Optimum Kantoortechnieken bso 4 - Inkijkexemplaar

Page 1

In ex e

jk

ki aa

pl

m

r


In ex e

jk

ki aa

pl

m

r


Johan H

enderick

x - Nicol e Smets

aa

vierde j

aar bso

In

ki

jk

ex

em

Voor he t

techniek en

pl

Kantoor

M4

r

OPTIMU


aa

pl

em

ex

jk

ki

In

r


Het concept van dit leerwerkboek Wat ga je leren? De competenties die je onder de knie moet hebben, worden vermeld onder dit titeltje.

INFO

aa

r

Om kennis te maken met nieuwe leerstof, vertrek je van een situatie die je goed kent. Soms begin je met een krantenartikel, een website, een powerpointpresentatie,, een filmpje ... Soms word je voor een probleem gesteld dat je alleen of in groep moet oplossen.

pl

ANALYSE

em

De gegevens uit de startsituatie van de les kan je verder uitdiepen met behulp van de ontledingsvragen. Daarnaast word je uitgedaagd om met het aangereikte materiaal zelf iets te maken of uit te werken (zoals een collage, een mindmap, een plattegrond) of om bv. een rollenspel te spelen. Een vak staat nooit op zich. Je gaat dan ook regelmatig een beroep moeten doen op redeneringen, begrippen en vaardigheden die je in een ander vak leerde. Ook attitudes die in het algemeen belangrijk zijn, komen aan bod:

ex

• mensenkennis; • je verantwoordelijkheid voor je eigen gezondheid, je werkkring, je buurt, de overheid, het milieu; • creativiteit; • techniek.

jk

Zelfstandig individueel werk en groepswerk spelen een steeds grotere rol naarmate het boek vordert. Bij zo’n oefeningen zijn attitudes en vaardigheden zeker belangrijk. Je moet hierbij dan ook extra aandacht besteden aan:

ki

• correct werken en zelfcontrole; • informatie vragen, opzoeken en terugvinden; • rekenvaardigheid.

KERNLEERSTOF In de groene kadertjes vind je samenvattingen met definities, wetten en belangrijke algemene kennis. Bekijk ‘kernleerstof’ niet te eng. Vanbuiten leren is onvoldoende. Zorg ervoor dat je weet hoe je aan die theorie kwam, met andere woorden: zorg dat je alles begrijpt.

Het concept van dit leerwerkboek

In

Bij zelfstandig werk is het cruciaal dat je de instructies goed leest. Ze vervangen immers de ‘lesgevende leerkracht’.

3


ONDERWEG

aa

DOCUMENTATIE- EN ACTUALITEITSMAP

r

Oefening baart kunst. Wat je maar één keer bekijkt, verleer je vlug. Hoe meer je iets inoefent en/of herhaalt, hoe beter je het kan onthouden of het in de vingers krijgt. Bij oefeningen die je zelfstandig moet uitwerken aan de hand van uitgeschreven aanwijzingen of met behulp van je computer, zal je leerkracht tijd hebben om je werkmethode en je attitudes te beoordelen.

pl

Je moet zelfstandig opdrachten kunnen uitvoeren. De actualiteit volgen en een documentatie- en actualiteitsmap aanleggen, kunnen daartoe bijdragen. Het is wel belangrijk dat je weet wát je in je map bewaart en waarom je bepaalde documenten selecteert.

em

REFLECTIE

ex

Op het einde van elk hoofdstuk blik je even terug: wat sprak je aan? Hoe heb je de leerstof verwerkt? Je kan ook in een evaluatietabel aanduiden welke delen van de leerstof je al beheerst ( ) en voor welke delen je nog een extra inspanning moet doen ( ).

Het onlinelesmateriaal

jk

Voor interactieve oefeningen, filmpjes, powerpointpresentaties ... word je doorverwezen naar het onlinelesmateriaal.

Drie belangrijke tips bij het studeren

Het concept van dit leerwerkboek

In

ki

1 Formuleer vraagjes bij de theoretische delen. Gebruik hiervoor de titels of de vetgedrukte kernwoorden uit de kaders met kernleerstof en plaats er de juiste vraagwoordjes bij: ‘Wie, wat, waarom, welke ...’. Noteer alleen de vragen; verwijs desnoods naar je boek met cijfertjes in potlood.

4

2 Leer nooit je les zonder een oefening opnieuw te maken. Vergelijk je oplossing met de oplossing uit de les en geef met rood aan wat fout is. Probeer de oorzaak te vinden, desnoods met de hulp van ouders, vrienden ... Lukt het niet? Dan vraag je raad aan je leerkracht; zij/hij kan heel snel zien waar het misliep. Toon op die manier je inspanning! 3 Een schrift aanleggen op basis van deze studietips is erg interessant. Alles blijft mooi samen en bij de voorbereiding van je examen of toetsen kan je er handig gebruik van maken.


Inhoud Thema 1: Het klassement en het archief 9

r

1.1 Onderscheid en vereisten

1.3 Klasseermateriaal 1.4 Het archief

pl

Het alfabetisch klassement Het numeriek klassement Het chronologisch klassement Het geografisch klassement Het decimaal klassement Uitdieping bij de classificatiemethoden

em

1.2.1 1.2.2 1.2.3 1.2.4 1.2.5 1.2.6

14

aa

1.2 Classificatiemethoden

14 31 39 47 57 68

78 89

Thema 2: Communicatie

99

2.2 De telefoon

110

2.3 De fax

142

jk

2.4 De e-mail

ex

2.1 Begrip – belang – vormen

149

ki

Thema 3: Ondersteunen van vergaderingen 165

3.2 De logistieke ondersteuning van een interne vergadering

172

In

3.1 De uitnodiging 3.3 Het onthaal

182

4.1 Het uitstippelen van een reisroute

191

4.2 Raadplegen van een trein- en een vliegtuiggids

196

4.3 Het bespreken van een taxi, een hotel of een restaurant en het raadplegen van hotel- en reisgidsen

207

Inhoud

Thema 4: Verplaatsingen

5


6

aa

pl

em

ex

jk

ki

In

r


In

ki

jk

ex

em

pl

aa

r

1 a m e h T

t n e m e s s a l k t f He e i h c r a en het


r

THEMA 1: Het klassement en het archief

aa

Wat ga je leren?

In

ki

jk

ex

em

pl

• Uitleggen wat ‘informatie ordenen’ inhoudt. • Het onderscheid tussen klassement en archief verwoorden en illustreren. • De vereisten van een klassement en een archief toelichten. • Classificatiemethodes herkennen en gegevens klasseren, opzoeken en terugzetten volgens: - de alfabetische classificatiemethode; - de numerieke classificatiemethode; - de chronologische classificatiemethode; - de geografische classificatiemethode; - de decimale classificatiemethode. • Gegevens elektronisch klasseren, opzoeken en terugzetten. • Het beschikbare klasseermateriaal herkennen en hanteren. • Hulpmiddelen bij het sorteren gebruiken. • Documenten op aanwijzing in het archief opbergen. • Documenten in het archief opzoeken. • Te klasseren en te archiveren documenten verzamelen, sorteren, coderen en inschrijven op lijsten en/of steekkaarten. • Overhandigingsfiches opstellen en invullen bij het uitlenen van geklasseerde documenten.


1.1 Onderscheid en vereisten INFO OPDRACHT 1 Wist je dat een werknemer gemiddeld meer dan een half uur per dag besteedt aan het zoeken naar informatie?

– s+k

g

– i

+o–k

= k + se +

+z

–l

os +

s=t

+

– i+l+

euw + l

s+ n +

– mo

t

te +

jk

– s+

– d+u+

ex

j+

–b

pl

+n

em

–e

aa

r

a Welke wijsheid over klasseren zit verborgen in de rebus?

c De wijsheid van de rebus kan je ook toepassen in je dagelijkse leven. · Hoe bewaar jij je taken en toetsen? · Waarom vind je in je gsm een telefoonnummer zo snel terug? · De postbode heeft maar een paar seconden nodig om jouw brieven terug te vinden in zijn diepe tas. Hoe komt dat? · Hoe worden de winnende lottonummers in de krant weergegeven? · Hoe orden jij bestanden op je pc?

1.1 Onderscheid en vereisten

In

ki

b Hoe kan je die wijsheid nog verwoorden? Maak er een werkpunt van waarop jij gaat letten.

9


ANALYSE OPDRACHT 2 Lees de tekst aandachtig en maak de opdracht.

aa

em

pl

In elk bedrijf komen dagelijks heel wat brieven, facturen, rekeninguittreksels ... binnen. Deze documenten moet je meestal gedurende een lange periode bijhouden. De documenten dienen immers vaak als bewijs. Je moet ze op elk tijdstip kunnen raadplegen. Je houdt ze dan ook dicht bij je, in je klassement. Als je documenten ouder dan een jaar zijn, moet je ze wellicht minder regelmatig raadplegen. Je moet ze nog steeds bijhouden, maar je kan ze in een apart lokaal bewaren. Dit lokaal heet het archief.

r

Wat is het verschil tussen een klassement en een archief?

a Formuleer aan de hand van de tekst een omschrijving voor ... • ... het klassement:

ex

• ... het archief:

1.1 Onderscheid en vereisten

In

ki

jk

b Noteer bij de afbeelding of je te maken hebt met een archief of een klassement.

10


OPDRACHT 3 In een onderneming raadplegen veel werknemers het klassement. Daarin zit heel wat belangrijke en waardevolle informatie. Om op een snelle manier de gegevens terug te kunnen vinden, moet de opbouw van een klassement aan een aantal vereisten voldoen.

r

Veel ondernemingen hebben het moeilijk om de dagelijkse inkomende en uitgaande informatie op een efficiënte en rendabele manier te verwerken en te beheren. Bovendien beschikken ze vaak wel over de nodige gegevens, maar vinden ze ze niet snel terug.

aa

Daarom moet de opbouw van een klassement voldoen aan een aantal vereisten.

a Lees de vereisten. Plaats daaronder bij elk cijfer de juiste letter uit het alfabet om de kernwoorden te weten te komen.

pl

b Noteer voor elke vereiste één voorbeeld dat betrekking heeft op inkomende brieven.

• Elk document moet correct en volgens de gekozen classificatiemethode geklasseerd worden, zodat je het in een mum van tijd kan terugvinden. Voorbeeld:

em

14-1-21-23-11-5-21-18-9-7 =

ex

• Het gekozen klassement moet doorzichtig en gemakkelijk te hanteren zijn. Zo kunnen je collega’s in jouw afwezigheid ook vlot documenten terugvinden. 5-5-14-22-15-21-4-9-7 =

jk

Voorbeeld:

• Het klassement moet eenvoudig uit te breiden zijn.

ki

19-15-5-16-5-12 en 4-15-15-18-4-1-3-8-20 =

1.1 Onderscheid en vereisten

In

Voorbeeld:

11


KERNLEERSTOF 1 Omschrijving

aa

r

• Klasseren betekent dossiers opbergen. • Een klassement bevindt zich meestal op elke afdeling in de firma. Het bevat dossiers die dagelijks worden geraadpleegd. • Een archief is een bewaarplaats van dossiers in een apart lokaal in het bedrijf (kelder, zolder ...). Het bevat dossiers die slechts af en toe worden geraadpleegd. • Samenhang van een klassement en een archief? - Dossiers in het dagelijks klassement die niet dikwijls meer worden gebruikt, brengt de bediende naar het archief. - Soms heb je uit het archief een geklasseerd dossier terug nodig. Je kan dit dan gaan opzoeken.

pl

2 Doel

em

• Documenten snel terugvinden. • Documenten logisch rangschikken zodat verschillende personeelsleden ze vlot kunnen raadplegen. 3 Criteria voor een goed klassement

ex

• Gebruik een eenvoudig en doordacht systeem dat iedereen begrijpt. • Het klassement moet aanpasbaar zijn aan de te rangschikken documenten. • Het klassement moet gemakkelijk uit te breiden zijn.

ONDERWEG

jk

OPDRACHT 4 Kruis het juiste antwoord aan.

1.1 Onderscheid en vereisten

In

ki

a Een klant vraagt telefonisch een inlichting over zijn factuur. Hoe reageer je op een gepaste manier? Je vraagt aan enkele collega’s of ze je kunnen helpen de factuur op te zoeken. Je zorgt dat je het document snel terugvindt en je de klant verder kan helpen. Je zegt tegen de klant dat het telefoontje nu nogal ongelegen komt en dat je hem zal terugbellen.

12

b De kast met je dagelijks te raadplegen dossiers zit overvol. Als administratief medewerker moet je de kast herschikken. Hoe ga je te werk? Je brengt de dossiers die al langer dan een jaar niet meer zijn geraadpleegd naar het archief. Je gooit de dossiers die ouder zijn dan een jaar weg. Je gebruikt een andere classificatiemethode zodat je toch geen documenten uit de kast moet verwijderen.


r

c Welke stelling is juist? Het gekozen classificatiesysteem moet altijd uitgebreid kunnen worden. Gebruik een eenvoudig en doordacht classificatiesysteem dat één of twee mensen gebruiken. Zorg ervoor dat het klassement op verschillende manieren geïnterpreteerd kan worden. Dit vergemakkelijkt het klasseren van documenten.

aa

REFLECTIE

a Vind jij je persoonlijke documenten, taken en toetsen altijd snel terug? Verklaar.

pl

b Waaraan kan jij nog extra aandacht besteden bij het klasseren?

em

Beheers je de leerstof uit dit hoofdstuk voldoende? Plaats een vinkje in de juiste kolom. Criteria

Ik kan uitleggen wat ‘informatie ordenen’ inhoudt.

Het onderscheid tussen een klassement en een archief is duidelijk. Ik kan het verwoorden en illustreren.

ex

Ik kan de vereisten van een klassement en een archief voldoende vlot toelichten.

1.1 Onderscheid en vereisten

In

ki

jk

Ik kan uitleggen wat het doel is van het ordenen van informatie.

13


1.2 Classificatiemethoden 1.2.1 Het alfabetisch klassement INFO OPDRACHT 5 Lees de informatie in het kader aandachtig door en onthou ze.

aa

r

a Alfabetisch klasseren lijkt eenvoudig, omdat iedereen het alfabet kent. Nochtans is het soms moeilijk om op de juiste manier te klasseren, bijvoorbeeld bij samengestelde namen. Daarom is het nodig om hierrond afspraken te maken, zodat iedereen binnen het bedrijf het klassement gemakkelijk kan raadplegen en aanvullen.

pl

b Omdat officiële regels om te klasseren eigenlijk niet bestaan en er enkel richtlijnen zijn, kan het gebruikte classificatiesysteem van bedrijf tot bedrijf verschillen.

ex

em

c Er zijn wel een aantal algemene richtlijnen die je best respecteert. 1 Maak geen onderscheid tussen hoofdletters en kleine letters. 2 Negeer spaties, bv. Van den Bossche wordt Vandenbossche. 3 Lidwoorden plaats je achteraan, bv. Het Eksternest wordt Eksternest, Het (dit geldt niet voor familienamen). 4 Voor weglatingstekens geldt: - voor de letter: ’t Boekenwinkeltje wordt Boekenwinkeltje, ’t; - na de letter: t’Seynaeve blijft t’Seynaeve. 5 Een IJ staat voor twee letters, namelijk I en J, maar Y blijft Y.

1.2 Classificatiemethoden

In

ki

jk

Opmerking: in Nederland worden de namen van particulieren niet gerangschikt volgens de eerste letter van de naam, maar wel volgens de eerste letter van het hoofdwoord. Alle voorvoegsels worden gewoon weggelaten. Bv. Van Den Broeck wordt geklasseerd als Broeck (Van Den).

14


ANALYSE OPDRACHT 6 Lees de aandachtspunten en voer de opdrachten uit.

plossing Schrijf je o k in inkt. onmiddellij

r

een en naam in e n a v n te atst pen/afpun uren. Je pla e b Het aanstip e g d o o je het met potl vervolledig r opgave kan te la n e alf kruisje . eerst een h / en dan X kruisje: bv.

aa

Zorg voor een corre cte classifica tie en hou ook de tijd in het oog.

Klasseren is een zeer precieze en verantwoordelijke taak, daarom moet je nauwkeurig en ordelijk werken.

em

pl

Als je achteraf, bij het nalezen van een oefening, nog ergens een ‘item’ moet tussen voegen, krijg je minder punten. Zorg dat je van de ee rste keer correct klasseert. a Vul de ontbrekende letters in het alfabet aan.

A

D B C

F G

H

I J

O P

L M

V

X Y

R S T

Sneyers

Dewolf

Caffarelli

Heyvaerts

Volkaerts

Devadder

Duerinckx

Mentzy

Heyvers

In

ki

Maerevoet

Claes

Govaerts

c Wist je dat je met je pc ook snel kan sorteren? Probeer het eerst met een elektronisch rekenblad. • Open een nieuwe werkmap en geef het eerste tabblad de naam ‘Sorteren opdracht c’. • Typ nu de namen uit oefening b over in kolom A. In cel A1 komt Maerevoet, in cel A2 Dewolf … • Selecteer het bereik A1:A12. Kopieer dat bereik naar kolom C en kolom E. • Op het lint zoek je de knop om het geselecteerde bereik in kolom C alfabetisch te sorteren.

1.2 Classificatiemethoden

jk

ex

b Bij het onlinelesmateriaal vind je een document met namen. • Print dat document en knip de kaartjes uit. • Leg de kaartjes in alfabetische volgorde. • Zet een 1 bij de naam die eerst staat in de alfabetische volgorde en ga zo verder tot 12.

15


• Wie is de eerste in de lijst? • Op het lint zoek je de knop om het geselecteerde bereik in kolom E te sorteren van z naar a. • Wie is de eerste in de lijst? • Bewaar het resultaat van je oefening als ‘Sorteren namen’ in de map ‘Optimum KT’, submap ‘Thema 1’.

aa

r

Tip: dit is het ideale moment om een mappenstructuur aan te maken. Maak gebruik van de inhoudsopgaven van je leerwerkboek Optimum Kantoortechnieken, zodat je een submap hebt voor elk thema.

pl

d Bij het onlinelesmateriaal vind je nog een tweede document met namen. Die namen zijn ingedeeld in twee reeksen. • Print ze en knip ze uit. • Leg de eerste reeks in alfabetische volgorde en noteer de namen hieronder. 1

5

3 4

6 7

em

2

• Plaats de kaartjes uit de tweede reeks tussen de kaartjes uit de eerste reeks (hou een alfabetische volgorde aan!). Nadat je dit gedaan hebt, nummer je de kaartjes. Even testen ...

ex

1 Welke naam staat er op kaartje 3? 2 Welke naam staat er op kaartje 7?

3 Welke naam staat er op kaartje 6?

jk

• Bewaar je kaartjes in je map.

In

ki

e Probeer het nog eens met het rekenblad. • Open het elektronische rekenblad ‘Sorteren namen’ uit je map ‘Optimum KT’, submap ‘Thema 1’ (of kopieer de opgave die je bij het onlinelesmateriaal vindt). • Kopieer de namenlijst uit kolom A. • Plak die lijst op het tweede tabblad en vul aan met de namen uit opdracht d (Debroeck J., De Bondt G. …). Sorteer de lijst opnieuw. Heeft het rekenblad problemen met het sorteren?

1.2 Classificatiemethoden

• Geef het tabblad de naam ‘Sorteren opdracht e’. Bewaar het resultaat van deze opdracht weer als ‘Sorteren namen’ in de map ‘Optimum KT’, submap ‘Thema 1’.

16


Hendryckx

Heyninck

Henderickx

Heynderickx

Menderyckx

Heyndrickx

Hendricks

aa

1

Hendrickx

Namen van particulieren rangschikken

pl

OPDRACHT 8

r

OPDRACHT 7 Bij het onlinelesmateriaal vind je een document met namen die sterk op elkaar gelijken. Ook de dossiers die bij de namen horen, moet je correct kunnen klasseren. • Print het document en knip de kaartjes uit. • Leg de kaartjes in alfabetische volgorde.

Regel 1

em

Onderstreep de familienaam als grondwoord.  Klasseer bij gelijkheid van de familienaam verder naar de voornaam. Voorbeelden: Dirk Danckers Bert Vervoort

Jan Peeters Ann Peeters

ex

a In de tabel vind je een aantal dossiernamen. • Onderstreep telkens het grondwoord. • Rangschik nadien de dossiernamen in alfabetische volgorde door er het juiste nummer voor te schrijven. Annick t’Seyen

jk

Marleen Jansen

A. Van den Weyngaert Marc ’t Schopke

ki

Petra Jansens

Pieter Baetens

In

R. Yskout

S. Van de Weyngaerdt L. Van de loock A. Vande Venne Eva Van de Weyngaerden

Sonja Baeten Jan d’Hollander F. d’Haens

1.2 Classificatiemethoden

R. IJmans

17


b Rangschik de namen uit de eerste kolom alfabetisch in de tweede kolom.

K. De Wulf

2

W. Wolfs

3

J. Thijsen

4

M. D’Haese

5

G. Dessers

6

V. Thyssen

7

A. Thys

8

K. Deweeghe

9

K. Thys

10

V. Van Thysen

11

M. Thyssen

12

J. Dewulf

13

J. Tijs

14

V. Theis

15

OPDRACHT 9 Regel 2

aa

1

em

I. Thys

r

In alfabetische volgorde

pl

Gegevens

ex

Onderstreep de familienaam van de man als grondwoord. De familienaam van de man staat altijd eerst.  Klasseer bij gelijkheid verder naar de familienaam van de vrouw, bij verdere gelijkheid naar de voornaam van de man en dan die van de vrouw.

ki

jk

Voorbeelden: Youri en Gabriella Djorkaeff – Batistuta De Caluwé Jos – Beersman Petra Mpenza Djorkaeff – Fernanda Batistuta Francis en Annemie Dierickx – Auwers Marleen Hofmans – Peter De Caluwé

In alfabetische volgorde

Djorkaeff – Batistuta, Youri en Gabriella De Caluwé – Beersman, Jos en Petra Djorkaeff – Batistuta, Mpenza en Fernanda Dierickx – Auwers, Francis en Annemie De Caluwé – Hofmans, Peter en Marleen

De Caluwé – Beersmans, Jos en Petra De Caluwé – Hofmans, Peter en Marleen Dierickx – Auwers, Francis en Annemie Djorkaeff – Batistuta, Mpenza en Fernanda Djorkaeff – Batistuta, Youri en Gabriella

1.2 Classificatiemethoden

In

Gegevens

18

Je krijgt van je moeder en/of je vader een aantal naamkaartjes van vrienden, familieleden en kennissen. Ze vragen jou om ze alfabetisch te klasseren. Print het document dat je bij het onlinelesmateriaal vindt en knip de kaartjes uit. Onderstreep op de kaartjes het grondwoord waarop je gaat rangschikken.


Rangschik de kaartjes alfabetisch (van A naar Z) op basis van het onderstreepte grondwoord. Bewaar je kaartjes in je map. Welk kaartje vind je terug op plaats … 15

9

18

12

22

Namen van bedrijven rangschikken

r

2

5

aa

OPDRACHT 10 Regel 3

pl

Het klasseren van rechtspersonen en aanverwanten. Rechtspersonen zijn bv. bvba, nv, vzw, cv, sa, sprl ... Aanverwanten zijn bv. gebroeders, ets, co, & Zonen ...  Rechtspersonen en aanverwanten staan altijd achteraan.

em

Voorbeelden: gebroeders Dox – Dox, gebroeders nv Jaspers – Jaspers, nv vzw Kameleon – Kameleon, vzw Vervoort – Debruyn bvba – Vervoort – Debruyn bvba

ex

Een aankoopverantwoordelijke van een bedrijf is niet meer tevreden over hun leverancier. Hij heeft op het internet een aantal leveranciers opgezocht die dezelfde artikelen kunnen leveren. Hieronder vind je de lijst.

jk

a Onderstreep het grondwoord in de eerste kolom. b Rangschik de leveranciers alfabetisch in de tweede kolom.

Greet Van der Mosen

2

sa Rubens

3

nv De Vleeshouwer

4

Mertens bvba

5

Provost – De Pauw nv

6

Ets Verdood

7

Schelkens en zonen

8

Gebroeders Bastiaensen

9

Legrelle Gebroeders

10

cv Van Sas

11

Scheers - Cools

12

In

In alfabetische volgorde

1.2 Classificatiemethoden

1

ki

Gegevens Mieke Van Damme

19


OPDRACHT 11 Regel 4 Het klasseren van woorden die naar het soort bedrijf verwijzen.  Zulke woorden staan altijd achteraan.

r

Voorbeelden: Garage Peeters – Peeters, Garage Bakkerij Ruttens – Ruttens, Bakkerij Frituur Korenbloem – Korenbloem, Frituur

pl

aa

Tijdens een opendeurdag in een lokale BMW-garage krijgen alle genodigden een formulier om deel te nemen aan een wedstrijd. Ze kunnen hiermee een Bongobon winnen ter waarde van 249,90 euro, 169,90 euro of 99,90 euro. Ze moeten hiervoor wel het deelnemingsformulier invullen dat je hieronder terugvindt.

Naam: Bedrijf: Straat:

em

Voornaam:

Nr.:

Postcode: Gemeente:

jk

ex

Ik heb van de opendeurdag gehoord via reclamebladen lokale radio vrienden en kennissen het internet

ki

De zaakvoerder maakt de bus leeg op zaterdagmiddag, en nog eens op zaterdagavond. Hij vraagt aan jou om de formulieren alfabetisch te rangschikken zodat hij de gegevens nadien gemakkelijk elektronisch kan verwerken.

1.2 Classificatiemethoden

In

Hoe ga je te werk? • Onderstreep in de eerste kolom het grondwoord waarop je het formulier gaat klasseren. • Rangschik de formulieren in de tweede kolom alfabetisch (je hoeft niet alles over te schrijven: gebruik gewoon het nummer uit de eerste kolom). • Hou rekening met de aandachtspunten op p. 15.

20


Zaterdagmiddag

pl

aa

Groep Driesmans Huis Derkinderen Neon Charlie Jordens G. de heer en mevrouw Keersmaekers – Timmermans Ateliers bvba Waelkens sa Gardier Geert Bats Gebroeders Vanschoonbeeck bvba Dipacars de heer en mevrouw Van de Vondel – Verreth Doms Woongarnering Beenhouwerij Comeco Dranken ’t Tonneke Arslanian Raffi Familie Bats – Van Rompaey

Zaterdagavond

In alfabetische volgorde

ex

Gegevens de heer en mevrouw R. Boeckx – F. Hermans mevrouw Sonja Van de Kerckhoven Chocolaterie d’Artagnan Firma Kanters Ets Franken mevrouw Gysemans P. Foto Nelissen Impens Koeltechnieken bvba nv Rodiers & Zn Taverne ’t Lindenhof De Regenboog Familie Soetewey – Jans de heer en mevrouw El-Azzouzi – Khannichi Eerens J. Gijsemans F. Het Vleesbedrijf bvba De Vuurtoren Erna Peeters en Jos Boeckx Gaul – Meeuwis D. Coiffure Rosa

1.2 Classificatiemethoden

In

ki

jk

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20

em

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16

In alfabetische volgorde

r

Gegevens

21


OPDRACHT 12 Regel 5 Klasseer volgens de aardrijkskundige of historische naam die als zelfstandig naamwoord wordt gebruikt (dus niet gebruikt als afleiding van een aardrijkskundige of historische naam!).  De aardrijkskundige of historische naam is het grondwoord. Oplossing Haacht, gemeentebestuur van Merksplas, meubelpaleis Herentals, verlichting uit

aa

r

Voorbeeld Gemeentebestuur van Haacht Merksplas meubelpaleis Verlichting uit Herentals

em

Antwerpse lampencentrale de Vlaamse snelschaatsvereniging

Oplossing Verhoeven, Vilvoords taxibedrijf (familienamen blijven voorrang hebben) Lampencentrale, Antwerpse Snelschaatsvereniging, de Vlaamse

pl

Maar ... Voorbeeld Vilvoords taxibedrijf Verhoeven

Hier zijn de aardrijkskundige namen afleidingen!

Hieronder vind je een lijst van leveranciers waarvan je bedrijf interessante aankoopdocumentatie heeft mogen ontvangen.

ex

• In de eerste kolom onderstreep je het grondwoord. • In de tweede kolom sorteer je de leveranciers alfabetisch (gebruik hun nummer uit de eerste kolom). Gegevens

nv Telegloob De groene stoel Broodjeszaak Joris Camcom Officesupport Gemeentebestuur Mechelen Mundialbureau Brusselse Drankenhallen bvba Flexisyst Algemene Schotense Dakwerken Berchemse Bureaustoelencentrale Oswalds’ Communication nv Transdata Garage Vervloed Isolatie Maes

1.2 Classificatiemethoden

In

ki

jk

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15

22

In alfabetische volgorde


OPDRACHT 13 Regel 6 Het klasseren van samengestelde benamingen waarin geen familienaam, aardrijkskundige of historische naam voorkomt.  Klasseer volgens het eerste zelfstandige naamwoord.

r

Oplossing Unie van Dressuurruiters, vzw commissie van de autosport, nationale berk, de witte eik, de oude

aa

Voorbeeld vzw Unie van Dressuurruiters nationale commissie van de autosport de witte berk de oude eik

em

pl

Opmerkingen • Als je twijfelt hoe je iets moet klasseren, zijn hierover in de firma meestal eigen afspraken. Dit zal zelden het geval zijn voor regels 1 t.e.m. 4, maar bij regels 5 en 6 kunnen er wel afspraken zijn. • Af en toe werkt een bedrijf ook met verwijzingen. ‘De Witte Berk’ kan je bijvoorbeeld klasseren bij de letter B of bij de letter W. Als je bij de B klasseert, kan je best bij de letter W een verwijzingskaart steken en omgekeerd. a Onderstreep het grondwoord in de eerste kolom.

ex

b Klasseer alfabetisch in de tweede kolom.

Gegevens

De vernieuwde Woonwinkel

jk

1

In alfabetische volgorde

Taverne d’ouwe Schuur

3

bvba Vakantiecentrum

ki

2

Zweeds Carrosseriebedrijf

5

De Ceremonie

6

Kempisch Vleesbedrijf bvba

7

Algemene Deurnse Dakwerken

8

De kleurige Regenboog

9

Salons d’Ouwe Kaars

10

In ’t Magazijntje

11

De oude Eik

12

vzw Unie van Dressuurruiters

1.2 Classificatiemethoden

In

4

23


OPDRACHT 14 Regel 7 Klasseren bij afkortingen.  Klasseer volgens de eerste letter. Wat is het resultaat in het volgende voorbeeld?

BMW 3M UNESCO

KERNLEERSTOF

em

2BE

pl

IKEA

aa

r

• Onderstreep het grondwoord (de ‘grondletter’). • Zet een 1 bij de naam die eerste staat in de alfabetische rangschikking en ga zo verder tot 5.

De classificatiemethoden

ex

Voor je documenten gaat klasseren, sorteer of groepeer je ze per onderwerp. De verschillende classificatiemethoden zijn: alfabetisch klassement; numeriek klassement; chronologisch klassement; geografisch klassement; decimaal klassement.

jk

• • • • •

ki

Je kan manueel of elektronisch klasseren. Het alfabetisch klassement

1.2 Classificatiemethoden

In

1 Begrip Documenten, namen van personen of bedrijven klasseer je op de eerste letter van het grondwoord (het belangrijkste woord). Bij gelijkheid van letter, neem je de volgende letter (of de daaropvolgende letter als dat nodig is, etc.).

24

2 Werkwijze Je bepaalt eerst het kernwoord of grondwoord. Daarop ga je rangschikken. Spaties worden meestal genegeerd (ook in woordenboeken is dit het geval). 3 Afspraken De classificatieregels kunnen van bedrijf tot bedrijf verschillen.


4 Toepassingen van het alfabetisch klassement zijn bv.: De Witte Gids (telefoonboek), het woordenboek, de encyclopedie ... 5 Voordelen • Iedereen kent het alfabet en kan gemakkelijk een document opzoeken. • Je hebt geen bijkomende lijst nodig.

pl

bv. Van den Weyngaert Van de Weyngaerdt Van de Weyngaerden

aa

r

6 Nadelen • Het is niet altijd even gemakkelijk om het kernwoord te vinden. • Als er een nieuw dossier bijkomt, veranderen de andere dossiers van plaats. • De dossiers zijn niet gelijkmatig over alle letters verdeeld. • Een verkeerd geklasseerd of ontbrekend stuk is niet onmiddellijk zichtbaar. • Men vergist zich gemakkelijk bij het wegbergen.

• In sommige namen komen letters van een vreemd alfabet voor, wat het klasseren bemoeilijkt.

em

Een onvolledig versus een volledig alfabetisch klassement

1.2 Classificatiemethoden

In

ki

jk

ex

• Bv. Bertels – Bats – Buelens – Bollen – Bael Dit is een voorbeeld van een onvolledig alfabetisch klassement, want je rangschikt naar de beginletters van de woorden. • Bv. Bael – Bats – Bertels – Bollen – Buelens Dit is een voorbeeld van een volledig alfabetisch klassement, want je rangschikt naar de begin- en volgletters van de woorden.

25


ONDERWEG OPDRACHT 15 Onderstreep de grondwoorden in de opgaventabel hieronder en maak een alfabetische lijst van alle dameskledingwinkels in de tweede tabel.

3

7 8

jk

9

ex

4 6

1.2 Classificatiemethoden

In

ki

10

26

Straat + nr.

em

2

5

pl

Namen

(in alfabetische volgorde)

1

Stad 2000 Antwerpen 2000 Antwerpen 2000 Antwerpen 2020 Antwerpen 2060 Antwerpen 2000 Antwerpen 2000 Antwerpen 2000 Antwerpen 2140 Borgerhout 2018 Antwerpen

r

Straat + nr. Schoenmarkt 22 Nationalestraat 27 Meir 56 Sint-Bernardsesteenweg 312 Lange Beeldekensstraat 140 Verlatstraat 38 Lange Koepoortstraat 39 Leopoldstraat 51 Stenenbrug 19 Mechelsesteenweg 6

aa

Naam Hortensia Fashions A la Mode Tintoretto Vero Moda In den Anker Ann Demeulemeester Het Paleis Boutique Vergill La Coca The English House

Stad


balpennen

2 3

10

papierklem

12

plakband

13

gom

6 7

nietmachine

11

datumstempel

4 5

9

14

ringmap

15

lijm

16

schaar

pl

8

aa

1

r

OPDRACHT 16 In een inhoudsopgave van een catalogus over kantoormateriaal staan de te verkopen artikelen meestal alfabetisch gerangschikt. Vul jij de ontbrekende kantoorartikelen aan? Zorg ervoor dat de lijst in alfabetische volgorde blijft staan. Gebruik de link bij het onlinelesmateriaal. Die helpt je verder om de volgende opdracht uit te voeren.

em

OPDRACHT 17 Je ouders vonden op zolder een klaslijst met leerlingen die bij hen in het 6de leerjaar zaten. Ze vragen aan jou om de namen alfabetisch te rangschikken.

4 (zeer goed)

3 (voldoende)

2 (zwak)

1 (onvoldoende)

Je moet zeer zelden een vraag aan je leerkracht stellen. Zeer zelden heb Af en toe heb je iets – heel je iets – redelijk verzorgd – verzorgd – doorstreept. doorstreept.

Je moet regelmatig een vraag aan je leerkracht stellen. Je hebt veel dingen moeten doorstrepen.

Je moet constant vragen aan je leerkracht stellen.

Je werkt goed door. Je leerkracht moet hierover geen opmerkingen geven.

Je leerkracht maakt regelmatig de opmerking dat je sneller moet doorwerken.

ki

jk

Zelfstandig- Je werkt volledig heid alleen.

In

Zorg

Tempo

Je leerkracht maakt zelden de opmerking dat je sneller moet werken.

Je hebt veel dingen moeten doorstrepen en deed dit op een onverzorgde manier. Je bent erg verstrooid en werkt traag. Je leerkracht maakt hierover constant opmerkingen.

Eigen score

Score van de leerkracht

1.2 Classificatiemethoden

Attitude

ex

Als je klaar bent met je oefening, vergelijk je je oplossing met de leerling die naast jou zit. Verbeter jullie fouten in een groene kleur. Je leerkracht beoordeelt jullie ondertussen op enkele attitudes.

27


Dit is de klaslijst:

em

Noteer je oplossing in deze tabel: 1

21

2

22

3

23

4 6 7

jk

8

24

ex

5

25 26 27 28 29

10

30

11

31

12

32

13

33

14

34

15

35

16

36

17

37

18

38

19

39

20

40

ki

9

In 1.2 Classificatiemethoden

28

pl

aa

r

Kox Jos, Dirk Tielemans, Geert Ginkels, Suttels Jos, Frans Kaers, Van Kuyck, René Lauwers, Knopfle D., Obbels Dirk, Frans Sillis, D’Olieslager Piet, Antens A., Beckers J., Guido Janssens, Vranckx L., Eyckmans Willy, Michielsen A., Duson André, Plateau C., Kaers Jan, Wijnants Jaqueline, Potters Fernanda, Swenden Viktor, Alderhout I., Magda Tobback, Eelen-Taels, Michiels Guy, Peeters Renilde, Knoops P., Van Ouytsle R., Bakelants P., Jozef Janson, Weuts P., Lauryssens Eddy, Guillemot Frans, Eykens Jozef, Haesevoets Ludo, Fiermans Jan, Piron Ludo, Feyaerts Gust


1.2 Classificatiemethoden

In

ki

jk

ex

em

pl

aa

r

OPDRACHT 18 Niet alleen in een kantoor werkt een bediende met documenten, ook in een winkel worden winkelbedienden en verkoopsters met documenten geconfronteerd. Hieronder vind je enkele van deze documenten. Voer de bijbehorende opdrachten op de volgende bladzijde uit.

29


De verkoopster moet al deze documenten correct hanteren en een aantal van deze documenten zelf bewaren. Andere documenten zal de boekhouder verwerken. a Benoem de documenten op de vorige bladzijde en leg aan je medeleerling of leerkracht uit waarvoor ze dienen. b Welke documenten zal de verkoopster zelf bewaren?

aa

r

c Welke documenten geeft de verkoopster door aan de boekhouder?

d Welke classificatiemethode kan er gebruikt worden om klantenkaarten te rangschikken?

REFLECTIE

em

pl

Tip: als je nog meer wilt oefenen op alfabetisch rangschikken, vind je bij het onlinelesmateriaal enkele opdrachten.

ex

Waarin blonk je uit bij het alfabetisch klasseren?

jk

Waaraan moet je extra aandacht besteden bij het alfabetisch klasseren?

ki

Beheers je de leerstof uit dit hoofdstuk voldoende? Plaats een vinkje in de juiste kolom. Criteria

Ik kan de alfabetische klasseermethode herkennen.

In

Ik kan gegevens klasseren, opzoeken en terugzetten volgens de alfabetische klasseermethode.

1.2 Classificatiemethoden

Ik kan gemakkelijk het grondwoord vinden waarop ik alfabetisch moet klasseren.

30

Ik ken het onderscheid tussen de verschillende regels bij het alfabetisch klasseren. Ik hou rekening met de opgegeven richtlijnen. Ik werk voldoende nauwkeurig.


1.2.2 Het numeriek klassement INFO

1254

45

1803

1159

1489

1307

em

830

618

902

1289 1830

372

pl

1924

742

aa

568

458

r

OPDRACHT 19 In je sportclub werd een tombola georganiseerd. De leden gaan in de herfstvakantie op sportweekend. De opbrengst van de tombola zal daarvoor gebruikt worden. Dit zijn de winnende nummers:

Rangschik ze van laag naar hoog zodat de deelnemers snel kunnen zien of ze een prijs hebben gewonnen.

ex

Tip: je kan je oplossing vergelijken met je buur of je kan de getallen in een rekenblad intypen en ze daar laten rangschikken van laag naar hoog.

jk

ANALYSE

Om de kolom ‘numeriek’ in te vullen, laat je de streepjes in de kolom ‘volgens NBN-normen’ weg en je hebt een volwaardig nummer. Als je de derde kolom invult, kan je in de tweede kolom de datum schrappen zodat je een beter overzicht krijgt.

1.2 Classificatiemethoden

In

ki

OPDRACHT 20 Je doet vakantiewerk in een bibliotheek en moet onder meer tijdschriften rangschikken. De voorbije jaren (3 februari 2017 tot en met 3 september 2019) heeft de bibliotheek TestAankoop bijgehouden. De bibliothecaris vraagt aan jou om de verschillende nummers van het consumentenmagazine aan de hand van de data numeriek te klasseren. Zo zijn alle nummers van Test-Aankoop sneller terug te vinden.

31


Numeriek (van groot naar klein) 1

2017-02-03

2

03-04-2019

3

2017-11-3

4

03-09-2019

5

03 juli 2017

6

03-05-2018

7

2017-08-03

8

03 oktober 2017

9

03 feb 2019

10

2018-01-03

11

pl

3-8-2018

12

03 februari 2018

13

03 december 2017 03 aug 2019 3 april 2018 03 juni 2018

ex

03-03-2017

14

em

03 mrt 2018 03 maart 2019

20170203

r

03 februari 2017

Volgens NBN-normen

aa

Data

03 juni 2019

15 16 17

18

19

20

jk

Welke tijdschriftnummers ontbreken om de reeks volledig te maken?

1.2 Classificatiemethoden

In

ki

OPDRACHT 21 In bedrijven met een stockruimte wordt vaak gewerkt met pakbonnen. Dit zijn interne documenten waarop staat welke goederen de magazijnmeester uit de rekken moet halen om een bestelling voor een klant klaar te maken.

32

Al deze documenten hebben een volgnummer waarop ze na het klaarzetten van de bestellingen worden geklasseerd. Bij het wegbrengen van een doos pakbonnen laat een magazijnmeester de doos echter op de grond vallen. Alle documenten zitten door elkaar. De eerste bon had nummer 7 336 en de laatste 10 152.


Het numeriek klassement

pl

KERNLEERSTOF

aa

r

Welke werkwijze volgt de magazijnmeester het best om deze bonnen op een efficiënte manier in volgorde te klasseren?

1 Begrip In een numeriek klassement rangschik je documenten per nummer (van 0 tot 9).

ex

em

2 Werkwijze • De documenten die al een nummer hebben, kan je gewoon rangschikken op dit nummer. • De documenten die nog geen nummer hebben, geef je elk een nummer. Op basis van dit nummer rangschik je de documenten. Op een apart blad noteer je welk nummer bij welk document of dossier hoort. 3 Opmerking Een numeriek klassement vind je vaak in combinatie met een andere classificatiemethode. Documenten worden bijna nooit alleen maar numeriek geklasseerd.

5 Nadelen • Er moet dubbel opzoekingswerk gebeuren als het dossier zelf geen nummer heeft maar je er eentje aan toegekend hebt. Namelijk: - eerst zoek je het dossiernummer op in een lijst; - daarna kan je pas het dossier zelf opzoeken. • De samenstelling van de lijst of van de steekkaarten vraagt veel tijd.

1.2 Classificatiemethoden

In

ki

jk

4 Voordelen • Sommige documenten (zoals facturen) hebben al een nummer en kan je op basis hiervan gemakkelijk klasseren (bv. dossier Van de Broeck 121 klasseren tussen 120 en 122 is gemakkelijker dan dit dossier te moeten klasseren tussen Van den Brande en Van den Broucke). • Een numeriek klassement is gemakkelijk uit te breiden zonder dat je de dossiers van plaats moet veranderen.

33


r

em

pl

aa

6 Toepassingen • rekeninguittreksels rangschikken • op postcodes klasseren • een repertoriumboek aanleggen Per letter van het alfabet is er een blad voorzien. Bv. ‘Aerts D.’ noteer je op het blad van de letter A met ernaast het dossiernummer. De namen zijn hierbij niet alfabetisch gerangschikt, zodat de naam van een nieuw dossier gewoon onderaan kan worden bijgevoegd. (Bij een groot aantal dossiers wordt het opzoeken van een dossier hierdoor wel moeilijk.) • een alfabetische klapper aanleggen In een alfabetische klapper noteer je bv. de telefoonnummers die je dikwijls gebruikt. • steekkaarten inzetten Per dossier heb je een aparte steekkaart. De kaarten worden altijd alfabetisch gerangschikt.

ONDERWEG

jk

ex

OPDRACHT 22 De joggingclub van je gemeente schrijft zich in voor de 10 kmjogging in Brussel. Na afloop van de wedstrijd worden de resultaten van elke club afzonderlijk gegenereerd. Hieronder vind je de resultaten van jouw club.

ki

Noteer in de laatste kolom het juiste volgnummer zodat de gelopen tijden in oplopende volgorde worden rangschikt. (Bij wie op de tweede plaats eindigde, noteer je ‘2’ in de laatste kolom, etc.)

1.2 Classificatiemethoden

In

Inschrijvingsnr. 295 142 219 199 100 270 155 280 99

34

Naam Maatse Boris Roters Herwig Arnout Kristien Verlooy Lea De Block Bart Smit Wouter Van Driessen Rudy Laenen Wim Van Eegem Toon

Geboortejaar 1997 1978 1983 1969 1991 1991 1979 1972 1980

Gelopen tijd Rangschikking 0:47:47 0:40:07 0:54:32 0:46:44 0:50:41 0:44:59 0:37:33 0:49:43 0:47:33


Geboortejaar 1984 1985 1998 1986 1987 1998 1976 1977 1975 1998 1999

Gelopen tijd Rangschikking 0:53:02 0:46:19 0:51:32 0:47:23 0:41:58 0:54:24 0:51:54 0:41:50 0:52:18 0:50:16 0:46:29

r

Naam Smits Bruno Ansaert Hans Van Ende Jens Vanhal Nele Dox Jurgen Volders Kato Sandeman Patrick Bossen Johan Broekx Jos Barau Christel Verhagen Glenn

aa

Inschrijvingsnr. 261 212 217 183 103 284 150 250 236 282 285

pl

OPDRACHT 23 a Noteer vier mogelijke toepassingen van de numerieke klassering uit het spilbedrijf dat je in de lessen handelseconomie gebruikt. 1

3

4

em

2

b Hoe kan je een datum beschouwen als een numeriek gegeven?

In

Zakrekenmachines

Bureaustoelen

Goedkoopste

1

1

2

2

3

3

1

1

2

2

3

3

1

1

2

2

3

3

ki

Snijmachines met hefboom

Duurste

1.2 Classificatiemethoden

jk

ex

OPDRACHT 24 Raadpleeg via het onlinelesmateriaal de webshop van Anka Office Planet. Noteer in de tabel de drie duurste en de drie goedkoopste artikelen. Vergeet ook de prijs niet te noteren.

35


OPDRACHT 25 De opgave van de huistaak van Leonie was: klasseer de klanten van het bedrijf TopCom eerst alfabetisch en daarna numeriek. Kan je deze opgave foutloos oplossen, net als Leonie? a Bekijk eerst de evaluatieroosters, zodat je weet waarop je beoordeeld zal worden bij het maken van deze oefening.

pl

aa

r

Evaluatierooster: je hebt 9’00” om deze oefeningen te maken. Straftijd per foutief antwoord 2’00”, per niet opgeloste oefening 1’00”. Numeriek Tijd Score < 4’30” 10 < 5’00” 9 < 5’30” 8 < 6’00” 7 < 6’30” 6 < 7’00” 5 < 7’30” 4 < 8’00” 3 < 8’30” 2 < 9’00” 1 > 9’30” 0

em

Evaluatierooster: je hebt 14’00” om deze oefening te maken. Straftijd per foutief antwoord 3’00”, per niet opgeloste oefening 1’30”. Alfabetisch Tijd Score < 6’30” 10 < 7’15” 9 < 8’00” 8 < 8’45” 7 < 9’00” 6 < 10’15” 5 < 11’00” 4 < 11’45” 3 < 12’30” 2 < 13’15” 1 > 14’00” 0

ex

Tijdens het oplossen van de oefening zal je leerkracht op p. 38 enkele attitudes evalueren. Nadat je de oefening hebt opgelost, geef je jezelf ook een beoordeling. b Klaar voor de uitdaging? Hier zijn de gegevens waarmee je aan de slag moet. Naam

1.2 Classificatiemethoden

In

ki

jk

Ferro Paul Put André Vreven Ferdinand Quintens Evelyne Walgrave Guido Vloeberghs Annelies Verschueren Amadeus Pittevils Geneviève Baetens Gerard Daniels Pol Coosemans Ludo Verschaeren Victoria Adams Mark Danckaert Fabienne Overstraeten Benny Gysemans Hilde Vandeven Stephanie Keupens Hugo Vanderveer Nathalie

36

Klant sinds 2015-05-02 2016-12-15 2015-06-09 2017-01-21 2016-02-28 2017-09-16 2018-03-14 2015-06-06 2017-04-07 2018-08-12 2015-06-14 2018-05-01 2015-03-07 2016-08-06 2017-09-17 2017-10-18 2018-12-12 2016-11-13 2016-01-04

Naam Polspoel Véronique Keuppens Caesar Zwyne Ludovic Journée André Wymiens Jules Kenis Lutgardis Paulissen Leo Thenaers Lena Steemans Judith Valkeneers Frans Theunissen Hendrik Gooris Albertina Foriez Imelda Govaerts Paul Teuwens Lieven Wilms Hubert Vrancken Leopoldine Winkeler Arthur De Preter Augusta

Klant sinds 2018-03-13 2016-05-05 2018-08-03 2016-03-12 2016-10-08 2018-06-17 2016-02-02 2015-07-05 2018-10-02 2018-04-02 2017-07-08 2017-04-03 2016-06-13 2018-03-13 2018-05-01 2016-02-05 2018-03-01 2018-10-12 2015-11-12


Numeriek

2

2

3

3

4

4

5

5

6

6

7

7

8

8

9

9

10

10

11

11

12

12

13

13

14

14

15

em

15 16

16

17

17

18

18

19

19

23 24

jk

25

21

22 23 24 25 26

27

27

ki

26

28

29

29

30

30

31

31

32

32

33

33

34

34

35

35

36

36

37

37

38

38

In

28

1.2 Classificatiemethoden

22

20

ex

20 21

aa

1

pl

1

r

Alfabetisch

37


2 (zwak)

1 (onvoldoende)

Je moet zeer zelden een vraag aan je leerkracht stellen. Zeer zelden heb Af en toe heb je iets – heel je iets – redelijk verzorgd – verzorgd – doorstreept. doorstreept.

Je moet regelmatig een vraag aan je leerkracht stellen. Je hebt veel dingen moeten doorstrepen.

Je moet constant vragen aan je leerkracht stellen.

Je werkt goed door. Je leerkracht moet hierover geen opmerkingen geven.

Je leerkracht maakt regelmatig de opmerking dat je sneller moet doorwerken.

Tempo

ex

REFLECTIE

Je leerkracht maakt zelden de opmerking dat je sneller moet werken.

Je hebt veel dingen moeten doorstrepen en deed dit op een onverzorgde manier. Je bent erg verstrooid en werkt traag. Je leerkracht maakt hierover constant opmerkingen.

em

Zorg

Waaraan moet je extra aandacht besteden bij het numeriek klasseren?

jk

Beheers je de leerstof uit dit hoofdstuk voldoende? Plaats een vinkje in de juiste kolom. Criteria

ki

Ik kan de numerieke klasseermethode herkennen. Ik kan gegevens klasseren, opzoeken en terugzetten volgens de numerieke klasseermethode.

1.2 Classificatiemethoden

In

Ik werk voldoende nauwkeurig.

38

Score van de leerkracht

r

Zelfstandig- Je werkt volledig heid alleen.

Eigen score

aa

Attitude

3 (voldoende)

pl

4 (zeer goed)


1.2.3 Het chronologisch klassement INFO OPDRACHT 26 Bekijk de volgende schermafdruk en beantwoord de onderstaande vragen.

b Hoe kan je de bestanden nog rangschikken?

1.2 Classificatiemethoden

In

ki

jk

ex

em

pl

c Waarom kan het handig zijn om je bestandsnamen op datum te sorteren? Noteer twee redenen.

aa

r

a Hoe zijn de bestanden uit de verkenner op een pc gerangschikt?

39


ANALYSE

ex

em

pl

aa

r

OPDRACHT 27 a Bekijk de kassabonnen.

1.2 Classificatiemethoden

In

ki

jk

b Jij bent de afgelopen maanden stevig gaan shoppen. Je houdt je kastickets voor alle zekerheid toch nog een tijdje bij. Op welke manier rangschik je ze best?

40

c Rangschik de kassabonnen chronologisch door een volgnummer bij elk ticket te noteren (1 = het oudste).


d Het chronologische systeem wordt meestal gecombineerd met een ander classificatiesysteem. Aankoopfacturen worden bijvoorbeeld vaak per leverancier bewaard. Binnen deze indeling kan je ze dan in chronologische volgorde leggen. Waarom denk je dat deze werkwijze vaak wordt gebruikt? Noteer twee redenen.

aa

r

e Welke bedrijfsdocumenten komen nog in aanmerking om chronologisch te klasseren?

In

ki

jk

ex

em

pl

OPDRACHT 28 Tegenwoordig worden uittreksels meer en meer digitaal bewaard en geraadpleegd. Hieronder zie je een schermafdruk van enkele verrichtingen.

b Wat is de datum van de oudste verrichting?

1.2 Classificatiemethoden

a Wat valt je op in verband met de rangschikking van de verrichtingen?

41


em

pl

aa

r

c Bij het online bankieren kan je het volgende scherm gebruiken:

• Waarvoor dient dit scherm?

• Ik wil een uittreksel opzoeken van 2014. Welke filter gebruik ik?

ex

• Ik wil alle ontvangsten en uitgaven opzoeken tussen 350,00 en 600,00 euro. Welke filter gebruik ik?

jk

• Verklaar aan je klasgenoten de andere filters in deze lijst.

ki

OPDRACHT 29 Rangschik de gegevens van de spelers van Badmintonclub Mol chronologisch. Begin bij het oudste lid.

90-06-13

1

Beukeleers Kathleen

88-12-06

2

Claeys Zohra

90-03-02

3

Amrani Omar

91-12-12

4

De Kerpel Eva

92-02-24

5

Bongaerts Isabelle

91-03-12

6

Verelst Sofie

92-02-04

7

El Yousfi Amin

90-11-11

8

Lid

1.2 Classificatiemethoden

In

Van Dongen Hilde

42

Geboortedatum

In chronologische volgorde


Geboortedatum

In chronologische volgorde

89-08-28

9

Van Dessel Patrik

90-12-03

10

Verbercht Josie

91-02-11

11

Waegemans Miquel

91-02-11

12

Alaers Lia

90-06-09

13

Wen Xui

96-01-22

14

De Kerpel Nicky

90-06-09

15

KERNLEERSTOF Chronologisch klassement

pl

aa

Soinne Pieter

r

Lid

em

1 Begrip In een chronologisch klassement rangschik je documenten volgens datum. 2 Werkwijze • Je bepaalt de datum die bij de te rangschikken informatie behoort. • Je legt de informatie met de recentste datum bovenaan.

ex

3 Toepassingen • facturen; • brieven; • verslagen van vergaderingen (notulen) ...

jk

4 Voordeel Het is gemakkelijk om verouderde documenten snel uit het systeem te verwijderen.

ki

5 Nadelen • Je kan niet van alle documenten de data onthouden, waardoor het opzoekingswerk moeilijker wordt. • Er kan twijfel ontstaan over welke datum je moet nemen (gebruik je bv. de datum van ontvangst of van verzending?).

1.2 Classificatiemethoden

In

6 Opmerking De chronologische classificatiemethode is gebaseerd op de classificatie van cijfers en getallen. Als de data volgens de NBN-normen zijn genoteerd, is deze methode eigenlijk dezelfde als de numerieke classificatiemethode.

43


ONDERWEG OPDRACHT 30 Je ontving enkele kassabonnen waarop de datums op verschillende manieren genoteerd zijn. a Noteer ze volgens de NBN-normen in de tweede kolom. b Rangschik ze chronologisch in de derde kolom. In chronologische volgorde 1

201x-02-14

2

16 april 201x

3

22-01-201x

4

18 februari 201x

5

16-03-201x

6

pl

03-02-201x

7

06-24-201x

8

24 mrt 201x 11-30-201x

9

em

201x-03-08

r

NBN-normen

aa

Datum

10

ex

OPDRACHT 31 Hieronder vind je de geboortedata van een aantal bekende voetballers. Rangschik de spelers op de volgende bladzijde ... a ... chronologisch (van oud naar jong). b ... alfabetisch.

Geboortedata 1991-01-07 1991-06-28 1992-05-11 1993-05-13 1987-11-22 1988-04-15 1995-06-11 1994-05-14 1990-05-04 1992-04-08 1989-06-03 1995-09-12

1.2 Classificatiemethoden

In

ki

jk

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12

Voetbalspelers Eden Hazard De Bruyne Kevin Thibaut Courtois Lukaku Romelu Marouane Fellaini Steven Defour Oswal Alvarez Praet Dennis Nuytinck Bram Mathew Ryan Oscar Duarte Dario Van den Buijs

44

13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24

Voetbalspelers Denswil Stefano Vazquez Victor JosĂŠ Izquierdo Jimmy De Jonghe Pierre-Yves Ngawa Davino Verhulst Thomas Foket Hajradinovic Haris Paolino Bertaccini Cavric Aleksandar Arno Claeys Santini Ivan

Geboortedata 1993-05-07 1987-01-20 1992-07-07 1992-02-13 1992-02-09 1987-11-25 1994-09-25 1994-02-18 1997-11-19 1994-05-18 1994-05-04 1989-05-21


1

2

2

3

3

4

4

5

5

6

6

7

7

8

8

9

9

10

10

11

11

pl

1

12

12

13

em

13

14

14

15

15

16

16

17

17

18 20 21

jk

22

18

ex

19

r

Alfabetisch Voetbalspelers Geboortedata

aa

Chronologisch Voetbalspelers Geboortedata

19 20 21 22 23

24

24

1.2 Classificatiemethoden

In

ki

23

45


OPDRACHT 32 Doorstreep het verkeerde antwoord of vul het ontbrekende woord in. De oudste documenten in een map leg je onderaan/bovenaan. Dat is gemakkelijker in gebruik. Een vrouw die in 1978 geboren is, is 10 jaar ouder dan een vrouw die in geboren is. Inkomende brieven kan je klasseren op datum van het schrijven, de ontvangst of de

r

.

op 1975-06-19. Je vader is

aa

Je moeder is geboren op 16 juli 1975. Je de oudste.

De chronologische classificatie is ongeveer dezelfde als de

classificatie

pl

op voorwaarde dat de data volgens NBN zijn genoteerd.

REFLECTIE

em

Tip: bij het onlinelesmateriaal kan je verder testen of je het chronologische klassement voldoende onder de knie hebt.

ex

Waaraan moet je extra aandacht besteden bij het chronologisch klasseren?

Beheers je de leerstof uit dit hoofdstuk voldoende? Plaats een vinkje in de juiste kolom. Criteria

jk

Ik kan de chronologische klasseermethode herkennen. Ik kan gegevens klasseren, opzoeken en terugzetten volgens de chronologische klasseermethode.

1.2 Classificatiemethoden

In

ki

Ik werk voldoende nauwkeurig.

46


1.2.4 Het geografisch klassement INFO

pl

aa

r

OPDRACHT 33 Bij het onlinelesmateriaal vind je de link naar de website van ViaMichelin. Met ViaMichelin kan je op zoek gaan naar kaarten van landen, steden, gemeenten ...

Als je bijvoorbeeld de kaart van Antwerpen zou raadplegen, vind je links onderaan deze legende:

em

a Hoe zijn de kaarten binnen de stad Antwerpen gerangschikt?

ex

b Wat is een synoniem voor ‘geografisch’? c In welke twee sectoren denk je dat er vaak gebruik wordt gemaakt van een geografisch klassement?

1.2 Classificatiemethoden

In

ki

jk

d Volgens welke methode heeft een postbode de te bestellen post van een gemeente in zijn draagtas geschikt?

47


ANALYSE OPDRACHT 34 a Plaats de juiste benaming bij de afbeeldingen. Je kan kiezen uit:

de Eiffeltoren – Manneken Pis – de toren van Pisa – de Big Ben – het Gravensteen – het Parthenon – de Zimmertoren – klompen uit Nederland – een stierengevecht – het Colosseum

aa

r

3

1

2

em

pl

4

5

6

In

ki

jk

ex

7

1.2 Classificatiemethoden

8

48

9

10


1.2 Classificatiemethoden

In

ki

jk

ex

em

pl

aa

r

b Plaats het nummer van de afbeelding op de juiste plaats op de kaart van Europa.

49


Duitsland

pl

Japan

Citroën

jk

ex

em

Frankrijk

Duitsland

aa

Saab

r

OPDRACHT 35 a Gebruik een zoekrobot om deze opdracht op te lossen. • Je ziet de logo’s van enkele automerken. Vul de ontbrekende merknamen in. • Bij sommige afbeeldingen vind je het land waar dit bedrijf werd opgericht. Vul de ontbrekende landen van herkomst in.

Spanje

Nissan

Japan

Kia

Fiat

1.2 Classificatiemethoden

In

ki

Zuid-Korea

50

Volvo

Ford Italië

b Klasseer op de volgende bladzijde de automerken uit opdracht a. • Plaats eerst de landen van herkomst in alfabetische volgorde. • Als er twee merken uit hetzelfde land afkomstig zijn, klasseer je die ook volgens het alfabet.


Geografisch (per land) 1 2 3 4 5 6 7 8

aa

r

9 10 11 12 13 14 15

OPDRACHT 36 Hieronder vind je een aantal vakantieoorden waar een Belgisch gezin de voorbije jaren op vakantie is geweest. Land Spanje Zwitserland Italië België Frankrijk Portugal België Frankrijk Italië Zwitserland Zwitserland België

pl

Bestemming Costa Blanca Vaud Adriatische Kust Berlare Parijs Porto Geraardsbergen Haute Savoie Valle d’Aosta Vaud Wallis Dilbeek

ex

em

Verblijfplaats Torrevieja Village de Vacances Reka Hotel Corallo Bareldonk Hotel d’Anvers Hotel Astoria Camping de Gavers Aparthotel Les Sitelles Planibel Hotel Hotel Mont Blanc Hotel du Cervin Hotel d’Arconati Klasseer geografisch ...

jk

a ... in alfabetische volgorde per land.

b ... binnen het land in alfabetische volgorde per bestemming.

1.2 Classificatiemethoden

In

ki

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12

51


OPDRACHT 37 a Welke boodschap lees je hieronder? Geef een gepaste verklaring.

ge +

-i

r=t

+ woo +

d=b v=k

n=l

em

pl

+ ig

-a j = ger

aa

v+

r

r+

d=g u = og

u=e

v=m

jk

ex

+ afi +

ka = kl

+ se +

te = me

1.2 Classificatiemethoden

In

ki

- ip

52

b Juist of fout. Verklaar. Het geografisch klassement gebruik je vaak in combinatie met een andere classificatiemethode.


KERNLEERSTOF Het geografisch klassement 1 Begrip Het is een classificatiemethode volgens een gekozen geografisch element.

aa

3 Toepassingen • vertegenwoordigers; • bedrijven met buitenlandse relaties; • de toeristische sector; • de Witte Gids (telefoonboek) ...

r

2 Werkwijze Je klasseert de documenten per land, provincie, regio, gemeente, stad of straat.

pl

4 Voordeel Op sommige documenten staat al een plaatsnaam vermeld, en dan is het gemakkelijk om ze geografisch te klasseren.

em

5 Nadeel Soms is het moeilijk om aan een document een geografische plaats toe te kennen.

1.2 Classificatiemethoden

In

ki

jk

ex

6 Opmerking Deze methode wordt vaak in combinatie met een andere classificatiemethode gebruikt.

53


OPDRACHT 38 a Rangschik alle concessiehouders van Ford in Vlaanderen alfabetisch in 1ste rang geografisch per provincie, in 2de rang per gemeente.

aa Telefoonnummer 03 776 38 30 03 457 35 35 03 750 91 70 03 360 50 80 03 886 71 31 03 827 79 10 03 315 71 76 03 641 98 00 03 488 18 81

pl

Naam Waasland Automotive Etn. Gonthier nv Waasland Automotive Denayer nv Roofthooft nv Permeke Motors nv Geudens bvba De Kort nv Deprince nv

em

Postcode 9100 2550 9120 2100 2830 2020 2321 2930 2500

1.2 Classificatiemethoden

In

ki

jk

ex

Gemeente Sint-Niklaas Kontich Beveren-Waas Antwerpen Deurne Willebroek Antwerpen Meer-Hoogstraten Brasschaat Lier

r

b Vermeld: naam, gemeente, postcode en telefoonnummer.

54

Š Philip Lange / Shutterstock.com

ONDERWEG

OPDRACHT 39 De verzekeringsagent van je ouders heeft aan jou gevraagd om een dagje mee oude dossiers op te ruimen en te klasseren. Je kan zo een beetje zakgeld verdienen en je gaat graag op het aanbod in.


aa

Vlaams-Brabant Limburg Vlaams-Brabant Antwerpen West-Vlaanderen Antwerpen Oost-Vlaanderen Limburg Vlaams-Brabant Antwerpen Oost-Vlaanderen Oost-Vlaanderen Vlaams-Brabant West-Vlaanderen Limburg

pl

Klasseer ... a ... alfabetisch.

131109 120121 120427 121120 120405 120602 130406 120503 120818 120216 120327 121023 130107 120215 130509

em

Verbesselt Dennis Bauwmans Mark Celis Rik De Schepper Chris Fleming Albert Floesberg Dirk Hermans Jan Heremans Jos Lepierre Gert Leroy Alfons Verstappen Alex Maalders Luc Wauters Willy Van Roy Erik Luyten Pieter

r

Je krijgt deze stapel verzekeringspolissen.

b ... numeriek. (De getallen verwijzen naar een vervormde datum. Doordat in de datum de streepjes zijn weggelaten, spreek je niet meer van ‘chronologisch’ maar van ‘numeriek’ rangschikken.) c ... geografisch per provincie.

1 2 3

jk

4

ex

Alfabetisch

5

ki

6 7 8

In

9

10 12 13 14 15

1.2 Classificatiemethoden

11

55


Geografisch 1

2

2

3

3

4

4

5

5

6

6

7

7

8

8

9

9

10

10

11

11

12

12

13

13

14

14

15

pl

aa

r

1

em

Numeriek

15

ex

OPDRACHT 40 Bij het onlinelesmateriaal vind je nog een interactieve oefening over het geografisch klassement.

jk

REFLECTIE

ki

Waaraan moet je extra aandacht besteden bij het geografisch klasseren?

Beheers je de leerstof uit dit hoofdstuk voldoende? Plaats een vinkje in de juiste kolom. Criteria

In

Ik kan de geografische klasseermethode herkennen.

1.2 Classificatiemethoden

Ik kan gegevens klasseren, opzoeken en terugzetten volgens de geografische klasseermethode.

56

Ik werk voldoende nauwkeurig.


1.2.5 Het decimaal klassement INFO OPDRACHT 41 In een inhoudsopgave van een boek zie je het volgende:

1 Het klassement en het archief

Alfabetisch klasseren Numeriek klasseren Chronologisch klasseren Geografisch klasseren

aa

1.2.1 1.2.2 1.2.3 1.2.4

r

1.1 Onderscheid en vereisten 1.2 Classificatiemethoden

3 Oefeningen

em

2.1 Ringmappen 2.2 Plastieken mappen 2.3 Mappen van zwaar karton

pl

2 Klasseermateriaal

a Duid in de inhoudsopgave aan waar je de titel ‘Decimaal klasseren’ zou tussenvoegen. b Welk nummer zou deze titel krijgen?

c Welk volgnummer zou je aan ‘Oefening 1’ geven?

ex

d Wat is het grote voordeel van deze manier van klasseren?

1.2 Classificatiemethoden

In

ki

jk

e Noteer zelf een titel die je het nummer 4 zou kunnen geven.

57


ANALYSE OPDRACHT 42 Een leerling moet voor het vak economie een boek uit de bibliotheek raadplegen. Hieronder vind je een vervormde inhoudsopgave van dat boek. Schrijf de gegevens in een inhoudsopgave door ze decimaal te klasseren. Het cijfer achter de titel geeft aan op welk niveau de titel zich bevindt.

Wettelijke indeling van de bedrijven naar grootte (2)

aa

Indeling van de onderneming (3)

r

De kleine handelsonderneming (1)

Nut van een boekhouding (3)

Verplichtingen inzake de boekhoudwetgeving (3) De handelsverrichtingen (2) Voorbeeld (3)

pl

De activiteiten van de kleine handelsonderneming (2)

em

Verloop van een aan- en verkoopverrichting (3) Rechten en plichten van de handelaar (2) Rechten van de handelaar (3) Plichten van de handelaar (3)

Commerciële verrichtingen (1)

ex

Ontleding van inkomende facturen (2) Voorstelling (3)

Documenten i.v.m. de aankoop van goederen (3) Opstellen van uitgaande facturen (2)

jk

Voorstelling (3)

Onze leveringen met verkoopfactuur (3)

ki

Financiële verrichtingen (1) De rechtstreekse betaling (2)

1.2 Classificatiemethoden

In

De kwijting (3)

58

Het kwijtschrift (3) De onrechtstreekse betaling (2) Nut van de financiële instellingen (3) Indeling van de financiële instellingen (3) De zichtrekening (3) Modern betalingsverkeer (2)


em

pl

aa

r

OPDRACHT 43 Bekijk het minimum algemeen rekeningstelsel en beantwoord de vragen.

ex

a Waarom beantwoordt het minimum algemeen rekeningstelsel aan de vereisten van een decimaal klassement?

jk

b Toon dit aan met een voorbeeld.

ki

c Welk rekeningnummer zou je aan de bank Argenta toekennen?

e Welke andere classificatiemethoden worden er nog op boekhoudkundige verantwoordingsstukken toegepast?

1.2 Classificatiemethoden

In

d Een bedrijf mag een rekeningnummer uit het dagelijks rekeningstelsel verwijderen als de werknemers het nummer niet gebruiken. Welke invloed heeft dit op de andere rekeningnummers?

59


em

pl

aa

r

OPDRACHT 44

ex

In een bibliotheek wordt de decimale classificatiemethode gebruikt om boeken op de juiste plaats te zetten. Elk boek krijgt een nummer, dat tegelijk het onderwerp en de plaatsing in de bibliotheek aangeeft. In Vlaanderen worden boeken volgens het SISO (Schema voor de Indeling van de Systematische Catalogus in Openbare Bibliotheken) gerangschikt. Bij het onlinelesmateriaal vind je een link naar het SISO. Je zoekt enkele gegevens op in dit document.

jk

a Welke onderwerpen horen bij deze nummers? • 798.1:

• 928.2:

ki

• 983:

• 619.64: • 369.8:

In

• 224:

• 093:

1.2 Classificatiemethoden

b In welke rubrieknummers vind je informatie over ...

60

• ... techniek: • ... economie: • ... lichaamsoefening en sport:


KERNLEERSTOF Het decimaal klassement 1 Begrip In het decimaal klassement is de te rangschikken informatie in maximaal 10 groepen ingedeeld, genummerd van 0 tot en met 9.

em

pl

aa

r

2 Werkwijze • Elk onderwerp krijgt een cijfer van 0 tot en met 9. • Elk onderwerp kan op zijn beurt onderverdeeld worden in maximaal 10 onderwerpen van 0 tot en met 9. • Deze onderwerpen kunnen op hun beurt weer verder onderverdeeld worden in maximaal 10 onderwerpen. • Hoe gedetailleerder het onderwerp, hoe langer de code. bv. 1 (niveau 1) 1.1 (niveau 2) 1.1.1 (niveau 3) 1.2 (niveau 2) 2 (niveau 1) 2.1 (niveau 2) enz.

ex

3 Tips • Tussen de verschillende niveaus plaats je puntjes. Achter het laatste niveau mag dit niet. • De verschillende niveaus komen altijd tegen de linkermarge (ze staan dus links uitgelijnd). • Gebruik bij voorkeur niet meer dan drie niveaus. Dit houdt het geheel overzichtelijk.

jk

4 Toepassingen • de bibliotheek; • het rekeningstelsel in boekhouden; • op verschillende plaatsen in dit boek kan je deze methode terugvinden ...

ki

5 Voordeel Het systeem is gemakkelijk uit te breiden.

1.2 Classificatiemethoden

In

6 Nadeel De code kan soms vrij lang zijn en daardoor onoverzichtelijk worden (voor een inhoudsopgave werk je met maximaal 3 tot 4 niveaus).

61


ONDERWEG OPDRACHT 45 Neem de inhoudsopgave van dit boek erbij. Duid bij elke titel het niveau aan.

r

OPDRACHT 46 Bij het onlinelesmateriaal vind je een gebruikershandleiding en inhoudsopgave van een smartphone Samsung SM-A310F. Download het bestand en voorzie de inhoudsopgave van een decimale indeling. Bewaar je oplossing in je cursusmap.

Rubriek- en paginanummer

em

pl

Op te zoeken informatie Wekker instellen Zoeken naar een beschikbaar netwerk Een reservekopie maken Gegevens van je vorige toestel overzetten Het aanraakscherm reageert traag of onjuist Foto’s maken Je profielgegevens delen met anderen Een afspraak noteren Een netwerk instellen

aa

a Noteer het door jou toegekende rubrieknummer bij de op te zoeken informatie. Noteer ook het paginanummer uit de handleiding.

ex

b Je zou de handleiding willen uitbreiden met onderstaande informatie. Bij welke rubrieknummer ga je ze plaatsen?

jk

Fout bij het downloaden van (appnaam). Onvoldoende opslagruimte. Instellingen configureren voor bepaalde functies van Google. De functie ‘Find my mobile’ om de locatie van je smartphone op te vragen.

c Raadpleeg opnieuw de handleiding. Welke titel ga je toekennen aan …

ki

1.6.2:

1.12.1:

In

2.4.2:

2.19.1:

1.2 Classificatiemethoden

3.8.2:

62


em

pl

aa

1 Van der Elst Walter – Driessstraat 10 – 2811 Hombeek 2 Bernaerts Isidoor – Broekstraat 17 – 2830 Tisselt 3 Jonckheere Jozef – Kerkstraat 19 – 1981 Hofstade 4 De Greef Paul – Lange Dreef 103 – 2820 Rijmenam 5 Van Uffelen Jos – Fabriekstraat 14 – 1980 Eppegem 6 Bols Rik – Drapstraat 12 – 2550 Kontich 7 Van de Wyngaert Jules – Zonnewijzerstraat 3 – 2800 Mechelen 8 Jennes Philip – Schoolstraat 31 – 9000 Gent 9 Van der Veken Jos – Korte Dreef 67 – 2970 Schilde 10 Beeckmans Rudy – Mechelsesteenweg 65 – 2820 Bonheiden 11 De Greef Pieter – Lage weg 16 – 2800 Mechelen 12 Billiau Jan – Westkaai 102 – 2170 Merksem 13 Van Camp Gustaaf – Leliestraat 35 –2070 Burcht 14 Emmerechts Jan – Statiestraat 27 – 3500 Hasselt 15 Potoms Eugeen – Waterbaan 17 – 8400 Oostende 16 Wauters Willy – Kernielerweg 7 – 3840 Borgloon 17 L’heureux Jean – rue de l’Eglise 34 – 6940 Durbuy 18 Dubois Jean – rue de la Gare 67 – 6800 Libramont 19 Renders Harry – Dorp 18 – 3470 Ransberg 20 Tuteleers Emiel – Brilstraat 10 – 9400 Denderwindeke

r

OPDRACHT 47 Hieronder vind je een lijst van bestaande klantendossiers in een archief.

1.2 Classificatiemethoden

In

ki

jk

ex

Je gaat deze dossiers op verschillende manieren klasseren.

63


Tijdens het oplossen van de oefening zal je leerkracht enkele attitudes evalueren. Nadat je de oefening hebt opgelost, geef je jezelf ook een beoordeling.

Zorg

Zeer zelden heb je iets – heel verzorgd – doorstreept.

Tempo

Je werkt goed door. Je leerkracht moet hierover geen opmerkingen geven.

Je moet zeer zelden een vraag aan je leerkracht stellen. Af en toe heb je iets – redelijk verzorgd – doorstreept.

Je moet regelmatig een vraag aan je leerkracht stellen. Je hebt veel dingen moeten doorstrepen.

Je moet constant vragen aan je leerkracht stellen.

Je leerkracht maakt zelden de opmerking dat je sneller moet werken.

Je leerkracht maakt regelmatig de opmerking dat je sneller moet doorwerken.

Je hebt veel dingen moeten doorstrepen en deed dit op een onverzorgde manier. Je bent erg verstrooid en werkt traag. Je leerkracht maakt hierover constant opmerkingen.

ex

a Maak voor elke klant volgens onderstaand model een steekkaart.

ki

jk

• In de rechterbovenhoek schrijf je het nummer van ontstaan. • Links bovenaan noteer je eerst het grondwoord, gevolgd door een komma en dan de andere gegevens. • Tip: je kan voor het aanmaken van de steekkaarten eventueel gebruikmaken van bv. een tekstverwerkingspakket.

b Klasseer de kaarten van nr. 1 tot en met nr. 20 in numerieke volgorde.

In

c Klasseer de kaarten alfabetisch. d Klasseer de kaarten geografisch.

1.2 Classificatiemethoden

e Klasseer de kaarten per postnummer.

64

Eigen score

Score van de leerkracht

r

1 (onvoldoende)

aa

Zelfstandig- Je werkt volledig heid alleen.

2 (zwak)

pl

Attitude

3 (voldoende)

em

4 (zeer goed)

f Bewaar deze kaarten in een steekkaartenbakje.


OPDRACHT 48 Een vertegenwoordiger heeft 25 klanten, 5 klanten in iedere provincie. a Zoek voor volgende klanten telkens het postnummer en de provincie op.

Heyndrickx

Genk

Lambrechts

Antwerpen

Kellers

Oostende

Beckers

Mechelen

Achten

Aalst

Cordons

Lier

Hermans

Borgloon

Indeherberghe

Hasselt

Magon

Veurne

Nijssen

Tongeren

Vreven

Tienen

Maas

Zelzate

Ghys

Melle

Vanhoof

Landen

Diederen

Herentals

Windels

Leuven

Milkers

Gent

Vrolix

Torhout

r

Brussel

Provincie

ex

em

Knoops

Postcode

aa

Stad

pl

Klant

Sint-Truiden

Renaers

Brugge

Hansen

Diest

Lokeren

Bekaert

Turnhout

Vandebeeck

Ieper

In

Loyens

b Klasseer op de volgende bladzijde ... • ... geografisch per provincie (eerste kolom). • ... in tweede rang alfabetisch per stad (tweede kolom). • ... in tweede rang numeriek per postcode (derde kolom). • ... in tweede rang alfabetisch per naam (vierde kolom). Je kan de tabel op de volgende bladzijde eventueel in Word aanmaken en je oplossingen hierin noteren.

1.2 Classificatiemethoden

ki

jk

Brouns

65


66

Provincie

Kolom 1

1.2 Classificatiemethoden

Stad Naam

Stad

Kolom 3

r

Naam

aa

Naam

pl

em

Postcode

ex

jk

Postcode

Kolom 2

ki

In Postcode

Kolom 4 Stad


OPDRACHT 49 Je huisarts klasseert zijn patiëntendossiers volgens een classificatiemethode die gebaseerd is op de geboortedatum van de patiënt. Hieronder vind je een lijst van enkele patiënten met hun coördinaten.

M

1981-04-05

2

Scheire Daniel

M

1970-11-12

3

Devos Julie

V

1985-01-10

4

Van de Lo Jeroen

M

1992-09-25

5

Dox Didier

M

1975-03-18

6

Liekens Peter

M

1986-08-07

7

Devis Wouter

M

1971-06-30

8

Fransen Joost

M

1965-01-22

9

Smit Bert

M

1987-07-08

10 Van Ever Bart

M

1971-02-15

V

1975-10-16

V

1972-03-06

M

1965-12-09

V

1976-05-01

V

1967-01-08

11 Van Hool Caroline 12 De Wilde Martine 13 De Bakker Roger 14 Devolder Inge

ex

15 Dox Diane

aa

Liekens Kris

Dossiernummer

em

1

Leeftijd (op 2018-12-31)

r

M/V Geboortedatum

pl

Naam

a Geef elke patiënt een dossiernummer en noteer dit in de laatste kolom. Het dossiernummer maak je als volgt: jjjj-mm-dd + M of V.

ki

jk

b Bereken de leeftijd die de patiënten bereiken dit jaar. Kleur met een markeerstift het dossiernummer volgens decennium: • van 1960 t.e.m. 1969: rood • van 1970 t.e.m. 1979: oranje • van 1980 t.e.m. 1989: geel • van 1990 t.e.m. 1999: groen

In

c Maak een steekkaart per patiënt en vermeld: • naam • dossiernummer e Voer deze gegevens in in MS Access. OPDRACHT 50 Bij het onlinelesmateriaal vind je een interactieve oefening over mogelijke toepassingen van de verschillende classificatiemethoden.

1.2 Classificatiemethoden

d Rangschik de steekkaarten in alfabetische volgorde.

67


REFLECTIE Waaraan moet je extra aandacht besteden bij het decimaal klasseren?

Beheers je de leerstof uit dit hoofdstuk voldoende? Plaats een vinkje in de juiste kolom. Criteria

r

Ik kan de decimale klasseermethode herkennen.

aa

Ik kan gegevens klasseren, opzoeken en terugzetten volgens de decimale klasseermethode.

pl

Ik werk voldoende nauwkeurig.

1

Digitale classificatie INFO

em

1.2.6 Uitdieping bij de classificatiemethoden

ex

OPDRACHT 51 Digitaal of fysiek? Lees de tekst.

Hetzelfde klassement voor papier en digitaal

1.2 Classificatiemethoden

In

ki

jk

Meer en meer bedrijven en overheidsorganisaties streven ernaar om digitaal te werken. In de praktijk is het vaak zo dat een entiteit een papieren én een digitaal klassement heeft. Het is aangewezen om beide op elkaar af te stemmen, zodat het effectief één klassement wordt. De medewerker volgt dan dezelfde denkwijze zowel bij het gebruik van het papieren klassement als van het digitaal klassement.

68

Soms is de inhoud van één dossier verspreid over beide klassementen. Dit wil dus zeggen dat de documenten uit dit dossier fysiek over twee locaties verspreid zijn. Het gebeurt nog vaak dat de digitale documenten worden geprint om bij in het fysieke dossier te bewaren. Maar is dit zinvol? Meer en meer gebeurt het dat de bijkomende documenten worden gescand om het digitaal dossier te vervolledigen.

De fysieke documenten worden ofwel vernietigd of eventueel gearchiveerd als het om erg belangrijke documenten gaat. Naar: www.bestuurszaken.be


• Waarom zou jij kiezen voor een digitaal classificatiesysteem?

ANALYSE

aa

OPDRACHT 52 Wat zijn de voor- en nadelen van een digitaal classificatiesysteem?

r

• Voor welke bedrijfstoepassingen kan je een digitaal classificatiesysteem gebruiken?

a Een digitaal klassement heeft een aantal pluspunten. Verklaar de voordelen.

pl

• Snelheid:

• Efficiëntie:

ex

• Duurzaamheid:

em

• Kostprijs:

b Formuleer met de volgende trefwoorden enkele nadelen van een digitaal klassement.

hacken – classificatiesysteem – benaming

jk

In

ki

1.2 Classificatiemethoden

69


OPDRACHT 53 Digitale documenten worden in mappen of folders bewaard. Zorg voor een unieke en duidelijke bestandsnaam, zodat je alle documenten gemakkelijk terugvindt. Niets is zo vervelend en tijdrovend als een bestand telkens te moeten openen om de inhoud ervan te kennen.

s 0-9, Gebruik de karakter

. ¨ < > | ! % & ‘ - ; = ( ).

aa

Maak gebruik van / : * ? “

r

Hieronder lees je een aantal do’s en don’ts. Markeer de do’s in het groen en de don’ts in het roze.

A-Z en _.

tuur. Breng niveaus aan in je mappenstruc

fysiek klassement.

pnamen niet in

em

. Zorg voor back-ups Herneem ma

in het digitaal en

pl

De mapnamen en -structuur zijn best verschillend

submappen of bes

. Plaats documenten in meerdere folders

tandsnamen

.

ex

Plaats af en toe losse bestanden in de hoofdmap om ze te laten opvallen.

Een betekenisvolle bestandnaam bes taat uit bv. het soort document, het onderwerp, de datum ...

jk

gemeenschappelijke ruimte. Bewaar zo veel mogelijk data op een

1.2 Classificatiemethoden

In

ki

Geef individuele paswoorden aan doc umenten zodat ze veilig bewaard kunnen worden.

70

bv. soort De opbouw van een bestandsnaam gebeurt steeds in dezelfde volgorde, ie. document, onderwerp, geadresseerde/afzender, versie, datum, punt, extens

Zorg dat je bestandsnaam zeker meer dan 30 karakters bedraagt. “Offerte_Jansen_definitieve_versie.pdf ” is een goede bestandsnaam. “Offerte_Jansen_V2_2019-09-15.pdf ” is een goede bestandsnaam.


OPDRACHT 54 Heb je in de lessen toegepaste informatica al kennisgemaakt met de sorteerfunctie in Word of Excel? Bij het onlinelesmateriaal vind je een ledenbestand van een sportclub in Word- en in Excelformaat. a Bekijk eerst de schermafdrukken. Probeer met hun hulp de sorteerfuncties in Word en Excel alvast eens uit.

ex

em

pl

aa

r

MS Word

In

ki

jk

MS Excel

b Zoek een antwoord op de vragen en voer de opdrachten uit. Gebruik hiervoor het Wordbestand.

2 Sorteer de tabel volgens naam en voornaam. • Wordt er rekening gehouden met gelijke namen? Verklaar.

1.2 Classificatiemethoden

1 Sorteer de tabel oplopend volgens lidnummer. Wat gebeurt er?

71


• Onder welke letter wordt ’tSeynaeve geklasseerd? • Plaats een spatie tussen ’t en Seynaeve en sorteer opnieuw. Wat stel je vast?

• Hoe worden de data gesorteerd? • Wie is het oudste lid? • Wie is het jongste lid?

aa

4 Sorteer de tabel oplopend volgens geboortedatum.

r

3 Sorteer de tabel oplopend volgens postcode. Hoe kan je ervoor zorgen dat de straat en het nummer alfabetisch zijn gerangschikt binnen de postcode?

KERNLEERSTOF Digitale classificatie

em

pl

• Welke twee personen hebben dezelfde geboortedatum?

ex

1 Begrip Van documenten kan een scan/foto gemaakt worden. Zo kunnen ze ook digitaal worden geklasseerd. Deze scans/foto’s worden meestal op een centrale plaats (bv. een server) bewaard.

1.2 Classificatiemethoden

In

ki

jk

2 Werkwijze Er zijn softwarepakketten die een ingebouwde zoekfunctie bevatten om documenten snel terug te vinden. Het systeem bestaat uit een scanner waarmee je documenten kan scannen en bewaren in een soort tijdelijk geheugen. Nadien kan je alles definitief op een centrale plaats bewaren. Als je een document of dossier nodig hebt, roep je het op. Hiernaast vind je bijvoorbeeld een afdrukscherm van gegevens die elektronisch worden bewaard.

72

De opbouw is vergelijkbaar met de mappenstructuur die je in de lessen toegepaste informatica gebruikt.


Je kan ook gebruikmaken van gespecialiseerde software om je archief elektronisch te beheren. Omdat documenten steeds meer plaats innemen en omdat de gebruiker altijd en overal aan zijn bestanden wil kunnen, gaat men ze opslaan in de cloud.

4 Voordelen Digitale classificatie is snel, voordelig, efficiënt en duurzaam.

r

3 Toepassingen • Inkomende en uitgaande post bewaren. • Klanten- en leveranciersdossiers bewaren.

aa

5 Nadelen Het systeem is diefstalgevoelig, de structuur kan ondoorzichtig zijn indien de classificatie niet met zorg werd gemaakt, er moet opgelet worden bij de naamgeving.

ex

ONDERWEG

em

pl

6 Sorteren in MS Word en MS Excel In beide programma’s kan je sorteren (alfabetisch, numeriek ...). In elk programma zijn er standaard een aantal sorteerregels geprogrammeerd. Je vindt ze via de helpfunctie. Gegevens sorteren gebeurt op basis van één of meerdere kolommen. De data binnen eenzelfde rij worden steeds bij elkaar gehouden. Gebruik voldoende kolommen binnen de programma’s, want binnen een kolom is het onmogelijk om een grondwoord aan te duiden.

OPDRACHT 55 Bekijk het lijstje met deelnemers aan een groepsreis naar India en voer de opdrachten uit.

ki

jk

Annick ’T Seyen, Eva Jansen, A. Van den Weyngaert, Mark ’t Schopke, Petra Jansens, Pieter Baetens, R. Yskout, S. Van de Weyngaerdt, R. IJmans, L. Van de Loock, A. Vande Venne, Marleen Van de Weyngaerden, Sonja Baeten, Jan d’Hollander, F. d’Haens

1.2 Classificatiemethoden

In

a Tik de lijst in MS Word in. Maak vooral geen typefouten! • Rangschik alfabetisch. Let op: een familienaam uit meerdere delen komt in dezelfde kolom te staan, gescheiden door een spatie. • Bewaar je oefening onder de naam ‘Sorteren in Word’. • Print je resultaat en bewaar dit document in je map. • Noteer welke werkwijze je gebruikt hebt om de gegevens te rangschikken in MS Word.

73


b Kopieer je gegevens naar een Excelbestand en sorteer daar ook op naam en voornaam. Bewaar je oefening als ‘Sorteren in Excel’. c Wat kan je besluiten als je beide oplossingen met elkaar vergelijkt?

aa

em

pl

a Typ deze gegevens in MS Word. • Hoeveel kolommen voorzie je? • Hoe ga je de kolommen van elkaar scheiden?

r

OPDRACHT 56 Vraag aan vijf leerlingen van je klas hun voornaam, familienaam, straat + huis- en eventueel busnummer, postcode en gemeente.

b Rangschik de namen alfabetisch en bewaar je resultaat onder de naam ‘Namen klasgenoten alfabetisch’.

ex

c Rangschik de namen nadien op gemeente en bewaar je resultaat onder ‘Namen klasgenoten per gemeente’. Als een gemeente meerdere keren voorkomt, rangschik je binnen de gemeente op basis van familienaam.

1.2 Classificatiemethoden

In

ki

jk

Wat ga je invullen/selecteren als je volgend scherm krijgt?

74


2

Classificatie per onderwerp of kleur INFO

aa

r

OPDRACHT 57 Bij een classificatie per onderwerp baseer je je op de inhoud van de documenten. Binnen een alfabetisch klassement van mappen van personeelsleden kan je bijvoorbeeld deze indeling maken: • alle documenten rond de sollicitatie; • het contract; • de beoordelingen; • de afwezigheden; • het aantal dagen verlof dat het personeelslid al gekregen heeft; • ...

pl

a In welke volgorde zullen bovenvermelde documenten in het dossier zitten?

ANALYSE

em

b Welke andere documenten kunnen nog in het dossier van een personeelslid aanwezig zijn?

ki

jk

ex

OPDRACHT 58 Binnen een alfabetisch klassement van mappen voor bedrijfsgebouwen kan je bijvoorbeeld deze indeling maken: • alle documenten over de aankoop; • alle documenten over het onderhoud; • alle documenten over de afschrijvingen (= de waardevermindering van het gebouw omdat het altijd maar ouder wordt); • ...

1.2 Classificatiemethoden

In

Werk een gelijkaardig voorbeeld uit aan de hand van de Gouden Gids.

75


OPDRACHT 59 Bij het dagelijkse klassement is het belangrijk dat je dossiers snel kan terugvinden. Het gebruik van kleuren kan je hierbij aardig helpen. a Lees de uitspraken van werknemers die kleuren gebruiken binnen hun classificatiesysteem. Het voordeel van kleurcodering zal meteen duidelijk worden.

aa

r

Verkeerd geklasseerde dossiers worden dankzij de . onderbroken kleurbalken meteen teruggevonden Jaaretiketten en maa

ndetiketten vervolledig en het numerieke gam ma – ideaal voor bv. klassem enten op geboor teda tum.

pl

in ïntegreerd worden Kleuren kunnen ge en. de informatiesystem bestaande of geplan

em

b Bij het onlinelesmateriaal vind je een link naar een bedrijf dat je beter vertrouwd maakt met kleurgebruik. Surf naar de website en beantwoord de vragen. • Wat houdt een ‘kleurcodering numeriek’ in?

ex

• Verklaar het mogelijke gebruik van de verschillende kleurenbalken onder elkaar.

jk

• Waar zou jij in je dagelijkse klassement kleuren kunnen integreren?

ki

c Voor kantoordrukwerk kan het kleurgebruik variëren. Toon dit aan met een voorbeeld.

1.2 Classificatiemethoden

In

Tip: wist je dat er zelfs (gratis) software bestaat om je folders/mappen op de computer verschillende kleuren te geven? Wie zoekt, die vindt ...

76


KERNLEERSTOF 1 Rangschikken per onderwerp • Per onderwerp (klanten, leveranciers, personeel, rekeninguittreksels ...) maak je meestal een dossier aan. • Alle documenten die te maken hebben met hetzelfde onderwerp berg je dus op in één map. • De subonderwerpen scheid je met tussenbladen.

r

2 Rangschikken met kleuren

pl

aa

• Kleurgebruik binnen een bestaand classificatiesysteem geeft een extra identificatieof herkenningsmiddel. • De kleurcodering kan alfabetisch of numeriek zijn.

ONDERWEG

ex

em

OPDRACHT 60 Noteer drie zaken waarover je een map kan aanleggen die je per onderwerp kan rangschikken.

ki

jk

OPDRACHT 61 In softwaretoepassingen wordt vaak gebruikgemaakt van kleurcategorieën. Raadpleeg de helpfunctie van bv. Outlook en zoek minstens drie toepassingen van kleurcategorieën.

REFLECTIE

In

Waaraan moet je extra aandacht besteden bij het digitaal of elektronisch klasseren?

Criteria Ik begrijp het doel van digitaal klasseren. Ik kan de sorteerfunctie in Word en Excel gebruiken. Ik werk voldoende nauwkeurig.

1.2 Classificatiemethoden

Beheers je de leerstof uit dit hoofdstuk voldoende? Plaats een vinkje in de juiste kolom.

77


1.3 Klasseermateriaal INFO OPDRACHT 62 Hieronder vind je allerlei afbeeldingen die je helpen om documenten netjes te bewaren. Plaats deze begrippen bij de juiste afbeelding:

1.3 Klasseermateriaal

In

ki

jk

ex

em

pl

aa

r

ringmap – ordners – vouwdeurkast – brievenmandjes – termijnmap – ladekast – hangmappen – sorteerkasten – tijdschriftenkast – tabbladen – roldeurkast – schuifdeurkasten – mappen zwaar karton – steekkaartenbak – zelfklevende ruiters

78


ANALYSE OPDRACHT 63 a Geef enkele voorbeelden van klasseermateriaal dat in een gezins- of bedrijfscontext gebruikt kan worden.

pl

d Noem twee voordelen bij het gebruik van ordners.

aa

c Roldeurkasten zijn veiliger dan vouwdeurkasten. Waarom?

r

b Waarvoor zou jij thuis brievenmandjes kunnen gebruiken?

em

OPDRACHT 64 Ga via het onlinelesmateriaal naar Anka Office Planet, een webshop met kantoormateriaal, en voer de opdracht uit.

ex

a Raadpleeg de rubriek ‘Klassement/Archivering’. Noteer op de map hiernaast de productgroepen die je daar vindt.

1.3 Klasseermateriaal

In

ki

jk

b Stel, je krijgt van je ouders 100,00 euro om nieuw klasseermateriaal voor thuisgebruik aan te kopen. Wat vind jij interessant om aan te kopen en waarom? Raadpleeg hiervoor de verschillende productgroepen.

79


Tip: eventueel kan je hiervan ook een presentatie op de computer maken. Prijs

Waarom?

em

pl

aa

r

Artikelnaam

OPDRACHT 65 Breng een bezoek aan het secretariaat van je school en stel enkele vragen.

ex

• Verwerk het resultaat van je bezoek in een kort verslag. • Bezorg het aan een klasgenoot en laat haar/ hem je resultaat lezen. Hebben jullie ongeveer hetzelfde genoteerd?

jk

Deze vragen kan je stellen aan het secretariaatspersoneel. Bedenk er zelf ook nog enkele. a b c d e

In

ki

Welk klasseermateriaal gebruiken jullie? Waar koopt de school dit materiaal aan? Welk klasseermateriaal willen jullie liefst niet gebruiken? Waarom niet? Wat vinden jullie interessant/moeilijk aan het gebruik van een dagelijks klassement? Wordt er veel aandacht besteed aan het klassement en aan het klasseermateriaal? Waarom wel/niet? f ...

1.3 Klasseermateriaal

Tip: misschien heb je wel de mogelijkheid om het ondersteunend personeel op het secretariaat te helpen bij het klasseren. Zo leer je het materiaal effectief te gebruiken. Grijp die kans!

80


OPDRACHT 66 Vervolledig het schema over klasseermateriaal. Zo krijg je een beknopt overzicht van de mogelijkheden. •

KLASSEERMATERIAAL

3 Kasten – soorten:

pl

5 De overhandigingskaart – gebruik:

2 Brievenbakjes:

aa

1 Mappen – soorten:

r

- hangmappen: •

1.3 Klasseermateriaal

In

ki

jk

ex

em

4 Kleinere hulpmiddelen:

81


KERNLEERSTOF

aa

2 Een overzicht van veel gebruikt klasseermateriaal Mappen, brievenmandjes/-bakjes, kasten, kleinere hulpmiddelen, de overhandigingskaart.

r

1 Wat? Het te gebruiken klasseermateriaal is afhankelijk van: • het soort document (bv. belangrijk, minder belangrijk); • de omvang van de te klasseren documenten en dossiers; • de regelmaat waarmee men de te klasseren documenten raadpleegt; • de uitbreidbaarheid van het systeem.

ex

ONDERWEG

em

pl

3 Nuttige tips bij de keuze of het gebruik van klasseermateriaal • Als je een document uitleent, geef dan een kopie mee en bewaar het origineel. Zo kan iedereen de informatie blijven raadplegen. • Hou er bij de aankoop van je klasseerkasten rekening mee dat je je niet te veel moet bukken of uitrekken, want op die werkhoogten blijk je meer fouten te maken. • Vermijd mappen met te korte of te smalle ruiters, want dan is de omschrijving moeilijk leesbaar. • Vermijd overvolle mappen, breng eventueel een deel over naar een tweede map. • Zorg dat je voldoende plaats hebt om je mappen weg te bergen.

1.3 Klasseermateriaal

In

ki

jk

OPDRACHT 67 In een ordner heb je facturen van een volledig jaar zitten. Je wil exact weten waar de facturen van januari, februari, maart ... zitten. Hoe kan je dit aanduiden in je map?

82


OPDRACHT 68 Hieronder vind je enkele kenmerken van klasseermateriaal. Deze kenmerken horen bij de begrippen uit de eerste kolom. Noteer voor elk kenmerk het cijfer van het begrip dat erbij hoort. (Er is telkens maar één oplossing mogelijk!)

b

3 Termijnmap

c

4 Vouwdeurkast

d

5 Ringmap

e

6 Tabbladen

f

7 Tijdschriftenkast

8 Ruiter

em

2 Brievenmandjes

g

h i

jk

10 Schuifdeurkast

ki

11 Steekkaartenbakje 12 Sorteerkast

j

k l

m

14 Roldeurkast

n

15 Mappen van zwaar karton

o

In

13 Hangmappen

1.3 Klasseermateriaal

ex

9 Ordner

r

a

Kenmerk De documenten worden d.m.v. een vrij zware metalen constructie op hun plaats gehouden. De opklapbare legborden zijn voorzien van een opstaande rand en een verstelbare horizontale spijl die de folders op hun plaats houdt. Je steekt ze tussen verschillende onderdelen in een map. Deze gekleurde mappen uit dikker karton hebben meestal ook kleppen. Ondanks de deuren blijft de kast toch altijd halfgesloten. De documenten worden met lichte metalen ringen op hun plaats gehouden. Deze map is vaak minder dik. De bakjes zijn voorzien van een kliksysteem zodat stapelen mogelijk is. Hierin kan je documenten leggen die voor andere personen in het bedrijf bestemd zijn. Ze zijn vervaardigd uit dikker karton en voorzien van ophanghaakjes. Aan de boven-, onder-, linker- of rechterkant van een document of dossier kan je een gekleurde … plaatsen. Je kan er ook iets op noteren. Ideaal om kleinere documenten (bv. lidkaarten, klantenkaarten) in op te bergen. Deze kast wordt met een rolluik gesloten. Deze map heeft een gesloten of open zijkant met 7 (weekindeling) of 31 (maandindeling) stevige kartonnen bladen. De deuren kunnen soms de doorgang belemmeren. De kasten kunnen wel volledig geopend worden. Deze kasten zijn vooraan open en voorzien van etikethouders met papierstroken. De wieltjes lopen over uitschuifbare rails.

aa

Cijfer

pl

Begrip 1 Ladekast

83


OPDRACHT 69 Hieronder vind je materiaal dat zowel thuis als op een kantoor wordt gebruikt. Schrijf de juiste naam bij elke afbeelding. Kies uit:

em

pl

aa

r

conferentiemap – binnenmap – brievenhouder – gekleurde tabbladen – snelhechters – offertemap – formulierenhouders – archiefdozen

OPDRACHT 70 Vul de ontbrekende woorden in.

kan je aflezen wie een bepaald dossier uit het

ex

a Op een

klassement heeft weggenomen. b

en

moet je uit de geklasseerde documenten

verwijderen, want anders kunnen zij roesten.

jk

c Als documenten al lang in het klassement opgeborgen zijn, worden ze vaak naar overgebracht. De persoon die voor deze afdeling verantwoordelijk is,

ki

noem je

.

d Een map met een dikke rug en metalen ringen noem je ook

.

In

e Als je mappen rechtopstaand naast elkaar plaatst, zijn ze opgeborgen volgens het opbergsysteem voor mappen.

f

zijn vooraan open. Het grote nadeel hiervan is dat er

gemakkelijk stof in valt.

1.3 Klasseermateriaal

g De

84

zijn de duurste kasten omdat zij over een bijzonder

sluitingssysteem beschikken. h Als mappen in kasten naast elkaar hangen en ze niet voorzien zijn van een ruiter, wordt er dikwijls in de kast dossiers terug te vinden zijn.

geplaatst waarop de namen van de bewaarde


OPDRACHT 71 Stel, je doet vakantiewerk op de post. Je moet een aantal poststukken verdelen in de sorteerkast. In welke vakjes komen de poststukken? a Voer de opdracht uit voor kast 1. BAN-CAD

CAE-CZZ

D-DOY

DOZ-EYG

EYH-GUX

HUY-HAA

HAB-JEA

JEB-LOP

LOQ-NUV

NUW-RUU

RUV-SUV

SUW-URA

URB-VOO

VOP-WOO

DRF-EXE

EXF-GRI

KAB-MAD TEC-UVE

aa DEB-DRE

GRJ-HET

HEU-KAA

MAE-NUW

NUX-RWA

RWB-TEB

UVF-VUZ

VVA-WOR

WOS-Z

Geadresseerde

Vakje in kast 1

Vakje in kast 2

ex

Andries Jo

CEG-DEA

em

BRF-CEF

WOP-Z

pl

b Voer dezelfde opgave nog eens uit voor kast 2. A-BRE

r

A-BAM

Wouters Piet

Vervroegen Leo

Van de Weyngaert Koen

jk

Van den Hoek Geert

Busschots – Steegmans A.

ki

Toolbox Jo

Taeymans Bart

Van den Berg Erika

In

Danny Wyns Buys Els

Clockaerts Irène Van Campenhout Zaida Ann Swaene André Put Mark Van de Sanden-Van Hoeydonck

1.3 Klasseermateriaal

Doms-Matthys Véronique

85


c De volgende dag moet je een gelijkaardige taak uitvoeren. Vakje in kast 1

Dirk Tielemans

Potters Fernanda

Finkels-Nickmans

Swenden Viktor

Suttels Jos

Alderhout I.

Kaers-Van Hoof

Magda Tobback

Van Kuyck

Eelen-Taels

René Lauwers

Michiels Guy

Knopfle D.

Peeters Renilde

Obbels Dirk

Knoops P.

Silles-Boons

Van Ouytsle R.

D’Olieslager Piet

Bakelants P.

Antens A.

Jozef Janson

Beckers J.

Weuts P.

pl

em Fiermans Jan

In

ki

jk

ex

Duson André Kaers Jan

Eykens-Hannes

Haesevoets Ludo

Michielsen A. Plateau C.

Lauryssens Eddy Guillemot Frans

Eyckmans Willy

Vakje in kast 1

Vakje in kast 2

aa

Wijnants Jacqueline

Vranckx L.

1.3 Klasseermateriaal

Geadresseerde

Kox Jos

Guido Janssens

86

Vakje in kast 2

r

Geadresseerde

Piron-Peys Feyaerts Gust


OPDRACHT 72 Noteer in de rechterkolom of de uitspraken juist of fout zijn.

aa

r

Uitspraak Juist of fout? Een nadeel van een ordner is dat deze gemakkelijk doorzakt als je hem rechtzet. Bij het gebruik van hangmappen wordt de hangmap niet uit de kast genomen. Bij het klasseren van steekkaarten met een horizontaal zichtbare strook blijft de bovenste rand zichtbaar. Een klapper is een alfabetische lijst van namen. Een archief bevindt zich op elke afdeling van een bedrijf. OPDRACHT 73 Zoek het juiste woord.

een

classificatie.

pl

a Een classificatie waarbij je rangschikt volgens de woonplaats van de klant: b Iets zeggen of doen zonder dat de anderen er aanstoot aan nemen: iets zeggen of doen.

em

c Een verzameling papieren, een bundel stukken die betrekking hebben op eenzelfde zaak: .

d Ieder geschreven of gedrukt bewijsstuk:

.

ki

jk

ex

e Verslagen van vergaderingen:

.

Bewaar je bestand als ‘Tips bij het hanteren van klasseermateriaal’. Raadpleeg enkele websites van ondernemingen die dit materiaal verkopen.

1.3 Klasseermateriaal

In

OPDRACHT 74 Het is belangrijk dat een administratief medewerker het beschikbare klasseermateriaal in een onderneming op een gepaste manier kan hanteren. Kies vijf verschillende materialen waarover je een presentatie gaat maken. In de presentatie moet het volgende aan bod komen: • de naam en een afbeelding; • kenmerken van het materiaal; • tips bij het hanteren van het materiaal;

87


aa

r

OPDRACHT 75 Neem een ordner en ontwerp hiervoor een etiket dat je op de rug van de map plakt of in de etikethouder stopt. Kies zelf wat je in de map bewaart en voorzie een etiket met de gepaste inhoud voor deze map. Als je net iets ordelijker wil werken, kan je ook gebruikmaken van de computer.

OPDRACHT 76 Een architect heeft per klant een map in een hangkast opgeborgen. Elke map is voorzien van een ruiter.

pl

a Wat zal er op de ruiter geschreven worden?

em

b Waarvoor kunnen binnenmappen gebruikt worden?

ex

OPDRACHT 77 Bij het onlinelesmateriaal vind je nog een interactieve oefening over de keuze en het gebruik van klasseermateriaal.

jk

REFLECTIE

ki

Waaraan moet je extra aandacht besteden bij het verwerken van dit hoofdstuk?

In

Beheers je de leerstof uit dit hoofdstuk voldoende? Plaats een vinkje in de juiste kolom. Criteria

Ik kan klasseermateriaal herkennen en benoemen.

1.3 Klasseermateriaal

Ik kan hulpmiddelen bij het sorteren gebruiken.

88

Ik werk voldoende zelfstandig.


1.4 Het archief INFO OPDRACHT 78 Lees de tekst en vervolledig de mindmap. Het archief uitbesteden

pl

aa

r

Klassementen raken vlug overvol, wat de overzichtelijkheid niet ten goede komt. Naarmate de documenten ouder worden, zullen ze dan ook verhuizen naar het archief. Een archief wordt anders ingericht dan een klassement. Je probeert hier zo veel mogelijk documenten te bewaren in een zo klein mogelijke ruimte. Ook bij het archiveren moet je zeer nauwkeurig optekenen (op papier of digitaal) wat zich waar bevindt. Elke opvraging moet je nauwkeurig en duidelijk registreren.

ex

em

In een archief bevinden zich documenten die je ontvangen hebt (vaak op het bedrijf, maar zelfs bij jou thuis kan je een eigen archief inrichten). Oude archiefstukken raadplegen doe je niet iedere dag, maar als je baas een dossier nodig heeft, moet je het wel snel op zijn bureau kunnen leggen. Dit kan enkel als je gebruikmaakt van een efficiënt archiveringssysteem of als je de archivering uitbesteedt aan een gespecialiseerd bedrijf. Bedrijven waaraan je iets uitbesteedt, noem je outsourcingbedrijven. Onder meer banken, verzekeraars, informaticafirma’s, cosmeticafabrikanten … zijn vaak outsourcingbedrijven.

plaats

waarden

klasseren en archiveren

verschil

registratie 1.4 Het archief

In

ki

jk

In een efficiënt archiveringssysteem worden de inventarissen met de grootste zorg opgetekend. Als er stukken ontbreken, wordt dat onmiddellijk gesignaleerd zodat ze direct opgespoord kunnen worden. Belangrijke documenten en bewijsstukken moeten geruime tijd bewaard worden, maar de meeste bedrijven zijn gewoon bang om ook maar iets weg te gooien. Regelmatig een grondige opruimbeurt houden maakt het opzoekwerk nochtans veel eenvoudiger. Daarnaast kan het archief ook een cultuurhistorische waarde hebben.

89


ANALYSE OPDRACHT 79 a Bekijk het videofragment over archiveren bij het onlinelesmateriaal. • Wat leerde je uit het fragment?

aa

r

• Aan welke vereisten moet een professioneel archiveringssysteem voldoen? Je zag ze op het einde van het filmfragment.

ex

em

pl

b Op welke plaats(en) in een bedrijf vind je het archief meestal terug?

c Welk materiaal wordt er op de foto gebruikt om de dossiers op te bergen in het archief?

ki

jk

d Welke informatie kan er op het etiket geschreven worden?

1.4 Het archief

In

e Wat is het verschil tussen een klassement en een archief?

90

f Enkele tips: • Verwijder voor je gaat archiveren zo veel mogelijk paperclips (ze vallen snel van je documenten) en nietjes (ze nemen veel plaats in en roesten snel). • Verwijder ook ringbanden en enveloppen (ze nemen te veel plaats in). • Gele post-its of kleine briefjes plak je extra goed vast op het bijbehorende document. Zo vallen ze zeker niet uit het dossier.


OPDRACHT 80 Formuleer op basis van deze kernwoorden enkele tips die voor een goed gebruik van het archief kunnen zorgen:

OPDRACHT 81

em

pl

aa

r

classificatiemethode – kleine ruimte – afdeling – bewaartermijn – steekkaarten – archivaris

Hoe weet je aan wie en wanneer een bepaald dossier is uitgeleend? Hoe stel je bij het uitlenen van een geklasseerd document een overhandigingsfiche op?

ex

In grote bedrijven bewaart elke office assistant zijn/haar dagelijkse dossiers op zijn/haar eigen afdeling. Sommige dossiers moeten door verschillende afdelingen geraadpleegd kunnen worden. Deze documenten worden op één locatie in de firma bewaard.

jk

Wanneer je op het centraal archief werkt, komen collega’s dossiers uitlenen. Je zoekt dan de dossiers bij elkaar en legt ze klaar.

In

ki

a Je werkt op het centraal klassement in een bedrijf met veel afdelingen, waar je documenten uitleent aan collega’s. Op welke manier kan je onthouden wie welk document heeft uitgeleend?

• Patiënt Mieke Janssens (Dr. Verhoeven) 201.-02-14. Men bezorgt het dossier drie dagen later terug. • Patiënt Peter Meersmans (Dr. Brouwers) 201.-02-16. Men bezorgt het dossier vier dagen later terug. • Patiënt Jan Peeters (Dr. Van der Aa) 201.-02-14. Het dossier is nog niet teruggebracht.

1.4 Het archief

b Je werkt op het centraal archief van een ziekenhuis waar iedere dag patiënten langskomen. De dossiers van deze patiënten worden centraal bewaard. Je krijgt een lijst van dossiers die je moet klaarleggen.

91


Op 201.-02-19 komt de heer Peeters bij Dr. Brouwers. Hoe kan de bediende het dossier terugvinden?

c Hieronder zie je een voorbeeld van een overhandigingsfiche of -kaart. Meestal gebruik je hiervoor gekleurde kaarten.

Contract mevrouw Kennis

Datum terugplaatsing

r

Uur ontlening

201.-01-15

14.00 uur

201.-01-19

pl

Jozefien De Meutter

Datum ontlening

aa

Ontleend stuk

Naam ontlener

em

Wat is het doel van bovenstaand document?

d Vul de overhandigingsfiche aan voor bovenvermelde dossiers. Dokter

Uit

Terug

ex

Patiënt

jk

e De overhandigingsfiche of -kaart wordt in twee exemplaren opgesteld. Waarom?

ki

KERNLEERSTOF

1.4 Het archief

In

1 Omschrijving • Een archief is de plek waar op termijn het dagelijks klassement terechtkomt. • De persoon die met het archiefbeheer belast is, noem je de archivaris.

92

2 Werkwijze • In het archief gebruik je dikwijls dezelfde classificatiemethode als in het klassement. • In het archief worden documenten gedurende enkele jaren bewaard. De wet heeft regels voor de bewaartermijn bepaald. • De documenten/dossiers die je meestal jaarlijks overbrengt, noteer je op aparte steekkaarten zodat je weet wat er in het archief aanwezig is.


3 Plaats • In elk bedrijf is er meestal maar één archief, vaak op een afgelegen plaats. • Iedere bediende houdt gewoonlijk op zijn afdeling zelf een klassement bij (decentraal = op meerdere plaatsen). • In een bedrijf met meerdere afdelingen is er doorgaans ook een centraal klassement (op één locatie).

aa

r

4 De overhandigingskaart • Bij elk dossier voeg je een overhandigingskaart. Daarop noteer je wie welk dossier op een bepaald tijdstip heeft ontleend en het dus in zijn bezit heeft. Meestal gebruik je daarvoor gekleurde kaarten. • De kaart wordt meestal in tweevoud opgemaakt.

ONDERWEG

em

pl

5 Documenten vernietigen • Eén of twee keer per jaar wordt het archief nagekeken. Meestal gebeurt dit in een rustige periode voor de firma. • Gebruik een papierversnipperaar om documenten te vernietigen. • Verwijder nooit zomaar iets, wees voorzichtig!

ex

OPDRACHT 82 Werk deze opdracht in groepjes van twee of drie uit.

1 2 3 4 5 6 7 8 9

Wat is voor jullie het verschil tussen een klassement en een archief? Welke voor- en nadelen zijn aan jullie archief verbonden? Waar bevindt het archief zich in jullie bedrijf? Wanneer en hoe dikwijls wordt het archief bijgewerkt? Hoe werkt het archief? Welke richtlijnen zijn er voor het beheer van het archief? Wat wordt er wel en niet bijgehouden in het archief? Wie gebruikt het archief? Wie heeft er toegang tot het archief? Wat willen jullie eventueel veranderd zien aan het archief?

1.4 Het archief

In

ki

jk

• Ga naar de bibliotheek of naar een bedrijf in je buurt. Onderzoek daar het archief en neem een interview af met een medewerker. • Je krijgt hieronder een aantal vragen die je tijdens het interview aan bod kan laten komen. Natuurlijk kan je de vragenlijst nog uitbreiden. • Werk je antwoorden uit in een overzichtelijk en gestructureerd document.

93


OPDRACHT 83 Voer de volgende opdrachten uit in de schoolbibliotheek of het open leercentrum. a Elke leerling krijgt van zijn/haar leerkracht 5 boeken/cd’s/dvd’s of … Je dient ze zo snel mogelijk terug te zetten in de schoolbibliotheek of in het open leercentrum. Noteer op een blad papier waar je ze zette. Het is belangrijk dat het materiaal terug op de juiste plaats staat, want verkeerd gezet materiaal is moeilijk terug te vinden.

r

b Nu krijg je een lijstje met op te zoeken materiaal. Zoek het materiaal en toon het aan je leerkracht. Zet nadien alles terug op de plaats waar je het gevonden hebt.

aa

c Loop rond in de bibliotheek of het open leercentrum. Noteer 5 titels. Geef ze aan een medeleerling zodat hij/zij ze kan opzoeken.

d Ook online kan je bibliotheeksites raadplegen. Ga naar zoeken.bibliotheek.be en zoek een antwoord op de volgende vragen:

pl

• Wat is het SISO-nummer van Minecraft Nederlands voor Playstation 3 uit 2013?

em

• In welke bibliotheek in je buurt is het spel uitleenbaar?

• Wat is het ISBN-nummer van het boek ‘De demonen van Dalca: Nachtwild’? • Tot welk ‘genre’ behoort het boek?

ex

• Wie is de regisseur van de film ‘Warcraft: the beginning’? • Welke informatie staat genoteerd bij de ‘Kijkwijzer’ van deze film?

jk

• Je wil meer informatie over een reisgids van Walt Disney World en Orlando (Nederlands). Wat is de bijbehorende SISO-code?

ki

• Wie is de auteur van de gids?

In

• Tot welke rubriek behoort de cd ‘Echo’ van Bazart? • Welk uitgeversnummer heeft die cd?

1.4 Het archief

• Wat is de SISO-code van het boek ‘Efficiënt

94

vergaderen’, uitgegeven in 1999?


OPDRACHT 84 Ga via het onlinelesmateriaal naar de website van OASIS, een Belgisch bedrijf dat zich bezighoudt met documentarchivering. a Welke vestigingsplaats heeft het bedrijf in België?

r

b Waarin is de firma gespecialiseerd?

aa

c Wat betekent ‘scan on demand’?

em

pl

d Voor welke sectoren werkt Oasis meestal?

DOCUMENTATIE- EN ACTUALITEITSMAP

ex

Zoek informatie op over klasseermateriaal en archivering, bijvoorbeeld op het internet. Heb aandacht voor moderne trends in (digitale) archivering. Klasseer je documentatie zodat je alles snel kan terugvinden.

REFLECTIE

jk

Waaraan moet je nog extra aandacht besteden bij het verwerken van dit hoofdstuk?

ki

Beheers je de leerstof uit dit hoofdstuk voldoende? Plaats een vinkje in de juiste kolom. Criteria

In

Ik kan documenten snel in het archief opbergen en opzoeken. Ik kan foutloos een overhandigingsfiche invullen.

OPDRACHT 85 Bij het onlinelesmateriaal vind je een contract- en hoekenwerk over klasseren en klasseermateriaal. In deze praktijkopdracht kan je kijken hoe goed je alles onder de knie hebt.

1.4 Het archief

Ik werk voldoende nauwkeurig.

95


96

1.4 Het archief

aa

pl

em

ex

jk

ki

In

r


In

ki

jk

ex

em

pl

aa

r

2 a m e h T

C

e i t a c i n ommu


THEMA 2: Communicatie Wat ga je leren?

In

ki

jk

ex

em

pl

aa

r

• Het begrip ‘communicatie’ omschrijven. • Het belang van communicatie herkennen en becommentariëren. • Communicatievormen aanbrengen, herkennen en omschrijven. • De evolutie van de telefonie opzoeken en toelichten. • De voor- en nadelen van de telefoon toelichten. • De concurrentie in de telefonie vaststellen en een persoonlijke keuze verantwoorden op basis van onder meer een vergelijking van de prijs en de aangeboden service. • Telefoonfacturen begrijpend lezen en toelichten. • De functies van de telefoon (opnemen, afsluiten, doorverbinden, in wachtrij plaatsen, telefoonnummers opzoeken, laatste nummer oproepen, telefoonnummers programmeren ...) aanwenden. • Comfortdiensten onderscheiden en toelichten. • Telefoongidsen hanteren (in boekvorm, via het internet). • Binnen- en buitenlandse telefoonverbindingen realiseren. • Een kort zakelijk telefoongesprek voeren. • Enkele voor- en nadelen van verschillende telefoons en aanverwante toestellen opzoeken en toelichten. • Het principe en de werking van de fax toelichten. • Een faxnummer (nationaal, internationaal) opzoeken. • Een faxverbinding tot stand brengen. • De voor- en nadelen van een fax aangeven. • Communicatiesoftware voor het werken met e-mails opstarten. • Een e-mail versturen (meerdere zenders, bijlagen, cc, bcc, de prioriteit aangeven). • Een e-mail ontvangen en openen (inclusief bijlagen). • Een e-mail beantwoorden (bijlagen, cc, bcc, leesbevestiging, de prioriteit aangeven). • Ontvangen en verzonden e-mails bewaren in mappen.


2.1 Begrip – belang – vormen INFO

em

pl

aa

a Zonder woorden ... • Verdeel de klas in twee groepen. De groepen staan in twee rijen tegenover elkaar. • Rij één kijkt 30 seconden naar rij twee. Daarna draait iedereen in rij één zich om. • Elke persoon uit rij twee verandert drie dingen aan zichzelf. • Als dit is gebeurd, draait rij één zich om en moet iedereen in rij één raden wat er bij de leerlingen in rij twee is veranderd. • Draai de rollen om.

r

OPDRACHT 1 Hoe communiceer je?

ex

b Met woorden ... • Je krijgt van je leerkracht een figuur. Je klasgenoten weten niet wat je in handen hebt. • Jij beschrijft de figuur en je klasgenoten tekenen wat jij dicteert. • Er mogen geen vragen gesteld worden en iedereen is stil. • Vergelijk de oorspronkelijke tekening met het resultaat van je klasgenoten. • Benieuwd? Proberen maar!

jk

ANALYSE

2.1 Begrip – belang – vormen

In

ki

OPDRACHT 2 a Woordweb • Je verdeelt je klas in groepjes van vier leerlingen. In elke groep is er een gespreksleider, een secretaris en een orde- en tijdsbewaker. • Elke groep krijgt een groot blad papier en een stift. In het midden van het blad noteert de secretaris het woord ‘communicatie’. • Gedurende 10 minuten geeft elke leerling uit de groep een idee, reactie, emotie, ervaring, mening ... over communicatie. De secretaris noteert alles op het papier. • De orde- en tijdsbewaker zorgt ervoor dat niemand commentaar of kritiek geeft. Hij/zij houdt ook de tijd in de gaten. • Na het brainstormen worden de verschillende ideeën besproken, geselecteerd en gegroepeerd tot een overzichtelijk geheel. Maak hiervoor gebruik van het woordweb op de volgende pagina. • De gespreksleider brengt verslag uit voor de klas.

99


em

pl

b Omschrijf wat communicatie voor jou betekent.

aa

r

Communicatie

c Zoek in een (online) woordenboek de betekenis van communicatie op.

ex

OPDRACHT 3 a Vervolledig de tabel. Raadpleeg de afbeeldingen bij deel b op de volgende bladzijde om de laatste kolom in te vullen. Omschrijving in de context van een telefoontje

jk

Begrip

ki

Zender

In

Ontvanger

2.1 Begrip – belang – vormen

Kanaal

100

Boodschap

Algemene omschrijving

Concreet voorbeeld


em

pl

hey Fie, ga je zaterdag mee naar de Foute Fuif? x

aa

r

b Plaats de begrippen uit de eerste kolom bij de juiste foto.

OPDRACHT 4 a Welke communicatievormen en -soorten horen bij welke omschrijving?

A

B

C

D

E

F

G

H

I

J

K

L

2.1 Begrip – belang – vormen

In

ki

jk

ex

CommunicatieOmschrijving vorm/-soort A Formeel 1 De uitwisseling van informatie binnen een organisatie/school/ bedrijf/gezin. B Informeel 2 Communicatie waarbij je afwisselend zender en ontvanger bent. C Mondeling 3 Communicatie met behulp van geschreven taal. D Schriftelijk 4 Communicatie in een professionele en/of officiële situatie. E Intern 5 Communicatie met behulp van woorden. F Extern 6 Communicatie waarbij hulpmiddelen gebruikt worden om de boodschap over te brengen (radio, tv, telefoon, e-mail ...). G Verbaal 7 Communicatie in een niet-professionele en/of ongedwongen situatie. H Non-verbaal 8 Communicatie die in één richting verloopt. De zender blijft zender en de ontvanger blijft ontvanger. I Eenzijdig 9 Communicatie met behulp van gesproken taal. J Tweezijdig 10 Communicatie zonder hulpmiddelen. K Rechtstreeks 11 De communicatie tussen de leden van een organisatie/bedrijf/ school/gezin en mensen daarbuiten. L Onrechtstreeks 12 Communicatie zonder woorden.

101


2.1 Begrip – belang – vormen

In

ki

jk

ex

em

pl

aa

r

b Welke communicatievormen uit de tabel op de vorige bladzijde passen het best bij de afbeeldingen? ‘Mondeling’ en ‘schriftelijk’ mag je negeren. Zorg dat elke andere communicatievorm slechts eenmaal voorkomt.

102


OPDRACHT 5 Vervolledig de tabel. Ontvanger

Boodschap

r

Zender

aa

Situatie Krëfel nodigt haar klanten uit voor een opendeurdag. Femke stuurt een nieuwjaarskaartje naar haar vriendin. Als ik thuiskom, staat mijn poes aan de deur te trappelen. Mijn zusje zit in een hoekje van de kamer te huilen.

pl

OPDRACHT 6 Communicatie kan ook verstoord worden. Er is sprake van ruis als er tijdens de communicatie iets misgaat. Bekijk drie filmfragmenten bij het onlinelesmateriaal. Noteer waar het misliep. Fragment 2: Fragment 3:

em

Fragment 1:

ex

Tip: extra oefeningen op actief luisteren vind je bij het onlinelesmateriaal.

KERNLEERSTOF

jk

1 Communicatie Communicatie is het proces waarbij een zender een boodschap tracht over te brengen naar één of meerdere ontvangers en dit door middel van een kanaal, signalen en tekens.

ki

Er kan een communicatiestoornis optreden als er iets misloopt bij één van de elementen die nodig zijn voor communicatie.

• • • • •

intern  extern; verbaal  non-verbaal; eenzijdig  tweezijdig; rechtstreeks  onrechtstreeks; zakelijk/formeel  niet-zakelijk/informeel.

2.1 Begrip – belang – vormen

In

2 Communicatievormen Er zijn verschillende communicatievormen:

103


ONDERWEG OPDRACHT 7 Verschillende zaken kunnen de communicatie storen. Verbind elke storende factor (links) met het communicatie-element waarop hij betrekking heeft (rechts).

De telefoonlijn wordt onderbroken.

feedback

em

Moeizaam spreken.

kanaal

pl

De ontvanger reageert op een verkeerde manier, zodat de zender op de foute reactie zal verdergaan.

ontvanger

aa

Hoort hij me wel? Wordt hij niet overst elpt met vragen? Begrijpt hi j wel wat ik wil zegg en?

r

zender

ex

a Op welke manieren kan je informatie binnen een bedrijf verspreiden?

jk

b Waarom is deze verspreiding zo belangrijk?

ki

c Op welke manieren kan men informatie vanuit een bedrijf naar anderen verspreiden?

2.1 Begrip – belang – vormen

In

d Waarom is deze vorm van verspreiding belangrijk?

104


OPDRACHT 8 Plaats de acht communicatievormen uit de kernleerstof bij de juiste afbeelding. (‘Zakelijk/ formeel’ en ‘niet-zakelijk/informeel’ mag je negeren.) Je gebruikt elke vorm slechts één keer. Ik begrijp er niets van. Wat denkt u?

r

Wij onderbreken deze uitzending voor een speciaal bericht.

pl

aa

Wat eten we straks?

em

Sound check, testing. Basiskamp, hoort u mij?

In

Bent u op de hoogte van onze acties?

Nee. Kan u mij wat uitleg geven?

BOTS!

Ziet deze er oké uit?

Of wat denk je hiervan?

2.1 Begrip – belang – vormen

ki

jk

ex

Ongelofelijk ...

De conclusie van het onderzoek luidt dat mensen verantwoordelijk zijn voor de veranderingen in uitstervingsgraad.

105


OPDRACHT 9 Bedenk telkens een situatie waarin deze uitspraken van toepassing kunnen zijn. Na u ...

Gesneden of ongesneden?

aa

em

Graag in briefjes van 10, als dat kan.

Goeiemorgen, brouwerij Primus, met Sanne.

pl

Neemt u het zo mee of heeft u een zakje nodig?

r

Mag het iets meer zijn?

2.1 Begrip – belang – vormen

In

ki

jk

ex

Gaat hij rechtstreeks?

106

Wat had u graag gehad?


OPDRACHT 10 Geef voor elk element dat bijdraagt aan non-verbale communicatie aan hoe je er op kantoor best mee om kan gaan. Praktijkvoorbeeld (op kantoor)

2.1 Begrip – belang – vormen

In

ki

jk

ex

em

pl

aa

r

Non-verbale communicatie met behulp van ...

107


Praktijkvoorbeeld (op kantoor)

em

pl

aa

r

Non-verbale communicatie met behulp van ...

OPDRACHT 11 a Raadpleeg de link bij het onlinelesmateriaal en doe er enkele tests in verband met lichaamstaal.

jk

ex

b Hoe is jouw communicatiestijl? Kom het te weten via de link bij het onlinelesmateriaal. Noteer je resultaat.

2.1 Begrip – belang – vormen

In

ki

OPDRACHT 12 Welke boodschappen brengen de pictogrammen over?

108


r aa pl

em

OPDRACHT 13 Bij het onlinelesmateriaal vind je een spel om het belang van communicatie aan te tonen. Eén persoon uit de klas leest de opgave en geeft dan de instructies aan zijn/haar klasgenoten. Plezier gegarandeerd!

ex

Wat heb je uit deze opdracht geleerd?

jk

REFLECTIE

ki

Wat vond je moeilijk aan dit hoofdstuk?

In

Beheers je de leerstof uit dit hoofdstuk voldoende? Plaats een vinkje in de juiste kolom. Criteria

Ik herken het belang van een goede communicatie en kan dit belang verwoorden/ becommentariëren. Ik kan communicatievormen aanbrengen, herkennen en omschrijven.

2.1 Begrip – belang – vormen

Ik kan het begrip ‘communicatie’ omschrijven.

109


2.2 De telefoon INFO OPDRACHT 14 Hoe is communicatie door de jaren heen geëvolueerd? Je komt het te weten in het filmfragment bij het onlinelesmateriaal.

spijkerschrift rooksignalen postduif

1969

2004

Twitter

Facebook

pl

internettelefonie (Skype)

gsm

internet

tv ±

2010

ex

1876 ±

em

1000 v. Chr.

radio

telegraaf met morse

aa

r

Bekijk het fragment en raadpleeg het internet om de tijdlijn met het juiste communicatiemiddel of jaartal aan te vullen.

jk

Wat zijn voor jou de belangrijkste kenmerken van de hedendaagse communicatietechnologie?

Wist je dat?

ki

Voor immer afgehaakt: het einde van de telefooncel

In

Op 1 juni 2015 verdween de laatste telefooncel uit België. 83 jaar werden ze in ons land gebruikt. In 1932 waren er 69 cellen en in 2000 zelfs meer dan 18 000. Daarna leidden ze een kwijnend bestaan. Toch zorgden ze ooit voor contacten tussen miljoenen mensen.

2.2 De telefoon

Bron: www.humo.be

110


ANALYSE

em

pl

2 Hoe luidt de begroeting? ‘Met de firma Agfa, met Sandra Verdonckt.’ ‘Agfa.’ ‘Goedemorgen, Agfa, met Sandra.’ ‘Ja, hallo, met Sandra.’

aa

1 Hoeveel keer rinkelt de telefoon vooraleer er wordt opgenomen? 1-3 keer. 4-6 keer. Meer dan 6 keer. De telefoon blijft maar rinkelen: er is niemand bereikbaar.

r

OPDRACHT 15 Even testen: speel per twee een telefoongesprek na. • Gebruik voor elke fase van het gesprek een van de scenario’s die je hieronder vindt. Kruis je keuze ook aan. • Uiteraard neem je steeds de optie die jou het klantvriendelijkst lijkt.

ex

3 Je wil graag vakantiewerk uitvoeren in de firma. Je vraagt of je hiervoor de verantwoordelijke kan spreken. Hoe luidt de reactie van de telefoniste? ‘Moment, ik verbind u door.’ ‘Dat zou ik niet weten, nog een prettige dag verder.’ ‘Dan moet u bij de personeelsverantwoordelijke zijn.’ ‘Dan moet u morgen even terugbellen. Er is op dit moment niemand aanwezig die u kan helpen.’ ‘Mag ik uw naam noteren zodat we u kunnen terugbellen?’

In

ki

jk

4 Vraag of je kan worden doorverbonden met iemand van wie je zeker weet dat hij/zij niet aanwezig is. Wat is de reactie van de telefoniste? ‘Nee, hij/zij is er niet, hij/zij haalt de kinderen op van de school.’ ‘Mag ik uw naam noteren, dan vraag ik of hij/zij u terugbelt.’ ‘Nee, hij/zij is niet aanwezig, kan ik u helpen of u met iemand anders doorverbinden?’ ‘Die heb ik niet gezien vandaag.’

• Overloop klassikaal jullie bevindingen.

2.2 De telefoon

5 Hoe wordt het gesprek afgesloten? ‘Prima, dáág.’ ‘Graag gedaan, tot uw dienst.’ ‘Oké.’ Tuut, tuut, tuut.

111


aa

r

Vraag 1 Een goede richtlijn: neem de telefoon op voordat hij vier keer rinkelt. Vraag 2 De meest volledige begroeting is de beste: een beller goedemorgen of goedemiddag wensen, dan de naam van de organisatie en de eigen naam noemen. Je familienaam zeggen hoeft niet per se. Vraag 3 Een oproeper doorverbinden of zijn/haar naam en telefoonnummer noteren is beide klantvriendelijk. Vraag 4 Goede receptiemedewerkers denken met de klant mee en gaan niet in op het privÊleven van collega’s. Vraag 5 Een correcte afsluiting laat een goede indruk achter: laat merken dat de klant steeds bij je terechtkan en je hem/haar met plezier geholpen hebt.

pl

OPDRACHT 16 a Welke voor- en nadelen zijn er aan telefoongebruik verbonden? Markeer de voordelen in het groen en de nadelen in het roze. Er kunnen misverstanden

em

antwoord krijgen. Je kan onmiddellijk

ontstaan.

Het is interessant bij noodgevallen.

Het is goedkoper en sneller dan een verplaatsing

ex

persoonlijk te gaan zeggen.

Het is perso

doen om iets niem Zonder nummerherkenning is het ano

.

onlijker dan g eschreven bo odschappen .

jk

Juist begrijpen wat iemand bedoelt, is vaak moeilijk als je de persoon niet ziet.

ki

Er is geen bewijs van de

conversatie, omdat er ge en geschreven taal mee gemoeid is.

2.2 De telefoon

In

b Zoek zelf drie voor- en nadelen van het gebruik van een gsm of smartphone.

112

Voordelen

Nadelen


OPDRACHT 17 Tussen de verschillende telefoonoperatoren is er behoorlijk wat concurrentie.

em

pl

© ricochet 64 / Shutterstock.com

aa

r

a Wat weet je over deze operatoren?

jk

ex

b Stel, je wil een gsm-abonnement aankopen en gaat daarom verschillende operatoren vergelijken. • Bij het onlinelesmateriaal vind je een link die je flink op weg helpt. Je kan ook de individuele websites van de operatoren raadplegen. • Waarmee hou je rekening bij je keuze?

ki

c Kies via de link bij het onlinelesmateriaal voor ‘Vaste telefonie’. • Onderzoek welk telefonieabonnement voor je ouders het voordeligst zou zijn. • Print je resultaat en bewaar het in je map. • Vergelijk je resultaat met dat van een klasgenoot en bespreek het. d Voer dezelfde opdracht uit voor ‘Prepaid herlaadkaart’.

Motivatie:

2.2 De telefoon

In

e Wat is de conclusie van de klas? Nummer de providers in volgorde van populariteit bij de klas (1 = het populairst). Proximus Orange Telenet Base Andere:

113


OPDRACHT 18 Welke comfortdiensten en telefoonsoorten verkies je? a Surf via het onlinelesmateriaal naar de website van Proximus. Bij een gewone telefoonlijn biedt deze operator ook een reeks ‘Slimme diensten’ aan. • Over welke diensten gaat het? Noteer ze in de linkerkolom.

r

• Hoeveel kost het voordeelpack ‘Slimme diensten’?

aa

• Hoeveel kosten de verschillende diensten afzonderlijk? Noteer de prijzen in de rechterkolom. Prijs

em

pl

Slimme diensten

jk

ex

b Waarvoor dient de ‘Anonieme oproepweigering’?

ki

c Surf via het onlinelesmateriaal naar de website van Telenet en beantwoord de vragen. • Welke opties biedt Telenet Freephone Europe?

In

Optie Anytime

2.2 De telefoon

Optie Top-lijn

114


• Zoek vier geschikte packs/bundels die Telenet aanbiedt aan particulieren. Noteer ook de bijbehorende prijs. Prijs

pl

OPDRACHT 19 Hoeveel kost een telefoongesprek?

aa

r

Packs/bundels

em

a Als je buiten de EU bent, betaal je extra kosten voor het gebruik van je mobiele telefoon. Je maakt dan kennis met het begrip ‘roaming’.

jk

ex

Wat is roaming? Als het netwerk van je eigen provider niet beschikbaar is, wordt via de techniek ‘roaming’ automatisch gezocht naar het netwerk van een andere aanbieder. Op die manier blijven alle diensten beschikbaar. Als klant van Proximus, Base, Orange ... kan je in Frankrijk bijvoorbeeld gebruikmaken van het netwerk van Free, O2 of France Telecom. Omdat de Belgische providers zelf geen netwerk hebben, vragen ze hun buitenlandse concurrenten om het verkeer van hun klanten te regelen.

Legende: 1 = dataverkeer 2 = bellen

ki

3 = sms’en

Naar: www.nu.nl

2.2 De telefoon

In

• Markeer in de tekst wat ‘roaming’ betekent. • Wat kan je uit de grafiek afleiden?

115


b Heel wat klanten kiezen bij hun telefoonoperator voor een voordeelpakket. Hieronder en op de volgende bladzijde vind je enkele voorbeelden van zulke ‘packs’ en hun bijbehorende tarieven. Bekijk ze aandachtig.

2.2 De telefoon

In

ki

jk

ex

em

pl

aa

r

1

116


r aa

jk

ex

em

pl

2

2.2 De telefoon

In

ki

Tip: Deze prijzen veranderen snel. Wil je de juiste tarieven kennen, raadpleeg dan de websites van de operatoren. De tarieven zijn inclusief btw. Het btw-tarief bedraagt %.

117


c Hoeveel betaalt de klant? Gebruik de gegevens uit de tabellen en noteer je berekening. • 19 gesprekken tijdens de week (piekuren) gedurende 1u45:51 en 38 gesprekken tijdens het weekend gedurende 7u52:43 via een vast toestel. Bij Proximus: Totaal =

EUR

EUR

aa

Totaal:

r

Bij Telenet:

• 8 gesprekken tijdens de week (piekuren) gedurende 0u25:46 via een vast toestel.

Totaal:

pl

Bij Proximus: EUR

Totaal: Situatie Je belt 4’30’’ naar een vast toestel in Frankrijk. Je belt 4’ naar een vast toestel in Zwitserland. Je belt 5’ naar een mobiel toestel in Nederland. Je belt 3’ naar een mobiel toestel in Australië. Je belt 3’30” naar een mobiel toestel in Canada.

EUR

Proximus

Piek

2.2 De telefoon

In

ki

jk

ex

3

em

Bij Telenet:

118

Dal

Telenet Piek

Dal


d Surf naar de websites van Proximus, Telenet en Orange. Je merkt dat er heel wat gsmabonnementen in de aanbieding zijn. Welke formules lijken jou interessant? Waarom? Bespreek er twee per operator. Telenet

Orange

1

1

2

2

2

pl

aa

1

r

Proximus

jk

ex

em

Tips: 1 Controleer per abonnement steeds het maximumaantal inbegrepen belminuten, anders kan je rekening toch nog fel oplopen. Internationaal bellen is vaak niet inbegrepen in een abonnement. 2 Vaak bieden operatoren speciale packs op maat aan. Dat kan het volgende inhouden: onbeperkt bellen, sms’en, surfen 3G of 4G en mobiele data delen.

2.2 De telefoon

In

ki

OPDRACHT 20 a Duid deze gegevens aan op de twee bijgevoegde facturen: 1 de gegevens van de telefoonmaatschappij; 2 de factuurdatum en het factuurnummer; 3 de identificatiegegevens van de abonnee (klantnummer, accountnummer, naam, factuuradres ...); 4 het telefoonnummer en adres van het toestel; 5 het bedrag en de uiterste datum van betaling van de factuur; 6 de kosten per soort gegroepeerd, zoals huurgelden, comfortdiensten; 7 de gesprekken per type gegroepeerd; 8 andere producten en diensten; 9 het aantal gesprekken tijdens de facturatieperiode; 10 de totale duur van de gesprekken in uren, minuten en seconden;

119


Uw klantennummer:

987065856

Sieg Vrancken Nekkerspoelstraat 6 2800 MECHELEN België

Vermeld in uw communicatie altijd uw klantennummer.

Uw login: Uw Doccle-token:

sieg.vrancken 52865

Aanrekening april 2019

r

Accountnummer: 12341234 Referentie: 1234321012

aa

Datum: 26/04/2019

Overzicht Deze aanrekening Te betalen

110,76 € 110,76 inclusief btw

pl

Betalingsinformatie

Het openstaande saldo wordt op 08/05/2019 via domiciliëring van uw rekening opgevraagd. € 110,76 M740321673462 +++109/6106/20992+++

em

Te betalen bedrag: Mandaatreferentie: Gestructureerde mededeling:

Detailbijlage

Hier vindt u meer info over uw aanrekening

WIGO met 2 GB mobiele data

Periode

Abonnement Abonnement kabel-tv Auteursrechten

2

ex

Huur HD Digicorder

WIGO Internet Fiber - 2 GB

10/04 tot 09/05

12,4501

10/04 tot 09/05

4,4500

26/04 tot 25/05

18,00

04/04 tot 03/05

74,0999

Totaal WIGO met 2 GB mobiele data

€ 109,0000

Internet - Login

Verbruik inbegrepen in uw abonnement

jk

Volumeverbruik

0,0000 Totaal Internet - Login

Periode

Abonnement

WIGO Telefonie

In

04/04 tot 03/05

Aantal

Gespreksduur

Nationale gesprekken naar mobiel

10 gesprekken

00:09:07

0,0000

Nationale gesprekken naar vast

63 gesprekken

04:04:13

0,0000

Aantal

Gespreksduur

1 gesprek

00:04:17

Verbruik inbegrepen in uw abonnement

Aangerekend verbruik: internationaal Internationale gesprekken naar vast: Nederland

Totaal Vaste telefonie

Mobiele Diensten

2.2 De telefoon

€ 1,5991

Periode

WIGO Mobiel

26/04 tot 25/05

Aantal

Gespreksduur

Uitgaande gesprekken in het buitenland

1 gesprek

00:02:20

SMS: internationale berichten vanuit het buitenland

1 sms

Aangerekend verbruik: internationaal

Totaal

1,5991

0477 10 12 13

Abonnement

120

€ 0,0000

015 36 68 12

ki

Vaste telefonie

Aantal

96,466 GB

0,1400 0,0200

€ 110,76


r aa pl em ex jk ki

In

Bij het onlinelesmateriaal vind je een link naar een demo over een elektronische factuur (‘bill viewer’) bij Proximus. Ook Telenetgebruikers kunnen hun factuur online raadplegen. Meer informatie hierover vind je bij het onlinelesmateriaal.

2.2 De telefoon

b Telefoonfacturen krijg je vaak niet meer op papier. Je krijgt ze via e-mail of je kan ze via je gebruikersnaam en wachtwoord raadplegen op de site van de operator.

121


OPDRACHT 21 Waar vind je het juiste telefoonnummer?

aa

r

Enkele instructies: • deze reeks oefeningen voer je zelfstandig uit; • ondertussen controleert je leerkracht bij welke leerling(en) en opgave(n) er eventueel problemen zijn; • als je klaar bent, vergelijk je je antwoorden met die van een klasgenoot; • als jullie een verschillende oplossing hebben, raadpleeg je eerst een andere leerling; • op het einde van de opdracht bespreken jullie klassikaal de opdrachten waarmee er problemen waren.

a Als je telefoneert, is het gebruik van het zonenummer verplicht, ook als je binnen je eigen zone belt. Aan het nummer kan je zien in welke regio de correspondent zich bevindt.

pl

• Noteer in de tabel voor welke regio’s in België je de zonenummers uit de eerste kolom gebruikt en welke zonenummers bij de regio’s uit de laatste kolom horen.

Zonenummer

Regio

Zonenummer

Regio Kortrijk Charleroi Brussel Turnhout Ieper Ronse Genk Luik

jk

ex

09 050 011 03 058 081 016 012

em

• Tik in een zoekmachine (bv. Google) ‘Zonenummers België’ in en je krijgt de adressen van de verschillende sites waarop je deze gegevens kan vinden.

b Een internationaal telefoonnummer bestaat uit de internationale toegangscode (meestal 00), het landnummer, het zonenummer en het abonneenummer.

ki

• Noteer de ontbrekende landnummers in de tabel.

2.2 De telefoon

In

• Tik ‘landnummers’ in een zoekmachine in. Zo krijg je een lijst met websites waarop je de nodige informatie kan vinden.

122

Land

België Frankrijk Canada Estland Griekenland Spanje

Landnummer

Land Duitsland Nederland Groot-Brittannië Denemarken Hongarije Zwitserland

Landnummer


c Raadpleeg de index in de Gouden Gids en vul het juiste rubrieknummer in. Trefwoord Plastiekzakken Toerisme

Nr.

Trefwoord Hoeden dames Scharnieren Viskwekerijen

Luchtvaartmaatschappijen Jeugdverblijfcentra

Feestzalenverhuur

Huisdieren (voeder voor) (kleinhandel)

Diepvriezers (kleinhandel)

Trefwoord Mobilofoons Laboratoria (medische) Verzekeringsmakelaars Videotheken

Nr.

r

Postorderbedrijven

Nr.

Verhuring van computers Kredietkaarten (uitgevers)

aa

Boekenclubs

pl

d Ga naar de link bij het onlinelesmateriaal en zoek de volgende informatie op. • Het telefoonnummer en het adres van een verkoper van openhaarden in Sint-Truiden.

em

• Het telefoonnummer en het adres van de toeristische dienst van Frankrijk.

ex

• De telefoonnummers en adressen van drie BMW-concessiehouders.

jk

• De telefoonnummers en adressen van drie restaurants of eethuizen in je streek.

In

ki

• De telefoonnummers en adressen van drie banketbakkers in je omgeving.

2.2 De telefoon

e Surf naar de link bij het onlinelesmateriaal en zoek op ... • ... welke de SOS-nummers zijn.

123


aa

pl

f De Gouden Gids is opgedeeld in verschillende categorieën. • Zo zijn bijvoorbeeld de handelaars geklasseerd in rubrieken. In de rubriekvolgorde vind je een logica terug. Welk systeem kan je erin herkennen?

r

• ... wat de telefoonnummers van enkele nuttige diensten zijn.

em

• Aanverwante rubrieken zijn in elkaars buurt te vinden. Wat moet je doen als je niet direct de juiste rubriek vindt?

g Zoek op in de Gouden Gids (online of op papier). • Bij welk rubrieknummer vind je de telefoonnummers van deze vrije beroepen?

ex

- advocaten - dokters

- tandartsen - notarissen

jk

- kinesitherapeuten

In

ki

• Zoek via het onlinelesmateriaal de rubriek met telefoonnummers voor enkele beroepen in je omgeving. Vermeld rubrieknaam en -nummer. Evaluatie: Je krijgt 5 minuten om deze rubrieken te vinden. Voor elke minuut die je langer werkt, verlies je 1 punt van de 5. Naam Een tuincentrum

2.2 De telefoon

Een tandarts

124

Een bakker Een loodgieter Een eethuis

Nummer


aa

r

h Zoek het telefoonnummer van onderstaande abonnees op (in de gidsen of via internet).

Bibliotheek Gent

Politie (wijk vuurtoren) Oostende

Vrij Technisch Instituut Ieper

Sint-Andriesziekenhuis Tielt

Wit-Gele Kruis Leuven

Christelijke mutualiteit Ledegem

em

ex

Politiecommissariaat Torhout

Politierechtbank Mechelen

pl

Dokter Claes Lier

Brandweer (noodoproepen) Leuven

Middenschool 1 Sint-Truiden

jk

De Lijn West-Vlaanderen Oostende

2.2 De telefoon

In

ki

i Stel, je bent het adres verloren van een goede vriend. Je kent enkel zijn telefoonnummer. Hoe ga je via de links bij het onlinelesmateriaal te werk om zijn adres te bemachtigen?

125


OPDRACHT 22 Hoe voer je een zakelijk telefoongesprek? a Speel het volgende gesprek per drie na.

De telefoon aan de balie gaat over. Receptioniste Antje neemt op.

Antje:

r

Met Antje. Ben ik bij de firma Dox? Ja. U spreekt met Brecht van de firma Anka. Ik moet tien exemplaren van Van Dale Groot Woordenboek Hedendaags Nederlands hebben. Oké.

aa

Antje: Brecht: Antje: Brecht:

Antje verbindt het toestel door met verkoper Ryota. Ondertussen hoort Brecht Antje op de achtergrond zeggen: ‘Het zijn die van Anka weer.’

em

Ryota:

Hoi Antje. Ryota, ik heb Brecht van de firma Anka aan de lijn. Hij wil tien exemplaren van Van Dale Groot Woordenboek Hedendaags Nederlands bestellen. Oké, geef hem maar door.

pl

Ryota: Antje:

Zonder iets te zeggen schakelt Antje Ryota door naar Brecht.

2.2 De telefoon

In

ki

jk

ex

Ryota: Hallo, met Ryota, ik hoor dat u een bestelling wilt doorgeven. Brecht: Hm! Ryota: Wat wilt u bestellen? Ik heb het niet goed gehoord, want ik was een sms aan het sturen naar mijn vrouw. Sorry hé. Brecht: Dat is niets. Ik wil graag tien exemplaren van Van Dale Groot Woordenboek Hedendaags Nederlands bestellen. Ryota: Even een blaadje papier nemen, een ogenblikje hé. Oké, Brecht, het is genoteerd. Kunt u mij nog eens uw klantcode geven? Brecht: Kent u die nog niet, wij zijn toch een goede klant bij jullie? Onze klantcode is ANKA. Ryota: Dat is genoteerd. Brecht: Wilt u ook een catalogus opsturen naar een goede kennis van mij? Zijn naam is Arne Quayhaegens. Ryota: Vast en zeker, Brecht, maar hoe schrijf ik die rare familienaam? Brecht: Ik zal het even spellen. Dat is Q van Quebec, U van Uniform, A van Alfa, Y van Yankee, H van Hotel, nogmaals A van Alfa, E van Echo, G van Golf, nogmaals E van Echo, N van November en S van Sierra. Zijn adres is Beemdstraat 18 te 2500 Lier. Ryota: Dat is allemaal genoteerd. Als ik een van de volgende dagen eens tijd heb, zal ik hem een catalogus opsturen. Wanneer hebt u liefst dat de tien woordenboeken worden geleverd: volgende week dinsdag of donderdag? Brecht: Dinsdag is goed voor ons. Ryota: Oké, dat komt in orde, doei. Brecht: Doei.

126


Dat kan toch veel beter! Probeer het gesprek hieronder eens per drie na te spelen. Benoem daarna de fases in de kantlijn.

De telefoon aan de balie gaat over. Receptioniste Antje neemt op.

r

Antje: Goedemorgen, met Antje van de firma Dox. Waarmee kan ik u helpen? Brecht: Goedemorgen, met Brecht van de firma Anka. Ik wil graag tien exemplaren van Van Dale Groot Woordenboek Hedendaags Nederlands bestellen. Antje: Hebt u een ogenblik alstublieft? Dan verbind ik u door met onze verkoopafdeling.

aa

Brecht hoort een achtergrondmuziekje, terwijl Antje naar verkoper Ryota belt. Ryota: Antje: Ryota: Antje:

Antje verbindt Ryota door met Brecht.

Brecht: Ryota:

ex

Brecht:

Goedemorgen, Brecht, met Ryota van de verkoopafdeling. Ik hoor dat u tien exemplaren van Van Dale Groot Woordenboek Hedendaags Nederlands wilt bestellen? Ja, dat klopt. Ik noteer uw bestelling even. (Ryota noteert de bestelling.) Onder klantcode ANKA? Dat is genoteerd. Ryota, wilt u ook een catalogus opsturen naar een goede kennis van mij? Zijn naam is Arne Quayhaegens. Vast en zeker, Brecht, maar wilt u de familienaam even spellen alsjeblieft? Dat is Q van Quebec, U van Uniform, A van Alfa, Y van Yankee, H van Hotel, A van Alfa, E van Echo, G van Golf, E van Echo, N van November en S van Sierra. Zijn adres is Beemdstraat 18 te 2500 Lier. Dat is allemaal genoteerd. Ik stuur hem vandaag nog een catalogus op. Wanneer hebt u het liefst dat de tien woordenboeken worden geleverd: volgende week dinsdag of donderdag? Dinsdag is goed voor ons. Dus, zoals afgesproken leveren wij u volgende week dinsdag tien exemplaren van Van Dale Groot Woordenboek Hedendaags Nederlands en sturen wij een catalogus naar Arne Quayhaegens. Bedankt voor uw bestelling en nog een prettige dag verder. Wij kijken uit naar de levering en ook voor u nog een prettige dag.

em

Ryota:

pl

Dag Antje. Dag Ryota, ik heb Brecht van de firma Anka aan de lijn. Hij wil tien exemplaren van Van Dale Groot Woordenboek Hedendaags Nederlands bestellen. OkĂŠ, verbind hem maar door, dag Antje. Dag Ryota, ik verbind je door.

jk

Ryota: Brecht:

In

Brecht: Ryota:

Brecht:

2.2 De telefoon

ki

Ryota:

127


• Wat is er mis met het eerste telefoongesprek? Vergelijk jouw vaststellingen met die van een klasgenoot en vul ze eventueel aan.

pl

aa

r

• Wat vind je goed aan het tweede voorbeeld? Vergelijk jouw vaststellingen met die van een klasgenoot en vul ze eventueel aan.

em

b Soms moet je aan de telefoon moeilijke woorden (bv. technische termen) of moeilijke namen noteren. Je vraagt dan aan de beller om ze te spellen. Hiervoor maak je best gebruik van het internationaal telefoonalfabet. Bij het onlinelesmateriaal vind je een link naar dit alfabet. • Zoek in een telefoongids of op het internet drie moeilijke namen en noteer ze zonder dat je klasgenoten ze zien: Spel de namen aan een klasgenoot. Hij/zij noteert de oplossing.

ex

• Draai de rollen om en noteer jouw oplossing hieronder.

jk

c Bij het dicteren van telefoonnummers, rekeningnummers en artikelnummers durft het weleens fout te gaan.

ki

• Hieronder lees je hoe je cijfers volgens het NAVO-alfabet kan dicteren. Je dicteert cijfer per cijfer. Bv.: 10 = ten; je dicteert ‘one zero’.

2.2 De telefoon

In

• Vervolledig de tabel.

128

1

One

7

13

One Three

23

2

Two

8

14

One Four

24

3

Three

9

15

One Five

38

4

Four

10

20

Two Zero

65

5

Five

11

21

Two One

106

12

22

Two Two

249

6


• Zo dicteer je getallen: - korte getallen: dicteer cijfer per cijfer, eventueel in een vreemde taal; - lange getallen: lees de cijfers in groepjes (meestal van twee). BE 0816. 111.720

6 109 470,89

5

BE 0630.034.596 12 058 287

aa

0474 93 31 73

BE40 4352 6536 1263

r

09 826 12 4

27 7790 BE34 0910 00

pl

Je klasgenoot dicteert vier willekeurige getallen, telefoonnummers, ondernemingsnummers en/of rekeningnummers. Jij noteert de informatie op een apart blad. Vergelijk jullie resultaat. Nadien draaien jullie de rollen om.

em

d Vul de telefoonmemo in aan de hand van deze informatie:

De heer Van de Laer van Telegloob heeft net gebeld om een afspraak te maken met verkoopdirecteur Jansen in verband met de reclamecampagne over telefoonapparatuur. Hij vraagt dat meneer Jansen hem voor vanavond terugbelt op het nummer 015 41 41 42.

ex

Telefoonmemo

Datum: Aard: formeel/informeel

Uur: Volgnr. Soort: inkomend/uitgaand Bericht van:

(naam contactpersoon + firma)

(naam contactpersoon + firma)

Telefoonnummer:

Telefoonnummer:

ki

jk

Bericht voor:

In

Boodschap:

2.2 De telefoon

Actie:

129


e Een telefonist(e) komt een aantal situaties veelvuldig tegen. Daar kan je dus best op getraind zijn. Zo kom je meteen als een professionele medewerker over bij de oproeper. Hoe zou jij reageren? Het doorgeven van een oproep

aa

r

Oproeper: A Goedemorgen, u spreekt met de heer De Vroe, mag ik toestelnummer 310 a.u.b.? B Goedemorgen, u spreekt met de heer De Vroe, kunt u mij met meneer Aerts doorverbinden a.u.b.? C Goedemorgen, u spreekt met de heer De Vroe, mag ik de verkoopdienst a.u.b.? D Goedemorgen, met de heer De Vroe, ik zou graag een bestelling doorgeven. Telefonist(e): A

pl

B

D

em

C

De oproeper zegt zijn naam niet.

ex

Telefonist(e):

De oproeper wil doorverbonden worden, maar de gevraagde persoon is niet aanwezig

In

ki

jk

Oproeper: A Goedemorgen, u spreekt met de heer Dockx, mag ik toestelnummer 310 a.u.b.? B Goedemorgen, u spreekt met de heer Dockx, kunt u mij met meneer Aerts doorverbinden a.u.b.?. C Goedemorgen, u spreekt met de heer Dockx, mag ik de verkoopdienst a.u.b.? D Goedemorgen, met de heer Dockx, ik zou graag een bestelling doorgeven.

2.2 De telefoon

Telefonist(e): A

130

B


C

D

r

Oproeper: Dat is misschien nogal moeilijk, mevrouw, want er zou ook nog een rechtzetting moeten gebeuren van een levering die vandaag is toegekomen.

pl

Oproeper: Het zou gemakkelijk zijn indien u me terugbelt.

aa

Telefonist(e):

em

Telefonist(e):

De gevraagde persoon of dienst is in gesprek

Oproeper: Goedemiddag, met mevrouw Jansen, spreek ik met Jean Swinnen?

ki

jk

ex

Telefonist(e):

In

Oproeper: Kan ik bij u terecht om de voorwaarden voor de huur van een feestzaal voor ons jaarlijks personeelsfeest te kennen?

2.2 De telefoon

Telefonist(e):

131


De oproeper heeft een verkeerd nummer gedraaid Oproeper: Goedemiddag, met meneer Bolle van de gelijknamige firma, spreek ik met mevrouw Dom? Telefonist(e):

aa

r

Oproeper: A Neemt u me niet kwalijk, dan heb ik een verkeerd nummer gedraaid. B Heb ik dan niet het nummer 03 238 45 62 gedraaid? Telefonist(e): A

pl

B

Telefonist(e):

em

Oproeper: Nogmaals mijn excuses voor de storing, goedendag.

ex

OPDRACHT 23 Hoe telefoneer je op een klantvriendelijke manier?

2.2 De telefoon

In

ki

jk

a Schrijf een tip bij elke afbeelding.

132


r aa pl em

b Plaats een kruisje bij de tips die volgens jou horen bij klantvriendelijk telefoneren.

In

ki

jk

ex

Spreek je gesprekspartner tijdens het gesprek met zijn/haar naam aan. Wees familiair, dat geeft vertrouwen. Als je informatie opzoekt, kan het geen kwaad dat je gesprekspartner een tiental minuten moet wachten. Je bent tenslotte voor hem/haar aan het werk. Gebruik alleen maar vaktermen die je gesprekspartner begrijpt. De beleefdheid vereist dat je wacht om de telefoon op te leggen tot je gesprekspartner dat heeft gedaan. Gebruik zo veel mogelijk stopwoorden tijdens het gesprek. Enkele voorbeelden hiervan zijn: dus, eigenlijk ... Als je je gesprekspartner moet doorverbinden, laat je achtergrondmuziek horen tijdens het wachten. Spreek duidelijk en langzaam. Laat de telefoon een tijdje rinkelen voor je opneemt, dan kan je je goed voorbereiden op het gesprek. Zorg ervoor dat het spreekgedeelte van de hoorn zich ter hoogte van je mond bevindt. Zo verstaat de gesprekspartner jou het beste.

2.2 De telefoon

c Herschrijf de uitspraken die niet klantvriendelijk zijn, zodat je tips krijgt die wel klantvriendelijk zijn.

133


OPDRACHT 24 a Over welke functies beschikt een telefoon(centrale)? Bij het onlinelesmateriaal vind je een handleiding die je alvast kan bekijken. Vul de juiste namen in de tweede kolom in. Je kan kiezen uit:

pauzetoets – functietoetsen – luidsprekertoets – volumetoets – mute -toets – versterkingstoets – R-toets – toets voor herhaling laatst gevormde nummer – programmeertoets – indicatie -LED – geheugentoets

r

Naam

2.2 De telefoon

In

ki

jk

ex

em

pl

aa

Omschrijving Je kan tien telefoonnummers programmeren (M=Memory). Deze functie voorkomt dat je gesprekspartner de gesprekken hoort die je binnenshuis voert. Dit is de doorverbindtoets als je telefoon aangesloten is op een netwerk in het bedrijf of bij je thuis. Deze toets gebruik je bij het programmeren van een aantal functies, bv. het wissen van een telefoonnummer uit het geheugen. Met deze toets kan je programmeren. Enkele voorbeelden van programmeringen zijn: • het programmeren van de geheugens; • instellen van het volume van het belsignaal. Dankzij deze toets kunnen andere personen samen met jou horen wat de oproeper zegt. Als je op de luidsprekertoets hebt gedrukt, kan je het volume instellen via de toetsen + en -. Als je deze toets indrukt, vormt de telefoon automatisch het oproepnummer waarmee je laatst gebeld hebt. Met deze toets kan je het volumeniveau tijdens het gesprek verhogen of verlagen. Deze toetsen gebruik je alleen als je telefoontoestel op een netwerk is aangesloten. Als het belsignaal is uitgeschakeld, wordt een inkomende oproep gesignaleerd door de flikkering van een lampje (= LED).

134


b Waarvoor dienen de verschillende toetsen op de afbeelding? Vul de juiste letter in.

em

c Los de vragen op. • Hoe reinig je het toestel?

pl

aa

r

A Kiestoetsen B Toestelinstellingen C Volume instellen, luidspreker in-/uitschakelen D Voicemails, servicemenu E Programmeerbare toetsen

• Je kan een storing zelf niet verhelpen. Wie vraag je om hulp?

ex

• Wat is de ideale afstand tussen je mond en de microfoon bij handenvrij bellen? • Hoe weet je of je te maken hebt met een interne of een externe oproep?

jk

• Hoe kan je een andere persoon in het lokaal laten deelnemen/meeluisteren? • Wat is het verschil als je het nummer 36 of het nummer 016 60 25 89 vormt?

2.2 De telefoon

In

ki

• Hoe moet je doorverbinden? Verklaar de handelingen op de afbeelding.

135


d In een handleiding van een telefooncentrale word je vaak met deze begrippen geconfronteerd. Verklaar ze. • Een oproeplijst: • Een terugbelopdracht:

aa

ex

em

pl

• De functie ‘tweede oproep’:

r

• Een oproep omleiden:

jk

OPDRACHT 25 Welk vast en welk mobiel toestel koop je het best? Werk deze opdracht per twee uit. Stap 1: Stap 2: Stap 3: Stap 4: Stap 5: Stap 6:

2.2 De telefoon

In

ki

Raadpleeg de links bij het onlinelesmateriaal. Kies twee vaste toestellen die jij wel zou willen aanschaffen. Kies twee mobiele toestellen die jij wel zou willen aanschaffen. Welk vast toestel koop je liever niet? Welk mobiel toestel koop je liever niet? Motiveer telkens je antwoord. Gebruik hiervoor de technische fiches die bij de toestellen horen. Stap 7: Verwerk je resultaat in een presentatiepakket of een tekstverwerkingspakket. Bewaar een afdruk van je resultaat in je map. Stap 8: Breng je resultaat voor de klas. Stap 9: Welk klassikaal besluit kan je nemen?

136


KERNLEERSTOF 1 Begrippen De zender bij een telefoongesprek noem je de oproeper of de beller. De ontvanger noem je de opgeroepene.

aa

r

2 De concurrentie in de telefonie De concurrentie tussen de verschillende operatoren is vaak groot. Alle operatoren bieden heel wat mogelijkheden en promoties aan. Er zijn vaste en mobiele telefoonoperatoren. De bekendste zijn: Telenet, Proximus, Base ...

pl

3 Comfortdiensten of slimme diensten Telefoondiensten: • comfortdiensten zoals signaal tweede oproep, oproep met vaste bestemming, gesprek met drie; • antwoorddienst; • weergave oproeper.

em

Videofoon: de oproeper en opgeroepene kunnen elkaar zien via videoconferentiesystemen. Deze worden vooral gebruikt in bedrijven om te vergaderen op afstand. 4 Telefoonfacturen De prijs van een telefoongesprek is afhankelijk van de aard (vast of mobiel) en de duur van een gesprek en de periode waarin het gesprek wordt gevoerd.

ex

5 Efficiënt telefoneren Een woord of naam moet je correct spellen. Hiervoor gebruik je een telefoonalfabet. Getallen dicteer je cijfer per cijfer. Spreek ze eveneens goed uit.

jk

Veel nummers vind je: • in de Gouden Gids (op papier of online): voor bedrijven en vrije beroepen. • in de Witte Gids (op papier of online): voor particulieren. Je vindt hier ook speciale nummers: hulpdiensten, 0800-nummers (gratis bellen naar bedrijven) ... • via een zoekmachine op het internet.

7 Soorten telefoons De bekendste telefoonsoorten zijn: • druktoetstelefoons; • draadloze telefoons;

• mobiele telefoons; • telefoneren via het internet.

Wist je dat het begrip ‘telecommunicatie’ vaak vervangen wordt door het begrip ‘elektronische communicatie’?

2.2 De telefoon

In

ki

6 Telefoonfuncties Een telefoontoestel/-centrale biedt heel wat functies, zoals: • opnemen; • afsluiten; • doorverbinden; • in wachtrij plaatsen; • telefoonnummers opzoeken; • laatste nummer opzoeken; • telefoonnummers programmeren; • het gesprek opnemen.

137


ONDERWEG OPDRACHT 26 Telefoneren, fluitje van een cent. Of toch niet?

r

a Iedereen van je klas krijgt een steekkaart van de leerkracht. Hierop staat een onderdeel uit een telefoongesprek. • Lees om beurten hardop voor wat er op je kaartje staat. • Neem nu de juiste positie in het gesprek in door je allemaal op één lijn te plaatsen. Zo kom je tot een volledig chronologisch gesprek.

pl

aa

b Neem een lege steekkaart. • Formuleer een andere, maar gelijkaardige zin voor datgene wat op je eerste kaart stond. • Neem opnieuw de juiste positie in het gesprek in door je allemaal op één lijn te plaatsen. Zo kom je weer tot een volledig chronologisch gesprek.

em

OPDRACHT 27 Voer per twee volgende rollenspelletjes uit. • Let op het tot stand brengen van een verbinding, de begroeting, de inhoud, het doorschakelen, het opnemen van een boodschap, de vraag om terug te bellen, de afsluiting ... • Zorg dat jullie je gesprek goed hebben voorbereid!

ex

1 Een leverancier belt om te weten of zijn offerte al werd bekeken. De aankoopafdeling is echter in gesprek en je weet niet hoelang het gesprek zal duren. 2 De bank belt je i.v.m. informatie over de hypothecaire lening. Je baas (de directeur) is niet aanwezig. Ga je die informatie opnemen?

jk

3 De directeur vraagt je de betrokken bankdirecteur te bellen. Je noteerde haar rechtstreekse nummer, maar nu is ze in gesprek. Je belt 10 minuten later nog eens terug.

In

ki

4 De aankoopafdeling vraagt je om het telefoonnummer van de verzekeringsagent op te zoeken, contact met hem op te nemen en vervolgens door te verbinden. De eerste keer dat je belt, neemt een secretaresse de telefoon aan met de mededeling dat meneer pas na de middag terug op kantoor is.

2.2 De telefoon

5 De verkoopafdeling vraagt je om een leverancier op te bellen i.v.m. een inlichting over een bureaustoel ‘Ergolla’. Je doet een poging, maar bent verkeerd verbonden.

138

6 Een klant belt om te vragen wanneer het resterende deel van de levering verzonden zal worden. Je probeert de klant door te verbinden, maar de verkoopafdeling is in gesprek. Je neemt de boodschap op en belooft zo snel mogelijk een antwoord te geven. Even later neem je contact op met de verkoopafdeling en je legt het probleem uit. Als men het probleem heeft nagekeken, vraagt de verkoopafdeling de verbinding opnieuw tot stand te brengen.


7 Je gaat vakantiewerk doen in het Kruidvat in je buurt. Enkele maanden geleden is alles telefonisch besproken, maar je moet nog kennismaken. Je telefoneert om een afspraak te maken met mevrouw De Wit van de personeelszaken. Ze herinnert zich de stage niet onmiddellijk.

r

8 Een klasgenoot is voor lange tijd afwezig. Jij gaat haar/hem regelmatig taken en notities bezorgen. Je maakt voor je eerste bezoek een telefonische afspraak met de moeder van de zieke klasgenoot.

aa

OPDRACHT 28 Hieronder vind je een rooster waarin je een aantal begrippen uit dit hoofdstuk moet invullen. Je krijgt het woord ‘communicatie’ al mee. Dit is je gids om de juiste woorden in te vullen.

ex

em

pl

1 Wat bekijk je via een ‘bill viewer’? 2 Je spreekt een bericht in op een ... 3 Een ander woord voor een tekstbericht. 4 Een ander woord voor een mobiele telefoon. 5 Tijdens deze periode zijn de telefoontarieven het hoogst. 6 Een telefoonoperator. 7 Een andere naam voor een wereldwijd netwerk waar we bijna dagelijks gebruik van maken. 8 Automatisch naar een ander toestel schakelen. 9 Als je je telefoon opneemt, is het niet voldoende om simpelweg ... te zeggen. 10 Een mobiele telefoon met uitgebreidere computermogelijkheden. 11 Het automatisch overschakelen naar een buitenlands netwerk voor je gsm. 12 Een opslagplaats voor telefoonnummers. 1

C

O

3

M

jk

2

4

M U

6

N

In

ki

5

I C

9

A

10

T

11

I 12

E

2.2 De telefoon

8

7

139


OPDRACHT 29 Bij het onlinelesmateriaal vind je een tekst over doeltreffend telefoneren en enkele bijbehorende opdrachten.

r

OPDRACHT 30 Bij het onlinelesmateriaal vind je een interactieve oefening die je meer leert over een aantal veelgebruikte functietoetsen van een klassiek telefoontoestel.

naam van de gekozen operator; naam van de dienst; doel van de dienst; kostprijs/tarief; …

em

• • • • •

pl

Je presentatie bevat minstens de volgende informatie:

aa

OPDRACHT 31 Maak een presentatie over minimaal vijf slimme diensten/comfortdiensten bij een operator naar keuze.

Je zorgt voor een openingsdia ‘Aangeboden diensten bij een telefoonoperator’. Per dia voorzie je een titel met de naam van de dienst en de bijbehorende informatie. Voorzie minimaal twee gepaste afbeeldingen in je presentatie.

ex

Bewaar je resultaat als ‘Aangeboden diensten bij een telefoonoperator’. Raadpleeg nadien de presentatie van een klasgenoot en beoordeel. Gebruik daarvoor het volgende evaluatierooster: Aanvullingen

ki

jk

Criteria Volledigheid Structuur Inhoud Lay-out

2.2 De telefoon

In

Tip: meer weten over communicatietrends? Ga naar het onlinelesmateriaal en maak de oefeningen.

140


REFLECTIE Wat vond je moeilijk aan dit hoofdstuk?

Beheers je de leerstof uit dit hoofdstuk voldoende? Plaats een vinkje in de juiste kolom. Criteria

r

Ik kan de voor- en nadelen van een telefoon toelichten.

aa

Ik kan de concurrentie in de telefonie vaststellen en de prijzen en de service van verschillende operatoren vergelijken om zo een persoonlijke keuze te maken. Ik kan enkele comfortdiensten onderscheiden en toelichten. Ik begrijp de inhoud van een telefoonfactuur. Ik kan een (elektronische) telefoongids raadplegen.

pl

Ik kan een (inter)nationale telefoonverbinding tot stand brengen. Ik weet hoe ik een kort zakelijk telefoongesprek moet voeren.

2.2 De telefoon

In

ki

jk

ex

em

Ik begrijp de basisfuncties van een telefoontoestel die in de handleiding voorkomen en kan ze gebruiken.

141


2.3 De fax INFO OPDRACHT 32 • Lees de tekst en voer de opdracht uit.

Het populairste communicatiemiddel in technologiegek Japan is ... de fax!

aa

r

Japan staat al decennialang bekend als een vooruitstrevend land als het om technologie gaat. Opvallend genoeg blijkt 59 procent van alle huishoudens in Japan nog in het bezit te zijn van een faxapparaat.

pl

In andere landen bestaan zulke statistieken amper, omdat de technologie eerder als voorbijgestreefd wordt beschouwd. Computers en het internet hebben de meeste taken van de fax overgenomen, maar dus niet in Japan.

em

Japan is pas laat gestart met het aanpassen van tekstverwerkers en toetsenborden voor het Japanse schrift. Dat verklaart waarom faxapparaten nog steeds veel worden gebruikt door Japanners. Daarnaast zijn Japanners vaak afhankelijk van dure telefoonlijnen voor het gebruik van het internet, omdat de overheid het monopolie heeft. Dit maakt faxen makkelijker en goedkoper dan online communicatie.

ex

Omdat zowel consumenten als bedrijven nog steeds de fax gebruiken als communicatiemedium, is het voor beide partijen lastig om afscheid te nemen van het apparaat. Naar: express.be

jk

• Markeer in de tekst twee redenen waarom Japanners nog vaak een fax gebruiken.

ANALYSE

ki

OPDRACHT 33 Hoe werkt een fax?

In

a Bekijk het filmfragment over het gebruik van een faxtoestel bij het onlinelesmateriaal. b Stel aan de hand van het fragment en een aantal kernwoorden een stappenplan op voor de werking van een fax. De aanzet hiervoor vind je op de volgende pagina. • Stap 1: voorbereiding

2.3 De fax

telefoonnummer – nietjes – juiste volgorde

142


• Stap 2: pagina’s goed faxen

invoerlade – tekst naar boven/onder

• Stap 3: verzenden

• Stap 4: verzonden

pl

verzendrapport – foutmelding

aa

r

telefoonnummer – controleren

em

OPDRACHT 34 Hieronder vind je de voor- en nadelen van een klassiek faxtoestel. Zet een kruisje in de juiste kolom. Nadeel

In

ki

jk

ex

Eigenschap Voordeel Je kan thermisch papier gebruiken. Bij een aantal toestellen moet er altijd papier aanwezig zijn. Je kan een bericht naar meerdere personen tegelijk sturen. Als telefoon en fax op dezelfde lijn aangesloten zijn, kunnen beide niet tegelijk werken. Een binnenkomende fax kan door iedereen gelezen worden. Je kan ook faxen via de computer. Je faxtoestel beschikt over een geheugen. Faxen is niet duur. Een handtekening op een fax heeft dezelfde waarde als op een brief. Een fax kan op eender welk moment verstuurd worden.

2.3 De fax

Bron: www.handleidingzoek.nl

143


OPDRACHT 35 Met eFax kan je faxen online verzenden en ontvangen. Dit kan je doen met elk apparaat dat internettoegang heeft, zoals een pc, smartphone of tablet. Er zijn zelfs apps beschikbaar voor IOS en Android. a Vul de ontbrekende woorden in, zodat de werking en de voordelen van online faxen duidelijk worden. • Via bv. de eFax-website kan je je registreren. Je krijgt dan een

en

• eFax is

em

pl

aa

• Hieronder zie je een schematische voorstelling van de werkwijze.

r

toegewezen. Zo kan je meteen aan de slag.

, omdat je geen telefoonlijn moet gebruiken en

ex

geen faxtoestel moet aankopen.

• Aan online faxen is een documentbeheerpakket gekoppeld. Je kan een handtekening voorzien, je kan je berichten online archiveren in

jk

de en

• De e-service is erg

en je kan met grote bestanden werken (bv. foto’s, video’s

). , omdat je nooit meer af te rekenen hebt met

ki

vastgelopen papier of papieren faxberichten die je niet meer terugvindt.

• Met eFax ben je mobieler en flexibeler, omdat je faxen kan verzenden en ontvangen

In

waar je maar wil, dus ook wanneer je niet

.

b Spreek met je leerkracht, het secretariaat en/of de directie af om via e-mail een fax van bij je thuis naar school te sturen. Werk volgens bovenstaand schema. Als je nog niet zo goed bent in het versturen van e-mails, kan je deze opdracht ook uitvoeren nadat je de leerstof uit het volgende hoofdstuk hebt gezien.

2.3 De fax

Via www.hellofax.com kan je gratis een fax versturen.

144


OPDRACHT 36 Hieronder vind je de voor- en nadelen van faxen via de pc. Zet een kruisje in de juiste kolom. Nadeel

r

Voordeel

jk

ex

em

pl

aa

Eigenschap Je hebt een pc-faxkaart nodig. De integratie van een fax is mogelijk in een pc-toepassing. De pc moet altijd aan staan om een binnenkomende fax te ontvangen. Je hebt speciale faxsoftware nodig. Je hebt geen faxapparaat meer nodig. Een printer en eventueel een scanner zijn noodzakelijk. De kwaliteit van het te verzenden blad is beter. Op goede printers is een betere afdruk mogelijk. Binnenkomende teksten afkomstig van een tekstverwerkingsprogramma kunnen niet meer door andere tekstverwerkingsprogramma’s gelezen worden. Je moet geen beroep doen op een derde partij om een fax te kunnen versturen.

ki

OPDRACHT 37 a Welk nut heeft het afdrukken van een ‘faxrapport’ na het verzenden van een fax?

In

b Hoelang duurde het verzenden van de fax waarvan je hiernaast het rapport ziet?

2.3 De fax

c Hoeveel pagina’s telde de fax?

145


KERNLEERSTOF 1 Begrip Een fax is een kopieertoestel op afstand. Het originele document wordt bij de afzender in het toestel gestopt en na enkele seconden krijgt de ontvanger een kopie.

aa

3 Werkwijze • Leg de pagina(’s) op de juiste manier op de fax. • Vorm het nummer van de ontvanger. • Druk op ‘start’ na het horen van de faxtoon. • Let op het verzendbericht.

r

2 Manieren om te faxen Je kan faxen via een faxtoestel dat is aangesloten op de telefoonlijn, maar ook via een apparaat met internettoegang zoals een pc, smartphone of tablet.

ONDERWEG

em

pl

4 Faxnummers Je kan faxnummers vinden in de klassieke telefoongidsen, maar ook via het internet.

ki

jk

ex

OPDRACHT 38 In het sjabloon dat MS Word aanbiedt, zitten ontwerpen voor faxdocumenten.

• Open een faxsjabloon. Raadpleeg eventueel de helpfunctie van MS Word.

In

• Vul een faxbericht in op basis van de volgende gegevens. - Je bestelt vandaag bij Papierwaren Van Hout, Korte Dijkstraat 4, 2500 Lier 1 500 omslagen type 46 C aan 0,05 EUR/stuk. - De verantwoordelijke bij Van Hout is mijnheer Van Eynde, telefoon 03 488 65 56, faxnummer 03 488 56 65. - Zoals altijd wens je 5 % handelskorting te krijgen. - Je verwacht de levering aan het einde van de week.

2.3 De fax

• Print dit faxbericht en voeg het toe aan je map.

146

• Bereid je bericht eventueel voor in het sjabloon op de volgende bladzijde.


Papierwaren De Haes Korenmarkt 4 2800 MECHELEN

Aan:

Van:

Faxnr.:

Pagina’s:

Telefoonnr.:

Datum:  Toelichting

 Uw antwoord

aa

 Dringend

r

Fax

ex

em

pl

Noteer hier je boodschap.

jk

OPDRACHT 39 Hoeveel kost het om een faxbericht via een klassiek toestel te versturen? Wist je dat de verzendduur en het soort abonnement de kostprijs van een faxbericht bepalen?

In

Facturering per minuut vanaf de eerste seconde Een plaats binnen België Buurlanden: Frankrijk, Nederland, Duitsland, Verenigd Koninkrijk, Luxemburg, Spanje, Italië, VS en Canada Portugal, Griekenland, Zwitserland, Oostenrijk, Zweden, Finland, Noorwegen Algerije, Libië, Tunesië, Australië, Japan en Hongkong Connectiekost per internationaal gesprek

Standaardtarief 0,74 EUR/document 0,25 EUR/min 0,50 EUR/min 1,25 EUR/min 0,15 EUR

Deze faxtarieven golden in 2017 bij Proximus. 2.3 De fax

ki

Gebruik de tabel om enkele berekeningen te maken.

147


pl

aa

r

a Bereken de kostprijs voor een dringende fax van vier pagina’s naar Vilvoorde. Het verzenden duurt twee minuten.

• ... Zwitserland: • ... Nederland: • ... Hongkong:

ex

• ... Australië:

em

b Bereken de kostprijs van bovenstaande fax als je deze nu zou willen versturen naar ...

REFLECTIE

jk

Wat vond je moeilijk aan dit hoofdstuk?

ki

Beheers je de leerstof uit dit hoofdstuk voldoende? Plaats een vinkje in de juiste kolom. Criteria

Ik begrijp het principe en de werking van een fax.

In

Ik begrijp het principe en de werking van eFax. Ik kan een faxverbinding tot stand brengen.

2.3 De fax

Ik kan enkele voor- en nadelen van een fax opnoemen.

148


2.4 De e-mail INFO OPDRACHT 40 a Lees de tekst.

E-mailen kost ons 650 uur per jaar!

aa

r

Dat we dagelijks ongelooflijk veel tijd verliezen dankzij onze mailbox is een feit. Uit berekeningen blijkt dat we jaarlijks maar liefst 650 uur bezig zijn met e-mailactiviteiten!

em

pl

Volgens berekeningen spenderen we zo’n dertien uur per week aan e-mailen, wat overeenkomt met ongeveer 28 procent van onze kantooruren. Gesteld dat we jaarlijks zo’n twee volle weken met vakantie gaan, komt dit neer op maar liefst 650 uur per jaar. Uit eerder onderzoek bleek al dat de gemiddelde Belgische werknemer jaarlijks zo’n 8 000 e-mails ontvangt. Dat zorgt voor een immense overload aan informatie, ook wel ‘infobesitas’ genoemd.

Bron: www.express.be

jk

ex

b Bespreek deze vragen tijdens een klasgesprek. • Welke indruk laat de titel bij jou na? • Hoeveel tijd besteed jij dagelijks/wekelijks aan e-mailen? • Wat vind jij van het e-mailgebruik in onze maatschappij? • Waaraan erger jij je bij het e-mailverkeer?

ki

ANALYSE

2.4 De e-mail

In

OPDRACHT 41 Welke e-mailprogramma’s kunnen bedrijven en particulieren gebruiken? Zoek het antwoord op het internet. Deze logo’s helpen je vast al flink op weg.

149


OPDRACHT 42 Een e-mail versturen kent voor jou wellicht nog weinig geheimen. Of toch? a Een e-mail versturen is vrij eenvoudig. Je kan ...

em

pl

aa

r

... het bericht naar meerdere personen (tegelijkertijd) sturen; ... een bijlage (‘attachment’) meesturen; ... aangeven hoe belangrijk het bericht is.

• Waarvoor dienen deze velden? Aan:

ex

Cc: Bcc:

jk

Onderwerp

• ‘Cc’ is de afkorting van: • ‘Bcc’ is de afkorting van:

ki

• Hoe lees je ‘leen@skynet.be’?

In

• Verklaar:

• Waarvoor dient de knop

.

?

2.4 De e-mail

• In welke map worden je verstuurde berichten bewaard?

150

• Hoe breng je structuur aan binnen de map ‘Verzonden items’?


• Noteer de verschillende stappen die je doorloopt wanneer je een e-mail verstuurt. 1 2 3

r

4

aa

5 6

pl

b Sommige situaties zijn heel geschikt voor e-mailverkeer. In andere gevallen is een e-mail dan weer niet de beste manier om te communiceren. Plaats een kruisje bij de gevallen waarin een e-mail een geschikte manier is om te communiceren.

ex

em

Je wil zeer snel een antwoord hebben op je vraag. Je wil een afspraak maken of bevestigen. Je wil veel vragen stellen. Je wil iemand bereiken die niet gemakkelijk te bereiken is. Je wil een discussie voeren. Je wil vertrouwelijke informatie uitwisselen. Je wil op het allerlaatste moment een afspraak afzeggen. Je wil een vergadering plannen. Je wil een vervelende boodschap meedelen. Je wil een eenvoudige mededeling doen aan meerdere personen.

jk

c Hieronder zie je enkele tips die te maken hebben met e-mailetiquette. Lees aandachtig de tips en voer nadien de bijbehorende opdracht uit.

Let op met wat je verstuurt.

In

Vermijd taalfouten.

Antwoord snel, kor t en bondig.

SCHRIJF NIET IN HOOF DLET

Beperk je tot één onderwerp.

Gebruik de juiste aanspreking.

Gebruik een aangepaste stijl.

TERS.

Zorg voor een kort en duidelijk onderwerp.

luiting. Gebruik een gepaste afs Zorg voor een eenvoudige opmaak.

. Gebruik een duidelijke handtekening Gebruik niet te veel Aan: en CC:

2.4 De e-mail

ki

t. Zorg dat je een gepast e-mailadres heb

151


Verstuur je antw o

ord naar de juis te

Kan je niet beter bellen in plaats van te mailen? Let op met het doorsturen van e-mails.

Vraag niet steeds om een leesbevest iging.

personen.

Vergeet de bijlage(n) niet.

N-normen. Hou rekening met de NB

aa

Gebruik BCC als je een bericht naar veel mensen stuurt.

r

Gebruik geen emoticons.

Aan:

sofie.daans@gmail.com

Bcc: Onderwerp

em

Cc:

pl

In de volgende e-mail heeft men weinig rekening gehouden met de bovenstaande tips. Duid met een cijfer in de e-mail aan waar het fout ging. Omschrijf onderaan de gemaakte fout en voorzie een goede oplossing.

bevestiging van je deelname aan de cursus multimediagebruik en wat te doen als u verhindert bent.

Bijlage

ex

Hallo U schreef zich in voor een cursus multimediagebruik op 10 februari 20xx. De cursus gaat door in de 4 RIDDERSTRAAT 10 IN 2000 ANTWERPEN. In bijlage vindt u een wegbeschrijving. De les start om 14.00 uur en eindigt om 16.30 uur. Indien u om een of andere reden toch niet kan deelnemen , zouden we graag hebben dat u ons dat meldt. Zo kunnen wij andere personen de kans geven om deel te nemen.

jk

Veel leerplezier!

Met vriendelijke groeten,

2.4 De e-mail

In

ki

Eva Goris Administratief meedewerker

152


OPDRACHT 43 Waarop let je bij het ontvangen, openen en bewaren van e-mails? Beantwoord de vragen. a Wat is de dubbele betekenis van de knop

?

• Hoe zie je dat er berichten zijn binnengekomen?

aa

r

b Bekijk de schermafdruk.

pl

• Hoe zie je in bovenstaand scherm of een bericht al dan niet gelezen is?

em

• Wat is de betekenis van het +-teken voor de map ‘Postvak IN’?

ex

• Waarvoor dienen de submappen in ‘Postvak IN’?

jk

• Als je een bericht opent, kan je de volgende melding krijgen:

In

ki

Wat is de betekenis van deze boodschap?

c Bekijk de schermafdruk.

?

• Waaruit kunnen bijlagen bestaan?

2.4 De e-mail

• Wat is de betekenis van

153


• Wat is de betekenis van

?

• Welk soort e-mails verwijder je onmiddellijk?

pl

• Welke e-mails bewaar je?

aa

r

d Je kan je e-mails bewaren. • Hoe kan je e-mails gemakkelijk terugvinden nadat je ze bewaard hebt? De schermafdruk helpt je het antwoord te vinden.

em

• Hoe kan je een overvolle mailbox vermijden?

• Is het een goed idee om alle inkomende berichten af te drukken?

1 2

jk

3

ex

e Noteer de verschillende stappen die je doorloopt om een e-mail te openen.

ki

4

OPDRACHT 44 Waarmee hou je best rekening bij het beantwoorden van e-mails?

2.4 De e-mail

In

a In de standaardbalk vind je drie knoppen rond het beantwoorden van e-mails. Wat is hun betekenis?

154


b Hieronder zie je twee stukjes van een e-mail. Wat betekenen de afkortingen?

• RE is de afkorting van

.

Dit betekent dat . • FW is de afkorting van

r

. .

c Lees de mail en beantwoord de vragen. Didier Laplasse

pl

Aan: Cc:

FW:

Beste Didier

em

Bcc: Onderwerp

aa

Dit betekent dat

Kan u het document in bijlage even printen?

ex

Vriendelijke groet Johan

ki

jk

Van: tania@verzekeringen.be Verzonden: dinsdag 17/06/20.. Aan: johan@skynet.be Onderwerp: aangepaste polis FW: Beste Johan

In

In bijlage vindt u een kopie van uw aangepaste woningpolis, waar de waarborg bodemsanering geschrapt is. Kan u uw rekeningnummer nog doorgeven, zodat we het teveel van de betaalde premie kunnen terugstorten?

Tanja Schoeps

2.4 De e-mail

Met vriendelijke groeten

155


• Wie schreef de oorspronkelijke mail? • Wat was het onderwerp van de oorspronkelijke mail? • Wat is de boodschap in het laatste (meest recente) deel van de mail?

• Verzonden items:

aa

ex

• Ongewenste e-mail:

em

• Concepten:

pl

• Postvak UIT:

• Postvak IN:

2.4 De e-mail

In

ki

jk

• Verwijderde items:

156

r

OPDRACHT 45 Waarvoor dienen deze mappen?


KERNLEERSTOF 1 Benodigdheden • Computer, smartphone, tablet • Internetverbinding • E-mailprogramma • E-mailadres

aa

r

2 Een e-mail versturen Om een e-mail te verzenden gebruik je de velden ‘Aan’, ‘Cc’ (carbon copy) en/of ‘Bcc’ (blind carbon copy). In de onderwerpregel kan je meteen aangeven waarover je e-mail gaat. Respecteer de gebruikelijke regels over e-mailetiquette.

pl

3 Een e-mail ontvangen In de map ‘Postvak IN’ vind je alle inkomende mails. Tussen haakjes staat het aantal ongelezen berichten.

em

4 Een e-mail beantwoorden • In de map ‘Verzonden items’ staan je verzonden e-mails. • In ‘Postvak UIT’ staan je te verzenden e-mails in wacht. Pas wanneer jij op ‘Verzenden’ klikt, zal de e-mail effectief verstuurd worden. • Aan de vermelding ‘RE:’ (reply) herken je een beantwoorde e-mail. • Je kan een e-mail of een antwoord op een e-mail ook doorsturen. Je ziet dit aan de vermelding ‘FW:’ (forward) in de onderwerpregel.

2.4 De e-mail

In

ki

jk

ex

5 Een e-mail bewaren Je maakt best een aantal submappen in je mailbox om meer overzicht te krijgen. De titels van de mappen en submappen bestaan meestal uit de namen van de onderwerpen of de namen van personen.

157


ONDERWEG OPDRACHT 46 Samira stuurt een zakelijke e-mail naar info@xerox.com om de prijs van een multifunctionele all-in-oneprinter te vragen. Ze stuurt deze mail tegelijkertijd naar haar collega An.Stercx@telenet.be, zodat zij op de hoogte is.

r

a Vul de mailhoofding in op basis van deze informatie.

aa

Aan: Cc: Bcc: Onderwerp

pl

Geachte mevrouw Geachte heer

Onze firma wenst een multifunctionele all-in-oneprinter aan te kopen.

em

Kan u ons uw voordeligste voorwaarden bezorgen? U kan dit per mail doen of u kan ons telefonisch bereiken op het nummer 03 280 16 35 indien u nog bijkomende vragen heeft. Wij kijken alvast uit naar uw reactie. Met vriendelijke groeten

ex

Samira Verdood Verantwoordelijke administratie

b Schrijf in een tekstverwerker een antwoord op de e-mail en maak daarbij gebruik van het onderstaande stappenplan.

2.4 De e-mail

In

ki

jk

Stap 1: Zorg voor een gepaste hoofding en een gepast onderwerp. Stap 2: Gebruik een correcte aanspreking. Stap 3: Formuleer de eerste alinea: bedank de verzender van de e-mail voor haar interesse in de producten van Xerox. Stap 4: Formuleer de tweede alinea: vermeld dat je in bijlage een offerte verstuurt, waarin de verzender de prijzen en verkoopsvoorwaarden kan terugvinden. De voorwaarden blijven drie maanden geldig. Stap 5: Formuleer de derde alinea: als de verzender nog vragen heeft, kan zij tijdens de kantooruren contact opnemen met Mieke Versluys op het nummer 02 245 78 16 of een e-mail sturen naar Mieke.Versluys@xerox.com. Stap 6: Schrijf een gepaste slotformule. Stap 7: Zorg voor een gepaste ondertekening.

158


c Print het resultaat en laat dit nalezen door een klasgenoot. Gebruik deze checklist om de mail te beoordelen. Plaats een vinkje bij elk criterium dat in orde is en laat je klasgenoot jouw e-mail ook op deze manier beoordelen. Jij

pl

aa

Zijn taalgebruik en spelling in orde? (Gebruik spellingcontrole.) Is er een correcte aanspreking en afsluiting? Is het onderwerp duidelijk omschreven? Is er een duidelijke indeling in alinea’s? Is de e-mail kort en zakelijk? Zijn eventuele bijlagen niet vergeten? Hebben de bijlagen een duidelijke naam? Is er een correcte adressering? Zijn de naam en de functie van de afzender onderaan de e-mail vermeld?

Je klasgenoot

r

Criteria

em

OPDRACHT 47 Je klas zou graag een bedrijfsbezoek brengen aan Coca-Cola in Wilrijk (je mag ook een andere firma kiezen). Schrijf een e-mail waarin je informeert naar een datum om het bedrijf te bezoeken. • Gebruik de volgende checklist om er zeker van te zijn dat je niets bent vergeten. Vink aan wat je gedaan hebt, zodat je niets zou vergeten.

ex

Heb je het correcte e-mailadres? Is het onderwerp gepast? Is er een aanspreking?

jk

Alinea 1: Stel jezelf voor en vermeld dat je in het kader van je studies graag een bezoek aan het bedrijf wil brengen met [aantal] leerlingen en je leerkracht. Alinea 2: Vraag welke datum past voor de firma.

ki

Alinea 3: Hun antwoord mag gestuurd worden naar je e-mailadres of ze mogen ook contact met je opnemen op je gsm. Vergeet je nummer niet te vermelden. Alinea 4: Je hoopt op een positieve reactie. Heb je een correcte slotformule gebruikt?

2.4 De e-mail

In

Gebruikte je een gepaste ondertekening?

159


• Als je je e-mail hebt geschreven, wissel je die uit met een klasgenoot. Becommentarieer en verbeter haar/zijn mail. • Nadien verstuur je je verbeterde e-mail naar je leerkracht. • Hieronder vind je een afdruk van een blanco e-mailbericht. Dat kan je gebruiken om een kladversie te maken. Aan:

r

Cc:

aa

Bcc:

ex

em

pl

Onderwerp

jk

OPDRACHT 48 Sommige bestanden zijn te groot om via je gewone e-mailprogramma te verzenden.

ki

• Hoe kan je zo’n bestanden dan wel (gratis) versturen?

In

• Raadpleeg deze websites. Verstuur via een van deze sites een bestand van minstens 5 MB naar een leerling uit je klas.

OPDRACHT 49 Lees de tips over efficiënt mailen en vul de ontbrekende woorden in. Kies uit:

reply to all – geluid – storend – verslagen – bcc – e-mails – to-dolijst

2.4 De e-mail

1 Controleer je mails slechts drie keer per dag. Anders zal je werk eronder lijden. Weg met

160

het

of het envelopje telkens er een nieuwe mail binnenkomt.

2 Hou je inbox leeg. Je mailbox is geen

.


3 Doe liever geen

en wees spaarzaam met cc. Ga zelf maar eens na hoe

vaak je onnodige mails binnenkrijgt. 4 E-mail is heel geschikt voor het doorsturen van documenten,

of het

maken van (vergader)afspraken. 5 Vermijd

met halve informatie. Niets is ergerlijker dan ‘De rest komt

r

nog’, waarna verschillende afleveringen volgen.

aa

OPDRACHT 50 Hoe efficiënt beheer jij je mailbox? Doe de test!

ki

• <7 Als je minder dan zeven keer een kruisje plaatste in de kolom verbetering aanbrengen in je e-mailgewoontes.

, dan kan je nog wel wat

In

• 8 - 10 Als je tussen de acht en tien keer een kruisje plaatste in de kolom aardig op weg om efficiënt te mailen. • > 10 Als je elf of twaalf kruisjes plaatste in de kolom e-mails. Proficiat, doe zo verder!

, dan ben je al

, dan ga je erg efficiënt om met je

OPDRACHT 51 Bij het onlinelesmateriaal vind je een interactieve oefening rond e-mail. Hiermee kan je de leerstof verder inoefenen.

2.4 De e-mail

jk

ex

em

pl

Kenmerken van een efficiënt beheer van je mailbox Ik handel mijn e-mails op vaste tijdstippen af. Ik maak mijn postvak elke keer leeg. Ik ruim mijn mailbox minstens één keer per week grondig op. Ik maak gebruik van de professionele mogelijkheden van mijn mailprogramma. Ik voorzie telkens een gepaste, duidelijke onderwerpregel. Ik schrijf de kernboodschap in de eerste zin van mijn e-mails. Ik probeer mijn mails beknopt te houden. Ik las voldoende witregels in. Voor dringende zaken gebruik ik eerder de telefoon dan e-mail. Ik denk voldoende na voor ik een antwoord stuur op een ontvangen mail. Mijn e-mails zijn geschikt voor publicatie (perfect woordgebruik en correcte zinsbouw). Ik let er altijd op dat ik mijn e-mails niet naar een verkeerde geadresseerde stuur.

161


REFLECTIE Wat zijn je sterke punten bij het gebruik van e-mail?

Wat zijn je aandachtspunten bij het gebruik van e-mail?

Ik kan efficiënt werken met een e-mailprogramma.

aa

Criteria

r

Beheers je de leerstof uit dit hoofdstuk voldoende? Plaats een vinkje in de juiste kolom.

Ik kan vlot e-mails ontvangen en openen (inclusief bijlagen).

pl

Ik kan vlot e-mails versturen en/of beantwoorden (meerdere zenders, bijlage(n), cc, bcc, de prioriteit aangeven). Ik hou rekening met de regels over e-mailetiquette.

em

Ik kan mijn ontvangen en verzonden e-mails gestructureerd bewaren in (sub)mappen.

DOCUMENTATIE- EN ACTUALITEITSMAP

jk

ex

1 Zoals je al leerde, bestaat er communicatie in allerlei vormen en soorten. Zoek drie korte krantenartikels of reclameslogans die je aanspreken. • Geef ze een andere titel. • Noteer in enkele zinnen waarom deze vormen van communicatie jou interesseren.

ki

2 Welke nieuwe ontwikkelingen zijn er in de telecommunicatie? • Verzamel documentatie (bezoek eventueel een telefoonshop in je buurt). • Verwerk de informatie die je vond in een tekstverwerkingsdocument.

2.4 De e-mail

In

3 Zoek twee teksten over de beveiliging van e-mails tegen virussen en spam (= ongewenste mail) of zoek informatie over de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van e-mail. • Vergeet je bron(nen) niet te vermelden. • Motiveer telkens waarom je voor een bepaald artikel koos.

162


In

ki

jk

ex

em

pl

aa

r

3 a m e h T

n a v n e n u e t s r e Ond n e g n i r e d a g r ve


r aa

Wat ga je leren?

pl

THEMA 3: Ondersteunen van vergaderingen

In

ki

jk

ex

em

• Een uitnodiging versturen: - via e-mail; - per post. • Een vergadering logistiek voorbereiden: - aanbrengen van bewegwijzering; - klaarzetten van de vergaderzaal en voorzien van de nodige apparatuur zoals beamer, overhead, flip-over …; - aanmaken van naamkaartjes; - voorzien van drank. • Het onthaal van een vergadering verzorgen: - registratie van de aanwezigen; - registratie van afwezigen en verontschuldigingen; - uitdelen van documentatie; - begeleiden naar de vergaderruimte.


3.1 De uitnodiging INFO

aa

r

OPDRACHT 1 Een vergadering goed organiseren is een hele kunst. In bedrijven, verenigingen en organisaties wordt regelmatig samen gezeten. Een vergadering kan verschillende doelen hebben: informatie doorgeven aan deelnemers, een probleem oplossen, besluiten nemen over een bepaald onderwerp … Een goed voorbereide en geleide meeting verloopt heel waarschijnlijk effectief en succesvol.

ex

em

pl

Vorm groepjes van drie leerlingen en noteer in deze wolk wat er allemaal komt kijken bij de organisatie van een vergadering. Hiervoor krijgen jullie vijf minuten tijd.

3.1 De uitnodiging

In

ki

jk

Tips: • Eén persoon uit elke groep presenteert de opgeschreven elementen tijdens een klasgesprek. • De leerkracht noteert de woorden op het bord. De elementen die jij niet in de bovenstaande wolk hebt genoteerd, vul je in een andere kleur aan. • Als je van alle uit te voeren taken een lijst maakt, krijg je een mooi overzicht en heb je een checklist waarop je kan aanduiden welke taken al wel en nog niet zijn uitgevoerd. • Wanneer je bij elke taak ook de datum schrijft tegen wanneer de taak gedaan moet zijn, krijg je een stappenplan. Zo zal je beslist niets vergeten!

165


ANALYSE OPDRACHT 2 a Uit welke onderdelen bestaat een uitnodigingsbrief bij een interne vergadering? Noteer de juiste benaming in de invulruimte. Garage Vandeplas IBAN BE61 7335 1859 2673 BIC KREDBEBB BTW BE 0348.289.148 RPR Mechelen

Verantwoordelijke boekhouding en administratie Mevrouw Tine Aerts uw kenmerk

Geachte mevrouw

Mechelen 201x-04-04

em

Nieuwe inrichting van de kantoren

ons kenmerk SV/UITN 10

pl

uw bericht van

aa

r

Kegelstraat 20 2800 MECHELEN Tel 015 25 48 43 info@vandeplas.be

Graag nodigen wij u en alle andere afdelingsverantwoordelijken uit op onze meeting van 14Â april e.k. in lokaal 205. De vergadering start om 10.00 uur stipt en eindigt omstreeks 11.30 uur.

opening; mededelingen; voorstelling ontwerpen; bespreking ontwerpen; kostprijs; wie gaat de werken uitvoeren? rondvraag; sluiting.

ki

jk

1 2 3 4 5 6 7 8

ex

De agenda ziet er als volgt uit:

De bijbehorende stukken bij deze uitnodiging kan u downloaden via ons intranet.

In

Graag hadden wij uw bevestiging van deelname ontvangen voor 8 april e.k. Dat kan bij Lies Vonx. Mogen wij op uw aanwezigheid rekenen?

3.1 De uitnodiging

Met vriendelijke groeten

166

Simon Vankercke Simon Vankercke Algemeen directeur


b De briefschikking dient aan de NBN-normen te voldoen. Duid in de brief de witregels aan. Gebruik daarvoor bijvoorbeeld het symbool . Beantwoord de volgende vragen. • Waarvan is ‘e.k.’ de afkorting? • Op welke manieren kan een uitnodiging voor een interne vergadering aan de genodigden bezorgd worden?

aa

r

• Wanneer moeten de uitnodigingen voor een interne vergadering verstuurd worden?

pl

• Welke informatie verzamelt de voorzitter over de uit te nodigen vergaderleden?

em

• Welke bijlagen zouden er voor bovenstaande uitnodiging op het intranet van Garage Vandeplas kunnen staan?

• Noteer hieronder minstens vier redenen die gebruikt worden als verontschuldiging.

ex

• Wat is volgens jou een geschikt uur tijdens de dag om een vergadering te plannen?

ki

jk

• Welke uren komen minder of niet in aanmerking en waarom?

In

OPDRACHT 3 a Via de webapplicatie Doodle kan je online afspraken tussen verschillende internetgebruikers plannen. Met deze toepassing kan je het onderwerp, de deelnemers en de voorgestelde data inbrengen. Bij ontvangst van de e-mail klikken de deelnemers aan wanneer ze wel of niet vrij zijn. Iedereen kan zien wie de genodigden zijn.

Elke leerling uit de klas plant via Doodle met vier klasgenoten een activiteit tijdens deze maand. Je wil vergaderen over ‘Een nieuwe schoolbrochure ontwerpen’. De link naar de applicatie vind je bij het onlinelesmateriaal.

3.1 De uitnodiging

Hoe ga je te werk?

167


r

Stap 1: Vul een titel, locatie en omschrijving van de vergadering in. Geef je naam en e-mailadres op. Klik op ‘Volgende’. Stap 2: Selecteer de data waarop je wil vergaderen. Stap 3: Voor elke datum die je koos, kan je nu een tijdstip invullen. Dat kunnen er meerdere per dag zijn, bijvoorbeeld woensdag om 14 uur en om 18 uur. Je kan ook tekst invullen, bijvoorbeeld ‘avond’. Klik op ‘Volgende’. Op het scherm dat je nu ziet, klik je weer op ‘Volgende’. Bij ‘Instellingen’ hoef je niets in te vullen. Stap 4: Klik op ‘Voltooien’. Je Doodle is klaar om verstuurd te worden.

aa

Je krijgt nu via e-mail een link die je naar de deelnemers kan sturen. Zij klikken de link aan en komen zo op een webpagina van Doodle waar ze hun naam invullen en kiezen welk tijdstip voor hen het beste past. Je krijgt ook nog een tweede link, waarmee je de Doodle kan bewerken. Die link stuur je niet door naar anderen.

pl

Succes verzekerd!

em

b Zoek nog enkele andere onlinetoepassingen om vergaderdata vast te leggen.

ex

OPDRACHT 4 Wanneer je de uitnodigingen hebt verstuurd, wacht je op de antwoorden. a Welke soorten antwoorden kan je ontvangen?

b Noteer enkele redenen waarom genodigden niet aanwezig kunnen zijn.

jk

c Wat doe je als je geen antwoord ontvangt?

ki

OPDRACHT 5 a Je nodigt de leden van de leerlingenraad uit voor een vergadering. Die gaat door op woensdagmiddag [datum] om 13.00 uur in de zaal J. Verlooy van je school.

3.1 De uitnodiging

In

Tijdens de leerlingenraad komt de heer Willem Van Bosco een korte toelichting geven over de werking van de leerlingenraad. De andere agendapunten mag je zelf kiezen. De vergadering mag maximaal een uur duren. Vanaf 14.15 uur wordt er aan de aanwezigen nog een drankje aangeboden.

168

• Maak de uitnodiging in een Word-document. Bij het onlinelesmateriaal vind je een Word-sjabloon waarin je de uitnodiging kan opstellen. • Maak de uitnodiging verzendklaar zodat ze per post opgestuurd kan worden naar leerling Sien Verstappen, Kanteldreef 8 in 2000 Antwerpen. • Verstuur de uitnodiging ook per e-mail aan je leerkracht. Zorg dat je mailtje professioneel overkomt bij je leerkracht.


b Waarom worden de bijbehorende stukken bij een agenda tegelijkertijd met de agenda aan de deelnemers bezorgd? In principe kan die informatie toch ook aan het begin van de vergadering aan de deelnemers uitgedeeld worden? Of niet?

aa

r

KERNLEERSTOF

Een goede voorbereiding is erg belangrijk om een vergadering vlot en efficiënt te laten verlopen.

em

pl

1 De agenda • Een agenda is een lijst met onderwerpen die op een vergadering besproken moeten worden. • Met een agenda bereik je volgende doelen: - de deelnemers kunnen zich voorbereiden (eventueel met de bijlagen van de uitnodigingsbrief); - de voorzitter van de vergadering kent de volgorde van de agendapunten.

jk

ex

2 De uitnodiging voor de voorzitter en de deelnemers • Op een uitnodiging lees je: - de vergaderplaats met het adres; - de datum van de vergadering; - het begin- en einduur; - de eventuele deelnemers; - de vraag naar bevestiging; - de onderwerpen waarover gesproken zal worden (in de agenda); - de voorbereidende taken. • De uitnodiging en de bijlagen (bijvoorbeeld extra documenten) kan je per post, elektronisch of persoonlijk afgeven aan de deelnemer.

ki

3 De aanwezigheidslijst Aan de hand van de uitnodigingen registreer je de reacties en stel je een aanwezigheidslijst (= presentielijst) samen.

3.1 De uitnodiging

In

4 Extra informatie bezorgen Afhankelijk van het soort en de belangrijkheid van de vergadering, bezorg je ook de volgende informatie: • de voorzitter (naam, functie, bereikbaarheidsgegevens); • de lijst van de deelnemers/genodigden; • het vergaderreglement; • een routebeschrijving of -kaartje; • informatie over de parkeergelegenheid (eventueel parkeerkaart/-badge).

169


ONDERWEG OPDRACHT 6 De vergaderleden moeten een agenda ontvangen. Een agenda heeft min of meer een vaste structuur. Zet de elementen uit het onderstaande kader in de goede volgorde, zodat je een overzicht krijgt van de opbouw van een agenda:

aa

r

opening, welkom en aanwezigheden opnemen – agendapunt 1 – rondvraag – einde – mededelingen en verwijzing naar eventuele ontvangen reacties – goedkeuring van het verslag van de vorige vergadering – agendapunt 2 – datum volgende vergadering – voorstelling agendapunten 14.00 u:

pl

14.05 u: 14.10 u: 14.30 u: 14.40 u: 15.30 u: 15.40 u:

ex

15.45 u:

em

14.20 u:

jk

OPDRACHT 7 Lees de volgende stellingen. Ben je hiermee akkoord? Motiveer je antwoord. Bespreek nadien de stellingen in een klasgesprek.

ki

• Als ik een uitnodiging krijg, vraag ik mij eerst af of mijn aanwezigheid wel van belang is. • Een vergadering plan je het beste aan het begin van de dag.

3.1 De uitnodiging

In

• Ik zet mijn mobiele telefoon tijdens de vergadering op stil. Je weet nooit wie mij nodig heeft.

170

• Ik bereid mijn vergadering goed voor. Ik lees de dossiers door en noteer alvast mijn opmerkingen.


• De voorzitter denkt goed na over de genodigden. Welke persoon is onmisbaar en welke niet?

REFLECTIE

pl

a Wat vond je moeilijk aan dit hoofdstuk?

aa

r

• Een aanwezigheidslijst van de vergaderleden is niet echt nodig.

em

b Begrijp je het doel/nut van een uitnodigingsbrief? Motiveer je antwoord.

Beheers je de leerstof uit dit hoofdstuk voldoende? Plaats een vinkje in de juiste kolom. Criteria

Aan de hand van een briefsjabloon en concrete gegevens kan ik een uitnodigingsbrief schrijven.

ex

Ik kan een uitnodiging verzendklaar maken om per post te versturen.

3.1 De uitnodiging

In

ki

jk

Ik kan een uitnodiging per e-mail versturen.

171


3.2 De logistieke ondersteuning van een interne vergadering INFO

r

OPDRACHT 8 De organisatie van vergaderingen kan toegewezen worden aan een administratief medewerker. Alles moet perfect zijn, van het ontvangen van bezoekers tot het verslag na de vergadering. In dit deel krijg je een aantal opdrachten die je helpen om de logistieke ondersteuning van een interne vergadering tot een goed einde te brengen.

aa

Duid in de volgende tabel aan wie welke taken uitvoert en wanneer de taak wordt uitgevoerd: voor, tijdens of na de vergadering. Wie? Wanneer? Voorzitter Administratief Voor Tijdens Na medewerker

jk

ki

3.2 De logistieke ondersteuning van een interne vergadering

ex

em

De uitnodiging versturen Een lokaal reserveren De vergaderzaal klaarzetten De deelnemers bepalen Het verslag versturen De afspraken en to do’s opvolgen De vergadering leiden Het onthaal verzorgen De apparatuur klaarzetten en testen Hapjes en drankjes voorzien De vergaderdossiers bestuderen De laatkomers ontvangen De aanwezigheidslijst samenstellen

pl

Taken

ANALYSE

In

OPDRACHT 9 a Hier zie je twee foto’s van vergaderzalen. Bij elke foto vind je een checklist met zaken die van een lokaal een goede vergaderzaal maken. Duid in de checklist aan welke elementen je terugvindt op de foto’s.

172

Er is voldoende vergaderruimte (tafels en stoelen). Er is voldoende daglicht. Er is voldoende ventilatie. De akoestiek (= de klank en de nagalm van geluid) is goed.


Er is geen geluidshinder van buitenaf. De opstelling van tafels en stoelen kan aangepast worden aan de doelgroep, het aantal deelnemers en de vergadervorm. De deelnemers kunnen elkaar zien. Het lokaal kan afgesloten worden. Er hangt een klok in het lokaal. Computer- en internetaansluiting zijn mogelijk.

aa

r

Er is audiovisuele apparatuur aanwezig zoals:

Er is voldoende daglicht. Er is voldoende ventilatie.

pl

Er is voldoende vergaderruimte (tafels en stoelen).

em

De akoestiek (= de klank en de nagalm van geluid) is goed. Er is geen geluidshinder van buitenaf.

De opstelling van tafels en stoelen kan aangepast worden aan de doelgroep, het aantal deelnemers en de vergadervorm. De deelnemers kunnen elkaar zien.

ex

Het lokaal kan afgesloten worden. Er hangt een klok in het lokaal.

Computer- en internetaansluiting zijn mogelijk.

b Welke van beide vergaderruimten vind jij het meest geschikt voor onderstaande afspraken? Motiveer je keuze.

In

• Een voorstelling van nieuwe artikelen in het assortiment: • De organisatie van een personeelsfeest: • Een vergadering over de verbetering van de interne communicatie tussen werknemers:

3.2 De logistieke ondersteuning van een interne vergadering

ki

jk

Er is audiovisuele apparatuur aanwezig zoals:

173


OPDRACHT 10 a Een geschikte vergaderruimte kiezen is niet altijd even eenvoudig. Vergaderingen kunnen buiten de onderneming plaatsvinden, maar de meeste meetings vinden plaats binnen het bedrijf. Bij de keuze van een vergaderzaal let je op heel wat factoren. Zoek meer informatie op over …

r

Locatie

aa

Vergaderruimte

pl

Inrichting

em

Faciliteiten

b Zet bij elke afbeelding de juiste benaming. Je kan kiezen uit:

banketstijl – klaslokaalstijl – U-vorm – visgraatstijl (V-vorm) – cabaretstijl – carréstijl – theaterstijl

jk

ex

2

4

5

In

ki

3.2 De logistieke ondersteuning van een interne vergadering

1

174

6

7

3


Kies uit de afbeeldingen op de vorige bladzijde drie willekeurige schikkingen. Voor welke vergadertoepassing(en) zijn je gekozen afbeeldingen geschikt? Vergadertoepassing

aa

r

Schikking

em

pl

c Wat moet er gebeuren om een vergaderzaal na de bijeenkomst weer in orde te brengen?

d Een extra opdracht vind je bij het onlinelesmateriaal.

ex

OPDRACHT 11 Vaak krijgt elke deelnemer aan een vergadering een vergadermap. Hierin zitten allerlei documenten.

eventueel: documentatie bij de agendapunten

een lijst van de vergaderleden

een voorblad

een kopie van de uitnodigingsbrief

het verslag van de vorige vergadering

ki

jk

blanco pagina

In

b Zoek een gepast antwoord op de volgende vragen. • Uit welk materiaal bestaat een geschikte vergadermap? • Wat is het nut van een etiket met naam van de deelnemer vooraan op de vergadermap? • Deelnemers ontvangen bij het binnenkomen van de vergaderzaal de vergadermap. Wat krijgen zij dan vaak nog aangeboden?

Misschien mag je wel echt meehelpen bij de voorbereiding van een vergadering binnen de school!

3.2 De logistieke ondersteuning van een interne vergadering

a In welke volgorde steek je de volgende documenten in de map? Plaats het cijfer 1 voor het document dat bovenaan in de map ligt. Het document dat onderaan in de map zit, krijgt het cijfer 6.

175


OPDRACHT 12 a Bekijk de woordenwolk. Omcirkel de dranken en versnaperingen die geschikt zijn voor een korte pauze tijdens en aan het begin van een vergadering. De andere doorstreep je.

thee

r

pl

Verklaar je keuzes in een klasgesprek.

aa

s ntje mu

frisd rank

er po k i u s rto ken e n o k e e r i ff bie melk bronwa ko ter droog koekje mine speculaasje raalw wijn ater ap s e i n f hte kof c u r v

em

b Als je een vergaderlokaal klaarzet, is het belangrijk dat je alles netjes schikt. Schik de volgende elementen op een gepaste manier zodat de zitplaats van de deelnemer klaarstaat. Dit doe je door op de vergadertafel hiernaast de nummertjes van de onderstaande elementen te noteren:

ex

glas (1) – balpen (2) – vergadermap (3) – muntjes (4) – mineraal- en bronwater (5)

jk

c Voor een korte interne vergadering met maar enkele deelnemers staat er in de vergaderruimte meestal een tafel met de drank en andere benodigdheden voor de pauze. Jij bent gevraagd om de pauze te verzorgen van een vergadering in je school. Er zijn tien deelnemers. De vergadering zal twee uur duren en er is een pauze van vijftien minuten voorzien. Je hebt een tafel van 130 cm lang en 90 cm breed ter beschikking.

ki

3.2 De logistieke ondersteuning van een interne vergadering

• Schrijf op wat je allemaal nodig hebt voor de pauze.

In

• Duid op de tafel hieronder aan waar je alles gaat zetten. Gebruik eventueel symbolen of cijfers om de benodigdheden voor de pauze op de tafel te schikken.

176


em

pl

aa

r

OPDRACHT 13 Tijdens een vergadering wordt vaak gebruikgemaakt van apparatuur of audiovisuele middelen.

a Hieronder vind je een lijstje met materiaal dat eventueel gebruikt kan worden. laptop/computer microfoon audio-installatie transparanten televisie

ex

beamer projectiescherm whiteboard met stiften presentatiepakket (bv. PowerPoint, Prezi) interactief whiteboard

overheadprojector flip-over met stiften laserpointer hand-outs verlengsnoeren

ki

• de openingsdia met je naam, de datum, het logo van de school en de titel ‘Audiovisuele middelen bij een vergadering’; • de naam en een afbeelding van het materiaal; • de functie van het materiaal.

In

Bewaar het bestand als ‘Vergaderapparatuur’ in je eigen map.

b Elk bedrijf beschikt over eigen vergaderapparaten. Soms is er iets stuk en wordt er eventueel apparatuur gehuurd. Noteer hieronder twee bedrijven in de buurt van je school waar je vergaderapparatuur kan huren.

3.2 De logistieke ondersteuning van een interne vergadering

jk

Maak van deze elementen een presentatie. De inhoud ziet er als volgt uit:

177


OPDRACHT 14 a Lees de volgende tekst. Vul ondertussen de ontbrekende woorden in. Hoe bereid je een vergadering zorgvuldig voor? Kom niet voor verrassingen te staan en laat niets aan het toeval over. Alle punten hoeven niet bij de voorbereiding van elke vergadering aan bod te komen. De organisatie noodzakelijk is en wat de doelstelling is. en de vergaderlocatie.

aa

• Bepaal de datum,

r

• Stel de vraag of de • Voorzie voldoende tijd. • Kies een gepaste

voor de vergadering. De manier waarop

de tafels geschikt zijn, is afhankelijk van het doel van de vergadering.

pl

• Moeten er technologische snufjes aanwezig zijn (beamer, internetverbinding …)? • Is er

nodig? Zijn er vereisten in verband daarmee (denk aan

De deelnemers

em

vegetarische maaltijden, bepaalde drank …)?

• Wie moet aanwezig zijn op de vergadering?

• Stuur tijdig de uitnodiging met daarin alle informatie over de vergadering (plaats, tijdstip, agenda, routebeschrijving, vergaderstukken …). Zo kunnen de deelnemers

ex

de documenten van tevoren doornemen en zich vertrouwd maken met de die besproken zullen worden.

• Stuur de dag voor de vergadering eventueel een herinnering waarin je de datum, het

jk

tijdstip en de locatie bevestigt. De documenten

• Stel de agenda van de vergadering op en verstuur die tijdig. Vraag de genodigden om eventuele

In 178

, de tijd die aan elk

besteed zal worden en de persoon die elk onderwerp zal leiden.

ki

3.2 De logistieke ondersteuning van een interne vergadering

• Bepaal de

van tevoren door te geven.

• Bepaal welke documenten tijdens de vergadering besproken worden en stel een dossier samen voor elke deelnemer.

Voor aanvang • Check vlak voor de vergadering of alles in orde is (catering, technologie, schrijfgerei …). • Zorg dat je een vergadering de deelnemers te overlopen.

Bron: weassistyou.com

bij de hand hebt om bij het begin van de


b Ontwerp in een tekstverwerkingsdocument een checklist met daarin de verschillende elementen om een interne vergadering voor te bereiden. Die checklist kan je zelf gebruiken als je een vergadering voorbereidt. Het begin van de checklist kan er als volgt uitzien. [Hoofding van je school] Interne nota Checklist: een vergadering voorbereiden Taak Doelstelling(en) bepalen Datum en tijdstip bepalen …

Verantwoordelijke

r

Datum

aa

Beëindigd   

em

KERNLEERSTOF

pl

Bewaar je resultaat als ‘Checklist voor een vergadering’ in je eigen map.

1 Het stappenplan Een stappenplan vermeldt wanneer je welke taak moet uitvoeren om de organisatie tot een goed einde te brengen.

3.2 De logistieke ondersteuning van een interne vergadering

In

ki

jk

ex

2 To do’s • Een checklist is een lijst met zaken die je kan aankruisen als je ze in orde hebt gebracht. • Wegwijzers zijn onmisbaar. Op een pijl staan vaak de naam van de vergaderzaal, de titel van de vergadering en het lokaalnummer. Het is verstandig de pijltjes te voorzien van twee pijlpunten. Je kan een pijl niet zomaar omdraaien, maar je kan er wel een punt afknippen. • Controleer de vergaderruimte op verluchting, verlichting en verwarming. Zorg voor de geschikte decoratie, indien nodig. • De schikking van de zaal is afhankelijk van het soort vergadering en het aanwezige materiaal. Na de vergadering moet het vergaderlokaal opnieuw in de oorspronkelijke staat geschikt worden. • De vergaderapparatuur en de bijbehorende benodigdheden moeten tijdig gereserveerd worden en gebruiksklaar staan. Zorg dat je alles hebt getest. • Zorg dat je vergadermap voor de deelnemers tijdig is samengesteld. Voorzie voldoende kopies. • Naamkaartjes kunnen van papier zijn, maar meestal worden ze gelamineerd met een stevig plastic laagje. • Hapjes, drankjes en alle toebehoren (catering) moeten volgens de etiquetteregels klaargezet en gepresenteerd worden.

179


ONDERWEG OPDRACHT 15 Lees de tekst. Beantwoord daarna de vragen. Is topless vergaderen efficiënter?

aa

r

Topless meetings is de populaire term voor vergaderingen waar laptops en andere toestellen niet zijn toegelaten. Bij Google en Apple zijn deze vergaderingen al ingeburgerd. In eigen land begint het fenomeen op te komen. Al lukt dat niet zonder slag of stoot, want laptops zijn in de meeste bedrijven ondertussen zo goed als vergroeid met werknemers en managers. In veel bedrijven is het gebruikelijk dat werknemers hun telefoons opnemen en mails beantwoorden tijdens de vergadering.

Bron: www.vacature.com

em

pl

Erg stimulerend is het natuurlijk niet om tijdens een vergadering een uitleg te doen terwijl iedereen e-mails zit te beantwoorden. Bovendien worden, door de beperkte aandacht, brainstormen en creatief denken voor toekomstige projecten een stuk moeilijker. Met de laptop op schoot en Blackberry in de hand zijn kaderleden in de praktijk vooral bezig met het controleren van de informatie die ze al hadden. Het kan dus wel degelijker efficiënter zijn om de laptops, gsm’s, i-phones en Blackberry’s uit vergaderingen te bannen.

a Onderstreep in de tekst de zin waarin staat wat topless vergaderen betekent.

ex

b Wat is volgens de tekst het belangrijkste voordeel van topless vergaderen?

jk

d Bespreek de volgende stellingen klassikaal: • Topless vergaderen is milieuvriendelijker. • Topless vergaderingen duren minder lang. • Topless vergaderen getuigt van meer respect. • Topless vergaderen is alleen interessant voor de interne vergaderingen. • Bij een topless vergadering las je het beste een extra pauze in.

In

ki

3.2 De logistieke ondersteuning van een interne vergadering

c Welke deelnemers mogen wel elektronische apparatuur gebruiken? Verklaar.

180


OPDRACHT 16 a Ontwerp met een programma naar keuze een wegwijzer naar (vergader)lokaal nr. X in je school. Veronderstel dat je de wegwijzer aan de ingang van je school plaatst.

aa

Tip: als je wegwijzers gaat gebruiken, voorzie er dan voldoende.

r

Hou rekening met: • een gepaste lay-out (pijlpunt in de juiste richting); • naam van de vergadering op de pijl.

b Zowel de deelnemers als de organisatoren dragen vaak een badge om zich kenbaar te maken. Bij kleine, interne vergaderingen komt dat minder voor.

REFLECTIE

em

pl

Ontwerp in een tekstverwerkingsprogramma een badge voor jezelf van 7 cm bij 4,5 cm. Zet je naam horizontaal en verticaal in het midden van de badge. Onder je naam zet je ‘Leerling 4 (klas)’. Voorzie ook het logo van de school. Print je badge op een etiket. Zorg voor een professionele opmaak.

ex

a Wat vond je moeilijk aan dit hoofdstuk?

jk

b Zou jij het zien zitten om als verantwoordelijke in een bedrijf te functioneren om vergaderzalen op regelmatige basis klaar te zetten? Motiveer je antwoord.

Criteria

Ik kan in mijn eigen woorden vertellen wat de logistieke voorbereiding van een vergadering inhoudt.

In

Ik kan een vergadermap samenstellen. Ik kan een wegwijzer maken. Ik kan een badge maken. Ik kan een vergaderruimte klaarzetten voor een geplande vergadering.

3.2 De logistieke ondersteuning van een interne vergadering

ki

Beheers je de leerstof uit dit hoofdstuk voldoende? Plaats een vinkje in de juiste kolom.

181


3.3 Het onthaal INFO

aa

OPDRACHT 17 Uit welke fasen bestaat het onthaal meestal? a Bekijk het filmfragment bij het onlinelesmateriaal.

r

Iemand goed onthalen is van onschatbare waarde. Het eerste contact bepaalt namelijk meteen de indruk die iemand van het bedrijf krijgt. ‘Je krijgt maar één kans voor een eerste indruk’, zegt men weleens.

pl

b Lees de tekst en vul de ontbrekende woorden in. Noteer boven elke alinea een gepaste titel. Zo ken je meteen de mogelijke onthaalfasen. 1 vriendelijk te 2

em

Als iemand bij een onthaaldesk komt, is het aan de onthaalbediende om de bezoeker .

De onthaalbediende of een medewerker vraagt waarmee hij de bezoeker

ex

3

.

Enkele bezoekersgegevens worden genoteerd in een bezoekersregister: zijn/haar naam of

, naam en

van de

contactpersoon, uur van de afspraak en aankomst en tot slot de

jk

van de bezoeker. Eventueel ontvangt de bezoeker een

.

4

ki

De onthaalbediende verwittigt de

. Afhankelijk van zijn/haar

antwoord stuurt hij/zij de bezoeker door, laat hem even .

In

maakt een nieuwe

of

5

De onthaalbediende neemt op een gepaste manier

. Dat kan

door een vriendelijke blik, een hoofdknik of een kort zinnetje.

3.3 Het onthaal

Bij het buitengaan vraagt hij/zij aan de bezoeker of die zich wil uitschrijven. Dat houdt

182

in: en

.


ANALYSE BEGROETING

+

OOGCONTACT

+

GLIMLACH

=

r

SUCCESVOL AANSPREKEN!

aa

OPDRACHT 18 Bij het onthaal van de deelnemers aan een vergadering dient de onthaalbediende met heel wat zaken rekening te houden opdat alles vlot zou verlopen. Zoek een passend antwoord op de volgende vragen.

pl

a Wat is het belang van een aanwezigheidslijst bij een vergadering? 1

em

2

ex

b Een aanwezigheidslijst kan op papier maar ook digitaal bijgehouden worden. Welke informatie over de deelnemer wordt meestal genoteerd?

jk

c Waaruit bestaan de taken van een onthaalbediende of een administratief medewerker bij het binnenkomen van de deelnemers?

In

ki

d Sommige deelnemers komen te laat. Hoe onthaal je die deelnemers op een gepaste manier?

e De volgende omgangsvormen zijn heel belangrijk:

Illustreer bovenstaande termen met een voorbeeld uit een onthaalsituatie. Werk dat uit in een tekstverwerkingsdocument en bewaar het als ‘Omgangsvormen aan het onthaal’.

3.3 Het onthaal

de begroeting – de glimlach – zich verontschuldigen – taalgebruik – tutoyeren – persoonlijke uitstraling – goed voorkomen

183


f Wanneer een vergadering plaatsvindt waarbij heel wat externen zijn betrokken, kunnen zij te vroeg aanwezig zijn. Je laat ze dan wachten in een wachtruimte. Wat zou er in een wachtruimte aanwezig moeten zijn opdat ze ideaal is ingericht voor bezoekers?

aa

r

g Het onthaal kan gedeeltelijk of volledig digitaal gebeuren. Bekijk de video over digitaal onthaal bij het onlinelesmateriaal. • Wat is het voordeel van een digitaal onthaal?

pl

• Wat is een erg belangrijk nadeel van digitaal onthaal?

KERNLEERSTOF

em

h Een extra opdracht vind je bij het onlinelesmateriaal.

ex

1 Een eerste indruk is belangrijk • Als onthaalbediende ben je het uithangbord van de onderneming. Zorg ervoor dat je een goede eerste indruk nalaat. • Je spreekt iemand aan met de u-vorm. Gebruik de juiste naam en titel. • Reageer klantvriendelijk en beleefd. Dat versterkt het imago van de organisatie. Geef elke bezoeker het gevoel dat hij welkom is.

3.3 Het onthaal

In

ki

jk

2 Het onthaal Bij het onthaal van de vergaderleden let je erop dat je: • naar de naam en het bedrijf van de bezoeker vraagt; • de vergadermap bezorgt; • de bezoeker een badge meegeeft; • de aanwezigheidslijst bijhoudt; • de personen aan elkaar voorstelt en hen eventueel een drankje aanbiedt; • de vestiaire aanwijst; • eventuele laatkomers bij de ingang opvangt.

184


ONDERWEG OPDRACHT 19 Twee tegen allen ... Ja, je hebt het goed gelezen. Wie gaat de uitdaging aan? Nog enkele instructies:

pl

aa

r

• Verdeel de klas in ploegen. Elke ploeg telt twee leerlingen. • Er is meer dan één quizmaster ... • Elke ploeg krijgt één vraag en het bijbehorende antwoord van de leerkracht. Deze twee leerlingen gaan vooraan in de klas staan en stellen hun vraag. • Elke ploeg noteert het antwoord op een antwoordenblad. • Nadat alle ploegen hun antwoord hebben genoteerd, overloop je de antwoorden in een klasgesprek. Aan de hand van je correctiesleutel ken je punten toe. Je ploeggenoot noteert de score op het scorebord. • Op elke vraag kan je twee punten verdienen. • Misschien is er voor de winnende ploeg wel een kleine beloning ...

Attitudes

em

Doe wel degelijk je best, want tijdens deze quiz zal je leerkracht een aantal attitudes evalueren. Nadien geef je ook jezelf en je ploegmaat een score. Denk eraan: eerlijk duurt het langst. Score toegekend door jezelf je ploegmaat je leerkracht

ex

Je let op een correct taalgebruik. Je blijft bij het onderwerp. Je zorgt voor orde en discipline. Je werkt nauwkeurig. Mijn sterke punten zijn

jk

Mijn werkpunten zijn

ki

Mijn werkpunten ga ik verbeteren door

In

Het scorebord kan er als volgt uitzien: Score 1

Score 2

Score 3

Score 4

Score 5

Score 6

Score 7

Score 8

Score 9

Score 10

Totaal

Ploeg 1 Ploeg 2 Ploeg 3 Ploeg 4

Ploeg 6 Ploeg 7 Ploeg 8 Ploeg 9

3.3 Het onthaal

Ploeg 5

Ploeg 10

185


1 Waarom wordt er een lijst met de verwachte vergaderleden opgemaakt? 2 Welke kleine benodigdheden moeten in het lokaal – buiten het presentatiemateriaal – zeker nog aanwezig zijn? Geef er vier. 3 Waarom organiseer je een pauze beter in een ander lokaal? 4 Welke benodigdheden heb je nodig tijdens de pauze? Noem er vier.

r

5 Een vergadering op het einde van de werkweek kan zowel voordelig als nadelig zijn. Verklaar.

aa

6 Wanneer er een vergadering met externen plaatsvindt, krijgen de deelnemers vaak een badge met daarop hun naam. Welke twee gegevens staan er op dat kaartje meestal nog vermeld?

pl

7 Hoe komt het dat sommige vergaderingen buiten het bedrijf gehouden worden?

8 Vaak is er voor elke deelnemer een vergadermap voorzien. Noem vier

em

verschillende documenten die hierin aanwezig kunnen zijn. 9 Noem vier elementen die in een verslag moeten staan. 10 En nu … een praktische proef.

Als de deelnemers op de plaats van de vergadering aankomen, is het handig dat ze pijltjes naar de zaal zien staan. Ontwerp een pijl die je ter

ex

plaatse gemakkelijk kunt aanpassen om de richting ‘links’ of ‘rechts’ aan

3.3 Het onthaal

In

ki

jk

te duiden. Met een beetje creativiteit lukt dit je wel …

186


pl

Jullie organiseren nu een voorbereidende vergadering.

aa

r

OPDRACHT 20 En nu het grote werk … Leerlingen van de 2de graad gaan gedurende één schoolweek (van 10 mei tot 15 mei) naar een kampplaats in Spa. In de jeugdlokalen waar ze verblijven, is er een keuken en het nodige kook- en eetgerei. Een bakker en een slager zijn in de buurt. Er zijn 30 deelnemers en elke deelnemer betaalt 90 EUR. Jullie leerkrachten staan in voor de invulling van de dagen. De kookouders zullen het eten maken, maar jullie moeten zeggen wanneer ze wat moeten klaarmaken. Zij zullen ook de afwas doen. De tafel dekken en afruimen is jullie taak.

em

Doel van de vergadering: • Maaltijden regelen en gezonde voeding promoten. • Zijn er genoeg mensen om te koken? • Eten aankopen (Waar? Wie? Hoe? Wat? Wanneer?).

ex

Op het einde van de vergadering moet het volgende op papier staan: • Waar ga je het eten kopen? • Wie gaat er koken? Wie zal contact opnemen met die mensen? • Wanneer wordt alles aangekocht? • Wat wordt er klaargemaakt? • Wanneer eten we wat? Wie dekt de tafel en wie ruimt af?

In

ki

jk

Opdracht: • De secretaris/secretaresse stuurt de uitnodiging naar de deelnemers en bereidt alles grondig voor. • De deelnemers bereiden zich voor en brengen de agenda en de uitnodiging mee. • Aanwezigheidslijst opstellen. • De logistieke ondersteuning voor het kamp voorbereiden. • De notulist stuurt een verslag naar de deelnemers.

3.3 Het onthaal

Praktische werkwijze: • Je verdeelt je klas in groepjes van twee. Elk groepje neemt een of meerdere taken voor zijn rekening. Bij het onlinelesmateriaal vind je een to-dolijst die je helpt bij de verdeling van de taken. Waarvoor ben jij verantwoordelijk?

187


REFLECTIE Wat vond je moeilijk aan dit hoofdstuk?

Beheers je de leerstof uit dit hoofdstuk voldoende? Plaats een vinkje in de juiste kolom. Criteria

r

Ik kan het onthaal van de vergaderleden verzorgen.

pl

DOCUMENTATIE- EN ACTUALITEITSMAP

aa

Ik kan minimaal vijf tips geven om bezoekers klantvriendelijk te onthalen.

3.3 Het onthaal

In

ki

jk

ex

em

Aan het einde van het schooljaar organiseren jullie voor je leerkrachten een etentje in een grootstad. Elke deelnemer betaalt zijn eigen rekening. Zit met enkele leerlingen in een of meerdere groepjes samen en bereid dit voor: wat, waar, wanneer ... Je bezorgt de leerkrachten op een correcte manier een uitnodiging met een stadsplannetje, een naamkaartje en een menu van de eetgelegenheid.

188


In

ki

jk

ex

em

pl

aa

r

4 a m e h T

n e g n i s t a a l p r e V


r aa pl em

THEMA 4: Verplaatsingen Wat ga je leren?

In

ki

jk

ex

• Een reisroute uitstippelen, ook via een routeplanner. • Een trein-, vlieg-, hotel- of restaurantgids raadplegen. • Een taxi, hotel, restaurant bespreken.


4.1 Het uitstippelen van een reisroute INFO

Één tot enkele keren per week

Dagelijks

aa

Één tot enkele keren per maand

em

ex

Auto Trein Bus (De Lijn, MIVB of TEC) Tram (De Lijn, MIVB of TEC) (Pre)metro (De Lijn, MIVB of TEC) Snor-/bromfiets Motor (Elektrische) fiets Taxi Vliegtuig

Één tot enkele keren per jaar

pl

Nooit of minder dan één keer per jaar

r

OPDRACHT 1 Om je te verplaatsen zijn er heel wat mogelijkheden: te voet, per (brom)fiets, auto … Mensen willen snel ter plaatse zijn en denken vaak dat de auto het meest geschikte vervoermiddel is, dikwijls met de bekende files als gevolg. Duid voor elk vervoermiddel aan hoe vaak jij of je ouders er gebruik van maken.

jk

a Welk vervoermiddel wordt het meest gebruikt door jullie?

ANALYSE OPDRACHT 2 Hoe rij je het best naar je bestemming, welke afstand moet je afleggen, wat zal de vermoedelijke reistijd zijn? Dat kom je te weten met een aantal online routeplanners en reiswegen. Ook voor een rit naar een bestemming in een bepaalde stad kan een routeplanner je helpen.

4.1 Het uitstippelen van een reisroute

In

ki

b Draagt jullie verplaatsingsgedrag bij tot een beperking van de dagelijkse files? Als dat niet het geval is, hoe zou je je verplaatsingen dan anders kunnen aanpakken?

191


jk

ex

em

a Uit welke belangrijke onderdelen bestaan de afbeeldingen?

pl

aa

r

Bekijk de volgende afbeeldingen en beantwoord de bijbehorende vragen.

4.1 Het uitstippelen van een reisroute

In

ki

b Verklaar de volgende symbolen:

192

c Verwerk de volgende opdracht in een powerpointpresentatie. Op het internet kan je voor een aantal transportmiddelen reisroutes of uurregelingen vinden. Zoek per vervoermiddel: • een of meerdere websites voor auto, trein, bus, vliegtuig en boot; • de voordelen; • de nadelen. Zorg voor een openingsdia, gepaste titels en structuur. Hou rekening met een professionele opmaak/lay-out. Bewaar je resultaat als ‘Voor- en nadelen vervoermiddelen’.


OPDRACHT 3 Om snel ter plaatse te geraken, wordt vaak gebruikgemaakt van een navigatiesysteem, een gps. a Waarvan is gps de afkorting?

aa

r

b Een gps wijst je niet alleen de weg. Welke mogelijkheden biedt een gps nog? Raadpleeg eventueel een handleiding (al dan niet op het internet).

c Er zijn al gratis navigatie-apps beschikbaar voor je smartphone. Denk maar aan Waze en Google Maps. Wat is het verschil tussen Waze en Google Maps? Waze

© Augustine Bin Jumat / Shutterstock.com

jk

ex

em

© Yaoinlove / Shutterstock.com

pl

Google Maps

ki

OPDRACHT 4 Stippel de reisroute uit van je school naar de Grote Markt in Brussel. Gebruik hiervoor www.routenet.be en www.mappy.be.

b Hoeveel kilometer bedraagt de reisweg? c Wat is de huidige prijs van: • diesel per liter: • benzine per liter: d Bereken de kostprijs van het brandstofverbruik als je auto 6,25 l/100 km verbruikt. • diesel: • benzine:

4.1 Het uitstippelen van een reisroute

In

a Print de reisweg.

193


OPDRACHT 5 De directeur van je school heeft donderdag aanstaande om 11.00 uur een afspraak in het Flanders Expo Center te Gent. a Stippel de kortste reisroute uit. Die bedraagt

km.

Je directeur zal

minuten onderweg zijn.

b Stippel de snelste reisroute uit. Die bedraagt

km. minuten onderweg zijn.

aa

r

Je directeur zal

KERNLEERSTOF

pl

1 De keuze Een vervoermiddel kies je in functie van: de afstand, de bestemming, de beschikbaarheid, de reistijd, de bagage en de prijs.

em

2 De reisweg • Om een reisweg per auto uit te stippelen gebruiken we een routeplanner in kaartvorm of een routeplanner op het internet. • Een navigatiesysteem (gps) of een navigatieapp op je smartphone kan je daarbij ook van dienst zijn.

ki

jk

ex

3 Soorten • Voor internationale verplaatsingen neem je het vliegtuig. • Als de afstand slechts enkele honderden kilometers bedraagt, kan je het best de auto of de trein nemen. • Bus, tram, metro of auto gebruik je als je je binnen een beperkte regio moet verplaatsen. • Toeristen verplaatsen zich soms per ferry/boot.

4.1 Het uitstippelen van een reisroute

In

ONDERWEG

194

OPDRACHT 6 a Welke weg moet je directeur volgen vanuit Brussel naar: • Ronse; • Durbuy; • Mons; • Nieuwpoort? b Hoeveel kilometer is dit telkens?


c Noteer de wegnummering en de belangrijkste steden per trip. Gebruik hiervoor een wegenkaart of een routeplanner. Maak deze opdracht in een Word-document en druk af.

aa

r

OPDRACHT 7 De aankoopdirecteur van een bedrijf uit Tongeren heeft volgende week maandag om 14.00 uur een afspraak bij een zusterbedrijf in Oostende. Door onvoorziene omstandigheden is zijn bedrijfswagen niet beschikbaar en moet hij een auto huren.

pl

a Welk soort wagen huur je? Waarom?

b Zoek twee verhuurbedrijven van auto’s in de buurt van Tongeren. Soort wagen

Prijs

ki

jk

ex

em

Verhuurbedrijf

REFLECTIE

Beheers je de leerstof uit dit hoofdstuk voldoende? Plaats een vinkje in de juiste kolom. Criteria Ik kan een reisroute uitstippelen, ook aan de hand van een routeplanner.

4.1 Het uitstippelen van een reisroute

In

Wat vond je moeilijk aan dit hoofdstuk?

195


4.2 Raadplegen van een trein- en een vliegtuiggids INFO OPDRACHT 8 Op het treinperron zie je het volgende informatiebord. Wat betekent de informatie op het bord?

r

• Poperinge:

aa

• 09:12: • +0H15: • IC:

pl

• Deze trein stopt in:

em

ANALYSE

ex

OPDRACHT 9 Om naar het buitenland te reizen nemen passagiers vaak de trein naar de luchthaven. Vul voor de heenreis de tabel aan met een passende trein. Je vertrekt bij een station in jouw buurt tot in Zaventem. Om 12.00 uur ’s middags dien je ten laatste aan te komen. Raadpleeg de site van de NMBS. Sta�on

Van

Reis�jd

Overstap

jk

Naar

Tijd

b Welke andere vervoermiddelen kan je nog gebruiken om ter plaatse te geraken?

In

4.2 Raadplegen van een trein- en een vliegtuiggids

ki

a Welke factoren spelen een rol bij de keuze van de treinreis?

196

c Welke redenen kunnen er zijn om een alternatief vervoermiddel te kiezen?

Prijs


OPDRACHT 10 Welke factoren spelen een rol bij de keuze van de trein als vervoermiddel? Markeer ze hieronder.

overstappen prijs bagage

het weer

reistijd

heel comfortabel, ook in de spitsuren

aa

r

bestemming

pl

OPDRACHT 11 Hieronder vind je een treinticket. Begrijp je alle gegevens die op het ticket staan? Laten we het even checken. Vervolledig onderstaand schema zo snel mogelijk door de verschillende onderdelen te benoemen.

1 2

em

7

6

5

8

3

1

In

2 3 4 5 6 7 8 9

9

4.2 Raadplegen van een trein- en een vliegtuiggids

ki

jk

Š canyalcin / Shutterstock.com

ex

4

197


OPDRACHT 12 a Ga naar de website van de NMBS of werk via Google om de volgende opdrachten op te lossen. Soorten treinen

Verklaring

IC-treinen

r

L-treinen

aa

S-treinen P-treinen

pl

EXT-treinen

C

ex

A

em

b Bij het onlinelesmateriaal vind je een link naar de lijnfolders van de NMBS. Kies een lijn en raadpleeg de tabel met de conventionele tekens. Noteer de verklaring bij de symbolen.

jk

1 ... 7

• Hoeveel rechtstreekse treinen vertrekken er in Brussel-Centraal naar Oostende op een weekdag tussen 8.00 uur en 12.00 uur?

In

4.2 Raadplegen van een trein- en een vliegtuiggids

ki

c Beantwoord de volgende vragen aan de hand van het uurrooster van de spoorwegen dat je op de website vindt.

198

• Ik vertrek op een weekdag rond 12.30 uur in Brussel-Centraal. Hoelang ben ik ongeveer onderweg naar Oostende? • Ik vertrek rond 14.00 uur in Sint-Niklaas. Hoe laat kom ik aan in Blankenberge?


• Om hoe laat vertrekt in Mechelen de laatste trein naar Gent?

r

d Er zijn heel wat abonnementen voor jongeren, volwassenen en senioren. Je kan ze zelfs combineren met bus, metro en tram. Er bestaan zelfs speciale tickets voor vrije tijd en uitstapjes. Benieuwd? Bij het onlinelesmateriaal vind je hierover een bijkomende oefening.

aa

e Je kan ook een hogesnelheidstrein nemen. Naar welke landen van Europa rijden welke treinen vanuit België? • •

pl

em

OPDRACHT 13 Lange afstanden worden vaak per vliegtuig afgelegd. Dat neemt meestal minder tijd in beslag.

ex

a België heeft zes luchthavens voor personenvervoer. Zoek op het internet waar ze gevestigd zijn.

b Zaventem is onze grootste luchthaven. Waarom kiezen passagiers soms voor de andere luchthavens?

In

OPDRACHT 14 Elke luchthaven heeft een eigen identificatiecode. Je vindt die dikwijls terug wanneer je dienstregelingen raadpleegt. Bij het onlinelesmateriaal vind je een link naar die IATA-codes. Welke code hoort bij de volgende luchthavens? Code

Luchthaven

Code

Luchthaven

Antwerpen-Deurne

Rome Fiumicino

Izmir

Londen City

Nice

Wenen

4.2 Raadplegen van een trein- en een vliegtuiggids

ki

jk

c Hoe weet je welke vliegtuigmaatschappijen op welke luchthavens vliegen?

199


OPDRACHT 15 Een dienstregeling van vluchten vind je online in een tijdstabel (timetable) of flight schedules. Op de website van Brussels Airport kan je de actuele aankomst- en vertrekuren van de vluchten raadplegen. Raadpleeg de site van Brussels Airport via het onlinelesmateriaal en zoek een antwoord op de volgende vragen.

aa

b Welke maatschappijen vliegen vanuit Brussel naar Athene?

r

a Wanneer vertrekt de eerstvolgende vlucht naar Malaga Costa del Sol?

pl

c Op welke dagen is er geen vlucht naar Basel (Zwitserland)?

ex

em

d Na het zoeken van een vlucht naar Rome krijg ik de volgende informatie:

• Hoelang duurt de heenvlucht?

jk

• Hoelang duurt de terugvlucht?

Lijnvlucht:

In

4.2 Raadplegen van een trein- en een vliegtuiggids

ki

OPDRACHT 16 Luchtvaartmaatschappijen hebben lijn- en chartervluchten. Wat is het verschil?

200

Chartervlucht:


OPDRACHT 17 a Hieronder vind je een e-ticket (vliegticket) en een boarding pass (instapkaart). • Wat is het verschil tussen beide documenten? E-ticket:

• Is er bij dit e-ticket een overstap voorzien? Verklaar.

aa

r

Boarding pass:

PASSAGIER MARIEKE SUNT

em

REISSCHEMA

pl

A STAR ALLIANCE MEMBER

VLUCHT 1 Vlucht

Frequent flyer status

Base-Melber

SERVICE CENTRE

SN3703 Van

Brussel (BRU) Brussels Airport naar

+32 (0)2 723 23 62

Barcelona (BCN)

Contactpagina

brusselsairlines.com/contact

Barcelona – El Prat Airport

jk

Telefoonnummer

ki

EXTRA DIENSTEN Vooraf gereserveerde stoel

DOCUMENT

Vertrekdatum

Vertrektijd

30 juli 2019

13:10

Laatste check-in - 12:30 Aankomstdatum

Aankomsttijd

30 juli 2019

15:10

Reisklasse

Status

YOII08

Light&Relax (L)

Bevestigd

Ticketnummer

0822177601769

Vlucht uitgevoerd door

in naam van

Uitgegeven op

16/12/2018

BRUSSELS AIRLINES

Uitgegeven door

BRUSSELS AIRLINES

Niet geldig voor

Niet geldig na

Plaats van afgifte

BRUSSELS

30 juli

30 juli

Pagina

1 of 5

De aangeduide tijdstippen zijn lokale tijdstippen

In

Reservatienummer

4.2 Raadplegen van een trein- en een vliegtuiggids

LH

ex

Frequent flyer number

201


b Begrijp je alle gegevens die op de instapkaart staan? • Markeer de verschillende onderdelen:

pl

aa

r

bestemming – nummer gate – naam van de vliegtuigmaatschappij – zitplaats – vluchtnummer

em

• Wat is het nut van een QR-code op de boarding pass?

c In een vliegtuig heb je verschillende klassen. Vervolledig onderstaande tabel.

ex

Klasse First class

jk

Business class

In

4.2 Raadplegen van een trein- en een vliegtuiggids

ki

Economy class

202

OPDRACHT 18 Verklaar de symbolen op de afbeelding.

Verklaring


KERNLEERSTOF

aa

r

1 Reizen per trein • Met de trein reizen biedt tal van voordelen: de korte voorbereidingstijd, files vermijden, mogelijkheid om te werken op de trein, geen bagagebeperkingen, lagere prijs. Je kan ook in eerste klasse rijden. Dat biedt je meer comfort. • NMBS staat voor Nationale Maatschappij voor de Buurtspoorwegen. • Ze bieden jou op papier of digitaal downloadbare brochures met dienstregelingen aan. • Een treinticket kan je elektronisch aankopen en afdrukken. Je kan je ticket zelfs aan je ID-kaart koppelen. • Je kan internationaal reizen via de Thalys, de TGV (HST) en de Eurostar. Ook hier bestaan verschillende tarieven.

In

ONDERWEG

OPDRACHT 19 a Stel dat je met de trein een uitstap wil maken naar Brugge en je wil opzoeken wanneer je moet vertrekken, wanneer je aankomt, hoeveel het je zal kosten. Zoek het stap voor stap op het internet op. • Stap 1: je gaat naar de NMBS routeplanner via het onlinelesmateriaal. Je vertrekt in Oostkamp en je wil ’s middags in Brugge aankomen. • Stap 2: je vult het zoekvenster als volgt in: Van: Oostkamp Naar: Brugge

4.2 Raadplegen van een trein- en een vliegtuiggids

ki

jk

ex

em

pl

2 Reizen per vliegtuig • Zaventem is de nationale luchthaven van België. Verschillende maatschappijen vertrekken en landen er. • Via de dienstregeling (timetable of flight schedule) kan je online de vluchturen van vertrek en aankomst raadplegen. Een vluchtvergelijker selecteert de vluchten op basis van de prijs. • Er bestaan lijn- en chartervluchten. • Een vliegtuigticket (e-ticket) wordt via een reisbureau of elektronisch besteld. Daarmee reserveer je je vlucht. De prijs is onder andere afhankelijk van de klasse waarin je vliegt: - first class (heel duur en voor lange vluchten); - business class (ook nog duur); - economy class (normale prijs). • Ongeveer een dag voor vertrek kan je online inchecken en een instapkaart (boarding pass) ontvangen (op papier, digitaal of mobiel). Je kan die ook bekomen op de dag van vertrek aan de incheckbalie in de luchthaven van vertrek. Als je je bagage nog niet online hebt ingecheckt, kan je dat ook daar nog doen.

203


aa

r

• Stap 3: je klikt onderaan op ‘Dienstregeling & tickets kopen’. Je scherm kan er ongeveer zo uitzien:

Nu weet je dat je met een rechtstreekse verbinding om 11.27 uur of 12.27 uur in Brugge zal aankomen. Je hoeft niet op een andere trein over te stappen.

pl

• Stap 4: klik op ‘Details reis & reisweg op kaart’ voor meer informatie over de door jou gekozen reisweg. Je kan momenteel ook kiezen om een tekstversie weer te geven. Selecteer die keuze. • Stap 5: hoeveel kost een standaardbiljet voor een volwassene heen en terug in:

em

1ste klasse: 2de klasse:

ex

b Je leerkracht gaat volgende week donderdag een nascholing volgen in Roosendaal (Nederland). De les start om 10.00 uur. Hij/zij vertrekt per trein (2de klasse) vanuit Brussel-Centraal. Om hoe laat neemt hij/zij het best de trein? Vul de volgende tabel in. Station

Tijd

Reistijd

Overstap

Prijs

jk

Van

OPDRACHT 20 Je vertrekt vanuit je school naar een zakelijke bijeenkomst. • Welke trein moet je nemen (met eventuele overstappen)? • Hoeveel kost de reis in 1ste en in 2de klasse?

In

4.2 Raadplegen van een trein- en een vliegtuiggids

ki

Naar

Bestemming

13.00 uur Antwerpen 09.30 uur Brussel 11.00 uur Oostende 10.30 uur Luik 14.00 uur Ciney

204

Vertrekuur en eventuele overstappen

Prijs 1ste klasse

Prijs 2de klasse


OPDRACHT 21 Raadpleeg de website van Brussels Airlines en los de volgende opdrachten op. a Welke elementen worden er vermeld in een timetable van een luchtvaartmaatschappij?

• Wat zijn de vertrek- en aankomsturen? Brussel – Barcelona: Barcelona – Brussel:

pl

• Wat is de prijs van je citytrip in economy class?

aa

r

b Je wil met twee volwassenen in juli een citytrip van 4 dagen naar Barcelona maken. Je bepaalt zelf de datum van vertrek en terugkomst.

Terug:

4.2 Raadplegen van een trein- en een vliegtuiggids

In

ki

jk

ex

Heen:

em

• Wat zijn de vluchtnummers? Die zijn meestal een half jaar op voorhand bekend.

205


OPDRACHT 22 Lara Bavier gaat volgende week (dag zelf te kiezen) voor haar werk naar een congres in Kopenhagen. Ze blijft daar overnachten in ‘Copenhagen GO Hotel’. Ze vertrekt van bij haar thuis: Mechelsesteenweg 200 in Herent (Leuven). Ze neemt een laptop en één koffer mee. a Werk een powerpointpresentatie uit waarin het volgende voorkomt:

pl

aa

r

• een openingsdia (naam, klas, titel: verplaatsing, datum); • dia 1: vervoer thuis (Herent) naar luchthaven Zaventem + routeplan met wegbeschrijving; • dia 2: datum, bestemming, vluchtnummer heen, uur van vertrek en aankomst, prijs; • dia 3: verplaatsing naar het hotel en prijs hotel (één overnachting) + de volgende dag retour naar luchthaven; • dia 4: datum, bestemming, vluchtnummer terug, uur van vertrek en aankomst, prijs; • dia 5: vervoer Zaventem naar Lara thuis + routeplan met wegbeschrijving. b Bewaar je presentatie als ‘Vervoer Kopenhagen’.

em

c Vergelijk je resultaat met een klasgenoot en verbeter waar nodig.

Tip: bij het onlinelesmateriaal vind je nog een aantal extra opdrachten bij hoofdstuk 4.2.

ex

REFLECTIE

Wat vond je moeilijk aan dit hoofdstuk?

jk

Beheers je de leerstof uit dit hoofdstuk voldoende? Plaats een vinkje in de juiste kolom. Criteria

Ik kan de dienstregeling voor vluchten (online) raadplegen.

In

4.2 Raadplegen van een trein- en een vliegtuiggids

ki

Ik kan (online) een treingids gebruiken.

206


4.3 Het bespreken van een taxi, een hotel of een restaurant en het raadplegen van hotel- en reisgidsen INFO

• Welke ervaring (positief/negatief) heb je met taxi’s en/of openbaar vervoer? • Waarom ga je wel of niet graag op restaurant? • Wat vind je leuk aan het overnachten in een hotel?

4.3 Het bespreken van een taxi, een hotel of een restaurant en het raadplegen van hotel- en reisgidsen

In

ki

jk

ex

em

pl

aa

r

OPDRACHT 23 Wat is de link tussen de afbeeldingen en de titel van het hoofdstuk?

207


ANALYSE OPDRACHT 24 Je moet van de ene kant van de stad naar de andere. Welk vervoermiddel kies je? Openbaar vervoer of taxi? a Lees de volgende tekst en zoek een antwoord op de vragen. Taxi nemen in België

aa

r

Veel mensen die in de stad wonen, hebben geen auto. Dan ben je aangewezen op andere mogelijkheden om je te verplaatsen. Dat kan de bus of de trein zijn, maar er rijden ook taxi’s … Is dat eigenlijk een goed idee? In België is een taxi nemen erg duur. Daarom wordt het weinig gedaan. Er is ook weinig informatie die aangeeft waar je aan toe bent als je een taxi neemt.

pl

Wist je dat …?

em

een taxi moet uitgerust zijn met een meter die automatisch de prijs berekent; je een ‘instapprijs’ betaalt. Dat is een prijs die al gerekend wordt van zodra je instapt; een taxi overdag goedkoper is dan ’s nachts; de prijs per kilometer wordt bijgeteld bij de instapprijs; de prijs per kilometer kan verschillen binnen een zone en erbuiten. Bijvoorbeeld binnen de stad en erbuiten; • je erkende taxi’s in de stad en aan het station vindt; • je wachtgeld betaalt; dat is een kost per minuut wanneer de taxi stilstaat bij lichten of in de file.

ex

Bron: http://allesovercenten.be

Zoek minimaal drie voor- en nadelen bij het gebruik van een taxi of het openbaar vervoer.

jk

Voordelen

Taxi

In

ki

4.3 Het bespreken van een taxi, een hotel of een restaurant en het raadplegen van hotel- en reisgidsen

• • • • •

208

Openbaar vervoer

b Een extra opdracht vind je bij het onlinelesmateriaal.

Nadelen


OPDRACHT 25 Als je op (zaken)reis gaat naar het buitenland, moet je meestal ook ergens overnachten. a Welke factoren spelen een rol bij de keuze van een hotel? b Wat bepaalt het aantal sterren van een hotel? Noteer telkens één belangrijk kenmerk. 

  

pl

c Op welke manieren kan je een hotel boeken?

aa

r



em

d Welke sites kan je gebruiken om een hotel te reserveren?

ex

f Hoe wordt er meestal betaald?

ki

jk

g Ook www.tripadvisor.be is bekend bij het boeken van hotels en restaurants. Wat is er typisch aan deze website?

OPDRACHT 26 Zoek op het internet de website van het Hilton-hotel in Antwerpen.

In

a Hoeveel sterren heeft dit hotel? b Welke faciliteiten biedt dit hotel? c Welke kamertypes zijn er in dit hotel?

d Bij het onlinelesmateriaal vind je nog een aantal extra opdrachten over het bespreken van hotels.

4.3 Het bespreken van een taxi, een hotel of een restaurant en het raadplegen van hotel- en reisgidsen

e Welke gegevens vermeld je als je een hotelkamer reserveert?

209


OPDRACHT 27 Je kan voor verschillende soorten maaltijden op restaurant gaan. • Wanneer wordt het aangeboden? • Wat wordt er aangeboden? Raadpleeg eventueel Wikipedia voor bijkomende informatie. Maaltijd

Tijdstip

Wat?

r

(kan per restaurant afwijken)

aa

Ontbijt

pl

Brunch

em

Lunch

ex

jk

OPDRACHT 28 Junkfood … lekker? Het kan ook anders. Heel wat mensen houden van een lekker etentje. a Noteer drie voorbeelden van online restaurantgidsen.

ki

4.3 Het bespreken van een taxi, een hotel of een restaurant en het raadplegen van hotel- en reisgidsen

Diner

In

b Noteer drie apps om beoordelingen over een restaurant te raadplegen of om een restaurant te reserveren.

210

c Welke informatie zou jij doorgeven als je een restaurant wil reserveren voor bijvoorbeeld 6 personen?


OPDRACHT 29 Dromen jij of je ouders ervan om eens in een echt sterrenrestaurant te eten? Heel wat kwalitatieve bistro’s en restaurants vind je in de gids ‘GaultMillau’ en/of de ‘Michelingids’. Elke eetgelegenheid krijgt een kwalitatieve beoordeling toegekend door een onbekende jury die onaangekondigd op enkele momenten tijdens het jaar komt eten.

4.3 Het bespreken van een taxi, een hotel of een restaurant en het raadplegen van hotel- en reisgidsen

In

ki

jk

ex

em

pl

aa

r

• Hieronder vind je een weergave van de iconen die ze gebruiken in hun gids.

211


em

ex

a Wanneer zijn de sluitingsdagen (diner) in Hof van Craynbergh?

jk

b Maak de juiste keuze:

Hof van Craynbergh

c Hoeveel ‘koksmutsen’ heeft het Hof van Craynbergh gekregen? Wat betekent dat?

In 212

Ja

Is er een privéparking? Kan je je maaltijd nuttigen op een terras of in de tuin? Is het restaurant gemakkelijk toegankelijk voor mindervaliden? Zijn er honden toegelaten?

ki

4.3 Het bespreken van een taxi, een hotel of een restaurant en het raadplegen van hotel- en reisgidsen

pl

aa

r

• De volgende afbeelding is een pagina uit de gids waarin een restaurant wordt beoordeeld.

d Zoek in de online Michelin Gids waar er een (sterren)restaurant in je buurt is. e Welke beoordeling krijgt het etablissement? f Wat is de gemiddelde prijs voor een diner?

Nee


KERNLEERSTOF 1 Een taxi nemen De taxi is een handig vervoermiddel van en naar de luchthaven en in drukke steden. Het tarief is wettelijk vastgelegd. Alle elementen van het tarief worden weergegeven op de taximeter. Je kan verschillende betaalmiddelen gebruiken.

ki

jk

ex

3 Boekingsites gebruiken • Via boekingsites kan je snel en gemakkelijk een geschikt hotel, restaurant of vliegtuigticket zoeken. Vergelijk de verschillende sites waarop je kan boeken. De boeking wordt dan elektronisch verder afgehandeld. • Documenten zoals vliegtuigtickets, hotelvouchers … worden vervangen door een reservatienummer. Met die nummers kan je terecht bij de respectievelijke incheckbalies.

ONDERWEG

In

OPDRACHT 30 Taxi's worden voornamelijk uitgebaat door privébedrijven, maar er gelden algemene regels voor taxi's. Taxibedrijven moeten zich bijvoorbeeld aan de wettelijk opgelegde maximumtarieven houden. De kilometerprijs wordt aangerekend vanaf het vertrek bij de klant tot de aankomst op de bestemming. a Bij het onlinelesmateriaal vind je een tabel met officiële taxitarieven in Antwerpen (op 2018-01-01). Bereken aan de hand van die tabel de prijs van de volgende taxiritten. De afstanden vind je via een routeplanner.

4.3 Het bespreken van een taxi, een hotel of een restaurant en het raadplegen van hotel- en reisgidsen

em

pl

aa

r

2 Hotel- en restaurantkeuze • De keuze van het hotel hangt af van: - de ligging; - de faciliteiten (onder andere wifi, parking …); - de accommodatie (onder andere douche/bad, ontbijt, diner …); - het onthaal; - de prijs; - de persoonlijke wensen van de gebruiker; - ... • De prijs van een overnachting wordt bepaald door de hotelklasse, het kamertype, de formule ... De classificatie van hotels gebeurt met sterren. • Via het internet, een Michelin-gids of een stadsgids kan je opzoeken welke restaurants zich in de buurt van het hotel/de congreszaal/de handelsbeurs … bevinden.

213


• Je neemt een taxi van je school tot in het centrum van Antwerpen. Afstand:

km

Prijs:

EUR

• Reisweg: Oostende – Zaventem Afstand:

km

Prijs:

EUR

• Reisweg: Hasselt – Mechelen en terug, met een wachttijd van 1 uur km

Prijs:

EUR

r

Afstand:

jk

ex

em

OPDRACHT 31 Raadpleeg het reiswoordenboek bij het onlinelesmateriaal en vul het kruiswoordraadsel aan. 1 Dit is geen lijnvlucht maar een ... 2 Bij aankomst in de luchthaven kijk je eerst op de schermen om te zien in welke rij je vlucht is genoteerd. 3 Dit is de poort waar je moet inschepen in de luchthaven. 4 De dagtreinen die de grote Europese steden verbinden zijn de ... treinen. 5 Dit is de HST of ..., die hoofdzakelijk vertrekt en/of eindigt buiten Frankrijk, met uitzondering van Londen. 6 Naar het thuisland terugbrengen van een zieke, gekwetste of dode persoon noemen we een reiziger ... 7 De ... verzekering dekt de uitgaven in het buitenland voor ziekte, ongeval, overlijden en andere dringende redenen. 8 Het document dat je aanvraagt bij de Belgische ambassade van het te bezoeken land. 9 Zij is regelmatig te bereiken en zorgt voor het oplossen van problemen, rondleiding in je vakantieplaats/hotel, verkoop van excursies en huurauto’s en zorgt ook voor de transferten van de luchthaven naar het hotel en omgekeerd. 10 Een ... is een korte reis waarbij je vooral een stad gaat bezoeken. 11 Als je op vakantie gaat, maakt het reisbureau van jou een ... aan. Hierin houden ze alle informatie over je reis bij. 12 Dit is het harde plastic kaartje dat alle Belgen vanaf de leeftijd van 12 jaar in hun bezit moeten hebben. 13 Een andere Engelstalige benaming voor luchtvaartmaatschappij is ... 14 Een ... is een houten laagbouw, al dan niet met meerdere appartementen of kamers. 15 Een ander woord voor daguitstap is ...

In

ki

4.3 Het bespreken van een taxi, een hotel of een restaurant en het raadplegen van hotel- en reisgidsen

pl

aa

b Verschillende taxibedrijven hebben een aantal toepassingen of apps waarmee je de kostprijs van een taxirit kan berekenen. Zoek een toepassing op internet en noteer ze hieronder.

214


1

4

2

6 13 15 

r

3

aa

5

10

11

7

pl

14 

em

8

9

12

ex

jk

Tip: bij het onlinelesmateriaal vind je nog een aantal extra opdrachten bij hoofdstuk 4.3.

ki

REFLECTIE

In

Wat vond je moeilijk aan dit hoofdstuk?

Beheers je de leerstof uit dit hoofdstuk voldoende? Plaats een vinkje in de juiste kolom. Criteria

Ik kan een (online) hotel- of restaurantgids gebruiken. Ik kan (online) een taxi reserveren. Ik kan (online) een hotel of restaurant reserveren.

4.3 Het bespreken van een taxi, een hotel of een restaurant en het raadplegen van hotel- en reisgidsen

215


DOCUMENTATIE- EN ACTUALITEITSMAP Je gaat met je klas op uitstap naar Lier. Je wil er een culinaire wandeling maken. Breng hiervoor de volgende zaken samen:

r

uur heen- en terugreis (vervoermiddel kies je zelf); stadsplan Lier met aanduiding van de wandeling; kostprijs van het vervoer per persoon; kostprijs van het etentje; kostprijs stadsgids; documentatie over bezienswaardigheden in Lier.

aa

• • • • • •

em ex jk

In

ki

4.3 Het bespreken van een taxi, een hotel of een restaurant en het raadplegen van hotel- en reisgidsen

pl

Raadpleeg ‘De organisatie van een didactische uitstap’ bij het onlinelesmateriaal.

216


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.