Inhoud 9 Voorwoord 5 Leeswijzer 8 Hoofdstuk 1 Wat is economie 19 1 Inleiding 21 2 Het economisch probleem: zeer veel behoeften tegenover schaarse middelen 22 2.1 Menselijke en maatschappelijke behoeften 22 2.2 Schaarse middelen en de noodzaak te kiezen 23 2.3 Het maken van keuzes en opportuniteitskosten 24 2.4 Economie: een definitie 24 2.4.1 Wat? Hoeveel? 25 2.4.2 Hoe? 25 2.4.3 Waar? 25 2.4.4 Voor wie? 25 2.5 Micro- en macro-economie 26 3 De productiemogelijkheden van een land: de curve van de productiemogelijkheden 27 4 Het marktmechanisme versus centrale planning 29 4.1 Centrale planning 29 4.2 Het marktmechanisme 29 4.3 De moderne gemengde economie: marktwerking met overheidsinterventie 31 Hoofdstuk 2 Het marktmechanisme 33 1 Inleidende cases 35 2 Inleiding 38 3 De marktvraag 39 3.1 Definitie 39 3.2 Grafische voorstelling van de vraag 41 4 Het marktaanbod 44 4.1 Definitie 44 4.2 Grafische voorstelling van het aanbod 45 5 Het marktevenwicht 47 5.1 Definitie 47 5.2 Grafische voorstelling van het marktevenwicht 47 5.3 Verschuivingen in het marktevenwicht 49 Inhoud
Inhoud 10 6 De prijselasticiteit van vraag en aanbod 50 6.1 Prijselasticiteit van de vraag 51 6.1.1 Definitie 51 6.1.2 Berekenen van de prijselasticiteit van de vraag 52 6.1.3 Extreme waarden van de prijselasticiteit 52 6.1.4 Het verband tussen de prijselasticiteit van de vraag en de uitgaven 53 6.1.5 Welke factoren beïnvloeden de prijselasticiteit van de vraag? 55 6.2 De prijselasticiteit van het aanbod 57 6.2.1 Definitie 57 6.2.2 Grafische interpretatie 57 6.2.3 Welke factoren bepalen de prijselasticiteit van het aanbod? 58 7 De markt- en overheidsinterventies 59 7.1 Indirecte prijsinterventies: indirecte belastingen en subsidies 59 7.2 Directe prijsreglementering: minimum- en maximumprijzen 62 7.2.1 Maximumprijs 62 7.2.2 Minimumprijs 62 8 Begrippen 64 9 Oefeningen 64 Hoofdstuk 3 Consumentengedrag 69 1 Inleidende cases 71 2 Inleiding 74 3 Nut, marginaal nut en consumptiebeslissingen 75 4 Preferenties en indifferentiecurven 76 4.1 Preferenties en indifferentiecurven 76 4.2 Eigenschappen van de indifferentiecurve 78 4.2.1 De indifferentiecurve heeft een dalend verloop 78 4.2.2 De indifferentiecurve is convex ten opzichte van de oorsprong 78 4.2.3 Indifferentiecurven geven een hoger nutsniveau naarmate ze verder van de oorsprong liggen 79 4.2.4 Twee indifferentiecurven kunnen elkaar niet raken of snijden 80 5 De budgetrestrictie 81 6 De optimale keuze van de consument 83 7 Veranderingen van het consumentenevenwicht 84 7.1 Veranderingen in de preferenties 85 7.2 Veranderingen in het budget 85 7.3 Veranderingen in de prijs 87 7.3.1 De invloed van prijsveranderingen en de individuele vraagcurve 87 7.3.2 Afleiding van de individuele vraagcurve 88 7.3.3 Het substitutie-effect en het inkomenseffect 89
Inhoud 11 8 Consumentengedrag in actie 90 9 Afleiding van de marktvraag uit de individuele vraagcurven 91 10 Kritiek op rationeel handelen: zijn consumenten rationeel? 92 11 Begrippen 93 12 Oefeningen 94 Hoofdstuk 4 Productie en kosten van bedrijven 97 1 Inleidende cases 99 2 Inleiding 101 3 Bedrijven en de organisatie van de productie 102 3.1 Voordelen van de organisatie van productie in bedrijven 102 3.2 Doelstellingen en beperkingen van bedrijven 102 4 Productie en kosten: enkele inleidende begrippen 103 4.1 De productiefunctie 103 4.2 Productiekosten: relevante en irrelevante kosten 105 5 Het gedrag van de producent: de optimale keuze van inputs in de productie 108 5.1 Productie en de substitueerbaarheid van inputs 108 5.2 Toenemende, afnemende of constante schaalopbrengsten 109 5.2.1 Definitie 109 5.2.2 Economische relevantie van schaalopbrengsten 111 5.3 Het keuzeprobleem van de producent: productie tegen minimale kosten 111 5.3.1 Isokostenlijnen 111 5.3.2 Kostenminimerend gedrag van de producent: optimale keuze van de inputs 113 6 Productie en kosten op korte termijn 114 6.1 De productiefunctie in de korte periode: totaal, gemiddeld en marginaal product 114 6.2 Het kostenverloop in de korte periode 117 6.2.1 Totale, vaste en variabele kosten 117 6.2.2 Gemiddelde en marginale kosten 119 7 Begrippen 120 8 Oefeningen 120
Hoofdstuk 5 Prijsvorming onder verschillende marktstructuren 123 1 Inleidende cases 125 2 Inleiding 127 3 Criteria voor het onderscheiden van verschillende marktvormen 128 3.1 Zuivere mededinging 129 3.2 Monopolie 129 3.3 Oligopolie 129 3.4 Monopolistische concurrentie 130 4 Winstmaximerend gedrag 131 5 Zuivere mededinging 132 5.1 Het winstmaximerende outputniveau van de onderneming op korte termijn 132 5.2 De aanbodfunctie van de onderneming op korte termijn 135 5.3 Aanpassingen op lange termijn 137 6 Monopolie 137 6.1 Oorzaken van monopolie 137 6.1.1 Kostenvoordelen 138 6.1.2 Beperkingen op de toetreding tot de industrie 138 6.1.3 Natuurlijke monopolies 138 6.2 Het verloop van de totale, gemiddelde en marginale opbrengst voor een monopolist 139 6.3 Het gedrag van de monopolist 140 7 Oligopolie 141 8 Monopolistische concurrentie 142 9 Voorspellen van marktuitkomsten in de praktijk 142 9.1 Marktvormen en marktuitkomsten 143 9.2 Concurrentie als dynamisch proces 144 10 Begrippen 145 11 Oefeningen 145 Hoofdstuk 6 Marktimperfecties en de rol van de overheid 149 1 Inleidende cases 151 2 Inleiding 153 3 Economische welvaart en de marktuitkomsten 154 Inhoud 12
4 Oorzaken van marktfaling en de rol van de overheid 157 4.1 Monopolie 157 4.1.1 De welvaartsimplicaties van monopolie 157 4.1.2 Natuurlijke monopolies 159 4.2 Zuivere en quasi-publieke goederen 161 4.3 Externe effecten 162 4.3.1 Negatieve externe effecten 163 4.3.2 Positieve externe effecten en verdienstegoederen 165 4.4 Verdelingsaspecten 166 4.4.1 Inkomensverdeling 167 4.4.2 Prijzen en ongelijkheid 168 5 Begrippen 168 6 Oefeningen 168 Hoofdstuk 7 Productie, inkomens en bestedingen: de macro-economische benadering 171 1 Inleidende cases 173 2 Inleiding 175 3 Productie, toegevoegde waarde en vergoeding van de productiefactoren 176 4 Voorraden 178 5 Soorten factorvergoedingen 178 6 Bruto- versus nettoproduct 179 7 Fundamentele gelijkheid van product, inkomen en bestedingen 179 8 Macro-economische identiteiten voor een gesloten economie zonder overheid 181 9 Eenvoudige economische kringloop 182 10 Bruto binnenlands product, nationaal inkomen, nationale bestedingen en besteding van het binnenlands product 183 11 Waarderingsproblemen 186 12 Uitschakeling van de prijsinvloed 186 13 De impliciete prijsindex van het bbp 187 14 Begrippen 189 15 Oefeningen 190 Inhoud 13
Hoofdstuk 8 Economische groei 193 1 Inleidende cases 195 2 Inleiding 200 3 Definitie en maatstaven 202 4 De langegolfbeweging 203 4.1 Schets en datering 203 4.2 Verklarende factoren 204 5 Groeiboekhouding 205 6 De neoklassieke groeitheorie 207 7 De nieuwe groeitheorie 210 8 Waarom groeien en hoe? 211 9 Groeibeleid 213 10 Economische ontwikkeling 214 10.1 Betekenis 214 10.2 Ontwikkelingslanden 215 10.2.1 Big Push 215 10.2.2 Self-reliance 215 10.3 De groeilanden 215 11 Begrippen 216 12 Oefeningen 217 Hoofdstuk 9 Inkomensverdeling 219 1 Inleidende cases 221 2 Inleiding 225 3 Hoe meet men ongelijkheid? 226 4 Inkomens- en vermogensongelijkheid: enkele opvallende trends 228 5 De oorzaken van ongelijkheid 233 6 Beleidsmaatregelen die de ongelijkheid verminderen 234 6.1 Institutionele hervormingen 234 6.2 Fiscaliteit en sociale zekerheid 234 7 Conclusies 235 8 Begrippen 236 Inhoud 14
Hoofdstuk 10 Macro-economisch evenwicht 237 1 Inleidende cases 239 2 Inleiding 241 3 De aggregatieve vraag 242 4 Het aggregatieve aanbod 245 4.1 De lange-termijn aggregatieve aanbodcurve 245 4.2 De korte-termijn aggregatieve aanbodcurve 247 4.3 Het verwachte prijsniveau 248 4.4 Van de korte naar de lange termijn 249 5 Vraag- en aanbodschokken 249 5.1 Vraagschokken 250 5.2 Aanbodschokken 251 5.3 (Neo)keynesianen en (neo)klassieken 253 5.4 De COVID-19-recessie: een combinatie van een negatieve aanbodschok en een negatieve vraagschok 254 6 Begrippen 254 7 Oefeningen 255 Hoofdstuk 11 Consumptie, investeringen en het macroeconomisch evenwicht in een gesloten economie zonder overheid 257 1 Inleidende cases 259 2 Inleiding 261 3 De consumptiefunctie en de spaarfunctie 262 3.1 De consumptiefunctie 262 3.2 De spaarfunctie 264 3.3 Andere bepalende factoren van de consumptie (en het sparen) 266 3.3.1 Het vermogen 266 3.3.2 De intrestvoet en de kredietbeschikbaarheid 266 3.3.3 De houding en verwachtingen van de consumenten 266 3.3.4 Demografische factoren 266 3.3.5 De voorraad van duurzame consumptiegoederen 266 3.3.6 De beschikbaarheid van nieuwe producten en de verkooppromotie 267 4 De investeringsfunctie 267 4.1 De rol van de rentevoet 267 4.2 De rol van de afzet 268 Inhoud 15
5 Macro-economisch evenwicht 270 5.1 Algebraïsch 270 5.2 Grafisch 273 6 De investeringsmultiplicator 275 7 Onder- en overbesteding 278 8 Begrippen 279 9 Oefeningen 279 Hoofdstuk 12 De budgettaire politiek 281 1 Inleidende cases 283 2 Inleiding 285 3 Macro-economische betekenis van de overheid 285 4 Economische kringloop en evenwichtsvoorwaarden 287 5 Het evenwichtsinkomen 289 6 Discretionair budgettair beleid 292 7 Automatische stabilisatoren 293 8 Budgettaire politiek en de overheidsschuld 294 9 Het stabiliteits- en groeipact 298 10 Begrippen 299 11 Oefeningen 300 Hoofdstuk 13 Geld, banken en de monetaire politiek 301 1 Inleidende cases 303 2 Inleiding 304 3 De geldhoeveelheid 305 4 De geldcreatie 306 4.1 De creatie van basisgeld 307 4.2 De creatie van giraal geld 309 4.3 De geldpiramide 312 5 De vraag naar geld 313 5.1 Het nationaal inkomen en de vraag naar geld 313 5.2 De rentevoet en de geldvraag 314 Inhoud 16
6 Geldmarktevenwicht 315 7 De monetaire politiek van de ECB 317 7.1 Instrumenten 317 7.2 Doelstelling 320 8 Monetaire en budgettaire politiek 321 9 Begrippen 322 10 Oefeningen 323 Hoofdstuk 14 Werkloosheid en inflatie 325 1 Inleidende cases 327 2 Inleiding 330 3 Werkloosheid 332 3.1 Werkloosheid en inactiviteit 332 3.2 Niet-conjuncturele werkloosheid 335 3.3 Conjuncturele werkloosheid 336 4 Inflatie 337 4.1 Inflatie en inflatiemaatstaven 337 4.2 Vraaginflatie en kosteninflatie 338 4.2.1 Vraaginflatie 338 4.2.2 Kosteninflatie 339 4.3 De kwantiteitstheorie van het geld 339 5 De Phillips-curve 341 6 Begrippen 343 7 Oefeningen 343 Hoofdstuk 15 De internationale economie, vrijhandel en protectie 345 1 Inleidende cases 347 2 Inleiding 350 3 Internationale handel en de aggregatieve vraag 350 4 Het macro-economisch evenwicht in een open economie 351 5 Vrijhandel en protectie 353 5.1 Winnaars, verliezers en welvaartseffect van vrijhandel 353 5.2 Vormen van protectie 355 5.3 De welvaartseffecten van protectie 356 Inhoud 17
5.4 Argumenten voor protectie 357 5.4.1 Behoud van essentiële activiteiten 358 5.4.2 Beschermen van kwetsbare groepen 358 5.4.3 Het optimale-tarief-argument 358 5.4.4 Evenwicht op de lopende rekening van de betalingsbalans 358 5.4.5 Bescherming van jonge industrieën 359 5.4.6 Bescherming van het milieu 359 6 Organismen van internationale economische samenwerking 359 7 Begrippen 361 8 Oefeningen 361 Hoofdstuk 16 Het internationaal monetair stelsel 363 1 Inleidende cases 365 2 Inleiding 367 3 De betalingsbalans 367 4 De wisselkoers en de wisselmarkt 371 4.1 Vlottende wisselkoersen 371 4.2 Vaste wisselkoersen 372 5 Het internationaal monetair stelsel 373 6 De economische en monetaire unie in Europa 374 7 Begrippen 377 8 Oefeningen 377 Economische informatie op het internet 379 Trefwoordenregister 383 Inhoud 18