brutoloon wordt afgehouden. Die zorgt ervoor dat de werkloosheidsuitkeringen, de ziektekosten en de pensioenen betaald worden. Het loon dat dan overblijft, is het belastbaar loon. Van dat belastbaar loon gaat vervolgens de bedrijfsvoorheffing af. De bedrijfsvoorheffing is in feite een voorschot op je personenbelastingen. Het bedrag dat nu overblijft, is het nettoloon.
e
Welk bedrag wordt op je rekening gestort? Markeer het juiste antwoord.
f
Wat is … ? -
het brutoloon:
-
de RSZ-bijdrage:
42
-
de bedrijfsvoorheffing:
-
het nettoloon:
Hoofdstuk 2 SOS MIJN GELD!
brutoloon
nettoloon
2
Belastingen Sommige mensen klagen wel eens omdat ze zoveel belastingen moeten betalen. Waarom betalen we eigenlijk belastingen? Bekijk eerst de kennisclip. Vul daarna de mindmap aan. KENNISCLIP: BELASTINGEN
BELASTINGEN
IN
De sociale zekerheid
VA
3
N
Bekijk eerst de video. Beantwoord vervolgens de vragen. a
Wat is het doel van de Belgische sociale zekerheid?
VIDEO: SOCIALE ZEKERHEID
Onze sociale zekerheid is gebaseerd op het principe van solidariteit. Wat betekent dat volgens jou?
©
b
We hoeven elkaar niet persoonlijk te kennen om voor elkaar te zorgen.
Hoofdstuk 2 SOS MIJN GELD!
43
c
In welke gevallen kun je gebruikmaken van de sociale zekerheid? Duid aan. ¨ bij arbeidsongeschiktheid ¨ bij een tekort aan spaargeld ¨ bij uitbreiding van het gezin ¨ bij tijdelijke werkloosheid ¨ wanneer je met pensioen gaat ¨ voor een verhoging van het zakgeld
d
Vul het schema aan.
IEDEREEN DRAAGT BIJ
staan een deel van hun
af aan de sociale zekerheid.
De
moeten per
legt bij met een deel van
het ontvangen
een bijdrage afstaan.
.
Op die manier beschikt de sociale zekerheid over voldoende middelen wanneer mensen het nodig hebben. Waarvoor wordt het budget van de sociale zekerheid gebruikt? Kruis aan.
VA
N
e
IN
Alle
¨ gezondheidszorg
©
¨ pensioen
¨ kinderbijslag (Groeipakket)
f
¨ uitkering beroepsziekte
Hoofdstuk 2 SOS MIJN GELD!
¨ uitkering arbeidsongeval
¨ werkloosheids uitkering
Hoe beïnvloedt zwartwerk de economie en de sociale zekerheid volgens jou?
44
¨ vakantiegeld
V OPDRACHT 5: Je eerste loon Inleiding Met je eerste job komt ook je eerste loon. Wat ga je met die centen doen? Misschien weet je dat al perfect. Ga je het geld meteen spenderen of spaar je het liever? 1
Stellingenspel Je leerkracht legt uit hoe je deze oefening uitvoert. Ik weet perfect hoeveel geld ik momenteel heb.
IN
Het is al gebeurd dat mijn saldo ontoereikend was wanneer ik iets moest betalen of geld wilde afhalen. Ik ben momenteel aan het sparen voor later.
Geld moet rollen: van zodra er geld op mijn rekening staat, wil ik het uitgeven.
N
Ik koop pas iets wanneer ik genoeg geld heb om het te kunnen kopen.
Ik heb al eens geld geleend bij familie of vrienden.
Ik spaar elke maand een bepaald bedrag.
VA
Geld maakt mij gelukkig.
Ik kan goed met geld omgaan.
Ik vind het geen probleem om geld te lenen aan een goede vriend(in).
Sparen
©
2
Ik ben aan het sparen voor een reis naar mijn geboorteland China.
Ik zou ook wel willen sparen, maar er zijn altijd zoveel leuke spullen om te kopen.
Ik ben aan het sparen voor een nieuwe smartphone.
Hoofdstuk 2 SOS MIJN GELD!
45
Sparen is belangrijk. Net als onze spilfiguren sparen de meeste mensen met een duidelijk doel voor ogen. a
Wat is sparen?
b
Waarom sparen mensen? Geef enkele redenen.
WAAROM SPAREN MENSEN?
IN
VA
N
Sparen kan op veel manieren.
3
Spaarrekening
Bekijk het eerste filmpje en beantwoord de vragen.
©
a
-
-
46
Als je je geld op een spaarrekening zet, krijg je twee soorten vergoedingen. Welke zijn dat? 1
2
VIDEO’S: SPAREN
Combineer.
intrest (basisrente)
beloning voor het ter beschikking stellen van kapitaal
getrouwheidspremie
beloning om het geld onafgebroken 12 maanden op een rekening te laten staan
Hoofdstuk 2 SOS MIJN GELD!
b
Bekijk het tweede filmpje en beantwoord de vragen. -
In België is je spaargeld wettelijk beschermd door het Garantiefonds. Wat betekent dat precies?
-
Wat is beter: een spaarvarken of een spaarrekening? Leg uit.
Intrest
IN
c
We onderscheiden twee soorten intrest: de enkelvoudige intrest en de samengestelde intrest. Om het verschil uit te leggen, bekijken we deze twee voorbeelden. Enkelvoudige intrest Kapitaal
Intrestvoet
Intrest
Totaal na intrest
1
€ 10 000
2%
€ 200
€ 10 200
2
€ 10 000
2%
€ 200
€ 10 400
3
€ 10 000
2%
€ 200
€ 10 600
VA
N
Jaar
Een ander woord voor intrest is rente.
Samengestelde intrest
Kapitaal
Intrestvoet
1
€ 10 000
2%
€ 200
€ 10 200
2
€ 10 200
2%
€ 204
€ 10 404
3
€ 10 404
2%
€ 208,08
€ 10 612,08
©
Jaar
-
-
Intrest
Totaal na intrest
Hoeveel krijg je als je je geld na drie jaar afhaalt van je spaarrekening? •
Bij enkelvoudige intrest: €
•
Bij samengestelde intrest: €
Kun je aan de hand van de tabellen uitleggen wat het verschil is tussen beide soorten intrest?
Hoofdstuk 2 SOS MIJN GELD!
47
4
Beleggen Een gewone spaarrekening is de makkelijkste manier om geld opzij te zetten: je kunt altijd aan je geld en loopt bijna geen risico dat je je geld verliest. Maar er zijn nog andere mogelijkheden om geld opzij te zetten of te sparen. a
Wat weet jij over beleggen?
Bekijk het filmpje en beantwoord de vragen. -
Waarin kun je beleggen?
-
Waarom beleggen mensen?
Vanaf welke leeftijd mag je in België beleggen op de beurs? Markeer het juiste antwoord. 14
-
16
18
21
Wat is het risico van beleggen?
VA
-
VIDEO: BELEGGEN
N
-
IN
b
Waarom beleg je op lange termijn?
Combineer.
©
-
een stukje kapitaal van een bedrijf
beleggen de beurs
de obligatie het aandeel het beleggingsfonds
48
Hoofdstuk 2 SOS MIJN GELD!
een combinatie van verschillende financiële producten, zoals aandelen en obligaties investeren in iets om er later meer geld uit te halen een lening aan een bedrijf de virtuele marktplaats waar financiële producten gekocht en verkocht worden
c
Lees de tekst.
Wil je beleggen? Kies je best voor aandelen of obligaties? Wat zijn de belangrijkste verschillen tussen aandelen en obligaties? •
De meeste obligaties hebben een vaste looptijd. Op de ‘eindvervaldag’ krijg je je geld terugbetaald. Koop je een aandeel, dan kun je je geld niet na een vooraf afgesproken termijn terugvragen. Aandelen hebben geen vaste looptijd en dus ook geen eindvervaldag.
•
Als je een obligatie koopt, krijg je jaarlijks de intrest uitbetaald. Meestal is dat een vast percentage op het geleende bedrag. Heb je een aandeel gekocht, dan weet je niet zeker of je jaarlijks een dividend (= een vergoeding) zult krijgen. Ook de hoogte van die vergoeding is niet van tevoren bepaald.
•
Beleggen in een obligatie van een onderneming of een overheid houdt doorgaans minder risico’s in dan beleggen in aandelen. Als de emittent* problemen heeft of failliet gaat, krijgen
IN
de obligatiehouders bij de terugbetaling prioriteit op de aandeelhouders. * uitgever van aandelen, obligaties of andere waardepapieren
Bron: www.wikifin.be
Horen de onderstaande kenmerken bij een aandeel of bij een obligatie? Zet een kruisje in de juiste kolom.
vaste looptijd een eindvervaldag
VA
geen eindvervaldag
Aandeel
N
Obligatie
intresten
mogelijks een dividend minder risico’s
krijgen prioriteit bij faillissement
Sparen of beleggen?
©
Stel: je wilt € 10 000 sparen. Hoeveel zal jouw spaargeld waard zijn na 20 jaar? Bekijk de tabel. Obligatie
Startbedrag: € 10 000 Looptijd: 20 jaar
slecht scenario
gemiddeld scenario
goed scenario
SPAARREKENING
€ 10 000
€ 10 000
€ 10 000
rendement
€ 7 132
€ 8 698
€ 9 637
eindbedrag
€ 17 132
€ 18 698
€ 19 637
BELEGGINGSFONDS
€ 10 000
€ 10 000
€ 10 000
rendement
€ -295
€ 9 969
€ 31 413
eindbedrag
€ 9 705
€ 19 969
€ 41 413
Naar: www.rabobank.nl
d
Hoofdstuk 2 SOS MIJN GELD!
49
In welke situatie zou je het meest verdienen? Markeer groen in de tabel op de vorige bladzijde. In welke situatie zou je het minst verdienen? Markeer rood in de tabel. Bij welke manier van sparen kun je dus zowel het meest verliezen als het meest winnen? Markeer het juiste antwoord. spaarrekening
-
Bij welke manier van sparen heb je het minst risico om iets te verliezen? Markeer het juiste antwoord. spaarrekening
-
beleggen
beleggen
Markeer telkens het juiste antwoord. Risico
Rendement
Sparen
laag
hoger
lager
hoger
Beleggen
laag
hoger
lager
hoger
IN
-
Het verschil tussen sparen en beleggen is het risico en rendement. Met beleggen loop je meer risico, maar het verwachte rendement ligt ook hoger. Op de lange termijn streef je met beleggen naar rendementen die hoger zijn dan bij sparen.
Wil je liever geen risico lopen? Dan past sparen waarschijnlijk beter bij jouw situatie. Elke euro die je spaart blijft op je rekening staan totdat jij hem opneemt. Spaargeld is daarom
VA
beschikbaar hebt.
N
handig voor uitgaven op korte termijn. Beleggen doe je met geld dat je langere tijd Bron: www.asnbank.nl
V OPDRACHT 6: Inflatie en jouw loon Inleiding
©
Er gaat geen dag voorbij of je hoort in het nieuws dat iets duurder is geworden. Elk jaar opnieuw stijgen de prijzen van goederen en diensten. Het is niet leuk wanneer je plots minder kunt kopen voor hetzelfde bedrag. Maar gelukkig heeft die prijsstijging ook een invloed op jouw loon. 1
Tien jaar geleden kostte een gewoon brood gemiddeld € 1,90. Vandaag betaal je voor hetzelfde brood € 2,90.
Inflatie
De prijzen van producten en diensten veranderen voortdurend. Sommige prijzen stijgen, andere prijzen dalen. Een algemene prijsstijging noemen we inflatie. Inflatie is een economisch verschijnsel dat verwijst naar de algemene stijging van de prijzen van goederen en diensten in een economie gedurende een bepaalde periode, meestal gemeten in procenten per jaar. Een inflatie op jaarbasis van 2 % betekent dat het leven in dat afgelopen jaar ongeveer 2 % duurder geworden is dan het jaar voordien. Met andere woorden, inflatie betekent dat dezelfde hoeveelheid geld in de loop van de tijd minder waard wordt, omdat je met dat geld minder kunt kopen dan voorheen. En dat komt dan weer omdat het leven duurder geworden is.
50
Hoofdstuk 2 SOS MIJN GELD!
Door de inflatie kan Jack met die € 1,90 nu nog maar een deel van een brood kopen. Die € 1,90 is dus minder waard geworden. Zijn koopkracht is gedaald: met hetzelfde geld kan hij minder kopen. a
Markeer wat juist is in de laatste kolom. Inkomsten blijven gelijk
stijgen
stijgt
daalt
blijft gelijk
stijgen
blijven gelijk
stijgt
daalt
blijft gelijk
dalen
stijgen
stijgt
daalt
blijft gelijk
blijven gelijk
dalen
stijgt
daalt
blijft gelijk
stijgen met 20 %
stijgen met 20 %
stijgt
daalt
blijft gelijk
dalen met 10 %
dalen met 20 %
stijgt
daalt
blijft gelijk
stijgen met 10 %
stijgen met 20 %
stijgt
daalt
blijft gelijk
dalen met 20 %
dalen met 20 %
stijgt
daalt
blijft gelijk
Zoek online op. Is de inflatie vorig jaar gedaald of gestegen? Markeer het juiste antwoord. Noteer ook hoeveel de inflatie vorig jaar bedroeg. De inflatie is
gedaald
gestegen
met %. meer
minder
kunt kopen dan het jaar daarvoor.
N
Dat betekent dat je vorig jaar met € 100 c
Koopkracht
IN
b
Prijzen
Wat betekent de inflatie voor jouw spaargeld als de inflatie met 10 % stijgt en de rente met 2 %?
VA
d
Wat betekent inflatie voor de meer alternatieve beleggingsvormen? Denk bijvoorbeeld aan vastgoed.
Automatische loonindexering
©
2
Bekijk het filmpje. Beantwoord daarna de vragen. a
Wat is automatische loonindexering?
VIDEO: AUTOMATISCHE LOONINDEXERING
b
Wat is het doel van dit systeem?
c
Wat is de indexkorf?
Hoofdstuk 2 SOS MIJN GELD!
51
d
Omcirkel de producten die in de indexkorf zitten.
sigaretten
aardappelen tomaten
alcohol douchekop
e
tandartsbezoek
prijs van een vliegtuigticket
consultatie bij een psycholoog
prijs van een zonnebril dagprijs van een huisdierenopvang
benzine gps-toestel
Waarom zitten de overige producten niet (meer) in de indexkorf?
IN
Daarom spreken we dus over de gezondheidsindex.
Inleiding
N
V OPDRACHT 7: Schade! En nu?
Af en toe krijgen we te maken met onverwachte gebeurtenissen in het leven. Gelukkig kunnen we ons daartegen beschermen dankzij een verzekering.
VA
De autoverzekering
©
1
52
Hoofdstuk 2 SOS MIJN GELD!
a
Welke andere zaken bedoelt Jack?
b
Waarom moet Jack een verzekering nemen voor zijn bromfiets?
c
Lees de tekst. Beantwoord daarna de vragen.
- Hallo, Steven. Waarmee kan ik je helpen?
IN
• Waarom betaal ik meer voor mijn autoverzekering dan mijn pa? - Tja, dat is een ingewikkeld verhaal. Maar ik probeer het je uit te leggen. Luister: de prijs van een polis1 is niet voor elke chauffeur dezelfde. De verzekeraar houdt immers rekening met een groot aantal parameters².
Elke parameter kan voor iedereen anders zijn. Denk maar aan je leeftijd of het aantal jaren dat je rijervaring hebt. Wie op zijn dertigste leert rijden, zal een hogere premie betalen dan iemand die op die leeftijd al tien jaar ongevallenvrij rijdt. Het aantal veroorzaakte ongevallen
N
is een andere belangrijke parameter. • Als ik het goed begrijp, zijn leeftijd en rijervaring belangrijke maatstaven? - Samen met het aantal schadegevallen! En er is nog iets, Steven. Chauffeurs jonger dan 26 betalen niet alleen meer voor een autoverzekering dan een oudere chauffeur. Dikwijls legt de
VA
maatschappij een vrijstelling of franchise³ op. Dat wil zeggen dat zo’n chauffeur bij schade aan een derde een deel van de kosten toch zelf moet betalen.
• Maar dat is toch helemáál oneerlijk!
- Dat zou je denken. Maar daarmee voorkomen de maatschappijen wel dat ze te diep in de buidel moeten tasten. Helaas veroorzaken jongeren vaker ongevallen dan oudere, ervaren bestuurders. Een hogere franchise zorgt er ook voor dat je een lagere premie zult betalen. Zo wordt jouw premie niet nóg hoger.
©
• En blijft die premie voor mij dan altijd zo hoog?
- Niet noodzakelijk. Met het ouder worden zal je premie verlagen. Op voorwaarde dat je geen ongevallen veroorzaakt, natuurlijk. Ook de vrijstelling valt dan na verloop van tijd weg.
• Dank je wel voor je uitleg. - Graag gedaan. Bron: Wikifin
polis: een schriftelijke bevestiging en bewijs van de verzekeringsovereenkomst ² parameter: kenmerk ³ franchise: het deel van de schade dat je zelf moet dragen na een schadegeval
1
Hoofdstuk 2 SOS MIJN GELD!
53
-
Waarom is een verzekering voor een bromfiets of auto duurder voor jongeren?
-
Met welke parameters houden verzekeringsondernemingen rekening? leeftijd
-
geslacht
ervaring
veroorzaakte ongevallen
Aan welke voorwaarde moet je voldoen opdat de premie zou verlagen?
Stel: je hebt een ongeval met je brommer. De kosten bedragen € 600. De franchise bedraagt € 200. Hoeveel zal de verzekering jou betalen? € 0 euro
2
€ 200
€ 400
Verschillende soorten verzekeringen
€ 600
IN
-
Als je alleen gaat wonen, krijg je met heel veel verschillende soorten verzekeringen te maken. Bekijk de kennisclip. a
Wat is een verzekering?
c
Geef drie voorbeelden van een ongeval of een gebeurtenis. -
-
-
VA
b
Wat is een verzekeringspremie?
©
54
N
Hoofdstuk 2 SOS MIJN GELD!
KENNISCLIP: VERZEKERINGEN
d
Vul de mindmap aan met de soorten verzekeringen.
SOORTEN VERZEKERINGEN
Lees de tekst over de familiale verzekering en beantwoord de vragen.
N
e
IN
Verzekering en het gezin
©
VA
Een familiale verzekering komt tussen als jij, een inwonend gezinslid of een huisdier een ongeval veroorzaakt. Heb je geen partner of kinderen? Ook dan is het verstandig om een familiale verzekering te nemen! Stel dat je met een winkelwagen per ongeluk een geparkeerde wagen ramt, met heel wat blikschade als gevolg. Of dat je met de fiets iemand aanrijdt. Of dat jouw hond de buurman bijt. Voor dergelijke gevallen heb je een familiale verzekering. De familiale verzekering verzekert je burgerlijke aansprakelijkheid (BA) in je privéleven. Het gaat om de verplichting die je hebt om aan derden veroorzaakte schade te herstellen. Dat geldt zowel voor de schade die je zelf berokkent als voor de schade die veroorzaakt wordt door mensen, dieren en goederen voor wie je verantwoordelijk bent. Zo zijn ouders verantwoordelijk voor hun minderjarige kinderen. De BA Familiale komt enkel tussen wanneer je voor een ongeval aansprakelijk wordt gesteld. Die verantwoordelijkheid geldt in alle omstandigheden: tijdens het sporten, terwijl je in de tuin werkt, tijdens je vakantie in een hotel … Om voor een ongeval aansprakelijk te worden gesteld, moeten ook drie voorwaarden vervuld zijn: je moet een fout hebben begaan, anderen moeten schade hebben ondervonden en de schade moet het gevolg zijn van die fout. Bron: BA Familiale | Wikifin
-
Wanneer kun je gebruikmaken van de familiale verzekering? Onderstreep in de tekst.
-
Wanneer kun je aansprakelijk gesteld worden voor een ongeval? Markeer in de tekst.
Hoofdstuk 2 SOS MIJN GELD!
55
-
Geef zelf een voorbeeld waarbij gebruikgemaakt kan worden van de familiale verzekering.
Wat is het verschil tussen een ziekte- en een hospitalisatieverzekering? Je leerkracht bezorgt je een document. Lees de tekst en schrap wat niet past. -
Elke Belg is verplicht om een ziekteverzekering / hospitalisatieverzekering af te sluiten. Een ziekteverzekering / hospitalisatieverzekering zorgt voor een uitkering in geval van zwangerschapsverlof. Een ziekteverzekering / hospitalisatieverzekering is een aanvulling op een ziekteverzekering / hospitalisatieverzekering. Een ziekteverzekering / hospitalisatieverzekering vergoedt de kosten van de behandeling van kanker.
U OPDRACHT 8: Weet je het nog … ? Inleiding
IN
f
Je hebt in dit hoofdstuk heel wat info gekregen. Laten we eens checken of je alles begrepen hebt!
a
N
Alles begrepen? Aan de slag! Wat is het verschil tussen een arbeidscontract of een arbeidsovereenkomst en een arbeidsreglement?
Bekijk het arbeidscontract op
en vul het schema aan.
Wie is de werkgever?
Wie is de werknemer?
Over welk soort contract gaat het?
©
b
VA
Welke prestaties zal de werknemer uitoefenen?
Waar gaat de werknemer werken?
56
Wanneer start de arbeidsovereenkomst?
Wanneer eindigt de arbeidsovereenkomst?
Hoofdstuk 2 SOS MIJN GELD!
c
Op welke dagen moet de werknemer niet werken?
Hoeveel bedraagt het bruto-uurloon?
Waar vindt de werknemer de gegevens van de persoon die de eerste hulp verleent bij een arbeidsongeval?
In hoeveel exemplaren is de overeenkomst opgesteld?
Tot welk deel van de sociale zekerheid behoren deze situaties?
IN
In februari zijn Anna en Seb de trotse ouders geworden van een dochtertje Oona. Als kersverse mama heeft Anna recht op moederschapsverlof.
N
Nora is al enkele dagen ziek. Ze is net langsgegaan bij de dokter. Gelukkig worden de kosten van de dokter bijna volledig terugbetaald. Zolang ze niet kan werken, krijgt ze ook een uitkering.
VA
Naast haar loon krijgt Steffy in juni ook nog een extra uitkering om tijdens de vakantieperiode extra te kunnen genieten.
Het gaat niet goed in het bedrijf waar Stef werkt, en hij wordt samen met nog vijf anderen ontslagen. Gelukkig kan hij rekenen op een uitkering.
©
Tuur werkt als schilder, maar door constant dezelfde houding aan te nemen, heeft hij pijn aan zijn rug. De dokter schrijft hem een maand rust voor.
Op een werf is Yunus van de ladder gevallen, met als gevolg een gebroken enkel. Hij kan al minstens zes weken niet gaan werken. Dankzij de sociale zekerheid krijgt hij een vergoeding.
Lea’s allerlaatste werkdag zit erop. Ze wil nu veel reizen en nieuwe hobby’s ontdekken. Gelukkig krijgt ze maandelijks een uitkering, ook al gaat ze niet meer werken.
Hoofdstuk 2 SOS MIJN GELD!
57
d
Beantwoord deze vragen. 1
Op 1 januari stort je € 1000 op een spaarrekening die 3 % rente opbrengt. Een jaar lang laat je het geld staan en stort je niets extra op je rekening. Hoeveel staat er na één jaar op je rekening? ¨ minder dan 1030 euro ¨ 1030 euro ¨ meer dan 1030 euro
2
Leg uit waarom je die keuze hebt gemaakt.
Je zet € 1000 op je spaarrekening. Negen maanden later heb je dat geld nodig en haal je het van je spaarrekening. Je ontvangt dan voor dat bedrag … ¨ een basisrente ¨ een basisrente en een getrouwheidspremie ¨ Je kunt gedurende een jaar geen geld van je spaarrekening afhalen.
4
Leg uit waarom je die keuze hebt gemaakt.
IN
3
Op 1 januari stort je € 1000 op een spaarrekening die na één jaar 3 % rente opbrengt. De inflatie bedraagt gedurende dat jaar 4 %. Na één jaar is jouw koopkracht … ¨ gedaald ¨ gelijk gebleven ¨ gestegen
6
Leg uit waarom je die keuze hebt gemaakt.
VA
N
5
Wat zijn de voor- en de nadelen op het vlak van risico en rendement van een belegging in aandelen in vergelijking met een spaarrekening? Vul het schema aan: markeer wat juist is en leg uit.
©
e
risico
rendement
58
Spaarrekening
Aandelen
voordeel / nadeel
voordeel / nadeel
voordeel / nadeel
voordeel / nadeel
Hoofdstuk 2 SOS MIJN GELD!
f
Wie is aansprakelijk in deze situaties, m.a.w. wie zal zijn familiale verzekering moeten aanspreken? Situatie
Familiale verzekering van (de ouders van)
Op school gooit Zion per ongeluk een bal op Mulan zijn gezicht. Zijn bril is stuk.
¨ Zion ¨ Mulan
2
Pablo, de hond van Myriam, heeft Linus gebeten, nadat hij een stok in de ogen van Pablo wilde steken.
¨ Pablo ¨ Myriam ¨ Linus
3
Op terugweg van school is Driss wat blijven hangen in het park. Daarna is hij naar het huis van zijn vriendin Yulia gereden. Onderweg van Yulia naar huis valt hij met de fiets tegen een geparkeerde auto, met als gevolg een gigantische kras op de auto van Bernadette.
¨ Driss ¨ Yulia ¨ Bernadette
4
Na school ging Loes nog even bij haar oma op bezoek. Op weg naar haar oma werd ze aangevallen door een loslopende hond. Gelukkig was het baasje er direct bij om de hond van haar af te halen. Hij heeft Loes meteen naar het ziekenhuis gebracht.
¨ Loes ¨ oma ¨ het baasje van de hond
Inleiding
N
U OPDRACHT 9: Op eigen benen staan
IN
1
VA
Je beseft het misschien nog niet, maar dit is de periode waarin je de basis legt voor de rest van je leven als volwassene. Het is de periode waarin je (bijna) stopt met school of een nieuwe richting inslaat, het is ook de periode waarin je een eerste loopbaanrichting kiest en op je eigen benen gaat staan. Mijn toekomst
Wat is voor jou een goede job?
b
Voor welke job wil je solliciteren?
c
Zoek online op: hoeveel ga je gemiddeld verdienen?
©
a
d
-
brutoloon:
-
nettoloon:
Je gaat op eigen benen staan, en dat is een grote stap. Download de app ‘WAKOSTA?!’. Via de app kun je zelf ondervinden wat het kost om alleen te gaan wonen en wat de impact van je keuzes is op je maandbudget. Op het einde krijg je jouw eindrapport in je mailbox. WAKOSTA?!
-
Had je nog veel budget over of was het niet genoeg?
-
Welke keuzes zou je nu anders maken?
Hoofdstuk 2 SOS MIJN GELD!
59
R OPDRACHT 10: Evalueer jezelf Duid aan of je de volgende vaardigheden goed beheerst of dat het nog beter kan. Ik kan het.
Hier kan ik nog groeien.
Ik kan uitleggen wat een arbeidscontract is.
¨
¨
Ik kan uitleggen waarom werken met een arbeidscontract belangrijk is.
¨
¨
Ik kan enkele voorbeelden van contracten opsommen.
¨
¨
Ik kan de gevaren van werken zonder arbeidscontract (in het zwart) uitleggen.
¨
¨
Ik kan het verschil tussen een arbeidscontract en arbeidsreglement uitleggen.
¨
¨
Ik kan mijn rechten en plichten als werknemer terugvinden in een arbeidsreglement en arbeidscontract.
¨
¨
Ik kan het verschil tussen bruto- en nettoloon uitleggen.
¨
¨
Ik kan uitleggen hoe de sociale zekerheid in België werkt.
¨
¨
Ik kan uitleggen waarom de sociale zekerheid gebaseerd is op solidariteit.
¨
¨
Ik kan uitleggen waarom je belastingen betaalt.
¨
¨
Ik kan het verschil tussen een spaarrekening en beleggen uitleggen.
¨
¨
Ik kan de voordelen en risico’s van sparen en beleggen vergelijken.
¨
¨
Ik kan het begrip inflatie uitleggen.
¨
¨
Ik kan het begrip rendement uitleggen.
¨
¨
Ik kan het begrip automatische loonindexering uitleggen.
¨
¨
Ik kan uitleggen wat verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid zijn bij een schadegeval.
¨
¨
Ik kan mijn mening respectvol uiten.
¨
¨
Ik kan zelfstandig opdrachten uitvoeren.
¨
¨
Ik kan vlot samenwerken met anderen.
¨
¨
©
VA
N
IN
Checklist
60
Hoofdstuk 2 SOS MIJN GELD!
HOOFDSTUK 3 ERFELIJKHEID EN EVOLUTIE Inleiding
IN
In dit hoofdstuk kijk je door een wetenschappelijke bril. Je stelt vast, onderzoekt en gaat op zoek naar verklaringen voor de volgende vragen. - Welke erfelijke eigenschappen hebben mensen, dieren en planten? - Waarom zijn bepaalde eigenschappen erfelijk en andere niet? - Kan en mag de mens zomaar ingrijpen op de erfelijkheid bij mensen, planten en dieren? - Hoe kun je de evolutie van mensen, planten en dieren wetenschappelijk verklaren?
O OPDRACHT 1: Familieleden lijken op elkaar
1
Bloedverwanten
Bekijk de kleurenfoto van het meisje. Op de zwart-witte groepsfoto uit de jaren 50 staat haar oma toen ze dezelfde leeftijd had als zij. Van welk meisje uit die groepsfoto is zij de kleindochter denk je? Duid aan.
©
VA
a
N
Herkenbaar? Je komt een oude kennis of vriend van een van je ouders tegen. ‘Jij lijkt echt op je vader/moeder op dezelfde leeftijd!’ roept die uit. Dat weet jij uiteraard niet, want je kende je moeder of vader niet op jouw leeftijd. Maar die oude kennis of vriend van je ouders heeft wel een punt: familieleden lijken vaak op elkaar.
¨
¨
¨
¨
Hoofdstuk 3 ERFELIJKHEID EN EVOLUTIE
61
b
Het gezin op deze foto heeft twee dochtertjes van ongeveer dezelfde leeftijd. - Van welk meisje lijkt de neus op die van haar vader? ¨ Van het meisje links ¨ Van het meisje rechts Van welk meisje lijkt de neus op die van haar moeder?
© Anna Tarazevich
-
Uiterlijke gelijkenissen a
Vergelijk eerst de foto’s van jouw familieleden. Waarin lijken jullie uiterlijk op elkaar? Noteer de gelijkenissen (oogkleur, haarkleur, haar, neus, lippen, kin …).
b
Vergelijk je bevindingen nadien met een klasgenoot.
©
VA
N
2
IN
¨ Van het meisje links ¨ Van het meisje rechts
62
Hoofdstuk 3 ERFELIJKHEID EN EVOLUTIE
V OPDRACHT 2: Fenotype en genotype Inleiding Familieleden lijken op elkaar, ze delen bepaalde uiterlijke kenmerken. Hoe komt dat? Een woordje uitleg. 1
Fenotype Als het over erfelijkheid gaat, onderscheid je fenotype en genotype.
VA
N
IN
Je fenotype is hoe je er aan de buitenkant uitziet. Of, om het wetenschappelijk te definiëren: het fenotype zijn alle uiterlijk waarneembare kenmerken van een individu. Het fenotype van broers en zussen, van familie in het algemeen, vertoont gelijkenissen. Dat leerde je al in de vorige opdracht. Het fenotype (of uiterlijke kenmerken) van eeneiige tweelingen is bijna identitiek. Maar niet helemaal: de omgeving speelt immers ook een rol. Dat zie je duidelijk bij deze foto’s van eeneiige (of identieke) tweelingen.
Foto 1: Eeneiige tweeling, samen opgegroeid
Foto 2: Eeneiige tweeling, apart opgegroeid
©
Eeneiige tweelingen zijn genetisch identiek: zelfs hun vingerafdrukken verschillen niet van elkaar. Maar je fenotype, dus hoe je eruitziet, wordt niet alleen door je genen bepaald. Ook je omgeving speelt een rol. Identieke tweelingen die van elkaar gescheiden worden en opgroeien in aparte gezinnen (foto 2), gaan er na een tijdje verschillend uitzien omwille van hun omgeving. Als het ene kind bijvoorbeeld opgroeit in een sportief gezin, met veel aandacht voor gezond eten, en het andere kind in een absoluut niet sportief gezin, waar men vooral ongezond eet, dan heeft dat zijn gevolgen. Ook in hetzelfde gezin kunnen er trouwens verschillen ontstaan. Zo kan de ene helft van de tweeling eerder sportief zijn en de andere helft helemaal niet van sporten houden. Daardoor kan hun lichaamsbouw er na een tijdje anders gaan uitzien, aangezien één van beiden regelmatig sport en de andere niet.
2
Genotype Je fenotype (hoe je eruitziet) wordt bepaald door twee factoren: 1 Je omgeving Voorbeelden van omgevingsfactoren zijn je opvoeding, je woonplaats, een ziekte of ongeluk … 2 Je genotype Het genotype is de verzameling genen in een cel of, anders gezegd, je erfelijk materiaal.
Hoofdstuk 3 ERFELIJKHEID EN EVOLUTIE
63
a
Bekijk de kennisclip.
b
Waar of niet waar? Verbeter de foute stellingen.
KENNISCLIP: VAN CEL TOT GEN
Elk menselijk lichaam bevat drie miljoen cellen.
In bijna alle cellen van je lichaam zitten chromosomen.
Chromosomen bevatten een stof die we DNA noemen.
Een gen is een stukje DNA.
IN
DNA kun je met het blote oog zien.
N
In je DNA zitten je erfelijke eigenschappen.
VA
Je erft van ieder gen enkel een versie van je moeder.
Elk gen heeft een eigen ‘code’ die mee bepaalt hoe je eruitziet en hoe je lichaam functioneert.
©
V OPDRACHT 3: Erfelijkheid verklaard Inleiding
Je weet ondertussen dat je bepaalde uiterlijke kenmerken met je grootouders, ouders, broers of zussen deelt. Maar waarom heb jij het krullende haar van je vader gekregen en je zus niet? Waarom heeft je broer blauwe ogen, net als je moeder, en jij de bruine ogen van je vader? Zoek mee uit hoe dat komt.
64
Hoofdstuk 3 ERFELIJKHEID EN EVOLUTIE
1
Dominant en recessief a
Bekijk het overzicht van erfelijke eigenschappen. Recessieve eigenschappen
haar
donker, krullen
blond, steil
oogkleur en -grootte
bruin, groot
blauw, klein
oogvorm
spleetvormig
geen spleetvorm
wimpers
lang
kort
lippen
vol
smal
neus
groot
klein
neusgaten
groot
klein
lengte
lang
kort
wangen
met kuiltje
zonder kuiltje
tong
rollende ‘r’ mogelijk
rollende ‘r’ onmogelijk
oren
lang, groot, wijd
kort, klein, gedrongen
gezichtsvermogen
bij- en verziend
normaal
In de tweede kolom staan de dominante eigenschappen. Wat betekent ‘dominant’ volgens jou?
-
N
-
Dominante eigenschappen
IN
Erfelijke eigenschappen
In de derde kolom staan de recessieve eigenschappen. Wat betekent ‘recessief’? Zoek op indien je twijfelt.
VA
b
In de praktijk bepalen je biologische ouders hoe je eruitziet. Jij bent immers de optelsom van hun erfelijke kenmerken. Neem de eerste erfelijke eigenschap in het schema: haar. Stel dat je moeder krullen heeft, de dominante eigenschap. Je vader heeft steil haar, de recessieve eigenschap. Welk soort haar ga jij dan hebben, denk je?
©
2
Erfelijke eigenschappen Het zit echter iets ingewikkelder in elkaar dan dat. Van elke erfelijke eigenschap heeft elke persoon steeds twee genen in het DNA: eentje van de moeder en eentje van de vader. Het voorbeeld hierboven (krullend haar) hield daar geen rekening mee. Daar werd uitgegaan van maar één gen per persoon: de moeder met het dominante gen krullen en de vader met het recessieve gen steil haar. Maar voor elke erfelijke eigenschap heb je dus niet één, maar twee genen: eentje van de vader en eentje van de moeder. En de moeder en vader hebben dus ook twee genen, eentje van hun vader en eentje van hun moeder. Hoofdstuk 3 ERFELIJKHEID EN EVOLUTIE
65
Dat wordt duidelijk in dit schema:
Gen
IN
De moeder heeft zeker al het gen voor krullen (gekregen van haar vader) maar ook het gen voor steil haar (via de moeder). Omdat ‘krullen’ dominant is, heeft zijzelf krullend haar. De vader heeft zeker niet het gen voor krullen. Anders had hij zeker krullen gehad, want ‘krullen’ is dominant. Hij heeft steil haar, dus heeft hij het gen voor steil haar (langs vaderskant) en nog eens het gen voor steil haar (langs moederskant).
KRUL
STEIL
STEIL
STEIL
1
2
3
4
KRUL van de moeder, STEIL van de vader
KRUL van de moeder, STEIL van de vader
STEIL van de moeder en STEIL van de vader
STEIL van de moeder en STEIL van de vader
Het kind heeft steil haar.
Het kind heeft steil haar.
VA
Kind
N
Welk resultaat levert dat op? Er zijn vier mogelijkheden:
Resultaat
Krul is dominant, dus heeft het kind krullen.
Krul is dominant, dus heeft het kind krullen.
©
Hoewel de moeder krullen heeft, is er een kans dat zij kinderen zonder krullen krijgt. Dat komt omdat ze ook het gen voor steil haar heeft. Alleen als zij het gen voor krullen niet doorgeeft aan haar kinderen, dan hebben zij steil haar.
Weetje
Herinner je je het onderscheid tussen fenotype en genotype nog? Het fenotype van de moeder is ‘krullend haar’. Maar het genotype van de moeder bevat in dit voorbeeld zowel ‘krullend haar’ als ‘steil haar’, ook al is dat aan de buitenkant niet zichtbaar.
66
Hoofdstuk 3 ERFELIJKHEID EN EVOLUTIE
Stel dat de situatie er als volgt uitziet: de moeder heeft tweemaal het gen voor krullend haar. a b
Bekijk het schema. Welk resultaat denk je dat dit gaat opleveren? Verklaar. Vul het schema aan.
Gen
KRUL
KRUL
Resultaat
2
3
4
KRUL van de moeder, STEIL van de vader
KRUL van de moeder, STEIL van de vader
KRUL van de moeder, STEIL van de vader
KRUL van de moeder, STEIL van de vader
VA
N
1 Kind
c
STEIL
IN
Welk resultaat levert dat op? Er zijn vier mogelijkheden:
STEIL
Vul het resultaat aan. Komt het overeen met je antwoord op vraag a? Resultaat: kinderen hebben haar, want die eigenschap
©
is .
Samengevat -
Het dominante kenmerk hoeft maar één keer aanwezig te zijn om te winnen. Het recessieve kenmerk kan alleen blijven bestaan als er geen andere mogelijkheid is. Welke genen je doorgeeft, is louter toeval.
Hoofdstuk 3 ERFELIJKHEID EN EVOLUTIE
67
Bestudeer beide schema’s op p. 66-67. Vul het schema aan. Noteer de vier mogelijkheden.
Gen
Kind
Resultaat
GROTE neus
GROTE neus
GROTE neus
KLEINE neus
1
2
3
4
IN
-
VA
-
N
d
Vul aan. Kies uit: grote – kenmerk – kinderen – partner – gen.
©
Ook al heb je een neus, je kunt het met het
voor een kleine neus in jou hebben en dat doorgeven aan je . Alleen als je toekomstige ook het gen met het
kenmerk voor een kleine neus heeft, hebben jullie kans op een kind met een kleine neus.
68
Hoofdstuk 3 ERFELIJKHEID EN EVOLUTIE
Vul het schema aan. Noteer de vier mogelijkheden.
Gen
Resultaat
DUNNE lippen
DUNNE lippen
VOLLE lippen
VA
IN
Kind
DUNNE lippen
N
-
Weetje
Blondjes sterven uit. Volgens wetenschappers zullen er over tweehonderd jaar geen natuurlijke blondines meer zijn. Dat heeft de Britse omroep BBC gemeld.
Een studie van deskundigen in Duitsland suggereert dat vrouwen met blond haar een bedreigde soort vormen die rond 2202
©
uitgestorven zal zijn. De onderzoekers voorspellen dat het laatste echte blondje wordt geboren in Finland, waar naar verhouding de meeste blondines voorkomen. Volgens hen dragen te weinig mensen nog het gen dat mensen blond maakt om langer dan twee eeuwen te kunnen voortbestaan. Het probleem zit hem volgens de onderzoekers in het feit dat blondheid wordt veroorzaakt door een recessief gen.
3
Naar: www.standaard.be
Wat wordt door erfelijkheid bepaald? Bb a
De kleur van je ogen Je oogkleur is erfelijk of genetisch bepaald. Je geeft het dus door aan je kinderen. Het gen voor bruine ogen (B) is dominant. Het gen voor blauwe ogen (b) is recessief.
X
Bb
bruin BB
bruin
bB bruin
Bb bruin
bb bruin
blauw
Hoofdstuk 3 ERFELIJKHEID EN EVOLUTIE
69
Zoals je ziet, is het perfect mogelijk dat een koppel met bruine ogen een kind met blauwe ogen krijgt, ook al is bruin dominant. Leg uit hoe dat komt.
b
Je geslacht
Vul het schema verder aan:
IN
Ook je geslacht is genetisch bepaald. Je geslacht wordt door de vader bepaald, want enkel de vader heeft het gen in zich om een zoon te krijgen. Vrouwen hebben enkel vrouwelijke genen. In de praktijk spreek je van het X-chromosoom en het Y-chromosoom. Vrouwen hebben enkel X-chromosomen. Mannen hebben beide chromosomen. De combinatie XX levert een meisje op. De combinatie XY levert een jongen op.
Gen
X
Y
Kind
X van de vader en X van de moeder
Hoera! Het is een
X
X van de vader en X van de moeder
Y van de vader en X van de moeder
Y van de vader en X van de moeder
Hoera! Het is een
Hoera! Het is een
Hoera! Het is een
VA
N
X
Resultaat
!
!
!
Hoeveel procent kans is er op een
©
zoon?
70
Hoofdstuk 3 ERFELIJKHEID EN EVOLUTIE
Hoeveel procent kans is er op een dochter?
!
c
Je bloedgroep Ook je bloedgroep is genetisch bepaald. De bloedgroep van de ouders bepaalt de bloedgroep van het kind. Kind: bloedgroep
A+A
A of O
A+O
A of O
A+B
A, B, O of AB
A + AB
A, B of AB
B+B
B of O
B+O
B of O
B + AB
A, B of AB
O+O
O
O + AB AB + AB
IN
Ouders: bloedgroep
A of B
A, B of AB
N
Zoek met behulp van het schema uit welke bloedgroepen onze spilfiguren kunnen hebben. Markeer.
Mijn vader heeft bloedgroep A en mijn moeder ook. Welke bloedgroep(en) kan ik dan hebben? B
AB
O
VA
A
Mijn vader heeft bloedgroep AB en mijn moeder heeft bloedgroep O. Welke bloedgroep(en) kan ik dan hebben? B
AB
O
B
AB
O
©
A
Mijn vader heeft bloedgroep B en mijn moeder ook. Welke bloedgroep(en) kan ik dan hebben?
A
B
AB
O
Mijn vader heeft bloedgroep A en mijn moeder heeft bloedgroep B. Welke bloedgroep(en) kan ik dan hebben? A
Hoofdstuk 3 ERFELIJKHEID EN EVOLUTIE
71
d
Erfelijke ziektes Als ouder kun je niet alleen je oogkleur of lengte doorgeven aan je kinderen. Ook ziektes zijn, jammer genoeg, erfelijk. Op vind je drie artikels over erfelijke ziektes. Volg het stappenplan. Lees eerst de onderstaande vragen. De bedoeling is dat je er uiteindelijk, op basis van de drie artikels, in een doorlopende tekst een antwoord op formuleert. 1 Over wie gaan de artikels? 2 Wat heeft ze laten doen? 3 Waarom? 4 Hoe speelt erfelijkheid daar een rol in? Leg uit. 5 Was dit haar enige optie? Of toch niet? 6 Geef je eigen mening: wat zou jij doen in haar plaats? Kies je voor dezelfde optie of niet? Leg uit waarom.
Stap 2:
Lees vervolgens de drie artikels. Duid eventueel de antwoorden op de vragen in de artikels aan.
Stap 3:
Noteer op een kladpapier per vraag het antwoord erop. Baseer je op de informatie uit de artikels.
Stap 4:
Start pas daarna aan het schrijven van je doorlopende tekst. Gebruik de schrijfhulp en je kladpapier met antwoorden. Typ je tekst uit.
IN
Stap 1:
VA
N
Schrijfhulp In je doorlopende tekst werk je best alle vragen in volgorde af: - Start met te beschrijven over wie het gaat. - Leg daarna uit wat ze heeft laten doen. - Leg vervolgens uit waarom ze dat heeft laten doen. - Leg ook uit hoe erfelijkheid daar een rol in speelde. (Hier geef je dus meer uitleg over het ‘waarom’.) - Geef tot slot aan wat de andere opties zijn, in plaats van haar keuze. - Leg als laatste uit wat jij zou doen in haar plaats: zou je voor dezelfde oplossing kiezen of voor een van de alternatieven? Leg ook kort uit waarom je die keuze maakt. Sla je tekst op met deze bestandsnaam: voornaam_naam _klas _opdracht erfelijke ziektes
©
Stap 5:
Stap 6:
Selecteer je volledige tekst en controleer hem met behulp van een van de onlineschrijfassistenten.
Tussentijdse feedback van de leerkracht
72
Hoofdstuk 3 ERFELIJKHEID EN EVOLUTIE
SCHRIJFASSISTENTEN
Stuur een e-mail of een berichtje via het onlineleerplatform van je school (zoals smartschool). Doe dat als volgt: 1 Geef je bericht dezelfde titel als de bestandsnaam die je zonet gemaakt hebt: voornaam_naam_klas_opdracht erfelijke ziektes 2 Start je bericht met een goede aanspreking: Beste 3 Laat de aanspreking op een nieuwe regel volgen door: In bijlage vindt u mijn opdracht rond erfelijke ziektes. 4 Sluit af met een afscheidsformule, bv.: Vriendelijke groeten of Met vriendelijke groeten (Kies zelf een afscheidsformule.) 5 Vermeld daaronder je volledige voornaam en naam. 6 Voeg je bestand toe als bijlage. 7 Verzend de e-mail of het bericht.
IN
Stap 7:
VA
N
Andere erfelijke aandoeningen zijn: kleurenblindheid, mucoviscidose (een longziekte), hemofilie (een aandoening waarbij je bloed niet stolt) … Erfelijk wil zeggen dat als jij het gen voor die ziekte hebt, je het via je genen ook kunt doorgeven aan je kinderen. Maar dat is niet voor elke ziekte het geval en het wil niet per definitie zeggen dat je kind de ziekte ook krijgt!
V OPDRACHT 4: Erfelijkheid beïnvloeden Inleiding
©
Je weet ondertussen dat bepaalde kenmerken erfelijk zijn. Dat is niet enkel zo bij de mens, maar ook bij planten en dieren. Onderzoekers proberen al langer erfelijke factoren te beïnvloeden, niet alleen bij planten en dieren, maar ook bij mensen. 1
Hondenrassen
Erfelijkheid kun je ook merken bij huisdieren. Veel honden- en kattenrassen bestaan in de vrije natuur immers niet. Ze zijn het gevolg van doelbewust doorfokken met een aantal dieren, met als doel een bepaald kenmerk ervan te versterken. Dat doorfokken op erfelijkheid ook nadelen kan hebben, maakt de volgende tekst duidelijk.
Hoofdstuk 3 ERFELIJKHEID EN EVOLUTIE
73
De gevolgen van doorfokken Een veelgebruikte fokmethode is lijnteelt. Maar door die methode hebben de dieren kans op genetische defecten en ziektes. Die afwijkingen zijn het directe gevolg van inteelt. Inteelt betekent dat je familieleden met elkaar kruist. Dat wordt gedaan om bepaalde eigenschappen, de raskenmerken, te behouden en te versterken. De natuurlijke selectie, waardoor zieke of ongeschikte dieren zich niet voortplanten, wordt bij het fokken voorkomen. De mens zorgt nu constant voor het voortbestaan van het dier. Hieronder staan een paar voorbeelden van problemen die ontstaan doordat er op raskenmerken wordt gefokt.
IN
Teckels Raskenmerk: lange rug Gevolg: het gebeurt wel eens dat de tussenwervelschijf bij teckels in hun ruggengraat door hun veel te lange rug scheurt, wat leidt tot verlamming en/of aanhoudende pijn.
N
Chihuahua’s Raskenmerk: groot hoofd in verhouding tot het lichaam. Gevolg: de jongen van chihuahua’s moeten met een keizersnede ter wereld worden gebracht omdat de hoofdjes van de puppy’s te groot zijn om de dieren op een natuurlijke manier geboren te laten worden.
©
VA
Terriërs (bepaalde geslachten) Raskenmerk: kleine kaken Gevolg: deze terriërs hebben een afwijkende botgroei van de onderkaak, waardoor kauwproblemen kunnen ontstaan.
Boxers Raskenmerk: kortsnuitig Gevolg: boxers hebben vaker last van ademhalingsproblemen door de ‘ingedrukte’ neus.
Dit allemaal wordt dieren aangedaan omdat mensen vinden dat honden met een bepaald uiterlijk er lief, leuk of mooi uitzien. Bijna alle rashonden hebben negatieve effecten door het fokken. Let wel: iedereen die zo’n hond koopt, houdt het fokken in stand. Zolang er vraag naar is, zal het aanbod er ook zijn.
CHATBOX
Naar: www.animalfreedom.org
74
Wat vind jij over lijnteelt en doorfokken op raskenmerken?
Hoofdstuk 3 ERFELIJKHEID EN EVOLUTIE
2
Ggo’s
Stap 1:
Elk groepslid gaat op zoek naar het antwoord op één vraag over ggo’s uit de mindmap (p. 76-77). Beslis samen wie welke vraag opneemt.
Stap 2:
Bekijk eerst de video. Ga vervolgens in de teksten op zoek naar een antwoord op jouw vraag. Je hebt daarvoor niet alle bronnen nodig: selecteer enkel de bronnen die je nodig hebt voor jouw vraag.
Stap 3:
VIDEO EN TEKSTEN: GGO’S
Noteer in dit notitievak de relevante informatie in verband met jouw vraag.
IN
Noteer in de mindmap (p. 76-77) het antwoord op jouw vraag. Een simpel ‘ja of nee’ als antwoord volstaat niet. Er moet een woordje uitleg bij, maar beperk je antwoord tot maximaal zes zinnen.
Stap 5:
Bespreek samen met je groepsleden kort de antwoorden op alle vragen. Vul telkens je eigen mindmap aan met de antwoorden van de andere groepsleden.
©
VA
N
Stap 4:
Hoofdstuk 3 ERFELIJKHEID EN EVOLUTIE
75
Wat zijn ggo’s?
Welke nadelen hebben ggo’s?
IN
N
GGO’S
©
VA
Hoe weet ik of er een ggo op mijn bord ligt?
Hebben ggo’s ook voordelen?
76
Hoofdstuk 3 ERFELIJKHEID EN EVOLUTIE
Zijn ggo’s buiten de EU toegelaten?
Zijn ggo’s in de EU en in België toegelaten?
IN
N
Designerbaby’s
VA
3
Als je weet welk gen de kleur van je ogen bepaalt, is het mogelijk ervoor te zorgen dat een baby een bepaalde oogkleur krijgt. Je plant het gen in een eicel en zaadcel in en zorgt voor een bevruchting in het labo. Je kunt zelfs meer dan enkel de oogkleur van de baby bepalen. Wetenschappers kunnen een echte ‘designerbaby’ maken: een baby volgens de voorkeuren van de ouders. Lees de zes bronnen over designerbaby’s. Je vindt ze op
.
b
Analyseer de bronnen en vorm je eigen mening. Alle bronnen gaan over de mogelijkheid om baby’s op maat te laten maken of in te grijpen in het genetisch materiaal van de mens. In opdracht c voer je daar een debat over. Dat doe je niet zomaar: je baseert je op informatie. Daarom lees je eerst de bronnen en selecteer je gericht informatie. Daarna gebruik je die informatie om je mening te onderbouwen. Met het stappenplan volg je de juiste werkwijze.
©
a
Stap 1:
Lees de bronnen. Begrijp je alles? Zoek indien nodig de betekenis van moeilijke woorden online op.
Stap 2: Stap 3:
Markeer in de bronnen argumenten en cijfers die je belangrijk vindt. Noteer in de tabel (p. 78) een aantal argumenten, feiten, gegevens, voorbeelden of cijfers voor en tegen designerbaby’s. Je kunt je daarvoor baseren op wat je in de bronnen gemarkeerd hebt. Vermeld er telkens ook (het nummer van) de bron bij. Noteer minstens vier argumenten voor en vier argumenten tegen.
Hoofdstuk 3 ERFELIJKHEID EN EVOLUTIE
77
Argumenten voor
Argumenten tegen
Bron nr.
Bron nr.
Bron nr.
Bron nr.
Bron nr.
Bron nr.
N
Bron nr.
Bron nr.
Bron nr.
VA
Bron nr.
Bron nr.
Formuleer je eigen mening, gebaseerd op alle informatie. Ben je eerder voor of eerder tegen designerbaby’s? Of ben je neutraal, dat wil zeggen dat je zowel voordelen als nadelen ziet? Leg daarna duidelijk uit waarom. Je kunt daarvoor de argumenten uit stap 3 gebruiken.
©
Stap 4:
Ik ben eerder voor / tegen / neutraal, want
78
Bron nr.
IN
Bron nr.
Bron nr.
Hoofdstuk 3 ERFELIJKHEID EN EVOLUTIE
Debat Voer nu een debat over dit onderwerp. De leerkracht legt je uit hoe. Er zijn enkele belangrijke afspraken bij een debat: 1
Laat elkaar uitspreken.
3
Zorg dat iedereen aan bod kan komen.
2
Blijf steeds beleefd.
4
Je hoeft geen gelijk te krijgen: deel jouw mening of reageer op die van iemand anders met een tegenargument.
IN
c
Bij het debat gebruik je jouw mening uit stap 4 en de argumenten uit stap 3. Op die manier kun je je mening onderbouwen met de juiste feiten, gegevens, voorbeelden en cijfers uit de bronnen.
Inleiding
N
V OPDRACHT 5: Evolutie wetenschappelijk verklaard
Het lamarckisme
Tot ongeveer 1800 was de meerderheid van de mensen ervan overtuigd dat de aarde geschapen werd door God. Toch was dat voor wetenschappers op dat moment al lange tijd een punt van discussie. De natuurwetenschapper Jean-Baptiste de Lamarck (1744-1829) deed begin 1809 een eerste poging om aan te tonen dat de aarde niet geschapen werd door God. Dieren, mensen en planten zijn volgens zijn theorie niet geschapen zoals ze nu zijn, maar zijn over erg lange periodes van honderden of duizenden jaren geëvolueerd. Ze hebben zich geleidelijk aan aangepast aan hun omgeving.
©
1
VA
Hoe komt het dat er zoveel soorten dieren zijn? Wie heeft de mens geschapen? Sinds wanneer bestaan we? Waarom zien we eruit zoals we er nu uitzien? Het zijn vragen die de mens sinds zijn ontstaan bezighouden. We hebben er altijd al een antwoord op gezocht.
Jean-Baptiste de Lamarck
Hoofdstuk 3 ERFELIJKHEID EN EVOLUTIE
79
HET LAMARCKISME IS GEBASEERD OP TWEE GROTE PRINCIPES.
Het principe van gebruik en onbruik van lichaamsdelen
Als je een deel van je lichaam veel gebruikt, ontwikkelt dat deel zich verder. Een houthakker zal bijvoorbeeld sterke armen krijgen omdat hij zijn armspieren vaak gebruikt. Vergelijk het met een voetballer die sterke beenspieren krijgt van almaar tegen een bal te trappen. Omgekeerd geldt volgens de Lamarck dat lichaamsdelen die je niet gebruikt, na een aantal generaties verdwijnen. Dat mensen geen staart hebben, verklaart hij als volgt: we hebben er niets aan, dus is dat deel van ons lichaam door de eeuwen heen verdwenen.
Het principe dat verworven eigenschappen erfelijk zijn
Volgens de Lamarck erven de kinderen van een houthakker zijn sterke armspieren. Kinderen van voetballers zouden dus ook sterkere beenspieren moeten hebben.
VA
N
Lamarckisme
2
IN
1
CHATBOX
©
Een klassiek voorbeeld van het lamarckisme is de verklaring waarom giraffen een lange hals hebben. Giraffen stammen af van dieren die een kortere hals hadden en zich telkens moesten uitrekken om hun voedsel hoog in de bomen te kunnen zoeken. Doordat ze hun leven lang hun nek moesten uitrekken, is die beginnen te groeien en hebben ze een langere en sterkere nek gekregen. Volgens de Lamarck is die aanpassing (of modificatie) erfelijk: de kinderen van die giraffenvoorouders erven de langere en sterkere nek van hun ouders. Op hun beurt gaan zij zich ook weer uitrekken om nog hoger eten te kunnen vinden en krijgen ook zij een sterkere en langere hals. Een eigenschap die ze doorgeven aan hun kinderen.
80
Wat denken jullie? Heeft de Lamarck gelijk? Hebben alle kinderen van voetballers sterke benen? Hebben alle kinderen van houthakkers sterke armen?
Hoofdstuk 3 ERFELIJKHEID EN EVOLUTIE
2
Het darwinisme Charles Darwin (1809-1882) bestudeerde de theorie van de Lamarck en oordeelde dat ze niet juist was. Modificaties of aanpassingen aan je omgeving zijn niet erfelijk: je krijgt wel sterkere armen door hard te werken, maar je geeft die eigenschap niet door aan je nakomelingen. Als je van nature al erg sterke armen hebt, is het anders: dat is een aangeboren eigenschap en die kan daarom wél erfelijk zijn. de Lamarck
Darwin
Verworven eigenschappen zijn erfelijk.
Aangeboren eigenschappen zijn erfelijk. Charles Darwin
IN
Darwin verklaart het giraffenverhaal dan ook anders. Volgens hem hebben de giraffen niet gaandeweg een langere hals gekweekt door zich uit te rekken (= een verworven eigenschap). Alle giraffen hebben een lange hals omdat de giraffen met een korte hals uitgestorven zijn. Zij geraakten gewoonweg niet meer aan eten. Een lange hals is een aangeboren erfelijke eigenschap, dus die kan doorgegeven worden.
VA
N
Darwin verklaart de evolutie van de giraffen als volgt. De eerste giraffen hadden een korte hals, op enkele na met een langere hals. Het was een toevallige speling van de natuur, net zoals sommige mensen langere vingers hebben dan anderen. De giraffen met een langere hals konden makkelijker aan voedsel komen. De soort met een lange hals had dus voedsel genoeg en overleefde, maar de andere soorten stierven gaandeweg uit. De langere hals werd niet aangekweekt door zich uit te rekken, maar was aangeboren. De kinderen van de langehalsgiraffen hadden immers ook een langere hals.
©
Darwinisme
De kern van Darwins theorie ( of ‘het darwinisme’) is: de best aangepaste soort overleeft. De giraf met de langste hals kan het best aan eten geraken en overleeft. De soort met een kortere hals niet. Uiteindelijk blijft enkel de best aangepaste soort over. De lange hals van een giraf is geen modificatie (aanpassing) maar een mutatie (verandering of wijziging): de giraf heeft zichzelf niet aangepast. De aanpassing was er al bij sommige giraffen en is doorgegeven: de soort met een kortere hals is uitgestorven en de best aangepaste soort heeft het overleefd, met het aangeboren kenmerk.
Hoofdstuk 3 ERFELIJKHEID EN EVOLUTIE
81
De huidige wetenschap geeft Darwin overschot van gelijk: archeologische vondsten tonen aan dat diersoorten door de eeuwen heen evolueren. We kunnen nu naadloos aantonen dat de eerste vissen de voorlopers van de hagedissen zijn of dat een kip in feite een nakomeling van de dinosauriërs is. a
Bestudeer dit voorbeeld van natuurlijke selectie. Vul aan met de juiste kleur van muis. Een groep muizen leeft op de rand van het noordpoolgebied. De omgeving is het hele jaar door bedekt met sneeuw. Door genetische variatie zijn sommige muizen wit en andere grijs.
muizen vallen meer op in de omgeving en worden dus meer gegeten door roofdieren dan muizen. Alleen de muizen die overleven, zorgen voor nageslacht. Een volgende generatie muizen bevat daarom een hoger percentage muizen.
IN
Op termijn houden de muizen op te bestaan in die omgeving.
VA
N
Help! Een muis!
Bekijk het stripverhaal over Darwin en de evolutie.
c
Vat beide theorieën kort samen in je eigen woorden.
STRIPVERHAAL: DARWIN
©
b
Lamarckisme
82
Darwinisme
Hoofdstuk 3 ERFELIJKHEID EN EVOLUTIE
Verschillende soorten darwinvinken a
Lees de tekst.
VA
N
IN
Tijdens zijn onderzoeksreis met het schip de Beagle raakte Darwin sterk onder de indruk van het aantal verschillende soorten vogels en planten in de natuur. Je hebt honderden soorten appels of tientallen soorten vinken en vlinders om er maar een paar te noemen. Neem nu de verschillende soorten vogels: Darwin ontdekte dat je van sommige vogelsoorten op elk eiland een andere variant van dezelfde vogelsoort had. Het verschil zat hem voornamelijk in de snavel. Hij ontdekte dat er op de Galapagoseilanden De verschillende soorten darwinvinken 13 verschillende soorten vinken waren. Hoe kon dat? De uitleg is simpel: de eilanden liggen te ver van elkaar voor de vinken. Het zijn kleine vogeltjes die er niet in slagen die afstand te overbruggen. Daarom komt de ene soort voor op één enkel eiland en bijna nergens anders. Maar waarom verschilt hun snavel dan zo? Dat ligt aan de voeding. Op het ene eiland staan veel bomen en op het andere niet. Een korte snavel kan handig zijn om zaden en boomvruchten open te breken, maar je hebt er niets aan als er op dat eiland geen bomen zijn. Die vinkensoort overleeft dus enkel op eilanden waar hun snavel een voordeel biedt: eilanden met bomen. Een andere vinkensoort heeft een lange, spitse snavel. Die vinken leven op eilanden zonder bomen en moeten hun voedsel op de grond zoeken. Dan heeft een lange, spitse snavel een voordeel. Enkel de best aangepaste soort vindt voldoende voedsel en overleeft in de loop der tijden. Omgekeerd werkt het ook: veranderen de omstandigheden en is een soort daar niet langer aan aangepast, dan sterft ze uit. Veel dieren konden bijvoorbeeld de extreem koude temperaturen van de ijstijd niet aan en stierven uit.
© The Print Collector/Heritage Images
3
Naar: Biogenie deel II, leerboek
Waarom vind je doorgaans slechts één soort vink terug op elk eiland? Markeer groen in de tekst.
c
Hoe komt het dat de snavel van de verschillende vinkensoorten verschillend is? Leg uit.
©
b
d
Waarom stierven sommige dieren uit tijdens de ijstijd? Markeer geel in de tekst.
Hoofdstuk 3 ERFELIJKHEID EN EVOLUTIE
83
4
Evolutie van de mens
© frantic00/Shutterstock.com
© Queen of Swords/Shutterstock.com
Ook mensen evolueren. We stammen met zijn allen af van mensachtige apen. Ooit zagen we er zo uit:
a
IN
Algemeen wordt aanvaard dat wij, de moderne mens, zo’n 100 000 jaar geleden ontstaan zijn uit de homo sapiens. Maar de evolutie staat niet stil. Ook onze soort, de mens, evolueert nog steeds. 100 000 jaar geleden zagen mensen er anders uit en binnen 100 000 jaar zal dat ook het geval zijn. Lees de tekst.
© Nickolay Lamm
N
Zo zien we er over 100 000 jaar uit
VA
Nee, niet lachen! Dit is geen grap, maar een serieuze visualisatie van hoe de mens er over 100 000 jaar zal uitzien. Inderdaad, we krijgen een groter voorhoofd, een getinte huid en gigantische koeienogen.
Kunstenaar en onderzoeker Nickolay Lamm werkte samen met dr. Alan Kwan, expert in Computationele Genomica aan de Universiteit van Washington, om de beelden samen te stellen. De vraag die ze zich stelden: hoe zal het menselijk hoofd en aangezicht evolueren en hoe zit het met de invloed van moderne, draagbare technologie als Google Glass? Ze kwamen tot een reeks beelden die de potentiële evolutie van het menselijke ras binnen 100 000 jaar moet voorstellen. De eerste veronderstelling van het duo: ons voorhoofd zal blijven groeien om
©
ruimte te maken voor ons brein. Aangezien we almaar meer controle krijgen over onze morfologie, veronderstellen de onderzoekers dat de mens zijn gezicht naar eigen smaak zal vormen. Met sterke, vorstelijke lijnen, een rechte neus, intense ogen en een goede symmetrie. Dat zijn immers de kenmerken die we als aantrekkelijk ervaren. Aangezien we naar buitenaardse oorden zullen vertrekken, verwacht dr. Kwan dat het menselijk oog erg groot zal worden om zich aan te passen aan meer duistere omgevingen, verder weg van de zon. Ook krijgt de huid meer pigment om de schade van de uv-straling buiten de beschermende ozonlaag van de aarde te counteren. Naar: www.deondernemer.nl
84
Hoofdstuk 3 ERFELIJKHEID EN EVOLUTIE
b
Waarom krijgen we volgens Lamm: - een groter voorhoofd?
-
een getinte huid?
-
gigantische koeienogen?
c
N
IN
Hoelang gaat die evolutie volgens Lamm duren? Kruis het juiste antwoord aan. ¨ Ongeveer 1 000 jaar
¨ Ongeveer 10 000 jaar
VA
¨ Ongeveer 100 000 jaar
d
Hoe betrouwbaar is de tekst? Verklaar waarom de tekst volgens jou wel of geen betrouwbare informatie geeft.
©
Hoofdstuk 3 ERFELIJKHEID EN EVOLUTIE
85
U OPDRACHT 6: Zelf erfelijkheid analyseren Inleiding Na alles wat je in de vorige opdrachten geleerd hebt, mag je nu zelf aan de slag. Combineer erfelijke eigenschappen en ontdek welke combinaties mogelijk zijn vanuit die keuze. Aan de slag!
Stap 1:
Kies een erfelijke eigenschap uit het overzicht en markeer ze.
Erfelijke eigenschappen
Dominante eigenschappen donker, krullen
blond, steil
oogkleur en -grootte
bruin, groot
blauw, klein
oogvorm
spleetvormig
geen spleetvorm
wimpers
lang
lippen
vol
neus
groot
neusgaten
groot
lengte
lang
wangen
met kuiltje
zonder kuiltje
rollende ‘r’ mogelijk
rollende ‘r’ onmogelijk
lang, groot, wijd
kort, klein, gedrongen
bij- en verziend
normaal
VA
gezichtsvermogen
N
oren
IN
haar
tong
kort
smal klein
klein kort
Stap 2: Stap 3:
Vul het schema voor de man en de vrouw in. Laat het resultaat voorlopig nog open.
Stap 4:
Als je klaar bent, ruil je je leerwerkboek met dat van je buur. Vul voor elke optie het resultaat bij elkaar in.
Stap 5:
Als jullie beiden klaar zijn, bespreken jullie de oplossingen die jullie gevonden hebben.
Dat doe je in totaal vier keer (optie 1-4, p. 87-88), voor vier verschillende erfelijke eigenschappen die je zelf kiest uit het overzicht bij stap 1.
© 86
Recessieve eigenschappen
Hoofdstuk 3 ERFELIJKHEID EN EVOLUTIE
OPTIE 1:
(erfelijke eigenschap)
Gen Welk resultaat levert dat op? Er zijn vier mogelijkheden:
IN
Resultaat
N
Kind
(erfelijke eigenschap)
VA
OPTIE 2:
Gen
©
Welk resultaat levert dat op? Er zijn vier mogelijkheden: Kind
Resultaat
Hoofdstuk 3 ERFELIJKHEID EN EVOLUTIE
87
OPTIE 3:
(erfelijke eigenschap)
Gen Welk resultaat levert dat op? Er zijn vier mogelijkheden:
(erfelijke eigenschap)
VA
OPTIE 4:
Gen
IN
Resultaat
N
Kind
©
Welk resultaat levert dat op? Er zijn vier mogelijkheden: Kind
Resultaat
88
Hoofdstuk 3 ERFELIJKHEID EN EVOLUTIE
R OPDRACHT 7: Evalueer jezelf Duid aan of je de volgende vaardigheden goed beheerst of dat het nog beter kan. Ik kan het.
Hier kan ik nog groeien.
Ik kan met een voorbeeld uitleggen hoe erfelijke eigenschappen doorgegeven worden van ouders op hun kinderen.
¨
¨
Ik kan uitleggen wat lamarckisme betekent.
¨
¨
Ik kan de evolutietheorie van Charles Darwin beschrijven.
¨
¨
Ik kan uitleggen hoe natuurlijke selectie in zijn werk gaat.
¨
¨
Ik ken het onderscheid tussen fenotype en genotype.
¨
¨
Ik kan uitleggen wat ggo’s zijn en welke voor- en nadelen ze hebben.
¨
¨
Ik kan mijn eigen mening geven over een actueel onderwerp, gebaseerd op informatie en argumenten.
¨
¨
Ik kan respectvol debatteren over een actueel onderwerp.
¨
¨
Ik kan een e-mail of onlinebericht opstellen volgens bepaalde vereisten.
¨
¨
Ik kan een bestand opslaan en bewaren met een specifieke bestandsnaam.
¨
¨
Ik kan een bestand als bijlage toevoegen aan een onlinebericht.
¨
¨
Ik kan notities nemen tijdens het analyseren van bronnen en ze gebruiken bij de bespreking van de bronnen.
¨
¨
Ik kan informatie uit verschillende bronnen selecteren, verwerken en samenvatten.
¨
¨
©
VA
N
IN
Checklist
Hoofdstuk 3 ERFELIJKHEID EN EVOLUTIE
89
HOOFDSTUK 4 OPGROEIEN IN EEN DEMOCRATISCHE RECHTSSTAAT Inleiding
IN
In dit hoofdstuk leer je hoe opgroeien in een democratische rechtsstaat je leven bepaalt. Je leert hoe je er gaandeweg steeds meer deel van uitmaakt en er steeds meer inspraak in krijgt. - Op welke aspecten van ons dagelijks leven hebben we inspraak? - Hebben we op al die aspecten altijd evenveel inspraak of soms wat meer en dan weer wat minder? - Op welke principes is een democratische rechtsstaat gebaseerd? - Waarom is rechtszekerheid en rechtsgelijkheid eigenlijk belangrijk? - Hoe krijg je als burger inspraak in een democratie? Zijn daar regels voor? - Welke impact kan fake news hebben op de werking van een democratie? - Hoe kun je bij de verkiezingen een geldige stem uitbrengen?
N
©Dutchmen Photography/Shutterstock.com
O OPDRACHT 1: Kenmerken van een democratische rechtsstaat
VA
België is een democratische rechtsstaat. Wat wordt daar precies mee bedoeld? Een aantal kenmerken van een democratische rechtsstaat ontdek je hier. Ontcijfer de rebussen.
d=p
en = sv
b=r
g=h t=d
©
ga = i
G
b=v l=j
T
g=h t=d
m=v
-u
k=s s=i
G Z
n=c
-o l=n
b=v l = je
k=v sen = kie
-p
-a
g = sg d = ij
o=h
+ id
90
ho = me
D
- ip
-a
Hoofdstuk 4 Opgroeien in een democratische rechtsstaat
G
b = sz
u=e s=d
V OPDRACHT 2: Enkele kenmerken van dichtbij bekeken Inleiding In de vorige opdracht ontdekte je een aantal kenmerken van een democratische rechtsstaat. In deze opdracht gaan we daar wat dieper op in. 1
Kenmerken Lees de teksten. Noteer de oplossing van elke rebus uit opdracht 1 bij de juiste tekst.
VA
N
IN
Om een land te regeren, moeten wetten gemaakt worden. Als die wetten er zijn, moeten ze in de praktijk uitgevoerd worden. En als zulke wetten aanleiding geven tot conflicten, dan moeten die opgelost worden. In een democratische rechtsstaat heeft niet één persoon of één instelling als enige de macht om die drie dingen tegelijk te doen. De organisatie of persoon die de wetten maakt, is niet de macht die ervoor zorgt dat ze uitgevoerd worden en ook niet de macht die ze controleert en ingrijpt wanneer er conflicten zijn. Daarom worden in een rechtsstaat de drie machten gescheiden. Er zijn drie machten en die werken min of meer zelfstandig: - de wetgevende macht (de vertegenwoordigers van de bevolking in het parlement), - de uitvoerende macht (degenen die besturen: de regering van het land of een deel ervan), - de rechterlijke macht (de rechters). De wetgevende macht maakt de wetten (bv. het verkeersreglement). De uitvoerende macht zorgt ervoor dat de wetten toegepast worden (bv. de politie door middel van controles en boetes). En de rechterlijke macht controleert of alles wel correct verlopen is (of een boete bv. wel correct is, of een controle eerlijk verlopen is).
©
In een democratische rechtsstaat mag je vrij je mening geven over een onderwerp. Je hebt het recht om te zeggen wat je ervan vindt, waarom je ermee akkoord gaat of net niet. Maar ook daar zijn grenzen aan. Je mag in het openbaar bijvoorbeeld niet doelbewust aanzetten tot discriminatie, haat, geweld of segregatie tegen anderen. Binnen die grenzen heb je het recht om die mening te uiten zonder dat je een straf riskeert. En zonder dat iemand anders kan bepalen waarover je jouw mening wel of niet mag geven.
Het begrip democratie is afgeleid van twee Griekse woorden: demos betekent volk, kratos staat voor macht. Democratie is een bestuursvorm waarbij het volk zelf stemt over de wetten, of de vertegenwoordigers kiest die de wetten maken. Een belangrijk onderdeel daarvan zijn vrije verkiezingen. Dat betekent dat iedere burger die stemrecht heeft mag stemmen, dat ook niemand verboden kan worden om als kandidaat deel te nemen aan de verkiezingen. En dat die verkiezingen eerlijk moeten verlopen.
Hoofdstuk 4 Opgroeien in een democratische rechtsstaat
91
IN
Een vrije pers is heel belangrijk in een democratie. De media (zoals kranten, tijdschriften, radio, televisie en het internet) moeten onafhankelijk, dus zonder inmenging van de overheid, kunnen werken. In een dictatuur is de pers niet vrij. De overheid bepaalt daar wat in de berichtgeving aan bod mag komen en wat niet. Want in een dictatuur verdraagt de overheid geen kritiek. Om informatie te kunnen geven over de werking van de overheid en over hoe het gesteld is met de naleving van de rechten van de burgers, hebben de media het recht om ongehinderd informatie te verzamelen en die bekend te maken. Ze moeten onafhankelijk kunnen werken en mogen niet onder druk gezet worden. In ruil daarvoor moeten ze er wel voor zorgen dat hun informatie correct is. Ze mogen geen belangrijke informatie schrappen of zaken verdraaien. Wanneer gepubliceerde informatie nadien toch fout blijkt, moeten de media dat ook rechtzetten. Persvrijheid speelt ook een rol in de vrijheid van meningsuiting. De media geven niet alleen informatie, maar ook kritiek en commentaar op het beleid en nemen een standpunt in tegenover het beleid. Daarmee beïnvloeden ze de lezers, luisteraars en kijkers. De media hebben daardoor een zekere macht over de publieke opinie. Persvrijheid is voor een democratie zo belangrijk, dat men de media wel eens de vierde macht (naast de drie staatsmachten) noemt.
VA
N
Dit betekent dat iedereen de wetten kent en weet waaraan zich te houden. We weten allemaal dat je in België niet zomaar iemand een klap mag geven. Of dat je niet zomaar iets mag stelen uit een winkel. Daar bestaat geen discussie over. Doe je één van die dingen toch, dan weet je dat je in de fout gaat en weet je dat er een straf en/of een schadevergoeding op kan volgen.
©
In een democratische rechtsstaat is iedereen gelijk voor de wet. Of het nu een man of een vrouw is die een overtreding begaat, dat maakt geen verschil. Een rijke persoon of een arme persoon riskeren dezelfde straf of boete bij een overtreding. Ook ministers en politici moeten zich aan de wetten en regels houden. Ze staan er niet boven.
In een democratische rechtsstaat heb je inspraak in het beleid dat er gevoerd wordt. Jij kunt mee bepalen wat er beslist wordt. Soms is dat rechtstreeks: door een enquête bij de burgers bijvoorbeeld. Bij verkiezingen gebeurt dat onrechtstreeks: elke burger kan een stem uitbrengen op een partij of een politicus die zijn of haar mening het best vertegenwoordigt. Op die manier bepaal je mee de samenstelling van het parlement en heb je inspraak in het beleid.
92
Hoofdstuk 4 Opgroeien in een democratische rechtsstaat
Weetje De principes van de (democratische) rechtsstaat van een land worden meestal in een grondwet vastgelegd. Dat is ook in België het geval. De grondwet is de belangrijkste wet van het land. Alle andere wetten moeten overeenkomen met de regels die vastgelegd werden in de grondwet. In België hebben we zelfs een speciale rechtbank, het Grondwettelijk Hof, die zich enkel en alleen daarmee bezighoudt. Het Grondwettelijk Hof kijkt na of een wet de rechtsgelijkheid respecteert, of een besluit van een minister niet indruist tegen de scheiding der machten, ...
2
Scheiding der machten a
Bekijk de kennisclip en vul het schema aan.
KENNISCLIP: SCHEIDING DER MACHTEN
IN
macht Wie?
Wat doen ze?
N
VA
macht Wie?
©
SCHEIDING DER MACHTEN
macht Wie?
Wat doen ze?
Wat doen ze?
Hoofdstuk 4 Opgroeien in een democratische rechtsstaat
93
b
In een democratische rechtsstaat zijn de drie machten van elkaar gescheiden. Is dat ook zo in jouw school? Bestudeer het schoolreglement. -
Wie bepaalt de regels op school?
-
Wie voert de regels uit?
-
Wie controleert de regels? Bij wie kun je terecht als je een klacht hebt?
-
Conclusie?
3
Veel, een beetje of helemaal geen inspraak?
IN
Geef bij elke mogelijkheid twee voorbeelden uit je dagelijks leven.
Dit mag ik zelf beslissen.
Hier mag ik mee over beslissen.
Hier wordt er met mijn mening geen rekening gehouden.
©
VA
a
N
Inspraak betekent dat je jouw mening mag laten horen en dat men daar bij een beslissing rekening mee kan houden. De mate waarin je inspraak hebt op een beslissing varieert echter. In de ene situatie kun je zelf beslissen, in de andere situatie mag je mee beslissen. En in nog andere situaties wordt er met jouw mening geen rekening gehouden.
b
Bespreek met je buur. Komen jullie voorbeelden overeen? Of zijn er verschillen?
c
Zijn er zaken waarin je vroeger geen inspraak had en nu wel?
94
Hoofdstuk 4 Opgroeien in een democratische rechtsstaat
d
In welke van de volgende situaties vind je het belangrijk dat er met jouw mening rekening gehouden wordt? Duid aan hoe belangrijk je inspraak vindt voor die situatie. Leg kort uit waarom. schoolkeuze
Mijn mening is niet belangrijk.
Mijn mening is erg belangrijk.
Reden:
vakantiebestemming
Mijn mening is erg belangrijk.
IN
Mijn mening is niet belangrijk. Reden:
aankoop van kleding
Reden:
N
Mijn mening is niet belangrijk.
Mijn mening is erg belangrijk.
VA
verhuizing naar een andere woning
Mijn mening is niet belangrijk.
Mijn mening is erg belangrijk.
Reden:
©
keuze van het avondmaal
Mijn mening is niet belangrijk.
Mijn mening is erg belangrijk.
Reden: e
Een democratische rechtsstaat garandeert inspraak van de burgers. Maar inspraak betekent niet automatisch dat je je zin krijgt of dat er een beslissing wordt genomen waarmee je akkoord gaat. Het volgende voorbeeld toont dat aan. -
Bekijk de twee video’s. Tijdens het kijken mag je notities nemen. Probeer nadien mondeling samen te vatten wat je gezien hebt en waar dit over gaat. VIDEO 1 EN 2
Hoofdstuk 4 Opgroeien in een democratische rechtsstaat
95
-
Lees de vier bronnen en beantwoord de vragen.
-
Op welke manieren kregen de inwoners van Zwijndrecht hier inspraak?
BRONNEN 1-4
-
Wat was de mening van de bevolking?
JA
NEE
-
Werd daar rekening mee gehouden?
-
Is de gemeenteraad verplicht rekening te houden met de mening van de bevolking? Leg kort uit.
IN
-
Geef je persoonlijke mening: moet de uitslag van dit referendum of volksraadpleging gerespecteerd worden? Waarom wel? Waarom niet? Je kunt je daarvoor baseren op argumenten uit de vier bronnen.
f
VA
N
B edenk een situatie waarmee je vaak wordt geconfronteerd maar waarin je geen inspraak hebt. Waarom denk je dat je daar geen inspraak in krijgt? Licht mondeling toe. Geef in je antwoord ook aan welke problemen er zouden kunnen ontstaan als jij wel mee zou mogen beslissen over die situatie.
©
Weetje
De Brexit, het proces waarbij het Verenigd Koninkrijk (Engeland, Wales, Schotland en Noord-Ierland) uit de Europese Unie gestapt is, gebeurde ook per referendum. Niet elke Brit was verplicht te gaan stemmen bij dit referendum. Dat was ieders vrije keuze, maar in dit geval ging het wel om een bindend referendum. De overheid was dus verplicht de uitslag ervan te volgen. 52 % van de deelnemers stemde voor, 48 % was tegen. Met een meerderheid van amper 2 % was de Brexit dus een feit.
4
Vrijheid van meningsuiting Het recht op vrijheid van meningsuiting betekent dat je jouw mening mag geven over de staat en de werking ervan, zonder dat de overheid zich daarmee gaat bemoeien. Dat principe ligt vast in artikel 19 van de Belgische grondwet. Onderzoek dit artikel. Lees bron 5.
96
Hoofdstuk 4 Opgroeien in een democratische rechtsstaat
BRON 5
a
Zijn deze stellingen waar of niet waar? Verbeter de foute stellingen. Waar
Niet waar
1 Je buur een rotzak noemen is toegestaan volgens het recht op vrije meningsuiting.
2 Zomaar ‘Brand!’ roepen als het niet brandt, mag volgens het recht op vrije meningsuiting.
3 Reclame valt niet onder het recht op vrije meningsuiting.
IN
4 Je mag vrij je mening uiten in de krant, op tv, op sociale media, tijdens een toespraak, op de radio …
5 Een mening over een bepaald onderwerp mag ook vooraf, preventief verboden worden.
N
6 In België mag je een vlag van een land in brand steken, als protest.
VA
7 Bij het opstellen van de grondwet in 1830 was men van oordeel dat door mensen vrij te laten spreken en schrijven, problemen ook sneller zichtbaar zouden worden en men tot nieuwe oplossingen kon komen.
©
8 De vrijheid van meningsuiting is ook goed voor de overheid zelf: daardoor krijgt ze de steun van de burgers die niet bang moeten zijn een fout woord uit te spreken.
b
Op welke verschillende manieren maken de inwoners van Zwijndrecht duidelijk wat ze van de beslissing vinden? Baseer je antwoord op de beeldfragmenten en bronnen 1-4 op p. 96.
c
Ook vrijheid van meningsuiting kent een grens: jouw mening mag niet beledigend, bedreigend of schadelijk zijn voor anderen en je mag niet aanzetten tot geweld, haat of discriminatie. Een aantal van de burgers gaan te ver in het uiten van hun mening over wat er gebeurt. Noteer voorbeelden daarvan hier.
Hoofdstuk 4 Opgroeien in een democratische rechtsstaat
97
5
Persvrijheid Een ander belangrijk principe van een democratische rechtsstaat is persvrijheid. De media moeten vrij kunnen informeren over een onderwerp. Ook dat valt binnen onze grondwet onder het recht op vrije meningsuiting. Soms bestaat daat al eens discussie over, en dat leidt tot conflicten.
BRON 6
Lees bron 6 en beantwoord de vragen. a
Wat is er gebeurd?
b
Hoe wil de politicus in kwestie de persvrijheid hier beperken?
c
IN
Op welke manier komen de drie machten aan bod in deze affaire? Wetgevende macht:
Rechterlijke macht:
N
SCHEIDING DER MACHTEN
VA
rechterlijke macht
CHATBOX
Welke macht wordt door zowel de pers als de politicus gebruikt om hun rechten te verdedigen? Markeer.
©
d
Uitvoerende macht:
wetgevende macht
uitvoerende macht
Wat is jouw mening over dit publicatieverbod? Ben je voor of tegen? Waarom?
6
Rechtszekerheid Rechtszekerheid betekent dat iedereen de mogelijkheid heeft om de wetten te kennen en weet waaraan zich te houden. Algemeen weet je bijvoorbeeld dat het in België verboden is iemand te vermoorden, te ontvoeren, geweld te plegen, te stelen … Wie een van die regels overtreedt, weet dat er een straf aan vasthangt. Dat wordt bedoeld met rechtszekerheid.
98
Hoofdstuk 4 Opgroeien in een democratische rechtsstaat
Het meest zichtbaar is dat in het verkeersreglement. Wanneer je dit bord ziet, weet je toch meteen wat er mag en wat niet!? a
Aan welke regel moet je je hier houden?
b
De straf bij een overtreding van die regel is van een aantal factoren afhankelijk. Welke factoren zullen hier bepalen hoe zwaar je straf of boete zal zijn? Leg uit.
7
IN
Rechtsgelijkheid
N
Met rechtsgelijkheid wordt bedoeld dat wetten voor iedereen gelden en iedereen gelijk behandeld moet worden.
VA
In een rechtszaak rond een student die stierf tijdens de studentendoop van een studentenclub, was er veel te doen rond rechtsgelijkheid. De leden van die studentenclub moesten zich verantwoorden voor het gerecht, maar kregen geen gevangenisstraf. Ook hun namen mochten niet bekendgemaakt worden. Lees het artikel (ingekorte versie) en vul het schema aan. De volledige versie van dit artikel vind je op .
©
‘Waarom geven jullie hun namen niet?’ ‘Dit is klassenjustitie.’ ‘Waarom krijgen ze zo’n lichte straf?’ Wij beantwoorden de vragen na heisa rond proces-Reuzegom. De straffen voor de Reuzegommers hebben een zelden geziene golf van protest uitgelokt. Onbegrip en woede, bij jong en oud. Omdat ‘de straffen te licht zijn’, de Reuzegommers anoniem blijven en er ‘geen justice’ is voor Sanda. Maar vooral omdat er veel vragen blijven. Wat volgt, is een poging om die te beantwoorden. Steven De Bock/Pieter Huyberechts Donderdag 1 juni 2023 om 21:47
‘Waarom krijgen de Reuzegommers maar € 400 boete, terwijl een verkeersovertreding al snel veel meer kost?’ Het klopt dat die boete laag is. De laagst mogelijke zelfs. De drie raadsheren van het Antwerpse Hof van Beroep hebben beslist om de Reuzegommers de minimumboete op te leggen voor onopzettelijke doding: € 50 die dan maal 8 (opcentiemen) moet worden gedaan. De maximumboete bedraagt
overigens € 1 000. Volgens advocaten John Maes en Joris Van Cauter konden de rechters niet anders dan een boete geven, omdat een geldboete nu eenmaal wettelijk verplicht is bij een veroordeling wegens onopzettelijke doding. Maar het was het Hof duidelijk niet om de boete te doen. Het is slechts een nevenstraf; de hoofdstraf die ze hebben opgelegd is de werkstraf. Ze gaan ervan uit dat
Hoofdstuk 4 Opgroeien in een democratische rechtsstaat
99
‘Dit is toch duidelijk klassenjustitie.’ Voor veel betogers is het arrest een duidelijk voorbeeld van klassenjustitie. Bestaat er dan klassenjustitie in België? Hadden jongens met een migratieachtergrond of andere sociale status een zwaardere straf gekregen? Voor veel mensen heeft het proces geen rechtvaardigheid gebracht. Maar de Reuzegommers zijn lang niet de eersten die een werkstraf krijgen. Die vorm van bestraffen zit in de lift omdat ook veel rechters het een zinvol alternatief vinden voor een – al dan niet voorwaardelijke – celstraf. Bovendien kun je niet zeggen dat de raadsheren in hun arrest mild zijn voor de Reuzegommers. De bewoordingen zijn hard. En door de zaak meteen op niveau van beroep te behandelen, hebben de Reuzegommers de mogelijkheid verloren om in beroep te gaan. Ook dat is niet meteen een voorkeursbehandeling. Anderzijds konden de Reuzegommers rekenen op de best mogelijke verdediging van de best mogelijke advocaten. Bovendien hadden ze het door hun achtergrond makkelijker om een zinvol toekomstproject voor te stellen aan de rechtbank. En dat speelt in hun voordeel bij de straftoemeting, zo blijkt uit het arrest. ‘Niet iedereen heeft een even sterk vangnet en heeft het even gemakkelijk om een toekomstperspectief voor te leggen’, zegt ook de ervaren advocaat John Maes. ‘Maar ik ben ervan overtuigd dat iedereen die met dezelfde houding in de rechtszaal was verschenen, kans had gemaakt op een werkstraf.’
N
het zinvoller is om de Reuzegommers te laten werken voor de samenleving dan om hun een voorwaardelijke celstraf op te leggen. De duur van de werkstraffen loopt uiteen van 200 uur tot het wettelijke maximum van 300 uur. Tijdens het proces was overigens niemand vragende partij voor een effectieve celstraf, ook de familie van Sanda Dia niet. De boete is niet de enige som die de Reuzegommers moeten betalen. Met de gerechtskosten en de schadevergoedingen voor de burgerlijke partijen erbij wordt minimaal € 67 711,98 – of € 3 765,11 per veroordeelde – van de Reuzegommers verwacht. Dat kan nog oplopen omdat de schadevergoeding voor sommige burgerlijke partijen nog definitief vastgelegd moet worden.
‘Waarom geven die rechters geen duidelijker signaal aan de samenleving?’ Omdat ze dat niet mogen. Rechters of raadsheren moeten oordelen over het concrete gedrag van concrete mensen. En ze moeten dat doen in complete onafhankelijkheid, hoeveel commotie bepaalde feiten ook hebben veroorzaakt in de samenleving. Ze mogen zich door niets of niemand onder druk laten zetten en ze moeten zich ook niet verantwoorden. Die onafhankelijkheid is in een rechtsstaat cruciaal. ‘Mochten rechters een signaal willen geven, dan zouden ze niet meer onafhankelijk zijn’, zegt advocaat John Maes. ‘Dat is gewoon niet hun taak.’
IN
© BELGA
jongemannen zonder gerechtelijk verleden. En justitie heeft hun een werkstraf gegeven, net om hun de kans te geven zich te re-integreren in de maatschappij. Hun namen bekendmaken zou die re-integratie bemoeilijken en hen voor altijd met een brandmerk opzadelen.
©
VA
‘Ze hebben een jongen vermoord, en toch krijgen ze zo’n lichte straf.’ Mochten de Reuzegommers Sanda Dia juridisch gezien ‘vermoord’ hebben, dan zou de straf wel degelijk vele malen hoger zijn geweest. Maar dan zou aangetoond moeten worden dat ze Sanda bewust en gepland hebben gedood, en dat denkt niemand. Er is in dit geval ook geen sprake van de juridische term ‘doodslag’, want ook dan moet er sprake zijn van de wil om te doden. De Reuzegommers zijn wel veroordeeld voor ‘onopzettelijke doding’. Dat houdt in dat ze door foutief, onvoorzichtig gedrag de dood van Sanda Dia hebben veroorzaakt.
‘Ze zijn rijk, hun ouders machtig, daarom mogen we niet weten wie die Reuzegommers zijn.’ Namen bekendmaken – of niet? Het is een moeilijke afweging. Er zijn zeker argumenten om de Reuzegommers wel met naam en toenaam te noemen. Er is het grote maatschappelijk belang van de dood van Sanda Dia. En ze zijn schuldig bevonden aan zware feiten: ‘onopzettelijke doding’ en ‘onterende behandeling’. Maar er zijn ook tegenargumenten, en die wegen voor ons – en tot nader orde ook voor de andere Vlaamse media – door. Er zijn er verschillende. De Reuzegommers hebben de dood van Sanda Dia niet gewild. Het zijn
100
Hoofdstuk 4 Opgroeien in een democratische rechtsstaat
Bron: www.nieuwsblad.be
Noteer hier argumenten uit dit artikel voor rechtsgelijkheid.
Noteer hier argumenten uit dit artikel tegen rechtsgelijkheid.
IN
N
VA
V OPDRACHT 3: Democratische verkiezingen Inleiding
©
In België leven we in een democratie. Dat wil zeggen dat elke burger van ons land inspraak heeft in het bestuur. Maar we kunnen uiteraard moeilijk allemaal eerste minister zijn of in het parlement gaan zetelen. Daarom worden er verkiezingen georganiseerd. Elke stemgerechtigde burger kan dan zijn stem uitbrengen op iemand die het volk goed zou vertegenwoordigen. Daarom noemen we alle politici die in een parlement zitten trouwens ‘volksvertegenwoordigers’: ze vertegenwoordigen het volk. Maar hoe verloopt dat nu in de praktijk? Je ontdekt het via dit hoekenwerk. De leerkracht legt uit hoe je aan de slag gaat. 1
Hoek 1: Hoe worden verkiezingen georganiseerd? a
Weet je nog hoe België in elkaar zit? Bekijk de kennisclip en beantwoord de vragen. -
Hoeveel regeringen telt ons land in totaal?
-
Geef een andere term voor onze nationale, Belgische regering:
KENNISCLIP: BELGIË
Hoofdstuk 4 Opgroeien in een democratische rechtsstaat
.
101
-
Vul de kaarten aan.
GEMEENSCHAPPEN taal, cultuur, onderwijs en sport
IN
GEWESTEN economie, werk, mobiliteit en milieu
Verkiezingen In ons land hebben we heel wat regeringen en dus ook verschillende verkiezingen. Om niet elk jaar naar de stembus te moeten, vallen de verschillende verkiezingen zo veel mogelijk samen. Elke verkiezing heeft ook een geldigheidsduur van een aantal jaar. Net daarom is gaan stemmen zo belangrijk: je krijgt niet elk jaar de kans om te stemmen. Met je stem leg je de politieke machtsverhoudingen voor een lange tijd vast.
©
b
VA
N
Zoek op en vul aan. Federale verkiezingen, gewestverkiezingen en Europese verkiezingen houden we in België om de jaar. Gemeenteraadsverkiezingen en provincieraadsverkiezingen houden we in België om de jaar.
102
Hoofdstuk 4 Opgroeien in een democratische rechtsstaat
c
Lees de tekst en beantwoord de vragen.
België is een federale staat In 1993 werd in de grondwet geschreven dat België een federale staat is. Daarmee werden Vlaanderen en Wallonië erkend als volwaardige deelstaten. In een federaal land besturen diverse regionale overheden, waarbij de centrale overheid nog een aantal cruciale opdrachten voor haar rekening neemt. Voordien was ons land een unitaire staat of eenheidsstaat. De centrale overheid in Brussel bepaalde toen het reilen en zeilen in heel het land. Na de Tweede Wereldoorlog kwamen de verschillen tussen Vlamingen en Walen in een stroomversnelling. In Vlaanderen werd gestreefd naar culturele autonomie, Wallonië wilde meer beslissingsrecht over economische zaken. Na moeizame onderhandelingen tussen de politieke partijen werd een akkoord bereikt.
IN
Bron: www.belgium.be
-
Wat is een federale staat? Markeer in de tekst.
-
Wat is een unitaire staat? Markeer in de tekst in een andere kleur. Geef een ander woord voor een unitaire staat:
Centralisatie of decentralisatie? Lees de tekst en beantwoord de vragen.
N
d
.
VA
België is dus een federale staat, opgedeeld in gemeenschappen en gewesten. We vormen nog steeds één land, maar elk deeltje van dat land mag ook voor een deel zelf beslissen wat het doet. Dat noemt men decentralisatie: de beslissingen worden op verschillende plaatsen genomen en gelden enkel voor die regio. Het tegenovergestelde ervan is centralisatie: alle beslissingen worden op één plaats genomen en gelden voor het hele land.
-
Kun je een aantal zaken opnoemen waarover er in België nog centraal wordt beslist, dus in het federaal parlement én de federale regering, voor het hele land?
©
-
Wat is daar de reden voor?
Hoofdstuk 4 Opgroeien in een democratische rechtsstaat
103
e Federaal of confederaal? Op dit moment is België een federale staat. Partijen als N-VA bijvoorbeeld willen evolueren naar een confederale staat. Wat is het verschil? Zet bij elke omschrijving de correcte term.
federale staat – confederale staat
Deze staat bestaat uit verschillende regionale deelstaten die onderling overeenkomen wat ze nog samen doen onder de vorm van een centrale overheid. De rest doet iedere regionale deelstaat onafhankelijk, naar eigen goeddunken. De grootste beslissingsmacht ligt bij de regionale deelstaten.
Deze staat bestaat uit één centrale overheid en een aantal regionale deelgebieden. In deze staat besturen diverse regionale deelgebieden waar nodig. De centrale overheid neemt nog een aantal cruciale opdrachten voor haar rekening. De grootste beslissingsmacht ligt bij de centrale overheid.
Hoek 2: Wie mag stemmen? a
Voorwaarden om te mogen stemmen
IN
N
2
Wie wil stemmen in België, moet aan vier voorwaarden voldoen. 1
Je moet minstens 18 jaar zijn, ten laatste op de dag van de verkiezingen.
2 Je moet de Belgische nationaliteit bezitten (behalve voor Europese en
VA
gemeenteraadsverkiezingen).
3 Je moet ingeschreven zijn in het bevolkingsregister van een gemeente van het kiesgebied. 4 Je mag niet uitgesloten zijn van je stemplicht omwille van criminele feiten of onbekwaam verklaard zijn.
Dat geldt enkel voor de parlementsverkiezingen, de provinciale en de gewestverkiezingen. Voor de Europese verkiezingen geldt dan weer dat bovendien ook elke burger van de EU in een ander land van de EU daaraan mag deelnemen (bv. een Spaanse EU-burger die in België woont).
©
Je moet je wel eenmalig laten registreren. Sinds 2024 is er ook opkomstplicht voor jongeren vanaf 16 jaar voor de Europese verkiezingen: zij moeten verplicht gaan stemmen, enkel voor deze specifieke verkiezingen. Voor de gemeenteraadsverkiezingen is er de uitzondering dat ook iedere inwoner met een andere nationaliteit dan de Belgische die legaal in België woont, mag stemmen. Je moet je dan ook eenmalig laten registreren. Denk bijvoorbeeld aan een Algerijnse burger die al vijf jaar legaal in België verblijft. Ook Belgen die in het buitenland wonen, kunnen trouwens stemmen bij verkiezingen in België: dat verloopt via de ambassade. In dat geval is stemmen niet verplicht. Maar als je wilt, kan het. Voor migrantenstemrecht geldt een vijfde voorwaarde. 5
Als je een nationaliteit hebt van buiten de EU, moet je minimaal vijf jaar in ons land wonen. Bron: vlaanderenkiest.be
104
Hoofdstuk 4 Opgroeien in een democratische rechtsstaat
b
Stemgerechtigd Vul met behulp van de infofiches in voor welke verkiezingen in België deze personen stemgerechtigd zijn. Als dat niet het geval is, leg dan uit waarom. INFOFICHE
Naam: Rodrigo Almodovar Leeftijd: 21 Nationaliteit: Spaans Woonplaats: Diegem
INFOFICHE
Naam: Tine Dierickx Leeftijd: 50
IN
Nationaliteit: Belgisch Woonplaats: Brussel INFOFICHE
Naam: Achmed Amine Boussouffa Leeftijd: 34
N
Nationaliteit: Marokkaans, woont al tien jaar in België Woonplaats: Gent
VA
INFOFICHE
Naam: Anissa Chaemae Bouamed Leeftijd: 19
Nationaliteit: Belg
Woonplaats: Hasselt
©
INFOFICHE
Naam: Frédéric Delorge Leeftijd: 17 Nationaliteit: Belg Woonplaats: Luik
INFOFICHE
Naam: Delia Vanderstraeten Leeftijd: 34 Nationaliteit: Belg Woonplaats: Gevangenis van Brugge
Hoofdstuk 4 Opgroeien in een democratische rechtsstaat
105
INFOFICHE
Naam: Tomas Tzusak Leeftijd: 70 Nationaliteit: Pool Woonplaats: Kortrijk
INFOFICHE
Naam: Amélie Wauters Leeftijd: 16 Nationaliteit: Belg
Kruis aan wie waarvoor stemrecht heeft.
IN
Woonplaats: Waregem
Federale, gewesten provincie verkiezingen
Europese verkiezingen
Tine Dierickx
N
Rodrigo Almodovar
Achmed Amine Boussouffa
VA
Anissa Chaemae Bouamed Frédéric Delorge
Delia Vanderstraeten Tomas Tzusak
©
Amélie Wauters
106
Hoofdstuk 4 Opgroeien in een democratische rechtsstaat
Gemeenteraadsverkiezingen
c
Stemrecht of stemplicht? In ons land geldt stemplicht: je moet stemmen. Zelfs als je daar helemaal geen zin in hebt. Je bent verplicht en wie niet komt, loopt het risico op een boete. Dat geldt voor alle verkiezingen, behalve voor de provinciale en de gemeenteraadsverkiezingen vanaf 2024: voor die verkiezingen heb je vanaf dan stemrecht. Je mag komen stemmen, maar bent niet langer verplicht. In de meeste landen heb je stemrecht: je mag komen stemmen, maar het hoeft niet. Vaak is het wel zo dat een verkiezing pas geldig is wanneer minstens de helft van de kiezers eraan deelneemt. Voor wie zich ooit heeft laten registreren als EU-burger of niet-Belg voor een gemeenteraads verkiezing of Europese verkiezingen geldt een opkomstplicht: wie zich heeft laten registreren, moet dan ook effectief gaan stemmen.
N
IN
Wat als je niet naar het stembureau gaat? Dan maak je kans op een boete van € 40 tot € 80. Je kunt ook iemand anders in jouw plaats laten stemmen, als je op de dag van de verkiezingen: - ziek bent, - in het buitenland bent, - moet werken, - moet studeren voor examens. Dat heet bij volmacht stemmen. Die volmacht moet je vooraf officieel laten registeren op de dienst bevolking van je gemeente. Bron: exposure.be
VA
Noteer welke voor- en nadelen jij ziet aan stemrecht en stemplicht. Welk systeem geniet jouw voorkeur? Vink aan. Beargumenteer ten slotte waarom. Voordelen
©
Stemrecht
Nadelen
Stemplicht
Hoofdstuk 4 Opgroeien in een democratische rechtsstaat
107
3
Hoek 3: Waarom geldig stemmen belangrijk is a
Weet voor wie je stemt! Het is belangrijk om je vooraf goed te informeren voor je je stem uitbrengt. Elke partij heeft een partijprogramma. Daarin staat waar de partij voor staat, wat ze wil bereiken en hoe ze dat wil doen. Wanneer jij je stem geeft aan een (lid van de) partij, ga je in principe akkoord met wat die partij wil verwezenlijken.
IN
Vaak kun je in een verkiezingsjaar deelnemen aan een stemtest online. Daarin worden stellingen voorgelegd die in de partij programma’s staan. Op basis van jouw antwoorden daarop krijg je een overzicht van de partijen waarmee jouw mening het best overeenkomt. Zo’n onlinestemtest kan je helpen om je stem uit te brengen.
Ga online op zoek naar het partijprogramma van een politieke partij naar keuze. Met welke programmapunten ga je eerder akkoord? Met welke eerder niet? Geldig stemmen doe je zo! Niet enkel gaan stemmen is belangrijk; ook geldig stemmen is erg belangrijk. Een ongeldige stem wordt immers niet meegeteld en gaat af van het totaal. Zo wordt het aantal stemmen dat nodig is om een meerderheid te vormen kleiner. Reken even mee!
VA
-
N
b
•
©
•
100 mensen gaan stemmen. Iedereen stemt geldig. Willen partijen samen een meerderheid vormen, dan heb je de helft plus 1 stem van het aantal geldige stemmen nodig. In dit geval zijn er stemmen nodig om een meerderheid te vormen. 100 mensen gaan stemmen. 20 stemmen er ongeldig. Willen partijen in dit geval samen een meerderheid vormen, dan heb je de helft plus 1 stem van het aantal geldige stemmen nodig. In dit geval zijn er slechts stemmen nodig om een meerderheid te vormen.
-
Er wordt wel eens gezegd 'Niet stemmen is ook stemmen.' Verklaar deze stelling in je eigen woorden op basis van wat je net geleerd hebt.
108
Hoofdstuk 4 Opgroeien in een democratische rechtsstaat
-
Bekijk de kennisclip. Duid aan of deze stellingen juist of fout zijn. KENNISCLIP: GELDIG STEMMEN
Juist
2
Je kunt voor meer dan één kandidaat stemmen, zolang je dat maar doet binnen dezelfde lijst.
3
Je kunt op meer dan één partij een lijststem uitbrengen.
4
Een andere naam voor een voorkeurstem is een naamstem.
5
Je mag geen lijststem uitbrengen en vervolgens ook nog een voorkeurstem op iemand van die lijst.
6
Je mag enkel bolletjes kleuren op een stembiljet, anders wordt het ongeldig.
IN
Een andere naam voor een lijststem is een kopstem.
Geldig of ongeldig Duid bij elk van de volgende stembiljetten aan of het om een geldige of een ongeldige stem gaat. Leg ook telkens uit waarom. Je kunt de kennisclip als hulpmiddel gebruiken.
Politieke Partij n°1 N’Zeko Oumia
Politieke Partij n°2
Politieke Partij n°3
Politieke Partij n°4
Politieke Partij n°5
D’aletta Sillvio
Janssens Jan
Timmers Tina
De Weger Bart
Lijers Elko
Danni Magda
Loossens Tim
De Late Mark
Oufta Anissa
Luykcx Cynthia
Koens Karel
De Wit Indira
De Vroege Anita
Dziri Achmed
Ovalski Maria
Eftiou Danira
Bennissa Fatima
El Mazif Soraya
Zagers Joost
Zouf Omar
Everaert Evert
Zatopek Oleg
Kops Steven
Politieke Partij n°2
Politieke Partij n°3
Politieke Partij n°4
Politieke Partij n°5
VA
Bink Eric
N
c
1
Fout
Geldig
Ongeldig
©
Reden:
Politieke Partij n°1
N’Zeko Oumia
D’aletta Sillvio
Janssens Jan
Timmers Tina
De Weger Bart
Bink Eric
Lijers Elko
Danni Magda
Loossens Tim
De Late Mark
Oufta Anissa
Luykcx Cynthia
Koens Karel
De Wit Indira
De Vroege Anita
Dziri Achmed
Ovalski Maria
Eftiou Danira
Bennissa Fatima
El Mazif Soraya
Zagers Joost
Zouf Omar
Everaert Evert
Zatopek Oleg
Kops Steven
Geldig
Ongeldig
Reden:
Hoofdstuk 4 Opgroeien in een democratische rechtsstaat
109
Politieke Partij n°1
Politieke Partij n°2
Politieke Partij n°3
Politieke Partij n°4
Politieke Partij n°5
N’Zeko Oumia
D’aletta Sillvio
Janssens Jan
Timmers Tina
De Weger Bart
Bink Eric
Lijers Elko
Danni Magda
Loossens Tim
De Late Mark
Oufta Anissa
Luykcx Cynthia
Koens Karel
De Wit Indira
De Vroege Anita
Dziri Achmed
Ovalski Maria
Eftiou Danira
Bennissa Fatima
El Mazif Soraya
Zagers Joost
Zouf Omar
Everaert Evert
Zatopek Oleg
Kops Steven
Politieke Partij n°2
Politieke Partij n°3
Politieke Partij n°4
Politieke Partij n°5
N’Zeko Oumia
D’aletta Sillvio
Janssens Jan
Timmers Tina
De Weger Bart
Bink Eric
Lijers Elko
Danni Magda
Loossens Tim
De Late Mark
Geldig
Ongeldig
Reden:
Politieke Partij n°1
IN
Oufta Anissa
Luykcx Cynthia
Koens Karel
De Wit Indira
De Vroege Anita
Dziri Achmed
Ovalski Maria
Eftiou Danira
Bennissa Fatima
El Mazif Soraya
Zagers Joost
Zouf Omar
Everaert Evert
Zatopek Oleg
Kops Steven
Ongeldig
Reden:
VA
N
Geldig
Weetje
Na de verkiezingen komt het zelden voor dat één partij een meerderheid haalt en alleen mag regeren. Vaak wordt er een samenwerking gevormd met andere partijen: dat wordt een coalitie genoemd. In theorie kan om het even welke partij samenwerken met eender welke andere partij. Op één uitzondering na: een coalitie met het Vlaams Belang is in praktijk (nog) niet mogelijk. Dat komt door het cordon sanitaire. Dat is sinds 1991 een afspraak tussen de andere partijen om te weigeren
©
samen te werken met een extreemrechtse partij.
Als het Vlaams Belang in de toekomst nog meer stemmen zou halen, wordt het cordon sanitaire wel moeilijk houdbaar.
110
Hoofdstuk 4 Opgroeien in een democratische rechtsstaat
Bron: www.vrt.be
4
Hoek 4: Geschiedenis van het stemrecht in België a
Situeer op de tijdlijn. Voor deze opdracht bezorgt de leerkracht jullie het nodige materiaal.
Stap 1: Stap 2: Stap 3: b
Leg de kaartjes met behulp van de tekst op de juiste plaats op de tijdlijn. Klaar? Neem dan als bewijs een foto van de tijdlijn met de kaartjes. Ruim ten slotte de tijdlijn en de kaartjes op en zet alles klaar voor de volgende groep.
Waar of niet waar? Verbeter indien nodig. Waar
Niet waar
IN
1 Algemeen vrouwenstemrecht werd in België pas ingevoerd in 1918.
2 Cijnskiesrecht betekent dat je enkel stemrecht krijgt als je een bepaalde belasting betaalt.
N
3 Belgen die in het buitenland wonen, mogen ook stemmen bij de Belgische verkiezingen.
4 Vreemdelingen moeten minstens tien jaar legaal in België wonen om te mogen stemmen bij de gemeenteraadsverkiezingen.
VA
5 Capacitair stemrecht was stemrecht dat je kreeg als je een diploma lager onderwijs had of geslaagd was voor een specifiek examen om te mogen gaan stemmen.
©
6 Bij het ontstaan van België mochten enkel mannen en vrouwen stemmen die belastingen betaalden.
7 In het begin hadden sommige mannen in België recht op meer dan één stem, tot maximaal drie stemmen in totaal.
8 Vanaf 1920 mochten vrouwen stemmen voor de gemeenteraadsverkiezingen.
9 Bij het meervoudig kiesrecht had je recht op een extra stem als je een diploma hoger middelbaar onderwijs had of hoger.
Hoofdstuk 4 Opgroeien in een democratische rechtsstaat
111
Waar
Niet waar
10 Tot 1877 was de stemming niet geheim: iedereen kon zien voor wie je gestemd had.
11 Door de invoering van het algemeen meervoudig stemrecht konden plots twintig keer meer Belgen gaan stemmen als tevoren.
12 Vanaf 1918 konden vrouwen zich laten verkiezen bij de parlementsverkiezingen.
Het duurt vaak een hele tijd om een bepaald recht te verkrijgen. Dat bewijst de evolutie van het vrouwenkiesrecht in België. Bovendien is een recht niet eeuwigdurend. Het lijkt sciencefiction, maar een verworven recht, zoals het kiesrecht voor vrouwen, kan even snel weer afgeschaft worden. De volgende voorbeelden bewijzen dat. Lees beide artikels en vul het schema aan.
In welk land speelt dit zich af?
In welk land speelt dit zich af?
Welk recht wordt er afgenomen of ingeperkt?
Welke gevolgen heeft dat? Leg uit.
Welke gevolgen heeft dat? Leg uit.
VA
Welke recht(en) wordt/worden er afgenomen of ingeperkt?
© 112
ARTIKEL 1 EN 2
Artikel 2
N
Artikel 1
IN
c
Hoofdstuk 4 Opgroeien in een democratische rechtsstaat
V OPDRACHT 4: Waarom fake news een gevaar is voor de democratie en persvrijheid een zegen Inleiding Ook al meegemaakt? Een politicus die plots je ‘vriend’ wil zijn op sociale media? Toeval is dat niet. Sociale media zijn big business in de politiek. Je kunt er immers rechtstreeks de kiezer mee bereiken, zonder tussenpersoon, en je kunt er verkondigen wat je wilt. Dat ligt al wat moeilijker in een krant of op tv: daar bepaalt de journalist wat er uiteindelijk in de krant verschijnt. En die journalisten controleren ook of wat je vertelt wel waar is. Dat is op sociale media niet altijd het geval. 1
Politiek en sociale media Lees eerst artikel 1. Beantwoord daarna de vragen. ARTIKEL 1
Hoeveel gaven de politieke partijen in 2022 uit aan sociale media?
b
Was dat meer of minder dan het jaar voordien?
c
Welke partij gaf het meest uit? En hoeveel was dat dan?
d
Welke politicus gaf in 2022 het meeste uit?
e
Geven onze Belgische politici en partijen meer of minder geld uit aan sociale media dan hun collega’s uit andere Europese landen? Verduidelijk je antwoord met feiten en cijfers uit het artikel.
IN
a
Minder
N
Meer
VA
©
f
Geven Franstalige partijen meer of minder geld uit aan sociale media dan Vlaamse partijen? Motiveer je antwoord met voorbeelden uit de tekst.
g
Gaven partijen in 2023 meer of minder geld uit aan sociale media dan de voorgaande jaren? Meer
h
Minder
Ga op het internet op zoek naar recentere cijfers, van na 2022. Vergelijk met de informatie uit de tekst. Welke conclusies kun je trekken?
Hoofdstuk 4 Opgroeien in een democratische rechtsstaat
113
CHATBOX
Wat is jullie mening? Vinden jullie het oké dat partijen en politici zoveel geld uitgeven aan sociale media? Of niet?
2
Politiek en fake news Politici willen je aandacht. Ze willen dat je naar hun boodschap luistert. Maar die is niet altijd waarheidsgetrouw. Bekijk de video en beantwoord de vragen. a
VIDEO: FAKE NEWS
Verklaar in je eigen woorden de term ‘fake news’.
b
IN
Op welke drie zaken moet je letten om te beoordelen of het bericht waar of vals is? Vul aan. A R B
c
Hoe kun je makkelijk checken of een afbeelding echt of fake is?
N
d Welke tip geeft de journalist om in België na te gaan of nieuws correct is?
VA
e Wat is snopes.com?
©
3
Het effect van fake news op verkiezingen en meningen Fake news is niet onschuldig: het kan ervoor zorgen dat je je vertrouwen in de (sociale) media verliest. En het kan je mening beïnvloeden, terwijl de feiten niet waarheidsgetrouw zijn of helemaal niet waar zijn. Een paar voorbeelden:
De politicus Jan Jambon beweerde na de aanslagen op Zaventem en in Brussel dat er in Molenbeek moslims hadden staan dansen van geluk en de aanslagen goedkeurden. Dat bleek niet waar te zijn. Maar ondertussen was het nieuws wel verspreid en zijn er nog steeds mensen die het geloven. © BELGA
114
Hoofdstuk 4 Opgroeien in een democratische rechtsstaat
Donald Trump weigert nog steeds de uitslag van de verkiezingen van 2020 in Amerika te erkennen. Ondertussen is er een hele ‘stop the steal-beweging’ ontstaan die dat ook echt gelooft, ook al zijn er geen bewijzen voor. Elk onderzoek naar fraude en elke rechtszaak door Trump en de Republikeinse partij toonde aan dat er geen enkel bewijs is voor de uitspraken van Trump. Toch blijft hij het beweren. Ondertussen gelooft meer dan de helft van de Republikeinse kiezers dat het ook zo is. © Evan El-Amin/Shutterstock.com
In 2021 startte Vlaams Belang met een eigen mediakanaal: een app waarin de partij onder andere nieuws verspreidt. Dat doet ze zonder de feiten goed te controleren, waardoor er al een
IN
paar keer uitgekomen is dat het nieuws dat ze verspreiden niet (volledig) waar blijkt te zijn. Mensen die enkel de versie van het
Vlaams Belang in de app volgen, weten dat niet. Daarvoor moet je ook al andere media volgen die dit aantonen.
Ook in Amerika begon Trump met een eigen app: Truth Social.
© Alexandros Michailidis/Shutterstock.com
Daarin kan hij, net zoals Vlaams Belang, beweren wat hij wil, zonder dat een journalist of een
N
redacteur in sociale media dat weerlegt.
Fake news kan ook nog op een veel grotere schaal: in 2016 en in 2020 verspreidde Rusland actief fake news om de Amerikaanse verkiezingen te beïnvloeden. ARTIKEL 2
VA
Lees artikel 2. a
Wat was het doel van de Russische acties?
Geef drie voorbeelden van hoe Rusland dat probeerde te bereiken.
©
b
1
2
3
Hoofdstuk 4 Opgroeien in een democratische rechtsstaat
115
4
Sociale media versus persvrijheid Zoals je al weet, zijn politieke partijen vaak heel actief op sociale media. Het nieuws dat ze verspreiden is echter niet altijd waarheidsgetrouw. Maar voor steeds meer mensen zijn sociale media de enige of meest gebruikte informatiebron. Welke gevaren komen daarbij kijken? a
Analyseer deze socialmediaberichten van politieke partijen.
Bart De Wever over de pensioenhervorming
‘De plotse pensioenvoorstellen van De Croo hebben geen schijn van kans. Het draait eerder om het oppoetsen van het imago van iemand in de problemen. Vivaldi zal enkel de pensioenfactuur verzwaren, waardoor we Europees geld zullen mislopen’, zegt voorzitter Bart De Wever.
IN
👇
feit
VA
mening
N
(Beelden: De Zevende Dag) Minder weergeven
Wie zijn hele leven hard gewerkt heeft, verdient een pensioen zonder zorgen. Daarom verhoogden socialisten de minimumpensioenen, ook voor zelfstandigen. Wij blijven strijden voor uw koopkracht en uw pensioen
©
👊
In ruil voor de hoogste belastingen, krijgen we de laagste pensioenen. Terwijl de massamigratie handenvol geld kost, blijkt er geen geld voor de ondersteuning van onze zieken en rusthuisbewoners. Niet wij, maar de staat leeft boven zijn stand. Ónze mensen opnieuw op de eerste plaats zetten; dát is de inzet voor 26 mei!
mening
feit
mening
feit Bron: www.facebook.com
116
Hoofdstuk 4 Opgroeien in een democratische rechtsstaat
-
Over welk gezamenlijk onderwerp gaan ze?
-
Geven deze berichten eerder feiten weer of eerder meningen? Zet een kruisje op de gepaste plaats op de slider onder elke afbeelding.
-
Geeft men argumenten voor de boodschap die gegeven wordt op deze sociale media? Worden die argumenten met cijfers ondersteund? Leg uit.
Op zoek naar informatie Het doel van zulke berichten is niet alleen informeren, maar vooral ook overtuigen of beïnvloeden. Net daarom is een onafhankelijke pers zo belangrijk! -
Lees artikel 3. Vergelijk de informatie in het artikel met die in de socialmediaberichten van de politici van Vooruit en N-VA. ARTIKEL 3
Beoordeel de informatie die in beide berichten gedeeld wordt. Is die eerder waar of eerder niet waar? Motiveer je antwoord met informatie uit het artikel.
N
-
IN
b
eerder waar / eerder onwaar
©
VA
eerder waar / eerder onwaar
Hoofdstuk 4 Opgroeien in een democratische rechtsstaat
117
Onafhankelijke pers is een meerwaarde. •
In de socialmediapost van Vlaams Belang wordt beweerd dat onze pensioenen bij de laagste (in Europa) horen. Klopt dat wel? De partij PVDA gaat zelfs nog een stapje verder. Zij hebben de Belgische pensioenen laten onderzoeken door hun studiedienst en er een heus rapport over online gezet, waarin ze uitgebreid argumenteren. De krant Het Laatste Nieuws (hln) heeft dan weer een ‘pinokkiotest’ ingevoerd. De krant onderzoekt of het wel waar is wat politici en politieke partijen in een bepaald artikel beweren. Dat is een mooi voorbeeld van persvrijheid en het belang ervan: in ons land mogen media de berichtgeving van politici en politieke partijen controleren.
•
•
-
-
Lees de socialmediapost van Vlaams Belang op pagina 116 opnieuw. Lees ook het rapport van de studiedienst van PVDA. Vergelijk de info vervolgens met het artikel uit Het Laatste Nieuws (HLN).
IN
c
RAPPORT PVDA + PINOKKIOTEST (HLN)
Wat is jouw mening na het verwerken van al deze informatie? Kloppen de beweringen van de politieke partijen?
VA
N
Het Laatste Nieuws is een van de onafhankelijke kranten in België. Ze is niet verbonden aan een bepaalde partij of een persoon en kan vrij berichten over wat ze wil. Dat is de definitie van onafhankelijke pers: onafhankelijk betrouwbare informatie kunnen verzamelen en erover kunnen berichten over eender welk onderwerp, zonder beperkingen. Op die manier kan de pers de werking van de staat controleren.
U OPDRACHT 5: Ik leef in een democratische rechtsstaat Inleiding
©
Wat houdt dat nu in, leven in een democratische rechtsstaat? Hoe merk je dat in je dagelijks leven? En welke rol speel jij daarin? Met wat je tot nu toe leerde, kun je daar een antwoord op geven. 1
Ik leef in een democratische rechtsstaat, want …. Vul deze zin aan met voorbeelden van de kenmerken van een democratische rechtsstaat. Je vindt ze in opdracht 1 op pagina 90. Kies er drie kenmerken uit en toon met een voorbeeld aan dat ze in België van toepassing zijn. Tip: je maakt best eerst een kladversie. Ik leef in een democratische rechtsstaat, want
118
Hoofdstuk 4 Opgroeien in een democratische rechtsstaat
2
Mijn stem heeft impact
Ongeldig stemmen is ook stemmen.
N
IN
In een democratie heeft jouw stem impact. Leg dat met je eigen woorden uit aan de hand van deze twee stellingen.
VA
Gaan stemmen is belangrijk.
©
Hoofdstuk 4 Opgroeien in een democratische rechtsstaat
119
U OPDRACHT 6: Het kan ook anders Inleiding Dat we in ons land in een democratische rechtsstaat leven, weet je al. Maar dat is niet overal het geval. In sommige landen gaat het er anders aan toe of worden de regels van de democratische rechtsstaat niet altijd (of niet allemaal) gerespecteerd. Niet elk land wordt bestuurd als een democratische rechtsstaat Lees eerst de zes artikels (zie p. 121). Is alles duidelijk? Markeer daarna de landen waarover ze gaan op de kaart.
©
VA
N
IN
Stap 1: Stap 2:
BOSNIË EN HERZEGOVINA SERVIË MONTENEGRO KOSOVO NOORDMACEDONIË
TURKIJE
120
Hoofdstuk 4 Opgroeien in een democratische rechtsstaat
Stap 3:
Noteer vervolgens welk(e) kenmerk(en) van een democratische rechtsstaat hier niet gerespecteerd wordt/worden in de middelste kolom. Leg ten slotte in de rechterkolom uit waarom.
Artikel
Kenmerk(en)
Uitleg
ARTIKEL 1
ARTIKEL 2
IN
ARTIKEL 3
N
VA
ARTIKEL 4
ARTIKEL 5
©
ARTIKEL 6
Hoofdstuk 4 Opgroeien in een democratische rechtsstaat
121
R OPDRACHT 7: Evalueer jezelf Duid aan of je de volgende vaardigheden goed beheerst of dat het nog beter kan. Ik kan het.
Hier kan ik nog groeien.
Ik kan een geldige stem uitbrengen.
¨
¨
Ik kan uitleggen waarom een stem ongeldig is.
¨
¨
Ik kan uitleggen wat een coalitie is.
¨
¨
Ik kan de kenmerken van een rechtsstaat met een voorbeeld uitleggen.
¨
¨
Ik kan uitleggen dat ik op verschillende niveaus in mijn dagelijks leven inspraak heb.
¨
¨
Ik weet wie er in België stemrecht heeft voor welke specifieke verkiezingen.
¨
¨
Ik kan technieken benoemen om fake news te herkennen.
¨
¨
Ik kan uitleggen wat rechtszekerheid betekent.
¨
¨
¨
¨
Ik kan met een voorbeeld aantonen dat ik in een democratische rechtsstaat leef.
¨
¨
Ik houd rekening met de mening van anderen.
¨
¨
¨
¨
Ik kan zelfstandig opdrachten uitvoeren.
¨
¨
Ik kan vlot samenwerken met anderen.
¨
¨
©
VA
Ik kan vlot informatie opzoeken.
N
Ik kan uitleggen wat rechtsgelijkheid betekent.
IN
Checklist
122
Hoofdstuk 4 Opgroeien in een democratische rechtsstaat
WOORDENLIJST
Hoofdstuk 1 Woord
Verklaring Het Bijzonder Plan van Aanleg, plannen die in het verleden gemaakt werden om het gewestplan te verfijnen
het gewestplan
Een ruimtelijk plan waarin een exacte functiebestemming is toegekend aan heel het grondgebied van Vlaanderen
de infrastructuur
Alle voorzieningen die noodzakelijk zijn om verplaatsing van mensen en goederen mogelijk te maken, zoals wegen, spoorlijnen en kanalen
de open ruimte
Alle ruimte gelegen buiten stads- en dorpskernen voor landbouw, bos of natuur.
het ruimtegebruik
de functie die een stuk grond krijgt
het RUP
Het Ruimtelijk Uitvoeringsplan, de opvolger van het BPA. Dat is een plan waarmee de overheid in een bepaald gebied de bestemming en inrichting ervan vastlegt.
VA
N
IN
het BPA
In je eigen woorden
Hoofdstuk 2
Verklaring
aansprakelijk gesteld worden
Verantwoordelijk gesteld worden voor de schade en de schade betalen
het arbeidscontract
De overeenkomst tussen werknemer en werkgever, waarin werkafspraken staan (synoniem: arbeidsovereenkomst)
het arbeids reglement
Daarin staan de rechten en plichten van werkgever en werknemer.
het contract van bepaalde duur
De overeenkomst die automatisch eindigt op een vooraf vastgelegde datum
het contract van onbepaalde duur
De overeenkomst waarbij geen einddatum is vastgelegd
de enkelvoudige intrest
De rentevergoeding is elk jaar gelijk. De intrest wordt berekend op het startkapitaal.
fiscaal
Wat te maken heeft met belastingen
de fraude
Een vorm van bedrog waarbij iemand je misleidt om er zelf financieel beter van te worden (synoniem: oplichting)
In je eigen woorden
©
Woord
Woordenlijst
123
Hoofdstuk 2 Woord
Verklaring De klant die zijn geld onafgebroken 12 maanden op zijn rekening laat staan, wordt beloond met een getrouwheidspremie.
de inflatie
De algemene prijsstijging van goederen en diensten
het interimcontract
De overeenkomst tussen een interimbureau en een werknemer
de intrest
De beloning die iemand ontvangt voor het ter beschikking stellen van kapitaal (synoniem: rente)
investeren
Een deel van je geld gebruiken om iets te kopen waarvan je denkt dat de waarde in de loop van de tijd zal toenemen.
de koopkracht
De hoeveelheid goederen en diensten die je kunt kopen met jouw geld
het rendement
Het verlies of de winst op een investering over een bepaalde periode
de rente
De vergoeding die je krijgt voor het uitlenen van geld (synoniem: intrest)
de samengestelde intrest
Het rente-op-rente-effect: rente op het startkapitaal én rente op de renteopbrengst
de solidariteit
Het gevoel van verbondenheid met anderen
de spaarrekening
De rekening bij een bank waarop je geld zet dat je niet meteen nodig hebt
VA
N
IN
de getrouwheids premie
In je eigen woorden
De overeenkomst voor wie jonger dan 26 jaar is, met als doel nuttige ervaring op te doen
het vervangingscontract
De overeenkomst ter vervanging van een andere werknemer
de werkgever
Iemand die werk geeft aan iemand anders, iemand die werknemers in dienst heeft
de werknemer
Iemand die voor een ander werkt en daarvoor betaald wordt
het zwartwerk
werken zonder contract
©
de startbaan overeenkomst
Hoofdstuk 3 Woord
124
Verklaring
de archeo logische vondst
De ontdekking bij historische opgravingen
het darwinisme
De evolutietheorie van Charles Darwin. Die is als volgt: erfelijke kenmerken zijn aangeboren en kun je doorgeven. De best aangepaste soort overleeft het makkelijkst.
de designerbaby
Een door wetenschappers ontwikkelde baby volgens de voorkeuren van de ouders
Woordenlijst
In je eigen woorden
Hoofdstuk 3 Woord
Verklaring Overheersend
doorfokken
Dieren kweken, gericht op het doorgeven van een (aantal) specifieke kenmerken (synoniem: lijnteelt)
de erfelijke eigenschap
De eigenschap die je doorgeeft aan je nakomelingen (zonen/dochters)
de evolutie
De ontwikkeling of verandering
het fenotype
Alle uiterlijk waarneembare kenmerken van een individu
genetisch
erfelijk
het genotype
De verzameling genen in een cel of, anders gezegd, je erfelijk materiaal
het ggo
Het genetisch gemodificeerd organisme: een mens, plant of dier waarbij aanpassingen gebeurd zijn in het erfelijke materiaal
het lamarckisme
De evolutietheorie van Jean Baptiste de Lamarck. Die is als volgt: overbodige lichaamsdelen sterven uit. Aanpassingen worden doorgegeven aan je kinderen.
de lijnteelt
Dieren kweken, gericht op het doorgeven van een (aantal) specifieke kenmerken (synoniem: doorfokken)
de modificatie
De aanpassing
de morfologie
De leer van de vorm en bouw van de levende wezens
de mutatie
De verandering of wijziging
passief wonen
Wonen in een passiefhuis. In een passiefhuis is er geen klassieke centrale verwarming of kachel. Het warmteverlies wordt beperkt door extra dikke isolatie, door een goed ventilatiesysteem en door driedubbele beglazing. De binnentemperatuur is afkomstig van passieve bronnen, zoals de zonnewarmte en de warmte die door huishoudapparaten en bewoners wordt afgegeven.
©
VA
N
IN
dominant
In je eigen woorden
recessief
Uitdovend (gezegd van kenmerken)
Hoofdstuk 4
Woord
Verklaring
de centralisatie
De bestuursvorm waarbij alle beslissingen op één plaats genomen worden en gelden voor het hele land
de confederale staat
Een confederale staat bestaat uit verschillende regionale deelstaten die onderling overeenkomen wat ze nog samendoen onder de vorm van een centrale overheid. De rest doet iedere regionale deelstaat onafhankelijk naar eigen goeddunken. De grootste beslissingsmacht ligt bij de regionale deelstaten.
In je eigen woorden
Woordenlijst
125
Hoofdstuk 4 Woord
Verklaring Dat is sinds 1991 een afspraak tussen alle andere partijen, dat ze weigeren om met een extreemrechtse partij samen te werken.
de decentralisatie
De beslissingen worden op verschillende plaatsen genomen.
de democratie
De bestuursvorm waarbij de burgers van een land inspraak hebben in het bestuur
de federale staat
Een federale staat bestaat uit één centrale overheid en een aantal regionale deelgebieden. In een federaal land besturen diverse regionale overheden waar nodig. De centrale overheid neemt nog een aantal cruciale opdrachten voor haar rekening. De grootste beslissingsmacht ligt bij de centrale overheid.
de inspraak
De mogelijkheid om je mening te laten horen en invloed te hebben
de rechtsgelijkheid
De wetten gelden voor iedereen en iedereen moet gelijk behandeld worden volgens de wet.
de rechtszekerheid
Iedereen kent de wetten en weet waaraan zich te houden.
het referendum
De officiële bevraging van de bevolking van een gemeente over een bepaald onderwerp (synoniem: volksraadpleging)
segregatie
De scheiding, afzondering
stemgerechtigd
De persoon die stemrecht heeft
de unitaire staat
In een unitaire staat of eenheidsstaat bepaalt enkel de centrale overheid het beleid, en niet de deelregeringen.
de volksraadpleging
De officiële bevraging van de bevolking van een gemeente over een bepaald onderwerp (synoniem: referendum)
vrijheid van meningsuiting
Je mag jouw mening geven over de staat en de werking ervan, zonder dat de overheid zich daarmee gaat bemoeien.
waarheids getrouw
met de waarheid overeenkomstig, op de waarheid gebaseerd
©
VA
N
IN
het cordon sanitaire
126
Woordenlijst
In je eigen woorden
F
N
R I
Luik
Aarlen
LUXEMBURG
M
s aa
GROOTHERTOGDOM LUXEMBURG
LUIK
IN
Hasselt
D
N
J K
NAMEN
Namen
N
LIMBURG
A
A
R
provinciehoofdplaats
er
mb Sa
Bergen
HENEGOUWEN
WAALS-BRABANT T
Waver
Leuven
VLAAMS-BRABANT
L
L
provincie
VA
Gent
Antwerpen
ANTWERPEN
R
S
Hasselt
Leie
he lde
E
T
staatsgrens provinciegrens
er
IJz
WEST-VLAANDEREN W N
OOST-VLAANDEREN
©
Brugge
E
Sc
D
I
LUIK
N
R OO
E DZ
E
U
as
D
Ma
N
KAARTEN
D
K
N
A
Kaart van België (provincies)
Kaarten
127
IN N VA ©
Kaart van Europa
128
Kaarten
BOSNIË EN HERZEGOVINA SERVIË MONTENEGRO KOSOVO NOORDMACEDONIË
TURKIJE
IN N P
VA © Wereldkaart
Kaarten
129
130
Tijdlijn
prehistorie
± 3500 v.C.
oude nabije oosten
± 500
± 1450
hedendaagse tijd
± 1945 moderne tijd
± 1750
vroegmoderne tijd
IN middeleeuwen
N
klassieke oudheid
VA
± 800 v.C.
© TIJDLIJN
© N
VA IN
© N
VA IN