2.2.1
2.2.2
2.2.3.1 Wettelijk vermoeden: ‘mater semper certa est’ (‘de moeder is altijd gekend’)
2.2.3.2 Erkenning
2.2.3.3 Onderzoek naar het moederschap
2.2.3.4 Procedure tot betwisting van het moederschap
2.2.3.5 Draagmoederschap
2.2.4 De afstamming aan vaderszijde
2.2.4.1 Het vermoeden van vaderschap: de vaderschapsregel
2.2.4.2 De erkenning
2.2.4.3 Onderzoek naar het vaderschap
2.2.4.4 Betwisting van de afstamming aan vaderszijde
2.2.4.5 Afstamming in een holebikoppel: afstamming aan meemoederszijde
2.3 Samenvatting
2.4 Afstamming na medisch begeleide voortplanting (Wet betreffende de medisch begeleide voortplanting) 59
2.4.1 Toepasselijke wetgeving
2.4.2 Begrippen en toepassingsgebied 59
2.4.2.1 Begrippen 59
2.4.2.2 Toepassingsgebied 60
2.4.3 Toegang tot de MBV
2.4.4
2.4.4.1
2.4.4.3
2.4.4.4
2.4.4.5
2.4.4.6
2.4.4.7
2.4.4.8
2.5
2.5.1
2.5.2
2.5.3
2.5.4
2.5.4.1
2.5.4.2
2.5.6
5.1.3
2.5.6.1
2.5.6.2
2.5.6.3
5.2
5.2.3.1 Verzoek tot euthanasie
5.2.3.2 Wilsverklaring tot euthanasie
5.2.4 Algemene bepalingen
5.2.5 Verplichtingen na uitvoering van de euthanasie
5.2.6 Taken en bevoegdheden van de verpleegkundige bij euthanasie
6 Hulp bij zelfdoding – ongevraagde levensbeëindiging
8 Orgaantransplantatie bij overledenen
8.1 Toepasselijke wetgeving
8.2 Opting-out- of opting-insysteem?
8.3 Wie kan tijdens zijn leven verzet aantekenen tegen orgaantransplantatie na het overlijden?
8.4
Nieuwe regeling: het eenheidsstatuut
2.3.3.2 Gerechtelijke bescherming: bewind op maat
2.3.3.3 Voorkeur voor familiale bewindvoerders
2.3.3.4 De vertrouwenspersoon opwaarderen
2.3.3.5 De vrederechter als rechter voor de beschermingsmaatregelen
2.3.4 Gevolgen van de aanstelling van een bewindvoerder
2.3.4.1 Nietigverklaring van sommige rechtshandelingen
2.3.4.2 De aanstelling van een bewindvoerder
2.3.4.3 Schenkingen
2.3.5
3.1
3.4 Wet betreffende de patiëntenrechten
6 Medische experimenten
2.2 Commercieel en niet-commercieel
2.3 Monocentrisch onderzoek en multicentrisch onderzoek
2.4 Interventioneel en niet-interventioneel onderzoek
3 Partijen betrokken bij medische proeven en experimenten
3.1 De deelnemer
3.1.1 De deelnemer mag slechts aan één proef of experiment in fase I op hetzelfde ogenblik deelnemen (art. 32 WME)
3.1.2 Het experiment of de proef moet aan strenge voorwaarden voldoen
3.1.3 Informed consent
3.1.4 De zorgen die worden verstrekt in het kader van de WME vallen onder de verantwoordelijkheid van een gekwalificeerde beroepsbeoefenaar zoals bepaald in de Gecoördineerde wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen
3.1.5 Procedurele bescherming van de deelnemer
3.1.6 Bijzondere bescherming voor minderjarige deelnemers
3.1.7 Bescherming van de meerderjarige die niet in staat is om zelf toestemming te geven
3.2 De opdrachtgever
3.3 De onderzoeker
3.4 Het ethisch comité
4 Verloop van een medisch experiment
4.1 Begin van een experiment
Hoofdstuk
Toepasselijke wetgeving
2 Historische achtergrond
3 Basisprincipes van de Wet van 26 juni 1990 ter bescherming van de persoon van de geesteszieke, zoals gewijzigd door de wet van 16 mei 2024 (BS 27 mei 2024) die in werking zal treden op 1 januari 2025
4
3.1
3.4
3.5
3.6
3.7
3.8
3.9
3.3.1
3.3.2
3.3.1.1
3.3.1.2
3.3.1.3
3.3.2.1
3.3.2.2
3.3.2.3
3.3.2.4
aanval is actueel en zeker
3.4
5 Gronden van niet-toerekeningsvatbaarheid
5.2
6
7 Verloop van de zaak voor het vonnisgerecht
1.1 Buitencontractuele aansprakelijkheid voor eigen daden
1.1.2.2 Toerekenbaarheid van de fout aan de dader
1.2 Buitencontractuele aansprakelijkheid voor de schade veroorzaakt door een ander: kwalitatieve aansprakelijkheid
1.2.1 Aansprakelijkheid van titularissen van het gezag over de persoon van minderjarigen
1.2.1.1
1.2.1.2 Aansprakelijke personen
1.2.1.3 Voor wie zijn de ouders aansprakelijk?
1.2.1.4 Voorwaarden voor aansprakelijkheid
1.2.1.5 Aansprakelijkheidsvermoeden
1.2.2 Aansprakelijkheid van personen belast met het toezicht van anderen
1.2.2.1 Wettelijke basis
1.2.2.2 Aansprakelijke personen
1.2.2.3 Voor wie zijn deze personen aansprakelijk
1.2.2.4
1.2.2.5 Aansprakelijkheidsvermoeden
1.2.2.6 Wettelijke basis
1.2.2.7 Aansprakelijke personen
1.2.2.8 Voor wie is de onderwijsinstelling aansprakelijk
1.2.2.9 Voorwaarden
1.2.2.10 Aansprakelijkheidsvermoeden
1.2.2.11 Samenloop met andere aansprakelijkheidsregelingen
1.2.3 Aansprakelijkheid van aanstellers voor schade veroorzaakt door hun aangestelden
1.2.3.2
1.2.4 Aansprakelijkheid van rechtspersonen voor hun bestuursorganen en de leden ervan
1.2.4.1
onrechtmatige
1.2.4.4 Tijdens en naar aanleiding van de uitoefening van de functie
1.3 Aansprakelijkheid voor gebrekkige zaken
3
Samenloop van buitencontractuele en contractuele aansprakelijkheid 151
3.1 Begrip
3.2 Samenloop van strafrechtelijke en burgerrechtelijke aansprakelijkheid 151
3.3 Samenloop van contractuele en buitencontractuele aansprakelijkheid 152
Hoofdstuk 4 De aansprakelijkheid bij de uitoefening van het beroep in een ziekenhuis en als zelfstandige 153
1 Er bestaat een contract tussen de patiënt en het ziekenhuis 153
2 Er bestaat geen contract tussen de patiënt en het ziekenhuis 154
3 De aansprakelijkheid van de verpleegkundige werkzaam op zelfstandige basis 154
Hoofdstuk 5 Wet van 31 maart 2010 betreffende de vergoeding van schade als gevolg van de gezondheidszorg
1 Op wie is de wet van toepassing?
1.1 De zorgverleners
1.2 Patiënten en hun rechthebbenden
2 Welke verstrekkingen vallen onder de toepassing van de wet
3 De vergoeding bij medische ongevallen zonder aansprakelijkheid
3.1 Schade die haar oorzaak vindt in een verstrekking van gezondheidszorg
3.2 Het ongeval mag geen aanleiding geven tot aansprakelijkheid 156
3.3 De schade vloeit niet voort uit de gezondheidstoestand van de patiënt
3.4 Het moet gaan om abnormale schade
3.5 Het moet gaan om ernstige schade
4 Vergoedingen bij medische ongevallen waarvoor een zorgverlener aansprakelijk is
5 De minnelijke procedure
1 Wettelijke hulpverleningsverplichting of schuldig verzuim
1.1 Het artikel van de wet
1.2 De wettelijke voorwaarden
1.2.1 Verzuimen hulp te bieden
1.2.1.1 Schuldig verzuim is een verzuimsmisdrijf
1.2.1.2 Schuldig verzuim is een opzettelijk misdrijf
1.2.1.3 Welke hulp had je moeten bieden?
1.2.2 Het slachtoffer verkeert in groot gevaar
1.2.3 De gevaartoestand moet door de verzuimer zelf zijn vastgesteld ofwel aan hem zijn beschreven door iemand die zijn hulp inriep
1.2.4 De verzuimer kon hulp bieden zonder ernstig gevaar voor zichzelf of voor anderen
2
Integriteitsaantasting door een ernstig gebrek aan voorzorg of voorzichtigheid
2.1 De artikelen van de wet
2.2 De wettelijke voorwaarden
2.2.1 Een gebrek aan voorzichtigheid of voorzorg
2.2.1.1 Gebrek aan voorzichtigheid
2.2.1.2 Gebrek aan voorzorg
2.2.2 Een lichamelijk letsel bij het slachtoffer
2.2.3 Het oorzakelijk verband
3 Valsheid in geschriften
3.1 Het artikel van de wet
3.2 De wettelijke voorwaarden
3.2.1 Het geschrift wordt door de wet beschermd
3.2.2 De waarheid moet vervalst worden
3.2.3 Het bedrieglijk opzet of het oogmerk om
4 Het beroepsgeheim
4.1 Het wetsartikel
4.2 De wettelijke voorwaarden
4.2.1
4.2.2
4.2.4 Tegenover wie geldt het beroepsgeheim?
4.2.4.1
4.2.4.2
4.2.4.3
4.2.4.4
4.2.4.5
4.2.4.7
4.2.4.8
5.1
5.2
5.3
6
6.1
6.2
6.3
6.4 Het gewoonlijk verrichten
6.5
6.5.1
6.5.2
Deel 4 Gecoördineerde wet betreffende de uitoefening van gezondheidsberoepen
Hoofdstuk 1 Situering van de wet
Hoofdstuk 2 Wettelijke voorwaarden om een gezondheidsberoep uit te oefenen
Hoofdstuk 3 Het beroep van de verpleegkundige
1 De bescherming van het beroep
1.1 Zorgkundigen
1.2 Hulpverleners-ambulanciers
1.3 Vroedvrouwen
2 De wettelijk verplichte visering van het diploma van verpleegkunde
3 De verpleegkundige activiteiten
3.1 De globale verpleegkundige activiteiten (de A-handelingen)
3.2 Technisch-verpleegkundige verstrekkingen (de B1- en B2-verstrekkingen)
3.2.1 Wie mag de technisch-verpleegkundige verstrekkingen uitvoeren?
3.2.2 B1- en B2-verstrekkingen
3.3 De toevertrouwde handelingen (de C-handelingen)
3.3.1 Wie mag de toevertrouwde medische handelingen uitvoeren?
3.3.2 Voorwaarden voor uitvoering
4 Het medisch voorschrift
4.1 Het geschreven medisch voorschrift
4.2 Een mondeling geformuleerd medisch voorschrift
4.3 Een schriftelijk staand order
5 Het verpleegkundig dossier
Hoofdstuk 4 Het beroep van de zorgkundige
1 Het begrip
2 Gestructureerde equipe
3 Toezicht door de verpleegkundige
Hoofdstuk 5 Het verpleegkundig attest voor mantelzorgers
1 Meer autonomie en comfort voor de patiënt en mantelzorg
2 Meer deskundigheid voor de verpleegkundige
3 Het mantelzorgattest
4 Het belang van het mantelzorgattest
Hoofdstuk 6 Het beroep van vroedvrouw
Hoofdstuk 2 Toepasselijke wetgeving en toepassingsgebied 197
Hoofdstuk 3 Voornaamste patiëntenrechten in detail
1 Het recht op samenwerking, respect en overleg (art. 4 WRP)
2 Recht op zelfbeschikking, kwaliteitsvolle dienstverlening en vroegtijdige zorgplanning (art. 5)
2.1 Recht op kwaliteitsvolle dienstverlening
2.2 Recht op zelfbeschikking
2.3 Vroegtijdige zorgplanning
3 Recht op vrije keuze van de beroepsbeoefenaar (art. 6)
3.1 Keuze van gezondheidszorgbeoefenaar
3.2. Recht op informatie over de beroepskwalificaties en bekwaamheid van de gezondheidszorgbeoefenaar
3.3 Recht op informatie over de verzekering voor BA
4 Recht op informatie over de gezondheidstoestand (art. 7)
5 Recht op geïnformeerde toestemming (art. 8)
6 Rechten in verband met het patiëntendossier (art. 9)
6.1. Inzage van het dossier van een wilsbekwame, meerderjarige patiënt
6.2 Inzage van het patiëntendossier van een wilsonbekwame meerderjarige patiënt
6.3. Inzagerecht van het dossier van een overleden patiënt
6.3.1 Overleden meerderjarige patiënt
6.3.2 Overleden minderjarige patiënt
7
8
op klachtenbemiddeling (art. 11)
9 Recht op aanstelling van een vertrouwenspersoon (art. 11/1)
10 Regeling inzake vertegenwoordiging van de patiënt (art. 12-15)
10.1 Minderjarigen
10.2 Meerderjarige handelingsonbekwamen
Hoofdstuk 4 Verplichtingen van de patiënt