Hoofdstuk 5 Overeenkomsten met handelstussenpersonen
met handelstussenpersonen
1.1 Definitie en situering
In het handelsverkeer gebeurt het maar al te vaak dat een overeenkomst tot stand komt door de bemiddeling van een tussenpersoon. Zijn tussenkomst kan verschillende vormen aannemen. Zijn rol kan bestaan uit het in contact brengen van twee partijen bij de sluiting van een contract zonder dat hij zich verder inmengt. Maar hij kan ook een meer prominente rol innemen en bijvoorbeeld één van de contractpartijen vertegenwoordigen bij het sluiten van een overeenkomst. Soms kan hij zelf overeenkomsten met klanten afsluiten in eigen naam en voor eigen rekening. De volgende voorbeelden illustreren enkele mogelijke rollen die een tussenpersoon kan vervullen:
VOORBEELDEN
– Een autofabrikant kan een beroep doen op een distributeur om zijn wagens in een bepaald land te verdelen. De distributeur kan op zijn beurt werken met lokale garages die de wagens mogen verkopen. Die verkopen de wagens van een bepaald merk dan in eigen naam en voor eigen rekening aan de eindklant.
– Een hamburgerketen kan een beroep doen op plaatselijke bedrijven die de naam van de keten en het businessconcept mogen gebruiken en die onder ‘de vlag van het bedrijf’ in kwestie hun diensten op de markt aanbieden.
Een buitenlands bedrijf kan werken met een plaatselijke agent om klanten aan te brengen. De agent gaat dan op zoek naar klanten en brengt die in contact met zijn opdrachtgever.
1.2 Waarom werken met een handelstussenpersoon?
Een ondernemer die een klein bedrijfje heeft probeert vaak alles van a tot z te doen. Hij houdt zich bezig met inkopen, verkopen, administratie en nog zoveel meer. Als een bedrijf groeit, is dat niet meer zomaar mogelijk. Eén van de denkpistes die men dan heeft bestaat erin werknemers in dienst te nemen. Ook het werken met handelstussenpersonen kan een oplossing bieden voor bepaalde problemen of een te hoge werklast. Zo’n tussenpersoon is overigens een zelfstandige ondernemer.
Ook als een ondernemer in het buitenland zaken wil gaan doen is het vaak nodig ‘anderen’ in te schakelen. Werken met ‘plaatselijke’ mensen heeft bovendien een hoop voordelen. Zij kennen nu eenmaal beter de markt en zijn ook op de hoogte van de wetgeving en reglementering in het land in kwestie.
1.3 Toepasselijke bepalingen
De wet regelt niet alle overeenkomsten met handelstussenpersonen. Dat is ook niet mogelijk, gelet op de ruimte die de contractuele vrijheid aan partijen biedt. Bovendien is een aantal van deze contracten al voldoende door het gemeenrechtelijk verbintenissenrecht of door de regels van lastgeving geregeld.
Een aantal contracten hebben geen erkenning van de wetgever gekregen, maar worden door de rechtspraak als dusdanig wel erkend.
VOORBEELD
Een voorbeeld hiervan is de franchiseovereenkomst.
Voor een aantal contracten is een wettelijke regeling nodig geweest met het oog op de bescherming van de belangen van de zwakkere contractpartij, zoals de regeling inzake de alleenverkoopovereenkomst en die inzake de handelsagentuur.
Bij de bestudering van de overeenkomsten met handelstussenpersonen moet er ook aandacht zijn voor de Europese en Belgische regelgeving met betrekking tot het mededingingsrecht. Gelet op het specifieke en ingewikkelde karakter van deze regelgeving gaan we hier niet uitvoerig op in. We moeten wel de aandacht vestigen op een wet die als omzetting van een Europese richtlijn de algemene voorwaarden en contractuele overeenkomsten tussen ondernemers aan beperkingen onderwerpt. Deze wet introduceert ook een lijst van verboden bedingen en verbiedt misleidende en oneerlijke marktpraktijken tussen ondernemingen (zie ook Marktrecht, marktpraktijken en consumentenbescherming).
Deze wet is bijgevolg ook van toepassing op de overeenkomsten die we in dit hoofdstuk behandelen.
Hierna bespreken we vijf soorten overeenkomsten met handelstussenpersonen. Het gaat om:
1 de overeenkomst van handelsagentuur;
2 de commissieovereenkomst;
3 de concessieovereenkomst;
4 de franchiseovereenkomst en;
5 de makelaarsovereenkomst.
Vervolgens gaan we kort in op de precontractuele informatie die in het kader van bepaalde commerciële samenwerkingsovereenkomsten verstrekt moet worden.
Op het einde van dit hoofdstuk voegen we een schematisch overzicht in van de overeenkomsten met handelstussenpersonen. We maken in het schema ook de indeling handelstussenpersonen in economische zin (werken in eigen naam en voor eigen rekening) en de handelstussenpersonen in strikt juridische zin (werken voor rekening van iemand anders).
2 De overeenkomst van handelsagentuur
2.1 Definitie
De overeenkomst van handelsagentuur is een overeenkomst waarbij de ene partij (de handelsagent) door de andere partij (de principaal), zonder dat hij onder diens gezag staat, permanent en tegen vergoeding belast wordt met het bemiddelen en het eventueel afsluiten van zaken in naam en voor rekening van de principaal. Om van een handelsagentuur te kunnen spreken moeten dus vijf voorwaarden vervuld zijn:
1 Tussen de principaal en de handelsagent mag er geen gezagsrelatie bestaan. Dat betekent dat de handelsagent wel richtlijnen mag krijgen van zijn principaal, maar dat hij zijn werkzaamheden naar eigen goeddunken indeelt en zelfstandig beschikt over zijn tijd.
2 De handelsagent voert geen occasionele opdrachten uit voor zijn principaal. De principaal en de handelsagent houden voortdurend en geregeld contact met elkaar.
3 De handelsagent ontvangt een vergoeding voor zijn diensten.
4 De handelsagent handelt in naam en voor rekening van zijn principaal. Bij het afsluiten van de zaak ontstaat er een directe rechtsband tussen de derde ( de klant) en de principaal.
5 De taak van de handelsagent bestaat er hoofdzakelijk in te bemiddelen tussen een principaal en een derde, de potentiële klant. Eventueel kan dat bemiddelen leiden tot het afsluiten van een contract.
2.2 Toepasselijke bepalingen
2.2.1 Vergoeding van de handelsagent
De agent kan betaald worden in de vorm van commissielonen, hij kan een vast bedrag krijgen, of een combinatie van beide. De commissie is een vergoeding die varieert naargelang het aantal zaken of de waarde ervan. De partijen zijn volledig vrij in het bepalen van de vergoeding. Als zij dat niet doen, wordt de commissie bepaald aan de hand van de gebruiken van de sector.
De wet beschermt de handelsagent tegen eenzijdige wijziging van de commissie maar nu ook tegen eenzijdige wijziging en verhoging van kosten door de principaal. Zo een eenzijdige wijziging kan gezien worden als een verbreking van de handelsagentuur.
VOORBEELD
Een handelsagent werkt voor een buitenlandse producent van een gekend sportmerk (principaal) en krijgt een commissie van 10% op de verkoopprijs exclusief btw verminderd met de transportkosten, verpakkingskosten en verzekering. Dat is zo afgesproken in de overeenkomst. Door de stijgende energiekosten en verpakkingskosten wegens stijging karton en papierprijs, verhoogt de principaal eenzijdig de kosten die in mindering gebracht worden van het bedrag waarop de commissie berekend wordt. Dit kan gezien worden als een verbreking van de handelsagentuur. Het is wel belangrijk dat de handelsagent tijdig aangeeft dat hij het hiermee niet eens is, om vermoeden van stilzwijgend akkoord te voorkomen.
Voor de zaken die gesloten zijn tijdens de duur van de handelsagentuurovereenkomst, heeft de agent in drie gevallen recht op commissie:
als de zaak door zijn bemiddeling is gesloten;
als de zaak gesloten is met een derde, die de agent vroeger al voor soortgelijke zaken heeft aangebracht;
als de principaal de handelsagent een bepaald gebied of een bepaald cliënteel heeft toegewezen en de zaak uit dat gebied of dat cliënteel komt.
Voor zaken die worden afgesloten na het einde van de handelsagentuur, heeft de agent in twee gevallen recht op een commissie
als de transactie hoofdzakelijk te danken is aan de werkzaamheden van de agent tijdens de duur van de handelsagentuurovereenkomst en de zaak afgesloten is binnen een termijn van zes maanden, te rekenen vanaf het einde van de overeenkomst;
als de bestelling ontvangen werd voor het einde van de agentuurovereenkomst.
De commissie is opeisbaar zodra de principaal zijn verplichtingen ten opzichte van de klant is nagekomen of zodra de principaal de verplichtingen had moeten nakomen. Ze is ook opeisbaar als de klant
Deel II Ondernemingsrecht
zijn contractuele verplichtingen nakwam. De commissie wordt uiterlijk betaald op de laatste dag van de maand die volgt op het kwartaal waarin zij opeisbaar is.
Hoe zou volgens jou de commissie van een handelsagent voor de internationale verkoop van juridische en hoogtechnologische diensten zich verhouden tegenover de commissie van een handelsagent die luxejachten verkoopt?
2.2.2 Duur en einde van de overeenkomst
De handelsagentuurovereenkomst kan voor bepaalde of voor onbepaalde duur gesloten worden. Een mondelinge overeenkomst of een schriftelijke overeenkomst waarvan de duur niet in het contract is bepaald, is een overeenkomst van onbepaalde duur. Een schriftelijke overeenkomst waar wel is voorzien in een duur en die na het verloop van die termijn wordt verdergezet, wordt van in het begin geacht een contract van onbepaalde duur te zijn.
De agentuurovereenkomst die voor bepaalde duur is aangegaan, neemt een einde bij het verstrijken van de overeengekomen termijn. Ze kan ook vroeger eindigen als partijen het eens zijn over een vervroegde stopzetting. In de overeenkomst voor bepaalde duur kan de mogelijkheid opgenomen zijn ze vervroegd te beëindigen met naleving van een opzegtermijn.
De agentuurovereenkomst die gesloten is voor onbepaalde duur of waarvan vermoed wordt dat ze is aangegaan voor onbepaalde duur, kan te allen tijde in onderling akkoord stopgezet worden. Ze kan door elk van de partijen ook eenzijdig beëindigd worden door het naleven van een opzegtermijn.
De duur van deze opzeggingstermijn bedraagt een maand gedurende het eerste jaar van de overeenkomst. Voor elk daaropvolgend jaar komt er een maand bij, zonder dat deze termijn meer dan zes maanden mag bedragen. De partijen kunnen geen kortere, maar wel langere termijnen overeenkomen. Doen zij dit, dan mag de termijn die de principaal moet naleven niet korter zijn dan diegene die de agent moet naleven.
In de sector van het verzekeringswezen, van de kredietinstellingen of van de gereglementeerde markten voor effecten waar een paritair overlegorgaan werd opgericht, gelden bijzondere regels over de opzeg.
De agentuurovereenkomst (ongeacht of die voor bepaalde dan wel onbepaalde duur werd aangegaan) kan ook meteen beëindigd worden door één van de partijen wegens een ernstige tekortkoming of uitzonderlijke omstandigheden. In zekere mate is dat vergelijkbaar met het ontslag om een dringende reden in het kader van de arbeidsovereenkomst
VOORBEELD
Ernstige tekortkomingen kunnen zijn;
– het overtreden van de contractueel opgelegde exclusiviteit;
– het aanvaarden van steekpenningen door de handelsagent;
– het faillissement van een van de partijen;
– de veroordeling van de handelsagent voor daden waardoor het vertrouwen van de principaal geschokt kan worden.
Een beëindiging als gevolg van een ernstige tekortkoming of van uitzonderlijke omstandigheden moet binnen zeven dagen na de ontdekking van de feiten gebeuren door de partij die een einde maakt aan
de overeenkomst van handelsagentuur. Binnen zeven dagen na de beëindiging moet diezelfde partij per brief aangeven wat de ernstige tekortkoming of de uitzonderlijke omstandigheden inhielden.
Als de opzegtermijn niet wordt nageleefd (of als de overeenkomst werd opgezegd wegens een ernstige tekortkoming of wegens uitzonderlijke omstandigheden die er geen waren), dan voorziet de wet dat de partij die in gebreke is gebleven de juiste opzegtermijn te geven een opzegvergoeding moet betalen. Die vergoeding komt overeen met een bedrag dat wordt berekend op basis van het aantal maanden opzegtermijn die gegeven hadden moeten worden en het gemiddelde van de commissies die verdiend zijn gedurende de twaalf maanden die voorafgegaan zijn aan de beëindiging van de overeenkomst.
2.2.3 Uitwinningsvergoeding
De handelsagent kan ook soms aanspraak maken op een uitwinningsvergoeding. Hiervoor is vereist dat hij nieuwe klanten geworven heeft voor de principaal of de zaken met bestaande klanten aanzienlijk heeft uitgebreid. Als er in de agentuurovereenkomst een concurrentiebeding is opgenomen, geldt er een weerlegbaar vermoeden dat de agent cliënteel heeft aangebracht. Bovendien moet de aanbreng van nieuwe klanten nog aanzienlijke voordelen kunnen opleveren voor de principaal na het einde van de overeenkomst.
De uitwinningsvergoeding is niet verschuldigd als de principaal de agentuurovereenkomst terecht beëindigt wegens een ernstige tekortkoming van de agent of als de agent zelf de overeenkomst beeindigt zonder dat daar bepaalde door de wet aanvaarde redenen (bv. de agent beëindigde terecht de overeenkomst omwille van een ernstige tekortkoming in hoofde van de principaal) voor voorliggen.
Het maximum dat de handelsagent kan krijgen als uitwinningsvergoeding is één jaar vergoeding berekend op basis van de laatste vijf jaar of als het contract nog geen vijf jaar heeft geduurd, op het gemiddelde van de voorafgaande jaren. Niettemin geeft de wet aan dat als het bedrag van de vergoeding de werkelijk geleden schade niet volledig vergoedt, de handelsagent – mits hij de werkelijke omvang van de beweerde schade bewijst – boven die vergoeding een schadeloosstelling kan krijgen ter waarde van het verschil tussen het bedrag van de werkelijk geleden schade en het bedrag van die vergoeding.
2.2.4 Het concurrentiebeding
In de agentuurovereenkomst kan een concurrentiebeding staan. Dat is een clausule die de agent verbiedt om producten te verkopen of diensten te leveren die concurrerend zijn met de producten of diensten van de principaal.
Om geldig te zijn moet deze clausule voldoen aan een aantal voorwaarden:
1 het concurrentiebeding moet schriftelijk bedongen zijn;
2 de clausule moet betrekking hebben op dat soort zaken waarmee de agent belast is;
3 de clausule moet beperkt blijven tot een bepaald geografisch gebied of tot de groep personen of het geografisch gebied waarvoor de agent bevoegd is;
4 het concurrentiebeding moet beperkt zijn in de tijd. Het mag niet verder reiken dan zes maanden na de beëindiging van de overeenkomst.
Als een concurrentieclausule één van deze voorwaarden overtreedt, wordt de clausule voor nietgeschreven gehouden en kan de principaal er zich niet op beroepen.
Bij het online materiaal kun je een voorbeeld van een handelsagentuurovereenkomst vinden.
3 De commissieovereenkomst
3.1 Definitie
De commissieovereenkomst is een contract waarbij een persoon (de commissionair) zich tegen vergoeding verbindt om in eigen naam, maar voor rekening van een ander (de committent) over te gaan tot het stellen van een of meer rechtshandelingen van commerciële aard.
De commissionair handelt dus in eigen naam. Dit betekent dat hij zich, in tegenstelling tot de handelsagent, persoonlijk verbindt bij de overeenkomst met de derde-klant. Er ontstaat bijgevolg geen rechtstreekse band tussen de committent en de derde-wederpartij. De commissionair blijft in de eerste plaats een handelstussenpersoon, wat betekent dat hij de transactie, ook al sluit hij die in eigen naam, niet voor zich persoonlijk aangaat, maar wel voor een ander. De commissieovereenkomst kan alleen betrekking hebben op commerciële transacties. Zoals bij de handelsagentuur onderscheidt de commissieovereenkomst zich van de klassieke lastgeving door de vergoeding die essentieel is.
3.2 Toepasselijke bepalingen
3.2.1 Verplichtingen van de commissionair
1 De commissionair krijgt zijn instructies van de committent en voert die uit. De committent zal de commissionair opdragen voor hem een tegenpartij te zoeken om een handelscontract te sluiten. Op de commissionair rust de verplichting om de instructies die hem zijn gegeven, nauwgezet te volgen.
2 De commissionair moet de identiteit van zijn opdrachtgever, de committent, verzwijgen.
3 De commissionair moet verantwoording afleggen over de gedane verrichtingen. Veelal zal deze plicht gepaard gaan met een aantal clausules die de aansprakelijkheid van de commissionair regelen.
4 De commissionair heeft naar de committent een informatieplicht. Hij moet zijn opdrachtgever informeren over alle relevante informatie met betrekking tot de transactie.
3.2.2 Verplichtingen van de committent
1 De committent moet de transactie voor zijn rekening nemen als de door de committent vooraf opgelegde instructies door de commissionair werden nageleefd.
2 De committent moet het commissieloon betalen dat aan de commissionair toekomt. Het commissieloon is verschuldigd zodra de transactie is afgesloten. De partijen kunnen de modaliteiten in dat verband volledig vrij bepalen.
3 De committent moet de kosten terugbetalen die de commissionair bij de uitvoering van zijn opdracht heeft gedaan.
4 De concessieovereenkomst
4.1 Definitie
Een verkoopconcessie is een overeenkomst waarbij de concessiegever (meestal de producent of de importeur van een product) aan een concessiehouder het recht verleent om in eigen naam en voor eigen rekening de producten van de concessiegever te verkopen.
Om van een verkoopsconcessie te kunnen spreken moeten dus de volgende voorwaarden vervuld zijn: De concessiehouder beschikt over een volledige zelfstandigheid bij de verkoop van de goederen die de concessieovereenkomst specificeert. In die zin is hij eigenlijk geen handelstussenpersoon. Hij neemt zelf de risico’s met betrekking tot de verkoop van de goederen en sluit zelf, in eigen naam, de contracten.
De concessiehouder verkoopt ook zijn goederen voor eigen rekening en neemt de financiële risico’s. Hij geniet van de opbrengst die hij maakt op de verkoop, maar draagt ook het verlies van zijn exploitatie.
De verkoopconcessie is een vorm van contract met tussenpersonen die bijvoorbeeld zeer vaak voorkomt in de automobielsector.
Boek X WER regelt bepaalde concessieovereenkomsten. Daarin zijn de spelregels betreffende de eenzijdige beëindiging van de voor onbepaalde tijd verleende concessies van alleenverkoop opgenomen. In wat volgt staan we enkel stil bij die concessieovereenkomsten van alleenverkoop.
4.2 Toepasselijke bepalingen
4.2.1 Duur en beëindiging van de overeenkomst
De wet maakt een onderscheid tussen overeenkomsten die zijn aangegaan voor bepaalde duur en overeenkomsten die zijn aangegaan voor onbepaalde tijd. Beide soorten overeenkomsten kunnen altijd beëindigd worden in onderling akkoord.
Een concessieovereenkomst voor bepaalde duur loopt in principe af door het verlopen van de duur van de overeenkomst. Als een van de partijen de overeenkomst vroegtijdig verbreekt, kan deze partij hiervoor contractueel aansprakelijk worden gesteld.
De niet-verlenging van een overeenkomst van bepaalde duur moet ten vroegste zes maanden en ten laatste drie maanden voor de beëindiging per aangetekende brief aan de tegenpartij gemeld worden. Doet men dat niet of niet correct, dan blijft het contract automatisch geldig voor een onbepaalde duur of voor de bepaalde duur die in het contract voorzien was in het geval van stilzwijgende verlenging.
De wet beperkt de contractuele vrijheid van de partijen om overeenkomsten van bepaalde duur te verlengen. Het oorspronkelijke contract mag slechts tweemaal hernieuwd worden. Gebeurt dat vaker, dan wordt het contract geacht een contract van onbepaalde duur te zijn.
Een concessieovereenkomst van onbepaalde duur kan onmiddellijk beëindigd worden op grond van een ernstige tekortkoming van een van de partijen aan haar contractuele verplichtingen. Een van de partijen kan ze ook beëindigen door het geven van een redelijke opzegtermijn of de betaling van een billijke opzegvergoeding.
De overeenkomst die voor onbepaalde duur is aangegaan, kan onmiddellijk en zonder vergoeding ontbonden worden wegens een grove tekortkoming. Dat is een fout die de verdere samenwerking tussen partijen, vereist voor de uitvoering van de overeenkomst, onmogelijk maakt. Een voorbeeld hiervan is de schending door de concessiehouder van zijn plicht om zich exclusief te bevoorraden bij de concessiegever.
Als er geen grove tekortkoming (ook wel zware fout genoemd) is, moet bij de beëindiging van de overeenkomst een opzegtermijn nageleefd worden. De partijen kunnen deze termijn onderling bepalen. Als zij niet tot een akkoord kunnen komen, zal de rechter de knoop moeten doorhakken. Om te bepalen welke termijn redelijk is moet de rechter zich laten leiden door het criterium van
de duur van de periode die de opgezegde partij nodig zal hebben om een gelijkwaardige concessie te vinden.
Zo kan onder andere rekening gehouden worden met de duur van de overeenkomst, het territorium van de overeenkomst, het voorwerp van de overeenkomst, de nettowinst … Op basis van die verschillende elementen oordeelt de rechter naar billijkheid.
4.2.2 Vergoedingen wegens beëindiging van de overeenkomst
De wet voorziet in twee soorten vergoedingen, met name de vervangende opzegvergoeding en de bijkomende opzegvergoeding
1 Als de zware fout waarvoor de overeenkomst werd beëindigd geen zware fout was of als de opzegtermijn niet wordt gerespecteerd, moet de opzeggende partij een vervangende opzegvergoeding betalen. Die wordt bepaald overeenkomstig de opzegtermijn die gegeven had moeten worden (voor de berekening, zie boven) en overeenkomstig bepaalde financiële parameters (die verband houden met de opbrengsten uit de concessie).
2 Naast de vervangende opzegvergoeding kan de concessiehouder – en dus niet de concessiegever – aanspraak maken op een bijkomende billijke vergoeding. De bedoeling hiervan is de concessiehouder te vergoeden voor een aantal inspanningen en kosten die hij gemaakt heeft voor de concessie en die nutteloos dreigen te worden door het verlies van de concessie.
De concessiehouder kan hier aanspraak op maken als er sprake is van een concessie van alleenverkoop voor onbepaalde duur die door de concessiegever wordt beëindigd op andere gronden dan een grove tekortkoming van de concessiehouder, of ingeval de concessiehouder het contract beëindigt wegens grove tekortkoming van de concessiegever.
De bijkomende billijke vergoeding bestaat uit drie elementen:
1 een vergoeding voor het cliënteel dat door de concessiehouder is aangebracht en dat na de beëindiging van de concessieovereenkomst blijft;
2 een vergoeding voor de kosten die door de concessiehouder zijn gemaakt met het oog op de exploitatie van de concessie en die na de beëindiging van de concessie aan de concessiegever voordelen blijven opleveren (voorbeeld hiervan zijn de reclame-uitgaven die de concessiehouder doet tijdens de duur van de concessie);
3 een vergoeding voor het rouwgeld (= de opzegvergoedingen) dat de concessiehouder verschuldigd is aan zijn personeel dat hij verplicht is te ontslaan wegens het verlies van de concessie.
4.2.3 Overige toepasselijke bepalingen
Voor geschillen met betrekking tot bepalingen die buiten de duur en de beëindiging van de concessieovereenkomsten vallen, moet men terugvallen op het gemene recht.
5 De franchiseovereenkomst
5.1 Definitie en situering
De franchiseovereenkomst is een distributietechniek waarbij een ondernemer met zijn tegenpartij overeenkomt dat hij deel mag uitmaken van het distributiesysteem van de tegenpartij en dat hij gebruik mag maken van bepaalde standaarden eigen aan het distributiesysteem (logo, naam …). In ruil daarvoor betaalt hij vergoedingen aan zijn tegenpartij.
De bedoeling van dit franchisesysteem is een bepaald marketingconcept een wijde verspreiding te geven, zonder hiervoor de financiële risico’s te lopen en te genieten van de naambekendheid bij de consument.
De overeenkomst wordt gesloten tussen een franchisegever (dat is partij die de knowhow verleent) en een franchisenemer (dat is de partij die de knowhow gebruikt en hiervoor vergoedingen betaalt).
De franchisenemer bevindt zich als zelfstandige uitbater in een afhankelijke positie ten aanzien van de franchisegever (vaak grote retailers). Om deze reden is een goed juridisch kader met betrekking tot mededinging en handelspraktijken tussen ondernemingen belangrijk (zie het hoofdstuk over marktpraktijken en consumentenbescherming).
www.franchise.be is een onlineplatform waar ondernemers, franchisegevers en franchisenemers elkaar kunnen vinden.
1 Zoek drie voorbeelden van ketens die met franchisenemers werken.
2 Bekijk voor Panos en Albert Heyn eens hoeveel eigen vermogen je nodig hebt als franchisenemer.
3 En op welke vergoedingen kun je rekenen?
5.2 Toepasselijke bepalingen
1 Inzake franchise bestaat in België geen specifieke wetgeving. Bijgevolg moet het algemene verbintenissenrecht erop toegepast worden. Op Europees vlak bestaat er wel een richtlijn in het kader van het mededingingsrecht. Daarnaast bestaat er een Europese erecode en het Economisch Wetboek (Marktpraktijken en Bescherming van de mededinging) met specifiek verbod van onder meer onrechtmatige bedingen.
2 In franchisecontracten wordt onder andere een regeling getroffen rond licenties die gegeven worden aan de franchisenemer, bepaalde werkmethodes die de franchisenemer moet volgen, geheimhoudingsverplichtingen, de verplichting het imago van de keten te respecteren … Aan de andere kant krijgt ook de franchisegever een aantal belangrijke verplichtingen opgelegd, zoals de commerciële ondersteuning van de franchisenemer.
3 De partijen bepalen zelf de duur en beëindiging van de franchiseovereenkomst. Als ze dat niet doen, kan men terugvallen op het gemene recht.
4 In het kader van een franchiseovereenkomst moet de franchisenemer een aantal vergoedingen betalen aan de franchisegever. Hierbij gaat het onder andere om: een toetredingsvergoeding: dat is een eenmalige bijdrage betaald bij het afsluiten van de franchiseovereenkomst. Het bedrag is afhankelijk van de grootte van de franchisezaak alsook van de grootte van het territorium waarvoor exclusiviteit werd verleend. een periodieke bijdrage: op regelmatige, vastgelegde tijdstippen zal de franchisenemer een vergoeding betalen bestaande uit een vast percentage van de omzet of uit een marge op de aangekochte goederen door de franchisenemer van de franchisegever.
publiciteitsvergoeding: er kan een vergoeding worden gevraagd om de kosten van reclamecampagnes te dekken.
vergoedingen voor bijzondere prestaties: er kan ook een vergoeding worden gevraagd voor diensten waarop de franchisenemer vrijblijvend een beroep kan doen, bijvoorbeeld een vergoeding voor het regelen van de boekhouding.
6 De makelaarsovereenkomst
6.1 Definitie
De makelaar is een onafhankelijke tussenpersoon die als opdracht heeft te bemiddelen bij de totstandkoming van overeenkomsten. De makelaar beperkt er zich in beginsel toe de partijen bij elkaar te brengen en sluit bijgevolg niet zelf de overeenkomst. De makelaar treedt dus op in naam van zijn opdrachtgever en voor rekening van zijn opdrachtgever.
VOORBEELD
Een typisch voorbeeld van een makelaar is de vastgoedmakelaar, die kopers en verkopers van vastgoed bij elkaar brengt.
Als een consument een bemiddelingsovereenkomst afsluit met een vastgoedmakelaar (bv. opdracht tot bemiddeling bij verkoop, verhuur …), dan gelden specifieke wettelijke regels. Zo moet de makelaar altijd werken met een schriftelijk contract, waarin een aantal verplichte vermeldingen staan (bv. de duur van de overeenkomst …). Er is een bedenktijd van zeven dagen voorzien. Voor zover het echter een verkoop buiten de onderneming of een verkoop op afstand betreft, heeft de consument sinds het WER in werking getreden is in die gevallen een bedenktijd van veertien dagen. Die bedenktijd geldt alleen voor het contract met de vastgoedmakelaar en niet voor de verkoop- of verhuurovereenkomst zelf. Ook zijn er deontologische bepalingen waaraan een vastgoedmakelaar zich moet houden.
6.2 Toepasselijke bepalingen
De makelaarsovereenkomst is een overeenkomst voor de verhuur van diensten die geregeld wordt door de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek. Als de makelaar toch de opdracht zou krijgen om rechtshandelingen te stellen in naam van een van de partijen, gaat het makelaarscontract gepaard met lastgeving en worden de bepalingen met betrekking tot de lastgeving in het Burgerlijk Wetboek van toepassing.
6.2.1 Verplichtingen van de makelaar
1 De makelaar moet de opdracht die hem is gegeven, uitvoeren met de spoed en bekwaamheid die men van hem mag verwachten. Hij moet de nodige stappen doen om een tegenpartij te vinden en die in contact te brengen met zijn opdrachtgever.
2 De makelaar moet zijn opdrachtgever verder informeren over de mogelijke risico’s van de transactie en over de solvabiliteit en deskundigheid van de tegenpartij.
6.2.2 Verplichtingen van de opdrachtgever
1 De opdrachtgever moet aan de makelaar een vergoeding betalen. Meer bepaald heeft de makelaar veelal recht op een vergoeding als de overeenkomst tussen de opdrachtgever en de derdewederpartij effectief tot stand komt. De partijen zijn evenwel vrij om te bepalen wanneer het loon verschuldigd is.
2 De opdrachtgever moet de kosten terugbetalen die de makelaar in de uitvoering van zijn opdracht heeft moeten maken. Ook hierover kunnen ze afspraken maken.
Precontractuele informatieverplichting bij commerciële samenwerkingsovereenkomsten
Deze verplichting is van toepassing op commerciële samenwerkingsovereenkomsten waarbij de ene persoon het recht geeft aan de andere om bij de verkoop van producten of de verstrekking van diensten een commerciële formule te gebruiken onder één of meerdere van de volgende vormen: een gemeenschappelijk uithangbord; een gemeenschappelijke handelsnaam; een overdracht van knowhow; een commerciële of technische bijstand.
Bij zulke overeenkomst moet de persoon die het recht verleent aan de andere minstens één maand voor de ondertekening van het contract een ontwerp daarvan meedelen aan de andere partij. Bovendien moet er ook een afzonderlijk document bezorgd worden met daarin allerlei verplichte informatie (zo bv. welke verbintenissen moeten worden opgenomen en de gevolgen daarvan als die niet gerespecteerd worden, de ervaring met commerciële samenwerking, de staat van de markt en de vooruitzichten ...).
Het ontwerp van overeenkomst en het afzonderlijk document worden door middel van een duurzame gegevensdrager ter beschikking gesteld voor de persoon die het recht verkrijgt, hetgeen toegankelijk moet zijn voor de persoon die het verkrijgt.
Als die bepalingen niet nageleefd worden kan de persoon die het recht verkrijgt de nietigheid inroepen van de commerciële samenwerkingsovereenkomst of van bepaalde clausules daarvan. Dat moet in de regel gebeuren binnen de twee jaar na het sluiten van de overeenkomst.
Schematisch overzicht overeenkomsten met handelstussenpersonen
De franchise-overeenkomst
tussenpersonen in economische zin (werken in eigen naam en voor eigen rekening)
Een zelfstandig ondernemer, de franchisenemer mag deel uitmaken van een distributiesysteem en gebruik maken van de knowhow van de franchisegever in ruil voor een vergoeding
in eigen naam
voor eigen rekening
De concessie-overeenkomst
tussenpersonen in economische zin (werken in eigen naam en voor eigen rekening)
Er wordt aan een concessiehouder het recht verleend om de producten van de concessiegever (producent of importeur) te verkopen
in eigen naam
De makelaarsovereenkomst
tussenpersonen in juridische zin (werken voor andermans rekening)
Een onafhankelijke tussenpersoon ( de makelaar ) heeft als opdracht te bemiddelen over de totstandkoming van een overeenkomst voor rekening van de opdrachtgever
iemand anders: de opdrachtgever
De commissieovereenkomst
tussenpersonen in juridische zin (werken voor andermans rekening)
De commissionair verbindt zich tot het stellen van één of meerdere rechtshandelingen van commerciële aard (commerciële transacties) voor rekening van de committent
De handelsagentuur- overeenkomst
Overeenkomsten met handelstussenpersonen
tussenpersonen in juridische zin (werken voor andermans rekening)
De handelsagent bemiddelt permanent met de bedoeling overeenkomsten af te sluiten en hij sluit overeenkomsten af voorrekening van een principaal
in eigen naam
iemand anders: de principaal
iemand anders: opdrachtgever committent
iemand anders: de principaal
Indeling
Omschrijving activiteit
Handelt in naam van
iemand anders: opdrachtgever voor eigen rekening Deel II Ondernemingsrecht 98
9 Overeenkomsten met handelstussenpersonen: casussen
1 De 34-jarige Igor werkt al een zestal jaar als handelsagent voor nv Sobrimo. Igor wenst nu de agentuurovereenkomst die hij met de firma sloot, te beëindigen. Welke opzegtermijn moet Igor naleven? En kan hij zomaar in dienst treden bij een concurrent van Sobrimo?
2 Goedele wenst op basis van een franchiseovereenkomst een winkel in bruidskleding te beginnen. Hiertoe richt zij een pand in dat gelegen is op de benedenverdieping van een appartementsgebouw. Zeer groot is haar verbazing als enkele dagen voor de geplande opening een mede-eigenaar van het gebouw haar de basisakte toont. Hierin wordt namelijk vermeld dat handelsexploitaties in het gebouw verboden zijn. Goedele, die niet voor alle inrichtingskosten van de winkel wil opdraaien, wil nu een aantal van die uitgaven verhalen op de franchisegever. Maakt zij enige kans?
3 Marc wil zijn villa verkopen. Hij doet een beroep op een vastgoedmakelaar, Immo De Traeghe. Na enkele dagen heeft Marc spijt van zijn beslissing en zou hij alsnog onder het contract met de vastgoedmakelaar uit willen geraken. Maar kan dat wel?
4 Een tweetal jaren geleden sloot Lucas een franchiseovereenkomst met een internationale keten. Groot was de verbazing van Lucas toen enkele weken geleden op nog geen kilometer van zijn bedrijf een nieuw filiaal van de franchiseketen de deuren opende. Aan Lucas was nochtans verteld dat hem exclusiviteit zou worden gegeven voor Brugge en omgeving. Helaas heeft Lucas deze belofte niet op papier. Quid?
5 Hans en Dallila stellen hun woning te koop via een vastgoedmakelaar voor de prijs van 250 000 EUR. Na twee maanden slaagt de makelaar erin, met akkoord van Hans en Dallila, het huis te verkopen voor een heel wat lagere prijs 185 000 EUR. De makelaar vraagt betaling van de contractueel afgesproken vergoeding van 3 % + btw. Hans en Dallila vinden dat bedrag schromelijk overdreven. De makelaar zou immers nauwelijks enige reclame gemaakt hebben. Kunnen zij dat bedrag betwisten?
Begeleidende casus: Een eigen zaak van klein naar groter
1 Eerste etappe
In deze case behandelen we alleen de juridische stappen en verplichtingen die de ondernemer moet nemen en nakomen voor en na de start van de onderneming.
We bekijken twee etappes van het leven van deze onderneming. In de eerste etappe starten we met een eenmanszaak (natuurlijke persoon die een zelfstandige beroepsactiviteit uitoefent) om daarna in de tweede etappe in te gaan op de juiste keuze van de juridische ondernemingsvorm in een groeiscenario.
Uiteraard zijn de bedrijfseconomische elementen die komen kijken bij de oprichting van een eigen zaak de basis voor het welslagen van de onderneming. Een groeiende rendabele onderneming komt er niet zomaar. Met een goede voorafgaandelijke analyse en een sterk plan, maak je al een stap in de goede richting.
Hieronder reiken we beknopt een paar basiselementen aan die een aanzet vormen voor een echt businessplan. De verdere uitwerking van een businessplan maakt geen deel uit van de cursus economisch recht.
Aanzet businessplan
1 Beschrijf concreet welk project of welke activiteit je wil realiseren Wat wil je concreet gaan doen?
Waarom wil je dit eigenlijk doen? Wat zijn je beweegredenen, waar zit je motivatie. Welke meerwaarde biedt jouw product of dienst voor je klant? Waarom zou men bij jou kopen en niet bij de concurrent? Dat noemt men de ‘value propositions’.
2 Ben je uniek met dit idee of zijn er al concurrenten? Wie is jouw doelgroep precies? Wie zou jouw product of dienst willen kopen? Is het ‘nice to have’ or ‘need to have’?
Hoe ziet de markt eruit voor jouw activiteit of product? Is die bestaand? Is die groot? Is die groeiend?
Zijn de concurrenten grote spelers?
3 Maak een commercieel plan
Teken uit hoe je je product of dienst aan de man gaat brengen. Hoe ga je je klant bereiken?
Via welke verkoopkanalen, tegen welke prijs en met welke promotie of reclame?
4 Hoe ga je je organiseren en waar ga je je vestigen? Ga je alleen werken of niet?
5 Maak een financieel plan
Breng de nodige investeringen in kaart en zoek uit hoe je die gaat financieren. Lijst op wat je vaste kosten zullen zijn.
Simuleer een financieel plan om te berekenen vanaf welk moment je ‘break even’ draait dus winst noch verlies maakt en vanaf welk moment je echt winst maakt.
2 Het idee
Joris en Yasmina zijn twee studenten die in hun tweede jaar bedrijfsmanagement zitten. Ze kiezen bewust voor duurzaamheid en vooral voor ecologisch leven en handelen. Ze zijn met andere woorden begaan met het milieu en met levenskwaliteit. Daarnaast zijn ze ook gedreven om een eigen zaak te beginnen die aansluit bij die ‘motivators’.
Joris en Yasmina zijn ook fietsliefhebbers die in het weekend en in de vakanties de kuitenbijters van de Vlaamse en Waalse Ardennen trotseren en ook de Mont Ventoux heeft voor hen geen geheimen meer.
Vanuit die verschillende visies en passies hebben zij het idee opgevat om te beginnen met een fietshersteldienst. Hun droom reikt nog verder, maar ze willen nu in combinatie met hun studies klein beginnen.
Hun ultieme droom is een zaak uit te bouwen waar fietsen herstellen en verkopen hand in hand gaan met een ontmoetingsplaats, een soort praatcafé voor ‘fietsliefhebbers en professionelen’ met een hart voor duurzaamheid.
3 Klein beginnen
Op dit moment willen Joris en Yasmina hun droom combineren met hun studies en zien ze het als een try-outperiode en een bijverdienste. Ze noemen zich de J&Y-fietsfitters.
Een aantal studenten hebben hen als vriendendienst gratis geholpen. Jan, die grafisch ontwerp studeert, heeft een logo gemaakt voor ‘J&Y-fietsfitters’ en Adinda, studente informatica, heeft een website gemaakt. Ze hebben ook een fantastische, originele baseline voor J&Y-fietsfitters gevonden.
Concreet zal hun organisatie er als volgt uitzien:
In weekends, op feestdagen en in vakantieperioden kan je bij fietspech het telefoonnummer van ‘de fietsfitters’ bellen en dan komt een medewerker ter plaatse om je te depanneren.
De actieradius waarbinnen zij werken is mooi afgelijnd in functie van de woonplaats van Joris en Yasmina. Joris woont in Lochristi bij Gent en Yasmina woont in Kortrijk.
Ze gebruiken het tuinhuis en een stuk van de garage van hun ouders, dat ze ombouwen tot een fietsherstelplaats tijdens de weekends.
Het gezin van Yasmina vangt sedert augustus 2022 bij hen thuis de Oekraïense vluchtelingen Tatiana en Aleksandr op. Aleksandr is technisch geschoold en zou graag Yasmina en Joris helpen in hun onderneming. Die bijkomende handen zijn welkom nu ze ook aan hun bachelorproef moeten beginnen werken.
Er ligt dus een duidelijk plan op tafel, maar wat moeten Joris en Yasmina weten en doen voor ze effectief van start kunnen gaan?
In wat volgt doorloop en beantwoord je de vragen over de stappen die Joris en Yasmina moeten ondernemen om hun zaak juridisch correct op te starten.
3.1 Welke vorm neemt de onderneming aan?
1 Joris en Yasmina kiezen er elk apart voor om als zelfstandig ondernemer te beginnen en dus als natuurlijke persoon en niet als vennootschap of rechtspersoon te beginnen.
Kunnen Joris en Yasmina een zelfstandige beroepsactiviteit beginnen?
Om die vraag te beantwoorden, moeten we nagaan of ze aan de juridische voorwaarden voldoen:
– Zijn Joris en Yasmina meerderjarig?
Zijn ze handelingsbekwaam? Wat betekent dat?
– Speelt hun nationaliteit een rol?
– Zijn er onverenigbaarheden waardoor Joris en Yasmina geen ondernemingsactiviteiten mogen uitvoeren?
– Zullen ze economische activiteiten uitvoeren?
Zijn ze juridisch een onderneming?
– Kunnen ze allebei de naam ‘fietsfitters’ gebruiken?
– Moeten Joris en Yasmina hun kennis van bedrijfsbeheer bewijzen?
2 Moeten Joris en Yasmina ook over de nodige beroepskennis beschikken? Gaan ze met andere woorden een gereglementeerd beroep aanvatten?
3 Moeten ze een diploma of specifieke beroepskennis van fietsen herstellen kunnen voorleggen? Hun domicilie ligt in Gent en Kortrijk.
4 Als Joris en Yasmina hun droom van fietsen herstellen en verkopen in combinatie met een ontmoetingsplaats en praatcafé kunnen realiseren, zijn er dan nog bepaalde vergunningen of toelatingen nodig?
Om deze vragen te beantwoorden kun je naast jouw zoekwerk gebruikmaken van wat behandeld werd in:
– 1 De onderneming;
3 Het statuut van de ondernemer en de toegang tot het beroep;
3.1 Toegang tot ondernemingsactiviteiten;
3.2 De formele verplichtingen van de onderneming;
3.2.5 Voldoen aan de vestigingswet; – of van het onlinemateriaal
5 Wanneer (onder welke voorwaarden) kunnen Yoris en Yasmina beroep doen op het ‘Statuut Student Zelfstandige’?
Welke voordelen zou hen dat bieden?
6 Mag Aleksandr in hun bedrijf werken?
Moet hij bedrijfskennis of bedrijfsbeheer kunnen bewijzen?
Heeft hij bepaalde vergunningen nodig?
Wat als Aleksandr hier in Vlaanderen ook als ondernemer aan de slag zou willen gaan?
7 Beginnen als eenmanszaak heeft voordelen, maar er zijn ook risico’s en nadelen aan verbonden. Hoe zouden ze hun samenwerking als aparte eenmanszaken die samenwerken, kunnen regelen? Kunnen zij daarvoor contracten met elkaar afsluiten?
Evalueer de keuze van Joris en Yasmina. Waar zou jij voor kiezen?
8 Joris en Yasmina zijn goed in boekhouden en kiezen ervoor om hun boekhouding zelf uit te voeren.
Is dit realistisch? Zo ja, waarom?
3.2 Welke stappen moeten Joris en Yasmina ondernemen en wat moeten ze weten?
1 Moeten Joris en Yasmina zich inschrijven in de KBO?
2 Moeten Joris en Yasmina zich tot een ondernemingsloket wenden?
– Welke gegevens moeten Joris en Yasmina aan het ondernemingsloket bezorgen?
Welke documenten moeten zij aan het ondernemingsloket bezorgen als ze voldoen aan het Statuut Student Zelfstandige?
– Kunnen Joris en Yasmina kiezen naar welk loket ze gaan?
3 Krijgt J&Y-fietsfitters een ondernemingsnummer?
4 Joris en Yasmina moeten een bankrekening openen voor hun zaak. Mogen zij de zichtrekening die ze al hebben hiervoor gebruiken?
5 Zijn ze btw-plichtig? Wat betekent dat?
6 Moeten ze een boekhouding voeren? Zo ja, welke vorm moet die hebben?
7 Moeten ze zich aansluiten bij een sociale verzekeringskas?
8 Welke fiscaliteit is op hen van toepassing?
1 Zoek uit hoeveel bijdragen Joris en Yasmina aan een sociale verzekeringskas zouden moeten betalen.
Formuleer je antwoorden op basis van wat er in het hoofdstuk Vrijheid van ondernemen en algemene verplichtingen van de onderneming 3.2 De formele verplichtingen van de Onderneming aan bod kwam.
Neem voor meer informatie eventueel contact op met een ondernemingsloket of een sociale verzekeringskas.
2 Maak een voorbeeldfactuur voor de firma van Joris en Yasmina. Je mag zelf de nodige info/ nummers verzinnen, maar ze moeten wel voldoen aan de wettelijke structuur.
9 Vallen Joris en Yasmina met hun onderneming onder de GDPR-regels?
Geef toelichting
10 Is het belangrijk dat Joris en Yasmina eens nakijken hoe zij ‘hun intellectuele eigendom’ kunnen beschermen? Zo ja, verklaar waarom en geef aan wat ze het best zoal kunnen doen.
Spelen Jan en Adinda hier ook een rol in?
Je kunt hiervoor gebruikmaken van het hoofdstuk over ondernemen en intellectuele eigendom en van de ideescan.
3.3 Hoe gaat het verder?
Yasmina en Joris zijn klein begonnen, maar wat als ze willen uitbreiden? Blijft deze ondernemingsvorm dan de beste keuze? Wat als ze huwen? Zijn er nieuwe verplichtingen... Hoe het verder gaat met hun zaak nadat Yasmina en Joris zijn afgestudeerd, bekijken we in de tweede etappe van de begeleidende casus in het deel over ondernemingsrecht.
Raadpleeg de vergelijkende tabel met ondernemingsvormen het algemeen besluit van het hoofdstuk over vennootschapsrecht om je antwoord te formuleren.