2 Het eenjarigheidsbeginsel
2.1 Draagwijdte van het eenjarigheidsbeginsel
2.2 Gevolgen van het eenjarigheidsbeginsel
3 Het gelijkheidsbeginsel 48
3.1 Draagwijdte van het gelijkheidsbeginsel 48
3.2 Controle over de eerbiediging van het gelijkheidsbeginsel 49
Hoofdstuk 7 Beginselen en kenmerken die voortvloeien uit de aard van de belastingen en uit het recht in het algemeen
1 Het fiscaal recht is geen volstrekt autonome rechtstak
2 De fiscale wet is van openbare orde 54
2.1 De belastingwet bepaalt zelf wie de schuldenaar is
2.2 Belastingontduiking is niet toegelaten – keuze van de minst belaste weg
2.3 Mogelijkheid tot het afsluiten van overeenkomsten tussen de fiscus en de belastingplichtige
2.4 De fiscus is geen derde bij de vestiging, wel bij de invordering van de belasting
3 Strikte interpretatie van de belastingwet
3.1 Algemeen
3.2 Eerste fase: tekstuele interpretatie
3.3 Tweede fase: het nagaan van de bedoeling van de wetgever
3.4 Derde fase: de niet-heldere tekst
4 Het beginsel van de niet-retroactiviteit van de belastingwet
4.1 Niet-terugwerkende kracht van wetten en decreten
4.2 Niet-terugwerkende kracht van Koninklijke en Ministeriële Besluiten
4.3 Niet-terugwerkende kracht van plaatselijke verordeningen en besluiten
5 De toepassing van de beginselen van behoorlijk bestuur
6 Het realiteitsbeginsel
6.1 Algemeen
6.2 Fiscaliteit houdt enkel rekening met de werkelijk gestelde handelingen
6.3 Juridische of economische werkelijkheid
6.4 Morele neutraliteit van de belastingwet
7 Het ‘non bis in idem’-beginsel
8 Het territorialiteitsbeginsel
9 Het verdragsrecht beheerst het intern fiscaal recht
1 Naar de belastingheffende overheid
2
2.1 Onderscheid tussen zakelijke en persoonlijke belastingen
2.2 Onderscheid tussen kapitaal- of vermogensbelastingen en inkomstenbelastingen
2.3 Onderscheid tussen specifieke belastingen en belastingen ad valorem
3
4
5 Naar directe en indirecte belastingen volgens het fiscaal-administratief criterium
1 Wie is aan de personenbelasting onderworpen?
2
inkomsten zijn belastbaar in de personenbelasting?
3 Gemeenschappelijke aangifte of niet in de personenbelasting?
4 Wat met de inkomsten van kinderen?
5 Belastbaar tijdperk en aanslagjaar in de personenbelasting
6 Berekening van de personenbelasting (per belastingplichtige): het uitgebreide opcentiemenmodel 86
7 Progressieve belasting
8 Aangiftetermijn in de personenbelasting
8.1 Gewone aangiftetermijnen
8.2 Uitzonderlijke gevallen en termijnen
9 Voorstel van vereenvoudigde aangifte
10 Mogelijke gevolgen bij een laattijdig ingediende aangifte of bij niet-aangifte 94
Hoofdstuk 2 Bepaling van het netto-inkomen (= bruto-inkomen met aftrek van kosten en verliezen) 95
1 Onroerende inkomsten 95
1.1 Algemene regels
1.2 Bij wie belastbaar?
1.3 Wat met onroerende goederen die toebehoren aan de kinderen?
1.4 Wat bij verandering van eigenaar tijdens 2024?
1.5 Wat bij gewijzigde bestemming van het onroerend goed in 2024?
1.6 Het bruto belastbaar bedrag
1.7 Federale gewone intrestaftrek van leningen
inkomsten
2.1 Roerende inkomsten: wat zijn dat?
2.2 Belastbaar bij wie?
2.3 Wat met roerende goederen die toebehoren aan de kinderen?
2.4 Verplicht en facultatief aan te geven roerende inkomsten
2.5 Aanslagmodaliteiten
3 Diverse inkomsten
3.1 Beloningen uit verenigingswerk (in de socio-/culturele/sportsector) en inkomsten uit de deeleconomie 112
3.2 Toevallige winsten of baten (andere dan deze uit de deeleconomie)
3.3 Prijzen en subsidies
3.4 Premies voor sportieve prestaties op Olympische Spelen, Paralympische Spelen, wereldkampioenschappen of Europese of andere continentale kampioenschappen
3.5 Onderhoudsuitkeringen
3.6 Inkomsten afkomstig van de onderverhuring van onroerende goederen of de overdracht van huurcel 116
3.7 Loten van effecten van leningen
3.8 Opbrengsten uit de verhuring van jacht-, vis- en vogelvangstrecht
3.9 Meerwaarden op in België gelegen ongebouwde onroerende goederen
3.10 Intern verwezenlijkte meerwaarden
3.11 Meerwaarden verwezenlijkt op in België gelegen gebouwd onroerend goed dat onder bezwarende titel is verkregen
3.12 Meerwaarden verwezenlijkt bij de vervreemding onder bezwarende titel van een in België gelegen gebouw opgericht op een verworven terrein 118
3.13 Meerwaarden verwezenlijkt bij de overdracht van aandelen uit een belangrijke deelneming
3.14 Persoonlijke vergoedingen aan onderzoekers
3.15 Aanslagvoet
4.1 Belastbaar inkomen en vrijgestelde inkomsten: enkele verduidelijkingen
4.2 Aftrek van de bijdragen voor de sociale zekerheid
4.3 Aftrek van de kosten
4.4 Economische vrijstellingen
4.5 Verrekening van de verliezen
4.6 Toekenning van meewerkinkomen en van het huwelijksquotiënt
4.7 Compensatie van verliezen tussen echtgenoten
Hoofdstuk 3 Aftrekbare bestedingen
1 Wat wordt bedoeld met ‘een aftrekbare besteding’?
2 Voorwaarden aftrekbaarheid onderhoudsuitkeringen
2.1 De betaling van de onderhoudsgelden
2.2 De onderhoudsgerechtigde mag geen deel uitmaken van het gezin van de onderhoudsplichtige (op datum van betaling)
2.3 De onderhoudsgelden moeten regelmatig worden betaald
2.4 Bewijsstukken
3 Volgorde van de aanrekening van de aftrek van onderhoudsuitkeringen
4 Progressief tarief
5 Belasting op de belastingvrije som
1 Basisbedragen van de belastingvrije som
2 Verhoging(en) van de belastingvrije som voor kinderen ten laste en andere personen ten laste
2.1 Verhoging(en) van de belastingvrije som voor kinderlast
2.2 Verhoging van de belastingvrije som voor personen ten laste andere dan kinderen
3 Verhoging van de belastingvrije som voor personen die in 2024 gehuwd zijn of een verklaring van wettelijke samenwoning hebben ondertekend
4 Aanrekening toeslagen belastingvrije som in geval van gemeenschappelijk belaste echtgenoten
Hoofdstuk 6 Belastingvermindering voor pensioenen en vervangingsinkomsten
1 De basisbedragen (A)
2 De ‘horizontale’ beperking (B)
3 De verticale beperking (C)
4 Beperking tot de evenredige belasting (D)
Hoofdstuk 7 Belastingvermindering voor inkomsten uit het buitenland
Hoofdstuk 8 Gewestelijke belastingverminderingen (en belastingkredieten)
1 Uitgaven die recht geven op een gewestelijke belastingvermindering voor een woning die de eigen woning is op het moment van betaling
1.1 De gewestelijke belastingvermindering voor enige woning (= gewestelijke woonbonus) (art. 145/37, art. 145/38, art. 145/38/1 en art. 145/38/2 WIB 1992)
1.2 De gewestelijke belastingvermindering langetermijnsparen (art. 145/39 WIB 1992 en art. 145/40 WIB 1992)
1.3 Gewestelijke belastingvermindering bouwsparen
180
185
1.4 Gewestelijke belastingvermindering voor gewone intresten 185
1.5 Gewestelijke belastingvermindering voor intresten KI eigen woning 187
1.6 Gewestelijke belastingvermindering voor bijkomende intresten van hypothecaire leningen 187
2 Andere gewestelijke belastingverminderingen (en belastingkredieten) voor specifieke uitgaven 187
2.1 Belastingvermindering voor uitgaven voor behoud en herwaardering van/voor onderhoud en restauratie van beschermde eigendommen 188
2.2 Belastingvermindering voor PWA-cheques en wijkwerkcheques
189
2.3 Belastingvermindering voor dienstencheques 190
2.4 Belastingvermindering voor uitgaven voor dakisolatie betaald in 2024 190
2.5 Belastingvermindering voor de uitgaven voor de vernieuwing van een woning verhuurd via een sociaal verhuurkantoor 191
2.6 Belastingkrediet voor geregistreerde Winwinleningen (Vlaamse Gewest)
2.7 Belastingkrediet voor geregistreerde vriendenaandelen (Vlaamse Gewest)
193
195
2.8 Belastingvermindering voor geregistreerde renovatieovereenkomsten (Vlaamse Gewest) 198
3 Aanrekeningsvolgorde van de gewestelijke belastingverminderingen 199 Hoofdstuk 9
1 Federale belastingverminderingen m.b.t. de uitgaven voor een woning die niet de eigen woning is van de belastingplichtige(n) op het moment van de betaling 201
1.1 Federale belastingvermindering langetermijnsparen 201
2 Overige federale belastingverminderingen voor bepaalde uitgaven 204
2.1 Belastingverminderingen voor het langetermijnsparen 204
2.2 Belastingvermindering voor lage-energiewoningen, passiefwoningen of nulenergiewoningen 209
2.3 Belastingvermindering voor intresten van groene leningen 210
2.4 Belastingvermindering voor uitgaven voor verwerven van aandelen van startende vennootschappen 211
2.5 Belastingvermindering voor uitgaven voor verwerven van aandelen van groeibedrijven 213
2.6 Belastingvermindering voor minderwaarden op aandelen geleden n.a.v. volledige verdeling van private privaks (art. 145/26/1 WIB 1992) 215
2.7 Belastingvermindering voor elektrische voertuigen 216
2.8 Belastingvermindering voor uitgaven voor een erkend ontwikkelingsfonds 216
2.9 Belastingvermindering voor giften 217
2.10 Belastingvermindering voor bezoldigingen van een huisbediende
2.11 Belastingvermindering voor kinderoppaskosten
2.12 Belastingvermindering voor uitgaven in het kader van een adoptieprocedure
2.13 Belastingvermindering voor premies voor rechtsbijstandsverzekering
2.14 Belastingvermindering voor POZ-premies
2.15 Belastingvermindering VAPW (werknemer)
218
218
221
222
223
223
2.16 Belastingvermindering voor de uitgaven voor de plaatsing van een vast laadstation voor elektrische wagens in of bij de woning
2.17 Belastingvermindering voor het presteren van overwerk (art. 154bis WIB 1992)
3 Aanrekeningsvolgorde van de federale belastingverminderingen 228
Hoofdstuk 10 Federale terugbetaalbare belastingkredieten 229
1 Belastingkrediet voor kinderlast
2 Belastingkrediet voor zelfstandigen
3 Belastingkrediet op lage activiteitsinkomsten
4 Belastingkrediet werkbonus (of het aanvullend belastingkrediet voor lage lonen) 232
5 Tijdelijk belastingkrediet voor de verhoging van de fietskilometervergoeding in toepassing van cao nr. 164 233
6 Tijdelijk belastingkrediet voor de facultatieve verhoging van de fietskilometervergoeding voor woon-werkverplaatsingen
7 Tijdelijk belastingkrediet voor verhoging tussenkomst werkgever in een treinabonnement 235
1 De terugname van het voordeel voor de verwerving van werkgeversaandelen 239
2 De terugname van het voordeel ontwikkelingsfondsen 240
3 De terugname van het voordeel voor de verwerving van aandelen van startende vennootschappen of van groeibedrijven 240
4 De terugname van het voordeel voor de verwerving van aandelen in 2020 en/ of in 2021 van bedrijven met omzetverlies als gevolg van de COVID-19-pandemie 241
5 De belastingvermeerdering wegens geen of ontoereikende voorafbetalingen 242
1 Wie is aan de vennootschapsbelasting onderworpen?
2 Belastbare grondslag
3 Soorten aanslagen in de vennootschapsbelasting
4 Belastbaar tijdperk en aanslagjaar
5 Indiening van de aangifte
Fiscale gunstmaatregelen voor kleine vennootschappen
7 Definitie van kleine vennootschap
7.1 Vennootschapsrechtelijk regime
7.2 Fiscale doorwerking
Hoofdstuk 2 Reserves
1 De belastbaar gereserveerde winst
1.1 Zichtbare reserves
1.2 Onzichtbare reserves
1.3 Aanpassingen van de begintoestand van de reserves
2 De vrijgestelde winst
2.1 Waardeverminderingen op handelsvorderingen
2.2 Voorzieningen voor risico’s en kosten
2.3 Uitgedrukte niet-verwezenlijkte meerwaarden
2.4 Verwezenlijkte meerwaarden
2.4.1 Gespreid te belasten verwezenlijkte meerwaarden op materiële en immateriële vaste activa
2.4.2 Vrijstelling verwezenlijkte meerwaarden op bedrijfsvoertuigen
2.4.3 Vrijstelling verwezenlijkte meerwaarden op binnenschepen
2.4.4 Vrijstelling verwezenlijkte meerwaarden op zeeschepen
2.5 Tax shelter erkende audiovisuele werken, podiumwerken en games
2.6 Winst voortvloeiend uit de homologatie van een reorganisatieplan en uit de vaststelling van een minnelijk akkoord
3 Verworpen
1 Niet-aftrekbare belastingen
2 Gewestelijke belastingen, heffingen en retributies
3 Geldboeten, verbeurdverklaringen, straffen van alle aard en verhogingen van sociale bijdragen
4 Jaarlijkse taksen op de kredietinstellingen, collectieve beleggingsinstellingen en verzekeringsondernemingen
5 Taks op de inscheping van een luchtvaartuig
6 Niet-aftrekbare pensioenen, kapitalen, werkgeversbijdragen en -premies
7 Niet-aftrekbare autokosten en minderwaarden op personenwagens, auto’s dubbel gebruik en minibussen
7.1 Aftrekpercentages
7.2 Toekomstige evolutie van de aftrekpercentages
7.3 Welke kosten worden beperkt?
7.4 Uitzonderingen: 100 % aftrekbare autokosten
7.5 Terugbetaalde autokosten eigen aan de werkgever
7.6 Aan derden doorgerekende autokosten
7.7 Privé gebruikte firmawagens
7.8 Ontvangen schadevergoedingen
8 Autokosten ten belope van een deel van het voordeel van alle aard
10
13
receptiekosten en kosten voor relatiegeschenken
m.b.t. een gedeelte van bepaalde leningen
financieringskostensurplus
15 Abnormale of goedgunstige voordelen
15.1 Artikel 26, 1ste lid WIB 1992: algemeen principe
15.2 Artikel 26, 2de lid WIB 1992: drie specifieke
16.1 Collectieve verzekeringen voor geneeskundige
1 Gewone uitgekeerde dividenden
1.1 Dividend n.a.v. resultaattoekenning
1.2 Dividend n.a.v. terugbetaling kapitaal/inbreng
1.3 Dividend n.a.v. geherkwalificeerde intresten
2 Dividenden n.a.v. de verkrijging van eigen aandelen
3 Dividenden n.a.v. het overlijden, de uittreding of uitsluiting van een aandeelhouder
4 Dividenden n.a.v. de verdeling van maatschappelijk vermogen
1 Eerste bewerking: fiscaal resultaat
2 Afzondering van de bestanddelen waarop het aftrekverbod van toepassing is
4 Tweede bewerking: omdeling volgens oorsprong
5 Derde bewerking: aftrek van de bij verdrag vrijgestelde winsten en van de nietbelastbare bestanddelen
5.1 Aftrek van de bij verdrag vrijgestelde winst
5.2 Aftrek van de niet-belastbare bestanddelen
6 Vierde bewerking: aftrek van DBI (definitief belaste inkomsten)
7 Vijfde bewerking: aftrek voor innovatie-inkomsten
7.1 Kwalificerende intellectuele eigendomsrechten
7.2 Soorten innovatie-inkomsten
7.3 Berekening van de netto-innovatie-inkomsten
7.4 Berekening van de nexus-breuk
7.5 Overdraagbaarheid
7.6 Voorwaardelijke vrijstelling voor lopende aanvragen
7.7 Innovatiekrediet
8 Zesde bewerking: investeringsaftrek
8.1 Eenmalige investeringsaftrek
8.2 Gespreide investeringsaftrek
8.3 Te vervullen formaliteiten
8.4 Investeringsaftrek vanaf 1 januari 2025: hervorming
9 Zevende bewerking: aftrek van groepsbijdrage
9.1 Voorwaarden van verbondenheid
9.2 Uitgesloten vennootschappen
9.3 Werking van de regeling
11 Achtste bewerking: overgedragen DBI-aftrek
12 Negende bewerking: overgedragen aftrek voor innovatieinkomsten
13 Tiende bewerking: aftrek van vorige verliezen
14 Elfde bewerking: aftrek van overgedragen aftrek voor risicokapitaal
6 Tarief
3 Afzonderlijk tarief van 5 % op landbouwsteun
4 Afzonderlijk tarief van 15 % (exit tax)
5 Afzonderlijke aanslag van 100 % of 50 %
5.1 Kenmerken van de bijzondere aanslag
5.2 Niet-verantwoorde kosten, voordelen en auteursrechten
5.3
6 Verwezenlijkte meerwaarden, voorzieningen uit risico’s en kosten en investeringsreserve en voorheen vrijgestelde winst tax shelter belastbaar tegen 33,9 % of tegen 29,58 %
1 Niet-terugbetaalbare voorheffing: FBB
2 Terugbetaalbare voorheffingen
3 Voorafbetalingen
4 Tijdelijk belastingkrediet voor de verhoging van de fietskilometervergoeding in toepassing van cao nr. 164
5 Tijdelijk belastingkrediet voor de facultatieve verhoging van de fietskilometervergoeding voor woon-werkverplaatsingen
6 Tijdelijk belastingkrediet voor verhoging werkgeverstussenkomst in een treinabonnement
7 Tijdelijk belastingkrediet voor uitgevers van papieren publicaties
Hoofdstuk 8 Aangifteplicht m.b.t. betalingen aan
1.4
1.5
1.6
4.4
4.5
6 Vrijstellingen
1 Vrijstellingen met behoud van recht op aftrek
1.1 Algemeen
1.2 Vrijstellingen ter zake van uitvoer buiten de EU, intracommunautaire levering en andere (oneigenlijke vrijstellingen)
2 Vrijstellingen zonder recht op aftrek (eigenlijke vrijstellingen)
2.1 Algemeen
2.2 Vrijstellingen
2.3 Vrijstellingen met betrekking tot onroerende goederen
7 Het recht op aftrek van de voorbelasting
1 Algemene principes inzake aftrek
1.1 Het beoordelingscriterium: de vermoedelijke bestemming van de ontvangen goederen en diensten
1.2 Uitsluiting van de aftrek van de belasting die geheven werd van de goederen en diensten die voor privégebruik of, meer algemeen, voor andere doeleinden dan die van de economische activiteit zijn bestemd
1.3 Verwerping van de aftrek of onttrekking
1.4 Aftrek bij gemengd gebruikte bedrijfsmiddelen
2 Aftrekbare belasting
3 Toestand van de gewone btw-belastingplichtige met betrekking tot de aftrek van voorbelasting
4 Toestand van de btw-belastingplichtige met gedeeltelijk recht op aftrek (gemengde belastingplichtige) met betrekking tot de aftrek van voorbelasting 371
5 De uitsluiting van het recht op aftrek voor de btw geheven van sommige beroepsuitgaven
5.1 Autokosten
5.2 Tabaksfabrikaten
5.3 Geestrijke dranken
5.4 Kosten van logies en kosten van spijzen en dranken om ter plaatse te worden verbruikt
5.5 Kosten van onthaal
6 Bijzondere problemen met betrekking tot de omvang van het recht op aftrek van voorbelasting
7 De uitoefening van het recht op aftrek
7.1 Het ontstaan van het recht op aftrek van voorbelasting
7.2 De voorwaarden om het recht op aftrek uit te oefenen
7.3 De uitoefening van het recht op aftrek van voorbelasting
3
1 Aan de registratieformaliteit onderworpen akten en verklaringen
1.1 Registratieplicht wegens de aard van de akte
1.2 Registratieverplichting wegens het voorwerp van de akte
1.3
3.1 Aanbieding ter registratie en betaling van
4
2.1
2.4
3.1
3.2 De tijdsbepaling
3.3 De ontbindende
3.4
4 Afhankelijke en onafhankelijke rechtshandelingen
5
5.1 Rechtshandeling uitgedrukt in meerdere geschriften
5.2 Rechtshandeling die haar aanknopingspunt vindt in een reeds belaste handeling
5 Soorten registratierechten
1 Verkooprecht – overdrachten onder bezwarende titel van in België gelegen onroerende
1.1
2.1
2.2
2.3
3.4
4 Hypotheekvestigingen, verpandingen van een handelszaak en
4.1
4.2 Belastbare verrichtingen en tarief
4.3
4.4
4.5 Vrijstellingen
4.6 Handlichting van een hypothecaire inschrijving
5 Verdelingen en met verdeling gelijkgestelde afstanden van in België gelegen onroerende goederen
5.1
5.2
5.3
5.4
5.5
6 Handelingen van burgerlijke en handelsvennootschappen
6.1 Inbreng in Belgische vennootschappen
6.2 Verkrijging door vennoten van onroerende goederen afkomstig van de vennootschap
7
7.1
7.2
7.3
7.4
7.5
8
8.1
8.2
8.3
Hoofdstuk 7 Teruggave en ambtshalve ontheffing
1 Algemene principes
2 Mogelijke redenen voor teruggave of ontheffing van ambtswege
2.1 Algemene redenen
2.2 De teruggave of ontheffing van ambtswege bij het abattement of de meeneembaarheid 489
2.3 Gedeeltelijke teruggave in geval van spoedige wederverkoop 489
2.4 Verhinderend bestaand woningbezit bij aankoop van een nieuwe hoofdverblijfplaats 491
2.5 Niet-naleving van formele voorwaarden bij mogelijke toepassing van een verlaagd tarief 491
2.6 Toepassing van de algemene antimisbruikbepaling inzake btw 493
2.7 Kind geboren na de registratie van een schenking 493
2.8 Schenkingen van beschermde monumenten en van gebouwen onderworpen aan een energetische renovatie of van gebouwen die met conformiteitsattest worden verhuurd 493
3 Verjaring van de vordering tot teruggaaf en ontheffing van ambtswege 494
Hoofdstuk 8 Verjaring, procedure, controle en bewijs 495
1 Verjaring van de vordering tot betaling
1.1 Verjaringstermijnen
1.2 De stuiting van de verjaring
2 Procedure, controle en bewijs
Deel 6 Erfbelasting
Hoofdstuk 1 Inleiding
1 Algemeen
2 Situering van het successierecht in de fiscaliteit
3 De fiscale woonplaats
4 Erfbelasting of rechten van overgang?
4.1 Voornaamste gelijkenissen
4.2 Enkele verschillen
Hoofdstuk 2 Samenstelling van de nalatenschap
1 Basisprincipe
2 De fictiebepalingen
2.1 Inleiding
2.2 Artikel 2.7.1.0.3: fictieve legaten
2.3 Artikel 2.7.1.0.4: de ongelijke verdeling van de gemeenschap
2.4 Artikel 2.7.1.0.5: bepaalde schenkingen binnen de drie jaar of de zeven jaar voor het overlijden
2.5 Artikel 2.7.1.0.6: bedingen ten behoeve van een derde
2.6 De fictiebepalingen van de artikelen 2.7.1.0.7 tot 2.7.1.0.9
3 De vergoedingsregeling
4 Belastbaar actief en goederen in het buitenland 511
Hoofdstuk
3 Waardering van
de nalatenschap
2 Bijzondere regels
2.1 Waardebepaling van effecten en schuldvorderingen
2.2 Waardebepaling van renten, vruchtgebruik en blote eigendom
3 Aannemelijk passief
3.1 Welke schulden worden aanvaard?
3.2 Voor welk bedrag worden deze schulden aanvaard? 517
3.3 Hoe worden deze schulden bewezen? 517
Hoofdstuk 4 De aangifte van nalatenschap
1 Verplichting tot indiening van een aangifte
1.1 Inleiding
1.2 Waarom moet een aangifte van nalatenschap worden ingediend? 519
1.3 Wie moet een aangifte van nalatenschap indienen? 519
1.4 Termijn voor het indienen van een aangifte van nalatenschap
1.5 Waar moet de aangifte van nalatenschap worden ingediend? 521
1.6 Sanctie bij het niet of laattijdig indienen van de aangifte 521
1.7 Inlichtingen te verstrekken door de administratie 521
2 Vorm en inhoud 521
2.1 Te gebruiken formulier 521
2.2 Te vermelden gegevens 522
Hoofdstuk 5 De berekening van de erfbelasting
1 Algemeen
2 Categorieën van erfgenamen en rechthebbenden
3 Tarieven en berekeningswijze
3.1 De tarieven
3.2 De berekeningswijze
4 Speciale gevallen: van erfbelasting vrijgestelde goederen
4.1 De gezinswoning
4.2 Onbebouwde onroerende goederen met natuurbeheerplan
4.3 Maatschappelijke rechten in vennootschappen erkend voor de financiering en realisatie van serviceflatgebouwen
4.4 Toegevoegd vanaf 1 september 2018: artikel 2.7.6.0.6
5 Speciale tarieven
5.1 Gehandicapte erfgenamen
5.2 Vrijstelling voor bepaalde instanties
5.3 Verminderd tarief voor bepaalde instellingen
5.4 Aandelen, activa en vorderingen in familiale ondernemingen
Hoofdstuk 6 De betaling van de erfbelasting
1 Algemeen
2 Het progressievoorbehoud of de cumulatie met vroegere schenkingen
3 Speciale situaties
4 De betaling van de erfbelasting
4.1 Wie moet betalen?
4.2 Termijn van betaling
4.3 Laattijdige
5 Waarborgen voor het Vlaamse Gewest voor de betaling van de erfbelasting
Hoofdstuk 7 Informatieverplichting, bewijsmiddelen en controle
1 Verplichtingen van derden inzake spontane melding
3
Hoofdstuk 8 Sancties, teruggave en verjaringstermijnen
1 Sancties
1.1 Overzicht van de voornaamste overtredingen en belastingverhoging
2 Teruggave van de rechten