Inhoudsopgave_Praktisch belastingrecht_2023

Page 1

5 Inhoud Inhoud Inleiding 17 Deel 1 Basisbeginselen 21 Hoofdstuk 1 Begrip en kenmerken van de belasting 23 1 Het begrip ‘belasting’ 23 2 Kenmerken van een belasting 23 2.1 Het financieel doel 23 2.2 Het dwingend karakter 23 2.3 Overheidsinkomsten die geen belastingen zijn 24 2.4 Retributie versus bijzondere vormen van belastingen 24 2.5 De parafiscale bijdragen 25 Hoofdstuk 2 De situering van het belastingrecht 27 Hoofdstuk 3 Noodzakelijk karakter van belastingen in een moderne samenleving 28 Hoofdstuk 4 De functies van de belasting 29 1 De financiële functie 29 2 De economische functie 29 3 De sociale functie 30 Hoofdstuk 5 Wie mag belasting heffen? 31 Hoofdstuk 6 Grondwettelijke beginselen van de belastingheffing 33 1 Het legaliteitsbeginsel 33 1.1 Draagwijdte van het legaliteitsbeginsel 33 1.2 Gevolgen van het legaliteitsbeginsel 34 2 Het eenjarigheidsbeginsel 35 2.1 Draagwijdte van het eenjarigheidsbeginsel 35 2.2 Gevolgen van het eenjarigheidsbeginsel 36 3 Het gelijkheidsbeginsel 36 3.1 Draagwijdte van het gelijkheidsbeginsel 37 3.2 Controle over de eerbiediging van het gelijkheidsbeginsel 37 Hoofdstuk 7 Beginselen en kenmerken die voortvloeien uit de aard van de belastingen en uit het recht in het algemeen 40 1 Het fiscaal recht is geen volstrekt autonome rechtstak 40 2 De fiscale wet is van openbare orde 41 2.1 De belastingwet bepaalt zelf wie de schuldenaar is 41 2.2 Belastingontduiking is niet toegelaten – keuze van de minst belaste weg 42 2.3 Mogelijkheid tot het afsluiten van overeenkomsten tussen de fiscus en de belastingplichtige 47 2.4 De fiscus is geen derde bij de vestiging, wel bij de invordering van de belasting 49 3 Strikte interpretatie van de belastingwet 51 3.1 Algemeen 51 3.2 Eerste fase: tekstuele interpretatie 51 3.3 Tweede fase: het nagaan van de bedoeling van de wetgever 51 3.4 Derde fase: de niet-heldere tekst 52 4 Het beginsel van de niet-retroactiviteit van de belastingwet 52 4.1 Niet-terugwerkende kracht van wetten en decreten 52 4.2 Niet-terugwerkende kracht van Koninklijke en Ministeriële Besluiten 53 4.3 Niet-terugwerkende kracht van plaatselijke verordeningen en besluiten 53 5 De toepassing van de beginselen van behoorlijk bestuur 53 6 Het realiteitsbeginsel 55 6.1 Algemeen 55 6.2 Fiscaliteit houdt enkel rekening met de werkelijk gestelde handelingen 55 6.3 Juridische of economische werkelijkheid 55 6.4 Morele neutraliteit van de belastingwet 56 7 Het ‘non bis in idem’-beginsel 57 8 Het territorialiteitsbeginsel 58 9 Het verdragsrecht beheerst het intern fiscaal recht 58
6 Inhoud Hoofdstuk 8 De indeling van de belastingen 60 1 Naar de belastingheffende overheid 60 2 Naar de grondslag van de belasting 60 2.1 Onderscheid tussen zakelijke en persoonlijke belastingen 60 2.2 Onderscheid tussen kapitaal- of vermogensbelastingen en inkomstenbelastingen 61 2.3 Onderscheid tussen specifieke belastingen en belastingen ad valorem 61 3 Naar de wijze van vereffening van de belasting 61 4 Naar de ‘drager’ van de belasting 61 5 Naar directe en indirecte belastingen volgens het fiscaal-administratief criterium 62 5.1 Directe belastingen 62 5.2 Indirecte belastingen 63 Hoofdstuk 9 De administratieve inrichting 65 Deel 2 Personenbelasting 69 Hoofdstuk 1 Inleidende begrippen 71 1 Wie is aan de personenbelasting onderworpen? 71 2 Welke inkomsten zijn belastbaar in de personenbelasting? 71 3 Gemeenschappelijke aangifte of niet in de personenbelasting? 72 4 Wat met de inkomsten van kinderen? 73 5 Belastbaar tijdperk en aanslagjaar in de personenbelasting 73 5.1 Algemene regel 73 5.2 Uitzondering 73 6 Berekening van de personenbelasting (per belastingplichtige): het uitgebreide opcentiemenmodel 74 7 Progressieve belasting 80 8 Aangiftetermijn in de personenbelasting 80 8.1 Gewone aangiftetermijn 80 8.2 Uitzonderlijke termijnen 80 9 Voorstel van vereenvoudigde aangifte 81 10 Mogelijke gevolgen bij een laattijdig ingediende aangifte of bij niet-aangifte 81 Hoofdstuk 2 Bepaling van het netto-inkomen (= bruto-inkomen met aftrek van kosten en verliezen) 83 1 Onroerende inkomsten 83 1.1 Algemene regels 83 1.2 Bij wie belastbaar? 84 1.3 Wat met onroerende goederen die toebehoren aan de kinderen? 85 1.4 Wat bij verandering van eigenaar tijdens 2023? 85 1.5 Wat bij gewijzigde bestemming van het onroerend goed in 2023? 85 1.6 Het bruto belastbaar bedrag 85 1.7 Federale gewone intrestaftrek van leningen 91 2 Roerende inkomsten 93 2.1 Roerende inkomsten: wat zijn dat? 93 2.2 Belastbaar bij wie? 93 2.3 Wat met roerende goederen die toebehoren aan de kinderen? 94 2.4 Verplicht en facultatief aan te geven roerende inkomsten 94 2.5 Aanslagmodaliteiten 101 3 Diverse inkomsten 102 3.1 Beloningen uit verenigingswerk (in de socio-/culturele/sportsector) en inkomsten uit de deeleconomie 103 3.2 Toevallige winsten of baten (andere dan deze uit de deeleconomie) 105 3.3 Prijzen en subsidies 106 3.4 Premies voor sportieve prestaties op Olympische Spelen, Paralympische Spelen, wereldkampioenschappen of Europese of andere continentale kampioenschappen 106 3.5 Onderhoudsuitkeringen 106 3.6 Inkomsten afkomstig van de onderverhuring van onroerende goederen of de overdracht van huurcel 107 3.7 Loten van effecten van leningen 108 3.8 Opbrengsten uit de verhuring van jacht-, vis- en vogelvangstrecht 108 3.9 Meerwaarden op in België gelegen ongebouwde onroerende goederen 108 3.10 Intern verwezenlijkte meerwaarden 108 3.11 Meerwaarden verwezenlijkt op in België gelegen gebouwd onroerend goed dat onder bezwarende titel is verkregen 109
7 Inhoud 3.12 Meerwaarden verwezenlijkt bij de vervreemding onder bezwarende titel van een in België gelegen gebouw opgericht op een verworven terrein 109 3.13 Meerwaarden verwezenlijkt bij de overdracht van aandelen uit een belangrijke deelneming 110 3.14 Persoonlijke vergoedingen aan onderzoekers 110 3.15 Aanslagvoet 110 4 Beroepsinkomsten 113 4.1 Belastbaar inkomen en vrijgestelde inkomsten: enkele verduidelijkingen 114 4.2 Aftrek van de bijdragen voor de sociale zekerheid 122 4.3 Aftrek van de kosten 122 4.4 Economische vrijstellingen 131 4.5 Verrekening van de verliezen 132 4.6 Toekenning van meewerkinkomen en van het huwelijksquotiënt 132 4.7 Compensatie van verliezen tussen echtgenoten 134 Hoofdstuk 3 Aftrekbare bestedingen 135 1 Wat wordt bedoeld met ‘een aftrekbare besteding’? 135 2 Voorwaarden aftrekbaarheid onderhoudsuitkeringen 135 2.1 De betaling van de onderhoudsgelden 136 2.2 De onderhoudsgerechtigde mag geen deel uitmaken van het gezin van de onderhoudsplichtige (op datum van betaling) 137 2.3 De onderhoudsgelden moeten regelmatig worden betaald 137 2.4 Bewijsstukken 138 3 Volgorde van de aanrekening van de aftrek van onderhoudsuitkeringen 139 Hoofdstuk 4 Progressief tarief 140 Hoofdstuk 5 Belasting op de belastingvrije som 141 1 Basisbedragen van de belastingvrije som 141 2 Verhoging(en) van de belastingvrije som voor kinderen ten laste en andere personen ten laste 142 2.1 Verhoging(en) van de belastingvrije som voor kinderlast 145 2.2 Verhoging van de belastingvrije som voor personen ten laste andere dan kinderen 149 3 Verhoging van de belastingvrije som voor personen die in 2023 gehuwd zijn of een verklaring van wettelijke samenwoning hebben ondertekend 150 4 Aanrekening toeslagen belastingvrije som in geval van gemeenschappelijk belaste echtgenoten 150 Hoofdstuk 6 Belastingvermindering voor pensioenen en vervangingsinkomsten 152 1 De basisbedragen (A) 153 2 De ‘horizontale’ beperking (B) 153 3 De verticale beperking (C) 154 4 Beperking tot de evenredige belasting (D) 157 Hoofdstuk 7 Belastingvermindering voor inkomsten uit het buitenland 158 Hoofdstuk 8 Gewestelijke belastingverminderingen (en belastingkredieten) 159 1 Uitgaven die recht geven op een gewestelijke belastingvermindering voor een woning die de eigen woning is op het moment van betaling 159 1.1 De gewestelijke belastingvermindering voor enige woning (= gewestelijke woonbonus) (art. 145/37, art. 145/38, art. 145/38/1 en art. 145/38/2 WIB 1992) 160 1.2 De gewestelijke belastingvermindering langetermijnsparen (art. 145/39 WIB 1992 en art. 145/40 WIB 1992) 171 1.3 Gewestelijke belastingvermindering bouwsparen 175 1.4 Gewestelijke belastingvermindering voor gewone intresten 176 1.5 Gewestelijke belastingvermindering voor intresten KI eigen woning 177 1.6 Gewestelijke belastingvermindering voor bijkomende intresten van hypothecaire leningen 177 2 Andere gewestelijke belastingverminderingen (en belastingkredieten) voor specifieke uitgaven 178 2.1 Belastingvermindering voor uitgaven voor behoud en herwaardering van/voor onderhoud en restauratie van beschermde eigendommen 178 2.2 Belastingvermindering voor PWA-cheques en wijkwerkcheques 180 2.3 Belastingvermindering voor dienstencheques 180 2.4 Belastingvermindering voor uitgaven voor dakisolatie betaald in 2023 181 2.5 Belastingvermindering voor de uitgaven voor de vernieuwing van een woning verhuurd via een sociaal verhuurkantoor 182 2.6 Belastingkrediet voor geregistreerde Winwinleningen (Vlaamse Gewest) 183 2.7 Belastingkrediet voor geregistreerde vriendenaandelen (Vlaamse Gewest) 186 2.8 Belastingvermindering voor geregistreerde renovatieovereenkomsten (Vlaamse Gewest) 189 3 Aanrekeningsvolgorde van de gewestelijke belastingverminderingen 190
8 Inhoud Hoofdstuk 9 Federale belastingverminderingen 192 1 Federale belastingverminderingen m.b.t. de uitgaven voor een woning die niet de eigen woning is van de belastingplichtige(n) op het moment van de betaling 192 1.1 Federale belastingvermindering langetermijnsparen 193 2 Overige federale belastingverminderingen voor bepaalde uitgaven 195 2.1 Belastingverminderingen voor het langetermijnsparen 196 2.2 Belastingvermindering voor lage-energiewoningen, passiefwoningen of nulenergiewoningen 200 2.3 Belastingvermindering voor intresten van groene leningen 201 2.4 Belastingvermindering voor uitgaven voor verwerven van aandelen van startende vennootschappen 202 2.5 Belastingvermindering voor uitgaven voor verwerven van aandelen van groeibedrijven 204 2.6 Belastingvermindering voor minderwaarden op aandelen geleden n.a.v. volledige verdeling van private privaks (art. 145/26/1 WIB 1992) 206 2.7 Belastingvermindering voor elektrische voertuigen 208 2.8 Belastingvermindering voor uitgaven voor een erkend ontwikkelingsfonds 208 2.9 Belastingvermindering voor giften 209 2.10 Belastingvermindering voor bezoldigingen van een huisbediende 210 2.11 Belastingvermindering voor kinderoppaskosten 210 2.12 Belastingvermindering voor uitgaven in het kader van een adoptieprocedure 213 2.13 Belastingvermindering voor premies voor rechtsbijstandsverzekering 214 2.14 Belastingvermindering voor POZ-premies 215 2.15 Belastingvermindering VAPW (werknemer) 215 2.16 Belastingvermindering voor de uitgaven voor de plaatsing van een vast laadstation voor elektrische wagens in of bij de woning 216 2.17 Belastingvermindering voor het presteren van overwerk (art. 154bis WIB 1992) 219 3 Aanrekeningsvolgorde van de federale belastingverminderingen 220 Hoofdstuk 10 Federale terugbetaalbare belastingkredieten 221 1 Belastingkrediet voor kinderlast 221 2 Belastingkrediet voor zelfstandigen 222 3 Belastingkrediet op lage activiteitsinkomsten 223 4 Belastingkrediet werkbonus (of het aanvullend belastingkrediet voor lage lonen) 224 Hoofdstuk 11 Federale belastingvermeerderingen 225 1 De terugname van het voordeel voor de verwerving van werkgeversaandelen 225 2 De terugname van het voordeel ontwikkelingsfondsen 226 3 De terugname van het voordeel voor de verwerving van aandelen van startende vennootschappen of van groeibedrijven 226 4 De terugname van het voordeel voor de verwerving van aandelen in 2020 en/of in 2021 van bedrijven met omzetverlies als gevolg van de COVID-19-pandemie 227 5 De belastingvermeerdering wegens geen of ontoereikende voorafbetalingen 228 Deel 3 Vennootschapsbelasting 231 Hoofdstuk 1 Basisbegrippen 233 1 Wie is aan de vennootschapsbelasting onderworpen? 233 2 Belastbare grondslag 233 3 Soorten aanslagen in de vennootschapsbelasting 234 4 Belastbaar tijdperk en aanslagjaar 235 4.1 Belastbaar tijdperk 235 4.2 Aanslagjaar 235 5 Indiening van de aangifte 236 6 Fiscale gunstmaatregelen voor kleine vennootschappen 237 7 Definitie van kleine vennootschap (art. 1:24 WVV) 238 7.1 Vennootschapsrechtelijk regime 238 7.2 Fiscale doorwerking 239 Hoofdstuk 2 Reserves 240 1 De belastbaar gereserveerde winst 240 1.1 Zichtbare reserves 240 1.2 Onzichtbare reserves 244 1.3 Aanpassingen van de begintoestand van de reserves 246 2 De vrijgestelde winst 250 2.1 Waardeverminderingen op handelsvorderingen 250 2.2 Voorzieningen voor risico’s en kosten 251 2.3 Uitgedrukte niet-verwezenlijkte meerwaarden 251
9 Inhoud 2.4 Verwezenlijkte meerwaarden 252 2.5 Tax shelter erkende audiovisuele werken, podiumwerken en games 254 2.6 Winst voortvloeiend uit de homologatie van een reorganisatieplan en uit de vaststelling van een minnelijk akkoord 256 2.7 Wederopbouwreserve 256 Hoofdstuk 3 Verworpen uitgaven 261 1 Niet-aftrekbare belastingen 261 2 Gewestelijke belastingen, heffingen en retributies 262 3 Geldboeten, verbeurdverklaringen, straffen van alle aard en verhogingen van sociale bijdragen 263 4 Jaarlijkse taksen op de kredietinstellingen, collectieve beleggingsinstellingen en verzekeringsondernemingen 264 5 Taks op de inscheping van een luchtvaartuig 264 6 Niet-aftrekbare pensioenen, kapitalen, werkgeversbijdragen en -premies 265 7 Niet-aftrekbare autokosten en minderwaarden op personenwagens, auto’s dubbel gebruik en minibussen 265 7.1 Aftrekpercentages 265 7.2 Toekomstige evolutie van de aftrekpercentages 266 7.3 Welke kosten worden beperkt? 268 7.4 Uitzonderingen: 100 % aftrekbare autokosten 268 7.5 Terugbetaalde autokosten eigen aan de werkgever 269 7.6 Aan derden doorgerekende autokosten 270 7.7 Privé gebruikte firmawagens 270 7.8 Ontvangen schadevergoedingen 271 7.9 Minderwaarden 271 8 Autokosten ten belope van een deel van het voordeel van alle aard 271 9 Niet-aftrekbare restaurantkosten 272 10 Niet-aftrekbare receptiekosten en kosten voor relatiegeschenken 274 10.1 Receptiekosten 274 10.2 Relatiegeschenken 274 11 Niet-aftrekbare beroepskledij 275 12 Overdreven intresten 276 13 Intresten m.b.t. een gedeelte van bepaalde leningen 276 14 Niet-aftrekbaar financieringskostensurplus 277 15 Abnormale of goedgunstige voordelen 277 15.1 Artikel 26, 1ste lid WIB 1992: algemeen principe 277 15.2 Artikel 26, 2de lid WIB 1992: drie specifieke toepassingsgevallen 277 16 Sociale voordelen 278 16.1 Collectieve verzekeringen voor geneeskundige verzorging, arbeidsongeschiktheid, invaliditeit, ed. 278 16.2 Anciënniteitspremie 278 16.3 Huwelijkspremie 278 16.4 Collectieve gelegenheidsgeschenken 278 17 Voordelen uit maaltijd-, sport-, cultuur- en ecocheques 279 17.1 Maaltijdcheques 279 17.2 Sport- en cultuurcheques (Ci.RH. 242/579.489, AOIF29/2009 d.d. 2 juni 2009) 279 17.3 Ecocheques 280 18 Liberaliteiten 281 19 Waardeverminderingen en minderwaarden op aandelen 281 20 Terugneming van vroegere vrijstellingen 281 21 Werknemersparticipatie en winstpremies 282 22 Gewestelijke premies en kapitaal- en intrestsubsidies 282 23 Niet-aftrekbare betalingen aan bepaalde staten 283 24 Niet-aftrekbare commissies en andere vergoedingen aan sportmakelaars 285 25 Andere verworpen uitgaven 285 Hoofdstuk 4 Uitgekeerde dividenden 287 1 Gewone uitgekeerde dividenden 287 1.1 Dividend n.a.v. resultaattoekenning 287 1.2 Dividend n.a.v. terugbetaling kapitaal/inbreng of uitgiftepremies 291 1.3 Dividend n.a.v. geherkwalificeerde intresten 293 2 Dividenden uitgekeerd naar aanleiding van de verkrijging van eigen aandelen 294 3 Dividenden n.a.v. het overlijden, de uittreding of uitsluiting van een aandeelhouder 294 4 Dividenden n.a.v. de verdeling van maatschappelijk vermogen 295
10 Inhoud Hoofdstuk 5 Uiteenzetting van de winst 296 1 Eerste bewerking: fiscaal resultaat 296 2 Afzondering van de bestanddelen waarop het aftrekverbod van toepassing is 296 3 Niet-aftrekbaarheid van buitenlandse verliezen 297 4 Tweede bewerking: omdeling volgens oorsprong 297 5 Derde bewerking: aftrek van de bij verdrag vrijgestelde winsten en van de niet-belastbare bestanddelen 298 5.1 Aftrek van de bij verdrag vrijgestelde winst 298 5.2 Aftrek van de niet-belastbare bestanddelen 298 6 Vierde bewerking: aftrek van DBI (definitief belaste inkomsten) 301 7 Vijfde bewerking: aftrek voor innovatie-inkomsten 303 7.1 Kwalificerende intellectuele eigendomsrechten 303 7.2 Soorten innovatie-inkomsten 303 7.3 Berekening van de netto-innovatie-inkomsten 304 7.4 Berekening van de nexus-breuk 304 7.5 Overdraagbaarheid 304 7.6 Voorwaardelijke vrijstelling voor lopende aanvragen 305 8 Zesde bewerking: investeringsaftrek 305 8.1 Eenmalige investeringsaftrek 306 8.2 Gespreide investeringsaftrek 308 8.3 Te vervullen formaliteiten 308 9 Zevende bewerking: aftrek van groepsbijdrage 308 9.1 Voorwaarden van verbondenheid 309 9.2 Uitgesloten vennootschappen 310 9.3 Werking van de regeling 310 10 Grondslag voor de berekening van de korf 311 11 Achtste bewerking: overgedragen DBI-aftrek 312 12 Negende bewerking: overgedragen aftrek voor innovatieinkomsten 312 13 Tiende bewerking: aftrek van vorige verliezen 312 14 Elfde bewerking: aftrek van overgedragen aftrek voor risicokapitaal 312 Hoofdstuk 6 Tarief 313 1 Basistarief 313 2 Verlaagd tarief 313 2.1 Van het verlaagd tarief uitgesloten vennootschappen 313 3 Afzonderlijk tarief van 5 % op landbouwsteun 315 4 Afzonderlijk tarief van 15 % (exit tax) 316 5 Afzonderlijke aanslag van 100 % of 50 % 316 5.1 Kenmerken van de bijzondere aanslag 316 5.2 Niet-verantwoorde kosten, voordelen en auteursrechten 317 5.3 Verdoken meerwinsten 318 6 Verwezenlijkte meerwaarden, voorzieningen uit risico’s en kosten en investeringsreserve en voorheen vrijgestelde winst tax shelter belastbaar tegen 33,9 % of tegen 29,58 % 319 Hoofdstuk 7 Verrekenbare bestanddelen 320 1 Niet-terugbetaalbare voorheffingen 320 2 Terugbetaalbare voorheffingen 321 3 Voorafbetalingen 321 Hoofdstuk 8 Aangifteplicht m.b.t. betalingen aan belastingparadijzen 322 Deel 4 Btw 325 Hoofdstuk 1 Inleiding 327 1 De Btw-Richtlijn 327 2 Doelstelling 327 3 Verbruiksbelasting – Omzetbelasting 327 4 Praktische benadering van een btw-vraagstuk 328 Hoofdstuk 2 Btw-belastingplichtigen 329 1 Algemeen 329 2 Soorten btw-belastingplichtigen 329 3 Tussenpersonen inzake btw 330 Hoofdstuk 3 De belastbare handelingen 331 1 Leveringen van goederen 331 1.1 Algemeen 331
11 Inhoud 1.2 Met een levering gelijkgestelde handelingen 331 1.3 Met een levering onder bezwarende titel gelijkgesteld 331 1.4 Overdrachten die geen leveringen zijn 336 1.5 De plaats van de levering 336 1.6 Het tijdstip van de levering 337 1.7 Vrijgestelde leveringen 338 2 Diensten 340 2.1 Algemeen 340 2.2 De plaats van de dienst 340 2.3 Het tijdstip van de dienst 343 3 De invoer van goederen 343 4 Intracommunautaire verwervingen 344 4.1 Algemeen 344 4.2 Definitie 344 4.3 Het belasten van een intracommunautaire verwerving 344 4.4 De plaats van de intracommunautaire verwerving 346 4.5 Het tijdstip van de intracommunautaire verwerving 346 Hoofdstuk 4 De maatstaf van heffing 347 Hoofdstuk 5 De btw-tarieven 349 Hoofdstuk 6 Vrijstellingen 350 1 Vrijstellingen met behoud van recht op aftrek 350 1.1 Algemeen 350 1.2 Vrijstellingen ter zake van uitvoer buiten de EU, intracommunautaire levering en andere (oneigenlijke vrijstellingen) 351 2 Vrijstellingen zonder recht op aftrek (eigenlijke vrijstellingen) 351 2.1 Algemeen 351 2.2 Vrijstellingen 351 2.3 Vrijstellingen met betrekking tot onroerende goederen 352 Hoofdstuk 7 Het recht op aftrek van de voorbelasting 353 1 Algemene principes inzake aftrek 353 1.1 Het beoordelingscriterium: de vermoedelijke bestemming van de ontvangen goederen en diensten 353 1.2 Uitsluiting van de aftrek van de belasting
goederen en diensten die voor privégebruik of, meer algemeen, voor andere doeleinden dan die van de economische activiteit zijn bestemd 354 1.3 Verwerping van de aftrek of onttrekking 354 1.4 Aftrek bij gemengd gebruikte bedrijfsmiddelen 355 2 Aftrekbare belasting 356 3 Toestand van de gewone btw-belastingplichtige met betrekking tot de aftrek van voorbelasting 356 4 Toestand van de btw-belastingplichtige met gedeeltelijk recht op aftrek (gemengde belastingplichtige) met betrekking tot de aftrek van voorbelasting 357 5 De uitsluiting van het recht op aftrek voor de btw geheven van sommige beroepsuitgaven 358 5.1 Autokosten 358 5.2 Tabaksfabrikaten 358 5.3 Geestrijke dranken 359 5.4 Kosten van logies en kosten van spijzen en dranken om ter plaatse te worden verbruikt 360 5.5 Kosten van onthaal 362 6 Bijzondere problemen met betrekking tot de omvang van het recht op aftrek van voorbelasting 365 7 De uitoefening van het recht op aftrek 365 7.1 Het ontstaan van het recht op aftrek van voorbelasting 365 7.2 De voorwaarden om het recht op aftrek uit te oefenen 372 7.3 De uitoefening van het recht op aftrek van voorbelasting 373 Hoofdstuk 8 Herzieningen 375 1 Algemeen 375 2 Herziening van de aftrek van btw geheven van andere dan bedrijfsmiddelen 375 3 Herziening van aftrek van btw geheven van bedrijfsmiddelen 376 4 Beginpunt van het herzieningstijdvak voor bedrijfsmiddelen 376 Hoofdstuk 9 Teruggave van btw 379 1 Teruggave van Belgische btw 379 2 Teruggave van buitenlandse btw 379 Hoofdstuk 10 Voldoening van de belasting 380 1 Principe 380
die geheven werd van de
12 Inhoud 2 Afwijking 380 3 Werk in onroerende staat (art. 20 van KB nr. 1) 380 4 Verlegging van de heffing (art. 51, § 2, 5° WBTW) 380 5 Invoer 380 Hoofdstuk 11 Verplichtingen van de btw-belastingplichtigen 381 Hoofdstuk 12 Verjaring 383 1 Algemeen 383 2 Beginpunt van de verjaringstermijn 384 3 Eindpunt van de verjaringstermijn 384 4 Verjaring van het recht op teruggave 384 5 Vervaltermijn inzake recht op aftrek 385 Deel 5 Registratiebelasting 387 Hoofdstuk 1 Kenmerken van registratierechten 389 1 Zakelijke en indirecte belasting op het rechtsverkeer onder levenden 389 2 Federale en gewestelijke belasting 389 3 Formaliteitbelasting 390 4 Contantbelasting versus inkohiering van de belasting 390 5 Wettelijke grondslag 391 6 Administratie 391 7 Tijdelijke maatregelen ingevolge de COVID-19-pandemie 391 Hoofdstuk 2 De registratieformaliteit 392 1 Algemeen 392 2 De registratie op minuut, brevet, kopie of origineel 392 3 Ondeelbaarheid van de registratieformaliteit 393 4 Gevolgen en belang van de registratie 394 5 Het registratierelaas 394 Hoofdstuk 3 De registratieplicht 395 1 Aan de registratieformaliteit onderworpen akten en verklaringen 395 1.1 Registratieplicht wegens de aard van de akte 395 1.2 Registratieverplichting wegens het voorwerp van de akte 396 1.3 Verplichting tot registratie omwille van een latere gebeurtenis 396 1.4 Registratie van een verklaring 397 2 Termijnen voor de aanbieding ter registratie 397 3 Personen verplicht tot aanbieding ter registratie en betaling der rechten 399 3.1 Aanbieding ter registratie en betaling van de federaal ingevorderde registratierechten 399 3.2 Betaling van de Vlaamse registratiebelasting 399 3.3 Kosteloze registratie 400 4 Plaats van de registratie 401 Hoofdstuk 4 Algemene heffingsregels 402 1 Het bestaan van een akte die titel verschaft aan een rechtshandeling 402 1.1 Vereiste van een akte 402 1.2 Akte die titel verschaft 402 1.3 Nietige akten 402 1.4 Wettelijke overdrachten 402 2 De werkelijke overeenkomst 403 2.1 Verkeerd gekwalificeerde overeenkomst zonder opzet 403 2.2 Bewust verkeerd gekwalificeerde overeenkomst 403 2.3 Prijsbewimpeling 403 2.4 De antimisbruikbepaling 404 3 De actuele rechtshandeling 406 3.1 Beginsel 406 3.2 De tijdsbepaling 406 3.3 De ontbindende voorwaarde 407 3.4 De opschortende voorwaarde 407 4 Afhankelijke en onafhankelijke rechtshandelingen 408 4.1 Principe 408 4.2 Onderscheid tussen afhankelijke en onafhankelijke rechtshandelingen 409 5 Non bis in idem 409 5.1 Rechtshandeling uitgedrukt in meerdere geschriften 409 5.2 Rechtshandeling die haar aanknopingspunt vindt in een reeds belaste handeling 409 5.3 Hermaakte rechtshandelingen 410
13 Inhoud Hoofdstuk 5 Soorten registratierechten 411 1 Algemeen vast recht 411 2 Specifiek vast recht 411 3 Evenredige rechten 413 Hoofdstuk 6 De evenredige rechten 414 1 Verkooprecht – overdrachten onder bezwarende titel van in België gelegen onroerende goederen 414 1.1 Belastbare verrichtingen 414 1.2 Belastingplichtige 414 1.3 Belastbare grondslag 414 1.4 Tarief 426 1.5 Verminderingen 430 1.6 Vrijstellingen 435 2 Openbare verkopingen van lichamelijke roerende goederen 436 2.1 Belastbare verrichtingen 436 2.2 Tarief 436 2.3 Belastbare grondslag 437 2.4 Vrijstellingen 437 3 Huurcontracten van in België gelegen onroerende goederen 437 3.1 Belastbare verrichtingen 437 3.2 Tarief 437 3.3 Belastbare grondslag 438 3.4 Vrijstellingen 439 4 Hypotheekvestigingen, verpandingen van een handelszaak en vestigingen van een landbouwvoorrecht 440 4.1 Gewestelijke bevoegdheid versus federale bevoegdheid 440 4.2 Belastbare verrichtingen en tarief 441 4.3 Belastingplichtige 441 4.4 Belastbare grondslag 442 4.5 Vrijstellingen 442 4.6 Handlichting van een hypothecaire inschrijving 443 5 Verdelingen en met verdeling gelijkgestelde afstanden van in België gelegen onroerende goederen 443 5.1 Belastbare verrichtingen 443 5.2 Belastingplichtige 444 5.3 Tarieven 444 5.4 De belastbare grondslag 445 5.5 Vrijstellingen 446 6 Handelingen van burgerlijke en handelsvennootschappen 446 6.1 Inbreng in Belgische vennootschappen 446 6.2 Verkrijging door vennoten van onroerende goederen afkomstig van de vennootschap 451 7 Schenkingen 455 7.1 Belastbare verrichtingen 455 7.2 Belastingplichtige 457 7.3 Belastbare grondslag 457 7.4 Tarief 461 7.5 Verminderingen 470 7.6 Vrijstellingen 471 8 Vonnissen en arresten 475 8.1 Algemeen 475 8.2 Het veroordelingsrecht 475 8.3 Het titelrecht 477 Hoofdstuk 7 Teruggave en ambtshalve ontheffing 478 1 Algemene principes 478 2 Mogelijke redenen voor teruggave of ontheffing van ambtswege 479 2.1 Algemene redenen 479 2.2 De teruggave of ontheffing van ambtswege bij het abattement of de meeneembaarheid 480 2.3 Gedeeltelijke teruggave in geval van spoedige wederverkoop 481 2.4 Verhinderend bestaand woningbezit bij aankoop van een nieuwe hoofdverblijfplaats 482 2.5 Niet-naleving van formele voorwaarden bij mogelijke toepassing van een verlaagd tarief 483 2.6 Toepassing van de algemene antimisbruikbepaling inzake btw 484 2.7 Kind geboren na de registratie van een schenking 485 2.8 Schenkingen van beschermde monumenten en van gebouwen onderworpen aan een energetische renovatie of van gebouwen die met conformiteitsattest worden verhuurd 485 3 Verjaring van de vordering tot teruggaaf en ontheffing van ambtswege 485
14 Inhoud Hoofdstuk 8 Verjaring, procedure, controle en bewijs 487 1 Verjaring van de vordering tot betaling 487 1.1 Verjaringstermijnen 487 1.2 De stuiting van de verjaring 488 2 Procedure, controle en bewijs 489 Deel 6 Erfbelasting 491 Hoofdstuk 1 Inleiding 493 1 Algemeen 493 2 Situering van het successierecht in de fiscaliteit 494 3 De fiscale woonplaats 494 4 Erfbelasting of rechten van overgang? 495 4.1 Voornaamste gelijkenissen 495 4.2 Enkele verschillen 495 Hoofdstuk 2 Samenstelling van de nalatenschap 496 1 Basisprincipe 496 2 De fictiebepalingen 497 2.1 Inleiding 497 2.2 Artikel 2.7.1.0.3: fictieve legaten 498 2.3 Artikel 2.7.1.0.4: de ongelijke verdeling van de gemeenschap 498 2.4 Artikel 2.7.1.0.5: bepaalde schenkingen binnen de drie jaar of de zeven jaar voor het overlijden 498 2.5 Artikel 2.7.1.0.6: bedingen ten behoeve van een derde 499 2.6 De fictiebepalingen van de artikelen 2.7.1.0.7 tot 2.7.1.0.9 499 3 De vergoedingsregeling 501 4 Belastbaar actief en goederen in het buitenland 502 Hoofdstuk 3 Waardering van de nalatenschap 503 1 Algemeen 503 2 Bijzondere regels 503 2.1 Waardebepaling van effecten en schuldvorderingen 504 2.2 Waardebepaling van renten, vruchtgebruik en blote eigendom 505 3 Aannemelijk passief 507 3.1 Welke schulden worden aanvaard? 507 3.2 Voor welk bedrag worden deze schulden aanvaard? 508 3.3 Hoe worden deze schulden bewezen? 508 Hoofdstuk 4 De aangifte van nalatenschap 509 1 Verplichting tot indiening van een aangifte 509 1.1 Inleiding 509 1.2 Waarom moet een aangifte van nalatenschap worden ingediend? 509 1.3 Wie moet een aangifte van nalatenschap indienen? 509 1.4 Termijn voor het indienen van een aangifte van nalatenschap 510 1.5 Waar moet de aangifte van nalatenschap worden ingediend? 511 1.6 Sanctie bij het niet of laattijdig indienen van de aangifte 511 1.7 Inlichtingen te verstrekken door de administratie 511 2 Vorm en inhoud 511 2.1 Te gebruiken formulier 511 2.2 Te vermelden gegevens 512 Hoofdstuk 5 De berekening van de erfbelasting 514 1 Algemeen 514 2 Categorieën van erfgenamen en rechthebbenden 514 3 Tarieven en berekeningswijze 515 3.1 De tarieven 515 3.2 De berekeningswijze 516 4 Speciale gevallen: van erfbelasting vrijgestelde goederen 520 4.1 De gezinswoning 520 4.2 Gronden en bossen gelegen in het Vlaams Ecologisch Netwerk 520 4.3 Maatschappelijke rechten in vennootschappen erkend voor de financiering en realisatie van serviceflatgebouwen 521 4.4 Toegevoegd vanaf 1 september 2018: artikel 2.7.6.0.6 521 5 Speciale tarieven 521 5.1 Gehandicapte erfgenamen 521 5.2 Vrijstelling voor bepaalde instanties 522
15 Inhoud 5.3 Verminderd tarief voor bepaalde instellingen 522 5.4 Aandelen, activa en vorderingen in familiale ondernemingen 522 Hoofdstuk 6 De betaling van de erfbelasting 523 1 Algemeen 523 2 Het progressievoorbehoud of de cumulatie met vroegere schenkingen 523 3 Speciale situaties 523 4 De betaling van de erfbelasting 524 4.1 Wie moet betalen? 524 4.2 Termijn van betaling 524 4.3 Laattijdige betaling 524 4.4 Wijzen van betaling 524 5 Waarborgen voor het Vlaamse Gewest voor de betaling van de erfbelasting 525 Hoofdstuk 7 Informatieverplichting, bewijsmiddelen en controle 526 1 Verplichtingen van derden inzake spontane melding 526 2 Onderzoeksmogelijkheden van de administratie 527 3 Controle en controleschattingen 527 Hoofdstuk 8 Sancties, teruggave en verjaringstermijnen 528 1 Sancties 528 1.1 Overzicht van de voornaamste overtredingen en belastingverhoging 528 2 Teruggave van de rechten 530 3 Verjaring 530 3.1 Algemene principes 530 Niet-limitatieve literatuurlijst 531 1 Basisbeginselen 531 2 Btw 531 3 Registratierechten 532

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.